Familiegegevens en opleiding
Kier Hagedoorn werd geboren te Nieuwe Pekela op 25 april 1841 als zoon van de schipper Koert Kiers Hagedoorn en Jantina Harms de Weerd
Hij trouwde te Nieuwe Pekela op 12 januari 1865 als schipper met Helena Wijkmeijer, geboren te Nieuwe Pekela op 19 oktober 1842 als dochter van de schipper, later landbouwer, Geert Klaassens Wijkmeijer en Anna Derks Greven.
Geen overlijdengegevens gevonden van Kier en Helena maar wellicht te Amsterdam.
http://www.online-begraafplaatsen.nl/zoeken.asp?command=zoekform meldt:
Kier HAGEDOORN
|
|
|
|
|
begraven 18 januari 1922 - 80 jaar oud
|
1510731
|
2-F-06
|
Amsterdam
|
In Burgerlijke Stand akten uit de provincie Groningen wordt Kier Hagedoorn vermeld als schipper in 1865, 1866, 1868, 1870, 1877.
Ene Kier Hagedoorn, geboren op 09 mei 1840, afkomstig uit Nieuwe Pekela, behaalde zijn diploma met nr. 55 voor 1e stuurman aan de zeevaartschool te Veendam.099
Lidmaatschap van zeemanscollege(s)
Kier K.Hagedoorn was effectief lid van het zeemanscollege “Voorzorg” te Nieuwe Pekela met vlagnummer 40 in de periode 1863 t/m 1920 (en wellicht later).
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt K.K.Hagedoorn als gezagvoerder gedurende:
* 1862 t/m 1863 van de schoenerbrik “Paulina & Cornelia”, gebouwd in 1861 te Pekela, 172 ton o.m., varend voor de Groot, Roelants & Co te Schiedam. Het schip is in 1863, op weg van Petersburg naar Engeland, gestrand in de Oostzee en verkocht voor de sloop;
Mulder085 vermeldt vóór kapitein Hagedoorn nog een kapitein H.Kuiper, die direct na de bouw in 1861, gezagvoerder is geweest, (wellicht voor één reisje);
* 1864 t/m 1865 op de bark “Protheus”, gebouwd in 1838 te Schiedam, 343 ton o.m., varend voor de Groot Roelants & Co te Schiedam.
* 1866 t/m 1873 van de schoenerbrik “Zwerver”, gebouwd in 1865 te Hoogezand, 179 ton o.m., varend voor J.J. Koerts te Pekela. Het schip werd in 1873 afgekeurd te Hull;
* 1873 van de 2-mastschoener “Stella Matutina”, gebouwd in 1864 te Hoogezand, 237 ton o.m., varend voor W.& A.H.Meursing te Amsterdam. Het schip voer in 1874 voor F.Wibaut te Vlissingen en was herdoopt in “Jeane & Maria”;
* 1875 t/m 1880 van de brik “Jeremias”, ex Peter, ex Mary, gebouwd in 1875 te Nova Scotia, 285 ton o.m., varend voor J.H.A.E.Meyjes te Amsterdam;
* 1881 t/m 1883 van de bark “Gerredina Wilhelmina” ex Henricus Gerardus, gebouwd in 1853 te Amsterdam, 382 ton o.m., varend voor J.H.A.E.Meyjes te Amsterdam.
De collectie monsterrollen op het Noordelijk Scheepvaartmuseum te Groningen vermeldt:
10 juni 1861, schoener “Pauline en Cornelia”, kapitein Harmannus H. Kuipers, stuurman Kier Hagedoorn, 20 jaar uit Nieuwe Pekela.
Overige bijzonderheden
“Op 30 sept. 1861 is door mij, K.M. Brouwer, ambtenaar van de Burgerlijke Stand in de gemeente Nieuwe Pekela, ontvangen van de Heer Minister van Marine, een brief geleidende de hierna volgende akte van overlijden.
Zeilende in de Atlantische Oceaan. Akte van overlijden. Verschenen voor mij, stuurman Kier Koerts Hagedoorn van het Nederlands schoenerschip “Pauline en Cornelia”, zich op reis bevindende van Archangel naar Schiedam oud ruim 20 jaren, wonende te Nieuwe Pekela, Lammert J.Nol, oud 36 jaren, wonende te Nieuw Buinen en Geert J.Weering, oud 23 jaren, wonende te Nieuwe Pekela, als getuigen, beide meerderjarig en varende aan boord van genoemd schip, de eerste als kok en de andere als matroos, die verklaarden dat aan boord van genoemd schip, op 13 aug. 1861, ten gevolge van zwaar lijdend aan reumatiek, gedurende een dag of negen, in de ouderdom van 43 jaren is overleden Harmannus H.Kuiper, echtgenoot van Jantje J.Timmer, zoon van H.Kuipers, wonende te Nieuwe Pekela. Aldus gedaan aan boord van genoemd schip ter hoogte van 69o10’NB & 37o15’OL.
Was getekend: Kier K.Hagedoorn, stuurman, Lammert J.Knol, kok, Geert J.Weering, matroos, Henderikus H.Plaatje, matroos, Jan H.Hulscher, lichtmatroos, Jan R.Bos, jongen.115
Melding van het overlijden op 07 juli 1871 van een kajuitjongen aan boord van de schoenerbrik “`Zwerver onder kapitein Kier K.Hagedoorn, op reis van St. Petersburg naar Amsterdam en wel op 50o10’NB/02o47’OL.115.
Familiegegevens en opleiding
Albert Veen werd geboren op 06 februari 1849 te Nieuwe Pekela als zoon van Kornelis Harms Veen en Alida Harms de Weerd.
Albert trouwde te Nieuwe Pekela op 23 februari 1881 als scheepsgezagvoerder met Antje Koster, geborenop 27 november 1854 te Nieuwe Pekela als dochter van Jan Koster en Jantje Smit. Geen overlijdenskakte van Antje gevonden.
Albert overleed op 20 november 1882 op de Noordzee.
“Op 1 febr. 1883 is bij de ambtenaar van de Burgerlijke Stand van de gemeente Nieuwe Pekela ingekomen een brief van de ambtenaar van de Burgerlijke Stand van de gemeente Velsen toezendende een uittreksel van overlijden, luidende dat op 26 jan. 1883 in de Noordzee, nabij het Noordhavenhoofd, in de ouderdom van 33 jaren gevonden is het lijk van Albert Cornelis Veen die op 20 nov. 1882 in het Noorzeekanaal onder deze gemeente is verdronken, van beroep kapitein, geboren en wonende te Nieuwe Pekela, echtgenoot van Antje Koster, zonder beroep, wonende te Nieuwe Pekela, zoon van Cornelis Veen, zonder beroep, wonende te Nieuwe Pekela en van de overleden Alida de Weerdt.”115
De Burgerlijke Stand akten uit de provincie Groningen vermelden Albert als scheepsgezagvoerder in 1881, 1882, 1883.
Lidmaatschap van zeemanscollege(s)
A.C.Veen was effectief lid van het zeemanscollege “Voorzorg” te Nieuwe Pekela met vlagnummer 101 van 1882 t/m 1883
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt A.Veen CZ als gezagvoerder gedurende:
* 1881 t/m 1882 van de brik “Jeremias”, ex Peter, ex Mary, gebouwd in 1875 te Nova Scotia, 285 ton o.m., varend voor J.H.A.E.Meyjes te Amsterdam. Het schip voer in 1883 voor C.Kuhlman Jz te Harlingen en was herdoopt in “Johannes”.
In de ledenlijsten van het zeemanscollege “Voorzorg” in de “Amsterdamsche Almanak voor Koophandel en Zeevaart:” staan in de jaargangen 1881 t/m 1920 ook scheepsnamen vermeld. In de jaren 1882 t/m 1883 staan bij A.C.Veen de scheepsnaam “Jeremias”.
De collectie monsterrollen op het Noordelijk Scheepvaartmuseum te Groningen vermeldt:
08 februari 1862, kof “Alida”, kapitein Cornelius Harms Veen, koksmaat Albert Veen, 13 jaar uit Nieuwe Pekela.
08 juli 1863, kof “Alida”, kapitein Cornelius Harms Veen, koksmaat Albert Veen, 14 jaar uit Nieuwe Pekela.
04 februari 1866, schoener “Gezina”, kapitein Harm Tekes Mulder, lichtmatroos A.Veen, 18 jaar uit Nieuwe Pekela.
10 februari 1866, schoener “Gezina”, kapitein Harm Tekes Mulder, lichtmatroos A.Veen, 18 jaar uit Nieuwe Pekela.
02 februari 1867, schoener “Gezina”, kapitein Harm Tekes Mulder, matrood Albert K. Veen, 18 jaar uit Nieuwe Pekela.
20 februari 1868, kof “Elsje”, kapitein Albert K.Tap, matroos Albert Veen uit Nieuwe Pekela.
Overige bijzonderheden
Geen
Familiegegevens en opleiding
Harm Tap werd geboren op 07 september 1844 te Oude Pekela als zoon van schipper Klaas Alberts Tap en Tettje Harms Hesseling. Hij was de broer van de kapiteins en collegeleden Albert (Klaasz.) (1832) en Klaas (Klaasz.) (1838).
Harm trouwde te Nieuwe Pekela op 15 december 1870 als schipper met Margrietha Veen, geboren op 05 februari 1844 te Nieuwe Pekela als dochter van de schipper Kornelis Harms Veen en Alida Harms de Weerd. Margrietha overleed te Nieuwe Pekela op 14 februari 1883, 39 jaar.
Harm overleed op 07 september 1884 op zee.
“Op 12 sept. 1884 is bij mij de ambtenaar van de Burgerlijke Stand in de gemeente Nieuwe Pekela ingekomen een brief van de Ambtenaar van de Burgerlijke Stand in de gemeente Harlingen, waarbij is toegezonden een uittreksel uit het register van overledenen, inhoudende dat op 7 sept. 1884 aan boord van het Nederlands brikschip “Johannes” op de terugreis van Sundvall naar Harlingen, zeilende in de Noordzee op ca twee mijlen afstand van het vuurschip van Terschelling, is overleden Harm Klaasen Tap, oud 40 jaren, scheepsgezagvoerder van beroep, geboren te Oude Pekela, wonende te Nieuwe Pekela, weduwnaar van Margrietha Veen, zoon van Klaas Tap, overleden en van Tettje Hesseling, zonder beroep, wonende te Oude Pekela en dat het lijk op 10 sept. van dit jaar alhier aan wal is gebracht.”
Burgerlijke Stand gegevens uit de provincie Groningen vermelden Harm Klaasz. Tap als schipper in 1870, 1872, 1873, 1875, 1877, 1879,1883, 1884.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
Een H.K.Tap staat in de ledenlijsten van het zeemanscollege “De Trouw” te Oude Pekela met de vlagnummers 6 en 33.
De opgaven in de Amsterdamsche Almanak voor Koophandel en Zeevaart (AAHKZ) en in die van Sweys verschillen aanzienlijk.
Nr 6 wordt in de AAKZ vermeld in de jaargangen 1872 t/m 1879, en in Sweys in de jaargangen 1872 t/m 1884
Nr 33 wordt in de AAKZ vermeld in de jaargangen 1881 t/m 1884 en in Sweys in de jaargangen 1883 t/m 1887
Tenslotte staat, vrij zeker foutief, in 1881 met vlagnummer 6 vermeld ene H.K.TRIP
Op grond van voorgaande opgaven en het overlijdensjaar van Harm Klaasz. besluit ik tot de volgende lidmaatschapsperioden:
nummer 6 van 1872 t/m 1880 en nummer 33 van 1880 t/m 1884. MAAR DEZE AANNAME IS ARBITRAIR!!
H.K.Tap was effectief lid van het zeemanscollege “Voorzorg” te Nieuwe Pekela met vlagnummer 83 in de periode 1875 t/m 1884.
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
lid van het college Zeemansvoorzorg036
vlagnummer periode type naam van het schip boekhouder/reder
geen 1880-1882 3/m sch. Friesland (ex Panthea) C.Kuhlman Jz, Harlingen
in 1882 nabij Øregrund gestrand en wrak. Zeetijdingen 25-10-1882037.
1883 brik Johannes (ex Jeremias, ex Peter, ex Mary) C.Kuhlman Jz, Harlingen
Bouma025 vermeldt H.K.Tap Hz als gezagvoerder gedurende:
* 1871 t/m 1873 van de kof “Maria Beerta”, gebouwd in 1840 te Pekela, 163 ton o.m., varend voor H.T.Kranenborg te Pekela;
* 1874 van hetzelfde schip maar nu varend voor de weduwe H.T.Kranenborg te Pekela;
* 1880 t/m 1882 van de bark “Friesland” ex Panthea, gebouwd in 1856, bouwlocatie niet vermeld, 335 ton o.m., varend voor C.Kuhlman Jz te Harlingen. Het schip voer in 1882 als 3/mschooner , strandde nabij Ørebrund en geraakte wrak;
* 1883 t/m 1884 van de brik “Johannes” ex Jeremias, ex Peter, ex Mary, gebouwd in 1857 te Nova Scotia, 256 ton o.m., varend voor C.Kuhlman Jz te Harlingen.
In Ledenlijsten van het zeemanscollege “Voorzorg” uit de “Amsterdamsche Almanak voor Koophandel en Zeevaart” worden in de jaargangen 1881 t/m 1920 ook scheepsnamen genoemd. Voor H.K.Tap met vlag 83 is dat in 1881 t/m 1883 de “Friesland” en 1884-1885 de “Johannes”.
De monsterrollenlijst op het Noordelijk Scheepvaartmuseum te Groningen vermeldt
22 februari 1866, kof “Elsje”, kapitein Albert K.Tap, stuurman Harm K.Tap uit Oude Pekela.
11 februari 1867, kof “Elsje”, kapitein Albert K.Tap, stuurman Harm K.Tap uit Oude Pekela.
20 februari 1868, kof “Elsje”, kapitein Albert K.Tap, stuurman Harm K.Tap uit Oude Pekela.
04 maart 1870, kof “Maria Beerta”, kapitein Harm K.Tap uit Oude Pekela.
16 februari 1869, kof “Maria Beerta”, kapitein Klaas Klaassens Tap, stuurman Harm Klaassens Tap, 24 jaar uit Oude Pekela
16 februari 1871, kof “Maria Beerta”, kapitein Harm Klaassens Tap, 26 jaar uit Nieue Pekela
21 juli 1884, brik “Johannes”, kapitein Harm Klaas Tap, 40 jaar uit Harlingen
Overige bijzonderheden
Melding van het overboordvallen en verdrinken van de bootsman van de driemastschoener “Friesland”, kapitein H.K.Tap, op weg van Bona naar Riga. het ongeval geschiedde in het midden van het Engels Kanaal op 50oNB/ 2o22’WL.115.
Krantenberichten
Dordrechtsche Courant 01 januari 1880114
Gibraltar, 27 december. De Nederlandse bark FRIESLAND is nagezien en zal de lading moeten lossen.
Algemeen Handelsblad 23 maart 1882114
Harlingen, 22 maart. Het barkschip FRIESLAND, kapt. Tap, 22 februari laatsleden te Mobile aangekomen, is thans weer gereed de reis naar Honfleur te aanvaarden.
NRC 18 mei 1882114
Harlingen, 16 mei. Het schip FRIESLAND, kapt. H.K. Tap, komende van Mobile, is hedenmorgen met verlies van deklast te Honfleur aangekomen
NRC 26 oktober 1882114
Harlingen, 24 oktober. Het Nederlandse 3-mast schoenerschip FRIESLAND, kapt. H.K. Tap, van Amsterdam naar Sundsvall, is volgens telegram van de kapitein uit Oeregrund gestrand en wrak geworden, het volk gered.
Algemeen Handelsblad 26 oktober 1882114
Harlingen, 24 oktober. Het Nederlandse schip FRIESLAND, kapt. Tap, van Amsterdam naar Sundsvall, is volgens telegram van de kapitein uit Oeregrund, gestrand en wrak geworden. Het volk is gered.
NRC 02 november 1882114
Harlingen, 31 oktober. Het gestrande Nederlandse schip FRIESLAND, kapt. H.K. Tap, van Amsterdam naar Sundsvall, is afgekeurd, zijnde gebroken. Als het weer gunstig bleef zou van de inventaris een groot deel geborgen kunnen worden. De berging was overeengekomen voor 50%.
NRC 18 november 1882114
Harlingen, 16 november. Het afgekeurde Nederlandse schip FRIESLAND, kapt. H.K. Tap, van Amsterdam naar Sundsvall, heeft met de inventaris 1.715 Kronen opgebracht.
NRC 05 juli 1884114
Harlingen, 4 juli. Volgens een particulier schrijven aan de rederij alhier is het schip JOHANNES, kapt. Tap, heden Elseneur gepasseerd.
Familiegegevens en opleiding
Roelof Oosting werd geboren te Groningen op 05 februari 1843 als zoon van de commissionair Heijo Klaassens Oosting en Annechiena Roelfs Taaij.
Hij trouwde te Delfzijl op 09 december 1881 als scheepskapitein met Jacoba Wilhelmina Keun, geboren op 15 april 1852 te Delfzijl als dochter van Berend Bruins Keun en Willemtje Alberts Drenth. Overlijdensgegevens niet gevonden te Groningen
Roelof overleed te Farmsum/Delfzijl op 31 januari 1905, 61 jaar.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
R.Oosting was effectief lid van het zeemanscollege “De Vereeniging” uit Delfzijl met vlagnummer 89 in de periode 1879 t/m 1880 en met vlagnummer 57 in de periode 1880 t/m 1905zijn overlijden in 1905.
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
lid van het zeemanscollege Zeemansvoorzorg te Harlingen036
vlagnummer periode type naam van het schip boekhouder/reder
geen 1884-1888 brik Johannes (ex Jeremia, ex Peter, ex Mary) C.Kuhlman Jz, Harlingen
1889-1890 brik Regalia C.Kuhlman Jz, Harlingen
Bouma025 vermeldt R.Oosting als gezagvoerder gedurende:
* 1875 van de ijzeren 3-mastschoener met stoom “Phenix” ex Twenthe, ex West Friesland, gebouwd in 1841 te Amsterdam, 331 ton o.m., varend voor D.Brodie te Amsterdam. Het schip werd te Petchora geabandoneerd;
* 1879 t/m 1883 van de 3-mastschoener “Felicitas” ex Marius, gebouwd in 1853 te La Nouville, 137 ton o.m., varend voor H.Mensinga te Delfzijl. Het schip werd in 1884, (toen met als eigenaar K.B.Kuiper te Farmsum, maar met een onbekende kapitein) verkocht naar Noorwegen met als nieuwe eigenaar G.Stokke te Jaroberg;
* 1885 t/m 1889 van de brik “Johannes” ex Jeremias, ex Peter, ex Mary, gebouwd in 1857 te Nova Scotia, 256 ton o.m., varend voor C.Kuhlman Jz te Harlingen;
* 1891 van de brik “Regalia”, gebouwd in 1863 te Sunderland, 322 ton o.m., varend voor C.Kuhlman Jz te Harlingen. Het schip werd afgekeurd te Götenborg;
* 1896 van de bark “Felicitas” ex Caspar de Robles, ex Maria Helena, gebouwd in 1864 te Brake, 300 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Farmsum.
Monsterrollen uit het Gemeentearchief van Delfzijl
Monsterrol 1857-18, 27 februari 1857, kof “Wiea Geziena”, kapitein Jurrien R.Bossinga, 27 jaar uit Farmsum. Voorts stuurman G.L.Sok, 49 jaar uit Veendam, kok, matroos, lichtmatroos en de scheepsjongen Roelof Oosting, 14 jaar uit Groningen;
Monsterrol 1858-35, 27 maart 1858, kof “Wiea Geziena”, kapitein J.R.Bossinga, 29 jaar uit Farmsum. Voorts stuurman G.L.Sok, 50 jaar uit Veendam, kok, matroos, lichtmatroos en een kajuitwachter R.Oosting, 15 jaar uit Groningen;
Monsterrol 1859-31, 16 maart 1859, schoenerkof “Helena”, kapitein Harmannus J.Schreuder, 45 jaar uit Farmsum. Voorts stuurman R.B.B.Hazelhof, 33 jaar uit Nieuwolda, kok, matroos, 2 lichtmatrozen en de scheepsjongen Roelof Oosting, 16 jaar uit Groningen;
Monsterrol 1860-9, 11 februari 1860, galjoot “Prudence”, kapitein Albert Hazewinkel, 31 jaar uit Wildervank. Voorts stuurman Johannes Walvius, 34 jaar uit Wildervank, kok, matroos, lichtmatroos Roelof Oosting, 17 jaar uit Groningen en een kajuitwachter;
Monsterrol 1864-28, 07 maart 1864, kof “Hillechiena”, kapitein Hindrik Brakke, 35 jaar uit Delfzijl. Voorts stuurman Adolf Heeres, 28 jaar uit Oude Pekela, kok en 2 matrozen, waaronder Roelof Oosting, 21 jaar uit Groningen;
Monsterrol 1867-45, 17 mei 1867, schoener “Geessien Schreuder”, kapitein Geert Geerts Albers, 46 jaar uit Farmsum. Voorts matroos Roelf Oosting, 24 jaar uit Groningen;
Monsterrol 1876-159, 25 augustus 1876, schoener “Catharina”, kapitein Pieter Dijkstra, 41 jaar uit Appingedam. Voorts stuurman Roelof Oosting, 33 jaar uit Groningen, matroos en een lichtmatroos;
Monsterrol 1877-24, 08 maart 1877, galjoot “Bouwina”, kapitein Thomas Jans Middel, 58 jaar uit Appingedam. Voorts stuurman Roelof Oosting, 34 jaar uit Groningen, kok, matroos en een lichtmatroos;
Monsterrol 1878-10, 26 februari 1878, schoener “Felicitas”, kapitein Roelof Oosting, 35 jaar uit Groningen. Voorts stuurman Berend Visser, 23 jaar uit Delfzijl, kok, matroos en 2 lichtmatrozen;
Monsterrol 1878-92, 22 juni 1878, schoener “Felicitas”, kapitein Roelof Oosting, 35 jaar uit Groningen. Voorts kok, matroos en een lichtmatroos;
Monsterrol 1878-121, 09 augustus 1878, schoener “Felicitas”, kapitein Roelof Oosting, 35 jaar uit Delfzijl. Voorts een lichtmatroos;
Monsterrol 1879-19, 21 maart 1879, schoener “Felicitas”, kapitein Roelf Oosting, 36 jaar uit Delfzijl. Voorts stuurman Lubbertus Zandhuis, 41 jaar uit Groningen, kok en 2 matrozen;
Monsterrol 1879-95, 23 juli 1879, schoener “Felicitas”, kapitein Roelof Oosting, 36 jaar uit Delfzijl. Voorts stuurman Lubbertus Harmannus Zandhuis, 41 jaar uit Groningen, kok, 2 matrozen en een lichtmatroos;
Monsterrol 1879-133, 29 september 1879, schoener “Felicitas”, kapitein Roelof Oosting, 36 jaar uit Delfzijl. Voorts stuurman Berend Harmannus Visser, 26 jaar uit Delfzijl en een matroos;
Monsterrol 1880-25, 22 maart 1880, schoener “Felicitas”, kapitein Roelof Oosting, 37 jaar uit Delfzijl. Voorts stuurman Remmelt van Linge, 35 jaar uit Delfzijl, kok, matroos en 2 lichtmatrozen;
Monsterrol 1880-82, 10 juli 1880, schoener “Felicitas”, kapitein Roelof Oosting, 37 jaar uit Delfzijl. Voorts een matroos;
Monsterrol 1880-112, 30 augustus 1880, schoener “Felicitas”, kapitein Roelf Oosting, 37 jaar uit Delfzijl. Voorts een matroos;
Monsterrol 1880-144, 23 oktober 1880, schoener “Felicitas”, kapitein Roelf Oosting, 37 jaar uit Groningen. Voorts 2 matrozen;
Monsterrol 1881-46, 21 april 1881, schoener “Felicitas”, kapitein Roelf Oosting, 38 jaar uit Delfzijl. Voorts stuurman Remmelt van Lingen, 37 jaar uit Delfzijl, kok, matroos, lichtmatroos en een kajuitwachter;
Monsterrol 1882-25, 10 maart 1882, schoener “Felicitas”, kapitein Roelof Oosting, 39 jaar uit Farmsum. Voorts stuurman H.Jonker, 33 jaar uit Veendam, kok, matroos en 2 lichtmatrozen;
Monsterrol 1882-60, 25 april 1882, schoener “Felicitas”, kapitein Roelof Oosting, 39 jaar uit Farmsum. Voorts een matroos;
Monsterrol 1882-105, 07 juli 1882, schoener “Felicitas”, kapitein Roelof Oosting, 39 jaar uit Delfzijl. Voorts stuurman Johannes Smit, 50 jaar uit Delfzijl;
Monsterrol 1883-40, 03 april 1883, schoener “Felicitas”, kapitein Roelf Oosting, 40 jaar uit Farmsum. Voorts stuurman Johannes Smit, 52 jaar uit Delfzijl en een kok;
Monsterrol 1883-49, 05 mei 1883, schoener “Felicitas”, kapitein Roelof Oosting, 40 jaar uit Delfzijl. Voorts stuurman Johannes Smit, 52 jaar uit Delfzijl, kok en 2 matrozen;
Monsterrol 1887-30, geen datum vermeld, brik “Johannes”, kapitein Roelf Oosting, 44 jaar uit Farmsum. Voorts stuurman Hilbrand Smid, 27 jaar uit Appingedam, matroos-zeilmaker, kok, 3 matrozen, lichtmatroos en een dekjongen;
Monsterrol 1887-95, 19 september 1887, brik “Johannes”, kapitein Roelf Oosting, 44 jaar uit Farmsum. Voorts stuurman Hilbrand Smid, 27 jaar uit Appingedam, kok, 3 matrozen, lichtmatroos en een dekjongen;
Monsterrol 1888-70, 24 juli 1888, brik “Johannes”, kapitein Roelf Oosting, 45 jaar uit Farmsum. Voorts stuurman Geert Hutting, 46 jaar uit Delfzijl, kok, 2 matrozen en 2 lichtmatrozen;
Monsterrol 1890-48, 15 april 1890, brik “Regalia”, kapitein Roelof Oosting, 47 jaar uit Farmsum. Voorts stuurman Derk Brouwer, 25 jaar uit Delfzijl, kok, matroos-zeilmaker; matroos, 2 lichtmatrozen en een dekjongen;
Monsterrol 1894-38, 27 maart 1894, bark “Felicitas”, kapitein Roelof Oosting, 51 jaar uit Farmsum. Voorts de kapiteinsvrouw Jacoba Kuen, 41 jaar uit Farmsum, stuurman Derk Brouwer, 29 jaar uit Delfzijl, kok, bootsman;2 matrozen, 2 lichtmatrozen en een dekjongen;
Monsterrol 1894-72, 19 juli 1894, bark “Felicitas”, kapitein Roelof Oosting, 51 jaar uit Farmsum. Voorts stuurman Derk Brouwer, 29 jaar uit Farmsum, bootsman, kok, 2 matrozen, 2 lichtmatrozen en een dekjongen;
Monsterrol 1895-58, 24 mei 1895, bark “Felicitas”, kapitein Roelof Oosting, 52 jaar uit Farmsum. Voorts kapiteinsvrouw Jacoba Wilhelmina Keun, 43 jaar uit Farmsum, 1ste stuurman Jan de Vries, 40 jaar uit Schildwolde, 2de stuurman Siefko Wijngaard, 20 jaar uit Siddeburen, kok, 2 matrozen, 3 lichtmatrozen en een dekjongen;
Monsterrol 1895-92, 05 september 1895, bark “Felicitas”, kapitein Roelf Oosting, 52 jaar uit Farmsum. Voorts stuurman Jan de Vries, 34 jaar uit Schildwolde, bootsman, kok, 2 matrozen, 2 lichtmatrozen en een dekjongen;
Monsterrol 1896-52, 13 april 1896, bark “Felicitas”, kapitein Roelof Oosting, 53 uit Farmsum. Voorts kapiteinsvrouw, Jacob Kuen, 44 jaar uit Farmsum, stuurman Hiddo Oosterhuis, 53 jaar uit Delfzijl, kok, bootsman, 2 matrozen, 2 lichtmatrozen en een dekjongen;
Monsterrol 1896-72, 06 juli 1896, bark “Felicitas”, kapitein Roelof Oosting, 53 jaar uit Farmsum. Voorts stuurman Hiddo Oosterhuis, 54 jaar uit Delfzijl, bootsman, kok, 2 matrozen, 2 lichtmatrozen en een dekjongen;
Monsterrol 1897-42, 20 april 1897, bark “Felicitas”, kapitein Roelof Oosting, 54 jaar uit Farmsum. Voorts kapiteinsvrouw Jacoba Kuen, 45 jaar uit Farmsum, stuurman Berend Bijholt, 53 jaar uit Nieuwe Pekela, bootsman, 2 koks, 2 matrozen, 2 lichtmatrozen en een dekjongen;
Monsterrol 1897-56, 02 juli 1897, bark “Felicitas”, kapitein Roelof Oosting, geen leeftijd vermeld uit Farmsum. Voorts een niet met rang vermeld bemanningslid;
Monsterrol 1901-65b, 17 oktober 1901, bark “Felicitas”, kapitein Roelof Oosting, geen leeftijd vermeld uit Farmsum. Voorts een niet met rang vermeld bemanningslid.
Samenvatting van de monsterrollen
-
Roelof is in de monsterrollen ook aangeduid als Roelf en met de initiaal R
-
Er zijn in totaal 37 monsterrollen met de naam van Roelof Oosting op de website van het Noordelijk Scheepvaartmuseum. Alle rollen bevinden zich in het Gemeentearchief van Delfzijl.
-
De monsterrollen zijn gedateerd van 1857 t/m 1901, met als leeftijden 14 t/m 58 jaar. Zijn zeemanscarriére heeft derhalve ca. 42 jaar geduurd, een respectabele periode.
-
Als woonplaats is in de subalterne periode steeds Groningen genoemd, zijn geboorteplaats. Rond zijn huwelijksjaar verhuisde het gezin naar Delfzijl/Farmsum. Hoewel hij in de tachtiger jaren voor een Harlinger reder voer, is hij kennelijk steeds in NO-Groningen blijven wonen.
-
Het overzicht van de monsterrollen luidt:
-
1857 scheepsjongen op de kof “Wiea Geziena”, kapt. Jurrien R.Bossinga 14 jaar
-
1858 kajuitwachter op de kof “Wiea Geziena”, kapt. Jurrien R.Bossinga 15 jaar
-
1859 scheepsjongen op de schoenerkof “Helena”, kapt. Harmannus J.Schreuder 16 jaar
-
1860 lichtmatroos op de galjoot “Prudence”, kapt. Albert Hazewinkel 17 jaar
-
1864 matroos op de kof “Hillechiena”, kapt. Hindrik Brakke 21 jaar
-
1867 matroos op de schoener “Geessien Schreuder”, kapt. Geert G.Albers 24 jaar
-
1876 stuurman op de schoener “Catharina”, kapt Pieter Dijkstra 33 jaar
-
1877 stuurman op de galjoot “Bouwina”, kapt. Thomas J.Middel 34 jaar
-
1878-1883 kapitein op de schoener “Felicitas” 35-40 jaar
-
1887-1888 kapitein op de brik “Johannes” 44-45 jaar
-
1890 kapitein op de brik “Regalia” 47 jaar
-
1894-1901 kapitein op de bark “Felicitas” 51-58 jaar
-
Er zitten in de reeks van monsterrollen uit Delfzijl een aantal onderbrekingen bv. 1860-1864, 1867-1876 en 1883-1887. Roelof zal in deze perioden vanuit een andere haven hebben gevaren, waarvan de monsterrollen niet zijn nagezien.
Hij heeft de hele zeemansloopbaan van scheepsjongen t/m gezagvoerder doorlopen en ervaring opgedaan op kleinere schepen t/m de grotere twee- en driemaster.
Overige bijzonderheden
Kapitein Oosting was van 1883 t/m 1889 (zal 1884-1888 zijn) gezagvoerder van de brik “Johannes” (ex-Jeremias, ex-Peter, ex-Mary), gebouwd in 1857 te Nova Scotia, Canada, groot 256 ton n.m. Hij voer toen voor rederij C.Kuhlman Jz te Harlingen. In 1885 monsterde Derk Brouwer als matroos aan. Vertrekhaven en reisdoel niet vermeld. In de Bijlage op zijn “Herinneringen” zijn kopieën van getuigschriften voor Brouwer, waaronder de handtekening van R.Oosting, gedateerd 31 oktober 1885, 10 december 1890 resp. 20 oktober 1894048.
Kapitein Oosting was in 1890 en 1891 gezagvoerder op de brik “Regalia”, gebouwd in 1863 te Sunderland, Engeland, groot 223 ton o.m. varend voor C.Kuhlman Jz te Harlingen. Het schip werd in 1891 “ten gevolge van zware averij afgekeurd en op 9 November te Gothenburg, Zweden, voor 2100 kronen verkocht.”
Derk Brouwer monsterde op 15 april 1890 als stuurman aan voor een reis naar Engeland. Een getuigschrift meldt dat hij gedurende 9 maanden als stuurman onder kapitein Oosting op de “Regalia” voer, maar in zijn “Herinneringen “ maakt hij geen melding van deze reis048.
Kapitein R.Oosting was van 1893 t/m 1896 kapitein/reder van de bark “Caspar de Robles” (ex-Maria Helena), gebouwd in 1864 te Brake, Duitsland, groot 300 ton o.m. Het schip werd in 1893 geveild te Harlingen door reder J.Fontein te Harlingen en op 15 februari voor ¦ 3618 verkocht aan R.Oosting te Farmsum. Oosting verkocht het schip weer op 03 maart 1897 te Delfzijl aan A.van Dijk te Delfzijl. De prijs was geheim.
Derk Brouwer monsterde op 27 maart 1894 te Delfzijl aan als stuurman voor een reis naar Engeland en op 19 juli 1894 wederom te Delfzijl als stuurman voor een reis naar de Oostzee. Van de eerste reis deed hij uitgebreid verslag in zijn “Herinneringen”. Uit dit verslag blijkt dat ook de vrouw van de kapitein de reis meemaakte. In Engeland werd steenkool geladen voor (vermoedelijk) de Noord-Noorse plaats Skjervö. In deze plaats stond een traankokerij voor de verwerking van walvisvlees. “De Kapt., zijn vrouw en ik hebben in het laatst van Juni elkaar met sneeuw gegooid”. Hierna ging de reis naar Archangel aan de Witte Zee. Hier ontstond een kleine muiterij aan boord onder leiding van de zeilmaker, waaraan een aantal matrozen deelnamen. De oorzaak was ongenoegen over het verstrekte voedsel en de direkte aanleidng was overmatig drankgebruik (aangeduid als “wodkie”). Dat de kapitein niet met zich liet sollen blijkt uit het volgende citaat: “... maar ze (de matrozen) zeiden dat ze ook eten wilden hebben, want de Kapitein had het vleesch en aardapplen in de kajuit laten brengen; want zeide hij, die niet werkt, zal ook niet eten”. De kapitein en zijn vrouw werden met de dood bedreigt, maar door o.a. het optreden van Derk Brouwer kon een drama worden voorkomen. De zeilmaker werd een paar weken aan de wal in het cachot opgeborgen met als resultaat dat hij de rest van zijn verblijf aan boord rustig bleef. Terug in Schotland moest nog een tripje naar Riga worden gemaakt en vandaar met hout terug naar Delfzijl048.
Provinciale Groninger Courant 25 februari 1893114
Harlingen, 22 februari Het Nederlandse barkschip CASPAR DE ROBLES, groot 300 register ton, is verkocht aan R. Oosting te Farmsum voor NLG 3618 (opm: nieuwe naam FELICITAS).
ZEETIJDINGEN in het Nieuwsblad: 097-p.20
“DELFZIJL 22 Sept. (1896) Als bewijs dat de reederij met slechte tijden heeft te kampen, kan dienen dat de hier liggende schepen ‘Felicitas’, kapt. Oosting, ‘San Francisco’ kapt. Leeuw en ‘G.T.Ray’, kapt. Smit, na lossing der lading, waarmee zij thans bezig zijn, in de winterlaag zullen worden gelegd wegens niet te bekomen retourvrachten. Vele andere schepen zullen dit voorbeeld volgen. Hoewel de toestand ook in voorgaande jaren niet rooskleurig was, is er toch in de laatste jaren geen sprake geweest van een dergelijk vroeg opleggen der schepen.”
Provinciale Groninger Courant 02 maart 1898114
Delfzijl, 1 maart. Heden is uit de hand verkocht het Nederlandse barkschip FELICITAS, kapt. tevens reder R. Oosting, in winterlaag liggende alhier; aan de heer A. van Dijk, scheepsmakelaar alhier, en zal bevaren worden door kapt. J. Nieboer.
Familiegegevens en opleiding
Harm Reit werd geboren op 12 juni 1838 te Beerta als zoon van de arbeider Berend Harms Reit en Antje Berends Priet.
Hij trouwde op 05 januari 1870 te Winschoten als buitenvaarder met de naaister Grietje Lewes van der Ark, geboren op 30 december 1840 te Winschoten als dochter van Eppo Gerlofs Lewes van der Ark en Jantje Luining. Zij overleed te Winschoten op 19 april 1925, 84 jaar.
Harm overleed te Winschoten op 24 januari 1922, 83 jaar.
Kinderen
- Berend - geb. 03.06.1869 te Winschoten
- Antje Jantina
- Jantina Margaretha
- Eppo Cornelis - geb. 13.04.1877 te Winschoten
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
H.B.Reit was effectief lid van het zeemanscollege “De Vereeniging” te Delfzijl met vlagnummer 29 in de periode 1892-1898.
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
Bouwma025 vermeldt H.B.Reit als gezagvoerder gedurende:
* 1877 t/m 1884 van de 2-mastschoener “Godeleves”, gebouwd in 1858 te Pekela, 144 ton o.m., varend voor F.L.Drent te Pekela. In 1884 op de baar van Macao gestrand en verkocht;
* 1885 van de 2-mastschoener “Frederik Carel” ex Ceres, gebouwd in 1867 te Sappemeer, 174 ton o.m., varend voor F.L.Drenth te Pekela. Het schip is op de Goodwins gestrand en wrak geraakt;
* 1886 t/m 1888 van de brik “Frederik Carel” ex Teresa Molfino, gebouwd in 1866 te Savona, 352 ton o.m., varend voor F.L.Drenth te Pekela. Het schip is in 1888 bij Rio Grande gestrand;
* 1890 t/m 1893 van de brik “Johannes” ex Jeremias, ex Peter, ex Mary, gebouwd in 1857 te Nova Scotia, 256 ton o.m., varend voor F.L.Drenth te Pekela. Het schip werd te Kopenhagen afgekeurd;
* 1894 van de bark “Union”, ex Ceres III, ex von der Lühle Rohlstorf, gebouwd in 1858 te Wismar, 352 ton o.m., varend voor F.L.Drenth te Pekela. Het schip is in de Noordzee zinkend verlaten.
Monsterrollen uit het Gemeentearchief van Delfzijl en Oude Pekela (O.P.)
Monsterrol 1868-67, 21 september 1868, schoener “Petronella”, kapitein Pieter Jans Tak, 42 jaar uit Oude Pekela. Voorts stuurman Harm Reit, 30 jaar uit Beerta, kok, 2 matrozen en 2 lichtmatrozen;
Monsterrol 1871-25 (O.P.), 23 juni 1871, schoenerbrik “Reiziger”, kapitein Willem Alberda, geen leeftijd en woonplaats. Voorts stuurman Harm Reit, 38 jaar uit Beerta.
Monsterrol 1876-210, 12 oktober 1876, schoener “Godolevus”, kapitein Harm Berends Reit, 38 jaar uit Winschoten. Voorts stuurman Meindert Kiewiet, 31 jaar uit Winschoten, kok, 2 matrozen en een lichtmatroos;
Monsterrol 1885-94, 19 oktober 1885, schoener “Frederik Carel”, kapitein Harms Berends Reit, 47 jaar uit Winschoten. Voorts stuurman Hindrik Smilde, 44 jaar uit Oude Pekela, kok, matroos en 2 lichtmatrozen;
Monsterrol 1889-36, 29 maart 1889, brik “Johannes”, kapitein H.B.Reit, 50 jaar uit Winschoten. Voorts stuurman Kornelius Molema, 54 jaar uit Termunten, kok, 2 matrozen, 2 lichtmatrozen en een dekjongen;
Monsterrol 1889-84a, 13 juli 1889, brik “Johannes”, kapitein Harm Berends Reit, 51 jaar uit Winschoten. Voorts stuurman Kornelius Molema, 54 jaar uit Nieuwe Pekela, kok, matroos, 3 lichtmatrozen en een dekjongen;
Monsterrol 1889-119, 24 september 1889, brik “Johannes”, kapitein Harm Berends Reit, 51 jaar uit Winschoten. Voorts stuurman Kornelius Molema, 54 jaar uit Nieuwe Pekela, kok, 2 matrozen en 3 lichtmatrozen;
Monsterrol 1890-28, 20 maart 1890, brik “Johannes”, kapitein Harm B.Reit, 51 jaar uit Winschoten. Voorts stuurman Kornelius Molema, 55 jaar uit Nieuwe Pekela, kok, 2 matrozen, 2 lichtmatrozen en een dekjongen;
Monsterrol 1891-25, 18 maart 1891, brik “Johannes”, kapitein Harm Berends Reit, 52 jaar uit Winschoten. Voorts stuurman Kornelius Molema, 56 jaar uit Nieuwe Pekela, kok, matroos, 3 lichtmatrozen en een dekjongen;
Monsterrol 1891-69, 07 juli 1891, brik “Johannes”, kapitein Harm Berends Reit, 52 jaar uit Winschoten. Voorts stuurman Remmert van Linge, 48 jaar uit Delfzijl, kok, 2 matrozen, 2 lichtmatrozen en een dekjongen;
Monsterrol 1892-28, 21 maart 1892, brik “Johannes”, kapitein Harm Berends Reit, geen leeftijd vermeld uit Winschoten. Voorts stuurman Jacob Schiran, 27 jaar uit Riga, kok, 2 matrozen en 3 lichtmatrozen;
Monsterrol 1893-9, 03 februari 1893, brik “Johannes”, kapitein Harm B.Reit, geen leeftijd vermeld. Voorts een niet met rang vermeld bemanningslid;
Monsterrol 1893-15, 09 maart 1893, brik “Johannes”, kapitein Harm B.Reit, 54 jaar uit Winschoten. Voorts kok, 2 matrozen, lichtmatroos en een dekjongen;
Monsterrol 1894-52, 20 april 1894, bark “Union”, kapitein Harm Reit, 56 jaar uit Winschoten. Voorts stuurman Hayo de Jonge, 30 jaar uit Delfzijl, kok, 3 matrozen en 4 lichtmatrozen;
Monsterrol 1894-113, 30 november 1894, bark `Union`, kapitein Harm Reit, geen leeftijd vermeld uit Winschoten. Voorts een niet met rang aangeduid bemanningslid;
Monsterrol 1895-11, 12 maart 1895, brik “Johannes”, kapitein Harm B.Reit, geen leeftijd vermeld uit Winschoten. Voorts een niet met rang aangeduid bemanningslid;
Monsterrol 1895-72, 07 juli 1895, brik “Johannes”, kapitein Harm Berends Reit, geen leeftijd vermeld uit Winschoten. Voorts een niet met rang vermeld bemanningslid;
Monsterrol 1897-26, 27 maart 1897, bark “Union”, kapitein Harm Reit, geen leeftijd vermeld uit Winschoten. Voorts een niet met rang aangeduid bemanningslid.
Samenvatting van de monsterrollen
-
Harm is in de monsterrollen ook vermeld als Harm Berends, Harm B. en met de initialen H.B.
-
Er zijn in totaal 17 monsterrollen met de naam van Harm Reit op de website van het Noordelijk Scheepvaartmuseum. Alle rollen zijn afkomstig uit het Gemeentearchief van Delfzijl.
-
De monsterrollen zijn gedateerd van 1868 t/m 1897 met als leeftijden 30 t/m 59 jaar. Zijn zeemanscarrére heeft derhalve minstens ca. 30 jaar geduurd. Uit de subalterne periode is maar 1 monsterrol als stuurman opgenomen. Hij zal eerder vanuit andere havens dan Delfzijl hebben gevaren. Dat geldt ook voor de perioden1868-1876 en 1876-1885. Nader onderzoek naar monsterrollen uit andere havens zal uitsluitsel moeten geven.
-
Als woonplaats is aanvankelijk zijn geboorteplaats Beerta opgegeven en daarna vanwege zijn huwelijk Winschoten.
-
Het overziccht van de monsterrollen luidt:
* 1868 stuurman op de schoener “Petronella”, kapt. Pieter J.Tak 30 jaar
* 1876 kapitein op de schoener “Godolevus” 38 jaar
* 1885 kapitein op de Frederik Carel” 47 jaar
* 1889-1893 kapitein op de brik “Johannes” 50-54 jaar
* 1894 kapitein op de bark “Union” 56 jaar
* 1895 kapitein op de brik “Johannes” 57 jaar
* 1897 kapitein op de bark “Union” 59 jaar
-
In de periode 1894-1897 is hij wellicht alleen maar waarnemer geweest op de opgelegde schepen “Johannes” en “Union”, gezien het geringe aantal bemanningsleden.
Overige bijzonderheden
Provinciale Groninger Courant 28 november 1893114
Kopenhagen, 23 november. Het schip (opm: brik) JOHANNES, kapt. H.B. Reit, van Fraserburgh naar Dantzig (opm: Gdansk), lek alhier binnen moet lossen om te repareren.
NRC 03 december 1893114
Kopenhagen, 27 november. De Nederlandse brik JOHANNES, kapt. H.B. Reit, die op Bornholm gestrand is geweest, is door duikers onderzocht en moet lossen om gerepareerd te worden.
Provinciale Groninger Courant 14 december 1893114
Kopenhagen, 9 december. Het afgekeurde schip JOHANNES, kapt. H.B. Reit zal op 16 december met de inventaris publiek verkocht worden.
Algemeen Handelsblad 28 februari 1893114
Delfzijl, 27 februari. Het Nederlandse barkschip UNION, heden alhier in veiling aangeboden, is verkocht aan de heer B. Drenth te Oude Pekela voor NLG 2700, en zal worden bevaren door kapt. B. Reit.
NRC 11 september 1894114
Rotterdam, 10 september. Het Nederlandse barkschip UNION, kapt. B. Reit, van Grangemouth naar Riga, is op zee verlaten. Het volk is gered en op de Tyne aangebracht. (red: Het barkschip UNION, ex CERES II, ex VON DER LUHNE ROHLSTORFF, groot 352 ton, werd in 1862 te Wismar van hout gebouwd en behoorde thans aan de heer F. Drenth te Oude Pekela en werd bevaren door kapt. K. Voordewind)
Mulder085 vermeldt:
“31.10.1885 De schoener ‘Frederik Karel’ uit O.P. onder kapt H.B.Reit uit Winschoten is op Goodwinsand gestrand en verongelukt. De bemanning is gered.”
en
“28.05.1888 Het brikschip ‘Frederik Carel’ (F.L.Drenth), kapitein H.B.Reit uit Winschoten is tijdens de reis Sunderland/Rosario (Argentinië) met steenkolen, op de baai van Rio Grande (zuid Brazilië) gestrand en tal wrak. De bemanning werd gered.
‘Kapitein H.B.Reit is zeer ongelukkig in het bevaren van grote wateren, hetgeen kan worden afgeleid uit het feit, dat in de laatste vier jaar door hem drie schepen op zee zijn verloren’ (Mulder voegt eraan toe dat er nog één bij komt.)
en
“28.11.1890 Volgens in Winschoten ontvangen bericht is de ‘Johannes’ uit O.P. onder kapt H.B.Reit, van Riga met balken onderweg naar Delfzijl, op Amager gestrand; het volk gered. Eerder had het schip onder Bornholm door vliegend weer boot, anker en ketting verloren.”
|