Inloggen
PRESIDENT VAN RIJCKEVORSEL - ID 15192


In dienst
Onder Nederlandse Vlag tussen:1857-03-25 / 1894-01-00 | Reden uitgevlagd: Sloop, afgekeurd

Identification Data

Bouwjaar: 1857
Categorie: Cargo vessel
Voorstuwing: Sailing Vessel
Type: Fregat
Masten: Three masts
Material Hull: Wood, oak, sheathed with copper
Dekken: 2
Construction Data

Scheepsbouwer: Jan Otto, Krimpen aan den IJssel, Zuid-Holland, Netherlands
Date Laid Down: 1855-06-14
Launch Date: 1856-09-27
Delivery Date: 1857-01-30
Technical Data

Net Tonnage: 851.00 tons (oude meting)
Net Tonnage 2: 449.00 lasts
 
Length 1: 44.80 Meters Registered
Beam: 7.74 Meters Registered
Depth: 5.52 Meters Registered
Configuration Changes

Datum 00-00-1877
Type: Remeasurement
Omschrijving: In 1877 hermeten volgens nieuwe meting, thans 716,39 ton netto

Datum 00-00-1881
Type:
Omschrijving: in 1881 of 1882 veranderd van fregat in bark

Zeebrieven en Turksche passen

Record type Zeebrief
Zeebrief jaar: 1857
Datum agenda: 1857-03-25
Register nr: 18570254
Scheepsnaam: PRESIDENT VAN RIJCKEVORSEL
Type: Fregat
Lasten: 449
Gebouwd in binnen- of buitenland: Binnenlands
Zeebrief / Turksche pas verzocht door: Veder, H.
Kapitein op moment van verzoek: Vermeij, C.
Opmerkingen: 1e Zb

Bekijk de overige zeebrieven / Turksche passen van dit schip
Ship History Data

Date/Name Ship 1857-01-30 PRESIDENT VAN RIJCKEVORSEL
Manager: Hendrik Veder, Rotterdam, Zuid-Holland, Netherlands
Eigenaar: Partenrederij onder boekhouderschap van genoemde manager, Rotterdam, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Rotterdam / Netherlands
Callsign: PQMJ

Date/Name Ship 1871-12-12 PRESIDENT VAN RIJCKEVORSEL
Manager: Ferdinand Richard Pedro Victor, Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Eigenaar: Ferdinand Richard Pedro Victor, Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Amsterdam / Netherlands
Callsign: PQMJ

Date/Name Ship 1886-05-04 PRESIDENT VAN RIJCKEVORSEL
Manager: Firma E. J. Bok & Zonen, Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Eigenaar: Firma E. J. Bok & Zonen, Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Amsterdam / Netherlands
Callsign: PQMJ

Ship Events Data

1870-08-30: Collision
Hellevoetsluis, 30 augustus 1870. De schepen PRESIDENT VAN RIJCKEVORSEL en BULGERSTEIN zijn gisteren op de rede in aandrijving geweest. Beide bekwamen daardoor enige schade.
1871-12-12: Sold at auction
NRC 231171
Advertentie. De makelaars F.N. Montauban van Swijndregt, W. van Dam H.Hz., B.C.D. Hanegraaff, H.N. Montauban van Swijndregt, H.H. van Dam, C.H. van Dam en N. Montauban van Swijndregt, te Rotterdam, zullen als lasthebbende van hun meesters, op dinsdag 12 december 1871, des middags ten 12 ure, in de zaal aan de Scheepmakershaven, wijk 1, no. 499, publiek veilen het snelzeilend, gekoperd en kopervast Nederlands fregatschip PRESIDENT VAN RIJCKEVORSEL, laatst gevoerd door kapt. A. Bemolt jr., volgens meetbrief lang 44.80 meters, wijd 7,74 meters, hol 5,52 meters en alzo groot 851 tonnen of 449 lasten, met al deszelfs rondhout, staand en lopend want, ankers, kettingen, touwen, zeilen, en verdere scheepsgereedschappen, zoals het thans is liggende in de Westerhaven te Rotterdam. Nog zal afzonderlijk worden geveild: een chronometer. Nadere informatiën zijn te bekomen bij bovengenoemde makelaars. (opm: schip wordt voor NLG 26.200,- verkocht aan F.R.P. Victor te Amsterdam. Scheepsnaam ongewijzigd)
1883-00-00: Stranded
Kopenhagen, 10 juni 1883. Het Nederlandse schip PRESIDENT VAN RIJCKEVORSEL is met assistentie van een Zvitsers bergingsstoomboot van Kastrup, na een deel van de lading gelost te hebben, vlot gekomen en hier binnen gebracht.
1885-08-00: Damaged
Amsterdam, 18 augustus 1885. Kapt. Swart, voerende het schip PRESIDENT VAN RIJCKEVORSEL, van Kotka alhier aangekomen, rapporteert op 57° NB 04° OL een orkaan te hebben doorstaan, waarin het schip 5 uur plat op zijn zijde gelegen heeft en zwaar leed. Het verloor daarbij stormzeilen.
1886-04-12: Sold at auction
Advertentie. Chr. Ament en Alb. Vinke, makelaars, presenteren als lasthebbende van hun principaal, ten overstaan van de deurwaarder J. Dupont Noordbeek, op maandag 12 april 1886, des namiddags te 3 uur precies, in het lokaal De Brakke Grond in de Nes te Amsterdam, bij opbod en afslag te verkopen:
- Een extra ordinair welbezeild, kopervast en gekoperd barkschip, genaamd PRESIDENT VAN RIJCKEVORSEL, gevoerd door kapt. C.D. Swart, volgens Nederlandse meetbrief gemeten op netto 2.029,43 kubieke meter of 716,39 register tonnen.
1888-11-20: Sprang a leak
Amsterdam, 20 november 1888. Het Nederlandse schip PRESIDENT VAN RIJCKEVORSEL, kapt. Coerkamp, van Kroonstad herwaarts, is lek te Cuxhaven binnengelopen.
1890-04-23: Stranded
Frederikshaven, 23 april 1890. De bemanning van het schip (opm: fregat) PRESIDENT VAN RIJCKEVORSEL, kapt. F. Dobbinga, van Amsterdam naar Sundsvall, dat een weinig ten westen van Skagen strandde, is gered.
1891-12-14: Damaged
Cuxhaven, 14 december 1891. Het schip PRESIDENT VAN RIJCKEVORSEL, kapitein Dobbinga, van Sundsvall naar Amsterdam, hier met verlies van deklast binnen, is lek en heeft zeilen verloren.
1894-01-00: Final Fate: Broken up

De bark PRESIDENT VAN RIJCKEVORSEL, kapt A, Steffens, op 21 november 1893 van Kroonstad te IJmuiden aangekomen met verlies van een groot gedeelte der deklading hout, werd in januari 1894 te Amsterdam gesloopt. (opm: zie AH 040194)

Gezagvoerders

Familiegegevens en opleiding

Geen

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

C.Vermeij was met vlagnummer R405 in de periode 1854 t/m 1864 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.

 

Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)

In het Jaarverslag 1864 van het College (Maritiem Museum, Rotterdam) wordt vermeld dat hij in 1864 is overleden058

 

De schepen van de kapitein

In de Jaarverslagen van het College staat kapitein C.Vermeij met vlagnummer R405 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:

*   1855                     van het fregat “Twee Gebroeders”                      460 last varend voor H.Veder te Rotterdam

*   1858, 1859,

     1862, 1863          van het fregat “President van Ryckevorsel”      449 last varend voor H.Veder te Rotterdam

 

Bouma025 vermeldt C.Vermeij als gezagvoerder gedurende:

*   1852 t/m 1853 op de brik “Willem”, gebouwd in 1826 te Rotterdam, 230 ton o.m., varend voor A.van Hoboken & Zn te Rotterdam;

*   1855 t/m 1857van de bark “Twee Gebroeders”, gebouwd in 1835 te Middelburg, 870 ton o.m., varend voor H.Veder te Rotterdam;

*   1858 t/m 1864 van het 3/mschip “President van Rijckevorsel”, gebouwd in 1856 te Krimpen aan de IJssel, 851 ton o.m., varend voor H.Veder te Rotterdam.

 

Overige bijzonderheden

Zierikzeesche Courant 30 maart 1864

Te Brouwershaven gearrriveerd op 28 maart 1864 de “President van Rijckevorsel” onder gezagvoerder A.Rotgans qq. komend van Batavia op weg naar Rotterdam. (is de gezagvoerder Vermeij niet in staat geweest deze reis als gezagvoerder te beeindigen?)

 

 

Datum vanaf: 1857
Kapitein: Vermeij, C.

Familiegegevens en opleiding

Teunis Vogelsang werd geboren op of 15 januari 1825 te Alblasserdam als zoon van de koopman Adriaan Vogelsang en Pieternella Mulder.

 Hij trouwde op 29 april 1854 te Alblasserdam met Stijntje Verheul, geboren in 1830 te Alblasserdam als dochter van Arie Verheul, scheepstimmerman, en Ariaantje Oosterom.

Hij overleed op 05 februari 1897 te Rotterdam 064, 062 en 005.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

T.Vogelezang was met vlagnummer R458 van 1857 t/m 1883 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In het Jaarverslag 1883 van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld, dat “het Bestuur in de onaangename verplichting (was) Art. 37 van het reglement toe te passen op Kapt. T. Vogelesang, en werd deze alzzo als Effectief Lid der Maatschappij afgevoerd”. Dit Reglementsartikel regelde het royemant wegens het niet nakomen van de financiële verplichtingen058.

 

De schepen van de kapitein

T(eunis) Vogelsang was gezagvoerder op de “Hugo Grotius” en zeilde op 23 december 1863 in de Indische Oceaan op 30o03’ZBr en 43o50’OL (Bron: Gemeentearchief van Rotterdam, Burgerlijke Stand Overlijden Rotterdam 1864 Deel B folio 102, aktenr. 1440).

Teunis Vogelsang woonde te Rotterdam en was schipper van de “` President van Rijckevorsel”. Op 04 november 1864 lag hij op de rede van Lossarang bij Indromasjo (Bron: Idem, Deel B.folio 125 aktenr. 1293)062a.

 

In de Jaarverslagen van de Maatschappij staat kapitein T.Vogelezang met vlagnummer R458 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:

*   1858, 1859                    van de bark “Bijenkorf” 381 last                      varend voor erven C.Smit te Alblasserdam

*   1862, 1863                    van het fregat “Hugo Grotius”                         356 last varend voor H.Veder te Rotterdam

*   1864 t/m 1867     van het fregat “President van Rijckevorsel”          449 last varend voor H. Veder te Rotterdam

*   1874, 1877, 1878, 1880 t/m 1882                                                            geen vermelding van schip en boekhouder

 

Op 07 februari 1858 vertrok van Brouwershaven de bark "Beyenkorf" van de rederij C.Smit te Alblasserdam onder kapitein T.Vogelesang en arriveerde te Batavia op 13 mei 1858 na een reis van 95 dagen026(38/161).

 

Bouma vermeldt T.Vogelsang als gezagvoerder gedurende:

*   1857 t/m 1859 van de bark “Bijenkorf”ex Mary & Hillegonda, gebouwd in 1835 te Rotterdam, 722 ton o.m., varend voor C.Smit te Alblasserdam. Het schip werd in 1859 gesloopt;

*   1862 t/m 1864 op het fregat “Hugo Grotius”, gebouwd in 1840 te Rotterdam, 673 ton o.m., varend voor H.Veder te Rotterdam;

*   1865 t/m 1869 op het fregat “President van Rijckevorsel”, gebouwd in 1856 te Krimpen aan de IJssel, 851 ton o.m., varend voor H.Veder te Rotterdam;

*   1870 t/m 1874 van de bark “Maasnymph” ex Pladda, gebouwd in 1867 te Quebec, 1304 ton o.m., varend voor H.Veder te Rotterdam;

*   1876 t/m 1877 van de bark “Jonge Jan” ex Johannes Lodewijk, gebouwd in 1857 te Alblasserdam, 770 ton o.m., varend voor J.Vroege te Alblasserdam. Het schip werd in 1877 verkocht naar Soerabaya.

 

Overige bijzonderheden

Zierikzeesche Courant 23 maart 1864

Op 19 maart 1864 is te Brouwershaven binnengekomen de “Hugo Grotius”, kaptein F.Vogelesang, komend van Batavia en met bestemming Rotterdam.

 

 

Datum vanaf: 1864
Kapitein: Vogelz(s)ang, Teunis

Familiegegevens en opleiding

Arie Adriaan Bemolt werd geboren in 1831 te Dordrecht als zoon van Adriaan Bemolt, ambtenaar, en Pieternella Baars.

Hij overleed te Cheribon (NOI) op 06 oktober 1875.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

A.Bemolt was met vlagnummer R74 van 1865 t/m 1874 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.

Adrianus Az Bemolt, wonend te Dordrecht, was met vlagnummer 19 in de periode 14 december 1871 t/m zijn overlijden op 06 oktober 1875 te Cheribon lid van het Dordtse zeemanscollege “Tot Nut van Handel en Zeevaart”111 en 064.

 

Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)

In het Jaarverslag 1874 van de Maatschappij tot Nut der Zeevaart (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat “het Bestuur zich genoodzaakt heeft gezien Art. 37 toe te passen” hetgeen betekende dat hij wegens het niet nakomen van zijn financiële verplichtingen uit de Maatschappij is gezet058.

 

De schepen van de kapitein

In de Jaarverslagen van de Maatschappijtot Nut der Zeevaart staat kapitein A.Bemolt met vlagnummer R74 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:

1865 t/m 1867     van het fregat “Twee Gezusters”     293 last  varend voor Hk. Veder te Rotterdam

 

A.Bemolt maakte de volgende reizen005:

Twee Gezusters   1865/1866            Rotterdam - New Castle - Fagal - Rotterdam              heen: diversen; terug suiker

                               1868                      Soerabaja - Rotterdam      terug: suiker

                               1868/69 Rotterdam - Semarang - Rotterdam heen: diversen; terug: suiker

President van      Rijckevorsel

                               1870/71 Rotterdam - New Castle - New York - Rotterdam     heen: ballast, provisie;

                               terug: tarwe, rogge

 

In Ledenlijsten de Dortse zeemansalmanak (Stadsarchief Dordrecht, inv. 93, nrs 16-33) staat A.Bémolt als gezagvoerder:

1874      geen scheepsvermelding

 

Bouma025 vermeldt A.Bemolt als gezagvoerder gedurende:

*    1865 t/m 1869 op het fregat “Twee Gezuster”, gebouwd in 1854 in Capelle aan de IJssel, 554 ton o.m, varend voor H.Veder te Rotterdam. Het schip werd in 1869 verkocht naar Duitsland;

*    1870 t/m 1871 op het fregat “President van Rijckevorsel”, gebouwd in 1856 te Krimpen aan de IJssel, 851 ton o.m., varend voor H.Veder te Rotterdam.

 

Overige bijzonderheden

In van Blokland-Visser064 is vermeld:

MRD = monsterrol uit het Gemeentearchief van Dordrecht.

Op 30 november 1846 is hij lichtmatroos op het fregat “ ’s Hertogenbosch” voor een reis naar Batavia onder kapitein F.J. Matthijssen en varend voor reder G Sandberg te Dordrecht.

Op 3 mei 1850 (MRD nr 1446) monsterde hij aan als 3e stuurman voor een gage van f 25,- per maand op het fregat “Jacob Cats”, 419 last onder kapitein J.A. Keeman voor reder Gebr Blussé te Dordrecht en vertrekt naar Batavia

 

 

Datum vanaf: 1870
Kapitein: Bemolt Az, Adrianus

Familiegegevens en opleiding

Klaas Jans Lieuwen werd geboren te Terschelling op 23 augustus 1835.

Hij huwde op 21 juni 1860 met Antje Schol, geboren 24 december 1839 te Terschelling en overleden te Amsterdam. Klaas Jans woonde sinds 15 juni 1862 in de Binnen Bantammerstraat te Amsterdam.

Hij overleed op 16 augustus 1892 te Amsterdam en had toen als beroep schuitenvoerder. 010-p.92/96.

 

De schepen van de kapitein

Klaas Jans Lieuwen was gezagvoerder op de volgende schepen:

1864-1866                  kofschip "Helena Catharina", 86 last (163 ton), in 1862 te Joure gebouwd. Boekhouders Nederlandsche Kofschipreederij te Amsterdam.

1867-1869                  schoenerbrik "Energie", ex "Anna Maria Wilhelmina", in 1867 aangekocht door rederij Van den Berg & Co te Amsterdam. 238 last (260 ton).

                                      In februari 1869 vertrok het schip van Amsterdam naar Brazilië met Londen als tussenhaven. De bemanning telde 10 koppen waarvan 5 Terschellingers. De broer van de kapitein Reltje Jans was eerste stuurman. Tevens was de vrouw van de kapitein aan boord.

                                      "Het leek er aanvankelijk op dat de reis voorspoedig zou verlopen, maar op 13 maart ondervonden de schepelingen anders. Het schip bevond zich die dag om ongeveer elf uur in de voormiddag op 46 gr. ZB en 9 gr. 15 min. WL. De opkomende wacht had juist de gort genuttigd, die de kok had opgediend, toen een zware schok hen deed opschrikken en naar dek snellen. Voor de geopende deur ontwaarden ze de boegspriet van het schip, dat hen had overzeild. De Spaanse brik "Paket de Alabama" had de "Energie" aan bakboord geramd en wel met zo'n kracht, dat het erop leek, dat de beide schepen niet meer van elkaar los te krijgen zouden zijn." Een deel van de bemanning, waaronder de kapitein, sprong op het Spaanse schip, maar drie schepelingen moesten achterblijven, waaronder de stuurman Reltje Lieuwen. Het Spaanse schip zeilde door zonder zich om de zinkende "Energie" te bekommeren. Nog dezelfde dag werden de drie schipbreukelingen door een Engels schip opgepikt. De "Energie" werd in zinkende toestand achtergelaten. Maar of het ook inderdaad is gezonken is niet te achterhalen. (In 010 wordt geen bron voor dit rampverslag genoemd. Er is een afbeelding door Spin opgenomen over "De aanzeiling van de Energie".

                                      In: Cornelis Douwes". Orgaan van de Vereniging van Oud-Leerlingen der Zeevaartschool Terschelling: nr.30p, 556-558, 1970 wordt deze schipbreuk eveneens weergegeven. Daarin staat de vermelding dat de heer T.W.Dekker bij zijn nautische nasporingen op Terschelling een lang gedicht op het spoor kwam , dat over deze schipbreuk handelde. Dit rijm van 20 coupletten is in zijn geheel afgedrukt en werd gemaakt door stuurman Reltje J.Lieuwen en zijn vrouw Aaltje Roggen in de winter van 1869 op 1870.

1870-1871                  schoenerbrik "Fortuna" ex. "Sunburst", gebouwd in 1859, 113 last (213 ton).

1872-1874                  bark "President van Rijckevorsel", gebouwd in 1856, 716 ton, rederij F.R.P.Victor te Amsterdam.010-p.92/96.

 

Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093:

kapitein                                                 naam schip                          vertrek                              terugkomst

K.J.Lieuwen                                          Helena Catharina               02 juli 1862                     09 oktober 1862

 

Bouma025 vermeldt K.J.Lieuwen als gezagvoerder gedurende:

*    1861 t/m 1866 van de kof “Helena Catharina”, gebouwd in 1832 te Joure, 163 ton o.m., varend voor de Ned. Kofschipreederij Dir. C.A.Schröder te Amsterdam);

*    1867 t/m 1869 van de schoenerbrik “Energie” ex Anna Maria Wilhelmina”, gebouwd in 1853 te Amsterdam, 260 ton o.m., varend voor v/d Bey & Co te Amsterdam. Het schip werd in 1869 overzeild;

*    1870 van de sch.brik “Fortuna”, ex Sunburst, gebouwd in 1859 te Pictou, Nova Scotia, 213 ton o.m., varend voor v/d Bey & Co te Amsterdam;

*    1873 t/m 1874 van het 3/mschip “President van Rijckevorsel”, gebouwd in 1856 te Krimpen aan de IJssel, 851 ton o.m., varend voor F.R.P.Victor te Amsterdam.

 

Overige bijzonderheden

´Uitkeringen van de Buul vanaf 1864” door Hille van Dieren. Pp. 36-71 in: De Buul 400 jaar zeeverzekering op Terschelling 1587-1987 onder redactie van W.Smit. Uitg. Smits & Wytzes, Urk-Terschelling 1987, 92 pp.

De auteur verwijst naar een “archief over Terschellinger zeevarenden, dat Teunis dekker uit Midsland aangelegd heeft”.

Het artikel handelt over de schaarse gegevens omtrent uitkeringen.

“Een enkele kwitantie is bewaard gebleven, zoals bijvoorbeeld het uitbetalingsbewijs van Ariën Pieters Smit, die op 7 januari 1870 van P.P.Cupido f 80,- uitgekeerd kreeg wegens schipbreuk.

Over deze scheepsramp is wel wat bekend gebleven. Het betrof de overzeiling van de schoenerbrik ENERGIE op 13 maart 1869. Het schip was in februari 1869 vertrokken op een reis van Amsterdam naar Brazilië, met Londen als tussenhaven. Er waren 10 man aan boord, waaronder zes Terschellingers. Bovendien had de Terschellinger kapitein Klaas Jans Lieuwen zijn vrouw Anna Lieuwen-Schol mee als passagier. De eerste stuurman was zijn broer Reltje Lieuwen, Andries Zorgdrager uit Midsland was kok, Ariën Pieters Smit, toen 18 jaar oud, was matroos. Cornelis Zorgdrager was lichtmatroos (later vuurtorenwachter op de Brandaris) en de 13-jarige Iemke Jollema was scheepsjongen.

Op 13 maart 1869 bevond de ENERGIE zich om 11 uur ’s morgens op 46o ZB en 9o15’WL. De opkomende wacht had juist de gort genuttigd die de kok had opgediend, toen het schip met een klap werd aangevaren door de Spaanse brik PAKET DE ALABAMA. Iedereen stormde naar het dek en eerst leek het erop of de schepen niet meer van elkaar los konden komen. Toen kapitein Lieuwen zag dat het schip verloren was, spoorde hij de bemanning aan om over te springen. Een plotselinge golf maakte echter de schepen los van elkaar, waardoor kok Andries Zorgdrager in zee terecht kwam en jammerlijk verdronk. Er zaten echter nog drie man op de ENERGIE, te weten Reltje Lieuwen, Kees Zorgdrager en Iemke Jollema, die tot hun verbijstering zagen dat het Spaanse schip haar reis vervolgde. Stuurman Lieuwen heeft de catastrofe op rijm gezet en in het eenentwinstigste couplet zegt hij:

Nog zie ik de brik in het verschiet,

Hij stoort zich nergens aan.

Betreurt zich om ons drieën niet,

En laat ons kermend staan

De drie schipbreukelin peilden drie voet water in het ruim en trachten het lek met kussens en dekens te dichten. Nog dezelfde dag werd hun noodvlag gezien door de bemanning van een Engels zeilschip, die hen met een sloep van boord haalden, nadat de stuurman Kees en Iemke met een lijn overboord geworpen had. Toen beiden opgepikt waren uit de ruwe zee sprong Rel Lieuwen zelf.

De Buul keerde in het volgende jaar 5 keer uit, waarschijnlijk aan de bovengenoemde Terschellingers.”

Dit verslag veroont verschillen met de beschrijving hiervoor!

 

 

Datum vanaf: 1872
Kapitein: Lieuwen, Klaas Jans

Familiegegevens en opleiding

Cornelis Dirks Swart werd geboren op 09 oktober 1853 te Oost-Terschelling. Hij trouwde op 21 juli 1875 met Maamke Pals, geboren 16 februari 1852 te Midsland, Terschelling en aldaar overleden op 20 november 1939. Cornelis was de broer van Rijnder Dirks en zij beiden waren de zoon van Dirk Cornelis Swart, allen koopvaardijkapiteins (zie aldaar). Cornelis Dirks Swart overleed op 26 mei 1909 te Midsland.

Hij was kapitein op de volgende schepen:

“ ? -1881             “Friesland”, barkschip, 631 ton, gebouwd in 1858 voor de rederij Canne en Balwé te Amsterdam (Zijn broer Rijnder Swart was in die tijd bootsman).

 1881-1886        “President van Rijckevorsel”, barkschip, gebouwd in 1856, 716 ton, reder F.R.P.Victor te Amsterdam (Hij nam dit schip over van kapitein J.V.Grol, gezagvoerder in 1880).

 1886-1890        “J.P.A.”, fregat, gebouwd in 1867, 1173 ton, ex “Maasnymph”, ex “Pladda”. In 1867 gebouwd voor de reder Hendrik Veder te Rotterdam. In 1886 te Rotterdam geveild en ... gekocht door de rederij Fa.Mauritz Hz. te Dordrecht, toen hernoemd “J.P.A.” (In 1891 is het schip op klip gelopen en totaal verloren). (Kapitein Swart noemde dit schip de “Jan pak ‘an”).

Cornelis Dirks Swart stond bij zijn mensen bekend als een zeer streng gezagvoerder. De zeelieden, bij hem aan boord geplaatst, hadden het lang niet gemakkelijk. Zijn manier van opleiden en bijbrengen van nautische kennis was verre van mals. Ook met zijn broer Rijnder, eerst als bootsman en later als stuurman bij hem geplaatst, op de barken “Friesland” en “President van Rijckevorsel”, boterde het vaak niet al te best (zie bij Rijnder Dirks Swart). Veelvuldige wisselingen en vaak ook het weglopen van bemanningsleden waren het gevolg van zijn optreden. Hij was zeer gesteld op orde, tucht en stiptheid.

In 1890/’91 moest Cornelis Dirks zijn ontslag nemen. Zijn ogen, kennelijk aangetast door het zeewater, waren ziek. Nadien, volslagen blind, sleet deze kapitein de laatste negentien jaren van zijn leven op Terschelling.”010-p.114/115.

Het artikel bevat een portret van Cornelis Dirks Swart en zijn vrouw Maamke Pals.

Een grafsteen met de namen van Cornelis D.Swart en Maamke Pals is op de begraafplaats van Midsland (juni 2009). Aan de bovenzijde van de steen is de afbeelding van een schip, vol onder zeil. Bij de naam van Cornelis staat “in leven Oudgezagvoerder”. Onderaan is vermeld Gez. 182 vs 1.

 

De schepen van de kapitein

Bouma025 vermeldt C.D.Swart als gezagvoerder gedurende:

  • * 1881 t/m 1886 van het 3/mschip “President van Rijckevorsel”, gebouwd in 1856 te Krimpen aan de IJssel, 851 ton o.m., varend voor F.R.P.Victor te Amsterdam;
  • * 1887 t/m 1891 van de bark “J.P.A.” ex Maasnymph, ex Pladda, gebouwd in 1867 te Quebec, 1173 ton o.m., varend voor G.Mauritz Hz te Dordrecht.

 

Overige bijzonderheden

Melding van het overlijden op10 februari 1891 van een matroos van de bark “J.P.A.”, kapitein Cornelis Dirk Swart, zeilende op 04o NB/ 46o ?.115

 

 

Datum vanaf: 1880
Kapitein: Swart, Cornelis Dirks

Familiegegevens en opleiding

Feye Remts Coerkamp werd geboren op 19 januari 1854 te Hoogezand/Martenshoek als zoon van Jan Eltjes Coerkamp (vlagnummer 5) en Jacoba Abramina Geerts Borst.

Hij huwde op 15 november 1877 te Schiermonnikoog als gezagvoerder met Jacoba Wielema, geboren op 02 januari 1854 te Schiermonnikoog als dochter van Ruurd Melles Alberts Wielema en Maaike Tammes Meyer. Zij overleed op 14 januari 1937 te Schiermonnikoog.

 Feye Remts, wonende op Schiermonnikoog, overleed te Amsterdam op 17 januari 1889 in het Buitengasthuis, kanton 3 nr.144 op de leeftijd van 34 jaar.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

F.Coerkamp was met vlagnummer 56 effectief lid van het Schiermonnikoger zeemanscollege “De Herkenning” in de periode 1880 t/m 1889

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

Geen

 

De schepen van de kapitein

Bouma025 vermeldt F.Coerkamp als gezagvoerder gedurende:

*    1881 t/m 1883 van de bark “Holland” ex Zaanstroom, gebouwd in 1854 te Amsterdam, 583 ton o.m., varend voor W.H. de Wolf te Amsterdam. Het schip werd in 1883 verkocht voor de sloop;

*    1884 van de bark “Pieter” ex Dorothea Henriëtte, gebouwd in 1850 te Alblasserdam, 419 ton o.m., varend voor S. van Gijn te Nieuwediep;

*    1885 t/m 1886 van de bark “Dina” ex St.Jean Baptiste, gebouwd in 1868 te Bordeaux, 411 ton o.m., varend voor van Gijn & Co te Nieuwediep;

*    1887 t/m 1889 van het 3/mschip “President van Rijckevorsel”, gebouwd in 1856 te Krimpen aan de IJssel, 851 ton o.m., varend voor E.J.Bok & Zn te Amsterdam.

 

Portret van de “President van Rijckevorsel” onder kapitein F.R.Dobbinga uit 1891 staat op p. 115 van het boek Het Schiermonnikoger Zeemanscollege en Pensioenfonds door Ron R. van Staveren c.s., Schiermonnikoog 2009, 444 pp

Portret is eigendom van dhr J.R.Niemandsverdriet.

 

Overige bijzonderheden

Correspondentie van J.Teensma, de auteur van de stukjes in de Dorpsbode (zie 062), met nabestaanden van Schiermonnikoger kapiteins. Dit archief was midden 2005 in bewerking bij de heer R.E. van Staveren te Wilnis. Deze mailde mij een brief dd 08 juni 1986 van T.G.Coerkamp te Amsterdam aan J.Teensma, waarin de opmerking:

“Mijn vader en zijn beide broers Jan Eltjes en Ruurd hebben … weinig verteld, tendele omdat hun vader (mijn grootvader dus) al vroeg is overleden op 35 jarige leeftijd naar ik meen en mijn grootmoeder Jacoba Ruurds Wielema met 4 kinderen achter liet. Wel heeft zij mij het een en ander verteld over haar eigen jeugd, zij voer als 16 jarig meisje mee aan boord van het schip van haar vader – de brigantijn : Drie Vrienden”- waarop (R.M.A.Wielema) kapitein was. Zij vertelde van Leningrad en andere Oostzee-havenplaatsen. Van dat schip heb ik een crayon tekening van 1855 in het bezit – voor mij een kostbaar iets. Bij een aangetrouwde nicht hangt een schip waarop naar ik meen mijn grootvader als kapitein voer. … “

 

 

Datum vanaf: 1886
Kapitein: Coerkamp, Feye Remts

 

Familiegegevens en opleiding

Teunis Wijbrand Dekker werd geboren op 20 mei 1851 te Midsland (Terschelling) als zoon van kapitein Wijbrand Cornelis Dekker (zie aldaar).

Hij trouwde op 27 augustus 1874 met Anna Ages Schaap, geboren 24 augustus 1851 te Midsland en aldaar overleden op 19 september 1931.

Teunis Wijbrand overleed eveneens te Midsland op 14 augustus 1917.tresoar

 

Op de begraafplaats van Midlum is een witte grafsteen van Teunis Wijbrands Dekker (“in leven oud gezagvoerder”) en Anna A.Schaap. Aan de bovenzijde is een palmtak. Onderaan de steen staat Jé. 10 vers 8.

(juni 2009)

 

De schepen van de kapitein

Volgens Dekker en Roggen010 voer hij op de volgende schepen:

1883/'84-1886 "Stad Dockum", op 30 mei 1857 op scheepswerf King William te Amsterdam tewatergelaten als driemast clipper, fregat getuigd, 260 last (390 ton), voor rekening van de reders Posthuma en Goslings te Dokkum...

1886-1890 "President van Rijckevorsel (overgenomen van kapitein C.D.Swart (zie aldaar)). Barkschip van 716 ton, gebouwd in 1856 te Krimpen a.d. IJssel voor rekening van reder Hendrik Veder te Rotterdam...

1891-1895 ..."IJmuiden", bark 666 ton NM, in 1864 gebouwd voor rederij F.U.H.Reiger & Co te Amsterdam... (zie ook bij Reinder Dirks Swart).

1895-1896 ..."Magdalena", barkschip, 1138 ton, gebouwd op de werf Thomas te Quince (V.S.) in 1856

 

T.W.Dekker was in 1897 t/m 1899 gezagvoerder van het stalen schroefstoomschip “Alpha”, gebouwd in 1897 te Hartlepool, 2028 ton n.m., varend voor de Vrachtvaart Maatschappij “Bothnia” te Amsterdam.025

 

Bouma vermeldt T.W.Dekker als gezagvoerder gedurende

*   1883 t/m 1886 van het fregat “Stad Dokkum”, van stapel in 1855, in afbouw in 1856 op de werf “Koning William” te Amsterdam, gebouwd onder scheepsbouwmaaster A.v/d/ Hoog te Amsterdam, 390 ton, varend voor F.R.P.Victor te Amsterdam. Het schip was getuigd als 3-mast schoener. Het schip werd op 12 april 1886 te Amsterdam geveild voor f 4.000,- aan E.J.Bok & Zn en in 1887 gesloopt;

*   1887 van de bark “Lina en Johanna”, gebouwd in 1857 te Capelle aan de IJssel, 472 ton, varend voor E.J.Bok & Zn te Amsterdam;

*   1888 van het 3-mast schip “Martina Johanna” ex Antje, gebouwd in 1866 te Elshout, 856 ton, varend voor E.J.Bok & Zn te Amsterdam. Het schip is in 1888 op reis van New York naar Hull in zinkende staat verlaten;

*   1890 van het 3-mast schip “President van Rijckevorsel, gebouwd in 1856 te Krimpen aan de IJssel, 851 ton, varend voor E.J.Bok & Zn te Amsterdam;

*   1891 t/m 1895 van de bark ´IJmuiden”, op 09 april 1864 te Amsterdam te water gelaten, 756 ton, varend voor E.J.Bok & Zn te Amsterdam;

*   1895 t/m 1896 van het 3-mast schip “Magdalena”, gebouwd in 1856 te Quincy, Boston, 1250 ton, varend voor E.J.Bok & Zn te Amsterdam;

1900 en later van het schroefstoomschip “Beta”, gebouwd in 1899 te Hartlepool, 1924 ton, varend voor de Maatschappij “Bothnia, B.J. van Hengel & E.J.Bok & Zn te Amsterdam.

 

Overige bijzonderheden

"Kapitein Dekker maakte met zijn schepen "IJmuiden" en "Magdalena" meestal reizen op de Oostzee en naar Rusland. Vele door hem destijds meegebracht souvenirs getuigen van deze reizen: snuisterijen van zilver uit Rusland, bakken en tabakspotten uit Riga. Zijn vrouw, Anna Ages Schaap, voer als zovel zeemansvrouwen in die tijd, vaak mee, soms voor lange tijd. Ze stond er zelfs op het eiland om bekend, dat ze vele maanden van het jaar buitenslands vertoefde, varend en reizend. Door samenloop van omstandigheden heeft deze vrouw in een barre winter een tocht door de bossen van Finland gemaakt, in een slede getrokken door een koppel honden. Dit om de "Magdalena", het schip van haar man, te bereiken, die in een andere haven was binnengelopen dan oorspronkelijk werd verwacht."

Na deze periode als gezagvoerder op zeilschepen stapt kapitein Dekker over naar de stoomvaart. "Hij vaart nog enkele jaren als gezagvoerder op de schepen "Beta", "Gamma" en "Delta" van de rederij Bothnia te Amsterdam een voortzetting van de oude rederij E.J.Blok."

Teunis Wijbrand Dekker was een nauwe vriend van kapitein Rijnder Dirks Swart (zie ook aldaar). De laatste was stuurman onder Dekker op de "President van Rijckevorsel". "... ze blijven bij dezelfde rederij en lossen in latere jaren elkaar vaak af als gezagvoerder op de schepen van deze rederij" (de Amsterdamse rederij E.J.Blok & Zn.) "Als beiden in 1894 op de "President van Rijckevorsel" varen, gelukt het stuurman Swart om zijn kapitein, die door een zware stortzee overboord is geslagen, nog juist bij zijn haren te grijpen en hem weer aan dek te deponeren. De dag van die wonderbaarlijke redding is door beide zeelieden, ook later op Terschelling, nog vele malen bedronken en in dankbare herinnering bedacht".

De zoons van kapitein Dekker volgden de voetsporen van hun vader: “Wijbrand(Wiep), gezagvoerder: Halcyonlijn: Jan, hoofdmachinist bij de Verenigde Scheepvaart Mij en Age: gezagvoerder op het stoomschip “Nicolaas” van de Amsterdamse rederij Berghuis, met welk schip hij op 2 januarie 1920 verongelukt.010-p.107.

Het artikel bevat een portretfoto van Teunis Wijbrand Dekker.

 

T.W.Dekker was van 1885-1888 kapitein op het houten fregat “Martina Johanna”, in 1866/67 gebouwd door de Gebr. B.Pot te Elshout als “Antje”, 756 9856) ton, varend voor E.J.Bok & Zn te Amsterdam. Het schip is in 1888 op een reis van New York naar Bristol met lekkage Falmouth binnengelopen en op een volgende reis van New York naar Hull datzelfde jaar in zinkende staat verlaten op de Atlantische Oceaan052

 

 

De “MAGDALENA” was een houten driemast bark, gebouwd in 1856 door Thomas in Quincy, een plaats bij Boston in Massachusetts, aan de Quincy Bay.

De afmetingen waren 198.8 x 39.3 x 22.9 voet en het schip mat 1195 ton, resp. 1082 nieuwe register ton. Hoe die metingen in die tijd werden verricht weet ik niet.

De roepletters waren QCLP. Bij registratie werd een codering ingevoerd

 

Het schip werd op 20 januari 1895 in Bremerhaven voor 19000 mark aangekocht door E.J. Bok & Zoon in Amsterdam en de naam bleef ongewijzigd, ofschoon in de officiële lijst met roepnamen van de Ned. Koopvaardij de naam wordt geschreven als MAGDALENE. roepletters PJWD. De verkoper was Rederi D.H. Wätjes & Co in Bremen. Als afmetingen werd toen genoteerd op 56,70 x 10,70 x 7,01 meter.

De bark werd in augustus 1903 opgelegd in het Oosterdok te Amsterdam en op 11 april 1906 van Amsterdam naar Duinkerken gesleept door de Franse sleepboot ATLAS. Het vertrok op 12 April van IJmuiden en arriveerde op 13 april te Duinkerken waar het schip in dat jaar werd gesloopt.

Voorgaande gegevens werden me verstrekt door G.J.Mulder te Capelle aan de IJssel, die ze weer ontleende aan nagelaten gegevens van wijlen Luc Heyboer.

 

In krantenberichten zijn tot nu toe de volgende gegevens gevonden:

 

Povinciale Groninger Courant 19 oktober 1896

Helsingfors (opm: Helsinki), 11 oktober. De Nederlandse bark LINA EN JOHANNA, kapt. F. Dobbinga, van Hernösand naar Amsterdam, is hier de 8e oktober wegens tegenwind en verlies van zeilen binnengelopen en bij Sveaborg ten anker gegaan. Zodra het schip voorzien is van enige nieuwe zeilen en de wind gunstig is, zal de reis worden voortgezet.

 

Provinciale Groninger Courant 22 maart 1897

Amsterdam, 19 maart. Het Nederlandse schip (opm: bark) LINA EN JOHANNA, laatst bevaren door kapt. F. Dobbinga, is verkocht en wordt naar St. Maartensbrug (opm: bij Schagen, N.H.) gebracht om aldaar te worden gesloopt.

 

Provinciale Groninger Courant 18 mei 1900

Kroonstad, 15 mei. De scheepvaart is voor alle schepen geopend; de Nederlandse schepen MAGDALENA, NEERLANDS VLAG en YMUIDEN zijn ter rede gekomen.

 

Provinciale Groninger Courant 18 oktober 1901

Reval (opm: Tallinn), 16 oktober. De Nederlandse bark GEORGE WASHINGTON, kapt. F. Dobbinga, is na op het strand te hebben gezeten, van West Hartlepool te Kroonstad lek binnengebracht

 

Provinciale Groninger Courant 28 oktober 1901

Reval (opm: Tallinn), 21 oktober. De Nederlandse bark GEORGE WASHINGTON` werd door de bergingstomer NEPTUN vlot gesleept.

 

Provinciale Groninger Courant 12 december1901

Amsterdam, 11 december. Het Nederlandse barkschip GEORGE WASHINGTON, kapt. F. Dobbinga, zal te Kotka overwinteren. (opm: zie PGC 181001 en 281001)

 

NRC 12 april 1906

Amsterdam, 11 april. De sedert augustus 1903 alhier in het Oosterdok liggende houten bark MAGDALENA, gebouwd in 1856 en eigendom van E.J. Bok & Zn alhier is, uit de hand verkocht naar Duinkerken om te worden gesloopt, en zal door de gisterenavond alhier aangekomen Franse sleepboot ATLAS derwaarts worden gesleept.

Provinciale Groninger Courant 18 oktober 1901

Reval (opm: Tallinn), 16 oktober. De Nederlandse bark GEORGE WASHINGTON, kapt. F. Dobbinga, is na op het strand te hebben gezeten, van West Hartlepool te Kroonstad lek binnengebracht.

 

NRC 04 januari 1902

Amsterdam, 3 januari. Van het Nederlandse schip GEORGE WASHINGTON, kapt. F. Dobbinga, 22 november (1902) van Methil naar Bremen vertrokken, is sedert niets meer vernomen. Men vermoedt, dat het schip in de Noordzee is vergaan en de uit 16 man bestaande equipage is omgekomen. De bemanning bestond uit de volgende Nederlanders:

  1. Dobbinga, kapitein, R. Jonker, 1e stuurman, C. Koen, 2e stuurman, H. Duif, kok, J. Mulder, zeilmaker, J. Buitenweg, D. de Boer, F. van Dok, T. Visser, matrozen. De overigen waren vreemdelingen.

 

 

Datum vanaf: 1889
Kapitein: Dekker, Teunis Wijbrand

Familiegegevens en opleiding

In diverse bronnen staan wisselend F.H., F.R., F. en T.R Dobbenga/ Dobbinga. In Schiermonnikoger Geslachten heb ik geen andere F. Dobbenga kunnen vinden die in de tijdsperiode 1885-1902 past. Een verwisseling van de F. en de T. komt vanwege onduidelijk handschrift veelvuldig voor.

 

Folkert Hindriks Dobbinga werd geboren te Schiermonnikoog op 26 juli 1840 als zoon van Reink Meinderts Dobbinga en Trijntje Jans Vlastra.

Hij trouwde op 10 juni 1863 te Schiermonnikoog als gezagvoerder met Femke Louws Jaarsma, geboren te Schiermonnikoog op 17 september 1842 als dochter van Louw Folkerts Jaarsma en Anneke Teens Teensma. Toestemming tot het aangaan van dit huwelijk werd op 27 april 1863 gegeven door de Kommandant van het 2e Regiment vesting Artillerie te Breda waar Folkert dan milicien is van de ligting 1859. het echtpaar gaat op Schiermonnikoog wonen aan de Langestreek (huidig nummer in 2005 96).

Het echtpaar kreeg vier kinderen en wel:

Trijntje (1863-1937) getrouwd met Jeppe Wiebes (1866-1917) van Schiermonnikoog;

Louwrens (1866-1914) getrouwd met Lambertha Coerkamp (1865-1926) van Schiermonnikoog

Ake (1871-1873)

Rienk (1874-1954) getrouwd met Alida Swart (1874-1951) van Terschelling.

Alle drie jongens beginnen op ongeveer 13-jarige leeftijd op de zeilvaart en zullen later uiteindelijk alle drie kapitein op de stoomvaart worden. Louwrens en Rienk Dobbinga bij rederij Jos de Poorter te Rotterdam en schoonzoon Jeppe Wiebes bij rederij Vinke & Co te Amsterdam

Femke overleed op 08 maart 1928 te Schiermonnikoog. Het graf van Femke is aanwezig op het kerkhof van Schiermonnikoog in rij 2702.117

Folkert overleed op zee c.november 1902 bij het verongelukken van zijn schip de “George Washington”.

 

Groepsfoto van Schiermonnikoger kapiteins die gevaren hebben voor reder E.J. Bok & Zn met o.a kapitein  Folkert Hindriks Reinks Dobbinga staat op p. 96 van het boek Het Schiermonnikoger Zeemanscollege en Pensioenfonds door Ron R. van Staveren c.s., Schiermonnikoog 2009, 444 pp

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

Folkert (R.) Dobbinga was met vlagnummer 77 in de periode 1885 t/m 1899 en met vlagnummer 11 in de periode 1900 t/m 1902 lid van het Schiermonnikoger zeemanscollege “De Herkenning”.

Teensma in de Dorpsbode vermeldt tevens nummer 26 in 1885, maar dit wordt niet bevestigd door de ledenlijsten in Sweys en de Amsterdamsche Almanak voor Koophandel en Zeevaart.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

Geen

 

De schepen van de kapitein

F.(R.) Dobbinga was gezagvoerder gedurende:

*          1886 op het fregat “Maria” ex Union ex Lyra, gebouwd in 1855 te Newbury Port, 1062 ton, varend voor N.Brantjes te Purmerend;

*          1887 op de bark “A.R.Falck”, gebouwd in 1846 bij C.Smit te Alblasserdam, 651 ton, varend voor N.Brantjes te Purmerend;

*          1891 t/m 1893 op het fregat “President van Rijckevorsel”, gebouwd in 1856 bij J.Otto te Krimpen aan de IJssel, 851 ton, varend voor E.J.Bok & Zn te Amsterdam. Hij wordt in 1894 opgevolgd door kapitein A.Steffens, waarna in dat jaar het schip wordt gesloopt (Bouma);

*          1893 t/m 1897 op de bark “Lina en Johanna” ex Galileï, gebouwd in 1857 bij P.Bakhuysen te Capelle aan de IJssel, 742 ton, varend voor E.J.Bok & Zn te Amsterdam;

*          1897 t/m 1900 op de bark “Neêrlands Vlag” ex Pieter Adolf, gebouwd in 1864 bij E.S.Moseley te Newsburyport, 771 ton, varend voor E.J.Bok & Zn te Amsterdam;

*          1901 t/m 1902 op de bark “George Washington” ex Glendower, gebouwd in 1861 bij John Currier Jr te Newburyport, 1184 ton, varend voor E.J.Bok & Zn te Amsterdam.

            Zeetijdingen, 1902 (geen datum vermeld): “verm. op reis v. Methil n. Odens” (Sweys).

 

Een portret van de bark “Neerlands Vlag” staat afgebeeld op p. 1999 van het boek Het Schiermonnikoger Zeemanscollege en Pensioenfonds door Ron R. van Staveren c.s., Schiermonnikoog 2009, 444 pp. Het origineel is in bezit van ?

 

Overige bijzonderheden

“Folkert staat bekend als een boeiende verhalenverteller. … (Hij) zal zijn carrière waarschijnlijk ook vroeg op de zeilvaart zijn begonnen. Zijn naam wordt voor het eerst genoemd in 1873 als stuurman op de bark Koophandel. In 1883 is hij kapitein bij de rederij N.Brantjes & Co te Purmerend op de bark Maria en in 1887 op de bark A.R.Falk waarna hij omstreeks 1890 overstapt naar rederij E.J.Bok & Zn om kapitein te worden op de bark President van Rijckevorsel (1891-93). Zijn zoon Rienk is in die periode als 16/17 jarige jongen bij hem aan boord van dit schip. …Folkert Dobbinga blijft bij deze rederij varen. Achtereenvolgens op de barken President van Rijckevorsel van 1891-1893, de Lina en Johanna van 1894-1897, de Neerlands Vlag van 1898-1909 en op de George Washington van 1901-1902, van welke laatste reis hij nimmer zal terugkeren….”

“Omstreeks 1908 trekt Femke Dobbinga-Jaarsma (Femkebep, zoals ze in de familie genoemd wordt) in bij haar dochter Trijntje en schoonzoon Jeppe Wiebes aan de Langestreek 18 (huidige nummering). Op 17 juni 1917 wordt Trijntje ook weduwe, nadat haar man Jeppe Wiebes als kapitein van het s.s. Hilversum van de Stoomvaart-Maatschappij “Oostzee” te Amsterdam in het Kanaal van Bristol op een mijn loopt en omkomt. Zij is hier tot haar dood in 1928 blijven wonen en ligt begraven in de noordoost-hoek van het kerkhof op Schiermonnikoog, vlakbij haar dochter, die in 1938 op 72-jarige leeftijd overlijdt.”

“De George Washington komt op zaterdag 4 oktober 1902 in Hartlepool aan met een lading Pit-props uit Vyborg (Rusland) en op maandag 3 november vertrekt het schip weer in ballast naar Methil, waar het op zaterdag 15 november aankomt. Mogelijk heeft het in de Firth of Forth voor anker gelegen tot er plaats is in de drukke haven van Methil. Op vrijdag 21 november vertrekt de George Washington, geladen met steenkolen, naar Bremerhaven en is voor het laatst gesignaleerd op 23 november 1902. Het schip zou in slecht weer met onderkoelde regen geraakt zijn, waardoor het lopend want vastvroor en het onbestuurbaar werd. Daarbij kan tevens het “overgaan” van de lading steenkool een rol hebben gespeeld.”

De weerberichten uit die periode gaven een zeer vroeg ingevallen winter aan met veel vorst in Noordwest-Europa.

“Over de plaats van het ongeluk bestaan verschillende lezingen. Op Schiermonnikoog: on de buurt van Texel of op een rivier (het laatste geval zou op de Firth of Forth kunnen duiden). Op Terschelling: niet ver van de Schotse kust.” Zekerheid is uit de diverse bronnen, waarin sprake is van scheepsrampen is niet verkregen.

Een portret van Folkert Hindriks Dobbinga is onderdeel van een groepsfoto op p.44 in: De laatste reis van het zeilschip GEORGE WASHINGTON door Douwe M.Homan. Uitgeverij ‘tHeer en Feer te Schiermonnikoog. 2005, 94 pp.

Tevens staan op p.46 portretfoto’s van Folkert en zijn vrouw Femke Jaarsma en op p.53 een foto van de grafsteen van Femke Jaarsma als echtgenote van Folkert Dobbenga.

 

Teensma vermeldt bijzonderheden van deze kapitein in de Dorpsbode 39(15):1985. Bijdrage 23.

 

 

Datum vanaf: 1890
Kapitein: Dobbinga/Dobbenga, Folkert Hendrik Reinkz

Familiegegevens en opleiding

Aaltje Steffens werd geboren op 09 september 1846 te Schiermonnikoog als zoon van Tjipke Andries Steffens en Trijntje Aaltjes Steffens.

Hij trouwde te Schiermonnikoog op 07 januari 1892 als zeeman met Aukje Teensma, geboren te Schiermonnikoog op 25 november 1850 als dochter van Lourens Pieter Teensma en Reintje Pieters Colle. Zij was de weduwe van Geert Visser. Zij overleed te Schiermonnikoog op 29 januari 1943.

Aaltje overleed te Schiermonnikoog op 24 september 1930.

Het graf van Aaltje Tjipkes is geruimd maar de grafsteen is behouden gebleven en met andere stenen bijeengebracht in de zg. “historische hoek”.116.

Idem met het graf van Aukje Steffens-Teensma.116

Groepsfoto van Schiermonnikoger kapiteins die gevaren hebben voor reder E.J. Bok & Zn met o.a kapitein Aaltje Tjipkes Steffens staat op p. 96 van het boek Het Schiermonnikoger Zeemanscollege en Pensioenfonds door Ron R. van Staveren c.s., Schiermonnikoog 2009, 444 pp

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

Aaltje T.Steffens was met vlagnummer 88 in de periode 1896 t/m 1919 lid van het Schiermonnikoger zeemanscollege “De Herkenning”. De vermelding van ledenlijsten in de Amsterdamsche Almanak voor Koophandel en Zeevaart stopt in 1919 en het is dus mogelijk dat deze gezagvoerder tot een later jaar lid is gebleven.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

Geen

 

De schepen van de kapitein

Bouma025 vermeldt A.Steffens als gezagvoerder gedurende:

*     1894 van het 3-mastschip “President van Rijckevorsel”, gebouwd in 1856 te Krimpen aan de IJssel, 851 ton, varend voor E.J.Bok & Zn te Amsterdam. Het schip werd in 1894 gesloopt (Bouma);

               Handelsblad 04 januari 1894: “PRESIDENT VAN RYCKEVORSEL (Amsterdam 3 Jan.) Het Nederlandsche schip P.R. wordt hier gesloopt.” (Hoedemaker);

*     1896 van de bark “Anna Margaretha”, ex Haamstede, gebouwd in 1855 te Zierikzee, 753 ton, varend voor E.J.de Bok & Zn te Amsterdam. Het schip arriveerde in 1896 lek te Kopenhagen en werd aldaar verkocht (Bouma).

               Handelsblad 4 november 1896: “ ANNA MARGARETHA Rönne 31 Dec. de Nederl. bark die 23 Sept. op de reis van Sundub n. Kronstad lek te Kopenh. is bin.gev. werd in veiling verkocht voor 7050 kronen en arriveerde hier heden van Kopenh. vanwaar het werd gesleept door de sleepb. Bier uit Elseneur.” (Hoedemaker).

 

Overige bijzonderheden

Een portret van Aaltje Tjipkes Steffens is onderdeel van een groepsfoto op p.44 in: De laatste reis van het zeilschip GEORGE WASHINGTON door Douwe M.Homan. Uitgeverij ‘tHeer en Feer te Schiermonnikoog. 2005, 94 pp.

 

NRC 29 april 1894

Amsterdam, 28 april. Het Nederlandse schip (opm: bark) JAN EN CAREL, kapt. A.T. Steffens, van hier naar Sundsvall bestemd, lag van 20 tot 23 dezer met nog circa 100 zeil- en stoomschepen bij Falsterbo geankerd wegens storm. Het Nederlandse schip (opm: fregat) ANTELOPE, kapt. H.J. Hut, van Nieuwediep naar Söderhamn, bevond zich in de nabijheid van de JAN EN CAREL.

 

NRC 11 september 1894

Amsterdam, 10 september. Het Nederlandse barkschip JAN EN CAREL, kapt. A.T. Steffens, op 21 augustus Malmö gepasseerd van Uddevalla naar Zaandam, bevond zich wegens slecht weer en tegenwind op 6 september ter rede van Elseneur (opm: Helsingör). Het had een stoomschip aangenomen om noordwaarts te worden gesleept. Alles wel aan boord.

 

NRC 01 november 1894

Nieuwediep, 30 oktober. Het Nederlandse schip (opm: bark) ANNA MARGARETHA, kapt. A. Steffens, van Kroonstad (opm: Kronsjtadt) te Nieuwediep binnen, zal buitenom naar Amsterdam gesleept worden.

 

NRC 15 februari 1895

Advertentie. J.F.L. Meyjes, W. De Lorme van Rossem, H. Tollenaar, J.D. Haye en J. Westerwoudt, makelaars, presenteren als lasthebbende van hun principalen, op maandag 18 maart, ten 3 ure precies, in Gebouw de Brakke Grond in de Nes te Amsterdam, ten overstaan van de notarissen Elzevier Dom en Berlage, bij opbod en afslag te verkopen:

  1. Het extra ordinair welbezeild gekoperd en kopervast barkschip, genaamd: JAN EN CAREL, laatst gevoerd door kapt. A.T. Steffens, volgens Nederlandse meetbrief lang 42,72 meter, wijd 10,92 meter, hol 6,87 meter en alzo gemeten op 1979,45 kub. meter of netto 698,75 tonnen. Het schip ligt te Zaandam.

…..

 

NRC 19 maart 1895

Veiling van schepen, gehouden te Amsterdam op 18 maart 1895:

*     Het Nederlands barkschip JAN EN CAREL, gevoerd door kapt. Steffens, groot 698 ton, thans liggende te Zaandam: bij opbod NLG 6200, in slag NLG 300. Koper: J.F.L. Meijes.

….

 

 

Datum vanaf: 1893
Kapitein: Steffens, Aaltje Tjipkes

Monsterrollen

Opgemaakt Delfzijl
Datum: 1889-06-27
Scheepsnaam voorvoegsel:
Scheepsnaam: PRESIDENT VAN RIJCKEVORSEL
Schipper: Dekker, Teunis
Scheepstype: bark
Grootte: 716

Bekijk alle monsterrollen
Afbeeldingen


Omschrijving: PRESIDENT VAN RIJCKEVORSEL
Collectie: Stichting Nederlandse Kaap Hoorn-vaarders
Vervaardiger: Onbekend
Onderwerp: Zeeopname
Kroniekberichten

Toon kroniekberichten
Akten

NA-Den Haag Archiefnummer Rott.3.03.17.01.3675.400
DVD VIII – 951, 952
BIJLBRIEF
Naam schip PRESIDENT VAN RIJCKEVORSEL

plaats en datum acte Krimpen aan den IJssel, 30 januari 1857

type schip fregat

bouwwerf/verkoper Jan Otto, scheepsbouwmeester, Krimpen aan den IJssel

gevoerd door kapt.

eigenaar/aankoper Hendrik Veder, Rotterdam

te voeren door kapt.

grootte in tonnen 851 tonnen of 449 lasten (meetbrief Rotterdam, 8 januari 1857)

tuigage / aantal dekken 2 dekken, 3 masten

afmetingen lang 44,80 m., breed 7,74 m.,hol 5,52 m.

kiellegging 14 juli 1855

tewaterlating 27 september 1856, geheel volbouwd

plaats / datum registratie Rotterdam, 21 maart 1857

nummer van registratie deel 45, folio 45, recto, vak 8

notaris verklaring voor burgemeester van Krimpen aan den IJssel.

prijs

bijzonderheden






researcher/datum research: ML / 120608

Naam PRESIDENT VAN RIJCKEVORSEL
Archiefinstelling Nationaal Archief Den Haag
Jaar 1857
Toegang 3.03.17.01
Inventaris 3675

Bronnen

Jaar: 0000
Bron: NA-Den Haag
Omschrijving: Rott.3.03.17.01.3675-400