Familiegegevens en opleiding
Geen
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt H.A.van Marle als gezagvoerder gedurende:
* 1857 t/m 1860 van de bark “Amalia Augusta”, gebouwd in 1856 te Elshout, 755 ton o.m., varend voor P.L.A.Goudswaard te Amsterdam.
Overige bijzonderheden
Geen
Familiegegevens en opleiding
Menso van Gijsel werd geboren op 27 januari 1816 te Appingedam als zoon van Pieter van Gijzel en Catharina Maria Thiele. Hij trouwde op 04 mei 1842 te Rotterdam met Jansje Kok, geboren op 04 oktober 1820 te Haarlem als dochter van Harmen Kok, binnenschipper, en Johanna (Kilrau)005.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
Menso van Gijsel was met vlagnummer R244 in de periode 1848/49 t/m 1866 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In het Jaarverslag 1855 van het College (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat hij een schadevergoeding van f 100,- heeft gekregen, vermoedelijk vanwege geleden schade met zijn schip058.
In het Jaarverslag 1866 van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat hij in dat jaar is overleden058.
De schepen van de kapitein
In de Jaarverslagen van de Maatschappij staat kapitein Menso . van Gijsel met vlagnummer R244 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:
* 1849, 1851 sch.brik “Maria Sophia” ? last M.C. de Crane & Zoon te Zierikzee
* 1855 geen vermelding van schip en boekhouder
* 1858, 1859 fregat “Immegonda Sara Clasina” 407 last Ned. Societeit. van .Scheepsbouw.
en Scheepvaart te Amsterdam
* 1862 geen vermelding van schip en boekhouder
* 1863 t/m 1865 brik “Cornelia Elizabeth” 95 last J. van Leijden Cz te Krommenie
Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093:
-
van Gijsel Amalia Augusta 10 maart 1860 05 september 1861
Bouma025 vermeldt M. van Gijsel/Gijzel als kapitein gedurende:
* 1849 t/m 1854 op de schoenerbark “Maria Sophia”, gebouwd in 1847 op de werf De Goede Intentie te Zierikzee, 197 ton o.m., varend voor M.C. de Crane & Co te Zierikzee. Het schip werd overzeild in de Torresstraat op een reis van Sydney naar Batavia, waarbij 4 man omkwamen.
Het schip was vernoemd naar Jkvr. Maria Sophia van Vrijberghe (1817-1869), echtgenote van de reder mr. W.C. de Crane. Na terugkeer van een reis naar Batavia onder kapitein Broeksmit werd op 16 februari 1849 weer (vanuit Zierikzee) uitgevaren onder Van Gijzel. “Eerst werd Rotteram aangedaan en vervolgens (29 maart 1849) via Hellevoetsluis uitgezeild met bestemming Buenos Aires, alwaar men 15 juni arriveerde. Op 29 december van hetzelfde jaar kwam het schip weer voor Vlissingen; daarna werd doorgevaren naar Antwerpen. De “Maria Sophia” verging op 1 juli 1854 ten oosten van Torresstraat. Spin beeldde het schip tweemaal af op één voorstelling, varende op de Oosterschelde met Zierikzee als achtergrond”067 (genoemde afbeelding draagt geen vlagnummer).
* 1855 t/m 1858 van het 3/mschip “Stad Amsterdam”, gebouwd in 1835 te Amsterdam, 726 ton o.m., varend voor P.Scheffer & Zn (Soc.v.Ned.Scheepsbouw en Scheepvaart) te Amsterdam. Het schip werd in 1858 gesloopt;
* 1859 t/m 1860 op het 3/m schip Immegonda Sara Clasina”, gebouwd in 1839 te Amsterdam, 770 ton o.m., varend voor P.Scheffer & Zn te Amsterdam. Het schip voer in 1861 voor Rutgers & Hissink te Amsterdam en werd herdoopt in “Christina & Jeannette”;
* 1861 van de bark “Amalia Augusta”, gebouwd in 1856 te Elshout, 755 ton o.m., varend voor P.L.A.Goudswaard te Amsterdam;
* 1865 t/m 1866 van de brik “Cornelia Elisabeth”, gebouwd in 1863 te Muntendam, 180 ton o.m., varend voor J.van Leyden te Krommenie;
Overige bijzonderheden
De schoener “Maria Sophia” onder kapitein M. van Gijsel vertrok van Dover op 11 juni 1850 en arriveerde via Kaap Hoorn op 13 oktober Valparaiso. Het keerde via dezelfde route terug te Brouwershaven op 02 april 1851, geladen met salpeter.
De schoenerbrik “Cornelia Elisabeth” onder kapitein M. van Gijzel was op 17 januari 1865 te Montevideo en via Kaap Hoorn op 10 april te Valparaiso. Via Caldera was het schip op 28 december 1865 te Montevideo op weg naar Antwerpen, maar een aankomstdatum ontbreekt.121
Familiegegevens en opleiding
Geen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
K.C.de Veer werd met vlagnummer 899 per 02 november 1852 ingeschreven als effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop op voordracht van kapitein S.van der Meij. Als zijn schip is genoemd de “Maximiliaan Theodoor”. Toegevoegd is “bedankt” 002. Ten tijde van de inschrijving was de Veer 30 jaar002a.
In de notulen van de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop dd.26 oktoner/02 november 1852 werd als effectief lid voorgedragen/benoemd Klaas Carel de Veer, oud 30 jaar, voerend de bark “Maximiliaan Theodoor”, wonend te Arnhem, adres bij en op voordracht van kapitein S. van der Meij.023.
Klaas Carel de Veer was effectief lid van Zeemanshoop in de periode 1852 t/m (wellicht) 1865 met de vlagnummers 899 (1852 t/m 1854) en 505 (1854 t/m 1865).
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Algemene Vergadering dd 03 juli 1860 staat: “Tenslotte deelt de Heer Swart mede eenige berigten omtrent Torrestraat door Kapitein K.C. de Veer voerende het barkschip Dirk Arnold naar aanleiding van Art.72 der Wetten van het collegie ingezonden aan de commissie ter bevordering van de Wetenschappelijke Zeevaart.”023.
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
899 1852-1853 bark Maximiliaan Theodoor Wed.B.W.van Starckeneborg van Straten
505 1854 geen vermelding van schip en boekhouder
1855-1856 bark Java's Welvaren Wed.B.W.van Starckenborg van Straten
1857-1859 bark Dirk Arnold idem
1860 fregat Cornelia en Henriëtte idem
1861-1863 bark Amalia Augusta P.L.A.Goudswaard
1864 geen vermelding van schip en boekhouder
Vertrek en aankomst te Amsterdam093
Naam kapitein Naam schip vertrek terugkomst
K.C. de Veer Cornelia Henriëtte 30 juli 1860 24 juni 1861
Amalia Augusta 08 februari 1862 01 januari 1863
Amalia Augusta 16 april 1863 12 januari 1864
Kiandra geen melding 01 april 1865
De heer Scholten, Leusden, vatte de kapiteins, hun schepen, het aantal reizen en de deinstjaren samen die werden gevaren in dienst van de rederij van B.W.Starkenborgh van Straten. (september 2008)116
Naam Schip Periode Aantal reizen Diensttijd
K.C. de Veer Maximiliaan Theodoor 1853-1854 1
Java’s Welvaren 1855-1857 2
Dirk Arnold 1857-1860 1
Cornelia Henriëtte 1860-1861 1
5 8
Bouma025 vermeldt K.C. de Veer als gezagvoerder gedurende:
* 1853 van het 3/mschip “Maximiliaan Theodoor”, gebouwd in 1828 te Amsterdam, 394 ton o.m., varend voor de wed B.W. van Starckenborg van Straten te Amsterdam. Het schip voer in 1854 voor Wickel & Boot te Edam en was herdoopt in “Johanna Margaretha”;
* 1856 t/m 1857 van de bark “Java’s Welvaren”, gebouwd in 1835 te Amsterdam, 470 ton o.m., varend voor de wed. B.W. van Starckenborgh van Straten te Amsterdam;
* 1858 t/m 1860 van de bark “Dirk Arnold” ex v/d Werf, gebouwd in 1841 te Alblasserdam, 618 ton o.m., varend voor de wed. van Starckenborg van Straten te Amsterdam. Het schip werd in 1860 verkocht naar Engeland;
* 1861 van het 3/mschip “Cornelia & Henriëtte”, gebouwd in 1839 te Amsterdam, 742 ton, varend voor de wed. van Starckenborgh van Straten te Amsterdam. Het schip werd in 1861 verkocht naar Engeland;
* 1862 t/m 1864 van de bark “Amalia Augusta”, gebouwd in 1856 te Elshout, 755 ton o.m., varend voor C.Busken Huet te Amsterdam. Het schip voer in 1865 voor J.Smit Cz te Alblasserdam en was herdoopt in “Petronella”;
* 1865 van de bark “Kiandra” ex Drie Vrienden, gebouwd in 1853 te Zierikzee, 632 ton o.m., varend voor C.Busken Huet te Amsterdam. Het schip voer in 1866 voor W.Bakker Bz te Amsterdam en was herdoopt in “Vertrouwen”.
Overige bijzonderheden
Kapitein de Veer maakte in 1859 een tocht van Australië naar Nederlands Oost Indië via de Torres straat. Een en ander is vermeld in een reisverslag van kapitein N.D. de Boer (zie aldaar) De doorgang door Torres Straat kan geschieden via verschillende ingangen en wel via de algemeen gebruikte route bij Rain Eiland en via de vrij onbekende route, Blighs Entrance genoemd. De Boer beschrijft een reis die aanving op 8 juni 1859 te Port Philip en voerde langs Brambly Cay, Stephens eiland, Tennet eiland, het onbewoonde eiland Village, Cocosnoot eiland, Double eiland, Prince of Wales kanaal, Booby eiland, Post eiland en verder langs de zuidkant van Timor naar Passaroeang, alwaar hij op 13 juli arriveerde. De notitie is bedoeld als informatie over een minder gebruikelijke route door de Torres straat. Het bevat nog enige informatie over het Post-eiland, waar een voorraadschuur voor schipbreukelingen zou zijn ingericht door het goevernement van New-South Wales, maar die vóór het bezoek van kapitein de Boer kennelijk was leeggeroofd. Het verslag vermeld een aantal keren gezelschap van de “Dirk Arnold”, en ook het bezoek aan Post-eiland deed kapitein de Veer in gezelschap van kapitein de Boer. Op Bligh Entrance na kan ik geen van de genoemde eilandjes in de Times Atlas of the World terugvinden.
In:“Eenige aanteekeningen gehouden aan boord van het schip HENRIETTE MARIA op zijne reis van Melbourne naar Java door de Noordelijkste passage der Torres straat in 1859”. door N.D. de Boer, gezagvoerder van voornoemd schip.
Verhandelingen en Berigten betrekkelijk het Zeewezen en de Zeevaartkunde, Nr. 3, 1ste afd. 1862. p.1-11
Familiegegevens en opleiding
Geen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
W.F.Leicher was met nummer R68 in de periode 1868 t/m 1885 lid voor de vlag van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart. Dit betekende dat hij wèl de maatschappijvlag mocht voeren, maar geen aanspraak kon maken op financiële tegemoetkomingen058.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
In de Jaarverslagen van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat kapitein W.F.Leicher met vlagnummer R68 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:
* 1874 van de bark “Graafstroom” 399 last varend voor J.Smit Cz te Alblasserdam
* 1877, 1878, 1880 t/m 1883 geen vermelding van schip en boekhouder
Bouma025 vermeldt W.F.Leicher als kapitein gedurende:
* 1857 op de kof “Hermanus” ex Geziena, gebouwd in 1839 te Sappemeer, 76 ton o.m., varend voor P. van Rossem & Zn te Rotterdam;
* 1858 t/m 1860 op de schoonerbrik “Gier”, ex Elisa ex Anjien, gebouwd in 1834 te Capelle aan de IJssel, 145 ton o.m., varend voor P. van Rossem & Zn te Rotterdam. Het schip werd in 1860 gesloopt;
* 1861 t/m 1864 op de 2-mast schooner “Economie”, gebouwd in 1858 te Elshout, 208 ton o.m., varend voor J.Smit Cz te Alblasserdam;
* 1965 t/m 1872 op de bark “Petronella” ex Amalia Augusta, gebouwd in 1856 te Elshout, 755 ton o.m., varend voor J.Smit Cz te Alblasserdam;
* 1875 op de bark “Graafstroom”, gebouwd in 1858 te Alblasserdam, 600 ton o.m., varend voor J.Smit Cz te Alblasserdam.
Overige bijzonderheden
W.F.Leicher vertrok op 02 december 1869 van Brouwershaven met de “Petronella” en 1 landmachtofficier. Zijn aankomstdatum te Batavia is niet vermeld065.
De bark “ Petronella” onder kapitein S.F (sic) Leicher ariveerde in 1872 te Batavia en voer via de Pacific naar San Francisco, waar het op 10 september werd geregistreerd. De volgende melding was op 10 februari 1873 te Liverpool, dus via een ronding van Kaap Hoorn.121
Familiegegevens en opleiding
Geen
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt H.Langholtz als gezagvoerder gedurende:
* 1873 t/m 1874 van het fregat “Cornelia”, gebouwd in 1867 te Alblasserdam, 1456 ton o.m., varend voor J.Smit Cz te Alblasserdam;
* 1875 van de bark “Petronella” ex Amalia Augusta, gebouwd in 1856 te Elshout, 755 ton o.m., varend voor J.Smit Cz te Alblasserdam. Het schip strandde in 1875 in Straat Bali en werd verkocht.
Overige bijzonderheden
Geen
|