Inloggen
VOORWAARTS - ID 14529


In dienst
Onder Nederlandse Vlag tussen:1853-03-16 / 1866-04-22 | Reden uitgevlagd: Verongelukt of vermist (zie final fate)

Identification Data

Bouwjaar: 1853
Categorie: Cargo vessel
Voorstuwing: Sailing Vessel
Type: Bark
Masten: Three masts
Material Hull: Wood, sheathed with copper
Dekken: 2
Construction Data

Scheepsbouwer: Floris Kloos, Kinderdijk, Zuid-Holland, Netherlands
Launch Date: 1852-11-10
Delivery Date: 1853-00-00
Technical Data

Gross Tonnage: 373.00 lasts
Gross Tonnage 2: 706.00 tons (oude meting)
 
Zeebrieven en Turksche passen

Record type Zeebrief
Zeebrief jaar: 1853
Datum agenda: 1853-03-16
Register nr: 18530163
Scheepsnaam: VOORWAARTS
Type: Bark
Lasten: 373
Gebouwd in provincie: Zuid Holland
Gebouwd in binnen- of buitenland: Binnenlands
Zeebrief / Turksche pas verzocht door: Lee, C.G. van der
Plaats: Alblasserdam
Kapitein op moment van verzoek: Delft Cz., J. van
Opmerkingen: Zb

Bekijk de overige zeebrieven / Turksche passen van dit schip
Ship History Data

Date/Name Ship 1853-03-10 VOORWAARTS
Manager: Cornelis Gijsbertus van der Lee, Alblasserdam, Zuid-Holland, Netherlands
Eigenaar: Partenrederij onder boekhouderschap van genoemde manager, Alblasserdam, Zuid-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Alblasserdam / Netherlands

Date/Name Ship 1865-07-18 GUSTAAF ADOLF
Manager: S. van Hulstijn, Batavia, Netherlands East Indies
Eigenaar: S. van Hulstijn, Batavia, Netherlands East Indies
Shareholder:
Homeport / Flag: Batavia / Netherlands East Indies

Bezitters van parten (aandelen) in het schip

Bijlage bij acte 28 van 1853 van het schip VOORWAARTS

Eigenaren:

Cornelis Gijsbertus van der Lee, Alblasserdam 3/32e part
Cornelis Smit, Alblasserdam 12/32e part
Floris Kloos, Alblasserdam 2/32e part
Rudolf Mees en Zonen, Rotterdam 2/32e part
Martinus van Wesenbeek, Rotterdam 2/32e part
Johannes Lodewijk Koch, Rotterdam 1/32e part
Pieter Godefridus Callenfels, Delft 1/32e part
Johannes Frederik Kalkman, Dordrecht 1/32e part
Willem  Adriaan Viruly Verbrugge, Gorinchem 1/32e part
Kornelis van Houweninge van Sprang, Gorinchem 1/32e part
Louiza Stuurmans (wed. Schatsman), Gorinchem 1/32e part
Neeltje Jacob van der Lee (wed. J. de Koning Knijff), Oudewater 1/32e part
Jan Cornelisse Tukker, Gijbeland 1/32e part
Jan Smit Corneliszoon, Alblasserdam 1/32e part
Johannes Tulleners, Alblasserdam 1/32e part
Jan van Delft Corneliszoon, Rijnsburg 1/32e part
   
Ship Events Data

1861-03-11: Collision
Rotterdam, 11 maart. Het schip (opm: bark) MARIA ANNA, kapt. J.D. van Monnom, is te Hellevoetsluis aangedreven door de (opm: bark) VOORWAARTS, kapt. E.L. Kerkstra, waardoor de eerste nogal belangrijke schade heeft bekomen.
1862-00-23: Damaged
Rotterdam, 23 december 1862. Volgens particulier bericht is heden met verlies van watervaten, giek, zeilen en verschansing te Portsmouth binnengelopen, het Nederlandse schip VOORWAARTS, kapt. Kerkstra, van Hamburg naar Buenos Aires bestemd. Het schip was dicht en alles overigens wel aan boord.
1862-06-08: Damaged
Ascension, 30 juni 1862. Het Nederlandse schip VOORWAARTS, kapt. Kerkstra, van Batavia naar Hamburg, is hier 8 dezer binnengelopen om enige schade aan het koper te herstellen.
1865-01-14: Grounded
Batavia, 14 januari. De Nederlandse bark VOORWAARTS, kapt. Kerkstra, van hier naar Nederland, en uit zee geretourneerd, is, (zo als bereids gemeld [opm: zie JB 180265]) lek, hebbende op Poelo-Dapoer gestoten. Het schip is nagezien en zal de gehele lading moeten lossen. Dat gedeelte wat er tot heden uit is gekomen, schijnt onbeschadigd te zijn.
1865-02-15: Stranded
Advertentie. Op de vendutie van woensdag de 22e februari 1865 zal worden verkocht, voor rekening van belanghebbenden, ten 9 ure, de geredde inventaris van het Nederlandse schip (opm: bark) VOORWAARTS, bestaande uit zeilen, touwwerk, lijnen, verfwaren, restant provisie, sextant, barometer, chronometer van Barraud & Lund, een sloep, enz, enz.
En ten 11 ure het Nederlandse schip VOORWAARTS, laatst gevoerd door kapt. E.L. Kerkstra, zoals het ligt op 11 à 12 voet water buiten boord, een kwart mijl ten noord-westen van de rivier van Kandang Hauer (Indramaijoe), met anker en ketting, masten, stengen, ra’s, boegspriet, kluiverboom, staand tuig, en het grootste gedeelte van de inventaris liggende in het onderruim. Nadere informaties bij John Pryce & Co.
1865-05-04: Additional info
Amsterdam, 7 juli. Het schip VOORWAARTS, bij Cheribon gestrand en verkocht (opm: zie o.a. JB 180265), is af- en de 4e mei 1865 te Soerabaija binnengebracht, onder bevel van kapt. Denker. (opm. J. Dencher)
1866-04-22: Final Fate: Burnt

Op 22 april 1866 is de GUSTAAF ADOLF (ex. VOORWAARTS) te Tonoli geheel uitgebrand.

Gezagvoerders

Familiegegevens en opleiding

De lezer wordt gewaarschuwd voor verwarring in de navolgende opgaven. Er is sprake van twee broers met de naam J.C. van Delft, zijnde Johannes Cornelisz en Jan Cornelisz. De diverse bronnen halen deze twee broers door elkaar. De geinteresseerde genealoog dient deze knoop te ontwarren.

 

Jan Cornelisz. van Delft werd geboren te Rijnsburg op 22 mei 1820 als zoon van Cornelis van Delft en Grietje van der Meij. Hij huwde in 1843 te Katwijk met Wilhelmina Cornelisdr. Wassenaar en overleed op 21 juli 1854 op de rede van Hongkong.

In het Notarieel Archief van Katwijk uit 1845 wordt hij vermeld als koopvaardij-kapitein woonachtig te Rijnsburg later te Katwijk.

Er wordt in de Burgerlijke Stand van Katwijk van 1848 vermeld dat hij in 1847 en tot en met mei 1849 kapitein is op de 320 last metende, in 1841 te Elshout gebouwde bark “Jonannes Marinus” en van mei 1849-1851 op de 330 last metende, in mei 1839, bij de werf van de gebroeders Pot te Elshout gebouwde bark “Koninklijke Nederlandsche Yachtclub”. In 1851 wordt hij kapitein van de 361 last metende, in 1851 bij de scheepsbouwer C.Smit te Alblasserdam gebouwde bark Souburg, alle van de rederij F.H.von Lindern te Alblasserdam. Van 1852-1854 was hij kapitein op de 373 last metende, bij scheepsbouwmeester F.Kloos, in 1852 gebouwde bark Voorwaarts van reder C.G.van der Lee te Alblasserdam.

Bij zijn overlijden op 21 juli 1854 op de rede van Hong-Kong wordt hij vermeld als gezagvoerder van de bark “Johannes Marinus”. Bekend is ook dat hij in 1840 kapitein was op de bark de “Jonge Cornelis”. (hiervan zou een zwaar beschadigde aquarel zijn gemaakt door J.Spin).

 

Volgens een artikel van W.A.Poort in de Nieuwe Leidse Courant van 20 juni 1856 zou Jan Cornelisz van Delft overleden zijn in 1866 te Delft054-010.(dit slaat op zijn broer)

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

  1. van Delft voerde de Collegevlag van het Rotterdamse College “Maatschappij tot Nut der Zeevaart” met nummer R160.(moet zijn R78)

 

J.van Delft Jr was met vlagnummer R78 in de periode 1849 t/m 1854 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.

 

J.van Delft was met vlagnummer R160 lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart van 1838 t/m 1850. Vanaf 1851 t/m 1864 is het nummer bezet door J.van Delft Cz. In 1865 door J.van Delft en van 1866 t/m 1870 door P.van Delft. Daarna blijft het nummer onbezet058.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s:

In het Jaarverslag 1855 van het College (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat zijn weduwe in 1855 een ondersteuning kreeg van f 197, 70 voor haar en haar twee kinderen. In het Jaarverslag 1858 is vermeld dat zij in 1858 is hertrouwd. In hetzelfde Jaarverslag staat dat de weduwe van J. van Delft Jr voor haar kinderen nog een uitkering heeft gekregen van f 53,65 voor onderstand en schoolgeld. In 1859 krijgt de weduwe J. van Delft weer een uitkering van f 125,40 voor haarzelf en twee kinderen incl. schoolgeld058. dit snap ik niet! In 1858 hertrouwd en in 1859 toch weer een uikering als de weduwe J. van Delft. Er is wel een tweede kapitein J.van Delft (zie hiervoor) maar die is overleden in 1866058.

 

De schepen van de kapitein

In de Jaarverslagen van het College staat kapitein J. Van Delft Jr met vlagnummer R78 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:

*   1849, 1851 van de bark “Johannes Marinus”     320 last varend voor F.H. von Lindern te Alblasserdam

 

Bouma025 vermeldt J.van Delft als gezagvoerder gedurende:

*   1839-1843 van het fregat “Jonge Jan”, gebouwd in 1830 aan de Kinderdijk te Alblasserdam, 490 ton o.m., varend voor reder C.Smit te Alblasserdam;

*   1841-1842 op de bark “Jonge Cornelis”(sic), gebouwd in 1840 te Alblasserdam, 346 ton o.m., varend voor Kuijper, van Dam & Smeer te Rotterdam;

*   1842-1845 op het fregat “Johannes Marinus”, gebouwd in 1841 te Elshout, 610 ton o.m., varend voor Hoogewerf & Chabot te Rotterdam;

*   1845 t/m 1854(sic) op hetzelfde schip maar nu voor F.H.von Lindern te Alblasserdam;

en J.van Delft Cz gedurende

*   1850-1853 op de bark “Kon.Ned.Yachtclub”, gebouwd in 1849 te Elshout, 625 ton o.m., varend voor F.H.von Lindern te Alblasserdam;

*   1852-1853 op de bark “Schelde”, gebouwd in 1851 te Zierikzee, 658 ton o.m., varend voor J.de Jonge & Keller te Zierikzee;

*   1853-1854 op de bark “Souburg”, gebouwd in 1851 te Alblasserdam, 690 ton o.m., varend voor F.H.von Lindern te Alblasserdam;

*   1853-1855 op de bark “Voorwaarts”, gebouwd in 1852 te Alblasserdam, 706 ton o.m., varend voor C.G.van der Lee te Alblasserdam

     Er zijn overlappingen in gezagvoerderschap op de “Jonge Jan” en de “Jonge Cornelis” resp“ Johannes Marinus” en de “Koninklijke Nederlandsche Yachtclub” Kennelijk zijn er twee personen met dezelfde naam en was de een lid van Zeemanshoop en de ander van de Maatschappij tot Nut der Zeevaart. De opgaven bij Bouma slaan kennelijk op de beide broeders met dezelfde namen Ik meen dat de opgaven uit de Amsterdamsche Almanak voor Koophandel en Zeevaart001 de juiste zijn voor de hier behandelde Johannes Cornelis. De overlappingen zouden dan op conto van de andere kapitein Johannes Cornelis komen.

 

Overige bijzonderheden

Ik ben J.van Delft Cz bij verschillende schepen en gezagvoerders tegengekomen als reder te Overschie. Zie bv. Arie Jacobszoon van Duijn die voer op de schepen “Jan van Schaffelaar” en “Vice Admiraal Gobius” (zie bij van Duijn).

 

 

Datum vanaf: 1853
Kapitein: Delft, Jan Cornelisz van
Overige informatie: 0

Familiegegevens en opleiding

Geen

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

G.F.Bus was met vlagnummer R209 was in de periode 1846 t/m 1859 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In het Jaarverslag 1859 van de Maatschappij tot Nut der Zeevaart (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat hij in 1859 is overleden. In hetzelfde Jaarverslag staat dat de vader van wijlen kapitein G.F.Bus een uitkering heeft gekregen van f 25,- voor 6 maanden. Hieruit zou te concluderen zijn dat zijn vader de gerechtigde voor een Maatschappijuitkering is geweest, en dat kapitein Bus ongetrouwd (of als weduwnaar?) is overleden. Tevens is te concluderen (vanwege die 6 maanden uitkering) dat Kapitein Bus c. juni 1859 is overleden058.

In het Jaarverslag 1866 van het College staat vermeld dat zijn vader in 1866 is overleden058.

De schepen van de kapitein

In de Jaarverslagen van het College staat kapitein G.F.Bus met vlagnummer R209 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:

  • 1849 van de bark “Jonge Jan”  256 last  varend voor C.Smit te Alblasserdam
  • 1851 van de bark “Nijverheid” 330 last  varend voor C.G. van der Lee te Alblasserdam
  • 1855, 1858 van de bark “Voorwaarts” 373 last  varend voor C.G. van der Lee te Alblasserdam.

 

Bouman025 vermeldt G.F.Buss als gezagvoerder gedurende:

  • 1847 t/m 1848 op de bark “Zorgvliet”, gebouwd in 1853 te Alblasserdam, 278 ton o.m., varend voor Gebr. Hendrichs & Co te Amsterdam
  • 1849 t/m 1851 op het fregat “Jonge Jan”, gebouwd in 1830 aan de Kinderdijk te Alblasserdam, 490 ton o.m., varend voor reder C.Smit te Alblasserdam;
  • 1852 t/m 1853 van de bark “Nijverheid”, gebouwd in 1851 te Kinderdijk, 670 ton o.m., varend voor C.G. van der Lee te Alblasserdam;
  • 1855 t/m 1859 op de bark “Voorwaarts”, gebouwd in 1852 te Alblasserdam, 706 ton o.m., varend voor C.G. van der Lee te Alblasserdam.

 

Overige bijzonderheden

G.F.Buis (sic) vertrok op 11 november 1852 vanuit Hellevoetsluis met de “Nijverheid” en een contingent van 5 officieren en 150 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 25 februari 1853 na een reis van 106 dagen065.

Dordrecht, 16 juni 1851

12 juni is te Alblasserdam met het beste gevolg te water gelaten het barkschip Nijverheid, 670 ton, gevoerd zullende worden door kapitein G.F. Bus, gebouwd door den scheepsbouwmeester F. Kloos, voor rekening eener reederij onder directie van den heer C.G. van der Lee alhier.

Bron: www.grotezeilvaart.nl

 

Datum vanaf: 1854
Kapitein: Bus(S), G.F.

Familiegegevens en opleiding

Eeltje L.Kerkstra werd geboren te Schiermonnikoog op 15 januari 1818 als zoon van Lourens Teunis Kerkstra en Reintje Eltjes Hoeksma, particuliere.

Hij trouwde te Rotterdam op 18 mei 1842 met Anna Magdalena Bos, geboren op 26 mei 1822 te Amsterdam, particulier, dochter van Gerrit Barends Bos, kapitein in de stoomvaart, en Trijntje Jansen, wonende beiden te Travemünde an der Lübeck.005. Anna overleed op 08 oktober 1885 te Schiermonnikoog

Eltje overleed te Rio Grande Del Sol op 30 augustus 1872. Hij wordt vermeld als “gezagvoerder”.060.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

E.L.Kerkstra was met vlagnummer R367 in de periode 1853 t/m 1872 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.

E.L.Kerkstra was in 1865 afwisselend commissaris van de Maatschappij058.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

Geen

 

De schepen van de kapitein

In de Jaarverslagen van de Maatschappij tot Nut der Zeevaart (Maritiem Museum, Rotterdam) staat kapitein E.L.Kerkstra met vlagnummer R367 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:

*    1855, 1858                     van de bark “Nijverheid”         354 last     voor van der Lee te Alblasserdam

*    1859, 1862 t/m 1864    van de bark “Voorwaarts”       373 last     voor C.G. van der Lee te Alblasserdam

*    1865 t/m 1867               geen vermelding van schip en boekhouder

 

E.L Kerkstra maakte de volgende reizen005:

*    Johanna Louisa    1852                Rotterdam - Semarang                                                 diversen

*    Nijverheid             1859                Semarang - Rotterdam                                                 suiker, koffie

*    Voorwaarts           1861                Passaroeang - Rotterdam                                             suiker, koffie

 

Bouma025 vermeldt E.L. Kerkstra als gezagvoerder gedurende:

*    1853 op de schoenerbrik “Johanna Louisa” ex Mathilda Louisa, gebouwd in 1848 te Middelburg, 134 ton n.m., varend voor van Overzee & Co te Rotterdam;

*    1854 t/m 1860 op de bark “Nijverheid”, gebouwd in 1851 te Kinderdijk, 670 ton n.m., varend voor C.G.van der Lee te Alblasserdam;

*    1860 t/m 1865 op de bark “Voorwaarts”, gebouwd in 1852 te Alblasserdam, 706 ton n.m., varend voor C.G.van der leer te Alblasserdam. In 1865 gestrand en als wrak verkocht.

      Zeetijdingen  April 1865  -  “Voorwaarts” kapitein E.L. Kerkstra  “Gestrand als wrak verkocht en ?”

*    1869 t/m 1872 van de 3/msch “Anna Magdalena”, gebouwd in 1868 te Hoogezand, 212 ton o.m., varend voor J.A.Hooites te Hoogezand.

 

Overige bijzonderheden

E.L.Kerkstra verzorgde per 22 december 1853 vanuit Nieuwediep met de “Nijverheid” een troepentransport van 6 officieren en 130 manschappen naar Nederlands Oost-Indië. Hij arriveerde te Batavia op 10 april 1854 na een reis van 109 dagen065.

 

De bark “Voorwaarts”” onder kapitein E.L.Kerkstra meldt op 06 juli 1863 het vertrek uit Montevideo naar de “South Sea” geen verdere gegevens. Hazelhoff Roelfsema meldt een vermoedelijke Kaap Hoorn rondeing van E-W.121

 

Zierikzeesche Courant 19 maart 1864

Op 18 maart 1864 is te Brouwershaven binnengekomen de “Voorwaarts”. Kapitein E.L.Kerkstra, komend van Batavia en met bestemming Rotterdam.

 

 

Datum vanaf: 1859
Kapitein: Kerkstra, Eltje Lourensz

Afbeeldingen


Omschrijving: VOORWAARTS
Collectie: Stichting Nederlandse Kaap Hoorn-vaarders
Vervaardiger: Onbekend *
Onderwerp: Bouwtekening

Omschrijving: VOORWAARTS
Collectie: Stichting Nederlandse Kaap Hoorn-vaarders
Vervaardiger: Onbekend *
Onderwerp: Bouwtekening
Algemene informatie

1865

JC 160565
Soerabaja, 4 mei. Aangekomen VOORWAARTS, gez. J. Dencher van Kadangouwer, gezeild 13 april.
JC 140765
Vertrokken van Soerabaja, 6 juli, GUSTAAF ADOLF, gezagvoerder J. Dencher naar Poeloelaut.


1866

JB 200166
Invoer te Batavia. Van Koetey per Nederlands Indische bark
GUSTAAF ADOLF, gez. Dencher, agent Landberg en Zoon. 65 pik. rotting, 308 stukken gutta percha, Agenten.  
JB 030266
Van Batavia vertrokken, 2 februari, de Nederlands Indische bark
GUSTAAF ADOLF, gez. Dencher naar Samarang.
SAB 090266
Samarang, 5 februari. Aangekomen de Nederlands Indische bark
GUSTAAF ADOLF, Dencher van Batavia de 2de februari vertrokken.
SAB 160266
Samarang, 11 februari. Vertrokken de Nederlands Indische bark
GUSTAAF ADOLF, J. Dencher naar Koetei.
JC 180566
Kolenmijn Pelarang en Koetei.
In maart werden aan Z.M. stoomschepen HAARLEMMERMEER en MADURA verstrekt tezamen 115 ton, alsmede aan de Nederlands Indische barken
GUSTAAF ADOLF en ALEXANDER respectievelijk 800 en 500 ton kolen.
JC 190666
Van Tontoli werd bericht, dat op den 18den april jl., des voormiddags ten 11 ure, aldaar van Koetei is aangekomen de bark
GUSTAAF ADOLF,  met een lading steenkolen, welke bestemd was voor Kema en Ambonia. Het aandoen van Tontoli geschiedde met het doel om hulp in te roepen tot blussen van een aan boord van dien bodem, door zelfontbranding van de lading kolen ontstane brand. Niettegenstaande alle aangewende pogingen om de brand meester te worden, was het schip op den 22sten d.a.v., des namiddags ten 4 ure, totaal afgebrand. Van de lading zijn slechts honderd krandjangs, en het grootste gedeelte van de inventaris kunnen gered worden. De gezagvoerder en bemanning van het verbrande schip werden op den 24sten mei jl., door Z.M. stoomschip STAVOREN, te Makasser aangebracht.
JC 140866
Zr. Ms. stoomschip STAVOREN deed op zijnen kruistocht in de Noordelijken ingang van straat Makasser, waarvan in het voorgaande verslag reeds melding is gemaakt, Tontoli aan, en stoomde van daar naar de Berouw-rivier, om een twaalftal inlanders af te zetten, die als getuigen in de zaak van een zeerover hadden gediend. In de nabijheid der rivier gekomen, ontdekte een uitgezondene sloep, een aantal sterk bewapende lippa-lippa. Alvorens zich al de gewapende sloepen konden verenigen, waren deze vaartuigjes over de ondiepten verdwenen. Na gedurende den nacht de monding der rivier te hebben afgesloten, werd den volgenden morgen tot onder Poelo-Pandjang gestoomd, en dat eiland met de gewapende sloepen onderzocht, welke er in slaagden om 10 mannen en 8 vrouwen, afkomstig van Soloksche rovers-vaartuigen in handen te krijgen. Drie der mannen werden door de aan boord aanwezige berouwenaars herkend als zonen van Sikadong, en bekenden zich aan mensen-roof en moord te hebben schuldig gemaakt; met uitzondering van zes vrouwen, welke geen schuld schenen te hebben, werden de gevangenen naar Makasser overgebracht, waar de STAVOREN de 3de april terugkeerde. Bij deze gelegenheid zijn 6 zogenaamde bintaks, rovers-prauwen, voorzien van borstweringen en een dubbele rij riemen, buit gemaakt. Uit het voorlopig verhoor der rovers is gebleken, dat de tripangvissers met hen heulen, weshalve de STAVOREN den 25sten april tot het doen van een tweede kruistocht naar die wateren vertrok. Verschillende langs de kust gelegene plaatsen werden bezocht, zonder echter iets van zeerovers te ontdekken. Vervolgens de Noordkust van Borneo bekruisende, trof men bij Poelo-Pandjang 22 prauwen aan, die, hoewel niet van passen voorzien, echter niets verdachts opleverden. Bij onderzoek is gebleken, dat de Soloksche zeerovers Sikadong en diens zonen in, dienst zijn van de sultan van Berouw, en zij veel invloed, uitoefenen op de tripangvissers. te Kapassa en Kaloempang had men in geruimen tijd niets van zeerovers vernomen. De STAVOREN keerde den 24sten mei van deze tweede toch inden Noordelijken ingang van straat Makasser terug. Op dezen tocht werden ook nog achtereenvolgens Tjinrana, Paré-Paré, Mamoedja, Pasang-Kaljoe en Pangalasiang bezocht. Op de terugreis werden te Tontoli aan boord genomen, ter overvoer naar Makasser de opvarenden van de N.I. bark GUSTAAF ADOLF, die bestemd was voor Amboina doch daar ter rede, ten gevolge van broeiing van een lading steenkolen uit de mijnen van Koeteij, verbrand was.
JC 140866
Zuid- en Ooster-afdeling van Borneo. In het begin van de maand september verliet de mijn-ingenieur Raat deze residentie, na vanaf het begin van februari van dit jaar met verschillende onderzoekingen aldaar belast te zijn geweest. Eerst verrichtte genoemde mijn-ingenieur een lokaal onderzoek tot oplossing der vraag, om beneden de mijn Oranje-Nassau enig punt op te sporen, waar de ontginning door eenvoudige middelen op de minst kostbare wijze aan den gang kan worden gehouden. De mijn-ingenieur Raat houdt zich nu te Buitenzorg bezig met de bewerking van het hierop betrekkelijk rapport. Tijdens zijn verblijf in dit gedeelte der residentie bezocht hij ook de grotten van den berg Baloe-Hopoe, ten N.N.O. van de mijn Oranje-Nassau, waarin zich belangrijke afzettingen van uitwerpselen van vleermuizen en zwaluwen bevinden; daar deze berg ver in het binnenland en verwijderd van enig afvoerweg is gelegen, zal voor alsnog van deze meststof geen partij kunnen getrokken worden. Gedurende de maand augustus begaf de mijn-ingenieur Raat zich naar de mijn Pelarang, in het rijk van Koelei, ten einde zich met de ingenieur van het stoomwezen Bertrand en de luitenant-ter-zee Boelen in kommissie te stellen tot een plaatselijk onderzoek of de Koelei-kolen voor gebruik en vervoer geschikt zijn of kunnen worden gemaakt, en speciaal in hoeverre zij onderhevig zijn aan zelf-ontbranding. Deze kommissie werd door de Regering gevormd, naar aanleiding van het verbranden der schepen GUSTAAF ADOLF en PIETER JOHANNES: het eerste ter hoogte van Toli—toli, het tweede in de baai van Kajéli, welke schepen, toebehorende aan den contractant Van Hulstijn, elk met ongeveer 800 ton Koetei kolen beladen waren. Het bleek de kommissie, dat de oorzaak der zelf-ontbranding niet aan de hoedanigheid der kolen te wijten was, maar aan dé omstandigheden, dat bedoelde schepen, wegens hun diepgang, gedeeltelijk op de rede buiten de geul hadden geladen, waarbij door belanghebbenden verzuimd werd, de nodige maatregelen te nemen tot drooghouding en doelmatige lading der kolen. Over de aard der Koetei-kolen bracht de kommissie een zeer gunstig verslag uit, dat spoedig, voor zover nodig, zal bekend gemaakt worden. – Overzicht der verrichtingen van de Ingenieurs van het mijnwezen (ten vervolge van ons nummer van 28 september jl.) . Java, Patjitan.

 

Kroniekberichten

Toon kroniekberichten
Akten

Kantongerecht Sliedrecht Archiefnummer NAHaag 3.03.37.137.28

foto 0387 - 0393

Cedule
Naam schip VOORWAARTS

plaats en datum acte eigendomsbewijs, Sliedrecht, 10 maart 1853

type schip bark

bouwwerf/verkoper

gevoerd door kapt.

eigenaar/aankoper zie bijlage

te voeren door kapt. Jan van Delft

grootte in tonnen 373 lasten

tuigage/aantal dekken 3 masten, 2 dekken

afmetingen

kiellegging

tewaterlating gebouwd te Alblasserdam

plaats / datum registratie Papendrecht, 9 maart 1853

nummer van registratie deel 18, blad 7 recto vakken 1 en 2

notaris Mr. Antonie Paulus Weggeman Guldemont, kantonrechter te Sliedrecht

prijs

bijzonderheden: Getoond wordt de bijlbrief; het schip ligt thans te Alblasserdam


researcher/datum research: FM 04/1215

Bijlage bij acte 28 van 1853 van het schip VOORWAARTS

Eigenaren:

Cornelis Gijsbertus van der Lee, Alblasserdam 3/32e part
Cornelis Smit, Alblasserdam 12/32e part
Floris Kloos, Alblasserdam 2/32e part
Rudolf Mees en Zonen, Rotterdam 2/32e part
Martinus van Wesenbeek, Rotterdam 2/32e part
Johannes Lodewijk Koch, Rotterdam 1/32e part
Pieter Godefridus Callenfels, Delft 1/32e part
Johannes Frederik Kalkman, Dordrecht 1/32e part
Willem Adriaan Viruly Verbrugge, Gorinchem 1/32e part
Kornelis van Houweninge van Sprang, Gorinchem 1/32e part
Louiza Stuurmans (wed. Schatsman), Gorinchem 1/32e part
Neeltje Jacob van der Lee (wed. J. de Koning Knijff)
Oudewater 1/32e part
Jan Cornelisse Tukker, Gijbeland 1/32e part
Jan Smit Corneliszoon, Alblasserdam 1/32e part
Johannes Tulleners, Alblasserdam 1/32e part
Jan van Delft Corneliszoon, Rijnsburg 1/32e part





researcher/datum research: FM 04/1215

Naam VOORWAARTS
Archiefinstelling Nationaal Archief Den Haag
Jaar 1853
Toegang 3.03.37
Inventaris 137

Bronnen

Jaar: 1853
Bron: NA-Den Haag
Omschrijving: CEDULE Archiefnummer Kantongerecht Sliedrecht 3.03.37.137.28
Documentatie Stichting Nederlandse Kaap Hoorn-vaarders (SKHV), w.o. collectie Hoedemaker/Smit/Suyk