Familiegegevens en opleiding
Dirk Smit werd geb./ged op 15 juni 1811 te Groningen (of Westerhoek) als zoon van de Nederlands Hervormde Cornelis Smit en Egberdina Jacobs Oomkes. Hij woonde te Alblasserdam en later te Rotterdam-Kralingen o.a. aan de Oudendijk nr. 45. Hijn trouwde te Rotterdam op 29 april 1835 met Maria van Nooyen, geboren 15 juli 1813 te Rotterdam als dochter van de Nederlands Hervormde Klaas van Nooyen en Anna Franke, tapster. Hijoverleed op 15 maart 1865 als gezagvoerder aan boord van het schip “Dorothea Henriëtte”, zeilende in de Indische Oceaan 36o54 ZBr. en 72o48’OL aan de gevolgen van Apeptexia (sic)005.
NRC 12 juni 1865114
Advertentie. Heden ontving ik het treurig bericht dat mijn hartelijk geliefde echtgnoot Derk Smit, gezagvoerder van het barkschip DOROTHEA HENRIETTE, op zijn reis naar Samarang de 15e maart j.l. aan boord van genoemde bodem, toen zeilende in de Indische Zee, in de ouderdom van bijna 53 jaren is overleden. Wat ik, mijn kinderen en behuwd zoon aan de brave man en vader verliezen, zal ieder beseffen, die de waardige overledene heeft gekend. – Enige kennisgeving.
Kralingen, 10 juni 1865 Wed. D. Smit, M. van Nooijen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
D.Smit was met vlagnummer R114 in de periode 1841 t/m 1865 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In het Jaarverslag 1865 van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat hij in 1865 is overleden058.
De schepen van de kapitein
In de Jaarverslagen van de Maatschappij staat kapitein D.Smit met vlagnummer R114 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:
1849 van de bark “Maria Magdalena” 213 last varend voor W. Bunge & Co te Roterdam
1851 van de bark “Dorothea Henriette” 221 last varend voor W.Bunge & Co te Rotterdam
1855 geen schip en reederij vermeld
1858, 1859,
1862 t/m 1864 van de bark “Dorothea Henriette” 221 last varend voor W. Bunge & Co te Rotterdam
D.Smit was in 1849 gezagvoerder op de “Maria Magdalena”062.
Bouma025 vermeldt D.Smit als gezagvoerder gedurende:
-
* 1842 t/m 1845 van de bark “Adelaar”, gebouwd in 1835 te Kinderdijk, 221 ton o.m., varend voor W.Smit Jr te Rotterdam. Het schip ging in 1845 over naar rederij Bonke & Co te Rotterdam en herdoopt in “Gerardina”;
-
* 1845 t/m 1847 van de bark “Hong Kong”, gebouwd in 1845 te Elshout, 260 ton o.m., varend voor C.Smit te Alblasserdam;
-
* 1848 t/m 1850 op de bark “Maria Magdalena”, gebouwd in 1847 te Alblasserdam, 403 ton o.m., varend voor W.Bunge & Co te Rotterdam
-
* 1851 t/m 1856 op de bark “Dorothea Henriëtte”, gebouwd in 1850 te Alblasserdam, 419 ton o.m., varend voor W.Bunge & Co te Rotterdam;
* 1858 t/m 1865 op hetzelfde schip en voor dezelfde reder. Het schip werd verkocht aan W.Pont te Edam en herdoopt in “Pieter”.
Overige bijzonderheden
Dirk Smit was schipper op de “Dorothea Henriette” en zeilde op 23 juni 1860(?) ’s morgens 4.15 uur op 48o35’NBr en 18o17’WL. Zijn 1e stuurman was Johannes Bartholomeus van Eldijk, 30 jaar, geboren en wonende te Rotterdam. Zijn 2e stuurman was Johan Jacob Benjamin van Ort, 25 jaar, geboren en wonende te Nijmegen (Bron: Gemeentearchief van Rotterdam, Burgerlijke Stand Overlijden Rotterdam 1860 Deel C.Folio 165, aktenr. 2268).
Met hetzelfde schip lag hij op 09 juni 1859 op de rede van Semarang (?) met dezelfde twee stuurlieden (Bron: Idem Deel C Folio 165 aktenr. 2269)062a.
In “Nederlanders to Northeastern Wisconsin. A genealogical resource for Dutch immigrants to the Little Chute, Wisconsin Area”, 2nd edition, door John L Petit, 1999, Uitg. Fox Valley Genealogical Society Appleton, Wisconsin.(Cent. Bur. Genealogie, code US/Wis/C/Petit) staat de opgave dat de bark “Maria Magdalena” onder kapitein D.Smit op 26 maart 1848 van Hellevoetsluis uitvoer en te New York arriveerde op 08 mei na een reis van 44 dagen. Aan boord een groep Nederlandse landverhuizers.
Datum vanaf: |
1850 |
Kapitein: |
Smit, Dirk |
Overige informatie: |
0 |
Familiegegevens en opleiding
Geen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
C.J.D.Hulshoff was met vlagnummer R125 in de periode 1855 t/m 1900 lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.
C.J.D.Hulshoff was in 1873 afwisselend commissaris van de Maatschappij058.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In het Jaarverslag 1900 van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat hij in dat jaar is overleden058.
De schepen van de kapitein
In de Jaarverslagen van de Maatschappij staat kapitein C.J.D.Hulshoff met vlagnummer R125 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:
* 1855 van de bark “Dorothea Henriette” 221 last varend voor W.Bunge & Co te Rotterdam
* 1858, 1859 van de bark “Luconia” 319 last varend voor Bonke & Co te Rotterdam
* 1862 t/m ’66 van het fregat “Loevesteijn” 389 last varend voor Bonke & Co te Rotterdam
* 1867 van het fregat “Erasmus” 680 last varend voor Bonke & Co te Rotterdam
* 1874, 1877, 1878, 1880 t/m 1883, 1885 t/m 1888, 1890 t/m 1899 geen vermelding van schip en boekhouder
Bouma025 vermeldt C.D.J.Hulshoff als gezagvoerder gedurende:
* 1857 van de bark “Dorothea Henriëtte”, gebouwd in 1850 te Alblasserdam, 419 ton o.m., varend voor W.Bunge & Co te Rotterdam;
* 1857 t/m 1862 van de bark “Luconia”, gebouwd in 1849 te Schiedam, 604 ton o.m., varend voor Bonke & Co te Rotterdam;
* 1863 t/m 1867 van het 3/msch “Loevestein”, gebouwd in 1854 te Schiedam, 736 ton o.m., varend voor Bonke & Co te Rotterdam. Het schip werd in 1867 verkocht naar Bremen;
* 1868 t/m 1873 van het 3/mschip “Erasmus” ex Dharwar, gebouwd in 1860 te Waldoboro, 1238 ton o.m., varend voor Bonke & Co te Rotterdam. Het schip werd in 1873 verkocht naar Noorwegen.
Overige bijzonderheden
C.J.D.Hulshof vertrok op 05 april 1858 vanuit Hellevoetsluis met de “Luconia” en een transport van 3 officieren en 125 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 17 augustus 1858 na een reis van 134 dagen. Onderweg was 1 manschap en 1 officier overleden065.
Zierikzeesche Courant dd 20 februari 1864
Op 17 februari 1864 is te Brouwershaven binnengekomen de “Loevestein” onder kapitein C.J.D.Hulshoff van Batavia naar Rotterdam. Aan boord waren de passagiers luitenat ter zee J.L.Inckerl; J.J.Ruijs en J.H. van Boven (kapt. Kwartiermeester)
Familiegegevens en opleiding
Dirk Smit werd geb./ged op 15 juni 1811 te Groningen (of Westerhoek) als zoon van de Nederlands Hervormde Cornelis Smit en Egberdina Jacobs Oomkes. Hij woonde te Alblasserdam en later te Rotterdam-Kralingen o.a. aan de Oudendijk nr. 45. Hijn trouwde te Rotterdam op 29 april 1835 met Maria van Nooyen, geboren 15 juli 1813 te Rotterdam als dochter van de Nederlands Hervormde Klaas van Nooyen en Anna Franke, tapster. Hijoverleed op 15 maart 1865 als gezagvoerder aan boord van het schip “Dorothea Henriëtte”, zeilende in de Indische Oceaan 36o54 ZBr. en 72o48’OL aan de gevolgen van Apeptexia (sic)005.
NRC 12 juni 1865114
Advertentie. Heden ontving ik het treurig bericht dat mijn hartelijk geliefde echtgnoot Derk Smit, gezagvoerder van het barkschip DOROTHEA HENRIETTE, op zijn reis naar Samarang de 15e maart j.l. aan boord van genoemde bodem, toen zeilende in de Indische Zee, in de ouderdom van bijna 53 jaren is overleden. Wat ik, mijn kinderen en behuwd zoon aan de brave man en vader verliezen, zal ieder beseffen, die de waardige overledene heeft gekend. – Enige kennisgeving.
Kralingen, 10 juni 1865 Wed. D. Smit, M. van Nooijen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
D.Smit was met vlagnummer R114 in de periode 1841 t/m 1865 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In het Jaarverslag 1865 van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat hij in 1865 is overleden058.
De schepen van de kapitein
In de Jaarverslagen van de Maatschappij staat kapitein D.Smit met vlagnummer R114 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:
1849 van de bark “Maria Magdalena” 213 last varend voor W. Bunge & Co te Roterdam
1851 van de bark “Dorothea Henriette” 221 last varend voor W.Bunge & Co te Rotterdam
1855 geen schip en reederij vermeld
1858, 1859,
1862 t/m 1864 van de bark “Dorothea Henriette” 221 last varend voor W. Bunge & Co te Rotterdam
D.Smit was in 1849 gezagvoerder op de “Maria Magdalena”062.
Bouma025 vermeldt D.Smit als gezagvoerder gedurende:
-
* 1842 t/m 1845 van de bark “Adelaar”, gebouwd in 1835 te Kinderdijk, 221 ton o.m., varend voor W.Smit Jr te Rotterdam. Het schip ging in 1845 over naar rederij Bonke & Co te Rotterdam en herdoopt in “Gerardina”;
-
* 1845 t/m 1847 van de bark “Hong Kong”, gebouwd in 1845 te Elshout, 260 ton o.m., varend voor C.Smit te Alblasserdam;
-
* 1848 t/m 1850 op de bark “Maria Magdalena”, gebouwd in 1847 te Alblasserdam, 403 ton o.m., varend voor W.Bunge & Co te Rotterdam
-
* 1851 t/m 1856 op de bark “Dorothea Henriëtte”, gebouwd in 1850 te Alblasserdam, 419 ton o.m., varend voor W.Bunge & Co te Rotterdam;
* 1858 t/m 1865 op hetzelfde schip en voor dezelfde reder. Het schip werd verkocht aan W.Pont te Edam en herdoopt in “Pieter”.
Overige bijzonderheden
Dirk Smit was schipper op de “Dorothea Henriette” en zeilde op 23 juni 1860(?) ’s morgens 4.15 uur op 48o35’NBr en 18o17’WL. Zijn 1e stuurman was Johannes Bartholomeus van Eldijk, 30 jaar, geboren en wonende te Rotterdam. Zijn 2e stuurman was Johan Jacob Benjamin van Ort, 25 jaar, geboren en wonende te Nijmegen (Bron: Gemeentearchief van Rotterdam, Burgerlijke Stand Overlijden Rotterdam 1860 Deel C.Folio 165, aktenr. 2268).
Met hetzelfde schip lag hij op 09 juni 1859 op de rede van Semarang (?) met dezelfde twee stuurlieden (Bron: Idem Deel C Folio 165 aktenr. 2269)062a.
In “Nederlanders to Northeastern Wisconsin. A genealogical resource for Dutch immigrants to the Little Chute, Wisconsin Area”, 2nd edition, door John L Petit, 1999, Uitg. Fox Valley Genealogical Society Appleton, Wisconsin.(Cent. Bur. Genealogie, code US/Wis/C/Petit) staat de opgave dat de bark “Maria Magdalena” onder kapitein D.Smit op 26 maart 1848 van Hellevoetsluis uitvoer en te New York arriveerde op 08 mei na een reis van 44 dagen. Aan boord een groep Nederlandse landverhuizers.
Familiegegevens en opleiding
Harmen Visser werd geboren te Schiermonnikoog op 25 augustus 1823 als zoon van IJsbrand Remkes Visser en Stijntje Harmens Smids.
Hij trouwde 19 januari 1853 te Schiermonnikoog met Greetje Remts Feyes, geboren te Schiermonnikoog op 02 oktober 1825 als dochter van Remt Feyes en Catharina Maria Kruizinga. Zij overleed (volgens de Dorpsbode 38(14):1984.Bijdrage 6), samen met andere bemanningsleden, in juni 1881 bij het vergaan van de bark “Nieuwediep” waar haar man gezagvoerder was op weg van Nederlands Oost Indië naar Nederland. “Voor zover de lichamen werden gevonden werden zij in Rangoon begraven”.
Harmen Visser overleed op Ameland op 25 december 1904.
Kinderen: Stijntje Flugger (geboren Visser), IJsbrand Remkes (Ijs) Visser, Catharina Geertruida Visser, Ijsbrand Remkes Visser, Feije Remt Visser
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
H.IJ. Visser was met vlagnummer 29 in de periode 1859 t/m 1887 (dus vanaf de oprichting) lid van het Schiermonnikoger zeemanscollege “De Herkenning”.
Hij was met vlagnummer 4 in de periode 1877 t/m 1881 lid van het Helderse zeemanscollege “Goede Bedoeling”.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt H.Y.Visser als gezagvoerder gedurende:
* 1859 t/m 1865 van de schoenerkof “Maria” ex J.H.Graaf van Rechteren, gebouwd in 1845 te Hoogezand, 103 ton, varend voor C.Pauw te Edam. Het schip werd in 1865 te Delfzijl geveild en verkocht voor f 4.050,-. Het schip vaart dan verder onder de naam “Catharina”;
* 1867 t/m 1872 van de bark “Pieter” ex Dorothea Henriëtte, gebouwd in 1850 te Alblasserdam, 419 ton, varend voor W.Pont te Edam;
* 1872 t/m 1879 van de bark “Söderhamn” ex Doelwijk, gebouwd in 1856 bij Smit te Slikkerveer, 847 ton, varend voor W.Pont te Edam;
* 1880 t/m 1881 van de bark “Nieuwediep” ex Aliquis, gebouwd in 1854 te Quebec, 1125 ton, varend voor W.Pont te Edam. 2 juni 1881: “Nabij Rangoon gestr. en wrak.” (Sweys);
Handelsblad “Amsterdam 09 juni 1881. Volgens bericht van de Ned. Consul te Rangoon is het Nederlandsche schip “NIEUWEDIEP”, kapitein H.Y.Visser, in de nabijheid dier plaats gestrand en uit elkander gevlogen”.
“Rangoon 13 juni 1881. Het schip “NIEUWEDIEP” van Moulmain naar het Kanaal met hout, is op de kust van Krishna totaal verongelukt. Dadelijk na het bekend worden dezer scheepsramp vertrok de sleepboot Salmeen derwaarts, maar bracht slechts eenige sparren mede, daar men niet in de nabijheid van het wrak kon komen. Men vermoedt dan ook dat ook met de zware eb, welke alhier in dit seizoen heerscht, het grootste gedeelte der lading naar zee zal drijven. Men meldt, dat de 3e stuurman en een man der equipage zijn verongelukt.”
“Rangoon 27 juni 1881. De sleepboten uitgegaan om het wrak van het schip “NIEUWEDIEP” binnen te brengen zijn onverrichter zake teruggekeerd. De geborgen inventaris is voor R.4000 verkocht.”
Voorgaande drie berichten uit Hoedemaker.
Overige bijzonderheden
Bremer094 vermeldt de stranding van de bark “Soderham” op 05 november 1876 in het Westgat, varend onder gezag van H.Y.Visser.
In de Scheepstijdingen van de Harlinger Courant dd 12 januari 1878 staat het volgende bericht096:
Uitgegaan:
“Texel 9 Jan. Söderhamn, H.Y.Visser, Amerika.”
Familiegegevens en opleiding
Gerrit Oostervink werd geboren te Edam op 21 april 1817 als zoon van Jan Oostervink en Maria Boele.
Volgens een militiecertificaat uit de Huwelijkse Bijlagen was hij bij de inloting boerenknecht, en zijn vader koorndrager. Hij diende 5 jaar bij het bataljon Jagers en werd daarna ontslagen. Zijn fysieke omschrijving was: lengte 1 el/6pm/5dm/7st; aangezigt rond; voorhoofd hoog; oogen blaauw; neus ordinair; mond idem; haar zwart; wenkbr. idem; merkbare tekenen geen.
Hij trouwde op 24 december 1848 (acte 42) te Edam als stuurman ter koopvaardij met Maretje Rijswijk, geboren op 07 mei 1821 te Edam als dochter van Cornelis Rijswijk, watermolenaar, en Maretje Nopman. Zij overleed te Edam op 04 februari 1850 in de St.Jansstraat Wijk 4, nr. 180. Haar echtgenoot is dan nog aangeduid als stuurman ter koopvaardij.
Gerrit hertrouwde op 06 februari 1853 te Edam als koopvaardijkapitein met Zwaantje Smit, weduwe van Jan Jansz Kroon, winkelierster, geboren op 10 september 1820 te Edam als dochter van Reinier Smit, schipper, en Ebeltje Carels. Volgens het Bevolkingsregister van Edam woonde het gezin in de Groote Kerkstraat W3 Nr.9 te Edam. Inwonend was Maria Boele, de moeder van Gerrit, geboren op 03 januari 1782 te Workum en te Edam overleden op 09 oktober 1868. Het gezin vertrok op 23 juni 1869 naar Haarlem. Gerrit wordt aangeduid als “schipper buitengaats”. Per november 1869 keerde het gezin terug vanuit Haarlem en woonde aan de Voorhaven Wijk 5 nr. 105. Als beroep van Gerrit is nu “tapper” aangegeven. Een ander adres is de Voorhaven Wijk 4, nr. 191. Gerrit overleed aldaar op 25 oktober 1883 en Zwaantje Smit vertrok naar het Jan van Wallendalplein W2 nr. 94a in Edam. Zwaantje overleed te Zaandam op 04 oktober 1898 des voormiddags 09. uur in Wijk H nr. 569.
Gerrit overleed te Edam op 25 oktober 1883.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
G.Oostervink was met vlagnummer 11 in de periode 1877 t/m 1883 effectief lid van het Helderse zeemanscollege de “Goede Bedoeling”.
Een G.Oostervink was effectief lid van het zeemanscollege “Voorzorg” te Nieuwe Pekela met vlagnummer 124 in de periode 1858 t/m 1862.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt G.Oostervink als gezagvoerder gedurende:
* 1854 t/m 1857 van de kof “Pieter” ex Johanna de Vries”, gebouwd in 1826 te Nieuwendam, 117 ton o.m., varend voor W.Pont te Edam;
* 1858 t/m 1868 van hetzelfde schip maar nu varend voor de Wed. Pont te Edam;
* 1869 van hetzelfde schip maar nu varend als kapitein/eigenaar vanuit Edam. Het schip voer in 1870 voor H.H.Koster te Pekela en was herdoopt in “Argus”;
* 1870 t/m 1872 van de schoenerbrik “Stad Edam” ex Alida Pronk, ex baron van Hall, gebouwd in 1856 te Sappemeer, 184 ton o.m., varend voor W.Pont te Edam;
* 1873 t/m 1879 van de bark “Pieter” ex Dorothea Henriëtte, gebouwd in 1850 te Alblasserdam, 419 ton o.m., varend voor W.Pont te Edam;
* 1880 t/m 1883 van de bark “Minerva”, gebouwd in 1840 te Middelburg, 752 ton o.m., varend voor W.Pont te Edam.
Overige bijzonderheden
Geen
Familiegegevens en opleiding
Cornelis Adrianus Flugger werd geboren te Amsterdam op 26 oktober 1845 als zoon van Cornelis Flugger en Pieternella Jacoba van der Polder.
Hij trouwde op 07 januari 1875 te Den Helder met Stijntje Visser, geboren op 19 november 1854 te Schiermonnikoog als dochter van Harmen IJsbrands Visser en Grietje Remts Remts Feijes. Zij overleed in 1883 op zee.
Ook Cornelis overleed in 1883 op zee. Zijn vrouw voer kennelijk met haar man mee op hun laatste reis op de bark “Waterloo”
Ontleend aan H.D.Teensma, Schiermonnikoger Geslachten, 1989 en Genlias.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
C.A.Fluggers was met vlagnummer 39 effectief lid van het Helderse zeemanscollege de “Goede Bedoeling” in de periode 1879 t/m 1883
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt C.A.Flugger als gezagvoerder gedurende:
* 1880 t/m 1883 van de bark “Pieter” ex Dorothea Henriëtte, gebouwd in 1850 te Alblasserdam, 419 ton o.m., varend voor S. van Gijn te Nieuwediep;
* 1883 van de bark “Waterloo” ex General Putman, gebouwd in 1862 te Boston USA, 1290 ton o.m., varend voor W.Pont te Edam. Het schip werd vermist in 1883 op reis van Pensacola naar Amsterdam;
Overige bijzonderheden
Geen
Familiegegevens en opleiding
Feye Remts Coerkamp werd geboren op 19 januari 1854 te Hoogezand/Martenshoek als zoon van Jan Eltjes Coerkamp (vlagnummer 5) en Jacoba Abramina Geerts Borst.
Hij huwde op 15 november 1877 te Schiermonnikoog als gezagvoerder met Jacoba Wielema, geboren op 02 januari 1854 te Schiermonnikoog als dochter van Ruurd Melles Alberts Wielema en Maaike Tammes Meyer. Zij overleed op 14 januari 1937 te Schiermonnikoog.
Feye Remts, wonende op Schiermonnikoog, overleed te Amsterdam op 17 januari 1889 in het Buitengasthuis, kanton 3 nr.144 op de leeftijd van 34 jaar.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
F.Coerkamp was met vlagnummer 56 effectief lid van het Schiermonnikoger zeemanscollege “De Herkenning” in de periode 1880 t/m 1889
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt F.Coerkamp als gezagvoerder gedurende:
* 1881 t/m 1883 van de bark “Holland” ex Zaanstroom, gebouwd in 1854 te Amsterdam, 583 ton o.m., varend voor W.H. de Wolf te Amsterdam. Het schip werd in 1883 verkocht voor de sloop;
* 1884 van de bark “Pieter” ex Dorothea Henriëtte, gebouwd in 1850 te Alblasserdam, 419 ton o.m., varend voor S. van Gijn te Nieuwediep;
* 1885 t/m 1886 van de bark “Dina” ex St.Jean Baptiste, gebouwd in 1868 te Bordeaux, 411 ton o.m., varend voor van Gijn & Co te Nieuwediep;
* 1887 t/m 1889 van het 3/mschip “President van Rijckevorsel”, gebouwd in 1856 te Krimpen aan de IJssel, 851 ton o.m., varend voor E.J.Bok & Zn te Amsterdam.
Portret van de “President van Rijckevorsel” onder kapitein F.R.Dobbinga uit 1891 staat op p. 115 van het boek Het Schiermonnikoger Zeemanscollege en Pensioenfonds door Ron R. van Staveren c.s., Schiermonnikoog 2009, 444 pp
Portret is eigendom van dhr J.R.Niemandsverdriet.
Overige bijzonderheden
Correspondentie van J.Teensma, de auteur van de stukjes in de Dorpsbode (zie 062), met nabestaanden van Schiermonnikoger kapiteins. Dit archief was midden 2005 in bewerking bij de heer R.E. van Staveren te Wilnis. Deze mailde mij een brief dd 08 juni 1986 van T.G.Coerkamp te Amsterdam aan J.Teensma, waarin de opmerking:
“Mijn vader en zijn beide broers Jan Eltjes en Ruurd hebben … weinig verteld, tendele omdat hun vader (mijn grootvader dus) al vroeg is overleden op 35 jarige leeftijd naar ik meen en mijn grootmoeder Jacoba Ruurds Wielema met 4 kinderen achter liet. Wel heeft zij mij het een en ander verteld over haar eigen jeugd, zij voer als 16 jarig meisje mee aan boord van het schip van haar vader – de brigantijn : Drie Vrienden”- waarop (R.M.A.Wielema) kapitein was. Zij vertelde van Leningrad en andere Oostzee-havenplaatsen. Van dat schip heb ik een crayon tekening van 1855 in het bezit – voor mij een kostbaar iets. Bij een aangetrouwde nicht hangt een schip waarop naar ik meen mijn grootvader als kapitein voer. … “
Familiegegevens en opleiding
In de Bevolkingsregisters 1870-1880 en 1880-1917 komt geen vermelding voor van een G.H.Smit.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
G.H.Smit was met vlagnummer 11 in de periode 1885 t/m 1893 effectief lid van het Helderse zeemanscollege de “Goede Bedoeling”.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt G.H.Smit als gezagvoerder gedurende:
- * 1885 t/m 1886 van de bark “Pieter” ex Dorothea Henriëtte, gebouwd in 1850 te Alblasserdam, 419 ton o.m., varend voor S. van Gijn te Nieuwediep. Het schip werd in 1886 verkocht voor de sloop.
In de ledenlijsten van de Amsterdamsche Almanak voor Koophandel en Zeevaart staat G.H.Smit in de jaargangen 1885 t/m 1887 vermeld met het schip “Pieter”, in de jaargangen 1887 t/m 1890 met het schip “Christine” en in de jaargang 1891 t/m 1892 met het schip “Willem en Coen”. In de jaargangen 1893 en 1894 wordt geen schip meer vermeld.
Overige bijzonderheden
Geen
|