Familiegegevens en opleiding
Lammert Klazens de Vries werd geboren te Lemmer op 21 juli 1788.
Hij was getrouwd met Johanna Christina Sandberg, geboren te Ystad op 04 november 1792 en overleden in 1833. Hij hertrouwde op 15 juli 1835 met Sophia Folmina Muller, geboren te Sappemeer in november 1816. Hij trouwde voor de derde maal met Catharina Anna Elisabeth Noorda, geboren te Sappemeer op 12 april 1809. Deze hertrouwde na het overlijden van Lammert in juli 1853 met Gerrit Ram em overleed op 05 september 1886.118
Lammert overleed in 1851 en bij zijn overlijden is als woonplaats Naardeen vermeld.003 en 118
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
L.C.de Vries (adres C.Biben) werd met vlagnummer 172 per 18 juli 1826 ingeschreven als effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop op voordracht van kapitein M.G.Biben. Als zijn schip is vermeld de “Johanna de Vries”. Toegevoegd is “overleden” 002.
Lammert de Vries, oud 33 jaar, wonende te Nieuwendam, "voerende het aldaar nieuw gebouwde kofschip de twee gebroeders Zeylstra ...", wordt in de Algemene Ledenvergadering van Zeemanshoop van 11/18 juli 1826 voorgedragen/benoemd tot effectief lid op voordracht van C.F.Jansen op verzoek van M.G.Biben. Zijn vlagnummer wordt 172023. Bouma025 vermeldt geen schip met de naam "Twee Gebroeders Zeylstra" maar wèl de kof "Gebroeders Zeylstra (geen bouwjaar en tonnage) en varend voor H.F.Zeylstra De kapitein in 1827-1828 was L.de Vries (wat is nu de juiste naam van dit schip? De notulen van de Algemene Ledenvergadering van 11 juli 1826 vermeldt het van stapel lopen van de “Gebroeders Zeylstra” te Nieuwendam)
Hij werd deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop per 05 december 1826.003
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 30 oktober 1851 wordt een uitkering aangevraagd door C.A.E.Noorda, de weduwe van kapitein L.C. de Vries, die in de vergadering dd 27 november 1851 wordt toegekend ingaande 01 november 1851.042.
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 28 juli 1853 staat de melding van A.C.Noorda, de vroegere weduwe van L.C. de Vries, dat zij is hertrouwd met Gerrit Ram en derhalve bedankt voor de uitkering.042.
In de Bestuursvergadering van Zeemanshoop wordt vermeldt dat op 29 mei 1879 de uitkering van de wed. Ram-Noorda wordt hersteld ingaande 01 augustus 1879.118
In de notulen van de Algemene Vergadering van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop staat de mededeling dat aan de weduwe van L.C. de Vries per 01 november 1851 een uitkering is toegekend. In de notulen dd 13 september 1853 is een brief vermeld van C.A E. Noorda, vroeger weduwe L.C. de Vries, dat zij is hertrouwd met Gerrit Ram en derhalve bedankt door de uitkering.023.
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van College Zeemanshoop in Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
172 1826-1827 kof de gebroeders Zeylstra H.F.Zeylstra
1828 kof Johanna de Vries geen opgave
1829-1831 kof Johanna de Vries M.G.Biben
1832-1835 kof Johanna de Vries C.Biben
103 1836-1845 kof Johanna de Vries idem
1846 geen vermelding van schip en boekhouder
1848-1850 schoner De Jonge Walraven Boissevain & Co
Bouma025 vermeldt L.C. de Vries als gezagvoerder gedurende:
* 1820 t/m 1825 van de smak “Johanna Christina”, gebouwd in 1811, bouwlocatie niet vermeld, 84 ton o.m., geen vermelding van eigenaar, varend vanuit Groningen. Het schip is 1 maal te Harlingen geregistreerd met hennep vanuit Riga.
* 1827 t/m 1828 van de kof “Gebroeders Zeylstra”, gebouwd in 1826 te Nieuwendam, geen tonnage genoemd, varend voor H.F.Zeylstra, geen thuishaven genoemd;
* 1829 t/m 1848 van de kof “Johanna de Vries”, gebouwd in 1826 te Nieuwendam, 117 ton o.m., varend voor C.Biben te Amsterdam. Het schip voer in 1849 voor W.Pont te Edam en was herdoopt in “Pieter”.
* 1848 t/m 1851 van de 2 mast schoener “Jonge Walraven”, gebouwd in 1847 te Muiden, 132 ton o.m., varend voor Boissevain & Co te Amsterdam.
In het Archief van de Waterschout op het Stadsarchief van Amsterdam bevinden zich monsterrollen op naam van kapitein Lammert Claesen de Vries als gezagvoerder van de:
“Johanna Christina”, dd 28 februari 1823, 10 januari 1825;
“Gebroeders Zeylstra", dd 29 september 1826; 05 juni 1827 en 25 oktober 1827;
“Johanna de Vries”, dd 09 september 1829; 16 maart 1830, 26 februari 1831; 17 februari 1832; 13 juni 1832; 08 september 1832; 05 juli 1834; 15 augustus 1835; 21 mei 1836; 04 februari 1837; 14 november 1837 en 05 september 1828.
Overige bijzonderheden
Leeuwarder Courant 31 maart 1820114
Harlingen. ….....Den 27 dito ….Uitgezeild het smakschip de JONGE CORNELIS DE HAAN, kapt. Jan J. Siedses, met ballast op avontuur; het tjaIkschip de VROUW MARGARETHA, kapt. A.H. Stuur, met aardappels naar Noorwegen, het kofschip de VROUW ZWAANTJE, kapt. Jan J. Kortrijk, met ballast op avontuur; het smakschip de VIER GEZUSTERS, kapt. Roelof G. Oostra; de kofschepen JOHANNA CHRISTINA, kapt. Lammert G. de Vries; de JONGE CORNELIS, kapt. Jelle H. van der Laan, alle drie met pannen naar de Oostzee……….
Rotterdamsche Courant 29 juni 1820114
Te Rotterdam in lading liggende schepen naar:
…Bordeaux: het Koffschip JOHANNA CHRISTINA, kapt. Lammert Klaas de Vries.
Adres ten Kantore van Hudig en Blokhuijzen….
Rotterdamsche Courant 03 mei 1821114
Rotterdam den 2 mei. Den 30 passato (opm: verleden [maand]) arriveerde te Helvoetsluis het schip JOHANNA CHRISTINA, L.C. de Vries, van Ebeliton (opm: mogelijk Ebeltoft) in Jutland; de wind NNO.
Den 1 zeilde het schip l'ANNETTE, J. Willems, naar Bilbao: de wind NW.
Rotterdamsche Courant 19 juni 1821114
Rotterdam, 18 juni. …
…..Den 16 zeilden de JOHANNA CHRISTINA, L.C. de Vries, naar Dublin; de JAMES JERSEIJ, J. Foreman, en de GEORGE, J. Dobic, naar Grenstmouth (opm: vermoedelijk Grangemouth), en de GOEDE HOOP, M. Heere, naar Fero (opm: mogelijk Faro). ….
Rotterdamsche Courant 24 juli 1821114
Rotterdam, 23 juli. Van Den Briel wordt van den 23 gemeld: den 22 zeilden de EARL OF CLANCARTY, F.F. Gibbs, en THREE SISTERS, W. Frost, naar Londen, en arriveerde de JOHANNA CHRISTINA, L.C. de Vries, van Dublin…..
Rotterdamsche Courant 07 augustus 1821114
Te Rotterdam in lading liggende schepen naar:
....Dublin: het Kofschip JOHANNA CHRISTINA, kapt. L.C. de Vries.
Adres ten kantore van Hudig en Blokhuizen….
Rotterdamsche Courant 04 september 1821114
Rotterdam, 3 september.
….Den 3 arriveerden de DRIE GEBROEDERS, R. Rasmussen, van Bandholm; de COLUMBUS, J.B. Schackel, van Dantzig (opm: Gdansk), en zeilden ZELDEN RUST, P. Gorter, naar Bergen; de GEERTRUIDA, T. Ouwehand, naar Stockton; de TAETER, W. Graij, naar Teneriffe; de MERCURE, P. Roger, naar Fitseroe (opm: niet te traceren); de FICTORIE (opm: waarschijnlijk: VICTORY), W. Barcham, naar Alnmouth; de NAIAD, J. Hampseed, naar Leith, en de JOHANNA CHRISTINA, L.C. de Vries, naar Bristol; de wind Z.W.
Rotterdamsche Courant 10 november 1821114
Rotterdam, 9 november. Van Helvoetsluis wordt ….
….Van den 9 wordt gemeld: de drie schepen, waarvan te voren gemeld, zijn POMERANIA, J.C. Wendt, van Wolgast, als bijlegger op order; JOHANNA CHRISTINA, L.C. de Vries, van Nieuwpoort; ANNA SOPHIA, F. Tupper, van Bergen; des namiddags zeilden ELIZABETH, J. Browlie, naar Glasgow; CATWIJK, H. van Duijn, naar Batavia, en arriveerde de KROONPRINS VAN ZWEDEN,, J. Peters, van Wolgast.
Rotterdamsche Courant 08 januari 1822114
Rotterdam, 7 januari. Van Den Briel wordt van den 5 gemeld: den 5 zeilden de CONCORDIA, S. Swart, en de MARGARETHA, J. Verdoes, naar Bordeaux; SERAPHINE, A. Guithomat, en ZOÉ, J. Barbedienne, naar St. Malo; de VROUW ANTJE, O.G. Stuit, naar Fécamp; de HOPENDE VISSER, G.A Masson, naar Newry; de ANNA SOPHIA, F. Tupper, en de JOHANNA CHRISTINA, L.C. de Vries, naar Belfast; de FORTUNA, H. Kolff, naar Nantes; de DRIE VRIENDEN, A.R. de Groot, naar Bayonne; de JOHANNA EN WILHELMINA, D. Mooijekind, naar Hull, en arriveerde de SPECULATION, J. Serck, van Bergen.
Den 6 zeilde the LEO, L. Waterhouzen, naar St. Ubes.
Den 7 arriveerden de VROUW ROLPHINA, J.K. Bolhuis, van Ekernfoerde, en de VROUW ROLLINA, B.J. Jaski, van St. Petersburg.
Rotterdamsche Courant 04 april 1822114
Rotterdam, 3 april. Van Vlissingen wordt van den 28 maart gemeld: ….
….Van den 27 tot heden zijn, voor Antwerpen bestemd, op onze rede aangekomen de JUFVROUW MEES, G.L. Doornbos, van Liverpool; de DRIE VRIENDEN, A.R. de Groot, van Bayonne; LOUISE, D.T. Budig, van Bordeaux; JOHANNA CHRISTINA, L.C. de Vries, van Liverpool, en de TWEELINGEN, J.G. Wiersma, van Liverpool…..
Rotterdamsche Courant 25 mei 1822114
Rotterdam, 24 mei. Van Vlissingen meldt men den 18 mei dat sedert onze laatste van Antwerpen de Schelde afgekomen en naar zee gezeild zijn de VROUW ACHINA, D. Dijkers, naar …; de ZEELUST, J.K. Mulder, naar Hamburg, JOHANNA CHRISTINA, L.C. de Vries, naar Hull; de VROUW ALMINA, S. Jacobus, naar de Oostzee, en de EENDRAGT, B.H. Cappen, naar …
Leeuwarder Courant 27 september 1822114
Harlingen.
….Den 14 dito binnen gekomen de smakschepen de JUFFER FOKKELINA, kapt. H.L. Dokter, ALLEGONDA HILLEGINA, kapt. Egge E. Kuilema, beide met hout van Noorwegen; met schade en lekkage het galjasschip DIE VRIENDEN, kapt. Friedrich Beijer, met pijpestaven enz, van Holminder naar Londen gedestineerd het smakschip JOHANNA CHRISTINA, kapt. Lammert C. de Vries, met hennep van Riga…..
Leeuwarder Courant 15 oktober 1822114
Harlingen.
….Den 3 dito binnen gekomen het kofschip de VROUW ANNEGINA, kapt. J.P. Hergens,met hout van Noorwegen. Uitgezeild de kofschepen ONDERNEMING, kapt. J.J. Seeman, VRIENDSCHAP, kapt. C.W. Stuit, en JOHANNA CATHARINA, kapt. L.K. de Vries; de smakschepen de VROUW CATHARINA, kapt. A.E. Pot, de JUFFER FOKKELINA, kapt. H.L. Dokter, alle met ballast op avontuur…..
Er is verwarring omtrent de initialen, maar vanwege het lidmaatschap van De Herkenning ga ik uit van M.K.
Familiegegevens en opleiding
Minne Gnodde werd geboren 26 juli 1823 te Harlingen als zoon van Kleis Gnodde en Berber Pieters Broersma.
Hij trouwde op 30 december 1847 te Ameland met Trijntje Rijpstra, geboren op 16 augustus 1824 te Nes op Ameland als dochter van Evert Sipkes Rijpstra en Grietke Leenderts Mosterman. Zij overleed te Harlingen op 26 september 1848 twee dagen na de geboorte van haar dochtertje Trijntje Gnodde. De baby overleed een maand later op Ameland op 18 oktober 1848
Hij hertrouwde op 22 december 1850 te Purmerend als stuurman met Trijntje de Vries, geboren te Purmerend op 24 mei 1831 als dochter van Jan de Vries, metselaar, en Jansje Brinkerink. Bij het huwelijk waren als getuigen aanwezig Geert Gnodde, scheepskapitein, 45 jaar, oom van de bruidegom uit Nieuwendam en Zacharias Prins, scheepskapitein, 47 jaar, uit Amsterdam.
Het echtpaar kreeg 7 kinderen, allen te Purmerend, te weten Jacob (30 augustus 1851), Geert (24 januari 1853), Jansje (17 december 1854), Pieter (12 oktober 1856), Pieter (31 oktober 1857), Trijntje (3 november 1860) en Gerdina Margaretha (06 juni 1862). Een aantal malen werd de aangifte van de geboorten gedaan door een geneesheer/vroedmeester vanwege de afwezigheid van de vader, die op zee was. De adressen tijdens de geboorten waren verschillend en wel 1851 - huis op de Baan; 1853 – Kanaalschans 1066; 1854 – Vijverbuurt 259; 1856 – Kanaalkade; 1857 – Kanaalkade 990; 1860 en 1862 – Kanaalkade 38, Wijk A.
Bij de aangifte van de geboorte van Geert in 1853 was aanwezig de koopvaardijkapitein Haaike Faber, oud 33 jaar.
Een overlijdensakte van Trijntje de Vries is niet te Purmerend gevonden in de periode 1872 t/m 1940.
Minne overleed op 25 februari 1879 te Purmerend als tapper op de Kanaalkade nr.38, Wijk A. Vermeld is dat hij eerder weduwnaar was van Trijntje Everts Rijpstra en thans echtgenoot van Trijntje de Vries. Zijn overlijden werd aangegeven door o.a. Haaike Faber te Purmerend, 59 jaar, van beroep logementhouder.
Zijn overlijden werd aangegeven door o.a. Haaike Faber te Purmerend, 59 jaar, van beroep logementhouder.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
M.K.Gnodde was met vlagnummer 34 in de periode 1860 t/m 1879 lid van het Schiermonnikoger zeemanscollege “De Herkenning”.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
M.K.Gnodde was gezagvoerder gedurende025:
* 1852 t/m 1862 van de 2-mast schoener “Jonge Walraven”, gebouwd in 1847 bij P.Pauw te Muiden, 132 ton, varend voor Boissevain & Co te Amsterdam.
08 oktober 1862. “Verongelukt in de Middell.zee” (Sweys);
* 1864 t/m 1868 van de brik “Anna Cecilia”, gebouwd in 1863 bij Hooites te Hoogezand, 189 ton, varend voor B.W.Kaars Sijpesteyn te Krommenie (Bouma zegt K.M.);
* 1869 t/m 1877 op hetzelfde schip maar nu varend voor P.H.Kaars Sijpesteyn te Krommenie.
In lijst van uit de vaart geraakte schepen in 1877 in Sweys wordt vermeld: “Brik Anna Caecilia kapitein M.K.Gnodde. 28 februari 1877 Te Pt.Trou (St.Dom) verong.”
Handelsblad 07 april 1877: “Amsterdam 6 April. Kapt. Gnodde, gevoerd hebbende het bij Petit Trou verongelukte Ned. schip Anna Cecilia, meldt bij brief St.Domingo dd 15 Febr. aangaande die schipbreuk nog de volgende bijzonderheden. Nadat het schip den 14den Januari op ongeveer 19 Duitsche mijlen van St.Domingo was gestrand en wij zwemmende aan wal waren gekomen, hadden wij een tent opgeslagen, teneinde overdag tegen de brandende zon en ’s nachts tegen de zware regens beschermd te zijn; de inboorlingen kwamen ’s nachts gewapend om ons van de weinige goederen die wij geborgen hadden, nog te beroven, en waren wij genoodzaakt ons van een paar goede revolvers, die wij gelukkig gered hadden, te bedienen. Een brief naar den consul te St.Domingo gezonden om hulp te vragen bleef 11 dagen onderweg, zoodat dan ook eerst op de 31ste Januari de schoener Pensacola kwam opdagen om ons af te halen. Den volgenden dag scheepten wij ons in en zetten zeil naar hier; maar tot op een mijl afstand van de plaats waar de Anna Cecilia gebleven was genaderd zijnde, strandde de schooner en mag het als een wonder beschouwd worden, dat niemand onzer daarbij het leven verloor. Thans was het uitzicht op redding al zeer gering en slechts aan de goede gezindheid van eenige houthakkers, die mij een paard afstonden, waarmede ik door struik en bosch eenige op 12 Eng. mijlen gelegen woningen bereikte, had ik het te danken dat ik een boot bekwam waarmede wij (12 in getal) den 5den Februari vertrokken en na 6 etmalen 18 à 20 Duitsche mijlen, bijna zonder voedsel en drinken tegen wind en stroom opgewerkt te hebben, eindelijk te St.Domingo bereikten.” (Hoedemaker en Handelsblad)
Overige bijzonderheden
De brik “Anna Cecilia” onder kapitein M.K.Gnodde was te Texel op 25 september 1866 en daarna op 02 februari 1867 te Valparaiso, dus via een ronding van Kaap Hoorn. Op 20 mei was het schip in Montevideo en was dus weer Kaap Hoorn gerond. De aankomst te Antwerpen is niet geregistreerd maar in Montevideo aangekondigd.121
Het Archief van de Kooplieden, Scheepsreders en Assuradeurs Boissevain & Co te Amsterdam, Stadsarchief 647-138 bevat een verslag getiteld: Reglement van Averijen overkomen aan het Nederlandsch schoener schip Jonge Walraven, kapitein M.K.Gnodde op de reize van Amsterdam naar Malta en Patras laatst van Gibraltar.”
Het schip vertrok van Amsterdaam op 04 december 1861 en voer via Portland naar Gibraltar. Aankomst aldaar op 30 december 1861 en vertrek van daar op de 31ste . Het werd bij het uitzeilen geramd door een Engels stoomschip de “Egyptian”, waardoor schade aan bakboordzijde ontstond. Er moest continu gepompt worden. Op 01 januari 1862 kwamen experrts aan boord terwijl er toen 7 duim water stond. De schade werd opgenomen en daarna werd de ladin gelost. Op de 28ste werd het schip weer zeewaardig verklaard.
Hetzelfde Archief bevat een monsterrole dd 08 november 1861 van de schoner De Jonge Walraven met kapitein Menne Kleis Gnodde uit Purmerend, 38 jaar en als stuurman W.H. de Boer uit Ameland, 42 jaar.
In dossier 647-139 bevindt zich een handgeschreven verslag dd 02 oktober 1862 van kapitein Gnodde over het vergaan van de Jonge Walraven op een reis van Cephalonia naar Kopenhagen, geladen met krenten. Op 20 september 1862 voer het schip op de hoogte van Kaap Gate en ondervond zware stortzeeën. Het schip kapzeisde ove bakboord en zonk daarna. De bemanning ging vanuit een reddingboot over naar een Spaans kustvaartuig en arriveerde in Ovan/Oran in Barbarij.
Handelsblad 16 december 1852
Dover 12 Dec.
“Het schip de Jonge Walrave, Gnodde, van New Castle naar Trapani, is alhier met schade binnengekomen, zijnde op de hoogte van Dover aangezeild.”