De in de stad Groningen gebouwde JUFFROUW JOHANNA was een relatief grote en zeer brede kof. Deze werf ‘achter het Klein Poortje’ had niet het probleem dat het schip in Groningen door de Spilsluizen moest worden geperst, zoals de schepen uit Hoogezand / Veendam. Het schip had een breedte – lengte verhouding van 1:4, terwijl 1:4½ of zelfs 5 gangbaarder was. Het betekende – dus – een relatief breed maar daardoor niet snel schip en kennelijk ook goed gebouwd. Scheepsbouwer Swart hield er zelf een aandeel in en dat scheelt natuurlijk!
Die relatief geringe lengte legde in de praktijk beperkingen op. Korte reizen en lang laden en lossen waren voor een langzaam schip het meest efficiënt. Reizen voorbij de Golf van Biscaye kwamen dan ook nauwelijks voor. Alleen in 1820-1821 werden twee reizen gemaakt naar Zuid-Frankrijk resp. Italië. Dat moet een ‘noodsprong’ zijn geweest, want de vrachtenmarkt was in die tijd zeer slecht en menig schip lag opgelegd.
Tot 1829 heeft de kof vrijwel steeds in ‘zout’ gezeten, soms van Liverpool, meestal van Marennes naar Dordrecht of Antwerpen. Het was een indicatie dat het een goed schip was met weinig lekkages, zodat er weinig kans was dat de lading ‘wegsmolt’ en via de lenspompen het schip verliet. Het verlies was een risico voor de lading-eigenaar, die dus liever een droog schip had. Wanneer er door lekkage veel zout werd uitgepompt verloor de schipper tonnen lading, zodat ook hij minder betaald kreeg, want dat ging op basis van uitgelost gewicht.
Het schip was eigenlijk geen houtsleper, zodat deze soort lading in de JUFFROUW JOHANNA slechts sporadisch voorkwam. In de Oostzee was Riga voor de kof in de periode 1829-1834 een bekende haven. Van daar kwamen balken, soms planken, granen en hennep. Hennep werd verwerkt tot touw en zeilen en was nogal hygroscopisch. Bij nat worden door lekkage ging de lading zwellen en zo is menig schip gebarsten en gezonken. Een goedgebouwd schip werd daar op prijs gesteld!
Het is dan ook enigszins verwonderlijk dat het schip in 1835 aan kapitein-eigenaar D.K. de Grooth in Nieuwe Pekela werd verkocht, die kennelijk een zakelijke binding had met de houthandelaar-importeur Hubert Jans & Co in Harlingen. Het schip kreeg de naam HOUTHANDEL en maakte tussen begin juni en eind oktober 1835 maar liefst zes reizen naar Christiansand in Zuid-Noorwegen om met hout terug te keren. Dit is met circa 360 mijl de kortste afstand van Harlingen naar een exporthaven van hout. Het langzame schip werd derhalve optimaal gebruikt. Was de lengte van het ruim misschien zeer passend bij de lengte van het hout waardoor er weinig stuwverlies optrad? In 1837 8 reizen, 1838 10, enz. Dit bleef het vaarpatroon t/m 1849, waarbij de kof vanaf november tot februari-maart, afhankelijk van de ijssituatie, steeds in Harlingen in winterlaag lag.
Vanaf 1850 kreeg de kof als GIJSBERT JAN met een nieuwe eigenaar een ander vaargebied en andersoortige ladingen.
Het onlogisch lijkende grote verschil tussen de waarde van 825 gulden in 1835 en die van 5.375 gulden in 1850 behoeft enige uitleg. Uitgangspunt is, dat de waarde van een schip min of meer evenredig is aan hetgeen men ermee kan verdienen. De dertiger jaren van de 19e eeuw en zeker het begin was een slechte periode voor de scheepvaart. Schepen lagen opgelegd en nieuwe op speculatie gebouwde schepen bleven soms jaren op de helling staan voordat ze konden worden verkocht. Daarentegen was er eind 1849 juist veel vraag naar scheepsruimte als gevolg van de dreigende oorlog tussen Rusland en de Engelsen, Fransen en de Ottomanen. De Krim-oorlog duurde van 1853 tot 1856. Het lijkt erop dat de familie De Grooth zowel bij inkoop als verkoop van de HOUTHANDEL maximaal van de heersende omstandigheden heeft geprofiteerd!
Alternatief blijft het mogelijk dat bij de koop een deel in contanten is uitbetaald; helaas is dat niet te achterhalen
Dat de kof in september 1858 zwaar stootte waardoor het schip aan de grond moest worden gezet en op die manier na 42 jaar zijn einde vond is een respectabel afscheid. Die leeftijd is twee keer zo oud als dat schepen in die jaren gemiddeld werden.
1816
Op 28-02-1816 wordt voor de JUFFROUW JOHANNA door T.R. Swart uit Groningen een eerste zeebrief aangevraagd voor kapt. Hermanus J. Jeltes.
De opvarenden tijdens de eerste reis van de JUFFROUW JOHANNA:
Monsterrol: 1816-11
Datum: 13-03-1816
Scheepsnaam: Vrouw Johanna
Scheepstype: niet vermeld
Grootte: niet vermeld
Bewaarplaats: Groningen, Groninger Archieven (Groningen)
Achternaam
|
Voornaam
|
Rang
|
Gage
|
Woonplaats
|
Leeftijd
|
Boer, de
|
J.J.
|
matroos
|
niet vermeld
|
niet vermeld
|
20
|
Dusselje
|
Th.
|
matroos
|
niet vermeld
|
niet vermeld
|
17
|
Jeltes
|
Harmannus J.
|
kapitein
|
niet vermeld
|
niet vermeld
|
niet vermeld
|
Jeltes
|
M.
|
stuurman
|
niet vermeld
|
niet vermeld
|
27
|
Pottjewiet
|
A.M.
|
kok
|
niet vermeld
|
niet vermeld
|
18
|
Pottjewiet
|
E.M.
|
matroos
|
niet vermeld
|
niet vermeld
|
22
|
1817
RC 220417
Amsterdam, 20 april. Bij Torkö (opm: westzuidwest van Karlskrona), in Zweden, is gestrand het schip (opm: kof) JUFFROUW JOHANNA, kapt. H.J. Jeltes, van Rotterdam, met tien stukken (opm: vaten) genever, die geborgen zijn. Ook hoopt men het schip, ofschoon veel water inhebbende, af te brengen. (opm: zie RC 170617)
RC 060517
Amsterdam, 4 mei. Het bij Torkö (opm: westzuidwest van Karlskrona) gestrande schip de JUFFROUW JOHANNA, kapt. H.J. Jeltes, van Rotterdam, hoopte men af te brengen. Doch de kof VROUW WILHELMINA, kapt. H.J. Stijntjes (opm: kapt. Johannes Jans Stijntjes), van Antwerpen naar Pernau (opm: Pärnu, zie ook RC 290417), was wrak. Men was bezig de inventaris te bergen.
RC 170617
Amsterdam, 15 juni. In een brief van Elseneur van den 7 juni wordt gemeld, dat het bij Torkö (westzuidwest van Karlskrona) gestrande schip de JUFFROUW JOHANNA (opm: zie RC 150417), kapt. H.J. Jeltes, van Rotterdam, in vlot water gekomen was en naar Koppenhagen zou gebracht worden om te repareren.
1818
Op 6 maart 1818 wordt voor de JUFFROUW JOHANNA door T.R. Swart uit Groningen een nieuwe zeebrief aangevraagd voor kapt. Hermanus J. Jeltes.
1819
RC 180319
Te Rotterdam ligt in lading naar: Liverpool, het Kofschip de JUFFROUW JOHANNA, kapt. Hermannus J. Jeltes. Adres bij D. Burger en Zoon.
1820
Op 26-01-1820 wordt voor de JUFFROUW JOHANNA door T.R. Swart uit Groningen een zeebrief aangevraagd voor kapt. Hermanus J. Jeltes.
Monsterrol: 1820-27
Datum: 18-03-1820
Scheepsnaam: Jufvrouw Johanna
Scheepstype: kof
Grootte: niet vermeld
Bewaarplaats: Oude Pekela, Gemeentearchief (Nieuwe Pekela)
Achternaam
|
Voornaam
|
Rang
|
Gage
|
Woonplaats
|
Leeftijd
|
Boer, de
|
Lammert Andries
|
matroos
|
19
|
Nieuwe Pekela (NL)
|
niet vermeld
|
Gust
|
Geert M.
|
stuurman
|
30
|
Nieuwe Pekela (NL)
|
niet vermeld
|
Gust
|
Jans Hind.
|
matroos
|
20
|
Nieuwe Pekela (NL)
|
niet vermeld
|
Jeltes
|
Harmannus
|
schipper
|
niet vermeld
|
niet vermeld
|
niet vermeld
|
Mosterd
|
Jacob Eikes
|
kok
|
16
|
Nieuwe Pekela (NL)
|
niet vermeld
|
Schuuring
|
Reinder Jans
|
lichtmatroos
|
13
|
Nieuwe Pekela (NL)
|
niet vermeld
|
DC 270520
Dordrecht, 26 mei. Aan deze stad zijn gearriveerd de schepen WILHELMINA LAURENTIUS, kapt. J.J. Swart, van Rostock, en de JUFFROUW JOHANNA, kapt. H.J. Jeltes, van Libau (opm: Liepaja), beide met rogge.
DC 250720
Dordrecht, 24 juli. Aan deze stad zijn gearriveerd de schepen de GOEDE HOOP, kapt. P. de Best, van Hull, met ballast; de JUFFROUW JOHANNA, kapt. J. Jeltes (opm: kof, kapt. Harmannus J. Jeltes), van Marennes, met zout.
DC 031020
Dordrecht, 2 oktober. Aan deze stad zijn gearriveerd de schepen: de JUFFROUW JOHANNA, kapt. H.J. Jeltes van Isle d’Oleron met zout.
1821
Op 3 april 1821 wordt voor de JUFFROUW JOHANNA onder kapt. Hermanus J. Jeltes door T.R. Swart uit Groningen een Turkse Pas aangevraagd voor een reis naar Livorno.
RC 100321
Rotterdam, 9 maart. Den 7 dezer arriveerden te Helvoetsluis de schepen de JUFFROUW JOHANNA, H.J. Jeltes, de JONGE FREDRIK, B. de Jong, en IDA MARGARETHA, C. Ahlmann, van Cette (opm: Sète).
RC 240421
Rotterdam, 23 april. Den 21 zeilden van Helvoetsluis ZORG EN VLIJT, J.E. Swart, naar Marseille; de JUFFROUW JOHANNA, H.J. Jeltes, naar Livorno.
1822
Op 24-06-1822 wordt voor de JUFFROUW JOHANNA door T.R. Swart uit Groningen een nieuwe zeebrief aangevraagd voor een nieuwe kapitein, namelijk J.J. Tiddens.
Monsterrol: 1822-29
Datum: 03-08-1822
Scheepsnaam: Juffrouw Johanna
Scheepstype: niet vermeld
Grootte: niet vermeld
Bewaarplaats: Groningen, Groninger Archieven (Groningen)
Achternaam
|
Voornaam
|
Rang
|
Gage
|
Woonplaats
|
Leeftijd
|
Kaszens
|
A.
|
niet vermeld
|
niet vermeld
|
niet vermeld
|
20
|
Kolenbrander
|
P.
|
Kok
|
niet vermeld
|
niet vermeld
|
28
|
Tiddens
|
Jan Jacobs
|
Kapitein
|
niet vermeld
|
niet vermeld
|
niet vermeld
|
Tiddens
|
R.J.
|
Stuurman
|
niet vermeld
|
niet vermeld
|
26
|
Victor
|
A.
|
Matroos
|
niet vermeld
|
niet vermeld
|
25
|
Wiel, ter
|
A.A.
|
niet vermeld
|
niet vermeld
|
niet vermeld
|
25
|
RC 101022
Rotterdam, 9 oktober. Van Vlissingen meldt men den 5 oktober:
Sedert onze laatst zijn alhier ter rede gekomen de schepen la DAME COLETTE, F.P. Hoed, en de JUFVROUW JOHANNA (opm: JUFFROUW JOHANNA), J.J. Tiddens, van Liverpool.
RC 311022
Rotterdam, 30 oktober. Van Vlissingen meldt men van den 26 oktober:
Sedert onze vorige zijn van onze rede vertrokken de COMMERCIE VAN BRUSSEL (opm: COMMERCE, thuishaven Brussel), H.A. de Vries, naar Londen; de JUFVROUW JOHANNA (opm: JUFFROUW JOHANNA), J.J. Tiddens, naar Liverpool.
RC 071122
Rotterdam, 6 november. Uittreksel uit de Lloyd’s Lijst van den 5 november:
Den 1 november is te Ramsgate binnengelopen het schip WELLINGTON, Davis, van Ostende naar Newhaven, en te Dartmouth het schip JUFVROUW JOHANNA, Tidden (opm: JUFFROUW JOHANNA, J.J. Tiddens), van Antwerpen naar Liverpool.
1823
DC 300123
Vlissingen, 22 januari. Den 20 dezer zijn weder op onze haven gebracht: ALETTA SOPHIA, kapt. L.D. Pot, van Oporto, met stukgoederen; de JUFFROUW JOHANNA (opm: kof), kapt. J.J. Tiddens, van Liverpool, met klipzout.
DC 200523
Vlissingen, 8 mei. Sedert den 1 dezer zijn, voor Antwerpen bestemd, op onze rede aangekomen
JACOBA CATHARINA, kapt. A.E. Niehoff, van Cette (opm: Sète), met wijn en stukgoederen; de JUFFROUW JOHANNA (opm: kof), kapt. J.J. Tiddens, van Liverpool, met klipzout; beide naar Antwerpen gedestineerd.
DC 080723
Vlissingen, 10 juni. Sedert onze laatste zijn van Antwerpen de Schelde afgekomen en naar zee gezeild de JUFVROUW JOHANNA (opm: kof JUFFROUW JOHANNA), kapt. J.J. Tiddens, en la BELLE ALLIANCE (opm: pleit, thuishaven Brussel), kapt. O.A. Wilman, beide met boomschors naar Londen.
DC 070823
Vlissingen, 29 juli. Sedert onze laatste zijn, voor Antwerpen bestemd, op onze rede aangekomen de CLASINA MARGARETHA (opm: smak), kapt. J.R. Schippers, van Dantzig (opm: Gdansk), met potasch en weedasch; de JUFFROUW JOHANNA (opm: kof), kapt. J.J. Tiddens van Liverpool met klipzout.
DC 200923
Vlissingen, 9 september. Den 7 en 8 dezer zijn van Antwerpen de Schelde afgekomen en naar zee gezeild de volgende schepen, NEPTUNES (opm: kof NEPTHUNUS), kapt. W.M. Cramer en ARY EN CATHARINA, kapt. J. Vernes, naar Londen met boomschors; de JUFFROUW JOHANNA (opm: kof), kapt. J.J. Tiddens naar Milton met boomschors.
DC 111123
Vlissingen, 4 november. Voor Antwerpen bestemd de JUFFROUW JOHANNA (opm: kof), kapt. J.J. Tiddens, van Liverpool met klipzout.
1824
Op 09-07-1824 wordt voor de JUFFROUW JOHANNA door T.R. Swart uit Groningen een nieuwe zeebrief aangevraagd voor kapt. J.J. Tiddens.
DC 111124
Vlissingen, 6 november. Van den 3 dezer tot heden zijn, voor Antwerpen bestemd, op onze rede aangekomen de VROUW MAARTJE, kapt. J. Spangelberg, van Nissa, met oliën; de JUFFROUW JOHANNA, kapt. J.J. Tiddens, en l’UNION, kapt. J. Rickens, beide van Liverpool, met klipzout.
1825
DC 270125
Vlissingen, 22 januari. Van Antwerpen zijn de Schelde afgekomen en gisteren en heden van onze rede naar zee gezeild: DE MORGENSTAR (opm: kof MORGENSTER), kapt. H.F. Veen naar Liverpool, de JUFFROUW JOHANNA, kapt. J.J. Tiddens naar Liverpool met boomschors en meekrap.
DC 070425
Vlissingen, 2 april. Van Antwerpen zijn de Schelde afgekomen en van den 30 maart tot heden naar zee gezeild de TWEE GEBROEDERS, kapt. E.R. Borchers, naar Londen met boomschors; de VROUW ALBERDINA, kapt. H.K. Rentes met tarwe, naar Londen; de JUFFROUW JOHANNA, kapt. J.J. Tiddens, naar Bridgwater.
DC 070625
Vlissingen, 28 mei. Den 25 dezer is alhier ter rede gekomen het schip de JUFFROUW JOHANNA, kapt. J.J. Tiddens, van Liverpool met klipzout.
DC 230625
Vlissingen, 18 juni. Van den 14 dezer van Antwerpen de Schelde afgekomen en naar zee gezeild: DE JUFFROUW JOHANNA, kapt. J.J. Tiddens, naar Liverpool met ballast.
DC 110825
Vlissingen, 2 augustus. Ook zijn van den 31 juli tot heden voor Antwerpen bestemd op onze rede aangekomen: MATHILDE, kapt. G. van Groenendaal, van Amsterdam met ballast; NIEUWE UNION, kapt. J. van den Broecke, van Londen met stukgoederen; de JUFFROUW JOHANNA, kapt. J.J. Tiddens, van Liverpool met klipzout.
DC 100925
Vlissingen, 4 september. Van den 31 augustus tot heden zijn van Antwerpen de Schelde afgekomen en naar zee gezeild: de JUFVROUW TITSIA (opm: kof JUFFER TITIA), kapt. L.J. Besseling, naar Topsham met boomschors; de JUFFROUW JOHANNA, kapt. J.J. Tiddens, naar Bridgwater.
DC 311225
Vlissingen, 17 december. Naar Antwerpen bestemd: JOHANNA HAZINA, kapt. D.J. Jonge, DE JONGE LODEWIJK, kapt. H.A. Wagenaar, de JUFFROUW JOHANNA, kapt. J.J. Tiddens en CONSTANCE, kapt. P. van der Kerkhoven, alle vier van Liverpool met klipzout en katoen.
1826
DC 070326
Vlissingen, 14 februari. Den 18 februari van Antwerpen zijn de Schelde afgekomen, en van den 14 dezer tot heden van onze rede naar zee gezeild: De JUFFROUW JOHANNA, kapt. J.J. Tiddens; AURORA, kapt. B.J. Wilgers; DE JUFVROUW ANNA LUPPINA, kapt. B.H. Plukker, en CONSTANCE, kapt. P. van der Kerkhoven, alle vier naar Liverpool, met boomschors.
DC 010626
Vlissingen, 15 mei. Ook zijn, van den 20 dezer tot heden voor Antwerpen bestemd op onze rede aangekomen: De TROMP, kapt. R.J. Nolles, van de Marennes en De VROUW MARGARETHA, kapt. H.J. Veen, van Oléron, beide met zout; De JUFFROUW JOHANNA, kapt. J.J. Tiddens en De JONGE NIKOLAAS, kapt. H. Peters, beide van de Marennes met zout.
Op 05-07-1826 wordt voor de JUFFROUW JOHANNA door T.R. Swart uit Groningen een nieuwe zeebrief aangevraagd voor kapt. J.J. Tiddens.
DC 030826
Vlissingen, 23 juli. Van Antwerpen zijn de Schelde afgekomen, en sedert den 21 dezer van onze rede naar zee gezeild: LE CESAR, kapt. M. Schalk en de JUFFROUW JOHANNA, kapt. J.J. Tiddens, beiden naar Penzance met boomschors.
DC 070926
Vlissingen, 4 september. Van den 30 augustus tot heden zijn, voor Antwerpen bestemd, op onze rede aangekomen: DE JONGE JUFVROUW ELISABETH, kapt. C. Neurenberg, van Rio Grande met huiden; de JUFFROUW JOHANNA, kapt. J.J. Tiddens, van de Marennes met zout.
DC 021126
Vlissingen, 17 oktober. Van Antwerpen zijn de Schelde afgekomen, en van den 10 dezer tot heden van onze rede naar zee gezeild: DE JOSEPH, kapt. J.H. Arends, naar Belfast met boomschors; ELISA, kapt. J. Renken, naar Londen met haver; DE JUFFROUW JOHANNA, kapt. J.J. Tiddens, naar de Marennes met ballast.
DC 091226
Vlissingen, 5 december. Van 28 november tot heden zijn, voor Antwerpen bestemd, alhier ter rede gekomen: CONCORDIA, kapt. B.J. de Boer, van de Marennes met zout; DE JONGE JOHANNA, kapt. E. Ziffer, van Londen met ballast; L’UNION, kapt. J. Rickmers, van Bordeaux met wijn en stukgoederen; de JUFFROUW JOHANNA, kapt. J.J. Tiddens, van de Marennes met zout.
1827
Op 12 januari 1827 vraagt T.R. Swart voor de JUFFROUW JOHANNA onder kapitein J.J. Tiddens een Turkse Pas aan; de bestemming is hier niet vermeld.
MCO 250127
Vlissingen, 23 januari. Heden zijn in de haven alhier binnengekomen, DE VRIENDSCHAP, kapt. H.J. Ketelaar, van Genua, met koopmansgoederen, en de JUFFROUW JOHANNA, kapt. J.J. Tiddens; de eerste uit hoofde van het winterweer en de tweede wegens lekkage.
RC 260427
Rotterdam, 25 april. Van Antwerpen zijn de Schelde afgekomen en naar zee gezeild DE JUFFROUW JOHANNA, kapt. J.J. Tiddens, naar Topsham.
1828
Op 12-01-1828 wordt voor de JUFFROUW JOHANNA door T.R. Swart uit Groningen een nieuwe zeebrief aangevraagd voor kapt. J.G. Seifferts.
RC 181128
Rotterdam, 17 november. De 17e, des morgens, arriveerden te Helvoetsluis DE JONGE WILLEM, kapt. J. Hartwyk, van Liverpool en JUFFROUW JOHANNA, kapt. J.G. Seifferts, van Marennes.
DC 201128
Aan deze stad zijn gearriveerd de schepen de JUFFROUW JOHANNA, kapt. J.G. Seifferts, en ANNA SOPHIA, kapt. E.A. Beck, van Marennes met zout.
1829
RC 110429
Rotterdam, 10 april. De 10e dezer, des morgens, zeilde uit de Maas de JUFFROUW JOHANNA, kapt. J.G. Seifferts, naar de Oostzee.
RC 270829
Amsterdam, 25 augustus. Het schip de JUFFROUW JOHANNA, kapt. J.G. Seifferts, van Zaandam naar Riga, is, volgens brief van Marstrand van de 14e dezer, wegens tegenwind aldaar binnengelopen.
AH 030928
Carga-lijsten. Amsterdam, 1 september. DE JUFFROUW JOHANNA, kapt. J.G. Seifferts, van Riga.
1830
Op 03-04-1830 wordt voor de JUFFROUW JOHANNA door T.R. Swart uit Groningen een nieuwe zeebrief aangevraagd voor kapt. J.G. Seifferts.
1831
AH 140631
Vlie, 11 juni. Binnengekomen. MARIA, kapt. P.E. de Boer, van Riga; de JUFFROUW JOHANNA, kapt. G. Seifferts, van Riga, liggen quarantaine.
AH 110831
Vlie, 8 augustus. Binnengekomen: EENDRAGT, kapt. R.C. de Groot, JUFFROUW JOHANNA, kapt. J.G. Seifferts, GESINA, kapt. J.G. Postema, alle van Riga.
1832
Op 11-07-1832 wordt voor de JUFFROUW JOHANNA door T.R. Swart uit Groningen een nieuwe zeebrief aangevraagd voor kapt. J.G. Seifferts.
RC 180932
Rotterdam, 17 september. Den 16 dezer, des namiddags, arriveerde te Helvoetsluis: de JUFFROUW JOHANNA, kapt. J.G. Seifferts, van Liverpool.
1833
PGC 201233
Advertentie. In de maand januari 1834 zal ten overstaan van Mr. H. Trip, openbaar notaris te Groningen, publiek te koop worden gepresenteerd een kofschip, genaamd de VROUW JOHANNA, groot 122 ton, in 1816 te Groningen gebouwd, invoege door Jan Seifferts als kapitein is bevaren en thans in het Zalmgat te Rotterdam is liggende. (opm. de JUFFROUW JOHANNA werd pas in februari 1835 verkocht)
1834
DC 150334
Brielle, 13 maart. Heden morgen zeilden in zee: GEZINA JACOBA, kapt. J.J. Wever, naar Bergen; MARTINA JOHANNA, kapt. R.J. van Driesten, naar Greenock; LEMMER, kapt. J. Tammes, naar Stettin; JUFFROUW JOHANNA, kapt. J.G. Seifferts, naar Noorwegen.
AH 160434
Binnengekomen: Vlie, 13 april. VROUW JANTINA, kapt. K.E. Vos, van Droback; JUFFROUW JOHANNA, kapt. J.G. Seifferts en WILHELMINA, kapt. A.B. Visser, van Oosterisoer.
LC 060634
Harlingen. Binnengekomen: Den 28 mei, de kofschepen de JUFFROUW JOHANNA, kapt. J.G. Seifferts, en de VROUW SOPHIA, kapt. H.L. Kok, beide met hout van Noorwegen.
AH 090634
Uitgezeild: Vlie, 5 juni. EGBERTUS, kapt. L.E. Tiktak, naar Christiaansand; JUFFROUW JOHANNA, kapt. J.G. Seifferts, naar Holmstrand.
LC 100634
Harlingen. Uitgezeild: Den 4 juni het kofschip de JUFFROUW JOHANNA, kapt. J.G. Seifferts, met ballast op avontuur.
AH 140734
Uitgezeild: Vlie, 10 juli. IDA CORNELIA, kapt. G.E. Broekema, naar Dantzig; GEZINA, kapt. H.H. Veen, naar Stockholm; JUFFROUW JOHANNA, kapt. J.G. Seifferts, naar Larwich.
Op 06-08-1834 wordt voor de JUFFROUW JOHANNA door T.R. Swart uit Groningen een nieuwe zeebrief aangevraagd voor kapt. J.G. Seifferts.
AH 180834
Uitgezeild: Vlie, 13 augustus. VROUW BERTHA, kapt. H.J. Kreuter, naar Hull; ACTIEF, kapt. J.L. Meyer, naar Memel; JAN FREDRIK, kapt. H.H. Kok, naar Oosterisoer; VROUW LUBBEGINA, kapt. K.H. de Weerd en AMELINA, kapt. H.H. Naatje, naar Noorwegen; JUFFROUW JOHANNA, kapt. J.G. Seifferts, JACOBA, kapt. E.M. de Jonge en CONCORDIA, kapt. O.P. Smith, alle drie op avontuur.
AH 181134
Binnengekomen:
Vlie, 14 november. JUFFROUW JOHANNA, kapt. J.G. Seifferts; ALIDA, kapt. B.J. Jaski en JONGE YPE, kapt. E.J. Karst, alle drie van Dantzig.
AH 191134
Carga-lijsten Amsterdam: JUFFROUW JOHANNA, kapt. J.G. Seifferts, van Riga met balken en delen (opm: dikke planken).
1835
Nadat in januari 1834 was gepoogd de JUFFROUW JOHANNA te verkopen lukte dat eerst op 21 februari 1835. Koper voor de zeer lage prijs van 800 gulden werd kapt. Derk Klaasens de Grooth uit Nieuwe Pekela.
Op 4 mei 1835 vroeg D.K. de Grooth voor zichzelf een zeebrief aan voor zijn aanwinst HOUTHANDEL.
AH 130635
Uitgezeild:
Vlie, 10 juni. VRIENDSCHAP, kapt. P.N. Huizing, naar Petersburg; EGBERTUS, kapt. L.E. Tiktak, van Christiaansand; HOUTHANDEL (opm: kof, ex-JUFFROUW JOHANNA), kapt. D.K. de Grooth, op avontuur.
AH 030735
Binnengekomen:
Vlie, 30 juni. TWEE GEBROEDERS kapt. H.H. Sprik en MINERVA, kapt. P.S. Sass, van Petersburg; ANNA, kapt. H.J. Korter, ANNA MARIA, kapt. J.H. Kramer; GEZINA, kapt. R.A. Visser en MINERVA, kapt. F. Nieman, van Riga; VROUW ANTJE, kapt. G.A. Jonkhoff, van Koningsbergen; KNELSINA GEERDINA, kapt. R.R. de Jonge, van Dantzig; FORTUNA, kapt. P. Ryland, van Bergen; HOUTHANDEL, kapt. K.D. de Grooth en HARMONIE, kapt. H. Jans, van Christiaansand.
LC 070735
Harlingen. Binnengekomen: Den 29 juni, de kofschepen EGBERTUS, kapt. L.E. Tiktak, van Christiaansand, de JONGE DIRK, kapt. W.H. Mulder, van Oostrisoer, de IDA ALEIDA, kapt. O.J. Woldring, van Larwich, de HOUTHANDEL, kapt. K.D. de Grooth, van Christiaansand.
AH 110735
Uitgezeild:
Vlie, 8 juli. INDEPENDENT, kapt. C.F.B. Carssens, naar Memel; HOUTHANDEL, kapt. K.D. de Grooth en EGBERTUS, kapt. L.E. Tiktak, naar Christiaansand.
LC 280735
Harlingen. Binnengekomen: Den 24 juli de kofschepen VRIENDSCHAP, kapt. J. Klazen, van Memel, de HOUTHANDEL, kapt. K.D. de Grooth, van Christiaansand, en JACOBA HAZEWINKEL, kapt. J.G. Boon, van Memel.
LC 040835
Harlingen. Uitgezeild: Den 1 augustus, de kofschepen ANNEGINA, kapt. P.R. Huisman, EGBERTUS, kapt. L.E. Tiktak, en de HOUTHANDEL, kapt. K.D. de Grooth, alle drie naar Noorwegen.
AH 240835
Binnengekomen:
Vlie, 19 augustus. JOHANNA, kapt. J.A. Fries, van Tromsoe; HOUTHANDEL, kapt. K.D. de Grooth en VROUW ANTJE, kapt. H.D. de Grooth, van Christiaansand.
LC 250835
Harlingen. Binnengekomen: Den 19 augustus de kofschepen EGBERTUS, kapt. L.E. Tiktak, VROUW ANTJE, kapt. H.D. de Grooth, de HOUTHANDEL, kapt. K.D. de Grooth, alle drie van Christiaansand,
LC 010935
Harlingen. Uitgezeild: Den 24 augustus, de kofschepen CORNELIA, kapt. R.A. Oortjes, EGBERTUS, kapt. L.E. Tiktak, de HOUTHANDEL, kapt. K.D. de Grooth, en de VROUW ANTJE, kapt. H.D. de Grooth, alle vier naar Noorwegen.
LC 220935
Harlingen. Binnengekomen: Den 15 september, de kofschepen EGBERTUS, kapt. L.E. Tiktak, van Christiaansand, de TWEE GEBROEDERS, kapt. H.J. Zeven, van Drobach, en de HOUTHANDEL, kapt. K.D. de Grooth, van Christiaansand.
AH 290935
Binnengekomen:
Uitgezeild:
Vlie, 26 september. VROUW MAAIKE, kapt. E.J. Visser, naar Lübeck; HOUTHANDEL, kapt. K.D. de Grooth en EGBERTUS, kapt. L.E. Tiktak, naar Christiaansand;
LC 271035
Harlingen. Binnengekomen: Den 23 oktober, de kofschepen de HOUTHANDEL, kapt. K.D. de Grooth, van Christiaansand, en de VROUW JANTINA, kapt. G.G. Smit, van Dantzig.
1836
Op 22 februari 1836 vroeg D.K. de Grooth voor zichzelf een nieuwe zeebrief aan voor de HOUTHANDEL.
Ook in 1836 voor de HOUTHANDEL uitsluitend tussen Harlingen en Christiaansand.
PGC 251036
In het jaar 1835 zijn in Noorwegen 412 Nederlandse schepen aangekomen, welke voor een waarde van NLG 614.449 aan goederen hebben ingevoerd; het aantal schepen in genoemd jaar naar Nederland vertrokken heeft 531 bedragen, welke voor een waarde van NLG 1.964.124 hebben uitgevoerd.
De Nederlandse handel op Noorwegen is alzo, met opzicht tot 1834, wat de invoer betreft, niet verminderd en de uitvoer is toegenomen, waartoe de houthandel van uit Noorwegen vooral heeft bijgedragen, niettegenstaande de vooruitzichten tot een grotere uitvoer van hout in die streken minder gunstig waren dan in 1834, doch de verhoogde prijzen van dit artikel buiten 's lands hebben de plaatselijke hinderpalen overwonnen.
1837
In dit jaar werden door de HOUTHANDEL onder kapt. D.K. de Grooth acht reizen met hout gemaakt van Christiansand naar Harlingen
1838
Op 16 maart 1838 vroeg D.K. de Grooth voor zichzelf een nieuwe zeebrief aan voor de HOUTHANDEL.
De HOUTHANDEL maakte dit jaar zelfs tien reizen Christiansand / Harlingen.
1839
De HOUTHANDEL onder kapt. D.K. de Grooth deed dit jaar zeven reizen met hout van Christiansand naar Harlingen.
1840
Op 13 februari 1840 vroeg D.K. de Grooth uit Nieuwe Pekela een nieuwe zeebrief aan voor de HOUTHANDEL, nu gevoerd wordende door zijn zoon, kapt. Harm Derks de Grooth.
In 1840 werd zeven keer in Christansand geladen en tussendoor een keer in Oostrisoer, een 50 mijl dieper gelegen in de Oslofjord.
1842
op 21 februari 1842 vroeg D.K. de Grooth een nieuwe zeebrief aan voor de HOUTHANDEL onder kapt. H.D. de Grooth.
GRC 150342
Vlie, 7 maart. Vertrokken de HOUTHANDEL, kapt. H.D. de Grooth en de VROUW ANTJE, kapt. B.D. de Grooth, beide naar Christiaansand.
LC 041042
Harlingen, Den 28 september binnengekomen de HOUTHANDEL, kapt. H.D. de Grooth, van Christiaansand.
1843
LC 050943
Harlingen 2 september, Binnengekomen de HOUTHANDEL, kapt. H.D. de Grooth, van Christiaansand.
AH 100343
Vlie, 7 maart. Uitgezeild de HOUTHANDEL, kapt. H.D. de Grooth, naar Christiaansand.
1844
Op 26 februari 1844 vroeg D.K. de Grooth een nieuwe zeebrief aan voor de HOUTHANDEL onder kapt. kapt. H.D. de Grooth.
AH 250644
Vlie, 22 juni. Binnengekomen de HOUTHANDEL, kapt. H.D. de Grooth, van Christiaansand.
AH 250644
Vlie, 22 juni. Binnengekomen de HOUTHANDEL, kapt. H.D. de Grooth, van Christiaansand.
1845
GRC 080445
Vlie, 4 april. Uitgezeild de HOUTHANDEL, kapt. H.D. de Grooth, naar Christiaansand.
GRC 250445
Terschelling, 19 april. Binnengekomen de HOUTHANDEL, kapt. H.D. de Grooth, van Christiaansand.
1846
Op 16 februari 1846 vroeg D.K. de Grooth een nieuwe zeebrief aan voor de HOUTHANDEL onder kapt. kapt. H.D. de Grooth.
LC 030346
Harlingen, 25 februari. Uitgezeild de HOUTHANDEL, kapt. H.D. de Grooth, naar Noorwegen.
GRC 201046
Harlingen, 10 oktober. Binnengekomen de HOUTHANDEL, kapt. H.D. de Grooth, van Christiaansand.
1847
GRC 090347
Harlingen, 1 maart. Uitgezeild de HOUTHANDEL, kapt. H.D. de Grooth, naar Noorwegen.
AH 260747
Vlie, 23 juli. Binnengekomen de HOUTHANDEL, kapt. H.D. de Grooth, van Christiaansand.
Derk Klaassens de Grooth, oud 69 jaar, overleed te Nieuwe Pekela op 20 augustus 1847
1848
Op 9 februari 1848 vroeg de Weduwe D.K. de Grooth te Pekela een nieuwe zeebrief aan voor de HOUTHANDEL onder kapt. kapt. H.D. de Grooth.
NRC 120448
Christiansand, 24 maart. Binnengekomen de HOUTHANDEL, kapt. H.D. de Grooth, van Harlingen.
NRC 300948
Christiaansand, 16 september. Binnengekomen de HOUTHANDEL, kapt. de Grooth, van Harlingen.
1849
PGC 301149
Advertentie. Uit de hand te koop het Nederlands kofschip de HOUTHANDEL, groot 124 ton, met deszelfs complete inventaris, liggende in de haven van Harlingen. Te bevragen bij de eigenaar H.D. de Groot te Nieuwe Pekela.
1850
Op 7 februari 1850 werd het schip voor 5.375 gulden verkocht aan kapt. Jan Zwaal, Harlingen; de nieuwe scheepsnaam werd GIJSBERT JAN.
Op 20 februari 1850 vroeg J.L. Zwaal, Harlingen, voor zichzelf als kapitein een zeebrief aan voor de GIJSBERT JAN
NRC 220350
Harlingen, 20 maart. Het schip GIJSBERT JAN (opm: kof, eerste reis van de ex-HOUTHANDEL), kapt. J.L. Zwaal, heden morgen van hier vertrokken, is met schade aan de boegspriet enz. uit zee terug gekomen.
1852
Op 19 februari 1852 vroeg de firma Repko & Co te Harlingen, een zeebrief aan voor de GIJSBERT JAN onder kapt. J.L. Zwaal
GRC 220652
Dantzig (opm: Gdansk), 14 juni. Binnengekomen de ARGO, kapt. Koster en de GIJSBERT JAN, kapt. Zwaal, beide van Amsterdam.
1854
Op 23 maart 1854 vroeg Jan Zwaal, Harlingen, voor zichzelf als kapitein een zeebrief aan voor de GIJSBERT JAN
NRC 011054
Vlie, 28 september. Vertrokken de GIJSBERT JAN, kapt. J. Zwaal, naar Drammen.
1855
Op 26 februari 1855 vroeg W.A. Katoen, Harlingen, voor zichzelf als kapitein een zeebrief aan voor de GIJSBERT JAN. Vermoedelijk ging er iets fout bij het indienen van de papieren voor deze kapiteinswissel. Met een zeebrief d.d. 5 maart 1855 was het probleem opgelost.
1856
Op 16 februari 1856 vroeg J. Zwaal weer een zeebrief aan voor de GIJSBERT JAN. De kapitein is in de documentatie in Den Haag weliswaar niet vermeld, maar was weer kapt. Jan Zwaal.
AH 280456
Vlie, 23 april. Vertrokken de GIJSBERT JAN, kapt. J. Zwaal, naar Oudsoen.
1857
AH 280857
Memel, 22 augustus. Binnengekomen de GIJSBERT JAN, kapt. Jan Zwaal, van Harlingen.
1858
Op 22 februari 1858 vroeg Jan Zwaal een nieuwe zeebrief aan voor de GIJSBERT JAN. De naam van de kapitein ontbreekt, maar dat was weer Jan Zwaal.
LC 190358
Advertentie. Scheepsaandelen. De notaris Goslings zal, op den 31 maart 1853, ‘s avonds 8 uur, bij Minnema, finaal verkopen: 3/16 aandelen in het Kofschip GIJSBERT JAN, gevoerd wordende door de kapitein Jan Zwaal, van Harlingen.
NRC 300958
Elseneur (opm: Helsingör), 26 september. De te Harlingen te huis behorende kof GIJSBERT JAN, kapt. J. Zwaal (opm: bouwjaar 1816, kapt. Jan Zwaal), met een lading dakpannen naar Memel (opm: Klaipeda) bestemd, heeft in de gepasseerde nacht op Swineboden gestoten, bekwam daardoor een zwaar lek en zocht dien tengevolge onze haven te bereiken. Men kon echter het schip met pompen niet drijvende houden en was dus genoodzaakt het ten noorden van Kronborg op strand te zetten, waar het nu, op zandgrond, tot aan het dek gezonken ligt. De bemanning is behouden met haar boot geland. (opm: zie NRC 091058)
NRC 091058
Elseneur, 5 oktober. De romp en de zich daarin bevindende lading dakpannen van het gestrande Nederlandse schip GIJSBERT JAN – zie N.R.C. van 30 september – is gisteren in publieke veiling voor 233 thaler verkocht.