Inloggen
MARIA - ID 11997


In dienst
Onder Nederlandse Vlag tussen:1814-04-07 / 1830-10-28 | Reden uitgevlagd: Afscheiding Zuidelijke Nederlanden K.B. 28.10.1830

Identification Data

Bouwjaar: 1800
Categorie: Cargo vessel
Voorstuwing: Sailing Vessel
Type: Brik
Masten: Two masts
Material Hull: Wood
Dekken: 1
Construction Data

Scheepsbouwer: Yarmouth (England), England
Technical Data

Gross Tonnage: 45.00 lasts
Gross Tonnage 2: 85.00 tons (oude meting)
 
Length 1: 69.5 Feet (Amsterdam) Registered
Beam: 19.72 Feet (Amsterdam) Registered
Depth: 10.72 Feet (Amsterdam) Registered
Configuration Changes

Datum 00-00-1812
Type: Rebuilt
Omschrijving: Bijgevoegd verklaring in dato Amsterdam, 22 september 1815, van Jeremias Meijjes, scheepsbouwmeester te Amsterdam, dat het schip, thans genaamd MARIA, gevoerd door kapt. Hans Andriessen Balmer, voor meer dan 2/3e hier te lande is vertimmerd.
Helaas wordt de datum van verbouwing niet genoemd.

Zeebrieven en Turksche passen

Record type Zeebrief
Zeebrief jaar: 1814
Datum agenda: 1814-04-07
Register nr: 18140428
Scheepsnaam: MARIA
Type: Brik
Lasten: 50
Gebouwd in binnen- of buitenland: Buitenlands
Zeebrief / Turksche pas verzocht door: Gebhart, C.W.
Plaats: Amsterdam
Kapitein op moment van verzoek: Balmer, H.H.
Opmerkingen: Eerste zeebrief
mede-reder

Bekijk de overige zeebrieven / Turksche passen van dit schip
Ship History Data

Date/Name Ship 1802-00-00 MARIA
Manager: Ernst Mentzel, Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Eigenaar: Ernst Mentzel, Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Amsterdam / Netherlands

Date/Name Ship 1807-00-00 MARIA
Manager: Paulus Sturk, Papenburg, Papenburg
Eigenaar:
Shareholder:
Homeport / Flag: Onbekend / Onbekend

Date/Name Ship 1812-00-00 NN
Manager: Gebr. Alewijn & Co, Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Eigenaar: Gebr. Alewijn & Co, Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Amsterdam / Netherlands

Date/Name Ship 1814-00-00 MARIA
Manager: Gebr. Alewijn & Co, Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Eigenaar: Partenrederij onder boekhouderschap van genoemde manager, Amsterdam, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Amsterdam / Netherlands

Date/Name Ship 1815-09-05 MARIA
Manager: Firma Jean Jacques Poncelet & Zn., Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Eigenaar: Firma Jean Jacques Poncelet & Zn., Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Amsterdam / Netherlands

Date/Name Ship 1822-02-28 MARIA
Manager: Heinrich Dirks, Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Eigenaar: Partenrederij onder boekhouderschap van genoemde manager, Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Amsterdam / Netherlands

Date/Name Ship 1822-12-00 VARIATIE
Manager: Johann Heinrich Brandt, Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Eigenaar: Johann Heinrich Brandt, Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Amsterdam / Netherlands

Date/Name Ship 1829-00-00 PAIX
Manager: Joseph Muskeyn, Antwerp, Netherlands
Eigenaar: Joseph Muskeyn, Antwerp, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Antwerp / Netherlands

Date/Name Ship 1831-00-00 PAIX
Manager: Josephus Muskeyn, Antwerp, Belgium
Eigenaar: Josephus Muskeyn, Antwerp, Belgium
Shareholder:
Homeport / Flag: Antwerp / Belgium

Date/Name Ship 1833-00-00 LUDD
Manager: F. Fenner, Antwerp, Belgium
Eigenaar: F. Fenner, Antwerp, Belgium
Shareholder:
Homeport / Flag: Antwerp / Belgium

Date/Name Ship 1844-00-00 DILIGENT
Manager: Dedecker & Cassiers, Antwerp, Belgium
Eigenaar: Dedecker & Cassiers, Antwerp, Belgium
Shareholder:
Homeport / Flag: Antwerp / Belgium

Bezitters van parten (aandelen) in het schip

Eigenaren 1814:
Gebr. Alewijn & Co, Amsterdam en C.W. Gebhart, Amsterdam (mede reder)

Eigenaren, per 28 februari 1822, van de MARIA:
William Henry Greaves, Amsterdam (boekhouder en 1/2e part) en
Henry Dirks, Amsterdam (1/2e part)

Ship Events Data

1806-05-00: In mei 1806 werd de onder de vlag van Papenburg varende MARIA, kapt. E. Mentzel, onderweg van Bayonne naar Antwerpen, door de Engelsen opgebracht, vermoedelijk wegens de verdenking van contrabande. In augustus werden brik en lading weer vrijgegeven.
1815-01-03: De MARIA, kapt. H.A. Balmer, kreeg op 3 januari 1815 assistentie van schuiten om Texel te kunnen binnenkomen, waarbij een anker en touw zijn gekapt.
1824-04-29: De VARIATIE, kapt. J.H. Brandt, is op 29 april 1824 Texel binnengelopen met zeeschade en verlies van een boot en sloep.
1827-08-06: Op 6 augustus 1827 moest de VARIATIE, kapt. J.H. Brandt, Kopenhagen als noodhaven aanlopen in verband met lekkage. Wegens de reparatie werd de brik gelost.
1828-03-21: Van de VARIATIE, kapt. J.H. Brandt, zijn op de rede van Gibraltar op 21 maart 1828 als gevolg van storm door aandrijving van twee schepen een boot en een sloep beschadigd en zijn drie planken in de boeg gebroken.
1833-00-00: in 1833 werd de LUDD, kapt, A. Cordier, vertuigd naar een schoener; tevens werden onbekende grote reparaties uitgevoerd.
1844-00-00: Gedurende 1844 vond in Antwerpen een aanzienlijke verbouwing plaats van de DILIGENT, waarbij de grootte toenam van 85 tot 116 ton en het schip werd vertuigd tot schoener.
1849-02-10: De DILIGENT, kapt. L. Luchies, liep 10 februari 1849 Holyhead binnen met verlies van de grote mast.
1857-08-00: Final Fate:
De DILIGENT, kapt. L. Luchies, is in augustus 1857 voor de Spaanse kust verbrand

Gezagvoerders

Datum vanaf: 1800
Kapitein: MENTZEL, ERNST

Datum vanaf: 1807
Kapitein: STURK, PAULUS

Familiegegevens en opleiding

Geen

 

De schepen van de kapitein

Het Stadsarchief van Amsterdam bevat in archiefnummer 5081-7147 een aantekening omtrent de brik “Maria”, gevoerd door kapitein Jans Andriesen Balmer, waarin wordt meegedeeld dat de Brik Maria op 23 maart 1812 was gefranciseerd en dat te Amsterdam procuratie is verleend op 1 april 1814, (mogelijk ter verkrijging van een Nederlandse zeebrief, mogelijk aan kapitein Balmer.)103

 

Het Archief van de Waterschout van Amsterdam011a in het Stadsarchief van Amsterdam bevat de volgende monsterrollen:

38-91     18 april 1814, schip “Maria”, kapitein Hans A.Balmer, varend onder Hollandse vlag, boekhouder Olivier, bestemming Bilbao. 6 bemanningsleden i.c. stuurman, kok, 3 matrozen, jongen.

38-98     25 september 1815, brik “”Maria”, kapitein Hans Andriesen Balmer, varend onder Hollandse vlag, boekhouders Ponselet & Zn, bestemming Suriname, 8 bemanningsleden i.c. stuurman, kok, 4 matrozen, ligtmatroos en jongen.

38-101   14 oktober 1816, brik “Maria”, kapitein Hans A.Balmer, varend onder Hollandse vlag, boekhouder Ponselet & Zn, bestemming Suriname, 8 bemanningsleden i.c. stuurman, bootsman/onderstuurman, kok, 4 matrozen en een kajuitwachter.

38-106   28 oktober 1817, brik “Maria”, kapitein Hans A.Balmer, varend onder Nederlandse vlag, boekhouder J.J.Poncelet & Zn, bestemming Suriname, 7 bemanningsleden i.c. stuurman, bootsman, kok, 3 matrozen en een jongen

 

In het Archief van de Waterschout op het Stadsarchief van Amsterdam bevinden zich monsterrollen op naam van kapitein Hans Andriessen Balmer als gezagvoerder van de:

“Vrundschaft”, dd 31 oktober 1801 (Deense vlag);

“Jonge Fredrik”, dd 26 oktober (Papenburger vlag); 24 maart 1810 (Pap.);

: Maria”, dd 18 april 1814; 25 september 1815; 14 oktober 1816; 28 oktober 1817;

“Eendragt”, dd 08 augustus 1820.

 

Overige bijzonderheden

Rotterdamsche Courant 06 februari 1821114

Amsterdam, 4 februari. Te St. Eustatius is gearriveerd H.A. Balmer van Amsterdam; te Surinamen E. Petersen van Middelburg; te Malaga Willaers en te Kadix (opm: Cadiz) Boom van Ostende; te Bordeaux Knudsen en te Rouaan Schreijenberg van Antwerpen; te Drontheim D.R. Steen van Dordrecht en J.S. Jensen van Antwerpen.

 

Rotterdamsche Courant 05 april 1821114

Amsterdam, 3 april. Kapt. P. Kraaij, voerende het schip (fregat) VREDENRIJK, van Berbice den 1 april in Texel binnen, meldt dat hij den 23 februari onder St. Eustatius zijnde, vernomen heeft dat het schip de EENDRAGT, kapt. H.A. Balmer, veertien dagen daarna met troepen van daar naar Amsterdam zou vertrekken.

 

Rotterdamsche Courant 24 januari 1822114

Advertentie. J.H.A. Balwé, H.J. Gemmening, G.W. Sesink Clee en J. Altena, makelaars, zullen op maandag den 28 januari 1822, des avonds te zes uren, te Amsterdam, in het voormalig Nieuwezijds Heeren-Logement, op de Haarlemmerdijk, verkopen: een extraordinair welbezeild Brikschip, genaamd de EENDRACHT, gevoerd door kapitein H.A. Balmer; is in het jaar 1821 zwaar vertimmerd en een nieuwe huid omgelegd; lang 24 ellen 7 duimen, wijd 6 ellen 2 palmen 2 duimen, hol 3 ellen 6 palmen 8 duimen, (opm: 24,07 x 6,22 x 3,58 m.), alles Nederlandse maat (zijnde Amsterdamse maat, lang 85 voeten, wijd 22 voeten, hol 13 voeten). Breder bij de inventaris en berigt bij de makelaars.

 

 

Datum vanaf: 1814
Kapitein: Balmer, Hans Andriessen

Familiegegevens en opleiding

Jurjen werd gedoopt op 26 juli 1778 te Veendam als zoon van Egbert Berents en Derkjen Geerts.

Jurjen trouwde op 15 februari 1809 te Veendam als Jurjen Egberts Kwakenbrug met Imke Roels Oostra, gedoopt te Veendam op 20 september 1789 als dochter van Roelf Gaukes en Jantje Simons.  Imke overleed op 06 februari 1847 te Veendam, 57 jaar, winkelierster, weduwe. Als relatie wordt vermeld Jurjen Egberts Kwakenbrug,

In het overlijdensregister van Veendam dd 1846 aktenummer 159 staat dat Jurjen Egberrts Kwakenburg is overleden op 18 juli 1842 in de County of Middlesex, 64 jaar.

 

In Burgerlijke Stand akten uit de provincie Groningen wordt Jurjen vermeld als schipper in 1812, 1815, 1821, als zeeman in 1824, als schipper in 1830, 1831, 1835, 1838, 1841.

 

Lidmaatschap van zeemanscollege(s)

J.E. Kwakenbrug was effectief  lid van het Veendammer zeemanscollege “Maatschappij tot Nut der Zeevaart” met vlagnummer R2 resp.41 in de periode 1839 t/m 1843.

 

De schepen van de kapitein

Bouma025 vermeldt J.Kwakenburg als gezagvoerder gedurende:

*    1827 t/m 1837 van de smak “Goede Hoop”, gebouwd in 1816, 100 ton o/m/. varend als gezagvoerder vanuit Veendam

*    1829 t/m 1831 van de kof “Onderneming”, gebouwd in 1827, bouwplaats niet vermeld, 92 ton o.m., varend voor J.Simons te Zaandam.

*    1832 t/m 1842 van de kof “Concordia, gebouwd in 1830, bouwlocatie niet vermeld, 112 ton o.m., varend voor J.Giezen te Veendam. De kapitein is in 1842 overleden. Het schip zou in 1843 overvaren zijn bij Cuxhaven, waarbij de bemanning werd gered, maar Bouma vermeldt niet wie toen de kapitein was.

 

In het Archief van de Waterschout op het Stadsarchief van Amsterdam bevinden zich monsterrollen op naam van kapitein Jurjen Egberts Kwakenbrug als gezagvoerder van de:

“Maria”, dd 28 april 1819; 29 mei 1820 en 06 september 1821;

“Onderneming, dd 26 maart 1822;

“Goede Hoop”, dd 21 april 1829;

“Concordia”, dd 18 mei 1832; 02 juli 1833; 13 mei 1835; 10 december 1835; 07 maart 1837 en 28 mei 1838

 

De collectie monsterrollen op het Noordelijk Scheepvaartmuseum te Groningen vermeldt:

22 maart 1821, schip “Onderneming van Zaandam”, kapitein Jurrien E.Kwakenburg

24 febrruari 1827, schip “Goede Hoop”, schipper Jurjen Egberts Kwakenbrug.

25 juni 1831, schip “Concordia”, schipper Jurjen Egberts Kwakenbrug.

 

Overige bijzonderheden

Rotterdamsche Courant 05 september 1822114

Rotterdam, 4 september. Van Vlissingen wordt den 31 augustus gemeld: sedert onze vorige is van Antwerpen de Schelde afgekomen en naar zee gezeild de HENDRINA JOHANNA, H.G. Jonker, naar Leith.

Voor Antwerpen bestemd zijn ter rede gekomen MARIA, J. Sikkes en JOSEPH, J.H. Arends, van Liverpool; de TRITON, J.S.G.W. Paap, van Charlestown, en de ONDERNEMING, J.E. Kwakenburg, van Lissabon.

 

Rotterdamsche Courant 03 oktober 1822114

Rotterdam, 2 oktober. Van Vlissingen meldt men …..

….van Anwerpen de Schelde afgekomen en naar zee gezeild de VROUW WEBBINA (opm: VROUW WIBBINA), J.H. Kuiper, naar Bayonne; de ONDERNEMING, J.E. Kwakenburg, naar Bristol, en VESTA, J.S. Keijser, naar Marseille.

 

Provinciale Groninger Courant 26 oktober 1830114

Het schip DE GOEDE HOOP, kapt. J.E. Kwakenbrug (opm: smak GOEDE HOOP, kapt. Jurrien Egberts Kwakenbrug), met ballast van Newcastle naar Drammen, is in de Noordzee gezonken

 

 

Datum vanaf: 1819
Kapitein: Kwakenbrug, Jurjen Egbertz

er is wellicht sprake van twee kapiteins P.Zink

Familiegegevens en opleiding

Pieter Zink was één van de getuigen bij het huwelijk te Amsterdam op 11 april 1827 van de bekende scheepsportrettist Dirk Antoon Teupken (1801-1845) met Henriëtte Elisabeth Alton (1794-1846). Vijf jaar later was hij wederom getuige bij de trouwerij op 28 november 1832 te Amsterdam van de scheepsportrettist Jacob Spin (1806-1875) met Elisabeth Maria Smits (1812-1856). “Pieter Zink staat ook later op goede voet met de familie Spin, want nog vele malen begeleidt hij een van de familieleden bij het doen van aangifte van geboorte of overlijden054.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

P. Zink was in 1827 t/m 1830 met vlagnummer 37 lid van het Amsterdamse zeemanscollege “De Blaauwe Vlag.”008

 

P. Zink werd met vlagnummer 105 per 22 januari 1825 ingeschreven als effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop op voordracht van kapitein D.Krayer. Toegevoegd is “bedankt”002

In de notulen van de Algemene Ledenvergaderingen van Zeemanshoop van 15/22 februari 1825 wordt melding gemaakt van de voordracht/benoeming van Pieter Zink, oud 46 jaar, wonend op de Haarlemmerdijk. De voordracht geschiedde door D.Krayer en het vlagnummer was 105023.

P. Zink, vlagnummer 105, bedankt als lid in 1826084 (is dit een bedankje of een royement?)

 

Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 31 augustus 1826 wordt gemeld dat kapitein P.Zink is gemaand de verplichte storting van zijn bemanning te voldoen. Op 28 september 1826 wordt gemeld dat kapitein P.Zink nog niet heeft gereageerd. Per 10 oktober 1826 verzoekt de penningmeester een definitief besluit omtrent kapitein Zink op te schorten “vermits er hoop is, dat de gelden eerdaags zullen binnen komen …”. Op 28 december 1826 echter blijkt dat hij nog steeds niet aan zijn verplichtingen heeft voldaan en er “wordt besloten kapitein P.Zink te verklaren vervallen van deszelfs Effectief Lidmaatschap …”042

 

In de notulen van de Algemene Vergadering van 10 maart 1835 wordt een aanvraag om ondersteuning behandeld van ene Wed. P.Zink. Deze wordt afgewezen `als zijnde gemelde P.Zink in leven noch lid noch deelnemer van het College geweest (is)023 (is er nog een tweede P.Zink geweest?)

In de notulen van de Algemene Vergadering van 12 januari 1836 wordt aan de weduwe van kapitein P.Zink een gratificatie toegekend van f 12,-. In de vergadering van 26 november 1844 is melding van een gratificatie ad f 10,-

 

 

De schepen van de kapitein

lidmaatschap van het college “Zeemanshoop” te Amsterdam:

vlag           jaren                   type          scheepsnaam                    reder/boekhouder

105           1825                   fregat        Frederik Hendrik              C.Brandligt

 

Bouma025 vermeldt P.Zink als gezagvoerder gedurende:

*      1818 van de pink “De Hersteller”, gebouwd in 1818 te Dordreccht, 270 ton o.m., varend voor J.Schouten te Dordrecht.

 

Het Archief van de Amsterdamse Waterschout op het Stadsarchief te Amsterdam bevat monsterrollen op naam van Piter Zink op de:

“Ju. Catharina”, dd 24 mei 1806 (Kniphauseer vlag);

“Drie Vrienden”, dd 09 juni 1810; 09 september 1814; 27 september 1815; 21 juni 1816;

“Hersteller”, dd 10 mei 1817;

“Maria”, 22 februari 1822;

“Frederik Henderik”, dd 10 augustus 1825.

 

Blijkens de monsterrollen in het Amsterdamse Stadsarchief voer Pieter Zink in 1806 met de tjalk “Juffer Catharina” onder Kniphauser vlag . In 1810, 1814, 1815, 1816 met de kof “De Drie Vrienden”op verschillende Europesche bestemmingen, in 1817 en 1818 met de pink “De Hersteller” op Philadelphia en Suriname, in 1822 met de brik “Maria” naar Pernambuco en in 1825 met het fregat “Frederik Hendrik” naar Rio de Janeiro. Na 1826 komt hij niet meer in de lijst van monsterrollen voor.054

 

P.Zink wordt in de periode 1818-1820 vermeld als gezagvoerder van het pinkschip de “Herstelder” (of “Hersteller”) (164 last, 245 ton, gebouwd in Engeland), Dit schip zeilde per 15 december 1818 uit Texel naar Suriname. Het schip werd op 30 mei 1820 te Amsterdam geveild en per 26 augustus 1818 bij executie geveild.013

 

In 1823 was een kapitein P.Zink gezagvoerder van de “Argo”013

 

Van Sluijs013 en Bouma025 vermelden kapitein P.Zink in 1825-1826 als gezagvoerder van het fregat de “Frederik Hendrik”(bouwjaar en tonnage niet vermeld), varend voor C.Brandligt te Amsterdam

 

Overige bijzonderheden

Johan Hendrik Rolman werd per 22 september 1824 vanuit de Amsterdamse Kweekschool voor de Zeevaart als ligmatroos geplaatst op het schip “Maria” voor een reis van Rotterdam naar Liverpool. Hij keerde terug op 15 december 1824004-532/1451

 

In de “Ingekomen Berigten. Gevoegd achter het Verslag over 1822” van het Rotterdamse zeemanscollege “Maatschappij tot Nut der Zeevaart” staat het volgende:

“Ons Medelid No.37 heeft voorgesteld om een Signaalboek in gebruik te brengen, zijnde dat van N.Martens te Koppenhage, oorspronkelijk in het Deensch uitgegeven, en reeds in verscheidenen talen, ook thans in het Nederduitsch overgezet.. Ofschoon dit Signaalboek bij ons algemeen beter aan de Maatschappij scheen te zullen voldoen, dan dat, hetwelk reeds bij verscheidene Zeemans Collegiën in gebruik is, hebben wij nogtans niet kunnen besluiten, om hetzelve voor Rekening der Maatschappij in het Hollandsch te laten vertalen en drukken, dewijl eensdeels zoo weinig onzer leden gebruik van seinen maken, doch voornamelijk om dat het Amsterdamsch Collegie niet verkoos er deel aan te nemen, daar hetzelve besloten had zich te blijven houden aan het bij haar ingebruik zijnde Signaalboek van Capt. Zink: nogtans heeft gemeld Lid het boek vertaald en gegeven aan de Boekverkooper van de Maatschappij bij wien hetzelve dan nu ook in onze taal het licht ziet, en voor elk, die dat gemakkelijk en wel beredeneerd Signaalboek wil onderzoeken, en tot zijn gebruik aanwenden, verkrijgbaar is “058

Het lijkt me waarschijnlijk dat hier wordt gerefereeerd naar kapt. Pieter Zink

 

Mail augustus 2011 Ger Mulder, Marhisdata

De historie van de pink DE HERSTELLER verloopt vrij curieus:

  1. Beijen namens firma Mannekus, Beijen & Steur, gevestigd te Maassluis verkoopt de pink op 31 maart 1817 aan C.H. Kraanstuyver. Het schip was tot dan gevoerd door Broder S. Marten, die werd vervangen door Joachim Christiaan Schmidt. Daarvoor werd op 9 mei 1817 wel een ZB afgegeven, maar reeds op 24 mei werd hij weer opgevolgd door Pieter Zink.

Kraanstuyver moet de pink hebben verkocht aan Albert Durks de Peer, koopman te Harlingen (nog geen akte gevonden), die het schip op 19 nov. 1818 verkocht aan koopman C. Brandligt: Pieter Zink voerde toen het commando. In RC 070119 zien we Zink met schade onderweg naar Suriname, en op 7 nov. 1819 was hij terug in Amsterdam. Ik ga er vanuit dat de pink die op 22 juni 1820 zou worden verkocht rijp was voor de sloop, want ik heb geen verdere (ver)koopakte gevonden, terwijl we in Amsterdam goed gedocumenteerd zijn.

Ik heb er nu als opmerking geplaatst: (opm: de pink DE HERSTELLER, laatstelijk gevoerd door kapt. Pieter Zink, werd waarschijnlijk verkocht voor de sloop) Ik heb het schip nu ook alsnog in de Verlieslijst opgenomen.

 

Rotterdamsche Courant 28 november 1817114

Advertentie. R. Hoyman, C. de Grys, T. Zurmühlen, G. de Barbanson en J.H.A. Balwé, makelaars, zullen, ten overstaan van een daartoe bevoegde beambte, op maandag den 3 februari 1817, ten 6 uren, in het Nieuwezijds-Heeren-Logement, op de Haarlemmerdijk, te Amsterdam, verkopen: een extraordinair welbezeild Kofschip, genaamd DE DRIE VRIENDEN, gevoerd door kapt. P. Zink, lengte over steven 81 voet, wijd, binnen zijn huid, 19 voet 7 duim, hol, in het ruim, 10 voet, alles Amsterdamse maat; breder bij de inventaris omschreven. Nadere onderrigting te bekomen bij de voormelde makelaars.

 

Amsterdamsche Courant 26 augustus 1818114

“Verkoop bij Executie, ten overstaan van den Heer Regter Mr. N.A.Entrop Muller, als daartoe bij vonnisse van de Regtbank van eersten aanleg te Amsterdam, in dato 22 Julij 1818, behoorlijk geregistreerd als Commissaris benoemd, van

Een Pinkschip, genaamd de Hersteller groot honderd vier en zestig Hollandsche lasten, met deszelfs Touwen, Zeilen, Ankers, staand en loopend Wand en verdere Scheepsbehoeften, liggend voor deze stad, buiten de Hannekes-Boom.

Deze executie geschiedt ten verzoeke van Henrij Manson, als bootsman varende op het bovengemeld schip, zich thans alhier bevindende en kiezende domicilium ten kantore van M.S. en T.Asser, wonende op de Heerengracht bij de Amstel no 8, dewelke tot zijnen Procureur heeft geconstitueerd T.Asser, wonende op de Heeregracht alhier.

Op ende jegens:

S.H.Kraanstuiver en Zoon, wonende binnen deze stad in de Warmoesstraat en E.Buijs, wonende mede binnen deze stad, in de Plantagie, als eigenaars van hetzelve schip; uit kracht van een vonnis van de Regtbank van eersten aanleg te Amsterdam, regt doende in zaken van koophandel, ten behoeve van de requirant en ten laste van Pieter Zink, als Schipper het bovengemeld schip gevoerd hebbende, in dato Twee Julij 1800 achttien gewezen, behoorlijk geregistreerd den zesden Julij 1818, door Thierens, voor een gulden negen en tachtig cents en bij gebrek van betaling van eene somma van twee honderd acht en dertig gulden, waarin dezelve Schipper, bij hetzelve vonnis, ten principale is gecondemneerd geworden, met interessen en kosten.

De inbeslagname is geschiedt bij procesverbaal van den Deurwaarder J.Goldsmit, de dato tien Julij 1818, geregistreerd door den Ontvanger Hartsinck, voor negen en vijftig cents.

Hetzelve schip met zijn toebehoren, is door den executeur ingesteld op een somma van honderd guldens boven welke instelling de eerste opbiedingen zullen worden aangenomen op Maandag den 31sten Augustus 1818, ‘smiddags ten twaalf ure, ten overstaan van welgemelden Heer Regter.

De veilconditién zijn gedeponeerd ten griffie van de Regtbank van eersten aanleg alhier.

Ter bekomming van nadere informatiën en visie der papieren, kan met zich ten kantore van gemelden Procureur adresseren, des Maandags en Vrijdags van 10 tot 12 ure, voormidags

Amsterdam, den 26sten Augustus 1818

T.Asser, Procureur”

Uit dit krantenbericht is te concluderen dat kapitein Zink schulden had (ten aanzien van zijn bemanning? Zie de bootsman-eiser) Hij was kennelijk, naast Kraanstuiver en Buijs, mede-eigenaar van het schip (Partenrederij?). Wordt hier zijn part geveild?

 

Leeuwarder Courant 03 november 1818114

Dordrecht, 30 oktober. Gisteren namiddag ten half 5 uren is hier, onder een verbazende toevloed van mensen, van de werf des heren scheepsbouwmeesters Jan Schouten met het gelukkigst gevolg van stapel gelopen het brigantijnschip – ook wel in onze taal barkentijn genoemd – de HERSTELLER, groot 140 lasten, zijnde het eerste alhier na de heugelijke omwenteling van 1813 gebouwde zeeschip, en, buiten Friesland, het enigste, dat in Noord- of Zuid-Holland door een scheepsbouwmeester voor zijn bijzondere rekening is op stapel gezet om, ware het mogelijk, de vervallen Nederlandse scheepsbouw zo veel in zijn vermogen was, weder op te beuren en te doen herleven. Wenselijk ware het, dat dit schip een koper vinden mocht, in welk geval voornoemde scheepsbouwmeester voornemens is dadelijk een ander op stapel te zetten, terwijl, in het tegengesteld geval, hij zich genoodzaakt zou zien om 30 mensen te moeten afdanken, die anders de gehele winter door voor zich en hun huisgezinnen bij hem hun brood zouden kunnen verdienen. In het jaar 1805 liep alhier het laatste zeeschip af.

 

Rotterdamsche Courant 07 januari 1819114

Amsterdam, 5 januari. Kaptein P. Zink, voerende het schip (opm: pink) de HERSTELLER, van Amsterdam naar Surinamen gedestineerd, meldt van Cowes van den 28 december (opm: 1818), dat hij den 17 dito, des avonds, overvallen was geworden door een hevige uitschieter uit het W.N.W, waardoor alles op steng vallende, het schip niet wilde rijzen, dan na wegkapping van enige zeilen, bij welke gelegenheid hij zware stortingen over kreeg; had vervolgens zwaar moeten zeilen om het uit de Vlaamse Banken te houden; was naderhand door variabel weêr en winden den 20 dito met storm in de Yarmoutse banken bezet geraakt en had tot den 22 weder zwaar moeten zeilen, waardoor het schip lek werd en men gestadig moest pompen; het weêr toen bedarende, had hij met een goede gelegenheid de reis voortgezet tot den 25, wanneer hij wegens de schade en lekkagie te Cowes was binnengelopen om te repareren.

 

Rotterdamsche Courant 11 november 1819114

Amsterdam, 9 november. Kapitein Pieter Zink, voerende het schip de HERSTELLER, van Surinamen den 7 november in Texel binnen, heeft in het Kanaal bij Portland gezien een kof met schoonertuig, voerende seinvlag No. 69, waarschijnlijk de JONGE WILLEM, kapitein Ibe Jans Schelts, van Amsterdam naar Port-à-Port.

 

Rotterdamsche Courant 11 november 1819114

Amsterdam, 9 november. Kapitein Pieter Zink, voerende het schip de HERSTELLER, van Surinamen den 7 november in Texel binnen, heeft in het Kanaal bij Portland gezien een kof met schoonertuig, voerende seinvlag No. 69, waarschijnlijk de JONGE WILLEM, kapitein Ibe Jans Schelts, van Amsterdam naar Port-à-Port. …

 

 

Datum vanaf: 1822
Kapitein: Zink, Pieter

Familiegegevens en opleiding

Johann Heinrich Brandt werd geboren te Hardegsen op 12 juli 1783.

Hij huwde met Neeltje Verbruggen, geboren te Valkenburg op 13 februari 1799. Na het overlijden van Johann hertrouwde zij in april 1850 met P.Cordua. Zij overleed op 20 augustus 1871.118

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

H.Brandt, adres Kranenborg en Zn, werd met nr.125 effectief lid van Zeemanshoop per 21 juni 1825 op voorspraak van C.Brandligt. Als schepen werden opgegeven de “Elisabeth” en de “Adolf van Nassau”002.

In de notulen van de Algemene Ledenvergadering van Zeemanshoop van 21/28 juni 1825 wordt Johann Heinrich Brandt, oud 42 jaar, wonende in de Warmoesstraat 111 te Amsterdam, voorgedragen/benoemd tot effectief lid. Hij werd voorgedragen door C.Brandligt. Zijn vlag werd 125023.

J.H.Brandt werd per 08 mei 1826 deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop.003

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In de notulen van de Bestuursvergadering dd 28 maart 1833 staan vermeld: “Drie brieven van den Heer A.Kranenborg alhier alle van gelijke inhoud en van den 15e dezer namens de Heeren Effectieve Leden H.Brandt, G.R.Engelsman en S.J.Prange berigtende dat dezelven uithoofde van het Embargo voornemens zijn onder Kniphauzer Vlag te gaan varen doch hun domicilum in dit rijk te houden verzoekende hunnen betrekking op het Collegie en Fonds te blijven behouden. Toegestaan mits vooruitbetaald.”042.

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 26 oktober 1837 wordt een brief vermeld van J.H.Brandt “bij zijn vertrek naar Batavia afscheid nemende van het Collegie.”042.

In de notulen van de Bestuursvergadering dd 31 oktober 1839 staat een bericht van kapitein J.H.Brandt uit Oostmahorn waarin hij zijn vertrek naar Java aankondigt.042.

In de notulen van de Bestuursvergadering dd 24 juni 1847 staat een verzoek om uitkering van N.Verbrugge, de weduwe van J.H.Brandt. Deze wordt haar toegekend in de vergadering dd 29 juli 1847 per 01 mei 1847.042

In de notulen van de Bestuursvergadering dd 30 juni 1870 staat het verzoek om herstel van uitkering van de wed. P.Cordua geb. Verbrugge eerder de wed. J.H.Brandt welke haar per 01 augustus 1870 werd toegestaan.042 en 118.

Artikel 55 van het reglement van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop staat deelname in het Weldadig Zeemans Fonds toe als men met of onder vreemde vlag vaart mits men de verplichte storingen tijdig voldoet. In de Notulen van de Algemene Vergaderingen van het College dd. 02 april 1833 wordt vermeld dat dit artikel van toepassing is op de kapiteins W.Groen, J.C.Willems, D.J.Visser, H. Brandt, G.R.Engelsman en J.J.Prange. (er is geen kapitein met dit initiaal lid van Zeemanshoop, terwijl het toch een effectief lid moet betreffen. Derhalve heb ik de meest waarschijnlijke persoon uitgekozen, zijnde kapitein J.H.Brandt)

In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop van 31 oktober 1837 staat een missive van 27 september 1837 van kapitein J.H.Brandt, liggend op de reede van OostMahorn met de bark “Privincie Groningen” en afscheid nemend wegens vertrek naar Indië023.

In de notulen dd 17 augustus 1847 van de Algemene Vergadering staat de mededeling dat een uitkering wordt toegekend aan de weduwe van kapitein J.H.Brandt per 01 mei 1847.023

In de notulen van de Algemene Vergadering van 09 juli 1850 en van de Bestuursvergadering van 27 juni 1850 staan de mededelingen dat de weduwe van kapitein Brandt is hertrouwd met de heer P.Cordua en derhalve bedankt voor de uitkering.023 en 042-.

In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 19 juli 1870 staat vermeld een: “Brief van de Weduwe P.Cordua gebn Verbrugge, eerder weduwe J.H.Brandt vezoekende weder in het regt op uitkeering te worden hersteld welk verzoek mede is toegestaan.023.

De schepen van de kapitein

lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer        jaren       type                 scheepsnaam                                naam reder/boekhouder

          125           1825-1828  brik                  de Variatie                                    J.H.Brandt

                            1829-1830  geen opgave van schip en boekhouder

                            1831-1833  kof                   Elisabeth                                       H.Hovij Jr

                            1834-1835  sch.kof            Elisabeth                                       idem

            73               1836       geen opgave van schip en boekhouder

                              1837         bark                 Provincie Groningen                    Kranenborg en Zn

                            1838-1840  bark                 Graaf Adolf van Nassau              Mr.C.M.Nap te Groningen

                            1841-1844  bark                 Graaf Adolf van Nassau              Mr.C.M.Nap te Groningen en

                                                                                                                                       Kranenborg en Zn

                            1845-1846  bark                 Graaf Adolf van Nassau              Kranenborg en Zn, Nap en Co

 

Bouma025 vermeldt J.H.Brandt als gezagvoerder gedurende:

  • 1823 t/m 1829 van de brik “de Variatie”, geen vermelding van bouwgegevens, varend als kapitein/eigenaar vanuit Amsterdam;
  • 1832 t/m 1837 van de kof “Elisabeth”, gebouwd in 1831, bouwlocatie niet vermeld, 145 ton o.m., varend voor H.Hovy Jr te Middelburg;
  • 1838 van de bark “Provincie Groningen”, gebouwd in 1837 te Groningen, 304 ton o.m., varend voor Kranenborg & Zn te Amsterdam;
  • 1839 t/m 1847 van de bark “Adolf van Nassau” (niet Graaf etc.), gebouwd in 1839 te Groningen, 411 ton o.m., varend voor Kranenborg & Zn, Nap & Co te Amsterdam.

(Bouma vermeldt de bark ook bij “Graaf Adolf van Nassau, met van 1839 t/m 1847 eveneens J.H.Brandt als gezagvoerder, maar dan als reder Mr. C.M.Nap te Groningen. Toegevoegd is dan “Zie verder onder Adolf van Nassau. Ik denk dat de opgaven uit de AAKZ001 betrouwwbaarder zijn, maar nader onderzoek is noodzakelijk)

Overige bijzonderheden

In: Tj.E.Swierstra. De veenkoloniale familie Hazewinkel: geschiedenis en stamboom.

Amsterdam 1997 (op het Centraal Bureau voor Genealogie te Den Haag)

staan fragmenten uit de jaarverslagen van het verzekeringscompact van Veendam, opgetekend door Hendrik Jans Hazewinkel (1793-1853) over de jaren 1837-1842

“In 1837 is de eerste Oostindië schip in Groningen en dus ook in onze Provincie gebouwd, thans voor het eerst direct van Groningen na Batavia in zee: zijnde een barkschip, groot 370 ton of 180 lasten, maar wordt door een Oostvriesche kapitein bevaren, dus niet nationaal van onze reders. Het heeft de naam “Provincie Groningen”…

 

 

Datum vanaf: 1823
Kapitein: Brandt, Johann Heinrich

Datum vanaf: 1829
Kapitein: CHARLÉ, G.

Familiegegevens en opleiding

Geen

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

J.Roose was met vlagnummer 13 in de periode 1827-1830 lid van het Antwerpse zeemanscollege “Tot Nut der Zeevaerd108.

J.Roose was met vlagnummer 6 in de periode 1826-1830 lid van het zeemanscollege in Oostende.108

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

Geen

 

De schepen van de kapitein

Zie hierna

 

Overige bijzonderheden

In een mail dd 03 mei 2006 aan Humphrey Hazelhoff-Roelfsema meldt de heer André Delporte te Luik het volgende:

“Mercurius: een kleine brik van Kapt.J.Roose, Antwerpen, dikwijls nog voorgesteld als “smack”door de oude kranten; het mat 100t volgend de kranten in Zuid-Nederland versus 114t volgens de kranten in Noord-Nederland. Dit schip dateerde van 1806, werf onbekend, en onderging reparaties in 1826-27. Ik heb het van kapt. J.Roose tot in 1831 of 1832, typisch in gebruik naar de Baltische Zee, en verkocht zonder naamsverandering aan Meesboer & Moens, te Rotterdam (1832-1836: kapt. ?Pronk tot in 1836 – verloren.”

 

 

Datum vanaf: 1831
Kapitein: Roose, J.

Datum vanaf: 1833
Kapitein: CORDIER, A.

Datum vanaf: 1834
Kapitein: JACKSON, T.

Datum vanaf: 1838
Kapitein: ZOETELIEF, XX

Datum vanaf: 1841
Kapitein: GRESS, XX

Datum vanaf: 1844
Kapitein: LUCHIES, L

Monsterrollen

Opgemaakt Amsterdam
Datum: 1814-04-18
Scheepsnaam voorvoegsel:
Scheepsnaam: MARIA
Schipper: Balmer, Hans A.
Scheepstype: brik
Grootte:

Bekijk alle monsterrollen Bekijk alle monsterrollen
Algemene informatie

1800 – 1805

De MARIA is in 1800 in Yarmouth, Isle of Wight, gebouwd. Hiervoor hebben we twee duidelijke indicaties:
- Lloyd’s Register noemt Yarmouth als bouwplaats in haar registers van 1806, 1807, 1809, 1810, 1811, 1812, 1813.
- De Cedule van 28 februari 1822 geeft eveneens als bouwplaats Yarmouth aan. 

1802

Op 24 maart 1802 tekende kapt. Ernst Mentsel van de MARIA, Hollandse vlag, in Amsterdam een monsterrol voor de bestemming Barcelona.
Op 21 december stond kapt Mentsel weer bij de Amsterdamse waterschout, nu voor de bestemming Lissabon.

1803

BBC 080103
Den 4 januari is in Texel uitgezeild de MARIA (opm: brik), kapt. E. Mentzel, naar Lissabon.

Op 24 maart 1803 werd in Amsterdam voor de MARIA, Hollandse vlag, onder kapt. Ernst Mentsel (ook wel Mentzel of Mensel), een monsterrol opgemaakt, deze keer voor een reis naar Barcelona. Kapitein Mentsel was dus in ieder geval vanaf eind 1802 eigenaar. Maar wanneer en hoe hij voor een in Engeland gebouwd schip koos is onbekend. Misschien via een kaping?
Kapt. Menzel zal sinds zijn aankoop met de MARIA onder Hollandse vlag hebben gevaren. Zijn zoon Joan Christoffel Mentsel werd op 17 maart 1793 in Rotterdam gedoopt. Zijn in Hamburg geboren echtgenote Katharina Margareta Lucia Schlichting overleed in Rotterdam op 16 april 1830.

Waarschijnlijk is de MARIA in 1805 onder de vlag van Papenburg gebracht. Deze werd door zowel Frankrijk als Engeland als neutraal beschouwd, waardoor het gemakkelijker werd om de scheepvaart te blijven uitoefenen zonder bevreesd te zijn door een van beide landen te worden gekaapt. Het schip werd in mei 1806 weliswaar door de Engelsen opgebracht, maar inclusief de lading in augustus toch weer vrijgelaten. Na het door keizer Napoleon op 21 november 1806 instellen van het Continentaal Stelsel, waarbij de Britse eilanden in staat van blokkade werden verklaard, verlieten veel Nederlandse schepen de Nederlandse vlag om die te verwisselen voor een neutrale, waarbij vooral die van Kniphausen populair was.

1806

LCO 120506
Amsterdam, 10 mei. Te Plymouth is binnen gezonden het Papenburger schip MARIA, kapt. Mentzel, van Bayonne.

LCO 080806
Amsterdam, 6 augustus. Volgens berichten is met de lading vrijgegeven, het te Plymouth opgebrachte Papenburgse schip MARIA, kapt. E. Mentzel, van Bayonne naar Antwerpen. 

1807

AC 150907
Advertentie. J.H. de Wit en C. Faber, makelaars, zullen op maandag den 28ste september 1807, ‘s avonds ten zes uren, te Amsterdam, in het Nieuwezijds Heeren Logement, op den Haarlemmerdijk, verkopen: Een extra ordinair welbezeild brikschip, genaamd MARIA, kapitein Ernst Mentzel, in ‘t jaar 1800 nieuw uitgehaald, lang over steven 70 voet, wijd 19 voet 5 duim, hol 11 voet; alles breder bij den inventaris en bericht bij gemelde makelaars en bij Faber en Leefkens. Zijnde dit schip inmiddels uit de hand te koop.
(opm: de brik, in 1800 in Yarmouth I.o.W. gebouwd, werd op 30 oktober 1807 voor 5000 gulden gekocht door kapt. Paul Sturk, Amsterdam, die er zelf op ging varen; zijn verkoper was kapt. Ernst Mentzel, officieel uit Papenburg, maar woonachtig in Rotterdam.

1812

Op 26 februari 1812 werd de MARIA voor 5.000 gulden verkocht aan de Gebrs. Alewijn & Co In Amsterdam. Het schip werd op 23 maart 1812 gefranciseerd. Dat betekent dat de MARIA onder niet-Franse – dus de Papenburgse – vlag was aangekocht. 

1814

RC 310314
Advertentie. Op heden is tot mijn en mijner kinderen in droefheid overleden, mijne geliefde dochter Maria Walthera, aan de gevolgen ener hevige zenuwkoorts, in den ouderdom 42 jaren en circa 6 maanden.
Rotterdam, 27 maart 1814.
Corn. van Dyck, bij absentie harer echtgenoot, Coenraad Gebhart.
(opm: mede-eigenaar brik MARIA)

Op 7 april 1814 werd de eerste Nederlandse zeebrief verstrekt voor de MARIA, aangevraagd door C.W. Gebhart (mede reder), Amsterdam, voor H.A. Balmer als kapitein. Het schip was buitenslands gebouwd en lag te Amsterdam.

Op 18 april 1814 werd voor de brik MARIA onder kapt. Hans A. Balmer een monsterrol opgemaakt voor zeven opvarenden, waarin Bilbao als bestemming werd vermeld.

LCO 300514
Arrivementen. Te Bilbao het schip (opm: brik) MARIA, kapt. H.A. Balmer, van Amsterdam.

1815

RC 100115
Amsterdam, 8 januari. Kapitein H.A. Balmer (opm: brik MARIA), van Londen den 3 januari in Texel binnengekomen, heeft een anker en touw gekapt en is door behulp van schuiten in het Nieuwe Diep binnengebracht.

In een verklaring van 22 september 1815, van Jeremias Meijjes, scheepsbouwmeester te Amsterdam, staat dat het schip, thans genaamd MARIA, gevoerd door kapt. Hans Andriessen Balmer, voor meer dan 2/3e hier te lande is vertimmerd. Zo’n ‘vertimmering’ was wettelijk noodzakelijk om een in het buitenland gebouwd schip onder Nederlandse vlag te kunnen plaatsen, maar daarmee werd nogal eens de hand gelicht.
Acceptatie door de autoriteiten van deze verklaring maakte het vervoer van Nederlandse troepen mogelijk. Daarop werd de MARIA, kapt. Balmer, door of namens Staatsraad Goldberg gekeurd voor het vervoer van troepen naar de koloniën. Het schip kreeg de kwalificatie ‘goed’, waaraan slechts zo’n 15% van alle gekeurde schepen voldeed.

Op 25 september 1815 werd voor de brik MARIA onder kapt. Hans Andriessen Balmer een monsterrol opgemaakt, met Suriname als bestemming. Deze keer waren er acht opvarenden. Agent was Poncelet & Zoon, Amsterdam.

Op 4 oktober 1815 werd een (West-Indische) zeebrief verstrekt voor de MARIA, aangevraagd door J.J. Poncelet & Zoon, Amsterdam, voor Hans Andriessen Balmer als kapitein. (opm: zie hiervoor afgegeven nieuwe zeebrief dd 5 oktober 1816)

RC 231115
Amsterdam, 21 november. Te Texel is uitgezeild H.A. Balmer (opm: brik MARIA), naar Suriname.

1816

OHC 080616
Amsterdam, 6 juni. Aan deze stad is gearriveerd H.A. Balmer (opm: brik MARIA), van Suriname.

Op 5 oktober 1816 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de MARIA, aangevraagd door J.J. Poncelet & Zoon, Amsterdam, voor Hans Andriessen Balmer als kapitein.

De in oktober 1815 verstrekte West-Indische zeebrief werd vervallen verklaard door het niet maken van de West-Indische zeereis: de bestemming was Suriname geworden.

Op 14 oktober 1816 werd voor de brik MARIA onder kapt. Hans A. Balmer een monsterrol opgemaakt, met Suriname als bestemming. De crew bestond weer uit acht personen.

1817

OHC 130217
Amsterdam, 10 februari. Te Portsmouth is binnengelopen het schip (opm: brik) MARIA, kapt. H.A. Balmer, van Amsterdam naar Suriname.

Op 29 september 1817 werd een Turkse Pas voor een reis naar Suriname verstrekt voor de MARIA, aangevraagd door J.J. Poncelet & Zoon, Amsterdam, voor Hans Andriessen Balmer als kapitein. Deze Turkse Pas werd na het voltooien van de rondreis op 13 oktober 1818 geroyeerd.

1818

LCO 020318
Amsterdam, 28 februari. Den 23ste is te Ramsgate binnengelopen het schip (opm: brik) MARIA, kapt. H.A. Balmer, van Amsterdam naar Suriname.

1819

RC 180219
Advertentie. R. Hoijman, J.A. Schuller, J. van Ouwerkerk de Vries en H.J. Rietveld, makelaars, zullen, op maandag den 22 februari 1819, des avonds ten 6 uren, te Amsterdam, in het Nieuwezijds Heeren-Logement, op de Haarlemmerdijk, verkopen: een extraordinair welbezeild Brikschip, genaamd MARIA, gevoerd bij kaptein H.A. Balmer, lang 69 en 1 half voet, wijd 19 voet 8 duim, hol 10 voet 8 duim, alles Amsterdamse maat; breder bij de inventaris en berigt bij de makelaars.
De brik werd niet verkocht; wel vond er een kapiteinswisseling plaats.

Op 1 april 1819 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de MARIA, aangevraagd door J.J. Poncelet & Zoon, Amsterdam, voor J.E. Kwakenbrug als kapitein. Tevens werd een Turkse Pas afgegeven voor de bestemming Livorno. De rederij werd door Den Haag gesommeerd de rederij-cedule en meetbrief binnen een maand te leveren.

Op 28 april 1819 werd in Amsterdam de monsterrol opgemaakt voor de brik MARIA onder kapt. Jurjen E. Kwakenbrug met als bestemming Livorno. Het aantal opvarenden bedroeg slechts zes. De scheepsagent was Siemons in Zaandam.
Er zijn geen tekenen die erop wijzen dat de reis naar Livorno ook daadwerkelijk is uitgevoerd, zie 1821

1820

Op 29 mei 1820  werd in Amsterdam de monsterrol opgemaakt voor de brik MARIA onder kapt. Jurjen E. Kwakenbrug voor de bestemming St. Petersburg. Ook nu weer zes opvarenden. De scheepsagent was opnieuw Siemons in Zaandam.

OHC 031020
Amsterdam, 30 september. Den 28 dezer is in het Vlie binnengekomen J.E. Kwakenbrug (opm: brik MARIA), van Petersburg.

1821

Waarschijnlijk heeft de brik MARIA, evenals een aantal fregatten, barken, fluiten en brikken, wegens de zeer slechte marktomstandigheden, met uitzondering van de rondreis naar Petersburg in 1820, de gehele periode 1819 – 1821 opgelegd gelegen. Kapitein Kwakenbrug was reeds bedankt en in maart 1821 overgestapt op de smak ONDERNEMING.

1822

De MARIA werd op 15 januari 1822 voor de geringe prijs van NLG 1.400 verkocht aan William Henry Greaves, koopman, en Henry Dirks, zeilenmaker, beiden wonende te Amsterdam.  Deze aankoop was speculatief en pakte zeer goed uit, zie 22 december 1822.

Op 22 februari 1822 werd voor de brik MARIA onder kapt. Pieter Zink bij de waterschout in Amsterdam voor in totaal zes opvarenden een nieuwe monsterrol opgemaakt. De opgegeven bestemming was Fernambuck, het huidige Recife. De agent was Greaves.

Op 4 maart 1822 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de MARIA, aangevraagd door H. Dirks en W.H. Greaves, Amsterdam, voor P. Zink als kapitein. Tevens werd een Turkse Pas verstrekt voor een reis naar West-Indië.

RC 171022
Amsterdam, 15 oktober. Kapt. P. Zink (opm: brik MARIA) meldt van San Salvador, dat hij den 2 juni op 2º28’ Z.B. en 22º10’ W.L. gepraaid heeft het schip (opm: fregat) de RESOLUTIE, kapt. A. van den Abeele, van Amsterdam naar Batavia, hebbende toen 32 dagen reis uit Texel; de kapitein, manschappen en passagiers waren allen wel.
OHC 021122
Amsterdam, 31 oktober. Den 22 oktober is van Cowes vertrokken het aldaar binnengelopen schip (opm: brik) MARIA, kapt P. Zink, van Bahia naar Amsterdam, doch is den 24 dito terug gekomen. 
OHC 051122
Amsterdam, 2 november. Den 1 dezer is in Texel binnengekomen schip (opm: brik) MARIA, kapt P. Zink, van Bahia.

Op 22 december 1822 kocht kapitein J.H. Brandt de brik voor 3.200 gulden onderhands van W.H. Greavesen, en gaf zijn aanwinst de nieuwe naam VARIATIE.

1823

Op 14 maart 1823 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de VARIATIE, aangevraagd door J.H. Brandt, Amsterdam, voor zichzelf als kapitein.

Op 27 maart 1823 werd voor de brik VARIATIE onder kapt. Jan H. Brandt bij de waterschout in Amsterdam een nieuwe monsterrol opgemaakt. Ook kapitein Brandt hield het bij zes opvarenden De opgegeven bestemming was Bayonne. Of het schip deze reis ook werkelijk heeft gemaakt is onbekend.

Op 20 augustus stonden de zes opvarenden van de VARIATIE weer bij de waterschout. Dit keer was de bestemming Konstantinopel, nu Istanboel.
Waarschijnlijk is voor deze bestemming ook een Turkse Pas aangevraagd, maar deze aanvraag is niet gevonden.

AC 280823
Texel, 26 augustus. Heden zijn uitgezeild Zr.Ms. transportschip MIDDELBURG, commandant kapt.luit. Van de Velde, naar Gibraltar, TWEE GEZUSTERS (opm: brik), kapt. J.T. Klijn, naar Suriname, VARIATIE (opm: brik), kapt. J.H. Brandt, naar Smirna (opm: Izmir), NEDERLANDS KROONPRINS (opm: bunschip), kapt. J.P. Jelsma, en JONGE JAN (opm: bunschip), kapt. R.L. Bovenkamp, beide naar Londen, en EENDRAGT, kapt. A. Speelman (opm: smak EENDRACHT, kapt. A.R. Speelman), van Petersburg naar Rouaan.

1824

AC 010524
Texel, 29 april. Heden zijn alhier binnengekomen de schepen ELISABETH CORNELIA, kapt. P.H. Bos, van Suriname, en VARIATIE, kapt. J.H. Brandt, van Smirna (opm: Izmir), de laatste met verlies van boot, chaloup en andere schaden. 

1825

Op 8 juni 1825 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de VARIATIE, aangevraagd door J.H. Brandt, Amsterdam, voor zichzelf als kapitein. Voor deze combinatie werd ook een Turkse Pas verstrekt.

AC 290725
Texel, 27 juli. De wind NO en NW. Niets binnengekomen.
Uitgezeild: VARIATIE, kapt. J.H. Brandt, naar St. Thomas; HARMANUS, kapt. H. van Veen, naar Bordeaux; GUTE HOFNUNG, kapt. H. Nieman, naar Hull; FLORA, kapt. J.F. Hjört, naar Stockholm.

1826

DC 280326
Hellevoetsluis, 25 maart. Gisteren namiddag arriveerden uit zee: DE VROUW NEELTJE, kapt. J. Stroobuur van Liverpool en DE VARIATIE, kapt. J. Brandt van St. Ubes, als bijlegger naar Amsterdam. De wind NO.
DC 040426
Hellevoetsluis, 2 april. Gisteren namiddag zeilden in zee: VARIATIE, kapt. J. Brandt naar Amsterdam en EBENEZER, kapt. N.S. Stange naar Bergen;
AC 040426
Texel, 2 april. Binnengekomen: KOLONIST, kapt. L. Wildschut, van Suriname; VARIATIE, kapt. J.H. Brandt, van St. Thomas, laatst van Hellevoetsluis (opm: zie DC 280326).

Op 1 juni 1826 werd een Turkse Pas verstrekt voor de VARIATIE, aangevraagd door J.H. Brandt, Amsterdam, voor zichzelf als kapitein.

Op 12 juni werden zeven opvarenden van de VARIATIE onder kapt. Johann H. Brandt gemonsterd met bestemming Cadiz en Gibraltar. Kapt. Brand was zelf de boekhouder, en Daniels & Comp. de correspondent.

RC 060726
Amsterdam, 4 juli. Scheepvaartberichten:
- Het schip MAGELLAAN (opm: fregat, thuishaven Antwerpen), kapt. F.P. Hoedt, van Antwerpen naar Batavia, is den 6 mei op 37 gr. 30 min. Noorderbreedte, 12 gr. 49 min. lengte, West van Greenwich, en het schip de VARIATIE, kapt. J.H. Brandt, van Amsterdam naar Kadix, den 24 juni toen omtrent 2 etmalen reis hebbende, op de hoogte van Zuid-Voorland (opm: South Foreland), in goede staat gepraaid door kapt. J. Meijer van Marseille, te Amsterdam gekomen.

1827

Op 6 juni 1827 werden de – nu – zes opvarenden van de VARIATIE onder kapt. Johann H. Brandt in Amsterdam gemonsterd voor Kopenhagen. Boekhouder was des Heeren Kapiteins vrouw, dus mevrouw Brandt.

RC 160827
Amsterdam, 14 augustus. Het schip (opm: brik) DE VARIATIE, kapt. J.H. Brandt, van Petersburg naar Amsterdam, is, volgens brief van Koppenhagen en van de 7e dezer (daags te voren), aldaar lek binnengelopen en zou nog die dag een begin maken met lossen, om te repareren.

Op 11 oktober 1827 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de VARIATIE, aangevraagd door J.H. Brandt, Amsterdam, voor zichzelf als kapitein. Voor deze combinatie werd op 23 november een Turkse Pas verstrekt.

Op 4 december 1827 tekenden de zes opvarenden van de VARIATIE in Amsterdam opnieuw een monsterrol, nu voor de bestemming Gibraltar en Smirna (nu Izmir). De Grijs en Zoon was zowel boekhouder als correspondent.

1828

RC 200328
Amsterdam, 18 maart. Kapt. J.H. Brandt, voerende het schip de VARIATIE, van Amsterdam naar Smirna, meldt van Gibraltar in dato de 25e februari, dat in de storm, die aldaar van de 18e des avonds tot in de namiddag van de 21e gewoed heeft, een menigte schepen aan het drijven geraakt, verscheiden op het strand gekomen en andere beschadigd geworden zijn. Onder de gestrande telt hij drie Amerikaanse, waarvan twee op hen waren aangedreven, het een zijn boot en sloep beschadigd had en het ander, zijnde de schoener SPARTAN, kapt. Chapman, van New-York, drie planken in de stuurboordsboeg van zijn schip brak, hetwelk bij het zware stampen veel water inkreeg, dat echter gedurig werd uitgepompt, zodat hij weinig vrees had voor beschadigdheid aan de lading.
Onder de schepen, die schade geleden hadden, bevond zich de Nederlandse kof TROMP, kapt. R.T. Noltes, van Cette naar Rotterdam, welke drie ankers en twee zware touwen verloren en vrij wat schade aan het schip en de boot bekomen had. 
RC 260728
Amsterdam, 24 juli. De schepen de VARIATIE, kapt. J.H. Brandt en DE VROUW MARGARETA, kapt. P. Muller, zouden, volgens brief van Smirna van de 12e juni, van daar, naar Paspoli (opm: niet te traceren, nabij Gallipoli in de Dardanellen?) vertrekken, aldaar een lading hout innemen en naar Smirna terugkeren, om onder convooi naar Tripoli te zeilen.

1829

RC 060829
Amsterdam, 4 augustus. Kapt. J.H. Brandt, voerende  het schip (opm: brik) de VARIATIE, van Alexandria in Egypte naar Nederland, meldt van Gibraltar van de 12e juli, dat hij, na een reis van 67 dagen, wegens gebrek aan water enz., aldaar was binnengelopen; het schip en de equipage waren in de beste staat. 
RC 030929
Rotterdam, 2 september. Te Antwerpen zijn gearriveerd GOEDE VERWACHTING, kapt. Liefklein, EENDRAGT, kapt. Dillewyns en KLEINE WILHELMINA, kapt. Poelman, van Dantzig en MEDUSA, kapt. Bunemeyer, van Londen; VRIENDSCHAP, kapt. Keyzer en JONGE ISABELLA, kapt. Drend, van Noorwegen; JOHANNA GEZINA, kapt. Schuur, van Liverpool en VARIATIE, kapt. J.H. Brand, van Alexandrië.

Na lossing verkocht kapitein Brandt op 7 oktober 1829 zijn VARIATIE onderhands aan Josephus Muskeyn uit Antwerpen, die het schip in PAIX verdoopte. De koopprijs bedroeg 3.402,- gulden.
Volgens B.V. 1830 werd het schip in 1829 gedubbeld met koper en onderging het grote reparaties. Dit ‘groot onderhoud’ zal ongetwijfeld voor rekening van Muskeyn zijn uitgevoerd. 
De brik werd vernaamd in PAIX en ging – voorlopig nog onder Nederlandse vlag – onder kapt. G. Charlé weer in de vaart.

De zeebrief van de VARIATIE van 11 oktober 1827 werd op 10 oktober 1829 door de gouverneur van de provincie Zeeland naar de Staatsraad in Den Haag geretourneerd, met vermelding ‘schip verkocht’, waarna op 15 oktober royement van het document volgde.

Op 26 oktober 1829 werd de eerste, bedoeld wordt nieuwe, zeebrief verstrekt voor de PAIX, aangevraagd door J. Muskeyn, Antwerpen, voor G. Charlé als kapitein. Voor deze combinatie werd op 21 november een Turkse Pas verstrekt.

MCO 261229
Vlissingen, 19 december. Van Antwerpen is de Schelde afgekomen en den 16 dezer van onze rede gezeild la PAIX (opm: brik, ex-VARIATIE), kapt. P. Charlé, naar Delmina (opm: Ghana), met buskruit.

1830

België

Nadat eind augustus 1830 in Brussel onlusten waren uitgebroken die de inleiding vormden tot de Afscheiding door België werd op 4 oktober eenzijdig de Belgische onafhankelijkheid afgekondigd. In reactie daarop decreteerde de koning bij Koninklijk Besluit van 28 oktober 1830 (Staatsblad No. 73) dat de Nederlandse zeebrieven moesten worden ingetrokken van de (196) schepen welke in de Zuidelijke Provinciën van het Rijk tehuis behoorden. Dit betrof ook de PAIX die voortaan onder Belgische vlag zou gaan varen.

1831

De Nederlandse zeebrief van de PAIX werd op 21 juli 1831 door de gouverneur van de provincie Zeeland naar de Staatsraad in Den Haag geretourneerd, met vermelding ‘schip behoort in de zuidelijke provinciën’, waarna op 26 juli royement volgde. Het schip was begin juli onder Belgische vlag al weer naar zee gegaan.

MCO 120731
Vlissingen, 9 juli. Van Antwerpen zijn de Schelde afgekomen, en sedert den 6 dezer van onze rede naar zee gezeild: le JEUNE CONSTANT, kapt. F. Chumet, met zink en le PERCEVERANT, kapt. J. Verspecke, met ballast, beide naar Havre-de-Grace; la PAIX, kapt. J. Roose, naar Londen, met boomschors; la CAROLINE, kapt. L. Soupat, naar Havre-de-Grace, met zink; KAREL, kapt. B.H. Stuurman, naar New York, met stukgoederen en AURORA, kapt. G. Hillebrand, naar Duinkerken, met ijzer en wijn.
MCO 300831
Vlissingen, 27 augustus. Gisteren is alhier ter rede gekomen voor Antwerpen bestemd: LA PAIX, kapt. J. Roose, met klipzout en L’AIMABLE ANNE, kapt. A. Bourquin, met zout enz., beide van Liverpool; THE MARGARETH, kapt. E.M. Intosh, van New York, met tabak en katoen; DE VROUW HILKE, kapt. U.H. Bonjer, van Londen, met stukgoederen; GUERNSEY LILLY, kapt. P. le Maistre, van Jersey, met huiden; LE GUILLAUME, kapt. J. Simoneau, van Nantes, met suiker. 
MCO 041031
Vlissingen, 1 oktober. Van Antwerpen zijn de Schelde afgekomen, en van den 27 september tot heden van onze rede naar zee gezeild: COLLETTE, kapt. H. Elbring, naar Sandwich, met boomschors; LONDON-PACKET, kapt. B.J. Roelofs, naar Liverpool, met ballast; DE PELICAAN, kapt. J.L. Vroome, naar Londen, met boomschors; DE BRUSSELAAR, kapt. H.A. de Vries en VICTORIA, kapt. G. Kuper, beide naar Londen, met boomschors; LES DEUX AMIS, kapt. M. Barbé, naar Duinkerken met ballast; ROSALIE, kapt K. van den Oever, naar Batavia, met stukgoederen; DE DRIE GEBROEDERS, kapt. J.J. Walker, naar de Oostzee, met ballast; la PAIX, kapt. J. Roose, naar Rouen, met steenkolen; DE ZWAAN, kapt. A. Cassauwer, naar Londen, met boomschors

1832

MCO 160832
Vlissingen, 12  augustus. Sedert den 8 dezer zijn, voor Antwerpen bestemd, alhier  ter rede gekomen: PERSEVERANCE, kapt. J.R. Jansen, van de Marennes, met zout; AUGUSTE EN JULIE, kapt. L. Gueritaulx, van Porto-Rico, met suiker; DE HOPENDE ZEEMAN, kapt. C. Plath, van Bayonne, met stukgoederen; LOUISE MAILLERAY, kapt. F. Lepaux, van Havre-de-Grace, met huiden, moet quarantaine houden; ALBERTINA, kapt. J.P.C. Vagt, met rogge van Riga, la PAIX, kapt. J. Roose, van Rio de Janeiro, met stukgoederen;

1833

Volgens B.V. is de brik in 1833 eigendom geworden van de Antwerpenaar F. Fenner, kreeg het schip de naam LUDD en waren opnieuw grote reparaties nodig. B.V. en de Standaerd van Vlaenderen noemen het schip nu een schoener. De ra’s van de bezaanmast en de steng van de fokkemast zullen verwijderd waardoor ook hier de tuigage werd vereenvoudigd. Dit was voor reizen met veel (aandewindse) koerswisselingen (bij voorbeeld in Het Kanaal of in de Caraïben) een meer efficiënte manier van varen.

GVB 140633
Brugge, 14 juni. Uitgevaren de Belgische brik LUDD (opm: ex-PAIX, in 1833 vertuigd naar schoener), kapt. A. Cordier, naar Londen, met schors,  aan Sinave, 88 vat.

1834

GVB 310334
Antwerpen, 29 maart. Binnengekomen de Belgische brik (opm: schoener) LUDD, kapt. T. Jackson, van Cenneraux met pijp aarde.

1835

GVB 150635
Antwerpen, 14 juni. Binnengekomen de Belgische schooner  LUDD, kapt. T. Jackson, van Londen, met vier rijtuigen e stukgoederen.

1836

GVB 240836
Antwerpen, 24 augustus. Binnengekomen de Belgische schooner  LUDD, kapt. T. Jackson, van Londen, met zout.

1837

GVB 120637
Antwerpen, 11 juni. Binnengekomen de Belgische schooner  LUDD, kapt. T. Jackson, van Londen, met diverse goederen.

1838

GVB 300738
Antwerpen, 29 juli. Binnengekomen de Belgische schooner  LUDD, kapt. Zoetelief, van Londen, met diverse goederen.

1839

GVB 260639
Antwerpen, 25 juni. Binnengekomen de Belgische schooner  LUDD, kapt. Zoetelief, van Marennes, met zout.

1840

GVB 021240
Antwerpen, 1 december. Binnengekomen de Belgische schooner  LUDD, kapt. Zoetelief, van Liverpool, met zout en diverse goederen.

1841

GVB 101241
Antwerpen, 9 december. Binnengekomen de Belgische schooner  LUDD, kapt. Gress, van Oostende met ballast binnendoor.

1842

GVB 250542
Antwerpen, 22 mei.  Binnengekomen de Belgische schooner  LUDD, kapt. Gress, van Warex met ballast.

1843

GVB 170743
Antwerpen, 15 juli. Binnengekomen de Belgische schooner  LUDD, kapt. Gress, van Cette met wijn.

1844

B.V. meldt dat de LUDD in 1844 werd herbouwd en daarbij niet alleen werd verlengd maar ook verhoogd. Dit resulteerde in een vergroting van de tonnage van 85 naar 116 ton.
Waarschijnlijk was deze verbouwing uitgevoerd voor rekening van de nieuwe eigenaars Dedecker & Cassiers uit Antwerpen. De scheepsnaam werd gewijzigd in DILIGENT en kapitein L. Luchies nam het roer over.

1845

GVB 150145
Antwerpen, 10 januari. Binnengekomen de Belgische schooner DILIGENT (opm: ex-LUDD), kapt. L. Luchies, van Liverpool, met zout.

1846

GVB 251146
Antwerpen, 24 november.  Binnengekomen de Belgische schooner DILIGENT, kapt. Luchies, van Cephalonië (opm: Griekenland), met krenten. 

1849

GVB 190249
Holyhead, 11 februari. Gisteren is hier gedwongen binnengelopen de  DILIGENT, kapt. Luchies, van Liverpool naar Antwerpen, met verlies van zijn grote mast. 
GVB 281149
De Belgische brik (opm: schoener) DILIGENT, kapt. L. Luchies, is op 10 november van Napels te Kadix aangekomen.

1850

GVB 011050
Antwerpen, 28 september. Binnengekomen de Belgische schooner DILIGENT, kapt. L. Luchies, van Cette (opm: Sète), met wijn en zout.

1852

GVB 210452
Antwerpen, 18 april. Binnengekomen de Belgische schooner DILIGENT, kapt. Luchies, van Cephalonië, met krenten.

1853

GVB 290653
Antwerpen, 25 juni. Binnengekomen de Belgische schooner DILIGENT, kapt. L. Luchies, van Londen, met tabak.

1854

SVV 040554
Antwerpen, 1 mei.  Binnengekomen de Belgische schooner DILIGENT, kapt. L. Luchies, van Alexandrië, met tarwe.

1855

GVB 240155
Antwerpen, 19 januari.  Binnengekomen de Belgische schooner DILIGENT, kapt. L. Luchies, van Marseille, met koopwaren.
GVB 120756
Antwerpen, 8 juli. Binnengekomen de Belgische schooner DILIGENT, kapt. Luchies, van Hyères met zout.

1857

GVB 220457
Antwerpen, 19 april.  Binnengekomen de Belgische schooner DILIGENT, kapt. L. Luchies, van Laguna met verfhout. 
JDB 130957
Men schrijft vanuit Antwerpen, 15 september: Gisteravond is de Franse stoomboot MARIE STUART aangekomen, welke een lijndienst onderhoudt tussen onze haven en de Middellandse Zee. Het schip heeft een van de bemanningsleden mee naar huis genomen van de Belgische schooner DILIGENT, die onderweg aan de Spaanse kust door brand was verwoest.
(opm: de DILIGENT onder kapt. L. Luchies, in 1800 gebouwd als brik heeft vanaf april 1814 tot oktober 1830 onder Nederlandse vlag gevaren onder de namen MARIA, VARIATIE resp. PAIX)

 

Kroniekberichten

Toon kroniekberichten
Akten

ARCHIEF Gemeente-Archief Amsterdam archiefnummer Ams.5181-7157-1814/15-53
DVD 7 – III– 215-218
__________________________________________________
Acte koop/verkoop
Naam schip: …OLIA (onleesbaar), thans genaamd MARIA

Plaats en datum acte onderhandse verkoop, Amsterdam, 5 september 1815

Soort schip brik

Bouwwerf / verkoper firma Gebr. Alewijn & Co., kooplieden te Amsterdam

Gevoerd door kapt.

Eigenaar / aankoper firma Jean Jacques Poncelet & Zoon, kooplieden te Amsterdam

Te voeren door kapt.

Groot volgens meetbrief

Tuigage en aantal dekken

Afmetingen

Kiellegging

Tewaterlating

Plaats en datum van registratie Amsterdam, 6 september 1815

Nummer van registratie folio 110, recto, case 3.

Notaris Mr. Marius van Ommeren, notaris te Amsterdam

Prijs (bij aan-/verkoop vermeld) NLG. 5000,-

Bijzonderheden: de Gebr. Alewijn & Co. waren eigenaren van het schip geworden bij acte van transport in dato 26 februari 1812, ook voor Mr. Marius van Ommeren
Bijgevoegd verklaring in dato Amsterdam, 22 september 1815, van Jeremias Meijjes, scheepsbouwmeester te Amsterdam, dat het schip, thans genaamd MARIA, gevoerd door kapt. Hans Andriessen Balmer, voor meer dan 2/3e hier te lande is vertimmerd.



Researcher/datum research ML/261107

Naam MARIA
Archiefinstelling Stadsarchief Amsterdam
Jaar 1814
Toegang 5181
Inventaris 7157
Klik hier om de originele akte te bekijken

ARCHIEF Gemeente-Archief Amsterdam archiefnummer Ams.5181-7148-104
DVD 6 – II - 7
__________________________________________________
Aantekening
Naam schip: MARIA

Plaats en datum acte geen

Soort schip brik

Bouwwerf / verkoper

Gevoerd door kapt. Jans Andriesen Balmer

Eigenaar / aankoper

Te voeren door kapt.

Groot volgens meetbrief

Tuigage en aantal dekken

Afmetingen

Kiellegging

Tewaterlating

Plaats en datum van registratie

Nummer van registratie

Notaris aantekening van rechtbank Amsterdam

Prijs (bij aan-/verkoop vermeld)

Bijzonderheden: een korte aantekening, niets meer vermeldende, dan dat de brik MARIA op 23 maart 1812 was gefranciseerd, en dat er te Amsterdam een procuratie was verleend op 1 april 1814 (mogelijk ter verkrijging van een Nederlandse zeebrief), mogelijk aan de kapt. Jans Andriesen Balmer.






Researcher/datum research ML/050607

Naam MARIA
Archiefinstelling Stadsarchief Amsterdam
Jaar 1814
Toegang 5181
Inventaris 7148
Klik hier om de originele akte te bekijken

Stadsarchief Amsterdam Archiefnummer AMS 5074.1413.1819.14

foto 011, 012
CEDULE

Naam schip MARIA

plaats en datum acte eigendomsbewijs, Amsterdam, 20 april 1819

type schip brik

bouwwerf/verkoper niet vermeld

gevoerd door kapt.

eigenaar/koper firma Jean Jacques Poncelet & Zoon, Amsterdam, enig eigenaar

te voeren door kapt. Jurjen Egberts Kwakenbrug

grootte in tonnen 44 lasten of 88 zeetonnen

tuigage / aantal dekken twee masten, een dek

afmetingen

kiellegging

tewaterlating binnenslands gebouwd

plaats / datum registratie Amsterdam, 14 april 1819

nummer registratie deel 11, folio 59, verso, vak 2

notaris Regtbank van Eerste Aanleg, Amsterdam

prijs

Bijzonderheden: getoond wordt de koopbrief
De datum van de acte is NIET de datum van de transactie. De juiste datum vindt men in Amsterdam AB 1819-1838. De cedule is in de kantlijn genummerd 14922
(mogelijk is dit de MARIA van Poncelet, kapt. Balmen, waarvoor op 5 oktober 1816 een gewone zeebrief is uitgereikt. Als dit hetzelfde schip is, komt Kwakenburg volgens nieuwe zeebrief van 1 april 1819 op het schip)

researcher/datum research: ML / 040214

Naam MARIA
Archiefinstelling Stadsarchief Amsterdam
Jaar 1819
Toegang 5074
Inventaris 1413
Klik hier om de originele akte te bekijken

ARCHIEF Gemeente Amsterdam
archiefnummer 5074/1419-1819-14

KOOPBRIEF schip MARIA

plaats en datum acte 5 september 1818

soort schip brik

gevoerd door kapt.

Bouwwerf/verkoper firma Gebr. Alewijn & Co., Amsterdam

eigenaar/aankoper Jean Jacques Poncelet, Amsterdam

groot volgens meetbrief in tonnen n.v.

tuigage en aantal dekken n.v.

afmetingen n.v.

kiellegging n.v.

tewaterlating n.v.

plaats en nummer van registratie

datum van registratie 6 september 1815 (ML ja, hier staat 1815, boven 1818)

notaris M. van Ommeren

prijs (bij aan-/verkoop) NLG. 5000,-

bijzonderheden

researcher/datum research ML/150705

Naam MARIA
Archiefinstelling Stadsarchief Amsterdam
Jaar 1819
Toegang 5074
Inventaris 1419
Klik hier om de originele akte te bekijken

Stadsarchief Amsterdam Archiefnummer AMS 5074.1415.1822.7

deel III, foto Il-21, 22
CEDULE

Naam schip MARIA

plaats en datum acte eigendomsbewijs, Amsterdam, 28 februari 1822

type schip brik

bouwwerf/verkoper niet vermeld

gevoerd door kapt. geweest kapt. Jurgen Egberts Kwakenburg

eigenaar/koper William Henry Greaves, Amsterdam (boekhouder en 1/2e part) en Henry Dirks, Amsterdam (1/2e part)

te voeren door kapt. thans kapt. Pieter Link

grootte in tonnen 44 lasten of 126 zeetonnen

tuigage / aantal dekken twee masten, een dek

afmetingen

kiellegging

tewaterlating gebouwd te Yarmouth

plaats / datum registratie Amsterdam, 1 maart 1822

nummer registratie deel 3, folio 164, recto, vak 7

notaris Regtbank van Eerste Aanleg, Amsterdam

prijs

Bijzonderheden: getoond wordt de laatste koopbrief; het schip ligt thans te Amsterdam.
De datum van de acte is NIET de datum van de transactie. De juiste datum vindt men in Amsterdam AB 1819-1838. De cedule is in de kantlijn genummerd 546





researcher/datum research: ML / 280714

Naam MARIA
Archiefinstelling Stadsarchief Amsterdam
Jaar 1822
Toegang 5074
Inventaris 1415
Klik hier om de originele akte te bekijken

ARCHIEF Gemeente Amsterdam archiefnummer 5074/1419-1822-7

ACTE AAN-/VERKOOP
schip MA|RIA

plaats en datum acte koop/verkoop, Amsterdam, 15 januari 1822

soort schip brik

gevoerd door kapt.

Bouwwerf/verkoper Rodolphe le Chevalier, commissionair, handelende onder de firma van Jean Jacques Poncelet en Loon (Zoon?), Amsterdam

eigenaar/aankoper William Hewnry Greaves, koopman, en Henry Dirks, zeilenmaker, beiden wonende te Amsterdam

te voeren door kapt.

groot volgens meetbrief in tonnen

tuigage en aantal dekken

afmetingen

kiellegging

tewaterlating

plaats en nummer van registratie

datum van registratie

notaris Jan Hendrik Clant, notaris te Amsterdam

prijs (bij aan-/verkoop) NLG. 1400,-

Bijzonderheden:







researcher/datum research ML-230506

Naam MARIA
Archiefinstelling Stadsarchief Amsterdam
Jaar 1822
Toegang 5074
Inventaris 1419
Klik hier om de originele akte te bekijken

Stadsarchief Amsterdam Archiefnummer AMS 5074.1415.1823.4

deel IV, foto 22,23
CEDULE

Naam schip voorheen genaamd MARIA, thans door koper genaamd de VARIATIE

plaats en datum acte eigendomsbewijs, Amsterdam, 5 maart 1823

type schip brik

bouwwerf/verkoper niet vermeld

gevoerd door kapt. voorheen kapt. Pieter Zink

eigenaar/koper Johann Heinrich Brandt, Amsterdam, enig eigenaar

te voeren door kapt. Johann Heinrich Brandt, in eigendom te bevaren.

grootte in tonnen 45 lasten

tuigage / aantal dekken twee masten, een dek

afmetingen

kiellegging

tewaterlating gebouwd buiten de Nederlanden

plaats / datum registratie Amsterdam, 7 maart 1823

nummer registratie deel 7, folio 18, recto, vak 4

notaris Regtbank van Eerste Aanleg, Amsterdam

prijs

Bijzonderheden: getoond wordt de laatste koopbrief; het schip ligt thans te Amsterdam.
De datum van de acte is NIET de datum van de transactie. De juiste datum vindt men in Amsterdam AB 1819-1838. De cedule is in de kantlijn genummerd 507





researcher/datum research: ML / 270515

Naam MARIA
Archiefinstelling Stadsarchief Amsterdam
Jaar 1823
Toegang 5074
Inventaris 1416
Klik hier om de originele akte te bekijken

ARCHIEF Gemeente Amsterdam archiefnummer 5074/1419-1823-4

ACTE AAN-/VERKOOP
schip MARIA

plaats en datum acte koop/vekoop, Amsterdam, 22 december 1822

soort schip brik

gevoerd door kapt.

Bouwwerf / verkoper Willem Henry Greaves, koopman te Amsterdam

Eigenaar / aankoper Johan Heinrich Brandt, scheepskapitein te Amsterdam

te voeren door kapt.

groot volgens meetbrief in tonnen

tuigage en aantal dekken

afmetingen

kiellegging

tewaterlating

plaats en nummer van registratie

datum van registratie

notaris Hermanus Muller, notaris te Amsterdam

prijs (bij aan-/verkoop NLG. 3200,-

bijzonderheden (ML: de naam BRANDT is onduidelijk en enigszins dubieus)








researcher/datum research ML-060606

Naam MARIA
Archiefinstelling Stadsarchief Amsterdam
Jaar 1823
Toegang 5074
Inventaris 1419
Klik hier om de originele akte te bekijken

RA - Beveren Archiefnummer Ant.512.0044.00132.239
DVD - XXXI – 132 III 135-136
ACTE KOOP/VERKOOP

Naam schip voorheen genaamd MARIA, nu genaamd VARIATIE

plaats en datum acte onderhandse verkoop/koop, Antwerpen, 7 oktober 1829

type schip brik

bouwwerf/verkoper Johan Heinrich Brandt, zeekapitein, wonende te Amsterdam

gevoerd door kapt.

eigenaar/aankoper Josephus Muskeyn, particulier te Antwerpen

te voeren door kapt.

grootte in tonnen 46 lasten

tuigage / aantal dekken

afmetingen

kiellegging

tewaterlating

plaats / datum registratie Antwerpen, 8 oktober 1829

nummer van registratie blad 94 verso vak 4-5

notaris voor makelaar Charles Bréquigny, Antwerpen

prijs NLG. 3.402,-

bijzonderheden Het schip werd door verkoper aangeschaft te Amsterdam voor notaris Hermanus Muller te Amsterdam blijkens acte van 22 november 1822 (na deze transactie verdoopt van MARIA in VARIATIE)
De VARIATIE lag bij passeren dezer acte in het grote dok te Antwerpen.





researcher/datum research: AD/020709

Naam VARIATIE
Archiefinstelling Rijksarchief, Beveren
Jaar 1829
Toegang 512.0044
Inventaris 132

Bronnen

Jaar: 1812
Bron: Diverse Bronnen
Omschrijving: Gemeente-Archief Amsterdam, archiefnummer Ams.5081-7157-1812-128
Gemeente-Archief Amsterdam, archiefnummer 5181-7148-104
Gemeente-Archief Amsterdam, archiefnummer Ams.5081-7157-1814/15-53
Gemeente-Archief Amsterdam, archiefnummer 5074/1419-1819-14
Stadsarchief Amsterdam Archiefnummer AMS 5074.1413.1819.14
Archief Gemeente Amsterdam, archiefnummer 5074.1419-1822-7
Stadsarchief Amsterdam, archiefnummer 5074.1415.1822-7
Archief Gemeente Amsterdam, archiefnummer 5074/1419-1823-4
Stadsarchief-Amsterdam, archiefnummer AMS 5074.1415.1823.4
Stadsarchief Amsterdam, monsterrollen on line
Rijksarchief Beveren, archiefnummer Ant.512.0044.00132.239
N.A. Den Haag, toegang nummer 2.08.01.07, zeebrieven verbalen, diverse bestanddelen
De samenstelling van de vroegste Belgische vloot (1830-1846) Bert Klaes (publicatie)
B.V. site http://digiview.gbv.de/viewer/toc/54962810X/1/LOG_0000/ (B.V.
Lloyd’s Register, diverse registers via internet
AC = Amsterdamsche Courant
BBC = Binnenlandsche Bataafsche Courant
DC = Dordtsche Courant
GVB = Gazette van Brugge
JDB = Journal de Bruges (vertaald)
LCO = Leydsche Courant
MCO = Middelburgsche Courant
OHC = Opregte Haarlemsche Courant
SVV = Standaerd van Vlaenderen
RC = Rotterdamsche Courant