1800 – 1805
De MARIA is in 1800 in Yarmouth, Isle of Wight, gebouwd. Hiervoor hebben we twee duidelijke indicaties:
- Lloyd’s Register noemt Yarmouth als bouwplaats in haar registers van 1806, 1807, 1809, 1810, 1811, 1812, 1813.
- De Cedule van 28 februari 1822 geeft eveneens als bouwplaats Yarmouth aan.
1802
Op 24 maart 1802 tekende kapt. Ernst Mentsel van de MARIA, Hollandse vlag, in Amsterdam een monsterrol voor de bestemming Barcelona.
Op 21 december stond kapt Mentsel weer bij de Amsterdamse waterschout, nu voor de bestemming Lissabon.
1803
BBC 080103
Den 4 januari is in Texel uitgezeild de MARIA (opm: brik), kapt. E. Mentzel, naar Lissabon.
Op 24 maart 1803 werd in Amsterdam voor de MARIA, Hollandse vlag, onder kapt. Ernst Mentsel (ook wel Mentzel of Mensel), een monsterrol opgemaakt, deze keer voor een reis naar Barcelona. Kapitein Mentsel was dus in ieder geval vanaf eind 1802 eigenaar. Maar wanneer en hoe hij voor een in Engeland gebouwd schip koos is onbekend. Misschien via een kaping?
Kapt. Menzel zal sinds zijn aankoop met de MARIA onder Hollandse vlag hebben gevaren. Zijn zoon Joan Christoffel Mentsel werd op 17 maart 1793 in Rotterdam gedoopt. Zijn in Hamburg geboren echtgenote Katharina Margareta Lucia Schlichting overleed in Rotterdam op 16 april 1830.
Waarschijnlijk is de MARIA in 1805 onder de vlag van Papenburg gebracht. Deze werd door zowel Frankrijk als Engeland als neutraal beschouwd, waardoor het gemakkelijker werd om de scheepvaart te blijven uitoefenen zonder bevreesd te zijn door een van beide landen te worden gekaapt. Het schip werd in mei 1806 weliswaar door de Engelsen opgebracht, maar inclusief de lading in augustus toch weer vrijgelaten. Na het door keizer Napoleon op 21 november 1806 instellen van het Continentaal Stelsel, waarbij de Britse eilanden in staat van blokkade werden verklaard, verlieten veel Nederlandse schepen de Nederlandse vlag om die te verwisselen voor een neutrale, waarbij vooral die van Kniphausen populair was.
1806
LCO 120506
Amsterdam, 10 mei. Te Plymouth is binnen gezonden het Papenburger schip MARIA, kapt. Mentzel, van Bayonne.
LCO 080806
Amsterdam, 6 augustus. Volgens berichten is met de lading vrijgegeven, het te Plymouth opgebrachte Papenburgse schip MARIA, kapt. E. Mentzel, van Bayonne naar Antwerpen.
1807
AC 150907
Advertentie. J.H. de Wit en C. Faber, makelaars, zullen op maandag den 28ste september 1807, ‘s avonds ten zes uren, te Amsterdam, in het Nieuwezijds Heeren Logement, op den Haarlemmerdijk, verkopen: Een extra ordinair welbezeild brikschip, genaamd MARIA, kapitein Ernst Mentzel, in ‘t jaar 1800 nieuw uitgehaald, lang over steven 70 voet, wijd 19 voet 5 duim, hol 11 voet; alles breder bij den inventaris en bericht bij gemelde makelaars en bij Faber en Leefkens. Zijnde dit schip inmiddels uit de hand te koop.
(opm: de brik, in 1800 in Yarmouth I.o.W. gebouwd, werd op 30 oktober 1807 voor 5000 gulden gekocht door kapt. Paul Sturk, Amsterdam, die er zelf op ging varen; zijn verkoper was kapt. Ernst Mentzel, officieel uit Papenburg, maar woonachtig in Rotterdam.
1812
Op 26 februari 1812 werd de MARIA voor 5.000 gulden verkocht aan de Gebrs. Alewijn & Co In Amsterdam. Het schip werd op 23 maart 1812 gefranciseerd. Dat betekent dat de MARIA onder niet-Franse – dus de Papenburgse – vlag was aangekocht.
1814
RC 310314
Advertentie. Op heden is tot mijn en mijner kinderen in droefheid overleden, mijne geliefde dochter Maria Walthera, aan de gevolgen ener hevige zenuwkoorts, in den ouderdom 42 jaren en circa 6 maanden.
Rotterdam, 27 maart 1814.
Corn. van Dyck, bij absentie harer echtgenoot, Coenraad Gebhart.
(opm: mede-eigenaar brik MARIA)
Op 7 april 1814 werd de eerste Nederlandse zeebrief verstrekt voor de MARIA, aangevraagd door C.W. Gebhart (mede reder), Amsterdam, voor H.A. Balmer als kapitein. Het schip was buitenslands gebouwd en lag te Amsterdam.
Op 18 april 1814 werd voor de brik MARIA onder kapt. Hans A. Balmer een monsterrol opgemaakt voor zeven opvarenden, waarin Bilbao als bestemming werd vermeld.
LCO 300514
Arrivementen. Te Bilbao het schip (opm: brik) MARIA, kapt. H.A. Balmer, van Amsterdam.
1815
RC 100115
Amsterdam, 8 januari. Kapitein H.A. Balmer (opm: brik MARIA), van Londen den 3 januari in Texel binnengekomen, heeft een anker en touw gekapt en is door behulp van schuiten in het Nieuwe Diep binnengebracht.
In een verklaring van 22 september 1815, van Jeremias Meijjes, scheepsbouwmeester te Amsterdam, staat dat het schip, thans genaamd MARIA, gevoerd door kapt. Hans Andriessen Balmer, voor meer dan 2/3e hier te lande is vertimmerd. Zo’n ‘vertimmering’ was wettelijk noodzakelijk om een in het buitenland gebouwd schip onder Nederlandse vlag te kunnen plaatsen, maar daarmee werd nogal eens de hand gelicht.
Acceptatie door de autoriteiten van deze verklaring maakte het vervoer van Nederlandse troepen mogelijk. Daarop werd de MARIA, kapt. Balmer, door of namens Staatsraad Goldberg gekeurd voor het vervoer van troepen naar de koloniën. Het schip kreeg de kwalificatie ‘goed’, waaraan slechts zo’n 15% van alle gekeurde schepen voldeed.
Op 25 september 1815 werd voor de brik MARIA onder kapt. Hans Andriessen Balmer een monsterrol opgemaakt, met Suriname als bestemming. Deze keer waren er acht opvarenden. Agent was Poncelet & Zoon, Amsterdam.
Op 4 oktober 1815 werd een (West-Indische) zeebrief verstrekt voor de MARIA, aangevraagd door J.J. Poncelet & Zoon, Amsterdam, voor Hans Andriessen Balmer als kapitein. (opm: zie hiervoor afgegeven nieuwe zeebrief dd 5 oktober 1816)
RC 231115
Amsterdam, 21 november. Te Texel is uitgezeild H.A. Balmer (opm: brik MARIA), naar Suriname.
1816
OHC 080616
Amsterdam, 6 juni. Aan deze stad is gearriveerd H.A. Balmer (opm: brik MARIA), van Suriname.
Op 5 oktober 1816 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de MARIA, aangevraagd door J.J. Poncelet & Zoon, Amsterdam, voor Hans Andriessen Balmer als kapitein.
De in oktober 1815 verstrekte West-Indische zeebrief werd vervallen verklaard door het niet maken van de West-Indische zeereis: de bestemming was Suriname geworden.
Op 14 oktober 1816 werd voor de brik MARIA onder kapt. Hans A. Balmer een monsterrol opgemaakt, met Suriname als bestemming. De crew bestond weer uit acht personen.
1817
OHC 130217
Amsterdam, 10 februari. Te Portsmouth is binnengelopen het schip (opm: brik) MARIA, kapt. H.A. Balmer, van Amsterdam naar Suriname.
Op 29 september 1817 werd een Turkse Pas voor een reis naar Suriname verstrekt voor de MARIA, aangevraagd door J.J. Poncelet & Zoon, Amsterdam, voor Hans Andriessen Balmer als kapitein. Deze Turkse Pas werd na het voltooien van de rondreis op 13 oktober 1818 geroyeerd.
1818
LCO 020318
Amsterdam, 28 februari. Den 23ste is te Ramsgate binnengelopen het schip (opm: brik) MARIA, kapt. H.A. Balmer, van Amsterdam naar Suriname.
1819
RC 180219
Advertentie. R. Hoijman, J.A. Schuller, J. van Ouwerkerk de Vries en H.J. Rietveld, makelaars, zullen, op maandag den 22 februari 1819, des avonds ten 6 uren, te Amsterdam, in het Nieuwezijds Heeren-Logement, op de Haarlemmerdijk, verkopen: een extraordinair welbezeild Brikschip, genaamd MARIA, gevoerd bij kaptein H.A. Balmer, lang 69 en 1 half voet, wijd 19 voet 8 duim, hol 10 voet 8 duim, alles Amsterdamse maat; breder bij de inventaris en berigt bij de makelaars.
De brik werd niet verkocht; wel vond er een kapiteinswisseling plaats.
Op 1 april 1819 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de MARIA, aangevraagd door J.J. Poncelet & Zoon, Amsterdam, voor J.E. Kwakenbrug als kapitein. Tevens werd een Turkse Pas afgegeven voor de bestemming Livorno. De rederij werd door Den Haag gesommeerd de rederij-cedule en meetbrief binnen een maand te leveren.
Op 28 april 1819 werd in Amsterdam de monsterrol opgemaakt voor de brik MARIA onder kapt. Jurjen E. Kwakenbrug met als bestemming Livorno. Het aantal opvarenden bedroeg slechts zes. De scheepsagent was Siemons in Zaandam.
Er zijn geen tekenen die erop wijzen dat de reis naar Livorno ook daadwerkelijk is uitgevoerd, zie 1821
1820
Op 29 mei 1820 werd in Amsterdam de monsterrol opgemaakt voor de brik MARIA onder kapt. Jurjen E. Kwakenbrug voor de bestemming St. Petersburg. Ook nu weer zes opvarenden. De scheepsagent was opnieuw Siemons in Zaandam.
OHC 031020
Amsterdam, 30 september. Den 28 dezer is in het Vlie binnengekomen J.E. Kwakenbrug (opm: brik MARIA), van Petersburg.
1821
Waarschijnlijk heeft de brik MARIA, evenals een aantal fregatten, barken, fluiten en brikken, wegens de zeer slechte marktomstandigheden, met uitzondering van de rondreis naar Petersburg in 1820, de gehele periode 1819 – 1821 opgelegd gelegen. Kapitein Kwakenbrug was reeds bedankt en in maart 1821 overgestapt op de smak ONDERNEMING.
1822
De MARIA werd op 15 januari 1822 voor de geringe prijs van NLG 1.400 verkocht aan William Henry Greaves, koopman, en Henry Dirks, zeilenmaker, beiden wonende te Amsterdam. Deze aankoop was speculatief en pakte zeer goed uit, zie 22 december 1822.
Op 22 februari 1822 werd voor de brik MARIA onder kapt. Pieter Zink bij de waterschout in Amsterdam voor in totaal zes opvarenden een nieuwe monsterrol opgemaakt. De opgegeven bestemming was Fernambuck, het huidige Recife. De agent was Greaves.
Op 4 maart 1822 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de MARIA, aangevraagd door H. Dirks en W.H. Greaves, Amsterdam, voor P. Zink als kapitein. Tevens werd een Turkse Pas verstrekt voor een reis naar West-Indië.
RC 171022
Amsterdam, 15 oktober. Kapt. P. Zink (opm: brik MARIA) meldt van San Salvador, dat hij den 2 juni op 2º28’ Z.B. en 22º10’ W.L. gepraaid heeft het schip (opm: fregat) de RESOLUTIE, kapt. A. van den Abeele, van Amsterdam naar Batavia, hebbende toen 32 dagen reis uit Texel; de kapitein, manschappen en passagiers waren allen wel.
OHC 021122
Amsterdam, 31 oktober. Den 22 oktober is van Cowes vertrokken het aldaar binnengelopen schip (opm: brik) MARIA, kapt P. Zink, van Bahia naar Amsterdam, doch is den 24 dito terug gekomen.
OHC 051122
Amsterdam, 2 november. Den 1 dezer is in Texel binnengekomen schip (opm: brik) MARIA, kapt P. Zink, van Bahia.
Op 22 december 1822 kocht kapitein J.H. Brandt de brik voor 3.200 gulden onderhands van W.H. Greavesen, en gaf zijn aanwinst de nieuwe naam VARIATIE.
1823
Op 14 maart 1823 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de VARIATIE, aangevraagd door J.H. Brandt, Amsterdam, voor zichzelf als kapitein.
Op 27 maart 1823 werd voor de brik VARIATIE onder kapt. Jan H. Brandt bij de waterschout in Amsterdam een nieuwe monsterrol opgemaakt. Ook kapitein Brandt hield het bij zes opvarenden De opgegeven bestemming was Bayonne. Of het schip deze reis ook werkelijk heeft gemaakt is onbekend.
Op 20 augustus stonden de zes opvarenden van de VARIATIE weer bij de waterschout. Dit keer was de bestemming Konstantinopel, nu Istanboel.
Waarschijnlijk is voor deze bestemming ook een Turkse Pas aangevraagd, maar deze aanvraag is niet gevonden.
AC 280823
Texel, 26 augustus. Heden zijn uitgezeild Zr.Ms. transportschip MIDDELBURG, commandant kapt.luit. Van de Velde, naar Gibraltar, TWEE GEZUSTERS (opm: brik), kapt. J.T. Klijn, naar Suriname, VARIATIE (opm: brik), kapt. J.H. Brandt, naar Smirna (opm: Izmir), NEDERLANDS KROONPRINS (opm: bunschip), kapt. J.P. Jelsma, en JONGE JAN (opm: bunschip), kapt. R.L. Bovenkamp, beide naar Londen, en EENDRAGT, kapt. A. Speelman (opm: smak EENDRACHT, kapt. A.R. Speelman), van Petersburg naar Rouaan.
1824
AC 010524
Texel, 29 april. Heden zijn alhier binnengekomen de schepen ELISABETH CORNELIA, kapt. P.H. Bos, van Suriname, en VARIATIE, kapt. J.H. Brandt, van Smirna (opm: Izmir), de laatste met verlies van boot, chaloup en andere schaden.
1825
Op 8 juni 1825 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de VARIATIE, aangevraagd door J.H. Brandt, Amsterdam, voor zichzelf als kapitein. Voor deze combinatie werd ook een Turkse Pas verstrekt.
AC 290725
Texel, 27 juli. De wind NO en NW. Niets binnengekomen.
Uitgezeild: VARIATIE, kapt. J.H. Brandt, naar St. Thomas; HARMANUS, kapt. H. van Veen, naar Bordeaux; GUTE HOFNUNG, kapt. H. Nieman, naar Hull; FLORA, kapt. J.F. Hjört, naar Stockholm.
1826
DC 280326
Hellevoetsluis, 25 maart. Gisteren namiddag arriveerden uit zee: DE VROUW NEELTJE, kapt. J. Stroobuur van Liverpool en DE VARIATIE, kapt. J. Brandt van St. Ubes, als bijlegger naar Amsterdam. De wind NO.
DC 040426
Hellevoetsluis, 2 april. Gisteren namiddag zeilden in zee: VARIATIE, kapt. J. Brandt naar Amsterdam en EBENEZER, kapt. N.S. Stange naar Bergen;
AC 040426
Texel, 2 april. Binnengekomen: KOLONIST, kapt. L. Wildschut, van Suriname; VARIATIE, kapt. J.H. Brandt, van St. Thomas, laatst van Hellevoetsluis (opm: zie DC 280326).
Op 1 juni 1826 werd een Turkse Pas verstrekt voor de VARIATIE, aangevraagd door J.H. Brandt, Amsterdam, voor zichzelf als kapitein.
Op 12 juni werden zeven opvarenden van de VARIATIE onder kapt. Johann H. Brandt gemonsterd met bestemming Cadiz en Gibraltar. Kapt. Brand was zelf de boekhouder, en Daniels & Comp. de correspondent.
RC 060726
Amsterdam, 4 juli. Scheepvaartberichten:
- Het schip MAGELLAAN (opm: fregat, thuishaven Antwerpen), kapt. F.P. Hoedt, van Antwerpen naar Batavia, is den 6 mei op 37 gr. 30 min. Noorderbreedte, 12 gr. 49 min. lengte, West van Greenwich, en het schip de VARIATIE, kapt. J.H. Brandt, van Amsterdam naar Kadix, den 24 juni toen omtrent 2 etmalen reis hebbende, op de hoogte van Zuid-Voorland (opm: South Foreland), in goede staat gepraaid door kapt. J. Meijer van Marseille, te Amsterdam gekomen.
1827
Op 6 juni 1827 werden de – nu – zes opvarenden van de VARIATIE onder kapt. Johann H. Brandt in Amsterdam gemonsterd voor Kopenhagen. Boekhouder was des Heeren Kapiteins vrouw, dus mevrouw Brandt.
RC 160827
Amsterdam, 14 augustus. Het schip (opm: brik) DE VARIATIE, kapt. J.H. Brandt, van Petersburg naar Amsterdam, is, volgens brief van Koppenhagen en van de 7e dezer (daags te voren), aldaar lek binnengelopen en zou nog die dag een begin maken met lossen, om te repareren.
Op 11 oktober 1827 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de VARIATIE, aangevraagd door J.H. Brandt, Amsterdam, voor zichzelf als kapitein. Voor deze combinatie werd op 23 november een Turkse Pas verstrekt.
Op 4 december 1827 tekenden de zes opvarenden van de VARIATIE in Amsterdam opnieuw een monsterrol, nu voor de bestemming Gibraltar en Smirna (nu Izmir). De Grijs en Zoon was zowel boekhouder als correspondent.
1828
RC 200328
Amsterdam, 18 maart. Kapt. J.H. Brandt, voerende het schip de VARIATIE, van Amsterdam naar Smirna, meldt van Gibraltar in dato de 25e februari, dat in de storm, die aldaar van de 18e des avonds tot in de namiddag van de 21e gewoed heeft, een menigte schepen aan het drijven geraakt, verscheiden op het strand gekomen en andere beschadigd geworden zijn. Onder de gestrande telt hij drie Amerikaanse, waarvan twee op hen waren aangedreven, het een zijn boot en sloep beschadigd had en het ander, zijnde de schoener SPARTAN, kapt. Chapman, van New-York, drie planken in de stuurboordsboeg van zijn schip brak, hetwelk bij het zware stampen veel water inkreeg, dat echter gedurig werd uitgepompt, zodat hij weinig vrees had voor beschadigdheid aan de lading.
Onder de schepen, die schade geleden hadden, bevond zich de Nederlandse kof TROMP, kapt. R.T. Noltes, van Cette naar Rotterdam, welke drie ankers en twee zware touwen verloren en vrij wat schade aan het schip en de boot bekomen had.
RC 260728
Amsterdam, 24 juli. De schepen de VARIATIE, kapt. J.H. Brandt en DE VROUW MARGARETA, kapt. P. Muller, zouden, volgens brief van Smirna van de 12e juni, van daar, naar Paspoli (opm: niet te traceren, nabij Gallipoli in de Dardanellen?) vertrekken, aldaar een lading hout innemen en naar Smirna terugkeren, om onder convooi naar Tripoli te zeilen.
1829
RC 060829
Amsterdam, 4 augustus. Kapt. J.H. Brandt, voerende het schip (opm: brik) de VARIATIE, van Alexandria in Egypte naar Nederland, meldt van Gibraltar van de 12e juli, dat hij, na een reis van 67 dagen, wegens gebrek aan water enz., aldaar was binnengelopen; het schip en de equipage waren in de beste staat.
RC 030929
Rotterdam, 2 september. Te Antwerpen zijn gearriveerd GOEDE VERWACHTING, kapt. Liefklein, EENDRAGT, kapt. Dillewyns en KLEINE WILHELMINA, kapt. Poelman, van Dantzig en MEDUSA, kapt. Bunemeyer, van Londen; VRIENDSCHAP, kapt. Keyzer en JONGE ISABELLA, kapt. Drend, van Noorwegen; JOHANNA GEZINA, kapt. Schuur, van Liverpool en VARIATIE, kapt. J.H. Brand, van Alexandrië.
Na lossing verkocht kapitein Brandt op 7 oktober 1829 zijn VARIATIE onderhands aan Josephus Muskeyn uit Antwerpen, die het schip in PAIX verdoopte. De koopprijs bedroeg 3.402,- gulden.
Volgens B.V. 1830 werd het schip in 1829 gedubbeld met koper en onderging het grote reparaties. Dit ‘groot onderhoud’ zal ongetwijfeld voor rekening van Muskeyn zijn uitgevoerd.
De brik werd vernaamd in PAIX en ging – voorlopig nog onder Nederlandse vlag – onder kapt. G. Charlé weer in de vaart.
De zeebrief van de VARIATIE van 11 oktober 1827 werd op 10 oktober 1829 door de gouverneur van de provincie Zeeland naar de Staatsraad in Den Haag geretourneerd, met vermelding ‘schip verkocht’, waarna op 15 oktober royement van het document volgde.
Op 26 oktober 1829 werd de eerste, bedoeld wordt nieuwe, zeebrief verstrekt voor de PAIX, aangevraagd door J. Muskeyn, Antwerpen, voor G. Charlé als kapitein. Voor deze combinatie werd op 21 november een Turkse Pas verstrekt.
MCO 261229
Vlissingen, 19 december. Van Antwerpen is de Schelde afgekomen en den 16 dezer van onze rede gezeild la PAIX (opm: brik, ex-VARIATIE), kapt. P. Charlé, naar Delmina (opm: Ghana), met buskruit.
1830
België
Nadat eind augustus 1830 in Brussel onlusten waren uitgebroken die de inleiding vormden tot de Afscheiding door België werd op 4 oktober eenzijdig de Belgische onafhankelijkheid afgekondigd. In reactie daarop decreteerde de koning bij Koninklijk Besluit van 28 oktober 1830 (Staatsblad No. 73) dat de Nederlandse zeebrieven moesten worden ingetrokken van de (196) schepen welke in de Zuidelijke Provinciën van het Rijk tehuis behoorden. Dit betrof ook de PAIX die voortaan onder Belgische vlag zou gaan varen.
1831
De Nederlandse zeebrief van de PAIX werd op 21 juli 1831 door de gouverneur van de provincie Zeeland naar de Staatsraad in Den Haag geretourneerd, met vermelding ‘schip behoort in de zuidelijke provinciën’, waarna op 26 juli royement volgde. Het schip was begin juli onder Belgische vlag al weer naar zee gegaan.
MCO 120731
Vlissingen, 9 juli. Van Antwerpen zijn de Schelde afgekomen, en sedert den 6 dezer van onze rede naar zee gezeild: le JEUNE CONSTANT, kapt. F. Chumet, met zink en le PERCEVERANT, kapt. J. Verspecke, met ballast, beide naar Havre-de-Grace; la PAIX, kapt. J. Roose, naar Londen, met boomschors; la CAROLINE, kapt. L. Soupat, naar Havre-de-Grace, met zink; KAREL, kapt. B.H. Stuurman, naar New York, met stukgoederen en AURORA, kapt. G. Hillebrand, naar Duinkerken, met ijzer en wijn.
MCO 300831
Vlissingen, 27 augustus. Gisteren is alhier ter rede gekomen voor Antwerpen bestemd: LA PAIX, kapt. J. Roose, met klipzout en L’AIMABLE ANNE, kapt. A. Bourquin, met zout enz., beide van Liverpool; THE MARGARETH, kapt. E.M. Intosh, van New York, met tabak en katoen; DE VROUW HILKE, kapt. U.H. Bonjer, van Londen, met stukgoederen; GUERNSEY LILLY, kapt. P. le Maistre, van Jersey, met huiden; LE GUILLAUME, kapt. J. Simoneau, van Nantes, met suiker.
MCO 041031
Vlissingen, 1 oktober. Van Antwerpen zijn de Schelde afgekomen, en van den 27 september tot heden van onze rede naar zee gezeild: COLLETTE, kapt. H. Elbring, naar Sandwich, met boomschors; LONDON-PACKET, kapt. B.J. Roelofs, naar Liverpool, met ballast; DE PELICAAN, kapt. J.L. Vroome, naar Londen, met boomschors; DE BRUSSELAAR, kapt. H.A. de Vries en VICTORIA, kapt. G. Kuper, beide naar Londen, met boomschors; LES DEUX AMIS, kapt. M. Barbé, naar Duinkerken met ballast; ROSALIE, kapt K. van den Oever, naar Batavia, met stukgoederen; DE DRIE GEBROEDERS, kapt. J.J. Walker, naar de Oostzee, met ballast; la PAIX, kapt. J. Roose, naar Rouen, met steenkolen; DE ZWAAN, kapt. A. Cassauwer, naar Londen, met boomschors
1832
MCO 160832
Vlissingen, 12 augustus. Sedert den 8 dezer zijn, voor Antwerpen bestemd, alhier ter rede gekomen: PERSEVERANCE, kapt. J.R. Jansen, van de Marennes, met zout; AUGUSTE EN JULIE, kapt. L. Gueritaulx, van Porto-Rico, met suiker; DE HOPENDE ZEEMAN, kapt. C. Plath, van Bayonne, met stukgoederen; LOUISE MAILLERAY, kapt. F. Lepaux, van Havre-de-Grace, met huiden, moet quarantaine houden; ALBERTINA, kapt. J.P.C. Vagt, met rogge van Riga, la PAIX, kapt. J. Roose, van Rio de Janeiro, met stukgoederen;
1833
Volgens B.V. is de brik in 1833 eigendom geworden van de Antwerpenaar F. Fenner, kreeg het schip de naam LUDD en waren opnieuw grote reparaties nodig. B.V. en de Standaerd van Vlaenderen noemen het schip nu een schoener. De ra’s van de bezaanmast en de steng van de fokkemast zullen verwijderd waardoor ook hier de tuigage werd vereenvoudigd. Dit was voor reizen met veel (aandewindse) koerswisselingen (bij voorbeeld in Het Kanaal of in de Caraïben) een meer efficiënte manier van varen.
GVB 140633
Brugge, 14 juni. Uitgevaren de Belgische brik LUDD (opm: ex-PAIX, in 1833 vertuigd naar schoener), kapt. A. Cordier, naar Londen, met schors, aan Sinave, 88 vat.
1834
GVB 310334
Antwerpen, 29 maart. Binnengekomen de Belgische brik (opm: schoener) LUDD, kapt. T. Jackson, van Cenneraux met pijp aarde.
1835
GVB 150635
Antwerpen, 14 juni. Binnengekomen de Belgische schooner LUDD, kapt. T. Jackson, van Londen, met vier rijtuigen e stukgoederen.
1836
GVB 240836
Antwerpen, 24 augustus. Binnengekomen de Belgische schooner LUDD, kapt. T. Jackson, van Londen, met zout.
1837
GVB 120637
Antwerpen, 11 juni. Binnengekomen de Belgische schooner LUDD, kapt. T. Jackson, van Londen, met diverse goederen.
1838
GVB 300738
Antwerpen, 29 juli. Binnengekomen de Belgische schooner LUDD, kapt. Zoetelief, van Londen, met diverse goederen.
1839
GVB 260639
Antwerpen, 25 juni. Binnengekomen de Belgische schooner LUDD, kapt. Zoetelief, van Marennes, met zout.
1840
GVB 021240
Antwerpen, 1 december. Binnengekomen de Belgische schooner LUDD, kapt. Zoetelief, van Liverpool, met zout en diverse goederen.
1841
GVB 101241
Antwerpen, 9 december. Binnengekomen de Belgische schooner LUDD, kapt. Gress, van Oostende met ballast binnendoor.
1842
GVB 250542
Antwerpen, 22 mei. Binnengekomen de Belgische schooner LUDD, kapt. Gress, van Warex met ballast.
1843
GVB 170743
Antwerpen, 15 juli. Binnengekomen de Belgische schooner LUDD, kapt. Gress, van Cette met wijn.
1844
B.V. meldt dat de LUDD in 1844 werd herbouwd en daarbij niet alleen werd verlengd maar ook verhoogd. Dit resulteerde in een vergroting van de tonnage van 85 naar 116 ton.
Waarschijnlijk was deze verbouwing uitgevoerd voor rekening van de nieuwe eigenaars Dedecker & Cassiers uit Antwerpen. De scheepsnaam werd gewijzigd in DILIGENT en kapitein L. Luchies nam het roer over.
1845
GVB 150145
Antwerpen, 10 januari. Binnengekomen de Belgische schooner DILIGENT (opm: ex-LUDD), kapt. L. Luchies, van Liverpool, met zout.
1846
GVB 251146
Antwerpen, 24 november. Binnengekomen de Belgische schooner DILIGENT, kapt. Luchies, van Cephalonië (opm: Griekenland), met krenten.
1849
GVB 190249
Holyhead, 11 februari. Gisteren is hier gedwongen binnengelopen de DILIGENT, kapt. Luchies, van Liverpool naar Antwerpen, met verlies van zijn grote mast.
GVB 281149
De Belgische brik (opm: schoener) DILIGENT, kapt. L. Luchies, is op 10 november van Napels te Kadix aangekomen.
1850
GVB 011050
Antwerpen, 28 september. Binnengekomen de Belgische schooner DILIGENT, kapt. L. Luchies, van Cette (opm: Sète), met wijn en zout.
1852
GVB 210452
Antwerpen, 18 april. Binnengekomen de Belgische schooner DILIGENT, kapt. Luchies, van Cephalonië, met krenten.
1853
GVB 290653
Antwerpen, 25 juni. Binnengekomen de Belgische schooner DILIGENT, kapt. L. Luchies, van Londen, met tabak.
1854
SVV 040554
Antwerpen, 1 mei. Binnengekomen de Belgische schooner DILIGENT, kapt. L. Luchies, van Alexandrië, met tarwe.
1855
GVB 240155
Antwerpen, 19 januari. Binnengekomen de Belgische schooner DILIGENT, kapt. L. Luchies, van Marseille, met koopwaren.
GVB 120756
Antwerpen, 8 juli. Binnengekomen de Belgische schooner DILIGENT, kapt. Luchies, van Hyères met zout.
1857
GVB 220457
Antwerpen, 19 april. Binnengekomen de Belgische schooner DILIGENT, kapt. L. Luchies, van Laguna met verfhout.
JDB 130957
Men schrijft vanuit Antwerpen, 15 september: Gisteravond is de Franse stoomboot MARIE STUART aangekomen, welke een lijndienst onderhoudt tussen onze haven en de Middellandse Zee. Het schip heeft een van de bemanningsleden mee naar huis genomen van de Belgische schooner DILIGENT, die onderweg aan de Spaanse kust door brand was verwoest.
(opm: de DILIGENT onder kapt. L. Luchies, in 1800 gebouwd als brik heeft vanaf april 1814 tot oktober 1830 onder Nederlandse vlag gevaren onder de namen MARIA, VARIATIE resp. PAIX)