Inloggen
WELBEDAGT - ID 11507


In dienst
Onder Nederlandse Vlag tussen:1814-05-20 / 1828-10-06 | Reden uitgevlagd: Sloop, afgekeurd

Identification Data

Bouwjaar: 18??
Categorie: Cargo vessel
Voorstuwing: Sailing Vessel
Type: Hoeker
Masten: Two masts
Material Hull: Wood
Dekken: 2
Construction Data

Scheepsbouwer: Maassluis, Zuid-Holland, Netherlands (Pre November 1813)
Technical Data

Gross Tonnage: 113.00 lasts
Gross Tonnage 2: 224.00 tons (oude meting)
 
Length 1: 28.10 Meters Registered
Beam: 7.14 Meters Registered
Depth: 3.80 Meters Registered
Configuration Changes

Datum 04-07-1823
Type: Additional Ship Data
Omschrijving: In de verkoopakte AMS 5074.1414.1823.17 wordt het schip de THALIA, een hoeker-brikschip genoemd, met twee masten en twee dekken. En grootte in tonnen: 113 lasten.
In de verkoopakte AMS 5074.1419.1826.13 wordt het schip de THALIA, echter weer omschreven als een hoeker.

Datum 12-12-1827
Type: Additional Ship Data
Omschrijving: In verkoopakte AMS 5074.1419.1827.34 heeft het schip de HELENA EN MARIA 3 masten. De afmetingen zijn gewijzigd in: lengte 26,50 m, breedte 5,41 m en diepte 3,37 m.

Zeebrieven en Turksche passen

Record type Zeebrief
Zeebrief jaar: 1814
Datum agenda: 1814-05-20
Register nr: 18140711
Scheepsnaam: WELBEDAGT
Type: Hoeker
Lasten: 113
Gebouwd in plaats: Maassluis
Gebouwd in provincie: Zuid-Holland
Gebouwd in binnen- of buitenland: Binnenlands
Zeebrief / Turksche pas verzocht door: Schelvisvanger, Lambregt
Plaats: Maassluis
Kapitein op moment van verzoek: Scheepen, Gerrit
Opmerkingen: Eerste zeebrief

Bekijk de overige zeebrieven / Turksche passen van dit schip
Ship History Data

Date/Name Ship 18??-00-00 MAASSLUIS WELVAREN
Manager:
Eigenaar:
Shareholder:
Homeport / Flag: Onbekend / Onbekend

Date/Name Ship 1814-05-20 WELBEDAGT
Manager: Lambrecht Schelvisvanger, Maassluis, Zuid-Holland, Netherlands
Eigenaar: Partenrederij onder boekhouderschap van genoemde manager, Maassluis, Zuid-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Maassluis / Netherlands

Date/Name Ship 1823-07-04 THALIA
Manager: Coenraad Brandligt, Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Eigenaar: Coenraad Brandligt, Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Amsterdam / Netherlands

Date/Name Ship 1825-09-03 THALIA
Manager: Firma Voûte & Co., Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Eigenaar: Firma Voûte & Co., Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Amsterdam / Netherlands
Additional info: Prijs: NLG 15.000,-

Date/Name Ship 1827-12-12 HELENA EN MARIA
Manager: Bartolomeus Karstens, Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Eigenaar: Partenrederij onder boekhouderschap van genoemde manager, Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Amsterdam / Netherlands
Additional info: Prijs: NLG 10.000,-

Bezitters van parten (aandelen) in het schip

Eigenaren van de hoeker de HELENA EN MARIA sinds 12 december 1827:
Bartolomeus Karstens, Amsterdam, schipper, 5/8e part
Firma Gieseke & Co., Amsterdam, 2/8e part
Hendrik Fredrik Gieseke, Amsterdam, koopman, 1/8e part

Ship Events Data

1823-02-24: Sold at auction
Advertentie. R. Hoijman, T. van Olivier, J.E. Lublink, F. der Kinderen, J. Boelen, H.F. Rietveld en G.W. Sesink Clee, makelaars, zullen op maandag den 24 februari 1823, des avonds ten 6 ure, te Amsterdam in het voormalig Nieuwezijds Heeren Logement op de Haarlemmerdijk verkopen: een extra ordinair welbezeild Nederlands gebouwd Barkentijnschip, genaamd WELBEDACHT, gevoerd geweest door kapt. G. Scheepen, lang 28 ellen 10 duimen, wijd 7 ellen 14 duimen, hol 3 ellen 80 duimen, alles Nederlandse maat. (Zijnde Amsterdamse maat lang 99 voeten, wijd 25¼ voeten, hol 13 voeten 4 duimen). Breder bij de inventaris en bericht bij de bovengenoemde makelaars.
1823-09-25: Damaged
Het schip (opm: hoeker) THALIA, kapt. C. Brandligt, van Amsterdam naar Batavia, is de in de nacht tussen den 24 en 25 september 1823 zonder masten en met andere schade in de haven van Fowey, niet ver van Falmouth, binnengebracht.
1825-05-03: Collision
Nieuwe Diep, 3 mei 1825. Bovengemelde kapitein Akkerman (opm: schoenerbrik HENRIETTA) is, bij het inzeilen van het Nieuwe Diep, door de harde wind, voor de boeg van het schip THALIA, kapt. C. Brandligt aangeraakt en daardoor vrij wat schade veroorzaakt, vermits de beide paardenlijnen (opm: jaaglijnen), waarmee het schip THALIA in het Nieuwe Diep werkte, gebroken zijn en het schip door de harde wind op de Harssens dreef, doch door behulp van een loodsschuit en een Groenlandse sloep, daar weer af en in vlot water gebracht.
1827-10-00: Sale/Verkoop
Advertentie. De verkoping van het hoeker-schip, genaamd THALIA, ter publiek veiling aangeslagen, op de 22e oktober 1827 aanstaande, zal geen voortgang hebben, als zijnde hetzelve uit de hand verkocht.
1828-01-15: Damaged
Amsterdam, 22 januari 1828. Het schip HELENA EN MARIA, kapt. B. Kerstens, van Amsterdam naar Rio-Janeiro, is de 15e dezer op de hoogte van de Manackle Rots (opm: Manacles Rocks: verraderlijke rotsen nabij Falmouth; psn 50 03 N 05 03 W) geheel masteloos ontmoet en nog dien dag te Falmouth binnengesleept door de paketboot PLOVEN, van de Leward-Eilanden (opm: Leeward Islands; Benedenwindse Eilanden; de pas aangekochte driemast hoeker onder kapt. Bartolomeus Karstens werd te Falmouth verkocht en de zeebrief in oktober geretourneerd; zie ook AH 051128).
1828-10-06: Final Fate: Condemned

Op 06-10-1828 wordt door de consul te Falmouth de zeebrief naar Den Haag opgezonden met de mededeling: Schip te Falmouth verkocht.

Gezagvoerders

Familiegegevens en opleiding

Blijkens de overlijdensadvertentie werd Gerrrit Scheepen geboren ca. 1754.

 

Rotterdamsche Courant 22 april 1830

“Heden overleed alhier, tot mijne en mijner Kinderen droefheid, mijn waarde Broeder, GERRIT SCHEEPEN, in leven Koopvaardij-Kapitein, in den ouderdom van ruim 76 jaren; waarvan bij deze aan zijne menigvuldige Vrienden en Betrekkingen kennis geve

Maassluis                                                                                                                                          JAN SCHEEPEN

Den 15 April 1830”

 

De schepen van de kapitein

In het Archief van de Amsterdamse Waterschout11a bevinden zich monsterrollen op naam van Gerrit Schepen gezagvoerder van de schepen:

Maassluys Welvaren”, dd 14 september 1789; 07 september 1802;

“Welvaardt”, 21 augustus 1795; 25 januari 1796; 08 juni 1796; 20 maart 1797, alle onder Pruisiscche vlag;

“Welbedacht”, 25 februari 1805 (Pruisische vlag); 17 juli 1805 ( Pruisische vlag) en 25 mei 1816.

 

Gerrit Scheepen voer vanaf 20.05.1814 (1e ZeeBrief) op de WEL BEDAGT (later WELBEDAGT) van Schelvisvanger Lambregt in Maassluis. (info Marhisdata okt. 2011)

 

Overige bijzonderheden

Rotterdamsche Courant 19 mei 1814

Te Rotterdam liggen in lading JONGE WILLEM, Casper Hendrik Nieuwkerk; ZEELUST, Albert van der Linden; SARA JACOBA, Ede Barre Holwedel; WELBEDAGT, Gerrit Schepen; de VROUW ANNA, Kien Alberts Bos; de GOEDE VERWACHTING, Jan Kemp; MARIA ELISABETH, Jan Vlieland

 

 

Datum vanaf: 1814
Kapitein: Scheepen, Gerrit
Overige informatie: 1814-05-20

navolgende gegevens kunnen zijn verward met die van de volgende Coenraad Brandligt

Familiegegevens en opleiding

Geen

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

C.Brandligt werd met nr.22 effectief lid van Zeemanshoop. Er zijn geen verdere gegevens vermeld in het Inschrijfregister behalve de toevoeging “bedankt”002. In de notulen van de algemene ledenvergadering van het College op 07 juni 1822 wordt gemeld dat C.Brandligt als effectief lid is aangenomen op voordracht van W.Blom en het vlagnummer 22 krijgt toegewezen. In de vergadering van 27 september 1822 wordt hij benoemd tot commissaris van het College023.

In de Algemene Ledenvergadering van 16 juli 1828 van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop werd als effectief lid voorgedragen Coenraad Brandligt, wonende in de Kromme Binnenkant te Amsterdam, 43 jaar, voerende het schip de “Astrea”, op voordracht van kapitein P.F.Wegener. Maar in de Algemene Ledenvergadering van 22 juli 1828 staat het volgende: “In de ballotage werdt de Somma van dertig Guldens gevonden ter afkeuring van den Heer Coenraad Brandligt…”. Daarmee ging een benoeming niet door. Kennelijk was het zeer van twee jaar geleden nog niet geheeld.

Is hij in 1830 alsnog lid geworden? Zie volgend blad.

C.Brandligt was van 1822-1823 bestuurslid van het College Zeemanshoop019.

C.Brandligt was met vlagnummer 23 in de periode 1827-1830 lid van het Antwerpse zeemanscollege “Tot Nut der Zeevaerd”108.

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 29 december 1825 wordt het volgende gemeld:

“Door één der Leden wordt hierop bericht, dat Kapitn C.Brandligt, als boekhouder van het schip Dido, opentlijk in de Kollegie Kamer had verklaard, dat hij de ongehuwde manschappen van die bodem, had verboden, om aan het Fonds deel te neemen, en dus tegenstrijdig aan art.15 van het Reglement heeft gehandeld, en wordt besloten aangezien voorn. Heer Brandligt, zich alsmede in de Kollegie Kamer onvoegzame en beledigende uitdrukkingen, zoo jegens het Bestuur als ten opzicht van bijzondere leden had veroorloofd eenen brief namens het Bestuur te schrijven met uitnodiging om zoo veel mogelijk, door aansporing tot deelneming bij voorn. ongehuwde manschappen van gez. schip de Dido, de schade door zijn gedrag aan het Fonds toegebracht te herstellen, en zich voortaan van onvoegzame uitdrukkingen te onthouden en dezelven te herinneren aan art 15 van het Reglement en 82 & 83 der wetten, wordende de uitvoering hiervan aan den Heer Biben opgedragen.”042

In de notulen van de Bestuursvergadering dd 17 mei 1832 is sprake van: “Twee brieven van kapitein Jacob Oelsen 5 & 10 Mei wegens onaangenaamheden met kapitn C.Brandligt over het niet hijsen van de vlag op zijn schip.”042.

In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop van 03 januari 1826 wordt melding gemaakt van de onmiddellijke opzegging van zijn lidmaatschap door kapitein C.Brandligt. De reden is dat hij zich door het optreden van enkele bestuursleden ernstig gegriefd toonde. Men zou een door hem ingekomen missive niet ter kennis van de vergadering hebben willen brengen en de voorzitter zou een vergadering afgehamerd hebben zonder hem de gelegenheid te geven zijn zegje te doen. Als reactie hierop en “om het Bestuur eene onaangenaamheid aan te doen” had hij “als meester van zijn eigen bodem, de ongehuwde manschappen van de Dido ... verboden om deel te nemen aan het Weldadig Zeemans Fonds”. Brandligt verliet direct na zijn opzegging de vergadering, maar in de daaropvolgende toelichting door het Bestuur reageerde geen van de aanwezigen ten gunste van Brandligt. Daarmee was voor de President het incident gesloten023. (een aardig kijkje in de psyche van kapitein Brandligt).

C.Brandligt, vlagnummer 22, bedankt in 1826.084

De schepen van de kapitein

lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer                  jaren                        type                  scheepsnaam                                        naam reder/boekhouder

         22                        1825                           geen opgave van schip en boekhouder

 

C.Brandligt was in 1823 gezagvoerder op de “Thalia”.

Ontleend aan: “De laatste reis van Carel Fredriks. Verslag van de reis met het fregatschip Nieuwe Zeelust naar Batavia”. J.M.Fredriks. Typoscript, Vianen 1998, 95 pp. Op de voorzijde een tekening van het schip door J.Mooij, dd.1818.

 

In het Stadsarchief van Amsterdam bevindt zich in inventaris 5181/7150 een akte van vrijwillige koop/verkoop dd Amsterdam 21 november 1814 van de pink “Aurora”, gevoerd door kapitein Foppe Baas. De verkopers zijn Jan van Ouderkerk de Vries, Johannes Engelhardus Lublink en Harmanus Smit, makelaars te Amsterdam, in opdracht van de firma Barend Visser & zoon. De aankopers voor f 15.500,- zijn Jacobus Gerardus van der Meulen, koopman (1/8ste part), Johannes Preyer, koopman (1/8ste part), A.Holman (1/8ste part), L.Brandligt & Zoon (part niet vermeld) en B.Otto… (onleesbaar, allen te Amsterdam. Het schip zal na de verkoop worden gevoerd door kapitein Coenraad Brandligt Jr. De verkoop werd geregeld door D.H.Marinus, deurwaarder te Amsterdam.

Het schip lag bij deze verkoop in het Braauw Waal te Amsterdam.

Op 22 november 1814 verklaarden alleen Jacobus Gerardus van der Meulen en Johannes Preyer, dat zij het schip aanvaardden. Zij (met hun aandeel) en de overige drie mede-reders staan vermeld in de bij de acte van aan-/verkoop gevoegde eigendoms-ceduul dd. 09 januari 1815, ter verkrijging van een zeebrief voor de “Aurora”.

 

Het Archief van de Waterschout op het Stadsarchief van Amsterdam bevat monsterrollen op naam van kapitein Coenraad Brandligt Jr op de:

“Aurora”, dd .16 februari 1815, pink “Aurora”, kapitein Coenraad Brandligt Jr, bestemming Batavia, correspondent J.G. v.d. Meulen & J.Preyen, 34 bemanningsleden i.c. opperstuurman, onderstuurman, bootsman, bootsmansmaat, bottelier, timmerman, ondertimmerman, kok, dokter, matroos/zeilmaker, matroos/klamphouder, 13 matrozen, 4 ligtmatrozen, koksmaat, 4 jongens en een hofmeester;

“Fredrik Hendrik”, dd 20 oktober 1820;

“Thalia”, dd 01 augustus 1823;

“Epaminodas”, dd 01 juni 1827;

“Astrea”,

Archiefn. 39-131, 06 november 1828, brik “Astrea”, kapitein Coenraad Brandligt, bestemming Batavia, , 19 bemanningslede, i.c. opperstuurman, onderstuurman, derde stuurman, bootsman, timmerman, kok, 5 matrozen, 3 ligtmatrozen, doktoor, hofmeester.

Archiefnr. 38-133, 28 juli 1829, brik “Astrea”, kapitein Coenraad Brandligt, bestemming Batavia, boekhouder de kapitein zelve, 16 bemanningsleden i.c. stuurman, onderstuurman, doktoor, timmerman, bootsman, kok, 6 matrozen, 2 ligtmatrozen, jongen, hofmeester, leerling.

Archiefnr. 38-135, 28 juli 1830, brik “Astrea”, kapiten Coenraad Brandligt, bestemming Batavia, boekhouder de kapitein zelf. 17 bemanningsleden i.c. stuurman, onderstuurman, doktoor, timmerman, bootsman, kok, zijlemaker/matroos, 5 matrozen, 3 ligtmatrozen, hofmeester, leerrling

Archiefnr. 38-139, 13 juli 1832, brik “ Astrea”, kapitein Coenraad Brandligt, bestemming Kaap de Goede Hoop en Batavia, boekhouder de kapitein, correspondent den Vries & Comp., 18 bemanningsleden, i.c. opperstuurman, onderstuurman, derde waak, bootsman, timmerman, kok, 8 matrozen, 2 ligtmatrozen, jongen, hofmeeste, kajuitoppasser.

“Rhijn”, dd 15 februari 1837

Bouma025 (zie ook van Sluijs012) vermeldt C.Brandligt als gezagvoerder gedurende:

  • 1815-1817 op de pink “Aurora”. Was op 21 november 1814 te Amsterdam in veiling (zie Asd. Crt. 26 nobember 1814 en 20 april 1816).
  • 1821 (t/m 1825?) op het 3/m schip “Frederik Hendrik”, bouw- en tonnagegegevens ontbreken, , Vermoedelijk als eigenaar vanuit Amsterdam. In 1826 wordt hij als reder opgegeven, waarbij het schip door P.Zink wordt gevaren.

Het schip werd op 18 november 1822 te Amsterdam in veiling gebracht.

Amsterdamsche Courant  09 november 1822 in de rubriek Advertenties:

“ … den 18den November 1822 … te Amsterdam, in het voormalig Nieuwezijds Heeren Logement, op den Haarlemmerdijk, verkoopen: Een … fregat-schip, genaamd Fredrik Hendrik, gevoerd door kapitein C.Brandlicht (sic), Lang 32 Ellen, 85 duimen, Wijd 8 ellen, 8 duimen, Hol 3 ellen, 76 duimen … alles

  • 1824-1825 op de 3/m hoeker “Thalia”, bouwgegevens ontbreken, 224 ton o.m., varend als eigenaar vanuit Amsterdam.

 

Het Archief van de Waterschout te Amsterdam11a bevat monsterrollen op naam van Coenraad Brandligt Jr   van de “Frederik Hendrik (10 oktober 1820); Thalia ( 01 augustus 1823); Epimondas (01 juni 1827).

Overige bijzonderheden

Ver Huell was “Kolonel en kapitein ter Zee, Equipagemeester der marine in het Hoofd-departement van de Maas, Lid van het Bataafsch Genootschap der Proefondervindelijke Wijsbegeerte te Rotterdam, en van het Provinciaal Utrechtsch Genootschap van Kunsten en Wetenschappen”.

Uit het boek blijkt, dat hij een ruime cultuurhistorische en natuurhistorische belangstelling had. Zijn verslag is gebaseerd op herinneringen, daar zijn dagboek van de reis bij een scheepsramp verloren is gegaan. Ver Huell wilde uitgezonden worden naar Indië en zou zich op zijn marineschip inschepen. Toen hij echter te Nieuwediep aankwam was zijn schip juist uitgevaren. Hij scheepte zich in november 1815 in op de koopvaarder de “Aurora” “welke in Texel zeilree lag, met ambtenaren voor de kolonie, en werklieden voor de constructiewinkel te Sourabaia , op Java ...”. De kapitein van de “Aurora” was C. Brandligt. “Ik stapte over, en vond het dek opgepropt met mannen, vrouwen en kinderen, en in de kajuit eenige militairen en civiele ambtenaren”. Hij noemt met name zijn medepassagiers Smulders, van Son en van der Graaf. De reis ging via Wight naar Portsmouth, waarnaar werd uitgeweken vanwege het slechte weer. Daarna ging men verder via Teneriffe en Palma naar de Kaap Verdische eilanden. Op het eiland St. Jago werd enige tijd verbleven en Ver Huell doet verslag van een paar tochten met vermelding van diverse natuurhistorische bijzonderheden. Na passage van Tristan da Cunha wordt Kaapstad aangedaan, alwaar een maand wordt verbleven. Tenslotte arriveerde hij te Batavia, met vermelding van passage van de eilandjes Noessa Cambaya en Klapperseiland ten zuiden van Java en van “Cracatouw en Slebeze, dwars van Prinseneiland” in Straat Soenda. Er is een vrij uitgebreide beschrijving van het de legerplaats Anjer aan de Javaanse Westkust. Tijdens de zeereis worden eveneens diverse natuur-historische opmerkingen gemaakt.

Ik heb alleen de eerste c. 30 pagina’s, die over de tocht met de “Aurora” gaan, gelezen. De rest van het boek en ook deel 2 doet verslag over zijn verdere belevenissen in Indië.

In: “Herinneringen van eene reis naar de Oost-Indiën”. 1835-1836 Nederlands Scheepvaart Museum inv. nr S.0187.

In 2004 verscheen het boekje “Des Hemels Zegen. Scheepsbrieven van Murk Lelsz, 1803-1819” door Dorine Verheyden-Lels en Tineke de Bruyn-Lelsz, uitgegeven door de Stichting Lelsz-Lels bij Hollaers van Elkerzee BV. In het gedeelte van dit boekje, waarin scheepsbrieven aan de orde komen uit 1816 toen Murk Lellsz naar Indië voer met de “Onderneming”, schrijft deze op 16 maart 1816 vanuit Kaap de Goede Hoop aan zijn patroon de Commerciële Sociëteit in Amsterdam (p.60):

“Van mijn makkers arriveerde er nog geen een, doch ik heb van een Engelsman gehoord dat hij Brandligt op de Zout Eilanden had gezien dus dat die nu allerwaarschijnlijkst niet ver meer van hier is. Ze waren in goede staat.”

En in een brief dd 22 juni 1816 vanuit Batavia schrijft Lelsz (p.62):

“Mijn confrater Brandligt is … daags na mijn vertrek aan de Kaap gearriveerd, zodat ik die ook binnenkort tegemoet kan zien.” (d.i. volgens de auteurs van voormeld boekje 22 dagen na de de aankomst van Lelsz in Kaap de Goede Hoop.)

Amsterdamsche Courant 20 april 1816 onder de rubriek Scheepstijdingen

Cornelis Quak,kapitein van de pink “Vrouw Aletta” meldde dat hij op weg naar Batavia op 12 januari 1816 Porto Prayo was binnengelopen “waar hij liggende gevonden had het Pink-Schip Aurora, kapt. Coenraad Brandligt Jr … “ eveneens op weg naar Batavia.

 

Java Governmental Gazette 20 juli 1816114

…Het Nederlandse schip AURORA, kapt. C. Brandligt, den 20 november 1815 van Amsterdam vertrokken, arriveerde den 16 dezer ter rede Batavia.

 

Java Governmental Gazette 10augustus 1816114

….Den 7 dezer zijn de schepen AURORA, kapt. C. Brandligt, en ONDERNEMING, kapt. M. Lels, en den 9 dezer de VROUW ALETTA, kapt. C. Quak, van Batavia als transportschepen naar het oosten vertrokken. (opm: waarschijnlijk gehuurd door het Nederlands gouvernement)….

 

Rotterdamsche Courant 03 september 1817114

Amsterdam, 1 september. Kaptein Coenraad Brandligt Jr, voerende het schip AURORA, den 26 augustus van Batavia in Texel binnengekomen, meldt dat zijn schip in de best mogelijke staat is, en alle de schepelingen zich in volmaakte welstand bevinden; voorts rapporteert hij den 25 dito in het Kanaal in goede staat gepraaid te hebben, de schepen JAN EN CORNELIS, kapt. J. Duyf, CORNELIA, kapt. E. Sipkes, en VROUWE IDA ALIDA, kapt. K. Sipkes, naar Batavia, en ADRIANA JOHANNA, kapt. T.K. Kleyn, naar Lissabon gedestineerd, alle den 21 dito uit Texel gezeild.

 

Rotterdamsche Courant 21 juli 1821114

Rotterdam, 20 juli. Uittreksel uit de Lloyd’s List van den 17 juli:

Den 23 april is van Kaap de Goede Hoop vertrokken het schip FREDERICK HENDRICK, Brandlight (opm: fregat FREDRIK HENDRIK, kapt. C. Brandligt)……

Rotterdamsche Courant 25 april 1822114

Amsterdam, 23 april. Bij Kaap de Goede Hoop zijn gearriveerd C. Brandligt (opm: fregat FREDRIK HENDRIK), van Batavia naar Amsterdam, en J. ten Boekel (opm: pink JOHANNA JACOBA), van Amsterdam, laatst van Rio-Janeiro.

 

Rotterdamsche Courant 02 mei 1822114

Amsterdam, 30 april. Sedert onze laatste is in Texel binnengekomen C. Brandligt (opm: fregat FREDRIK HENDRIK), van Batavia; dezelve is bij het binnenkomen in het gat bij Kaap Hoofd aan de grond gezeild, doch met assistentie weder in vlot water en in het Nieuwe Diep gekomen.

 

Rotterdamsche Courant 14 november 1822114

Advertentie. R. Hoijman, T. van Olivier, J.E. Lublink, G.J. Roland Holst, A. van der Sluijs en J. Boelen, makelaars, zullen, op maandag den 18 november 1822, des avonds te zes uren, te Amsterdam, in het Nieuwezijds Heeren-Logement, op de Haarlemmerdijk, verkopen: een extraordinair welbezeild nieuw-gekoperd Fregatschip, genaamd FREDRIK HENDRIK, gevoerd door kapt. C. Brandlicht (opm: C. Brandligt); lang 32 ellen 85 duimen, wijd 8 ellen 8 duimen, hol 3 ellen 76 duimen, het verdek hoog aan boord 1 el 98 duimen (opm: 32,85 x 8,08 x 3,76 / 1,98 m.); alles Nederlandse maat; zijnde Amsterdamse maat lang 116 voeten, wijd 28 voeten 6 duimen, hol 13 voeten 2 duimen, het verdek 7 voeten; breder bij de inventaris en berigt bij de bovengenoemde makelaars.

 

 

Datum vanaf: 1823
Kapitein: Brandligt, Coenraad
Overige informatie: 1823-07-09

Familiegegevens en opleiding

Arien Bakker werd geboren te Wieringerwaard op 8 februari 1758.

Hij huwde met Jiske Ides, geboren te Grauw (zal wel Grouw zijn) in april 1761. Zij overleed in maart 1836.118.

Hij overleed in 1835.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

A.Bakker werd met nr. 100 effectief lid van Zeemanshoop op 01 februari 1825 op voordracht van P.Bakker. Scheepsnaam ontbreekt002.

In de notulen van de Algemene Ledenvergadering van Zeemanshoop van 25 januari/01 februari 1825 wordt gemeld de voordracht/benoeming tot effectief lid van A.Bakker. Hij was 67 jaar, woonde op de Lindegracht westzijde, de voordracht geschiedde door P.Bakker en zijn vlagnummer werd 100023.

Hij werd deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop op 07 november 1825003.

A.Bakker was effectief lid van Zeemanshoop in de periode 1825 t/m 1834 met vlagnummer 100.

 

Arien Bakker was in 1828-1829 bestuurslid van het College Zeemanshoop019.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 24 december 1834 staat een verzoek van de wed. van kapit. A.Bakker om een uitkering. Deze wordt in de notulen dd 29 januari 1835 toegekend ingaande 01 februari 1835. 042.

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 26 augustus 1869 verzoekt de wed E.Damen geb. M.Vink, eerder de wed. A.Bakker om herstel van uitkering.042 Het is zeer de vraag of het hier om de weduwe van kapitein A.Bakker gaat.

In de notulen dd 17 februari 1835 van de Algemene Vergaderingwordt gemeld dat aan de weduwe A.Bakker een uitkering in de 1e klasse is toegestaan023.

 

De schepen van de kapitein

Vermelding in de Amsterdamsche Almanak voor Koophandel en Zeevaart001:

vlagnummer           jaren               type       scheepsnaam      naam reder/boekhouder

       100                  1825               kof        Thalia                 Voute en Co

                             1826-1834           geen opgave van schip en boekhouder

 

Bouma025 vermeldt A.Bakker als gezagvoerder van/in:

*   1817 t/m 1822 van de brik “Aurora”, bouwjaar en -plaats niet vermeld, 182 ton o.m., ook rederij niet vermeld;

*   1826 van de 3/m hoeker “Thalia”, gebouwd in Holland, bouwjaar niet vermeld, 224 ton o.m., varend voor Voûte & Co te Amsterdam.

 

Het Archief van de Amsterdamse Waterschout bevat monsterrollen op naam van kapitein Adriaan Bakker op de:

“Aurora”, dd 12 oktober 1815; 12 november 1816; 15 juli 1817; 05 november 1818; 01 december 1820; 21 februari 1822; 08 oktober 1822;

“Zeemeeuw”, dd 06 november 1823 en 02 november 1824;

“Thalia”, dd 09 maart 1826

 

Rotterdamsche Courant 16 juli 1818114

Advertentie. R. Hoyman, J. van Ouwerkerk de Vries, T. Zuhrmulen, J. Houte Bouwer, G.J. Roland Holst, J.H.A. Balwé, J. Boelen en H.J. Gemmering, makelaars, zullen, op maandag den 20 juli 1818, des avonds ten 6 uren, te Amsterdam, in het Nieuwezijds Heeren-Logement, verkopen: …

Een extraordinair wel bezeild Brik-schip, genaamd AURORA, gevoerd door kaptein A. Bakker, lang 80 voet, wijd 24 voet, hol 10 voet, het verdek 5 voet. …

 

Overige bijzonderheden

Hendrik Rolff werd per 15 juli 1817 vanuit de Amsterdamse Kweekschool voor de Zeevaart geplaatst als kajuitwachter op de “Aurora” onder gezag van kapitein A.Bakker voor een reis naar Smirna. Hij keerde op school terug op 24 juli 1818004/531-1219. (volgens het Archief van de Waterschout011 betreft het hier Adriaan Bakker).

 

 

Datum vanaf: 1826
Kapitein: Bakker, Arien/Arjen
Overige informatie: 1826-03-25

Familiegegevens en opleiding

Johann Hinrich Diederich Schröder werd geboren te Lubeck op 24 juli 1794.

Hij trouwde met Doortje Blad, geboren te Velsen op 24 september 1793. Na het overlijden van Johann hertrouwde zij in mei 1842.118

Johann is overleden in 1840003.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

J.H.D.Schröder werd met vlagnummer 199 per 21 november 1826 effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop op voordracht van kapitein A.Bakker. Toegevoegd is “overleden” 002.

In de Algemene Ledenvergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop van 14/21 november 1826 werd Johan Henderik Diderik Schröder voorgesteld/aangenomen als effectief lid op voordracht van kapitein A.Bakker. Hij woonde op de Nieuwedijk bij de Hasselaarssteeg en voer op de pink “Thalia”. Hij kreeg als vlagnummer 199023.

Hij werd per 31 maart als lid 2de klasse ingeschreven in het Weldadig Zeemans Fonds. Ingeschreven in de 1ste klasse per 16 augustus 1827.003

 

Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 27 december 1832 staat een verzoek van J.H.D.Schröder, waarop het Bestuur besluit hem voor drie maanden een uitkering te geven van f 20,-/maand. Deze uitkering wordt in de vergadering van 11 februari 1833 voor 3 maanden en in die van 04 november 1833 voor 6 maanden verlengd. Per 24 april 1834 weer verlenging voor 6 maanden. Per 25 september 1834 weer verlengd voor 12 maanden. In de notulen dd 29 oktober 1835 weer een verlenging met 6 maanden toegestaan. Idem voor 12 maanden in de vergadering van 28 april 1836. Idem in de vergadering van 27 april 1837. Voor 12 maanden verlenging in de vergadering van 26 oktober 1837. In de vergadering van 25 oktober 1838 vraagt hij wederom om continuering van de uitkering. In de vergadering dd 31 oktober 1839 gaat het Bestuur accoord met een ondersteuning van f 5,- per maand gedurend 12 maanden042.

In de notulen van de Bestuursvergadering dd 26 maart 1840 staat de mededeling van de weduwe van kapitein J.H.D.Schröder dat haar man is overleden en zij vraagt om een uitkering. Deze wordt in de vergadering van 30 april 1840 per 01 mei 1840 uitgekeerd.042

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 24 april 1856 staat het verzoek van D.Blad, weduwe van C.Colder en eerder weduwe van J.H.D.Schröder om hersteld te worden in haar uitkering. Dit wordt afgewezen omdat zij vóór 01 juli 1843 is hertrouwd en een reglementaire bepaling in strijd is met haar verzoek.042-.

In de notulen van de Algemene Ledenvergadering van 13 mei 1834 is vermeld dat aan J.H.D.Schröder “wegens voortduring van ongesteldheid” vernieuwing van onderstand is toegestaan voor een periode van 6 maanden. In de Algemene Vergadering van 30 september 1834 is het verzoek om onderstand herhaald en toegestaan voor 12 maanden. In de vergadering van 10 november 1835 is “nog voor voortduring van onderstand op den vroeger verleende voet toegestaan “. In de vergadering van 09 mei 1837 is er wederom een verlenging voor 6 maanden verleend.042.

In de notulen van de Algemene vergadering van 26 mei 1840 staat een aanvraag door de weduwe van J.H.D.Schröder om onderstand welke met ingang van 01 mei 1840 werd toegestaan.023

 

De schepen van de kapitein

lidmaatschap College Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer                 jaren          type                 scheepsnaam                                       naam reder/boekhouder

      199                         1828          hoeker            Thalia                                                   Voute & Co

                                     1829-1835    geen vermelding van schip en boekhouder

       119                      1836-1839    geen vermelding van schip en boekhouder

 

Bouma025 vermeldt J.H.D.Schröder als gezagvoerder gedurende:

  • * 1827 van de 3/m hoeker “Thalia”, gebouwd in Holland, bouwjaar niet vermeld, 224 ton o.m., varend voor Voûte & Co te Amsterdam.

 

Overige bijzonderheden

Geen

 

 

Datum vanaf: 1826
Kapitein: Schröder, Johann Hinrich Diederich
Overige informatie: 1826-11-17

Datum vanaf: 1827
Kapitein: Karstens, Bartolomeus
Overige informatie: 1827-12-20

Monsterrollen

Opgemaakt Amsterdam
Datum: 1816-05-25
Scheepsnaam voorvoegsel:
Scheepsnaam: WELBEDACHT
Schipper: Scheepen, Gerrit
Scheepstype: barkentijn
Grootte:

Bekijk alle monsterrollen Bekijk alle monsterrollen
Algemene informatie

1823

AC 180223
Advertentie. R. Hoijman, T. van Olivier, J.E. Lublink, F. der Kinderen, J. Boelen, H.F. Rietveld en G.W. Sesink Clee, makelaars, zullen op maandag den 24 februari 1823, des avonds ten 6 ure, te Amsterdam in het voormalig Nieuwezijds Heeren Logement op de Haarlemmerdijk verkopen: een extra ordinair welbezeild Nederlands gebouwd Barkentijnschip, genaamd WELBEDACHT, gevoerd geweest door kapt. G. Scheepen, lang 28 ellen 10 duimen, wijd 7 ellen 14 duimen, hol 3 ellen 80 duimen, alles Nederlandse maat. (Zijnde Amsterdamse maat lang 99 voeten, wijd 25¼ voeten, hol 13 voeten 4 duimen). Breder bij de inventaris en bericht bij de bovengenoemde makelaars.

1825

Op 15 september 1825 wordt de zeebrief voor de hoeker de THALIA, kapt. C. Brandligt, retour gezonden door de Ontvanger te Amsterdam. Het schip is verkocht.

1828

Op 7 oktober 1828 wordt de zeebrief voor de hoeker de HELENA EN MARIA, kapt. B. Karstens, door de consul te Falmouth retour gezonden via de Gouverneur van Noord-Holland. Het schip is na averij te Falmouth verkocht.

RC 240128
Amsterdam, 22 januari. Het schip HELENA EN MARIA, kapt. B. Kerstens (opm: kapt. B. Karstens), van Amsterdam naar Rio-Janeiro, is de 15e dezer op de hoogte van de Manackle Rots (opm: Manacles Rocks: verraderlijke rotsen nabij Falmouth; psn 50 03 N 05 03 W) geheel masteloos ontmoet en nog dien dag te Falmouth binnengesleept door de paketboot PLOVEN, van de Leward-Eilanden (opm: Leeward Islands; Benedenwindse Eilanden; de pas aangekochte driemast hoeker onder kapt. Bartolomeus Karstens werd te Falmouth verkocht en de zeebrief in oktober geretourneerd).

(opm: De op 12 december 1827 door kapt. Bartolomeus Karstens, 5/8e aandeel, plus 2 partners voor in totaal 10.000 gulden aangekochte driemast hoeker, bouwjaar waarschijnlijk 1789, werd op 14 juli in Falmouth in veiling gebracht maar niet verkocht. Daarop probeerde kapt. Karstens de hoeker voor scheeps rekening te herstellen. De passagiers hadden echter geen vertrouwen meer in het schip. Engelse inspecteurs werden erbij gehaald die het schip alsnog afkeurden. De zeebrief werd ingevolgde de voorschriften daarop in oktober naar Den Haag geretourneerd. De ‘lading’ had bestaan uit circa 370 uit de Pfalz afkomstige emigranten bestemd voor Brazilië; zie ook AH 051128).

AH 051128

De Times van 26 jl. bevat het volgende:

Duitse volksverhuizers naar Brazilië. In de herfst van 1827 zag men een aantal Duitse huisgezinnen, gezamenlijk ongeveer tot 370 zielen uitmakende, hun klein eigendom in geld verwisselen, met oogmerk om naar Brazilië te verhuizen. Te dien einde kwamen zij naar Holland, alwaar zij met kapt. Karstens, voerende de HELENA EN MARIA, een overeenkomst troffen, om hen derwaarts te vervoeren aan wien zij, alvorens zich in te schepen, het grootste deel van de vracht betaalden.

Dienvolgens zeilden zij van Amsterdam uit, doch, in het Kanaal gekomen, troffen zij zeer slecht weer, waardoor hun schip masteloos en een volslagen wrak werd; zelfs in zodanig slechte staat, dat allen zich niets anders voorstelden, dan met ieder eerstkomend ogenblik met man en muis om te komen. Terwijl zij zich in deze rampvolle toestand bevonden, zeilde gelukkig een Brits schip in hun gezicht op, ijlde hen ter hulp en boegseerde hun wrak tot in de naastbijgelegene haven, die Falmouth was. Dit geschiedde in januari 1828 (opm: zie RC 240128). Falmouth’s bewoners ontvingen de ongelukkige lijders met het liefdadigst mededogen en met de krachtsdadigste vriendschapsbetoning. Onmiddellijk voorzagen zij in hun behoeften en door deze immer voortgezette bijstand hebben de ellendigen tot op deze dag blijven bestaan. 

(opm: op 24 juni stond [in een onbekende krant] de volgende advertentie [vertaald]

Te koop door middel van veiling op maandag 14 juli a.s., 11 uur ’s ochtend, in het Pearce’s Hotel in Falmouth, de bark HELEN EN MARIA, Nederlands gebouwd, gekoperd, draagvermogen volgens register 113 Nederlandse lasten. Liggende ter hoogte van scheepswerf Shipwright, Klein Falmouth. Voor inspectie van het schip en de inventaris vervoege men zich bij kapitein Bartholomew Karstens, aan boord, of bij Banfield and Lake.)

 

De HELENA EN MARIA werd hersteld en was voornemens deszelfs tocht met de volksverhuizers te vervolgen, maar deze hoorden zeggen dat dit schip niet meer in staat was, om de reis te doen en weigerden daarom met hetzelve te vertrekken. Dientengevolge werd aan de Lord Groot-Admiraal het verzoek gedaan het schip op hoog gezag te doen keuren. Dit geschiedde en de HELENA EN MARIA werd onbekwaam om zee te bouwen verklaard; daar het nu buiten het vermogen van kapt. Karstens was, om een ander schip te bezorgen tot het voortzetten der reis voor welke hij had gecontracteerd en voor welke hij inderdaad het grootste bedrag der passagegelden ontvangen had; zo geraakten de volksverhuizende lieden weldra van alles ontbloot en vonden hun onderhoud nu alleen in de welwillendheid der inwoners van Falmouth.
(opm: de Engelse regering stelde tenslotte het fregat JAMES LAING ter beschikking, dat eind december de in Falmouth gestrande passagiers ophaalde en deze naar Rio de Janeiro bracht. Intussen was gebleken dat er in Amsterdam veel te veel boekingen hadden plaatsgevonden, met als gevolg dat bij vertrek vanuit Den Helder 31 mannen, 25 vrouwen en 113 kinderen moesten achterblijven. Door het overhaaste vertrek werden vele families uiteengereten. De achterblijvers werden in april 1828 met de ALEXANDER nagezonden, zie DC 220328, en arriveerden zo alsnog ruim een half jaar vóór de mensen uit Falmouth)

 

Kroniekberichten

Toon kroniekberichten
Akten

Stadsarchief Amsterdam Archiefnummer AMS 5074.1415.1823.17

deel IV, foto 35,36
CEDULE

Naam schip voorheen de brigantijn WELBEDAGT, thans het hoeker-brikschip THALIA

plaats en datum acte eigendomsbewijs, Amsterdam, 4 juli 1823

type schip thans hoeker-brikschip, voorheen brigantijn

bouwwerf/verkoper niet vermeld

gevoerd door kapt. gevoerd geweest door Gerrit Schiefen

eigenaar/koper Coenraad Brandligt, Amsterdam ,enig eigenaar

te voeren door kapt. Coenraad randligt, in eigendom bevaren

grootte in tonnen 113 lasten

tuigage / aantal dekken twee masten, twee dekken

afmetingen

kiellegging

tewaterlating gebouwd te Maassluis

plaats / datum registratie Amsterdam, 4 juli 1823

nummer registratie deel 7, folio 135, recto, vak 3

notaris Regtbank van Eerste Aanleg, Amsterdam

prijs

Bijzonderheden: getoond wordt de laatste koopbrief; het schip ligt thans te Amsterdam.
De datum van de acte is NIET de datum van de transactie. De juiste datum vindt men in Amsterdam AB 1819-1838. De cedule is in de kantlijn genummerd 1373
De eed wordt afgelegd door Pieter Smit Devonshire, Amsterdam, voor en namens de eigenaar.





researcher/datum research: ML / 280515

Naam THALIA
Archiefinstelling Stadsarchief Amsterdam
Jaar 1823
Toegang 5074
Inventaris 1416
Klik hier om de originele akte te bekijken

ARCHIEF Gemeente Amsterdam archiefnummer 5074/1419-1823-17

ACTE AAN-/VERKOOP
schip THALIA

plaats en datum acte publieke veiling, Amsterdam, 22 februari 1823

soort schip brik

gevoerd door kapt.

Bouwwerf / verkoper H. (?) Boelen, makelaar te Amsterdam, voor zijn principalen

Eigenaar / aankoper Coenraad Brandligt

te voeren door kapt.

groot volgens meetbrief in tonnen

tuigage en aantal dekken

afmetingen

kiellegging

tewaterlating

plaats en nummer van registratie

datum van registratie

notaris P. Tiedeman, griffier derde kanton vredegerecht te Amsterdam

prijs (bij aan-/verkoop NLG. 6000,-

bijzonderheden








researcher/datum research ML-060606

Naam THALIA
Archiefinstelling Stadsarchief Amsterdam
Jaar 1823
Toegang 5074
Inventaris 1419
Klik hier om de originele akte te bekijken

Stadsarchief Amsterdam Archiefnummer AMS 5074.1416.1826.13

deel V, foto 058, 059
CEDULE

Naam schip THALIA

plaats en datum acte eigendomsbewijs, Amsterdam, 7 maart 1826

type schip hoeker-galjoot

bouwwerf/verkoper niet vermeld

gevoerd door kapt.

eigenaar/koper firma Voute & Co., Amsterdam (boekhouders en 7/16e part), C. van den Oudermeulen, Amsterdam (7/16e part) en Rutger Hoyman, Amsterdam (2/16e part)

te voeren door kapt. Arie Bakker

grootte in tonnen 113 lasten of 215 zeetonnen

tuigage / aantal dekken drie masten, een dek

afmetingen

kiellegging

tewaterlating gebouwd binnen de Nederlanden

plaats / datum registratie Amsterdam, 7 maart 1826

nummer registratie deel 11, folio 123, verso, vak 7

notaris Regtbank van Eerste Aanleg, Amsterdam

prijs

Bijzonderheden: getoond wordt de laatste koopbrief; het schip ligt thans te Amsterdam.
De datum van de acte is NIET de datum van de transactie. De juiste datum vindt men in Amsterdam AB 1819-1838.
De eed wordt afgelegd door Nicolaas de Roo, Amsterdam, voor en namens de reders.



researcher/datum research: ML / 250715

Naam THALIA
Archiefinstelling Stadsarchief Amsterdam
Jaar 1826
Toegang 5074
Inventaris 1416
Klik hier om de originele akte te bekijken

ARCHIEF Gemeente Amsterdam archiefnummer 5074/1419-1826-13

ACTE AAN-/VERKOOP
Schip: eerst genaamd MAASSLUIS WELVAREN, daarna WELBEDACHT en thans genaamd THALIA

plaats en datum acte koop/verkoop, Amsterdam, 3 september 1825

soort schip Nederlands gebouwd hoekerschip

gevoerd door kapt. Gevoerd geweest door Gerrit Scheepen en thans gevoerd door de verkoper (Brandligt)

Bouwwerf/verkoper Coenraad Brandligt, kapitein ter Zee te Amsterdam

eigenaar/aankoper Jan Jacob Voute, koopman, voor zijn firma Voute & Co., Amsterdam

te voeren door kapt.

groot volgens meetbrief in tonnen

tuigage en aantal dekken

afmetingen 28,10 x 7,14 x 3,80 meter

kiellegging

tewaterlating

plaats en nummer van registratie

datum van registratie

notaris Jan Hendrik Zilver, notaris te Amsterdam

prijs (bij aan-/verkoop) NLG. 15.000,-

bijzonderheden

Naam MAASSLUIS WELVAREN, WELBEDACHT, thans THALIA
Archiefinstelling Stadsarchief Amsterdam
Jaar 1826
Toegang 5074
Inventaris 1419
Klik hier om de originele akte te bekijken

Stadsarchief Amsterdam Archiefnummer AMS 5074.1417.1827.34

deel VI, foto 052, 053
CEDULE

Naam schip bevorens genaamd THALIA, thans door kopers genaamd HELENA EN MARIA

plaats en datum acte eigendomsbewijs, Amsterdam, 15 december 1827

type schip niet vermeld

bouwwerf/verkoper niet vermeld

gevoerd door kapt. geweest door kapt. J.H.D. Schröder

eigenaar/koper Bartholomeus Karstens, Amsterdam (boekhouder, schipper en 5/8e part), firma Gieseke & Co., Amsterdam (1/4e part) en Hendrik Fredrik Gieseke, Amsterdam (1/8e part)

te voeren door kapt. Bartholomeus Karstens, mede-eigenaar

grootte in tonnen 113 lasten

tuigage / aantal dekken drie masten, twee dekken

afmetingen

kiellegging

tewaterlating gebouwd te Maassluis

plaats / datum registratie Amsterdam, 17 december 1827

nummer registratie deel 13, folio 69, verso, vak 5

notaris Regtbank van Eerste Aanleg, Amsterdam

prijs

Bijzonderheden: getoond wordt de laatste koopbrief; het schip ligt thans te Amsterdam.
De datum van de acte is NIET de datum van de transactie. De juiste datum vindt men in Amsterdam AB 1819-1838.




researcher/datum research: ML / 020815

Naam HELENA MARIA
Archiefinstelling Stadsarchief Amsterdam
Jaar 1827
Toegang 5074
Inventaris 1417
Klik hier om de originele akte te bekijken

ARCHIEF Gemeente Amsterdam archiefnummer 5074/1419-1827-34

ACTE AAN-/VERKOOP
Schip: genaamd geweest MAASSLUIS WELVAREN, daarna WELBEDACHT, vervolgens THALIA en thans HELENA EN MARIA

plaats en datum acte koop/verkoop, Amsterdam, 12 december 1827

soort schip hoeker

gevoerd door kapt.

Bouwwerf/verkoper Jan Jacob Voûte, commissionair te Amsterdam namens zijn firma Voûte & Co.

eigenaar/aankoper Bartolomeus Karstens , kapitein te Amsterdam (5/8e part), Gieseke & Co., kooplieden te Amsterdam (2/8e part) en Hendrik Fredrik Gieseke, koopman te Amsterdam voor het laatste 1/8e part, als gezamelijke kopers

te voeren door kapt. B. Karstens

groot volgens meetbrief in tonnen

tuigage en aantal dekken drie masten

afmetingen 26,50 X 5,41 X 3,37 meter

kiellegging

tewaterlating

plaats en nummer van registratie

datum van registratie

notaris Mr. Johannes Commelin, notaris te Amsterdam

prijs (bij aan-/verkoop) NLG. 10.000.-

bijzonderheden Nederlands gebouwd, schip is liggende te Amsterdam








researcher/datum research ML-030906

Naam HELENA EN MARIA
Archiefinstelling Stadsarchief Amsterdam
Jaar 1827
Toegang 5074
Inventaris 1419
Klik hier om de originele akte te bekijken