1830
03-09-1830 eerste zeebrief aangevraagd door B.H. Plukker en B.H. Smit voor de JANTINA MAGRIETA onder kapt. B.H. Smit
RC 071230
Rotterdam, 6 december. De 3e dezer, des namiddags, arriveerden te Helvoetsluis NEPTUNUS, kapt. N.H. Herman, van Reval; CATHARINA ELIZABETH, kapt. N.H. Schmidt, van Pernau; JANTINA MAGRITA, kapt. B.H. Plukker, van Riga en CONCORDIA, kapt. B.J. de Boer, van Riga, als bijlegger; JONKVROUW ELIZABETH, kapt. W.K. de Wyk, van Dantzig en NIMPHIA, kapt. H.K. de Weerd, van Koningsbergen. De 4e, des namiddags, arriveerden JACOBUS, kapt. J.W. de Fries, van Dantzig en DIANA, kapt. H. Albers, van Petersburg, als bijlegger.
1831
AH 260531
Vlie, 21 mei. Binnengekomen: JANTINA MAGRIETA, kapt. B.H. Plukker, van Riga; ALBERDINA, kapt. A.C. Hazewinkel, van Libau; DE VRIENDSCHAP, kapt. J. Klaasen, van Koningsbergen; WILHELMINA, kapt. Visser, van Laurwig.
AH 070731
Vlie, 3 juli. Vertrokken: ORWELL, kapt. R. Cubitt, naar Londen; UNION, kapt. J. Manning, naar Londen; WILHELMINA, kapt. H.H. Buss, naar Koningsbergen; VROUW REWENDA, kapt. J.H. Lehnhoff, (van Memel), naar Eems; GUTE HOFFNUNG, kapt. A. Klein, op avontuur; JUFVROUW JOHANNA, kapt. T.W. Fokken, op avontuur; JANTINA MAGRIETA, kapt. B.H. Plukker, op avontuur.
AH 270931
Vlie, 24 september. Binnengekomen: GESINA, kapt. J.I. van der Woude, van Newcastle; GESINA, kapt. Visser, van Osterrisöer, hieronder is de kof bovengemeld. Van de quarantaine zijn ontslagen: NEERLANDS WELVAART, kapt. H.K. Rentes, van St. Petersburg; ANNA MARIA, kapt. J.H. Zeplien, van Riga; JANTINA MAGRIETA, kapt. B.H. Plukker, van Boldera.
1832
AH 260332
Vlie, 22 maart. Vertrokken: NEDERLAND, kapt. K. Hoekstra, naar Spitsbergen; GOUDVISCH, kapt. H.T. Schuuring, naar Riga; JANTINA MAGRIETA, kapt. R.H. Plukker, naar Riga; JACOBA, kapt. A.K. de Groot, naar Danzig; GERBERDINA, kapt. K.D. de Grooth, naar Christiaanzand; DRIE GEBROEDERS, kapt. P.G. Bakker, naar Hamburg; VROUW REGINA, kapt. K.P. Kiewit, naar Hamburg; DRIE GEBROEDERS, kapt. F. Danielsen, naar Hamburg; GEERDINA, kapt. L.T. Sok, op avontuur; JONKVROUW MARIA, kapt. H.K. de Wijk, op avontuur; STAND FRIEZ, kapt. C.H. de Koe, op avontuur; JOHAN, kapt. O.F. de Haan, op avontuur; BUITENWERF, kapt. J.E. Gust, op avontuur; ARUIS JOHANNES, kapt. H. van Wijk, op avontuur; PETRONELLA CATHARINA, kapt. J. Stuveling, op avontuur; HOOP OP EENDRAGT, kapt. E.H. Bekkering, op avontuur.
AH 070632
Vlie, 4 juni. Binnengekomen: VREDE EN VRIJHEID, kapt. F.A. Lammerts, van Nerva; GOUDVISCH, kapt. H.J. Schuuring, van Riga; JANTINA MAGRIETA, kapt. B.H. Plukker, van Riga; FORTUNA, kapt. J.H. Hidman, van Christinastad; JONGE WICHER, kapt. H.W. Bontekoe, van Stockholm; VROUW FENNA, kapt. H. Addiks, van Koningsbergen. Van de quarantaine ontslagen VROUW ANNA, kapt. H.J. Nagel, van Sunderland.
AH 090732
Vlie, 5 juli. Vertrokken: JOHANNA JACOBA, kapt. E.J. Drent, naar St. Petersburg; VREDE, kapt. C. v.d. Mussel, naar Riga; MINERVA, kapt. T. Brandt, naar Hamburg; JANTINA MAGRIETA, kapt. B.H. Plukker, op avontuur; VROUW ANNA, kapt. H.J. Nagel, op avontuur; JONGE WICHER, kapt. H.W. Bontekoe, op avontuur; HOOP, kapt. H.B. Engelsman, op avontuur; VROUW HENDRIKA, kapt. L.K. de Jonge, op avontuur; BOUGINA, kapt. B.J. de Jonge, op avontuur; HOOP OP WELVAART, kapt. J.A. Pranger, op avontuur; JONGE CORNELIS, kapt. B.H. Oortjes, op avontuur; CATHARINA, kapt. B.H. Nyman, op avontuur; JUFVROUW JOHANNA, kapt. T.W. Fokken, op avontuur.
15-09-1832 nieuwe zeebrief aangevraagd door B.H. Plukker en B.H. Smit voor de JANTINA MAGRIETA onder kapt. B.H. Smit
AH 261132
Te Havre is het schip JANTINA MAGRIETA, kapt. B.H. Smit, onder embargo gelegd.
AH 271132
Als een gevolg op vroegere berichten (zie ons vorig nummer), wegens het aanhouden van schepen in Frankrijk en Engeland, is men als nu in de gelegenheid om op te geven, dat embargo gelegd is op de volgende Nederlandse schepen:
- Te Bayonne: DE VRIENDSCHAP, kapt. T.G. van Rhyn; GEZYNA JOHANNA (opm: GEZIENA JOHANNA), kapt. J. Remkes Sap; VROUW ALIDA, kapt. J. Harms Jonker.
- Te Marseille: DE HELENA JACOBA, kapt. Zelling; DE GOEDE HOOP, kapt. Klein.
- Te Toulon: DE JONGE TJITSKE TROMP, kapt. Oldendorp.
- Te Havre: DE JANTINA MARGARETHA, kapt. B.H. Smit
- Te Marennes: DE EENDRACHT, kapt. De Groot.
- Te Rouen: DE BUITENWERF, kapt. J.E. Gust; DE JACOBA, kapt. G. Verkade.
- Te La Rochelle: Zijn drie schepen onder embargo gelegd, doch welke namen nog niet bekend zijn.
- Te Yarmouth: DE VROUW JANTINA, kapt. Kuiper; DE ANNA MARIA CATHARINA, kapt. Kleininga; NEÉRLANDSCH KROONPRINSES, kapt. Hahn.
- Te Deal: brik DIANA.
- Te Penzance: GEZINA, kapt. C.P. Crook.
- Te Falmouth: PALEMBANG.
- Te Cowes: GESINA, kapt. Kramer.
- Te Duinkerken: DE HOOP, kapt. Koorn; MARIA, kapt. Meris; VIJF GEBROEDERS, kapt. Hoos; JONGE MARIA, kapt. Ponsteyn.
Deze laatste bodem was den 5 november laatstleden gereed om in zee te lopen, toen de commissaris van politie zich tegen deszelfs vertrek verzette, waarop deswege klachten ingebracht zijn bij het hoofd van het bestuur van de marine, door die ambtenaar op den 6 daaropvolgende werd verklaard, dat niets het vertrek van genoemde bodem verhinderde, daar hij aan de bedoelde maatregel geheel vreemd was. De gezagvoerder van hetzelve schip, hierop vertrouwende, maakte zich des avonds gereed om te vertrekken, toen niettegenstaande de gegeven verzekering, op last van het bestuur van de marine, de door hem gevoerd wordende bodem werd aangehouden en opgebracht.
1833
AH 060533
Embargo-bericht. De Moniteur deelt de volgende lijst der in Franse havens onder embargo liggende Hollandse schepen mede:
Te Havre: JANTINA MAGRIETA.
Te Rouaan: JACOBA en BUITENWERF.
Te Boulogne: MARGARETHA.
Te Nantes: HENDRIKA.
Te Rochelle: GEZINA, DE VRIENDSCHAP, MARIA ADOLPHINA.
Te Bordeaux: HARMONIE, DE VIER GEBROEDERS, DE ONDERNEMING, MARIA, CONCORDIA, AURORA, VROUW ACHINA, DE VERWACHTING, NOORD-HOLLAND, WILHELMINA, HERMANUS, ANNA MARIA.
Te Blaye: FELIX (van Rotterdam).
Te Bayonne: GEZINA JOHANNA, VROUW ALIDA, DE VRIENDSCHAP, ELIZABETH MARIA. Te Marseille: JONGE TJETSKE TROMP, GOEDE HOOP, JOHANNA JACOBA, EENDRAGT, ONDERNEMING, DRIE GEBROEDERS, CHRISTINA JOHANNA, TITIA.
AH 140833
Scheepstijdingen. Binnengekomen:
Texel, 12 augustus. AGNETA, kapt. T.H. Hollander, van Suriname; EENSGEZINDHEID, kapt. J. van Duinen, JONGE CORNELIS, kapt. T. van Sloten, CATHARINA, kapt. J.H. Middel, CONCORDIA, kapt. J.H. Nagel; HARMONIE, kapt. J.H. Deddes; JANTINA MAGRIETA, kapt. B.H. Smit, de laatste zes van Liverpool; VROUW TRENNIGA (opm: VROUW FENNECHINA), kapt. W.J. Pronk, van Newcastle; VROUW ACHINA, kapt. D. Rykents, van Bordeaux; VROUW JANTINA, kapt. J.O. Kuiper, van Rouaan.
AH 090933
Uitgezeild:
Texel, 6 september. GEERTRUIDA, kapt. R.R. Tunteler, naar St. Ubes; NEERLANDS KROONPRINS, kapt. A. v.d. Meiden, naar Bilbao; MARGARETHA HENDRIKA, kapt. S.A. v.d. Werff en VRIENDSCHAP, kapt. M.R. Klein, naar Liverpool; ALBERDINA, kapt. G. Venema en ONDERNEMING, kapt. N.J. Veerman, naar Hull; JANTINA MAGRIETA, kapt. B.H. Smit, naar Newcastle; JANTINA ENGELINA, kapt. N.J. Mulder; TWEE GEBROEDERS, kapt. H.J. Zeven en HARMONIE, kapt. G.H. Fyn, naar Sunderland; CATHARINA, kapt. R.H. Bronds en CONCORDIA, kapt. J. Mandema, naar Duinkerken; MARGARETHA, kapt. O.P. Smit, op avontuur.
AH 091033
Carga-lijsten Amsterdam: DE BEURS VAN AMSTERDAM, kapt. W.B. Bakker, van Riga met hout, hennep en dederzaad; MARIA, kapt. P.E. de Boer, van Dantzig met tarwe; ABRAHAM, kapt. B. Paasch, van Tonningen met raapzaad; MARIA, kapt. H. Jensen, van Tonningen met raapzaad; HENDRINA, kapt. J.T. Dient, van Akkumersiel, met raapzaad; JANTINA MAGRIETA, kapt. B.H. Smith, MARGINA, kapt. J.P. Boer, HIDTJE TROMP, kapt. J.D. Zijlstra, ANNA ALBERDINA, kapt. K.D. Ekamp, CATHARINA, kapt. H.R. Veling en DE VROUW GEZINA, kapt. C.A. Boomgaard, de laatste zes van Newcastle met een lading steenkolen.
AH 221033
Vlie, 17 oktober. Binnengekomen ALIDA CLASINA, kapt. K.E. Tiktak en MARGINA, kapt. J.P. Boer, van Newcastle; PHENIX, kapt. J. Noord en DE BROEDERS, kapt. J.H. Fyn, van Sunderland; CATHARINA, kapt. H.H. Bakker, van Petersburg; JANTINA MAGRIETA, kapt. B.H. Smit, van Oudsoen.
PGC 311233
Kapt. H.F. Deddes, van Koningsbergen te Amsterdam gearriveerd, rapporteert dat op 25 december met hem in het Vlie zijn binnengekomen JANTINA MAGRIETA, kapt. B.H. Smit, van Oudsoen, HILLECHINA, kapt. H.H. Brakke, en DIANA, kapt. R.H. Duit, beide van Koningsbergen, reeds te Amsterdam en te Hollesloot aangekomen, het eerste na op de kust van Jutland een anker en touw gekapt te hebben.
1834
AH 110334
Uitgezeild:
Vlie, 4 maart. AGATHA, kapt. R.P. Dik, naar Noorwegen; VROUW STYNA, kapt. E.H. Bekkering, naar Altona; DRIE GEBROEDERS, kapt. E.G. Jonker, JANTINA MAGRIETA, kapt. B.H. Smit en JACOBINA, kapt. R.J. Klunder, alle drie op avontuur.
AH 220334
Binnengekomen:
Sunderland, 12 maart. JANTINA MAGRIETA, kapt. Smit, van Amsterdam.
AH 240334
Binnengekomen:
Texel, 22 maart. EUGINA, kapt. A.J. Meulenaar, van Antwerpen; FLORA, kapt. J. Mauldon, van Londen; JANTINA MAGRIETA, kapt. B.H. Smit, van Sunderland; JOHANNA MARGARETHA, kapt. J.H. de Boer, van Petersburg; DOLPHIN, kapt. J. Vos, van Riga; MAGDALENA CHRISTINA, kapt. G. Mowinkel, van Bergen; ANNA MARGARETHA ELISABETH, kapt. N. Nielsen van Drammen; TWEE GEZUSTERS, kapt. L.H. Holst en MINERVA, kapt. P. Lorentzen, van Holmstrand.
05-04-1832 nieuwe zeebrief aangevraagd door B.H. Plukker en B.H. Smit voor JANTINA MAGRIETA onder kapt. B.H. Smit
AH 260934
Binnengekomen:
Texel, 24 september. HAABET, kapt. J.P. Wit, van Barcelona; JANTINA MAGRIETA, kapt. B.H. Plukker en JANTINA ROELFINA, kapt. S.B. Kuiper, beide van Newcastle.
1836
08-03-1836 nieuwe zeebrief aangevraagd door B.H. Plukker en B.H. Smit voor JANTINA MAGRIETA onder kapt. B.H. Smit
AH 230336
Uitgezeild:
Vlie, 20 maart. ST. THOMAS, kapt. N.M. Lindegaard, naar New-Castle; VRIENDSCHAP, kapt. B.J. de Boer, naar Engeland; JANTINA, kapt. H.C. de Groot, naar Koningsbergen; NIMPHIE, kapt. H. Preeker en JANTINA MAGRIETA, kapt. B.H. Smit, beide naar Memel; VRIENDSCHAP, kapt. M. Wybes, naar Bergen; VROUW HELENA, kapt. W.A. Kraan, naar Arendahl; VRIENDSCHAP, kapt. R.P. Duit, naar Oosterisoer; ANNAGINA, kapt. J.R. Kuiper en DE BROEDERS, kapt. J. Fyn, HILLEGONDA MARIA, kapt. D.D. Visser en ALIDA CLASINA, kapt. K.E. Tiktak, alle drie naar Noorwegen; MINERVA, kapt. J. Kroger, naar Hamburg; ANNA ELISABETH, kapt. E.G. Boekhout; VROUW JACOBA, kapt. H.R. Grimminga; VRIENDSCHAP, kapt. G.H. Haverbult, HARMONIE, kapt. H. Jans, CONCORDIA, kapt. H.O. van Wyk, HARMINA, kapt. W,L. Veen, WANDELINA, kapt. H.J. Mulder, CHRISTINA, kapt. A.H. Dykhuis en WAAKZAAMHEID, kapt. J.K. de Weerd, alle negen op avontuur.
AH 090536
Binnengekomen:
Vlie, 5 mei. HARMONIE, kapt. J.H. Deddes, van Libau; VIER GEZUSTERS, kapt. J.H. Hoetjer, van Dantzig; JANTINA MAGRIETA, kapt. B.H. Smit, van Memel; ST. OLOF, kapt. E.M. Kruse, van Stokholm; ARENDINA, kapt. H.D. de Groot, van Droback; VROUW ANTJE, kapt. K.D. de Grooth, van Holmstrand; ELISABETH MARIA, kapt. J.A. Keun, van Kristiansand.
AH 060636
Uitgezeild:
Vlie, 2 juni. AMPHRITRITE, kapt. H. Rentz, naar Archangel; ENGELINA, kapt. G.T. Borst, naar Petersburg; JANTINA MAGRIETA, kapt. B.H. Smit, naar Danzig; VRIENDSCHAP, kapt. E.P. Dik, naar Noorwegen; ALIDA, kapt. H.J. Witkop, VROUW AGNES, kapt. A.J. Kolhoff en IKINE WILHELMINA, kapt. G.J. Vegter, alle drie naar Hull; VROUW FENNEGINA, kapt. A.K. Braam, naar de Oostzee; GOEDE TROUW, kapt. K.J. Masker en HARMONIE, kapt. J.H. Deddes, beide naar Riga; ANNA ADELHEID, kapt. G.J. Wesseling, naar Rendsburg; WEMELINA KRANENBURG, kapt. A. Kiers en DRIE ZUSTERS, kapt. D.T. de Jong, beide naar Danzig; EENIGHEDEN, kapt. P. Thomasen, naar Oostrisoer; HERSTELLING, kapt. A.H. Karsyns, GEERDINA, kapt. E.A. Doewes en EENDRACHT, kapt. R.C. de Groot, alle drie naar Noorwegen.
AH 030836
Binnengekomen:
Texel, 1 augustus. DIANA, kapt. A. Nannings, van Soerabaya; ZAANDAM, kapt. L.H. Singer SURINAME, kapt. R. van der Mey, beide van Suriname. Liggen quarantaine; KOOPHANDEL, kapt. E.E. Hoeksma, van Rio-Janeiro; TREKVOGEL, kapt. A.G. Sap, van Bayonne; TJAKKIEN, kapt. A. Drewes, van Flekkefiorde; WINTEREN, kapt. L. Holst, van Fredrikshaven; DRIE ZUSTERS, kapt. H. Houge, van Nerva; ANNA MARIA, kapt. H.H. Kuiper, van Hull; JANTINA MAGRIETA, kapt. B.H. Smit, van Danzig; HENDRIKA, kapt. A. van Wyk, van Libau.
AH 060836
Carga-lijsten Amsterdam: JAVA’S WELVAREN, kapt. S. van Delden, van Batavia met koffie, suiker, indigo, huiden, hoorns, sapanhout en bindrottingen; SURINAME, kapt. R. van der Mey, van Suriname met suiker en katoen; JANTINA MAGRIETA, kapt. B.H. Smit, van Danzig met hout.
AH 310836
Uitgezeild:
Vlie, 28 augustus. HUNSE, kapt. H.J. Ketelaar, naar Liverpool; JANTINA ANNECHINA, kapt. H.G. Sap, naar Newcastle; ANNA ALIDA, kapt. G. Kortrijk, naar Danzig; JANTINA MAGRIETA, kapt. B.H. Smit naar Memel; PETRUS JACOBUS, kapt. M.P. de Jong, naar Stettin; VROUW FENKE ENGELINA, kapt. J.W. Kreye, naar Bergen; EENSGEZINDHEID, kapt. J.N. van Duinen, op avontuur; DIANA, kapt. T.J. Pauls, naar Hull; WELVAART, kapt. H.W. Velt, naar Riga; JOHANNA, kapt. J.C. Wolters, ISIS, kapt. H.K. Bonjes, DOROTHEA, kapt. R.R. Hendrikus en TREKVOGEL, kapt. A.G. Sap, alle vier op avontuur.
PGC 221136
Het schip JANTINA MAGRIETA, kapt. B.H. Smit, van Memel naar Amsterdam, is den 4 november te Arendal binnengelopen.
AH 091236
Vlie, 5 december. De kof gisteren gemeld is: JANTINA MAGRIETA, kapt. B.H. Smit, van Memel. Dezelve heeft met een stortzee zijn boten verloren en andere schade bekomen.
PGC 091236
Het schip JANTINA MAGRIETA, kapt. B.H. Smit, van Memel naar Amsterdam, is den 17 november in de buitenhaven van Haesnaess binnengelopen.
AH 211236
Carga-lijsten Amsterdam: MAAIKE (opm: kof MEIKE), kapt. J.A. Zeilinga, van Petersburg met koper, potasch, hennepzaad, veren, stroasch, talk en koopm:; VROUW MARGARETHA, kapt. A.T. Steffens, van Riga met lijnzaad en zaai-lijnzaad; JANTINA MAGRIETA, kapt. B.H. Smit, van Memel met zaai-lijnzaad, lijnzaad, dederzaad en afzetsel; FENNECHINA ELIZABETH, kapt. W.A. Wykman, van Elbing met raapzaad en hennepzaad; DE VROUW GEZINA, kapt. J.H. Mulder, van Danzig met hout.
1837
AH 170337
Schepen in lading te Amsterdam naar:
Triëst. Het Nederlands kofschip JANTINA MAGRIETA, kapt. Berend H. Smit.
Adres bij De Vries en Comp. en H.A. Hespe.
1838
28-03-1838 nieuwe zeebrief aangevraagd door B.H. Plukker en B.H. Smit voor JANTINA MAGRIETA onder kapt. B.H. Smit
ZP 060638
Genua, 28 mei. Heden arriveerde alhier het schip (opm: kof) JANTINA MAGRIETA, kapt. B.H. Smit, van Amsterdam. De kapitein vreesde, dat de lading beschadigd zal zijn, hebbende op de hoogte van Majorca een lek ontdekt. De naad bij de voorsteven was ontzet, welke echter zo goed mogelijk gestopt werd. Men had 4 of 5 dagen zwaar moeten pompen en onder het water suiker bespeurd.
1840
01-08-1840 nieuwe zeebrief aangevraagd B.H. Smit voor JANTINA MAGRIETA onder kapt. B.H. Smit
1842
06-08-1842 nieuwe zeebrief aangevraagd B.H. Smit voor JANTINA MAGRIETA onder kapt. B.H. Smit
1843
RC 030843
Advertentie. Te Rotterdam liggen in lading:
Naar Stettin, het Nederlands kofschip ALIDA GIEZEN, kapt. G.G. Boon; ligt gereed.
Naar Stettin, het Nederlands kofschip JANTINA MAGRIETA, kapt. B.H. Smit.
Naar Hamburg, het Nederlands smakschip DE JONGE DERK, kapt. F.J. Matroos.
Adres ten kantore van Ch. Cornelder & Zonen.
1844
09-08-1844, EEN nieuwe zeebrief aangevraagd door B.H. Plukker en B.H. Smit, Pekela, voor de JANTINA MAGRIETA onder kapt. B.H. Smit.
1845
GRC 141045
Lijst van de Nederlandse schepen, welke de Sont gepasseerd zijn:
29 september: Kiers, MARGARETHA (Amsterdam), van Newcastle naar Stettin; Smit, JANTINA MAGRIETA (Pekela), van Hull naar St. Petersburg; Bekkering, CHRISTINA (Wildervank), van Koningsberg, naar Amsterdam.
1846
NRC 050246
Amsterdam, 4 februari. Het schip JANTINA MARGARETHA, kapt. Smit (opm: kof JANTINA MAGRIETA, kapt. B.H. Smit), van Libau naar Nantes, is volgens brief van Delfzijl van de 2e dezer, aldaar lek, met verlies van anker en ketting en meer andere schade binnengelopen.
05-09-1846 nieuwe zeebrief aangevraagd door B.H. Plukker en B.H. Smit, Nieuwe Pekela voor JANTINA MAGRIETA onder kapt. B.H. Smit
1849
Op 27-03-1849 werd door B.H. Smit, Nieuwe Pekela, voor de JANTINA een nieuwe zeebrief aangevraagd voor zichzelf als kapitein. Hierop volgde vanuit Den Haag d.m.v. een nieuwe zeebrief reeds op 30-03-1849 een correctie, met de aantekening voorheen JANTINA MAGRIETA, 1849-03-27 No 55).
Kapitein Smit moet Plukkers aandeel in de kof in maart 1849 onderhands hebben overgenomen; op 9 maart 1850 presenteerde kapt. Smit zich in de verkoopakte als eigenaar.
30-03-1849 nieuwe zeebrief voor de JANTINA, onder kapt. B.H. Smit, Nieuwe Pekela.
1850
Op 9 maart verkocht kapt. B.H. Smit in Harlingen zijn kof JANTINA voor 10.400 gulden aan houthandelaar Hubert Jans & Co te Harlingen; de nieuwe scheepsnaam werd HOUTHANDEL. De hoge koopprijs was het gevolg van een eind veertiger jaren in gang gezette hausse in de vrachtenmarkt die tot 1854 zou voortduren.
16-03-1850, een nieuwe zeebrief voor de HOUTHANDEL wordt aangevraagd door J.F. Hoekstra namens de firma Hubert Jans & Co, Harlingen, voor kapt. H.D. de Grooth.
GRC 260350
Amsterdam, 21 maart. Vertrokken: de HOUTHANDEL (opm: kof, ex-JANTINA), kapt. H.D. de Grooth, op avontuur.
1851
GRC 270651
Harlingen, 23 juni. Binnengekomen de HOUTHANDEL, kapt. H.D. de Grooth, van Noorwegen.
1852
31-03-1852, een nieuwe zeebrief voor de HOUTHANDEL wordt aangevraagd door de firma Hubert Jans & Co, Harlingen, voor kapt. H.D. de Grooth.
PGC 191052
Het schip DE HOUTHANDEL, kapt. De Groot, van Christiansand naar Harlingen, is de 10e oktober met gebroken roer te Lowestoft binnengebracht, na reeds 20 mijlen van Texel te zijn geweest (opm: zie PGC 221052).
PGC 221052
Kapt. H.D. de Grooth, voerende het schip HOUTHANDEL, van Christiansand naar Harlingen te Lowestoft binnen, (zie ons vorig nummer) meldt van daar, dat in de storm van de 6e oktober op enige mijlen van Texel zijn roer en roerpen brak, dat hij na enige tijd drijvende een Engelse visser seinde om hem in Texel binnen te brengen die hem op sleeptouw nam, doch bij het verschijnen van meerdere vissersvaartuigen weder liet drijven, dreigde weg te zeilen en de equipage en later ook hemzelven dwong het schip te verlaten. Daarna had hij het schip weder op sleeptouw genomen, doch in plaats van naar onze kust, naar Engeland gevoerd alwaar men voor schip en lading GBP 400 bergloon vroeg. (opm: de afloop voor de rechtbank is onbekend; de kof vertrok eerst uit Lowestoft begin januari 1853)
1853
PGC 140153
Te Harlingen is de 9e januari binnengekomen het schip HOUTHANDEL, kapt. H.D. de Grooth, van Christiansand, laatst van Lowestoft, alwaar het schip door Engelse vissers, na de equipage te hebben genoodzaakt hun schip te verlaten, met gebroken roer is binnengesleept (opm: zie PGC 221052).
1854
Op 21-09-1854 vroeg H.D. de Grooth, woonachtig in Rotterdam, voor zichzelf als kapitein een nieuwe zeebrief aan voor de HOUTHANDEL.
1855
AH 240555
Texel, 22 mei. Binnengekomen de HOUTHANDEL, kapt. D.H. de Grooth, van Benicarlo (opm: 40º25’ N.B. 0º26 O.L.)
AH 250555
Carga lijsten Amsterdam.
Benicarlo. HOUTHANDEL, kapt. De Grooth:139 pijp wijn, J.J. Mickenhagen en Zoon; 139 pijp wijn, G.M. Steins Bisschop.
AH 281155
Vlie, 25 november. Binnengekomen de HOUTHANDEL, kapt. Smit (voor kapt. De Grooth), van Christiansand.
1856
09-02-1856, een nieuwe zeebrief voor de HOUTHANDEL wordt aangevraagd door de firma Hubert Jans & Co, Harlingen, voor kapt. J.P. de Jonge.
RC 040456
Bergen, 25 maart. Binnengekomen de HOUTHANDEL, kapt. J.P. de Jonge, van Harlingen.
1858
18-02-1858, een nieuwe zeebrief voor de HOUTHANDEL wordt aangevraagd door de firma Hubert Jans & Co, Harlingen, voor kapt. J.P. de Jonge.
LC 171258
Advertentie. De notaris J.A. Zaal Stroband te Harlingen zal op woensdag den 29 december 1858, des namiddag ten 3 uur precies, finaal, in de herberg de Makkumer Wagen, bij T. Beitschat aldaar, publiek veilen en verkopen: het welbezeild Nederlands Kofschip de HOUTHANDEL, gevoerd wordende door de kapitein J.P. de Jonge, gemeten op 138 tonnen of 73 scheepslasten, met al deszelfs rondhout, staand en lopend want, zeil, treil, ankers, touwen, kettingen en verder scheeps toe- en aanbehoren, zodanig als het is liggende in de Zuiderhaven te Harlingen.
Te bezichtigen op aanvrage bij genoemde kapitein en condities te vernemen bij genoemde notaris. Inmiddels uit de hand te koop.
(opm: de veiling werd opgehouden en was mogelijk slechts gebruikt ter verificatie van de waarde van de kof die na het overlijden op 15 februari 1857 van de eigenaar Jan Freerks Hoekstra, tevens eigenaar van Hubert Jans & Co, op 27 maart 1858 op NLG 6.925,50 was bepaald)
1859
LC 190459
Harlingen, 17 april. Onze kusten getuigen weder, welke zeerampen laatstleden vrijdag (opm: 15 april) hebben plaats gehad. De storm, die, bij Z.W. wind, in de namiddag plotseling uit het N.W. losbrak en in ’t hevigste aan een orkaan grensde, joeg enige menigte schepen op lager wal, en deed vele stranden. Bij Texel, Vlieland en Terschelling telt men verscheidene en daaronder grote schepen gezonken of gestrand. De stoomboot STAD AMSTERDAM, van Hamburg komende, kon niet meer tegen het woedende element inwerken en joeg met volle stoomkracht te Terschelling op het strand. De equipage en de passagiers werden gered en de laatsten zijn hier gisteren avond behouden aangebracht. Men hoopt dat de stoomboot ook nog gered kan worden.
Gedurig wordt hier geborgen of gevonden tuigage aangebracht. Heden morgen vond een vissersschuit in het Vlie drie masten, met al het zeil en touwwerk, aan elkander verenigd. Met behulp van een ander schuit werd de vondst op sleeptouw genomen en in de late avond hier binnen gebracht.
Het hier thuishorende kofschip de HOUTHANDEL, kapt. J.P. de Jonge, van Noorwegen komende, is letterlijk over klippen en banken heen gestormd en na een reis van ruim anderhalve dag binnen gekomen.
1860
10-02-1860, een nieuwe zeebrief voor de HOUTHANDEL wordt aangevraagd door de firma Hubert Jans & Co, Harlingen, voor kapt. J.P. de Jonge.
RC 180960
Vlie 13 september. Vertrokken de HOUTHANDEL (opm: kof), kapt. J.P. de Jong, naar Oostrisoer.
1861
Op 23-02-1861 vroeg Hubert Jans & Co, Harlingen, voor de HOUTHANDEL onder kapt. H.G. Ploeg een nieuwe zeebrief aan
NRC 080961
Elseneur, 3 september. Kapt. H.G. Ploeg, voerende het schip (opm: kof) HOUTHANDEL, van Memel (opm: Klaipeda) naar Harlingen, alhier gepasseerd, rapporteert dat hij op 55º N.B. en 15º55' O.L. ontmoet heeft de Nederlandse tjalk ONDERNEMING, kapt. J.J. Bekkering, aan boord van welk vaartuig de gehele bemanning ziek was, terwijl de kapitein die op het halfdek lag, verklaarde dat hij, geheel buiten bestek was. Kapt. Ploeg heeft daarop een van zijn manschappen ter assistentie op de tjalk overgegeven en daar men zich op dat ogenblik voor de Rönne (Bornholm) bevond, zo gelooft kapitein Ploeg, dat het schip daar binnengekomen zal zijn. (opm: zie NRC 120961)
NRC 120961
Rönne, 3 september. De 29e augustus is alhier binnengebracht de Nederlandse tjalk ONDERNEMING, kapt J.J. Bekkering, van Dantzig met hout naar Bremen bestemd. De kapitein en zijn beide schepelingen zijn ziek alhier in het hospitaal gebracht. Het schip had van een ander Nederlands vaartuig (opm: de kof HOUTHANDEL) een man ter assistentie bekomen, die het hier binnen heeft gebracht (zie NRC van 8 dezer).
1862
LC 210362
Harlingen, 19 maart. De vlag, die jaarlijks door heren houthandelaars aan de eerste Noordvaarder, die hier met hout terugkeert, wordt geschonken, werd heden behaald door kapt. H.G. Ploeg, met het kofschip HOUTHANDEL.
NRC 150462
Harlingen, 14 april. Volgens hier ontvangen bericht is onder de Noorse kust vergaan (opm: gestrand op het eiland Utsira nabij Stavanger) het kofschip de HOUTHANDEL, kapt. H.G. Ploeg, toebehorende aan de heren Hubert Jans & Co. alhier. Van de equipage, bestaande uit zes personen, zijn slechts twee gered. (opm: zie LC 150462, NRC 160462, NRC 230462 NRC 270862)
LC 150462
Harlingen, 13 april. Meldden wij voor korte tijd dat het schip de HOUTHANDEL, kapt. H.G. Ploeg (opm: kof, bouwjaar 1830, kapt. Harmen G. Ploeg), de vlag als eerste Noordsvaarder had gewonnen, thans wordt uit Stavanger gemeld, dat het genoemde schip, met steen en pannen van hier naar Noorwegen bestemd, in de storm van de 9e dezer bij Udstre (opm: Utsira, zie ook NRC 150462) is vergaan, en dat slechts twee man van de equipage zijn gered. Nadere berichten worden hier met verlangen tegemoet gezien, want onder de equipage bevonden zich vijf van onze stadgenoten.
NRC 160462
Harlingen, 14 april. Als bijzonderheden van de schipbreuk van het hier te huis behorende kofschip HOUTHANDEL, kapt. Ploeg (opm: zie NRC 150462), kunnen wij nog melden, dat het van Liverpool naar Bergen met steenkolen bestemd was (opm: onjuist, zie LC 150462 en NRC 230462), en nabij Stavanger zodanig op een rots stootte, dat het ineens verbrijzeld werd. Volgens hier ontvangen telegrafisch bericht zijn de kok en een matroos van genoemd schip gered, terwijl de vier anderen, waarvan er drie hier te huis behoorden, zijn omgekomen (opm: de overledenen zijn op het eiland Utsira begraven). Kapitein en stuurman laten ieder een weduwe met kinderen na.
NRC 270862
Harlingen, 25 augustus. De twee geredde personen van het kofschip HOUTHANDEL, kapt. Ploeg – zie ons bericht van 15 april j.l. – zijn hier per stoomboot van Amsterdam aangekomen. Nadat zij tegen een rots geworpen waren, zijn zij daarbij opgeklauterd, waarbij één zijn vingertoppen verloor. Zij vonden nog drie lijken van de equipage van het schip op strand. Door een schip uit Bergen zijn zij behouden aldaar aangebracht.