Inloggen
JANTINA MAGRIETA - ID 10449


In dienst
Onder Nederlandse Vlag tussen:1830-09-03 / 1862-04-09 | Reden uitgevlagd: Verongelukt of vermist (zie final fate)

Identification Data

Bouwjaar: 1830
Categorie: Cargo vessel
Voorstuwing: Sailing Vessel
Type: Kof
Material Hull: Wood
Construction Data

Scheepsbouwer: Groningen, Netherlands
Delivery Date: 1830-00-00
Technical Data

Gross Tonnage: 73.00 lasts
Gross Tonnage 2: 138.00 tons (oude meting)
 
Length 1: 26.00 Meters Registered
Beam: 4.50 Meters Registered
Depth: 2.65 Meters Registered
Zeebrieven en Turksche passen

Record type Zeebrief
Zeebrief jaar: 1830
Datum agenda: 1830-09-03
Register nr: 18300654
Scheepsnaam: JANTINA MAGRIETA
Type: Kof
Lasten: 73
Gebouwd in provincie: Groningen
Gebouwd in binnen- of buitenland: Binnenlands
Zeebrief / Turksche pas verzocht door: Plukker en B.H Smit, B.H.
Plaats: Pekela
Kapitein op moment van verzoek: Plukker, B.H.
Opmerkingen: Eerste zeebrief

Bekijk de overige zeebrieven / Turksche passen van dit schip
Ship History Data

Date/Name Ship 1830-09-03 JANTINA MAGRIETA
Manager: Berend Hendriks Plukker en Berend Harms Smit, Pekela, Groningen, Netherlands
Eigenaar: Berend Hendriks Plukker en Berend Harms Smit, Pekela, Groningen, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Pekela / Netherlands

Date/Name Ship 1833-00-00 JANTINA MARGRIETA
Manager: Berend Harms Smit, Nieuwe Pekela, Groningen, Netherlands
Eigenaar: Berend Harms Smit, Nieuwe Pekela, Groningen, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Nieuwe Pekela / Netherlands

Date/Name Ship 1849-03-30 JANTINA
Manager: Berend Harms Smit, Nieuwe Pekela, Groningen, Netherlands
Eigenaar: Berend Harms Smit, Nieuwe Pekela, Groningen, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Nieuwe Pekela / Netherlands

Date/Name Ship 1850-03-09 HOUTHANDEL
Manager: Firma Hubert Jans & Co., Harlingen, Friesland, Netherlands
Eigenaar: Partenrederij onder boekhouderschap van genoemde manager, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Harlingen / Netherlands
Additional info: Geen zeebrief aanvraag gevonden/ waarschijnlijk als opslag gebruikt

Bezitters van parten (aandelen) in het schip

9 maart 1850  eigenaar/koper Jan Freerks Hoekstra van zijn firma Hubert Jans & Co., houtkopers te Harlingen

Ship Events Data

1832-11-26: Confisc.-Droit d'Angarie
De JANTINA MAGRIETA is in november 1832 in Le Havre door de Franse autoriteiten vastgehouden als drukmiddel om Nederland te bewegen de Belgen de vrije vaart over de Westerschelde te verlenen; Engeland deed met Nederlandse schepen hetzelfde. Eerst eind juni 1833 gaf Nederland toe, waarna de JANTINA MAGRIETA en de overige Nederlandse schepen weer vrij kwamen.
1836-12-00: Damaged
De JANTINA MAGRIETA, kapt. B.H. Smit, heeft begin december 1836 op de Noordzee na een stortzee zijn boten verloren en andere schade gekregen.
1838-05-28: Damaged
In mei 1838 maakte kapitein B.H. Smit in Genua een zeeprotest op in verband met vermoedelijke ladingschade als gevolg van lekkage van het schip JANTINA MARGRIETA
1846-02-02: Damaged
De JANTINA MAGRIETA, kapt. B.H. Smit, is op 2 februari 1846 lek, met verlies van anker en ketting en andere schade te Delfzijl binnengelopen
1852-10-00: Hijacked
In oktober 1852 verleende een Engelse visserman in de Noordzee assistentie aan de HOUTHANDEL, kapt. H.D. de Grooth, met roerproblemen, dwong de opvarenden het schip te verlaten en sleepte de kof naar zijn thuishaven Lowestoft waar £ 400 bergloon werd geclaimd. Een vorm van piraterij.
1862-04-09: Final Fate: Wrecked

Op 9 april 1862 is de HOUTHANDEL, kapt. H.G. Ploeg, nabij Utsira (bij Haugesund, N.), na op een rots te hebben gestoten, vergaan

Gezagvoerders

Familiegegevens en opleiding

Beerent (Berend) werd geboren/gedoopt op 06/10 mei 1789 te Nieuwe Pekela als zoon van (de landbouwer) Hindrik Berends Plukker en Aaltje Jans.

Berend Hindriks trouwde op 20 januari 1816 te Nieuwe Pekela als zeeman met Grietje Harms Smit, geboren/gedoopt te Nieuwe Pekela op 16/22 september 1793 als dochter van de schipper Harm Wijchers (Smit) en Elsijn Berends.

Geen overlijdensdata van Berend en Grietje kunnen vinden. Gezien de opgave in monsterrollen is Berend in ieder geval nà 1840 overleden.

Overleden 21-01-1869 te Harlingen 

Lidmaatschap van Zeemanscolleges

B.H.Plukker was effectief lid van het naamloze zeemanscollege te Pekel-A met vlagnummer 54 in de periode 1827 t/m 1847

 

De schepen van de kapitein

Bouma025 vermeldt B.H.Plukker als gezagvoerder gedurende:

*    1829 van de kof “Anna Luppiena”, gebouwd in 1823, bouwlocatie niet vermeld, 140 ton o.m., varend voor H.Nap te Groningen;

*    1831 t/m 1836 van de kof “Jantina Margaretha”, gebouwd in 1830 te Hoogezand, 138 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Pekela;

*    1832 van de galjoot “Johanna Margaretha”, gebouwd in 1813, bouwlocatie niet vermeld, 190 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Sappemeer.

      Deze opgave valt binnen de periode van de vorige.

 

 

De collectie monsterrollen op het Noordelijk Scheepvaartmuseum te Groningen vermeldt:

10 juli 1814, schip “Vijf Gezusters”, schipper Poppe Egberts de Jong, stuurman Berend Hindriks Plukker uit Groningen.

01 mei 1815, schip “Noordstar”, schipper Jan Geerts Strootman, stuurman Berend Hindriks Plukker uit Groningen.

18 mei 1824, schip “Mejuffrouw Anna Luppina”, kapitein Barend Hindriks Plukker.

02 maart 1818, smak “Vrouw Elsina”, kapitein Harm Wygers Smit, stuurman Beerend Hindriks Plukker uit Nieuwe Pekela.

20 augustus 1830, kof “Jantina Margaretha”, kapitein Berend Hindriks Plukker uit Nieuwe Pekela.

1840, geen datum vermeld, kof “Jonge Hindrik”, kapitein Berend Hindriks Plukker uit Nieuwe Pekela

 

Overige bijzonderheden

De Harlinger Courant van half april 1853 (preciese datum niet vermeld op de fotokopie) vermeldt het volgende bericht onder de rubriek SCHEPEN WELKE ALHIER ZIJN BINNEN GEKOMEN.096:

“15 April  B.Plukker  Hendrik  Hout  Groningen.”

 

 

Datum vanaf: 1830
Kapitein: Plukker, Berend Hendrikz
Overige informatie: 0

Familiegegevens en opleiding

Schipper Berend Harms Smit was getrouwd met Jantje Hindriks Boon

“Op 11 juni 1853 is door, K.M.Brouwer, burgemeester en ambtenaar van de Burgerlijke Stand in de gemeente Nieuwe Pekela ontvangen een bericht van Zijne Excellentie de Heer Minister van Marine van 9 juni van dit jaar met daarbij twee overlijdensakten van de volgende inhoud: Ik, Julius Blom, lands wetgeleerde en wettig stadsvoogd, als openbaar notaris in de Kaapstad Gremstad, geeft te kennen dat op 14 okt. 1851 voor het notariaat te Gremstad verschenen Hindrik Roelfs Kruger, met zijn hier aangenomen commissionair Fred. Crawfurd, die tevens fungeerde als tolk, en verklaarden dat Berend Harms Smit, kapitein op het onlangs in Hesmaes liggende kofschip “Hanna Jantina” van Pekela in Groningerland, waarop comparant tot nu toe had gefungeerd als stuurman, op de elfde van deze maand overleed en stelde hij voor het scheepsvolk Gerrit Klaassens Heimanns en Reurt Kannes Zwart, die met de comparant verklaarden en voorts een verklaring van een dokter overlegden, waarin wordt gesteld dat genoemde kapitein aan een toeval was overleden. Het attest zal bij deze notariële akte worden overlegd. De stuurman Hindrik Roelf Kruger verklaarde, op eis van de commissionair Fred. Crawfurd, dat hij zich volkomen bekwaam achte, als gezagvoerder de reis voort te zetten naar Nantes, naar waar het schip bevracht is, hetgeen hij zou doen zodra het scheepsvolk compleet was.”115

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

B.H.Smit was met vlagnummer R144 in de periode 1826 t/m 1830 lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart. In de periode 1820 t/m 1825 ontbreken de ledenlijsten en C. van der Plas kan dus in in een van de jaren uit deze periode lid geworden zijn058

 

Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)

In het Jaarverslag 1830 van het College (Gemeentearchief, Rotterdam. J/126) staat vermeld dat B.H.Smit het college in 1830 heeft verlaten.

 

De schepen van de kapitein

In het Jaarverslag 1828 van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart (Gemeentearchief Rotterdam - J/126) staat dat Kapitein B.H.Smit, vlagnummer 144, in 1828 zijn schip in de Oostzee heeft verloren.

 

In het Archief van de Waterschout op het Stadsarchief van Amsterdam bevinden zich monsterrollen op naam van kapitein Berend Harms Smit als gezagvoerder van de:

“Vriendschap”, dd 17 april 1818; 10 december 1818;

“Herstelling”, dd 07 september 1825; 17 maart 1828; 27 september 1828; 26 oktober 1829;

“Jantina Margarita”, dd 02 september 1833; 27 mei 1836; 09 maart 1837 en 02 april 1838.

 

Overige bijzonderheden

Provinciale Groninger Courant 25 januari 1820114

De griffier van het vredegeregt, canton Pekel-A, gedenkt ter verzoeke van kapitein B.H. Smit en P.J. Zeven op woensdag 26 januari 1820 des avonds te 5 uren, ten huize van de kastelein B.E. Brouwer, te Nieuwe Pekel-A, publiek te verkopen: een Kofschip en annexen genaamd de VRIENDSCHAP, groot ongeveer 60 roggelasten, liggende te Antwerpen.

Get. A. Wildervanck Bruins griffier, te Nieuwe Pekel-A.

 

Rotterdamsche Courant 17 november 1821114

Rotterdam, 16 november. Uittreksel uit de Lloyd’s List van den 13 november:

Het schip DE VRIENDSCHAP VAN ANTWERPEN, Smith, van Bristol naar Rotterdam, den 7 dezer op de rotsen bij het hoofd van Panaith (opm: Penarth) gedreven, is de volgende morgen er af gekomen, en zou te Cardiff binnenlopen, om te lossen en te repareren…..

 

Rotterdamsche Courant 30 mei 1822114

Rotterdam, 29 mei. Den 28 zeilde uit de Maas de VROUW WIGGERDINA, E.A. Oldenburger, naar Hamburg.

Den 29 zeilden de AUGUSTA FREDRIK, J.C. Zaage, en de CATHARINA MARGARETHA, C. Permien, naar Rostock; de SPECULANT, M. Glave, naar de Oostzee; de ZUSTER ALBERDINA, H.E. de Boer, naar l’Orient (opm: Lorient), en de VRIENDSCHAP, B.H. Smit, naar Liverpool.

 

Rotterdamsche Courant 21 september 1822114

Rotterdam, 20 september. Van Vlissingen meldt men van den 17 dezer, dat sedert onze laatste, van Antwerpen de Schelde afgekomen en naar zee gezeild zijn de schepen de VRIENDSCHAP, B.H. Smit, naar Londen, EUGENIA. E. Mazens, naar Guernsey; de EENDRAGT, H.T. Smit, naar …(opm: niet vermeld); de MARIA, J.H. Behrends, naar Lissabon; JOSEPHUS, M. Bakker, naar Liverpool; BARBADOES PACKET, R. Daere, naar Londen; DUXBURG, C. Dreu, naar St. Ubes,

en aldaar ter rede aangekomen la BELLE ALLIANCE (opm: pleit), O.A. Wilman, van Memel (opm: Klaipeda) naar Brussel gedestineerd en de VROUW JACOBA, J.S. Voogd, van Ekworinde Spiker ? naar Antwerpen bestemd.

 

Rotterdamsche Courant 21 december 1822114

Rotterdam, 20 december. Van Vlissingen wordt den 17 gemeld:

Sedert onze vorige zijn van deze rede naar zee gezeild de schepen JULIA, Z.H. Schut, naar Nantes; OTTO, J.E. Carst, naar Londen; la DAME EUGÉNIE (opm: kof DAME EUGÉNIA), L. Cornelis, naar Liverpool; de OOSTERSTAR, J. Moller, naar Londen; de VROUW ANNEGINA, H.J. Potjer, naar Liverpool; de VROUW GEZINA, H. Laarman, en de VROUW MARGARETHA, H.J Veen, naar Londen; l’ÉCLAIR d’ANVERS, J. Schoneveld (opm: schoener ÉCLAIR, thuishaven Antwerpen, kapt. Joannes Albertus Schönefeld), naar Palermo; de VROUW ELISABETH, F. van der Steen, naar Londen; de GOEDE WELVAART J.J. Vos (opm: kof, kapt. Israel Jans Vos), naar Hull; l’ÉLISA, P. Gauthier, naar Nantes; l’AIMABLE HENRIETTE, P. Gravaille, naar Chenoux; FREDERIKA, J.J. Seegers, naar Bordeaux; de JONGE HILKE TROMP (opm: kof JONGE HYLKE TROMP), W. Willems, naar de Middellandse Zee; de VROUW MARGINA, J.B. Bakker, naar Ipswich; de VRIENDSCHAP, B.H. Smit, naar Guernsey; JOHANNA HENRIETTA, A.L. Ehler, naar Bordeaux; ALIDA, C. Lohse, naar Rouaan; MARIA BARBARA, J.J. Koller, naar Londen, allen van Antwerpen,….

 

 

Datum vanaf: 1833
Kapitein: Smit, Berend Harms

Familiegegevens en opleiding

Harm werd geboren/gedoopt te Nieuwe Pekela op 08/17 maart 1811  als zoon van schipper Derk Klaassens  (de Groot) en Antje Harms (Smith).

Harm Derks de Grooth trouwde op 13 januari 1837 te Nieuwe Pekela als schipper  met Johanna Jacobs de Weerd, geboren te Nieuwe Pekela op 31 januari 1816 als dochter van de scheepskapitein, later burgemeester Jacob Harms de Weerd en Enjetta Rengers Brouwer. Harm ondertekende de huwelijksakte met H.D. de Grooth.

Johanna overleed te Nieuwe Pekela op 09 mei 1900, oud 84 jaar, weduwe.

Harm Derks overleed te Nieuwe Pekela op 23 oktober 1866, 55 jaar, koopman.

 

Burgerlijke Stand akten in de provincie Groningen vermelden Harm Derks de Grooth als schipper in 1837, 1838, 1842, 1844, 1846, 1847, 1852, als koopman in 1866.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

H.D.de Grooth (Kranenborg & Zn) werd met nr.683 lid van het Amsterdamse zeemanscollege “Zeemanshoop “ per 25 juni 1844 op voorspraak van D.Krayer. Zijn schip was de "Houthandel"002. Ten tijde van de inschrijving waren de Grooth en zijn vrouw 33 resp. 29 jaar. Ingeschreven staan 3 zoons te weten Derk (1838), Jacob (1842) en Klaas (1844)002a.

In de Algemene Vergaderingen van 18/25 juni 1844 van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop werd als effectief lid voorgesteld/aangenomen Harm Derks de Grooth, oud 33 jaar, voerend de kof “Houthandel”, varend voor D.K.de Grooth te PekelA, op voordracht van kapitein D.Krayer.023.

H.D. de Grooth was effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege “Zeemanshoop” met vlagnummer  683 in de periode 1844 t/m 1854  en met vlagnummer 317 in de periode 1854 t/m 1866.

 

H.D. de Groot/Grooth was effectief lid van het naamloze zeemanscollege te Pekel-A met vlagnummer 30 in de periode 1840 t/m 1851.

 

H.D. de Grooth was effectief lid van het zeemanscollege “Voorzorg” uit Nieuwe Pekela met vlagnummer 30 in de periode 1852 t/m 1866.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 08 januari 1863 vraagt H.D. de Grooth om vrijstelling van contributie en om een gratificatie, vanwege een schipbreuk. Het eerste verzoek wordt afgewezen. Wat betreft het tweede verzoek wordt hem een maand gage toegekend.042.

 

De schepen van de kapitein

lidmaatschap van College Zeemanshoop in Amsterdam001

vlagnummer                    jaren                       type                  scheepsnaam             naam reder/boekhouder

        683                       1844-1853                 kof                    Houthandel                D.K.de Grooth te Pekela

        317                       1854-1856                 kof                    Houthandel                idem

                                      1857-1872                 geen vermelding van schip en boekhouder

 

Bouma025 vermeldt H.D.de Grooth als gezagvoerder gedurende:

*    1841 t/m 1860 van de kof “Houthandel” ex Regina, gebouwd in 1831 te Papenburg, 75 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Pekela.

 

In de collectie monsterrollen van het Groninger scheepvaartmuseum te Groningen wordt gemeld:

09 februari 1825, schip “Vrouw Antje”, schipper Derk Klaassens de Groot, kajuitwachter Harm Derks de Groot.

11 februari 1826, schip “Vrouw Antje”, schipper Derk Klaassens de Groot, kajuitwachter Harm Derks de Groot.

20 maart 1830, schip “Vrouw Antje”, schipper Derk Klaassens de Groot, matroos Harm Derks de Groot uit Nieuwe Pekela,

23 februari 1832, kof “Vrouw Antje”, kapitein Derk Klaassens de Groot, stuurman Harm Derks de Groot uit Nieuwe Pekela.

07 februari 1840, kof “Houthandel”, kapitein H.D. de Groot

17 februari 1841, kof “Houthandel”, kapitein Harm Derks de Groot.

 

Overige bijzonderheden

In de Harlinger Courant van half december 1853 (geen datum op de fotokopie van de pagina) staat in de rubriek Schepen, welke alhier zijn uitgegaan  het volgende096:

“8 Dec. H.D. de Groot, Houthandel, Ballast, Engeland.”

      In de Harlinger Courant van 21 maart 1853 staat in de rubriek  Schepen, welke alhier zijn uitgegaan het volgende096:

“28 Maart  H.de Grooth, Houthandel  Ballast, Noorwegen.”

 

“De ondergetekende, Harm Derks de Groot, van beroep schipper, wonende te Nieuwe Pekela, verklaart hierbij dat hij op 2 okt. 1851 ’s morgens om 10 uur, op 55o30’NB/4o17’OL te hebben aangetroffen het tjalkschip “Gesina”, kapitein Jacobus Dinkla, van Oude Pekela, met gebroken roer en vol water, en dat de bemanning van genoemd tjalkschip tot berging van hun leven zich in de boot hadden begeven, bestaande uit de schipper Jacobus Dinkla, de stuurman Harm Dinkla en de kok Hindrik Nolden, dat zij op dat moment zijn omgeslagen met de boot, waarbij genoemde kapitein en stuurman zijn omgekomen, doch de kok door hem is gered.”115

 

 

Datum vanaf: 1850
Kapitein: Grooth, Harm Derks de

Familiegegevens en opleiding

Jan de Jonge trouwde op 15 augustus 1850 te Harlingen met Grietje Ploeg, geboren op 31 januari 1823 te Franeker als dochter van Gooitsen Jacobs Ploeg en Rinske Douwes Douma. Zij overleed te Harlingen op 26 december 1888, 65 jaar, weduwe.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

Jan de Jonge werd op 01 januari 1856 met vlagnummer H48 ingeschreven als lid van het Harlinger zeemanscollege "Zeemansvoorzorg". Zijn schip was de "Houthandel", boekhouders Hubert Jans & Co. Over de wijze van contributiebetaling is geen gegeven vermeld. Hij was getrouwd met Grietje Ploeg, geboren op 31 januari 1823.

Jan de Jonge was met vlagnummer 48 lid van het College van 1856-1875.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

Jan de Jonge overleed op 18 mei 1875 te Gothenburg, laatst gevoerd hebbende de bark "Harlingen". Zijn weduwe had recht op een uitkering uit het fonds van “Zeemansvoorzorg” van ¦875,- uit te betalen in 14 halfjaarlijkse termijnen028-fol.050.

Het College “Zeemansvoorzorg” verzond op 15 maart 1888 een brief aan mevr.J.P.de Jonge-Ploeg te Harlingen waarin een extra uitkering van ¦50,- werd toegezegd033.

 

De schepen van de kapitein

lid van het college Zeemansvoorzorg te Harlingen036

vlagnummer      periode      type                     naam van het schip                                 boekhouder/reder

       H48           1857-1859 kof                       Houthandel                                              Hubert Jans & Co, Harlingen

                           1861-1872 sch.bark              Baudina Elisabeth                                  Hubert Jans & Co, Harlingen

                               1875        bark                     Harlingen (ex James M.Churchill)       Hubert Jans & Co, Harlingen

 

Bouma025 vermeldt J.P. de Jonge als gezagvoerder gedurende:

*    1856 t/m 1860 van de kof “Houthandel”, gebouwd in 1830 te Pekela, 120 ton o.m., varend voor Hubert Jans & Co te Harlingen (Bouma noemt als kapitein J.de Jonge);

*    1862 t/m 1873 van de sch.brik “Baudina Elisabeth”, gebouwd in 1860 te Risør, 205 ton o.m., varend voor Hubert Jans & Co te Harlingen;

*    1874 t/m 1875 van de bark “Harlingen” ex James M. Churchill, gebouwd in 1855 te Frankfurt Maine, 475 ton o.m., varend voor Hubert Jans & Co te Harlingen.

 

Overige bijzonderheden

In een verklaring voor de Nederlandse Consul te Buenos Ayres dd 06 mei 1867 ondertekende kapitein Jan Poppes de Jong als gezagvoerder van de schoener “Baudina Elisabeth” een overlijdensverklaring van Bouke Foppes Bakker.

 

De Harlinger Courant van 02 november 1874 vermeldt het volgende bericht096:

Gothenburg 27 October. Het Ned. schip Harlingen, kapt. J.P. de Jonge, van Wasa naar Harlingen, alhier binnen, heeft de kiel verloren en moet lossen.”

 

Melding van het overlijden op 28 november 1864 van een matroos aan boord van de schoener “Boudina Elisabeth” op een reis van Frederikstad naar Harlingen.115.

 

 

Datum vanaf: 1856
Kapitein: Jonge, Jan Poppes de

Familiegegevens en opleiding

Geen

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

Harmen G.Ploeg werd per 12 februari 1861 met vlagnummer H67 ingeschreven als lid van het Harlinger zeemanscollege "Zeemansvoorzorg". Zijn schip was de "Houthandel", boekhouders Hubert Jans & Co. De contributie werd betaald door zijn vrouw Maaike Laverman, geboren 22 november 1821. Hij was eerder gehuwd met Hinke K.Kamminga, waarvan een dochter Dirkje (10 november 1851).

Hij was met vlagnummer H67 lid van het College in de periode 1861-1862034.

Harmen was vermoedelijk een zoon van Gooitje Jacob Ploeg en de broer van zowel Jacob als Jan Ploeg.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

Harmen G.Ploeg verongelukte in maart 1862 op weg van Christiaansand naar Harlingen met de "Houthandel. Zijn weduwe Maaike Laverman had recht op een uitkering uit het fonds van ¦500,- uit te keren in 10 halfjaarlijkse termijnen. Zijn dochter kreeg een uitkering ineens van ¦10,-028-fol.90.

 

De schepen van de kapitein

lid van het college Zeemansvoorzorg te Harlingen036

vlagnummer      periode      type           naam van het schip                                          boekhouder/reder

      H67            1861-1862 kof             Houthandel                                                                          Hubert Jans & Co, Harlingen

                                                in maart 1862 verongelukt op de Noorse kust

 

“In 1862 verging het kofschip De Houthandel, kapitein Ploeg. Het vaartuig was op weg van Harlingen naar Bergen op Udstre. Voor de kust van Stavanger sloeg het lek en verdween in de golven. Slechts twee man werden gered. Kapitein Ploeg en de overige bemanning vonden hun graf in zee. (Uit: “Rederijen verwenen en keerden weer. Uit Harlingens geschiedenis der scheepvaart” door H.J.A.R. van Harlingen; Harlinger Courant, 28 november 1969).

 

Bouma025 vermeldt H.G.Ploeg als gezagvoerder gedurende:

*    1861 t/m 1862 van de kof “Houthandel”, gebouwd in 1830 te Pekela, 120 ton o.m., varend voor Hubert Jans & Co te Harlingen. Het schip is in april 1862 verongelukt op de Noorse kust;

 

Overige bijzonderheden

Geen

 

 

Datum vanaf: 1860
Kapitein: Ploeg, Harmen G.

Monsterrollen

Opgemaakt Nieuwe Pekela
Datum: 1830-08-20
Scheepsnaam voorvoegsel:
Scheepsnaam: JANTINA MARGARETHA
Schipper: Plukker, Berend Hindriks
Scheepstype: kof
Grootte:

Bekijk alle monsterrollen Bekijk alle monsterrollen
Algemene informatie

1830

03-09-1830     eerste zeebrief aangevraagd door B.H. Plukker en B.H. Smit voor de JANTINA MAGRIETA onder kapt. B.H. Smit

RC 071230
Rotterdam, 6 december. De 3e dezer, des namiddags, arriveerden te Helvoetsluis NEPTUNUS, kapt. N.H. Herman, van Reval; CATHARINA ELIZABETH, kapt. N.H. Schmidt, van Pernau; JANTINA MAGRITA, kapt. B.H. Plukker, van Riga en CONCORDIA, kapt. B.J. de Boer, van Riga, als bijlegger; JONKVROUW ELIZABETH, kapt. W.K. de Wyk, van Dantzig en NIMPHIA, kapt. H.K. de Weerd, van Koningsbergen. De 4e, des namiddags, arriveerden JACOBUS, kapt. J.W. de Fries, van Dantzig en DIANA, kapt. H. Albers, van Petersburg, als bijlegger.

1831

AH 260531
Vlie, 21 mei. Binnengekomen: JANTINA MAGRIETA, kapt. B.H. Plukker, van Riga; ALBERDINA, kapt. A.C. Hazewinkel, van Libau; DE VRIENDSCHAP, kapt. J. Klaasen, van Koningsbergen; WILHELMINA, kapt. Visser, van Laurwig.
AH 070731
Vlie, 3 juli. Vertrokken: ORWELL, kapt. R. Cubitt, naar Londen; UNION, kapt. J. Manning, naar Londen; WILHELMINA, kapt. H.H. Buss, naar Koningsbergen; VROUW REWENDA, kapt. J.H. Lehnhoff, (van Memel), naar Eems; GUTE HOFFNUNG, kapt. A. Klein, op avontuur; JUFVROUW JOHANNA, kapt. T.W. Fokken, op avontuur; JANTINA MAGRIETA, kapt. B.H. Plukker, op avontuur.
AH 270931
Vlie, 24 september. Binnengekomen: GESINA, kapt. J.I. van der Woude, van Newcastle; GESINA, kapt. Visser, van Osterrisöer, hieronder is de kof bovengemeld. Van de quarantaine zijn ontslagen: NEERLANDS WELVAART, kapt. H.K. Rentes, van St. Petersburg; ANNA MARIA, kapt. J.H. Zeplien, van Riga; JANTINA MAGRIETA, kapt. B.H. Plukker, van Boldera.

1832

AH 260332
Vlie, 22 maart. Vertrokken: NEDERLAND, kapt. K. Hoekstra, naar Spitsbergen; GOUDVISCH, kapt. H.T. Schuuring, naar Riga; JANTINA MAGRIETA, kapt. R.H. Plukker, naar Riga; JACOBA, kapt. A.K. de Groot, naar Danzig; GERBERDINA, kapt. K.D. de Grooth, naar Christiaanzand; DRIE GEBROEDERS, kapt. P.G. Bakker, naar Hamburg; VROUW REGINA, kapt. K.P. Kiewit, naar Hamburg; DRIE GEBROEDERS, kapt. F. Danielsen, naar Hamburg; GEERDINA, kapt. L.T. Sok, op avontuur; JONKVROUW MARIA, kapt. H.K. de Wijk, op avontuur; STAND FRIEZ, kapt. C.H. de Koe, op avontuur; JOHAN, kapt. O.F. de Haan, op avontuur; BUITENWERF, kapt. J.E. Gust, op avontuur; ARUIS JOHANNES, kapt. H. van Wijk, op avontuur; PETRONELLA CATHARINA, kapt. J. Stuveling, op avontuur; HOOP OP EENDRAGT, kapt. E.H. Bekkering, op avontuur.
AH 070632
Vlie, 4 juni. Binnengekomen: VREDE EN VRIJHEID, kapt. F.A. Lammerts, van Nerva; GOUDVISCH, kapt. H.J. Schuuring, van Riga; JANTINA MAGRIETA, kapt. B.H. Plukker, van Riga; FORTUNA, kapt. J.H. Hidman, van Christinastad; JONGE WICHER, kapt. H.W. Bontekoe, van Stockholm; VROUW FENNA, kapt. H. Addiks, van Koningsbergen. Van de quarantaine ontslagen VROUW ANNA, kapt. H.J. Nagel, van Sunderland.
AH 090732
Vlie, 5 juli. Vertrokken: JOHANNA JACOBA, kapt. E.J. Drent, naar St. Petersburg; VREDE, kapt. C. v.d. Mussel, naar Riga; MINERVA, kapt. T. Brandt, naar Hamburg; JANTINA MAGRIETA, kapt. B.H. Plukker, op avontuur; VROUW ANNA, kapt. H.J. Nagel, op avontuur; JONGE WICHER, kapt. H.W. Bontekoe, op avontuur; HOOP, kapt. H.B. Engelsman, op avontuur; VROUW HENDRIKA, kapt. L.K. de Jonge, op avontuur; BOUGINA, kapt. B.J. de Jonge, op avontuur; HOOP OP WELVAART, kapt. J.A. Pranger, op avontuur; JONGE CORNELIS, kapt. B.H. Oortjes, op avontuur; CATHARINA, kapt. B.H. Nyman, op avontuur; JUFVROUW JOHANNA, kapt. T.W. Fokken, op avontuur.

15-09-1832 nieuwe  zeebrief aangevraagd door B.H. Plukker en B.H. Smit voor de JANTINA MAGRIETA onder kapt. B.H. Smit

AH 261132
Te Havre is het schip JANTINA MAGRIETA, kapt. B.H. Smit, onder embargo gelegd.
AH 271132
Als een gevolg op vroegere berichten (zie ons vorig nummer), wegens het aanhouden van schepen in Frankrijk en Engeland, is men als nu in de gelegenheid om op te geven, dat embargo gelegd is op de volgende Nederlandse schepen:
- Te Bayonne: DE VRIENDSCHAP, kapt. T.G. van Rhyn; GEZYNA JOHANNA (opm: GEZIENA JOHANNA), kapt. J. Remkes Sap; VROUW ALIDA, kapt. J. Harms Jonker.
- Te Marseille: DE HELENA JACOBA, kapt. Zelling; DE GOEDE HOOP, kapt. Klein.
- Te Toulon: DE JONGE TJITSKE TROMP, kapt. Oldendorp.
- Te Havre: DE JANTINA MARGARETHA, kapt. B.H. Smit
- Te Marennes: DE EENDRACHT, kapt. De Groot.
- Te Rouen: DE BUITENWERF, kapt. J.E. Gust; DE JACOBA, kapt. G. Verkade.
- Te La Rochelle: Zijn drie schepen onder embargo gelegd, doch welke namen nog niet bekend zijn.
- Te Yarmouth: DE VROUW JANTINA, kapt. Kuiper; DE ANNA MARIA CATHARINA, kapt. Kleininga; NEÉRLANDSCH KROONPRINSES, kapt. Hahn.
- Te Deal: brik DIANA.
- Te Penzance: GEZINA, kapt. C.P. Crook.
- Te Falmouth: PALEMBANG.
- Te Cowes: GESINA, kapt. Kramer.
- Te Duinkerken: DE HOOP, kapt. Koorn; MARIA, kapt. Meris; VIJF GEBROEDERS, kapt. Hoos; JONGE MARIA, kapt. Ponsteyn.
Deze laatste bodem was den 5 november laatstleden gereed om in zee te lopen, toen de commissaris van politie zich tegen deszelfs vertrek verzette, waarop deswege klachten ingebracht zijn bij het hoofd van het bestuur van de marine, door die ambtenaar op den 6 daaropvolgende werd verklaard, dat niets het vertrek van genoemde bodem verhinderde, daar hij aan de bedoelde maatregel geheel vreemd was. De gezagvoerder van hetzelve schip, hierop vertrouwende, maakte zich des avonds gereed om te vertrekken, toen niettegenstaande de gegeven verzekering, op last van het bestuur van de marine, de door hem gevoerd wordende bodem werd aangehouden en opgebracht.

1833

AH 060533
Embargo-bericht. De Moniteur deelt de volgende lijst der in Franse havens onder embargo liggende Hollandse schepen mede:
Te Havre: JANTINA MAGRIETA.
Te Rouaan: JACOBA en BUITENWERF.
Te Boulogne: MARGARETHA.
Te Nantes: HENDRIKA.
Te Rochelle: GEZINA, DE VRIENDSCHAP, MARIA ADOLPHINA.
Te Bordeaux: HARMONIE, DE VIER GEBROEDERS, DE ONDERNEMING, MARIA, CONCORDIA, AURORA, VROUW ACHINA, DE VERWACHTING, NOORD-HOLLAND, WILHELMINA, HERMANUS, ANNA MARIA.
Te Blaye: FELIX (van Rotterdam).
Te Bayonne: GEZINA JOHANNA, VROUW ALIDA, DE VRIENDSCHAP, ELIZABETH MARIA. Te Marseille: JONGE TJETSKE TROMP, GOEDE HOOP, JOHANNA JACOBA, EENDRAGT, ONDERNEMING, DRIE GEBROEDERS, CHRISTINA JOHANNA, TITIA.
AH 140833
Scheepstijdingen. Binnengekomen:
Texel, 12 augustus. AGNETA, kapt. T.H. Hollander, van Suriname; EENSGEZINDHEID, kapt. J. van Duinen, JONGE CORNELIS, kapt. T. van Sloten, CATHARINA, kapt. J.H. Middel, CONCORDIA, kapt. J.H. Nagel; HARMONIE, kapt. J.H. Deddes; JANTINA MAGRIETA, kapt. B.H. Smit, de laatste zes van Liverpool; VROUW TRENNIGA (opm: VROUW FENNECHINA), kapt. W.J. Pronk, van Newcastle; VROUW ACHINA, kapt. D. Rykents, van Bordeaux; VROUW JANTINA, kapt. J.O. Kuiper, van Rouaan.
AH 090933
Uitgezeild:
Texel, 6 september. GEERTRUIDA, kapt. R.R. Tunteler, naar St. Ubes; NEERLANDS KROONPRINS, kapt. A. v.d. Meiden, naar Bilbao; MARGARETHA HENDRIKA, kapt. S.A. v.d. Werff en VRIENDSCHAP, kapt. M.R. Klein, naar Liverpool; ALBERDINA, kapt. G. Venema en ONDERNEMING, kapt. N.J. Veerman, naar Hull; JANTINA MAGRIETA, kapt. B.H. Smit, naar Newcastle; JANTINA ENGELINA, kapt. N.J. Mulder; TWEE GEBROEDERS, kapt. H.J. Zeven en HARMONIE, kapt. G.H. Fyn, naar Sunderland; CATHARINA, kapt. R.H. Bronds en CONCORDIA, kapt. J. Mandema, naar Duinkerken; MARGARETHA, kapt. O.P. Smit, op avontuur.
AH 091033
Carga-lijsten Amsterdam: DE BEURS VAN AMSTERDAM, kapt. W.B. Bakker, van Riga met hout, hennep en dederzaad; MARIA, kapt. P.E. de Boer, van Dantzig met tarwe; ABRAHAM, kapt. B. Paasch, van Tonningen met raapzaad; MARIA, kapt. H. Jensen, van Tonningen met raapzaad; HENDRINA, kapt. J.T. Dient, van Akkumersiel, met raapzaad; JANTINA MAGRIETA, kapt. B.H. Smith, MARGINA, kapt. J.P. Boer, HIDTJE TROMP, kapt. J.D. Zijlstra, ANNA ALBERDINA, kapt. K.D. Ekamp, CATHARINA, kapt. H.R. Veling en DE VROUW GEZINA, kapt. C.A. Boomgaard, de laatste zes van Newcastle met een lading steenkolen.
AH 221033
Vlie, 17 oktober. Binnengekomen ALIDA CLASINA, kapt. K.E. Tiktak en MARGINA, kapt. J.P. Boer, van Newcastle; PHENIX, kapt. J. Noord en DE BROEDERS, kapt. J.H. Fyn, van Sunderland; CATHARINA, kapt. H.H. Bakker, van Petersburg; JANTINA MAGRIETA, kapt. B.H. Smit, van Oudsoen.
PGC 311233
Kapt. H.F. Deddes, van Koningsbergen te Amsterdam gearriveerd, rapporteert dat op 25 december met hem in het Vlie zijn binnengekomen JANTINA MAGRIETA, kapt. B.H. Smit, van Oudsoen, HILLECHINA, kapt. H.H. Brakke, en DIANA, kapt. R.H. Duit, beide van Koningsbergen, reeds te Amsterdam en te Hollesloot aangekomen, het eerste na op de kust van Jutland een anker en touw gekapt te hebben.

1834

AH 110334
Uitgezeild:
Vlie, 4 maart. AGATHA, kapt. R.P. Dik,  naar Noorwegen; VROUW STYNA, kapt. E.H. Bekkering, naar Altona; DRIE GEBROEDERS, kapt. E.G. Jonker, JANTINA MAGRIETA, kapt. B.H. Smit en JACOBINA, kapt. R.J. Klunder, alle drie op avontuur.
AH 220334
Binnengekomen:
Sunderland, 12 maart. JANTINA MAGRIETA, kapt. Smit, van Amsterdam.
AH 240334
Binnengekomen:
Texel, 22 maart. EUGINA, kapt. A.J. Meulenaar, van Antwerpen; FLORA, kapt. J. Mauldon, van Londen; JANTINA MAGRIETA, kapt. B.H. Smit, van Sunderland; JOHANNA MARGARETHA, kapt. J.H. de Boer, van Petersburg; DOLPHIN, kapt. J. Vos, van Riga; MAGDALENA CHRISTINA, kapt. G. Mowinkel, van Bergen; ANNA MARGARETHA ELISABETH, kapt. N. Nielsen van Drammen; TWEE GEZUSTERS, kapt. L.H. Holst en MINERVA, kapt. P. Lorentzen, van Holmstrand.

05-04-1832 nieuwe  zeebrief aangevraagd door B.H. Plukker en B.H. Smit voor JANTINA MAGRIETA onder kapt. B.H. Smit

AH 260934
Binnengekomen:
Texel, 24 september. HAABET, kapt. J.P. Wit, van Barcelona; JANTINA MAGRIETA, kapt. B.H. Plukker en JANTINA ROELFINA, kapt. S.B. Kuiper, beide van Newcastle.

1836

08-03-1836 nieuwe  zeebrief aangevraagd door B.H. Plukker en B.H. Smit voor JANTINA MAGRIETA onder kapt. B.H. Smit

AH 230336
Uitgezeild:
Vlie, 20 maart. ST. THOMAS, kapt. N.M. Lindegaard, naar New-Castle; VRIENDSCHAP, kapt. B.J. de Boer, naar Engeland; JANTINA, kapt. H.C. de Groot, naar Koningsbergen; NIMPHIE, kapt. H. Preeker en JANTINA MAGRIETA, kapt. B.H. Smit, beide naar Memel; VRIENDSCHAP, kapt. M. Wybes, naar Bergen; VROUW HELENA, kapt. W.A. Kraan, naar Arendahl; VRIENDSCHAP, kapt. R.P. Duit, naar Oosterisoer; ANNAGINA, kapt. J.R. Kuiper en DE BROEDERS, kapt. J. Fyn, HILLEGONDA MARIA, kapt. D.D. Visser en ALIDA CLASINA, kapt. K.E. Tiktak, alle drie naar Noorwegen; MINERVA, kapt. J. Kroger, naar Hamburg; ANNA ELISABETH, kapt. E.G. Boekhout; VROUW JACOBA, kapt. H.R. Grimminga; VRIENDSCHAP, kapt. G.H. Haverbult, HARMONIE, kapt. H. Jans, CONCORDIA, kapt. H.O. van Wyk, HARMINA, kapt. W,L. Veen, WANDELINA, kapt. H.J. Mulder, CHRISTINA, kapt. A.H. Dykhuis en WAAKZAAMHEID, kapt. J.K. de Weerd, alle negen op avontuur.
AH 090536
Binnengekomen:
Vlie, 5 mei. HARMONIE, kapt. J.H. Deddes, van Libau; VIER GEZUSTERS, kapt. J.H. Hoetjer, van Dantzig; JANTINA MAGRIETA, kapt. B.H. Smit, van Memel; ST. OLOF, kapt. E.M. Kruse, van Stokholm; ARENDINA, kapt. H.D. de Groot, van Droback; VROUW ANTJE, kapt. K.D. de Grooth, van Holmstrand; ELISABETH MARIA, kapt. J.A. Keun, van Kristiansand.
AH 060636
Uitgezeild:
Vlie, 2 juni. AMPHRITRITE, kapt. H. Rentz, naar Archangel; ENGELINA, kapt. G.T. Borst, naar Petersburg; JANTINA MAGRIETA, kapt. B.H. Smit, naar Danzig; VRIENDSCHAP, kapt. E.P. Dik, naar Noorwegen; ALIDA, kapt. H.J. Witkop, VROUW AGNES, kapt. A.J. Kolhoff en IKINE WILHELMINA, kapt. G.J. Vegter, alle drie naar Hull; VROUW FENNEGINA, kapt. A.K. Braam, naar de Oostzee; GOEDE TROUW, kapt. K.J. Masker en HARMONIE, kapt. J.H. Deddes, beide naar Riga; ANNA ADELHEID, kapt. G.J. Wesseling, naar Rendsburg; WEMELINA KRANENBURG, kapt. A. Kiers en DRIE ZUSTERS, kapt. D.T. de Jong, beide naar Danzig; EENIGHEDEN, kapt. P. Thomasen, naar Oostrisoer; HERSTELLING, kapt. A.H. Karsyns, GEERDINA, kapt. E.A. Doewes en EENDRACHT, kapt. R.C. de Groot, alle drie naar Noorwegen. 
AH 030836
Binnengekomen:
Texel, 1 augustus. DIANA, kapt. A. Nannings, van Soerabaya; ZAANDAM, kapt. L.H. Singer SURINAME, kapt. R. van der Mey, beide van Suriname. Liggen quarantaine; KOOPHANDEL, kapt. E.E. Hoeksma, van Rio-Janeiro; TREKVOGEL, kapt. A.G. Sap, van Bayonne; TJAKKIEN, kapt. A. Drewes, van Flekkefiorde; WINTEREN, kapt. L. Holst, van Fredrikshaven; DRIE ZUSTERS, kapt. H. Houge, van Nerva; ANNA MARIA, kapt. H.H. Kuiper, van Hull; JANTINA MAGRIETA, kapt. B.H. Smit, van Danzig; HENDRIKA, kapt. A. van Wyk, van Libau. 
AH 060836
Carga-lijsten Amsterdam: JAVA’S WELVAREN, kapt. S. van Delden, van Batavia met koffie, suiker, indigo, huiden, hoorns, sapanhout en bindrottingen; SURINAME, kapt. R. van der Mey, van Suriname met suiker en katoen; JANTINA MAGRIETA, kapt. B.H. Smit, van Danzig met hout. 
AH 310836
Uitgezeild:
Vlie, 28 augustus. HUNSE, kapt. H.J. Ketelaar, naar Liverpool; JANTINA ANNECHINA, kapt. H.G. Sap, naar Newcastle; ANNA ALIDA, kapt. G. Kortrijk, naar Danzig; JANTINA MAGRIETA, kapt. B.H. Smit naar Memel; PETRUS JACOBUS, kapt. M.P. de Jong, naar Stettin; VROUW FENKE ENGELINA, kapt. J.W. Kreye, naar Bergen; EENSGEZINDHEID, kapt. J.N. van Duinen, op avontuur; DIANA, kapt. T.J. Pauls, naar Hull; WELVAART, kapt. H.W. Velt, naar Riga; JOHANNA, kapt. J.C. Wolters, ISIS, kapt. H.K. Bonjes, DOROTHEA, kapt. R.R. Hendrikus en TREKVOGEL, kapt. A.G. Sap, alle vier op avontuur. 
PGC 221136
Het schip JANTINA MAGRIETA, kapt. B.H. Smit, van Memel naar Amsterdam, is den 4 november te Arendal binnengelopen. 
AH 091236
Vlie, 5 december. De kof gisteren gemeld is: JANTINA MAGRIETA, kapt. B.H. Smit, van Memel. Dezelve heeft met een stortzee zijn boten verloren en andere schade bekomen. 
PGC 091236
Het schip JANTINA MAGRIETA, kapt. B.H. Smit, van Memel naar Amsterdam, is den 17 november in de buitenhaven van Haesnaess binnengelopen. 
AH 211236
Carga-lijsten Amsterdam: MAAIKE (opm: kof MEIKE), kapt. J.A. Zeilinga, van Petersburg met koper, potasch, hennepzaad, veren, stroasch, talk en koopm:; VROUW MARGARETHA, kapt. A.T. Steffens, van Riga met lijnzaad en zaai-lijnzaad; JANTINA MAGRIETA, kapt. B.H. Smit, van Memel met zaai-lijnzaad, lijnzaad, dederzaad en afzetsel; FENNECHINA ELIZABETH, kapt. W.A. Wykman, van Elbing met raapzaad en hennepzaad; DE VROUW GEZINA, kapt. J.H. Mulder, van Danzig met hout.

1837

AH 170337
Schepen in lading te Amsterdam naar:
Triëst. Het Nederlands kofschip JANTINA MAGRIETA, kapt. Berend H. Smit.
Adres bij De Vries en Comp. en H.A. Hespe.

1838

28-03-1838 nieuwe  zeebrief aangevraagd door B.H. Plukker en B.H. Smit voor JANTINA MAGRIETA onder kapt. B.H. Smit

ZP 060638
Genua, 28 mei. Heden arriveerde alhier het schip (opm: kof) JANTINA MAGRIETA, kapt. B.H. Smit, van Amsterdam. De kapitein vreesde, dat de lading beschadigd zal zijn, hebbende op de hoogte van Majorca een lek ontdekt. De naad bij de voorsteven was ontzet, welke echter zo goed mogelijk gestopt werd. Men had 4 of 5 dagen zwaar moeten pompen en onder het water suiker bespeurd.

1840

01-08-1840 nieuwe  zeebrief aangevraagd B.H. Smit voor JANTINA MAGRIETA onder kapt. B.H. Smit

1842

06-08-1842 nieuwe  zeebrief aangevraagd B.H. Smit voor JANTINA MAGRIETA onder kapt. B.H. Smit

1843

RC 030843
Advertentie. Te Rotterdam liggen in lading:
Naar Stettin, het Nederlands kofschip ALIDA GIEZEN, kapt. G.G. Boon; ligt gereed.
Naar Stettin, het Nederlands kofschip JANTINA MAGRIETA, kapt. B.H. Smit.
Naar Hamburg, het Nederlands smakschip DE JONGE DERK, kapt. F.J. Matroos.
Adres ten kantore van Ch. Cornelder & Zonen.

1844

09-08-1844, EEN nieuwe  zeebrief aangevraagd door B.H. Plukker en B.H. Smit, Pekela, voor de JANTINA MAGRIETA onder kapt. B.H. Smit.

1845

GRC 141045
Lijst van de Nederlandse schepen, welke de Sont gepasseerd zijn:
29 september: Kiers, MARGARETHA (Amsterdam), van Newcastle naar Stettin; Smit, JANTINA MAGRIETA (Pekela), van Hull naar St. Petersburg; Bekkering, CHRISTINA (Wildervank), van Koningsberg, naar Amsterdam.

1846

NRC 050246
Amsterdam, 4 februari. Het schip JANTINA MARGARETHA, kapt. Smit (opm: kof JANTINA MAGRIETA, kapt. B.H. Smit), van Libau naar Nantes, is volgens brief van Delfzijl van de 2e dezer, aldaar lek, met verlies van anker en ketting en meer andere schade binnengelopen. 

05-09-1846 nieuwe  zeebrief aangevraagd door B.H. Plukker en B.H. Smit, Nieuwe Pekela voor JANTINA MAGRIETA onder kapt. B.H. Smit

1849

Op 27-03-1849 werd door B.H. Smit, Nieuwe Pekela, voor de JANTINA een nieuwe zeebrief aangevraagd voor zichzelf als kapitein. Hierop volgde vanuit Den Haag d.m.v. een nieuwe zeebrief reeds op 30-03-1849 een correctie, met de aantekening voorheen JANTINA MAGRIETA, 1849-03-27 No 55).
Kapitein Smit moet Plukkers aandeel in de kof in maart 1849 onderhands hebben overgenomen; op 9 maart 1850 presenteerde kapt. Smit zich in de verkoopakte als eigenaar.
30-03-1849 nieuwe zeebrief voor de JANTINA, onder kapt. B.H. Smit, Nieuwe Pekela.

1850

Op 9 maart verkocht kapt. B.H. Smit in Harlingen zijn kof JANTINA voor 10.400 gulden aan houthandelaar Hubert Jans & Co te Harlingen; de nieuwe scheepsnaam werd HOUTHANDEL. De hoge koopprijs was het gevolg van een eind veertiger jaren in gang gezette hausse in de vrachtenmarkt die tot 1854 zou voortduren.

16-03-1850, een nieuwe zeebrief voor de HOUTHANDEL wordt aangevraagd door J.F. Hoekstra namens de firma Hubert Jans & Co, Harlingen, voor kapt. H.D. de Grooth.

GRC 260350
Amsterdam, 21 maart. Vertrokken: de HOUTHANDEL (opm: kof, ex-JANTINA), kapt. H.D. de Grooth, op avontuur.

1851

GRC 270651
Harlingen, 23 juni. Binnengekomen de HOUTHANDEL, kapt. H.D. de Grooth, van Noorwegen.

1852

31-03-1852, een nieuwe zeebrief voor de HOUTHANDEL wordt aangevraagd door de firma Hubert Jans & Co, Harlingen, voor kapt. H.D. de Grooth.

PGC 191052
Het schip DE HOUTHANDEL, kapt. De Groot, van Christiansand naar Harlingen, is de 10e oktober met gebroken roer te Lowestoft binnengebracht, na reeds 20 mijlen van Texel te zijn geweest (opm: zie PGC 221052).
PGC 221052
Kapt. H.D. de Grooth, voerende het schip HOUTHANDEL, van Christiansand naar Harlingen te Lowestoft binnen, (zie ons vorig nummer) meldt van daar, dat in de storm van de 6e oktober op enige mijlen van Texel zijn roer en roerpen brak, dat hij na enige tijd drijvende een Engelse visser seinde om hem in Texel binnen te brengen die hem op sleeptouw nam, doch bij het verschijnen van meerdere vissersvaartuigen weder liet drijven, dreigde weg te zeilen en de equipage en later ook hemzelven dwong het schip te verlaten. Daarna had hij het schip weder op sleeptouw genomen, doch in plaats van naar onze kust, naar Engeland gevoerd alwaar men voor schip en lading GBP 400 bergloon vroeg. (opm: de afloop voor de rechtbank is onbekend; de kof vertrok eerst uit Lowestoft begin januari 1853)

1853

PGC 140153
Te Harlingen is de 9e januari binnengekomen het schip HOUTHANDEL, kapt. H.D. de Grooth, van Christiansand, laatst van Lowestoft, alwaar het schip door Engelse vissers, na de equipage te hebben genoodzaakt hun schip te verlaten, met gebroken roer is binnengesleept (opm: zie PGC 221052).

1854

Op 21-09-1854 vroeg  H.D. de Grooth, woonachtig in Rotterdam, voor zichzelf als kapitein een nieuwe zeebrief aan voor de HOUTHANDEL.

1855

AH 240555
Texel, 22 mei. Binnengekomen de HOUTHANDEL, kapt. D.H. de Grooth, van Benicarlo (opm: 40º25’ N.B. 0º26 O.L.)
AH 250555
Carga lijsten Amsterdam.
Benicarlo.  HOUTHANDEL, kapt. De Grooth:139 pijp wijn, J.J. Mickenhagen en Zoon; 139 pijp wijn, G.M. Steins Bisschop. 
AH 281155
Vlie, 25 november. Binnengekomen de HOUTHANDEL, kapt. Smit (voor kapt. De Grooth), van Christiansand.

1856

09-02-1856, een nieuwe zeebrief voor de HOUTHANDEL wordt aangevraagd door de firma Hubert Jans & Co, Harlingen, voor kapt. J.P. de Jonge.

RC 040456
Bergen, 25 maart. Binnengekomen de HOUTHANDEL, kapt. J.P. de Jonge, van Harlingen.

1858

18-02-1858, een nieuwe zeebrief voor de HOUTHANDEL wordt aangevraagd door de firma Hubert Jans & Co, Harlingen, voor kapt. J.P. de Jonge.

LC 171258
Advertentie. De notaris J.A. Zaal Stroband te Harlingen zal op woensdag den 29 december 1858, des namiddag ten 3 uur precies, finaal, in de herberg de Makkumer Wagen, bij T. Beitschat aldaar, publiek veilen en verkopen: het welbezeild Nederlands Kofschip de HOUTHANDEL, gevoerd wordende door de kapitein J.P. de Jonge, gemeten op 138 tonnen of 73 scheepslasten, met al deszelfs rondhout, staand en lopend want, zeil, treil, ankers, touwen, kettingen en verder scheeps toe- en aanbehoren, zodanig als het is liggende in de Zuiderhaven te Harlingen. 
Te bezichtigen op aanvrage bij genoemde kapitein en condities te vernemen bij genoemde notaris. Inmiddels uit de hand te koop.
(opm: de veiling werd opgehouden en was mogelijk slechts gebruikt ter verificatie van de waarde van de kof die na het overlijden op 15 februari 1857 van de eigenaar Jan Freerks Hoekstra, tevens eigenaar van Hubert Jans & Co, op 27 maart 1858 op NLG 6.925,50 was bepaald)

1859

LC 190459
Harlingen, 17 april. Onze kusten getuigen weder, welke zeerampen laatstleden vrijdag (opm: 15 april) hebben plaats gehad. De storm, die, bij Z.W. wind, in de namiddag plotseling uit het N.W. losbrak en in ’t hevigste aan een orkaan grensde, joeg enige menigte schepen op lager wal, en deed vele stranden. Bij Texel, Vlieland en Terschelling telt men verscheidene en daaronder grote schepen gezonken of gestrand. De stoomboot STAD AMSTERDAM, van Hamburg komende, kon niet meer tegen het woedende element inwerken en joeg met volle stoomkracht te Terschelling op het strand. De equipage en de passagiers werden gered en de laatsten zijn hier gisteren avond behouden aangebracht. Men hoopt dat de stoomboot ook nog gered kan worden.
Gedurig wordt hier geborgen of gevonden tuigage aangebracht. Heden morgen vond een vissersschuit in het Vlie drie masten, met al het zeil en touwwerk, aan elkander verenigd. Met behulp van een ander schuit werd de vondst op sleeptouw genomen en in de late avond hier binnen gebracht.
Het hier thuishorende kofschip de HOUTHANDEL, kapt. J.P. de Jonge, van Noorwegen komende, is letterlijk over klippen en banken heen gestormd en na een reis van ruim anderhalve dag binnen gekomen.

1860

10-02-1860, een nieuwe zeebrief voor de HOUTHANDEL wordt aangevraagd door de firma Hubert Jans & Co, Harlingen, voor kapt. J.P. de Jonge.

RC 180960
Vlie 13 september. Vertrokken de HOUTHANDEL (opm: kof), kapt. J.P. de Jong, naar Oostrisoer.

1861

Op 23-02-1861 vroeg Hubert Jans & Co, Harlingen, voor de HOUTHANDEL onder kapt. H.G. Ploeg een nieuwe zeebrief aan

NRC 080961
Elseneur, 3 september. Kapt. H.G. Ploeg, voerende het schip (opm: kof)  HOUTHANDEL, van Memel (opm: Klaipeda) naar Harlingen, alhier gepasseerd, rapporteert dat hij op 55º N.B. en 15º55' O.L. ontmoet heeft de Nederlandse tjalk ONDERNEMING, kapt. J.J. Bekkering, aan boord van welk vaartuig de gehele bemanning ziek was, terwijl de kapitein die op het halfdek lag, verklaarde dat hij, geheel buiten bestek was. Kapt. Ploeg heeft daarop een van zijn manschappen ter assistentie op de tjalk overgegeven en daar men zich op dat ogenblik voor de Rönne (Bornholm) bevond, zo gelooft kapitein Ploeg, dat het schip daar binnengekomen zal zijn. (opm: zie NRC 120961) 
NRC 120961
Rönne, 3 september. De 29e augustus is alhier binnengebracht de Nederlandse tjalk ONDERNEMING, kapt J.J. Bekkering, van Dantzig met hout naar Bremen bestemd. De kapitein en zijn beide schepelingen zijn ziek alhier in het hospitaal gebracht. Het schip had van een ander Nederlands vaartuig (opm: de kof HOUTHANDEL) een man ter assistentie bekomen, die het hier binnen heeft gebracht (zie NRC van 8 dezer).

1862

LC 210362
Harlingen, 19 maart. De vlag, die jaarlijks door heren houthandelaars aan de eerste Noordvaarder, die hier met hout terugkeert, wordt geschonken, werd heden behaald door kapt. H.G. Ploeg, met het kofschip HOUTHANDEL
NRC 150462
Harlingen, 14 april. Volgens hier ontvangen bericht is onder de Noorse kust vergaan (opm: gestrand op het eiland Utsira nabij Stavanger) het kofschip de HOUTHANDEL, kapt. H.G. Ploeg, toebehorende aan de heren Hubert Jans & Co. alhier. Van de equipage, bestaande uit zes personen, zijn slechts twee gered. (opm: zie LC 150462, NRC 160462, NRC 230462  NRC 270862) 
LC 150462
Harlingen, 13 april. Meldden wij voor korte tijd dat het schip de HOUTHANDEL, kapt. H.G. Ploeg (opm: kof, bouwjaar 1830, kapt. Harmen G. Ploeg), de vlag als eerste Noordsvaarder had gewonnen, thans wordt uit Stavanger gemeld, dat het genoemde schip, met steen en pannen van hier naar Noorwegen bestemd, in de storm van de 9e dezer bij Udstre (opm: Utsira, zie ook NRC 150462) is vergaan, en dat slechts twee man van de equipage zijn gered. Nadere berichten worden hier met verlangen tegemoet gezien, want onder de equipage bevonden zich vijf van onze stadgenoten.
NRC 160462
Harlingen, 14 april. Als bijzonderheden van de schipbreuk van het hier te huis behorende kofschip HOUTHANDEL, kapt. Ploeg (opm: zie NRC 150462), kunnen wij nog melden, dat het van Liverpool naar Bergen met steenkolen bestemd was (opm: onjuist, zie LC 150462 en NRC 230462), en nabij Stavanger zodanig op een rots stootte, dat het ineens verbrijzeld werd. Volgens hier ontvangen telegrafisch bericht zijn de kok en een matroos van genoemd schip gered, terwijl de vier anderen, waarvan er drie hier te huis behoorden, zijn omgekomen (opm: de overledenen zijn op het eiland Utsira begraven). Kapitein en stuurman laten ieder een weduwe met kinderen na. 
NRC 270862
Harlingen, 25 augustus. De twee geredde personen van het kofschip HOUTHANDEL, kapt. Ploeg – zie ons bericht van 15 april j.l. – zijn hier per stoomboot van Amsterdam aangekomen. Nadat zij tegen een rots geworpen waren, zijn zij daarbij opgeklauterd, waarbij één zijn vingertoppen verloor. Zij vonden nog drie lijken van de equipage van het schip op strand. Door een schip uit Bergen zijn zij behouden aldaar aangebracht.

 

 

 

Kroniekberichten

Toon kroniekberichten
Akten

Tresoar, Leeuwarden Archiefnummer Harlingen, toeg.19-06, inv. 383, no.61

foto P1020830 - 832
KOOPAKTE

Naam schip thans genaamd JANTINA
ex-JANTINA MAGRIETA

plaats en datum akte onderhandse verkoop/koop, Harlingen, 9 maart 1850

type schip kof

bouwwerf/verkoper Berend Harms Smit, koopvaardijkapitein te Nieuwe Pekela

gevoerd door kapt.

eigenaar/koper Jan Freerks Hoekstra van zijn firma Hubert Jans & Co., houtkopers te Harlingen

te voeren door kapt.

grootte in tonnen 138 ton (meetbrief Amsterdam no.71 van 24 maart 1849)

tuigage / aantal dekken

afmetingen 27,00 x 4,?? x 2,66 meter

kiellegging

tewaterlating

plaats / datum registratie Harlingen, 9 maart 1850

nummer registratie deel 32, folio 65, verso, vak 4

notaris Mr. Jacob Hanekruyk, notaris te Harlingen

prijs NLG 1.300,- (??)

Bijzonderheden: het schip ligt bij deze transactie te Amsterdam.

De firma Hubert Jans vraagt geen zeebrief aan voor de JANTINA. Deze naam is te veel bekend om te kunnen aangeven welke JANTINA bij deze akte behoort. GM


researcher/datum research: ML / 040617

Naam thans genaamd JANTINA ex-JANTINA MAGRIETA
Archiefinstelling Tresoar, Leeuwarden
Jaar 1850
Toegang 19-06
Inventaris 383

Bronnen

Jaar: 0000
Bron: Diverse Bronnen
Omschrijving: Tresoar, Leeuwarden Archiefnummer Harlingen, toeg.19-06, inv. 383, no.61
N.A. Den Haag, Verbalen zeebrieven diverse bestanden, toegang nummer 2.08.01.07
www.allefriezen.nl
www.allegroningers.nl
AH = Algemeen Handelsblad
GRC = Groninger Courant
LC = Leeuwarder Courant
NRC = Nieuwe Rotterdamsche Courant
PGC = Prov. Groninger Courant
RC = Rotterdamsche Courant
ZP = Zeepost