Inloggen
ORTELIUS - ID 10426


In dienst
Onder Nederlandse Vlag tussen:1830-07-24 / 1830-10-28 | Reden uitgevlagd: Afscheiding Zuidelijke Nederlanden K.B. 28.10.1830
Onder Nederlandse Vlag tussen:1837-05-09 / 1842-09-00 | Reden uitgevlagd: Sloop, afgekeurd

Identification Data

Bouwjaar: 1830
Categorie: Cargo vessel
Voorstuwing: Sailing Vessel
Type: Fregat
Masten: Three masts
Material Hull: Wood, sheathed with copper
Dekken: 2
Construction Data

Scheepsbouwer: F.E. van den Bussche, scheepsbouwmeester op de Kattendijk, Antwerp, Netherlands
Date Laid Down: 1829-05-08
Launch Date: 1830-07-08
Delivery Date: 1830-07-24
Technical Data

Gross Tonnage: 220.00 lasts
 
Length 1: 37.72 Meters Registered
Beam: 6.60 Meters Registered
Depth: 5.70 Meters Registered
Zeebrieven en Turksche passen

Record type Zeebrief
Zeebrief jaar: 1830
Datum agenda: 1830-08-12
Register nr: 18300598
Scheepsnaam: ORTELIUS
Type: Fregat
Lasten: 220
Gebouwd in provincie: Zuid-Holland
Gebouwd in binnen- of buitenland: Binnenlands
Zeebrief / Turksche pas verzocht door: Donnet, J.
Plaats: Antwerpen
Kapitein op moment van verzoek: Claeys, J.
Opmerkingen: Eerste zeebrief
Turksche pas naar Batavia

Bekijk de overige zeebrieven / Turksche passen van dit schip
Ship History Data

Date/Name Ship 1830-07-24 ORTELIUS
Manager: Jean-Baptiste Donnet, Antwerp, Netherlands
Eigenaar: Partenrederij onder boekhouderschap van genoemde manager, Antwerp, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Antwerp / Netherlands
Additional info: Jean Donnet, Antwerpen, is boekhouder van het schip

Date/Name Ship 1834-07-09 ORTELIUS
Manager: Jean-Baptiste Donnet, Antwerp, Belgium
Eigenaar: Jean-Baptiste Donnet, Antwerp, Belgium
Shareholder:
Homeport / Flag: Antwerp / Belgium

Date/Name Ship 1837-05-09 CANTON
Manager: Firma A. van Hoboken & Zonen, Rotterdam, Zuid-Holland, Netherlands
Eigenaar: Firma A. van Hoboken & Zonen, Rotterdam, Zuid-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Rotterdam / Netherlands

Bezitters van parten (aandelen) in het schip

Verkopers van de ORTELIUS op 9 juli 1834:

  1. Jacques Joseph Marie François de Paul, Baron van de Werve de Schilde, rentenier te Antwerpen, als zoon en enig kind van wijlen Philippe Louis Joseph Ignace, Baron van de Werve de Schilde, Antwerpen
  2. Philippe Antoine Joseph, Baron de Pret, eigenaar te Antwerpen
  3. Jean Joseph Reinier, Baron Osy, voorzitter van de Bank, Antwerpen
  4. Guillaume Joseph de Boey, eigenaar te Antwerpen
  5. Pierre Joseph de Caters, bankier te Antwerpen
  6. Vrouwe Josephine Antoinette Isabelle Marie Verachter, rentenierster te Antwerpen, weduwe van wijlen Pierre Jean Joseph van Dun, voor zich en haar drie minderjarige kinderen van wijlen Mr. André van Dun
  7. Pierre Denis Neuville, oudste zoon, voorheen te Klein Rechain, tegenwoordig te Hodimont
  8. Charles Loyaerts, koopman te Antwerpen
  9. Corneille François Lysen van Levius, rentenier te Antwerpen
  10. Ferdinand Geelhand, rentenier te Antwerpen
  11. Henry Le Brasseur, eigenaar te Antwerpen
  12. François Ferwange, eigenaar te Luik (opm.: dit moet zijn Terwange)
  13. Jacques Engler, bankier te Brussel
  14. Pierre Wattel, koopmanszoon te Antwerpen
  15. Marie Josèphe Danly, weduwe van wijlen Jean Donnet, zonder beroep te Antwerpen en eigenaresse van het huis Jean Donnet, thans in liquidatie
  16. Jean Baptiste Donnet, koopman te Antwerpen
Ship Events Data

1836-12-31: Sprang a leak
Rotterdam, 6 januari 1837. Aangaande het schip (opm: fregat) ORTELIUS, kapt. D.G. Niesen, van Batavia naar Rotterdam (bevorens gemeld), wordt van Rotterdam van den 31 december 1836 bericht, dat het lek was en zou moeten lossen; een der lichters, beladen met 100 balen koffij en 100 blokken tin, was gezonken.
1842-09-00: Final Fate: Broken up

In september 1842 is de CANTON, kapt. J. Sap te Rotterdam gesloopt.

Gezagvoerders

Familiegegevens en opleiding

Geen

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

J.F.Claijs werd met nr.322 effectief lid van Zeemanshoop per 04 mei 1830 op voorspraak van D.J.Bulsing. Geen schip vermeld002.

In de Algemene Vergadering van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop van 27 april/04 mei 1830 werd met vlagnummer 322 voorgedragen/benoemd kapitein Joseph Francois Claeys, adres bij de heren Gildemeester en Zoonen te Amsterdam, oud 40 jaar, “zullende voeren het Nederlandsche schip Ortelius, thans nog op stapel staande”, op voordracht van kapitein D.J.Bulsing023.

 

J.Claijs was met vlagnummer 17 in de periode 1827-1830 lid van het Antwerpse zeemanscollege “Tot Nut der Zeevaerd”108.

J.Claeijs was met vlagnummer 5 in de periode 1826-1830 lid van het zeemanscollege in Oostende.108.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 27 september 1832 staat: “De Heer C.Koert zegt vernomen te hebben dat kaptein J.F.Claeijs voerende het schip Ortelius zich met betrekking tot de Nederlandsche vlag onbehoorlijk gedragen heeft waarom zijn Ed. het overeenkomstig de waarde van het Collegie houdt daarna onderzoek te doen om dienovereenkomstig te kunnen handelen.” Er wordt een Commissie ingesteld om advies uit te brengen.042.

In de notulen van de Bestuursvergadering dd 25 oktober 1832 wordt behandeld het: “Rapport … wegens kapt. J.F.Claeijs … om het gedrag van dien kapt. ten opzichte het schenden der Hollandsche Vlag te onderzoeken. Na eenige deliberatien worden met meerderheid van stemmen besloten, dat aangezien het gebeurde, genoemde kapt. J.F.Claeijs onwaardig worde verklaard langer Lid van dit Collegie te zijn, en dus zijn naam zal worden geroyeerd zullende overeenkomstig Art. 33 der wet aan de Vergadering der Leden een hier strekkend voorstel worden gedaan.”042

In de notulen van de Algemene Vergadering van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop van 30 oktober 1832 staat het volgende023:

“Het Bestuur van het Collegie Zeemans-Hoop geinformeerd zijnde geworden, dat Kapitein J.F.Claeys voerende het schip Ortelius en de vlag van het Collegie No 322 zich zoude hebben schuldig gemaakt aan verregaande beledigingen tegen de Nederlandsche Vlag; zoo heeft het Bestuur nodig geacht hier omtrent berigten intewinnen, ten einde over de al of niet gegrondheid dezer beschuldigingen te kunnen oordeelen, ten gevolge daarvan is het gebleken, dat niet alleen bij het uitbreken des oproers te Brussel in 1830 gezegde Claeys in een publiek gezelschap zich de wensch heeft laten ontvallen, dat alle de Hollanders mogten omgebragt worden, en dat hij deel aan die Slachting mogt hebben maar, dat bij de terug komst uit Indien op de hoogte van Falmouth hij de Hollandsche Vlag met voeten heeft vertreden, dezelve andere Smaadheden heeft aangedaan en over boord heeft geworpen trachtende hij verder in Ostende binnen te loopen ’t welk hem echter is belet geworden.

Het Bestuur verontwaardigd over dit schandelijk gedrag van een der Leden van het Collegie, steld aan deze vergadering voor: genoemde J.F.Claeys vervallen te verklaren van zijn Lidmaatschap, en zijn naam alzoo van de Lijst der Effectieve Leden te royeeren.

Het voorstel zal op de volgende Wekelijksche Vergadering in deliberatie worden gebracht teneinde daarop te besluiten ingevolge het bepaalde bij Art.33 der Wet.

Na de lecture van dit stuk ontstaat in de vergadering een algemeene blijk van goedkeuring van het daarin vervatte voorstel; de toejuiching vergunt naauwelijks dat de gewone omvraag van den Heer President of een of meerder Leden der vergadering nog eenig voorstel te doen hebben gehoord wordt.

Het Effectief mede Lid Kapt. P.Kraaij verzoekt het woord. Hij steld voor onmiddellijk in plaats van acht dagen over de voordragt te delibereren, daar de geest der Vergadering wegens derzelve aanneming geen twijfel overlaat. De president doet hulde aan zijne uitgedrukte vaderlandsche gevoelens alsmede aan die der vergadering doch mag aan dezelve niet toegeven, wegens de bepaling der Wet en steld dus de deliberatie uit Conform het aangehaalde art. 33 van dezelve. De Heer Secretaris D.D.Büchler spreekt in denzelfden geest.

De vergadering geeft blijken alsof dit uitstel haar mishaagde. De Heer P. Kooij ondersteund het voorstel van het geëerde Effectief Lid en beweert dat in het dadelijk aannemen van het voorstel geen verkrachting der Wet gelegen is in de in krachtvolle bewoording uitgedrukte opmerking “De wet kon in schanddaden als die van Kapitein Claeys niet voorzien. Een Hollander kon die misdaad niet kennen”. Deze woorden werden algemeen met groote geestdrift toegejuicht. De Vergadering eischte dadelijk het royeeren van J.F.Claeys uit de rei der Leden in het vervallen verklaren van zijn Lidmaatschap.

Zij wilde van geen tegenbedenkingen aan de wet ontleend meer hooren, Claeys had zich zelve daar buiten gesteld.-

Aan dien algemeene zoo sterk uitgedrukte Vaderlandschen geest, vermogt het Bestuur niet langer voldoening te ontzeggen en zoo werd de schender van Hollandsch vlag uit den rei dier leden gewischt wier zucht tot handhaving van hare roem de oorzaak hunner vereeniging en de bevordering van derzelver bloei het hoofddoel daarvan uitmaakt.

Hierop sluit de president de Vergadering.”

 

De schepen van de kapitein

lidmaatschap van het College Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer                    jaren                       type                  scheepsnaam          naam reder/boekhouder

        322                       1830-1831                 geen opgave   Ortelius                    Jean Donnet te Antwerpen

 

Overige bijzonderheden

Rotterdamsche Courant 30 januari 1821114

Amsterdam, 27 januari. Te Surinamen is gearriveerd J.H. Bodeman, te Livorno J.C. Ludders (laatst in Genua) en te Cette (opm: Sète) K.J. Masker en J.B. Lammers van Amsterdam; te Bayonne H.J. Mugge van Rotterdam; te Nantes B.P. de Vries van Amsterdam; te Rouaan H. Switters van Rotterdam. J. Claeijs van Gent, J.D. Ihlder van Embden en H.W. Poel (opm: Hindrik Wolberts Poel) van Antwerpen.

Van St. Malo is vertrokken het schip LES DEUX FRÈRES naar Rotterdam.

 

Rotterdamsche Courant 30 juni 1821114

Amsterdam, 28 juni. Te Livorno is gearriveerd O.C. Holm van Amsterdam; te Marseille Zr.Ms. oorlogskorvet DE GIER, en J. Claeijs van Ostende.

 

 

Datum vanaf: 1830
Kapitein: Claijs (Claeijs), Joseph Francois
Overige informatie: 0

Familiegegevens en opleiding

Dirk Gerardus Niesen werd geboren te Rotterdam per 27 maart 1804 als zoon van Willem Anthonie Niesen en Catharina van Klaveren.

Dirk  huwde op 27 jun 1834 te Midelburg met Maria Johanna Bosse, geboren te Middelburg op 18 oktober 1813 als dochter van Karel Christiaan Bosse en Maria Cornelis Stakman. Na het overlijden van Dirk hertrouwde Maria  in mei 1849 met Pieter Thomas Leonard Grinwis Plaat. Maria overleed op 30 april 1891.118

Dirk overleed in 1844 aan boord . Ten tijde van het overlijden werd als woonplaats opgegeven Haarlem.003 en 118.

Overleden aan boord van de “BROMO”, zich bevindende geankerd in de Simonsbaai, Kaap de Goede Hoop. Hij was 1e officier van de “BROMO”. De begrafenisplechtigheid vond plaats te Kaap de Goede Hoop.

Mede ontleed aan www.zeemansleed.nl

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

D.G.Niesen (adres: H.Bijlaart) werd met vlagnummer 378 effectief lid van Zeemanshoop per 27 juni 1837 op voordracht van D.Charlau. Als zijn schip is vermeld de “Europa”, doorgestreept en vervangen door “De Jonge Dirk”. Toegevoegd is “overleden”002.

In de Algemene Vergaderingen van 20/27 juni 1837 van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop werd als effectief lid voorgesteld/benoemd Dirk Gerardus Niesen, oud 33 jaar, voerend het fregat “Canton”, wonend te Rotterdam en met als adres M.Charlou te Amsterdam, op voordracht van D.Charlou023.

Hij werd deelnemer van het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop WZF per 23 oktober 1838.003

D.G.Niesen was effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege “Zeemanshoop” met vlagnummer 378 van 1837 t/m 1844.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 26 maart 1844 wordt een brief vermeld van D.G.Niesen uit Hellevoetsluis “communiceerende dat hij van de vaart ter koopvaardij weder tot die van “S Rijks marine is overgegaan”. Hij zou het recht op uitkering uit het Weldadig Zeemans Fonds willen behouden. Het Bestuur wijst hem op artikel 57 van het Reglement. (daarin wordt de overgang van koopvaardij naar marine geregeld met een aantal extra voorbehouden.)042

In de Bestuursvergadering dd 31 oktober 1844 vraagt de wed. D.G.Niesen, geb. M.J.Borsje om een uitkering.. In de vergadering dd 28 november 1844 besluit het Bestuur deze toe te kennen voor haar en haar kinderen per 01 augustus 1844..042

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 26 juni 1845 staat een lijst van kapiteins die in de periode 1844/45 zijn overleden, waaronde kapitein D.G.Niesen met vlagnummer 378.042.

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 31 mei 1849 staat de mededeling van M.J.Bosse, de weduwe van kapitein D.G.Niesen, dat zij is hertrouwd met Grinwis Plaat en dat derhalve haar uitkering wordt stopgezet.042

In de notulen van de Bestuursvergadering dd 26 juni 1866 verzoekt de wed. P.T.L.Grinwis Plaat, eerder wed. D.G.Niesen om herstel van haar uitkering. Deze werd haar met ingang van 01 augustus 1866 toegezegd.042 en 118

In de notulen van de Algemene Vergadering dd 10 december 1844 staat het verzoek van M.J.Bosse, de weduwe van D.G.Niesen, om een uitkering voor haar en haar 5 kinderen, welke met ingang van 01 augustus 1844 wordt toegestaan.023.

 

In de notulen dd 05 juni 1849 staat de mededeling dat de weduwe Niesen is hertrouwd met Grinwis Plaat en derhalve bedankt voor de uitkering. In de notulen dd 03 juli 1866 staat dat de wed. Plaat geb. Bosse eerder de wed. Niesen opnieuw weduwe is geworden en om een herstel van haar uitkering vraagt, hetgeen wordt toegestaan023.

 

De schepen van de kapitein

lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer                    jaren           type                  scheepsnaam                      naam reder/boekhouder

        378                            1837           fregat               Canton                                A.van Hoboken & Zn te Rotterdam

                                           1838           geen vermelding van schip en boekhouder

                                      1839-1840     fregat               Europa                                 A.van Hoboken & Zn te Rotterdam

                                      1841-1844     geen vermelding van schip en boekhouder

 

D.G.Niesen was in 1840 gezagvoerder op de “Europa” (650 last), te water gelaten op 02 april 1840 op de werf “Hollands Trouw” van E.v.d.Hoog te Maassluis voor rederij A.van Hoboken  Zn 027.

 

Bouma025 vermeldt D.G.Niesen als gezagvoerder gedurende:

*    1835 t/m 1837 van het 3/mschip “Ortelius”, gebouwd in 1830, bouwplaats niet vermeld, 750 ton o.m., varend voor J.B.Donnet te Rotterdam. Het schip voer in 1838 voor A. van Hoboken te Rotterdam en was herdoopt in “Canton”;

*    1838 op het 3/m schip “Canton” ex Ortelius, gebouwd in 1830, 628 ton o.m., varend voor A. van Hoboken & Zn te Rotterdam

*    1840 t/m 1841 op de 3/m schip “Europa”, gebouwd in 1840 te Maassluis, 1154 ton o.m., varend voor A. van Hoboken & Zn te Rotterdam.

 

Overige bijzonderheden

D.G.Niesen vervoerde per 27 juni 1840 vanuit Hellevoetsluis 3 manschappen met de “Europa” naar Batavia en arriveerde op 20 oktober 1840 na 115 dagen065.

“Het jaar 1841 zou het laatste worden waarin schepen van de firma A. van Hoboken en Zonen zich in Elmina zouden laten zien. Drie maal gebeurde dit nog: door de Menado, de Jacobus en de Europa. … Op 1 juli vertrok de Menado uit Rotterdam; in augustus werden 107 recruten in Elmina aan boord genomen.   . De laatste was de Europa; één dag vóór Oudejaarsdag. Het schip vertrok op een moment dat het besluit om het ‘Afrikaansch Werf Depot’ op te breken reeds was gevallen. Het fregat moest alles dat in het depot lag en dat nog bruikbaar was aan boord nemen. … De laatste recruten – het waren er 157 – stapten eind februari 1842 aan boord van het fregat en drie maanden later op Javaanse bodem. “069 – p.219

 

Datum vanaf: 1834
Kapitein: Niesen, Dirk Gerardus
College: Zeemanshoop, Amsterdam
Vlagnummer: 378
Overige informatie: Dirk Gerardus Niesen * Rotterdam 27.03.1804 – † 1e officier aanboord Zr.Ms. BROMO in Simonsbaai, Kaap de Goede Hoop 1844. Gehuwd Middelburg 27.06.1834 met Maria Johanna Bosse, * 18.10.1813 – † 30.04.1891. Kapt. Dirk Gerardus Niesen was vanaf juni 1837

Familiegegevens en opleiding

Johannes Louwerense ("volgens trouwacte genaamd en zich ook schrijvende Lourens. Op verzoek van de H.H.Hoboken deze bijvoeging in het Register opgenomen") werd geboren te Rotterdam op 24 juni 1807 als zoon van de Nederlands Hervormde Johannes Lourens en Aaltje van Es. Hij woonde te Rotterdam o.a. aan de Kolk nr. 117

Johannes Lourens trouwde op 14 oktober 1829 te Rotterdam met Jannetje de Ligt, geboren te Rotterdam op 01 augustus 1808 als dochter van de Nederlands Hervormde Cornelis de Ligt en Louisa van der Eb. Zij overleed op 20 maart 1886.

Jan overleed in 1871. Bij zijn overlijden is Delfshaven als woonplaats vermeld.003 en 005 en 118

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

J.Louwerense, adres A.van Hoboken & Zn, werd met vlagnummer 414 effectief lid van "Zeemanshoop" per 07 april 1835 op voorspraak van C.Koert. In het Register wordt als zijn schip de "Elisabeth" vermeld.002.

In de Algemene Vergaderingen van 14/21 april 1835 werd voorgedragen/benoemd Johannes Louwerense, oud 28 jaar, voerend het schip “Jacobus”, wonende te Rotterdam, adres bij J.Bonder te Amsterdam, op voordracht van kapitein P.Kraaij023. (in de notulen wordt dus een ander schip genoemd dan in het Inschrijfregister. In Boum025 wordt er geen kapitein Lourens vermeld als gezagvoerder van een schip met de naam “ Elisabeth”. NOG TE CONTROLEREN IN VAN SLUIJS013)

Hij werd deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop per 15 maart 1838. "Van beroep veranderd. Overleden 1871"003

.Lourens was effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege “Zeemanshoop”met vlagnummer 414 in de periode 1835 t/m 1836, met vlagnummer 301 in de periode 1836 t/m 1854 en met vlagnummer 96 in de periode 1854 t/m 1871.

 

 

 

J.Lourens was met vlagnummer R48 in de periode 1834 t/m 1871 lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.

J.Lourens was in 1837 zg “afwisselend commissaris” van de Maatschappij058.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 29 juni 1871 staat een verzoek om de reglementaire uitkering door de wed. kapitein J.Lourens geb. de Ligt, welke haar in de vergadering van 24 juli 1871 ingaande 01 augustus 1871 werd toegekend.042

 

In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 08 augustus 1871 staat vermeld dat per 01 augustus 1871 een uitkering in de 1e klasse is toegekend aan de wed. J.Lourens geb. de Ligt.023.

In de notulen van de Algemene Vergadering dd 11 mei 1886 staat een bericht door J.Lourens omtrent het overlijden van zijn moeder.023.

 

De schepen van de kapitein

lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer                   jaren           type                  scheepsnaam               naam reder/boekhouder

        414                           1835           fregat               Jacobus                        geen opgave

        301                       1836-1837     bark                 Jacobus                        A.van Hoboken & Zn te Rotterdam

                                      1838-1840     fregat               Canton                         idem

                                      1841-1846     fregat               Amboina                      idem

                                      1848-1851     fregat               Hendrika                      idem

                                      1852-1853     fregat               Gertrude                       idem

         96                        1854-1855     fregat               Gertrude                       idem

                                      1856-1858     fregat               Jason                            idem

                                      1859-1863     fregat               Medea                          idem

                                      1864-1870     geen vermelding van schip en boekhouder

 

In de Jaarverslagen van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat kapitein J.Lourens met vlagnummer R48 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:

*    1849, 1851            fregat “Hendrika”         462 last      varend voor A. van Hoboken & Zonen te Rotterdam

*    1855                       fregat “Gertrude”           515 last      varend voor A. van Hoboken & Zonen te Rotterdam

*    1858                       fregat “Jason”                438 last      varend voor A. van Hoboken & Zonen te Rotterdam

*    1859, 1862            fregat “Medea”              399 last      varend voor A. van Hoboken & Zonen te Rotterdam

*    1863 t/m 1867                               geen schepen vermeld

 

Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093:

kapitein                        naam schip                              vertrek                                                   terugkomst

L.Lourens                    Medea                                      02 november 1859                              27 oktober 1860

                                      Medea                                      03 september 1861                              20 juli 1862

                                      Medea                                      24 september 1862                              niet vermeld

 

Bouma025 vermeldt J.Louwerense/J.Lourens als gezagvoerder gedurende:

*    1836 t/m 1838 op de 3/m bark “Jacobus”, gebouwd in 1828, 235 ton o.m., varend voor A.van Hoboken te Rotterdam;

*    1839 t/m 1841 op het 3/m schip “Canton” ex Ortelius, gebouwd in 1830, bouwplaats en -jaar niet vermeld, 628 ton o.m., varend voor A.van Hoboken & Zn te Rotterdam. Het schip werd in 1842 geveild;

*    1842 t/m 1847 op het 3/m schip “Amboina”, gebouwd in 1840 te Rotterdam, 722 ton o.m., varend voor A. van Hoboken & Zn te Rotterdam;

*    1848 t/m 1852 op het 3/m-schip “Hendrika” gebouwd op de werf Rotterdamsch Welvaren te Rotterdam onder scheepsbouwmeester B.de Hoog. De kiel werd gelegd op 19 november 1835, de tewaterlating vond plaats op 28 juni 1836 (Handelsb 30 juni 1836). Het schip mat 860 ton o.m. De reederij was A.van Hoboken & Co te Rotterdamzie ook 013.

*    1853 t/m 1856 op het 3/m schip “Gertrude”, gebouwd te Rotterdam in 1840, 990 ton o.m., varend voor A.van Hoboken & Zn te Rotterdam;

*    1857 t/m 1859 op het 3/m schip “Jason”, gebouwd in 1856 te Rotterdam, 829 ton o.m., varend voor A.van Hoboken & Zn te Rotterdam;

*    1858 t/m 1863 op het 3/m schip “Medea”, gebouwd in 1858 te Rotterdam, 756 ton o.m., varend voor A. van Hoboken & Zn te Rotterdam.

 

Overige bijzonderheden

Carel Anastatius Leopold van der Wijck werd vanuit de Kweekschool voor de Zeevaart te Amsterdam per 07 mei 1846 als jongen geplaatst op de "Amboina" onder kapitein Louwerse (er is foutief vermeld: "Laurens") voor een reis van Rotterdam naar Batavia. Hij meldde zich weer op school per 06 maart 1847"004(533/2012).

 

In het Archief van het Kadaster voor scheepsbewijzen te Rotterdam 1871, volgnummer register 1370, Algemeen Register Deel 4, nr. 52, dagregister deel 6 nr. 60 3 augustus 1871  komt een notariële akte voor (notaris Willem Simon Burger Wz) van Jacobus van Hoboken van Cortgene, handelend voor de firma A.van Hoboken en Zonnen, zeehandelaren en scheepsreeders welke stelt dat voor zijn rekening is gebouwd het fregat “Jason” op de werf “Rotterdams Welvaren”aan de Hoogen Zeedijk door scheepsbouwmeester Carl Lehman, groot 829 ton. De kiel is gelegd op 08 december 1855 en het schip is van stapel gelopen op 30 augustus 1856. De eerste kapitein was Johannes Lourens

Afschrift van de akte verkregen van de heer Jan Lourens te Alkmaar door tussenkomst van Koen Suyk te Heiloo, januari 2003.

 

L.Lourens verzorgde per 01 maart 1837 vanaf Hellevoetsluis met de “Jacobus” een troepentransport van 4 officieren en 12  manschappen. In St. Georg d’Elmina werden 71 Afrikaanse recruten aan boord genomen. Hij arriveerde te Batavia op 01 juli 1837 na 122 dagen065*.

Per 16 mei 1846 vertrok hij vanuit Hellevoetsluis met de “Amboina” en een contingent van 4 officieren en 150 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 31 augustus 1846.

Per 10 december 1848 vertrok hij vanuit Hellevoetsluis met de “Hendrika” en 2 officieren plus 200 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 04 april 1849 na 115 dagen. Onderweg waren 4 militairen overleden.

Per 12 november 1850 voer hij vanuit Hellevoetsluis wederom met de “Hendrika”. Hij had 1 officier aan boord en kwam op 13 maart 1851 na 112 dagen te Batavia aan.

Op 12 oktober 1852 voer hij vanuit Brouwershaven met de “Gertrude” en 1 officier en 1 manschap. Aankomstdatum en reisduur zijn niet opgegeven.

Op 05 november 1853 vertrok hij met de “Gertrude” wederom vanuit Brouwershaven en aan boord 1 officier. Ook hier ontbreken aankomstdatum en reisduur.

Op 27 oktober 1856 voer hij vanuit Brouwershaven met de “Jason” en weer met 1 officier. Aankomstdatum en reisduur ontbreken.

Op 24 oktober 1857 vertrok hij weer met de “Jason” en 1 officier vanuit Brouwershaven en ook nu ontbreken reisduur en aankomstdatum.

Op 11 september 1861 vertrok hij vanuit Brouwershaven met de “Medea” en 8 officieren en 1 manschap. Hij arriveerde te Batavia op 18 december 1861 na 98 dagen.

Tenslotte voer hij uit op 25 september 1862 vanuit Brouwershaven met de “Medea” en 2 officieren. Hij arriveerde te Batavia op 30 december 1862065.

 

Een verslag van een troepentransport is weergegeven in “Het reisjournaal van H.H.G.Peltzer betreffende een reis van Harderwijk naar Batavia op de bark Laurens Koster (kapitein D.R.Kleve) van 12 november 1848 tot 03 april 1849”  Transcripte en annotaties door S.Parma, mei 2001. Rapport aanwezig in de bibliotheek van het Nederlands Scheepvaart Museum te Amsterdam. H.H.G.Peltzer was de landmachtbevelhebber van het troepentransport. In dit journaal komt een enkele opmerking voor betreffende de “Hendrika” (blijkensonder kapitein Louwerense)

22 januari 1849 (op de hoogte van de linie op weg naar Batavia)

“In lij hebben wij thans een Hollandsche driemastschip doch door de groote afstand van ons, kunnen wij de signalen die hij doet niet onderscheiden. Des middags echter een goede bries gekregen hebbende, zijn wij hetzelve zoo digt genaderd, dat wij aan het nummer van de Kollegievlag konden bespeuren, dat het een Rotterdams schip was, en wel de Hendrica van Hoboken, waarop een transport troepen met de Kapitein Keurenaar; …” (zijnde een collega-landmachtofficier).

30 maart 1849 (in Straat Sunda bij Prinseneiland)

“Niet weinig waren wij verwonderd des morgens bij het aantreden van den dag zoo veel schepen rondom ons te zien; ongeveer 20, waaronder er waren, die wij reeds vroeger hadden gezien; onder anderen de Hendrica, waarop de Kapt Keurenaar, …”.

31 maart 1849

“… des avonds en des nachts kwamen wij met de schepen Hendrica, Schouwen en de Eersteling tusschen de derde en vierde punt van Java ten anker”.

 

In mei 1837 verging Z.M.Stoomschip Willem 1 op de Lucipara riffen ten zuiden van Ambon. Berichten hierover bereikten Nederland “in de laatste dagen der maan November ll, … ,voorlopig met het schip Jacobus, Kapitein J.Lourens, op den 20sten dier maand te Hellevoetsluis binnengevallen, … “. (kapitein Lourens had dus in deze periode een reis naar Indië achter de rug).

Uit: Verhaal der schipbreuk geleden door den Luitenant Kolonel De Stuers benevens passagiers en equipage van Z.M. Stoomschip Willem ! op de Lucipara’s in den nacht van den 5den op den 6den Mei 1837. door Luitenant Kolonel De Stuers.  ’s Gravenhage. K.Fuhri. 1837.52 pp. Aanwezig in het Nederlands Scheepvaartmuseum te Amsterdam.

 

“Het zesde en laatste schip van Van Hoboken dat de trip Batavia – Decima vice versa zou maken was in 1842 het fregat Amboina. Gezagvoerder op deze reis was de toen 36-jarige Jan Lourens, een zeeman die zeer werd gewaardeerd. Bij zes jaar eerder – in een brief aan de NHM – had Van Hoboken hem ‘een jonge man, die met ijver zijne zaken drijft, de zoon van onze overleden gezagvoerder van Dijkzigt’ genoemd.”069 – p.191.

 

“Een … wedstrijd … werd in 1858 gezeild tusschen twee schepen van de Rotterdamsche reederij Van Hoboken. Op den 15den Maart van dat jaar nam kapitein De Vries van de Zephir op de reede van Batavia afscheid van zijn collega J.Louwerse van de Jason. Dat schip was nog niet heelemaal klaar met inladen, hetgeen nog wel een weekje kon duren. “Ik zal je vrouw als ik thuis ben alvast zeggen, dat ze je over een week of twee, drie kan verwachten”, zei De Vries tegen Louwerse, toen die weer naar zijn schip terugkeerde.

Ter hoogte van Kaap de Goede Hoop zagen de mannen van de Zephir een ander clipper aan de kim, die toen hij dichter bij kwam de Triton bleek te zijn, eveneens een schip van Van Hoboken. Fe Triton was ook den 15den Maart vertrokken, exhter van de reede van Banjoewangi. Door Straat Bali was hij op den Oceaan gekomen, zoodat zijn weg naar het vaderland vrijwel even lang was als die van de Zephir, die door Straat Soenda was gevaren van Batavia uit.

Het werd een spannende wedstrijd tusschen de beide schepen. Ze gaven elkaar niets toe en tefelijk stormden ze het Kanaal binnen … Bijna kop aan kop lagen ze, toen ze aan de kim Brouwershaven zagen opduiken en alles zetten de beide kapiteins er op om den ander nog een beetje voor te komen. …

De Zephir scheen tenslotte toch nog te winnen, het schip liep iets uit en kapitein De Vries dacht al overwinnaar te ziijn, toen zijn blik opeens verstarde. Want op de reede zag hij rustig achter zijn ankers met opgedoekte zeilen … de Jason, die zes dagen na hem was vertrokken en reeds de vorige dag was aangekomen. “Ik heb je vrouw al geschreven dat je onderweg bent”, zei kapitein Louwerse toen hij op de Zephir kwam om zijn collega te begroeten. Met een reis van 90 dagen had hij de race gewonnen. … “

Uit “De Clippers” van Anno Teenstra.Uitgave Holdert & Co, Amsterdam, 1945, 306 pp. en wel op pp. 74-75.

 

 

Datum vanaf: 1838
Kapitein: LOURENS, JAN
College: Zeemanshoop, Amsterdam
Vlagnummer: 414
Overige informatie: Johannes Lourens * Rotterdam 24.06.1807 – † Delfshaven 1871. Gehuwd Rotterdam 14.10.1829 met Jannetje de Ligt * Rotterdam 1.8.1808 – † 20.03.1886. Hij was vanaf april 1835 met vlagnummer 414 effectief lid van het College ‘Zeemanshoop’, Amsterdam. Van

Datum vanaf: 1842
Kapitein: Sap, J.
Overige informatie: 0

Afbeeldingen


Omschrijving: CANTON met kapitein J. Louwerense, die op de CANTON heeft gevaren van 1839 - 1842
Collectie: Stichting Nederlandse Kaap Hoorn-vaarders
Vervaardiger: Spin, Jacob
Onderwerp: Havenopname

Omschrijving: CANTON met kapitein J. Louwerense
Collectie: Stichting Nederlandse Kaap Hoorn-vaarders
Vervaardiger: Spin, Jacob
Onderwerp: Havenopname
Algemene informatie

1830

Op 12 augustus 1830 werd de eerste zeebrief en een Turkse Pas verstrekt voor de ORTELIUS, aangevraagd door J. Donnet, Antwerpen, voor J. Claeys als kapitein.

JAP 210930
Antwerpen. Verleden zaterdag werd aan de Kattendijk tewatergelaten het fraai schip VANDEWERVE (opm: fregat VAN DE  WERVE). Zijne Koninklijke Hoogheid Frederik en Zijne Excellentie de gouverneur hebben de maritieme plechtigheid bijgewoond. Het is de prins die de kabel heeft doorgesneden. Z.K.H. begaf zich vervolgens naar de ORTELIUS in het Tweede Dok, waar hij verwelkomd werd onder geroep van Leve de Prins.

België
Nadat eind augustus 1830 in Brussel onlusten waren uitgebroken die de inleiding vormden tot de Afscheiding door België werd op 4 oktober eenzijdig de Belgische onafhankelijkheid afgekondigd. In een reactie hierop decreteerde de koning bij Koninklijk Besluit van 28 oktober 1830 (Staatsblad No. 73) dat van de schepen welke in de Zuidelijke Provinciën van het Rijk tehuis behoren de Nederlandse zeebrieven moesten worden ingetrokken. Dat betrof dus ook de ORTELIUS, die op 13 oktober naar Batavia was vertrokken en van deze maatregel voorlopig geen hinder ondervond.

1831

JC 290131
Batavia, 27 januari, Gisteren arriveerden alhier het schip FORTITUDO, kapt. L. de la Fontaine, den 7 september (1830) vertrokken van Antwerpen; het schip de VRIENDEN, kapt. H.M. Lelsz, met een passagier, den 13 oktober vertrokken van Amsterdam; het schip ORTELIUS, kapt. J. Claeys, den 13 oktober vertrokken van Antwerpen; de bark MATHILDA, kapt. G.A. Climp, den 4 september vertrokken van Antwerpen, en heden het schip ANTHONY, kapt. A. Schaap, den 12 oktober vertrokken van Rotterdam.
AH 110631
Scheepstijdingen. Den 8 februari lagen ter rede van Batavia Zr.Ms. korvetten, ANNA PAULOWNA en POLLUX en fregat RUPEL.
De Nederlandse schepen MINERVA, kapt. G.H. Ahlers; DE NEDERLANDEN, kapt. A.J. Struik, (den 10 naar Amsterdam vertrokken); DE VRIENDEN, kapt. Lelsz; HELENA CHRISTINA, kapt. Martens (reeds te Rotterdam gearriveerd); ANTHONIJ, kapt. Schaap; DE VIER GEBROEDERS, kapt. Lupcke; ANNA CATHARINA, kapt. Veer, (van Japan); NEERLANDS KONINGIN, kapt. W. Verloop, (van Japan); DE STAD ANTWERPEN, kapt. Bulsing; DIANA, kapt. Nannings; VASCO DE GAMA, kapt. Brandaris; FORTITUDE, kapt. De la Fontaine; ORTELIUS, kapt. Claeys; HARRIET, kapt. Zeeberg
en brik PIETER EN KAREL, kapt. Poppen; het Engels schip HERO en de Amerikaanse schepen BENGAL en WASHINGTON.
AH 260731
Op de rede van St. Helena lagen den 1 juni de Hollandse schepen ORTELIUS, kapt. Claeys, AUGUSTE, kapt. Flemming, de ANTHONY, kapt. Schaap, alle van Batavia.
RC 130931
Amsterdam, 11 september. Het schip ORTELIUS, kapt. J. Claeys, van Batavia naar Vlissingen, te Falmouth binnen, heeft den 4 dezer de reis voortgezet.
MCO 130931
Vlissingen, 10 september. Eergisteren is alhier ter rede gekomen ORTELIUS, kapt. P. Klaassen (opm: kapt. J. Claeys), van Batavia, met koflie en suiker, op order.

Op 15 september 1831 werd de zeebrief van de ORTELIUS, kapt. J. Claeys, door de gouverneur van de provincie Zeeland naar Den Haag geretourneerd, met vermelding ‘schip te huis behorend te Antwerpen’, waarna op 21 september royement volgde.

1832 1833 OPGELEGD

Doordat de Nederlandse zeebrief in oktober 1830 was ingetrokken was de ORTELIUS nu feitelijk onder Belgische vlag. Dit hield in dat het schip niet meer in aanmerking kwam om voor de Nederlandsche Handel-Maatschappij lading met gesubsidieerde vrachten vanuit Indië te vervoeren. Doordat het varen in de wilde vaart niet lonend was werd het fregat voorlopig opgelegd, in afwachting van verbeterende omstandigheden. Toen deze op zich lieten wachten volgde rederij Donnet het voorbeeld van andere Belgische reders en verplaatste haar zetel in maart 1834 naar Nederland, Rotterdam in dit geval. De drie schepen van de rederij, de ORTELIUS, VAN DER WERVE en MACASSAR werden aan de nieuw opgerichte firma J.B. Donnet & Co ‘verkocht’, zodat de Nederlandse vlag weer kon worden gehesen en de schepen weer naar de Oost konden varen. Maar eerst moesten ze in Nederland gekeurd worden alvorens de zeebrief kon worden verstrekt, waartoe ze naar Rotterdam en Vlissingen werden gebracht.

1834

DC 200334
Z.M. heeft de reder en koopman te Antwerpen J.B. Donnet vergund, zich met zijn handelshuis, onder de firma van J.B. Donnet & Co., te Rotterdam te vestigen, en aan hem Nederlandse zeebrieven toegezegd voor de aan gemeld huis behorende schepen de ORTELIUS, de MACASSAR en de VAN DE WERVE.
DC 120434
Dordrecht, 11 april. Van de 46 Belgische koopvaardijschepen, die, vanaf de uitbarsting der Belgische revolutie tot op heden, de stad Antwerpen voorgoed hebben verlaten, en thans de Nederlandse vlag voeren, varen deze 14 naar Amsterdam:
de FELICITAS, de DILIGENCE, de ROSALIE, de SURINAME, de EUGENIE, de MATHILDE, de AUGUSTIN, de JOSEPH, de PRESIDENT SCHIMMELPENNINCK, de DIANA, de GRAAF BAILLET, de NATALIE, de JONGE PIETER, de STAD BRUGGE.
En de navolgende 32 naar Rotterdam: de INDIAAN, de JAVA, de PRINS VAN ORANJE, de DE COCK, de ELISA, de VASCO DE GAMA, de EMANUEL, de BATAVIER, de ERASMUS, de MARIA, de MARGARETHA, de MALEYR, de BATAVIER, de PRINS FREDERIK, de MARIA THERESIA, de ANNA HELENA, de STAD ’s-GRAVENHAGE, de GENERAAL CHASSÉ, de SUMATRA, de BELLONA, de ANJER, de RIBBLE, de KOOPHANDEL, de SCHELDE, de APOLLO, de AVENTURE, de JULIANA, de VIJF GEBROEDERS, de PHENOMENE, de MACASSAR, de VAN DER WERVE, de ORTELIUS.

Op 26 juli 1834 werd de eerste zeebrief verstrekt voor de ORTELIUS, aangevraagd door J.B. Donnet & Co., Rotterdam, voor D.G. Niesen als kapitein. 

RC 090934
Advertentie. Te Rotterdam liggen in lading naar Batavia:
Het Nederlands gekoperd fregatschip ORTELIUS, kapt. D.G. Niesen, hebben uitmuntende inrichtingen voor passagiers.
Het Nederlands gekoperd fregatschip NEDERLANDSE NIJVERHEID, kapt. A.L. van der Valk, hebbende zeer goede inrichtingen voor passagiers, om in de loop dezer maand te vertrekken.
Adres ten kantoren van Kuyper, Van Dam & Smeer en Hudig & Blokhuyzen.
DC 131134
Hellevoetsluis, 10 november. Heden morgen zeilden naar zee: MARGARETHA, kapt. H. Hagers, naar Suriname; LYNX, kapt. P.D. Nap, en de JONGE JOHAN GEORGE, kapt. L. den Breems, allen naar Lissabon; CHRISTINA CORNELIA, kapt. D.J. Mik, naar Bordeaux; JONGE ADRIANA, kapt. C.F. Hempel, en ORTELIUS, kapt. D.G. Niesen, beiden naar Batavia, de laatste is echter onder de Goerese haven ten anker gekomen.

1835

RC 240135
Rotterdam, 23 januari. Kapt. G.H. de Bruin, van Batavia, Soerabaya en Passaroeang, laatst van St. Helena, van waar hij de 3e december was vertrokken, in Texel binnen, rapporteert, de volgende dag in goede staat gepraaid te hebben de bark DE ONDERNEMING, kapt. H. Eeltje, van Batavia naar Middelburg, zijnde 4 uren vóór hem mede van St. Helena vertrokken en hebbende alstoen 80 dagen reis; als mede de 15e dito, op 04º08’ NB 22º10’ WL, de schepen ORTELIUS, kapt. D.G. Niesen, 32 dagen reis hebbende van Rotterdam naar Batavia en MINERVA, kapt. G.H. Ahlers, 50 dagen reis hebbende van Amsterdam naar Batavia.
JC 250235
Te Batavia zijn aangekomen:
De 22e februari: Zr.Ms. fregat Diana, kapt.t.zee J.C. Koopman, aan boord hebbende Z.E. de Luitenant-Gouverneur-Generaal van Nederlands-Indië D.J. de Eerens met familie en gevolg, de 10e november vertrokken van Texel, het Nederlandse schip ORTELIUS, kapt. D.G. Niesen, met een passagier, de 14e november vertrokken van Rotterdam en het dito schip BORNEO, kapt. D. Charlau, met twee passagiers en Zr.Ms. troepen, de 14e november vertrokken van Hellevoetsluis.
JC 010435
Van Soerabaija zijn vertrokken:
De 24e maart de Nederlandse (opm: N.O.I.) brik DOROTHEA, kapt. C. Boyle, met een passagier, over Batavia naar Benkoelen; dito schip ORTELIUS, kapt. D.G. Niesen, over Passaroeang en Samarang naar Batavia en dito schip FACTORIJ, kapt. J. Parlevliet, over Samarang naar Nederland.
DC 280735
Dordrecht, 27 juli. Op 16 maart lagen ter rede van Soerabaya Zr. Ms. korvet ZWALUW, schoener PILADES, kanonneerboten no. 8 en 9, schoener HAGEDIS, schepen JULIA, JOHANNA FREDERIKA, MADORA, EUGENIE, AURORA, HENRIETTE EN HENRY, MARGARETHA CATHARINA, IDA ALYDA, FACTORY, LOUISA PRINSES DER NEDERLANDEN, VEREENIGING en ORTELIUS, brik PRINS FREDERIK DER NEDERLANDEN, Engelse schepen STRATHFIELDSAY, ROSSENDALE en WILLIAM LOCKERBY, brik GRECIAN.
AH 170935
Batavia, 3 mei. Uitgezeild HENRIETTE EN HENRY, kapt. F.J. Vlieger, naar Amsterdam; INDIA, kapt. P. Vis, naar Soerabaya.
5 mei. ORTELIUS, kapt. D.G. Niesen, naar Rotterdam; EUGENIE, kapt. A.J. Meulenaer, naar Amsterdam.
RC 290935
Rotterdam, 28 september. De 26e, des morgens, arriveerde ZEELUST, kapt. J Noord, van Sunderland; DE ONDERNEMING, kapt. H.H. Henrichs, van Stockton; AMALIA, kapt. H.P. Henzing, van Liebau; des namiddags ORTELIUS, kapt. D.G. Niesen, van Batavia, welke bij de Goerese haven ten anker ligt;

1836

RC 210136
Advertentie. Te Rotterdam liggen in lading:
Naar Batavia, met uitmuntende inrichtingen voor passagiers, het snelzeilend Nederlands gekoperd fregatschip ORTELIUS, kapt. D.G. Niesen, om de 2e februari aanstaande, weer en wind dienende, van Helvoet te vertrekken. Adres ten kantore van Kuyper, Van Dam en Smeer en Hudig en Blokhuyzen en bij de kapitein aan boord.
DC 010336
Hellevoetsluis, 26 februari. Heden morgen zeilden naar zee: PRINS VAN ORANJE, kapt. P. de Boer, GENERAAL CHASSÉ, kapt. M. Harkema, en ORTELIUS, kapt. D.G. Niesen, allen naar Batavia; DE TWEELINGEN DANIEL EN WILCO, kapt. A.F. Klein, naar Boston; HARMONIE, kapt. G.J. Rens, naar New York; NEPTUNES, kapt. W.A. Bakker, naar Londonderry; VRIESLAND, kapt. T.W. Stuit, naar Greenock; VROUW DOROTHEA, kapt. J.H. Carstens, naar Emden.
RC 300436
Rotterdam, 29 april. Kapt. M.J. de Jonge, van Cette te Helvoetsluis binnen, rapporteert, de 14e dezer, op 40º26’ NB 14º8’ WL, gepraaid te hebben het Nederlands schip ORTELIUS, voerende van de voortop een witte vlag met rode rand, waarin de letters J.B.D. & Co. (opm: de huisvlag van de reder J.B. Donnet & Co., Rotterdam)
JB 020736
Batavia, 30 juni. Heden arriveerden alhier het Nederlandse schip ORTELIUS, kapt. D.G. Niesen, met enige passagiers, de 26e februari van Hellevoetsluis vertrokken, en de Nederlandse brik ADRIANUS JACOBUS, kapt. A. Plokker, met een passagier, de 20e februari van Rotterdam vertrokken.
RC 120736
Rotterdam, 11 juli. Het schip ORTELIUS, kapt. D.G. Niesen, van Rotterdam naar Batavia, laatst van Torbay, is de 6e mei gepraaid op de 21 gr. breedte en 33 gr. lengte.
DC 271236
Hellevoetsluis, 23 december. Gisteren namiddag arriveerden uit zee: GENERAAL CHASSÉ, kapt. M. Harkema, en ORTELIUS, kapt. D.G. Niesen, beiden van Batavia; HELENA, kapt. J. Mengurs, van Drammen, en HELENA GEERTRUIDA, kapt. C. Roskamp, van Riga, als bijlegger naar Antwerpen.
DC 291236
Dordrecht, 28 december. Met de ORTELIUS, kapt. D.G. Niesen, van Batavia de 22 dezer te Hellevoetsluis binnen, is aangebracht de gezagvoerder en ontbonden equipage van het stoomschip WILLEM DE EERSTE, kapt. H. Blad. (opm: de WILLEM DE EERSTE was verkocht aan het Gouvernement van Nederlands-Indië met conditie oplevering te Batavia; kapt. Blad en zijn bemanning brachten het schip van Amsterdam naar Batavia).
DC 311236
Hellevoetsluis, 27 december. Het schip ORTELIUS, kapt. D.G. Niesen, van Batavia, heeft manschap aangenomen en men was bezig het tussen de hoofden (opm: havenhoofden) te brengen. Er drijft veel ijs op de stroom. 

1837

RC 070137
Rotterdam, 6 januari. Den 9 september 1836 lagen te Batavia ter rede:
Nederlandse schepen RESOLUTIE, APOLLO, MARIA, JOEDEL BARIE, MEDORA, BOEROONG, WIJNHANDEL, SCHOON VERBOND, PEKALONGAN, GENERAAL CHASSẾ, HANDEL-MAATSCHAPPIJ, ZAANSTROOM, MERCURIUS, BATAVIA, ORTELIUS en JOHANNA CORNELIA;
RC 070137
Rotterdam, 6 januari. Aangaande het schip (opm: fregat) ORTELIUS, kapt. D.G. Niesen, van Batavia naar Rotterdam (bevorens gemeld), wordt van Rotterdam van den 31 december 1836 bericht, dat het lek was en zou moeten lossen; een der lichters, beladen met 100 balen koffij en 100 blokken tin, was gezonken.
RC 180437
Advertentie. H. Montauban van Swijndregt, F. van Dam en F.N. Montauban van Swijndregt, makelaars te Rotterdam, zijn van mening op donderdag den 27 april 1837, des n.m. ten 4 ure, in het locaal op de hoek der Scheepmakershaven en Bierstraat, wijk A, No. 458, te veilen en verkopen: het Nederlands gebouwd gekoperde Fregatschip, genaamd ORTELIUS, laatst gevoerd bij kapt. D.C. Niesen, lang 38,05 el, wijd 6,52 el, hol 5,70 el, en alzo groot 628 tonnen, met al deszelfs rondhout, staande en lopend want, geschut, ankers, kettingen, touwen, zeilen en verdere inventaris, zo als hetzelve is liggende te Rotterdam in de Leuvehaven. Als mede het Nederlands gebouwd gekoperde Fregatschip, genaamd BORNEO, laatst gevoerd bij kapt. D. Charlau, lang 38 el, wijd 6,48 el, hol 5,78 el, en alzo groot 633 tonnen, met al deszelfs rondhout, staande en lopend want, geschut, ankers, kettingen, touwen, zeilen en verdere inventaris, zo als hetzelve is liggende te Schiedam aan de Scheepstimmerwerf. (opm: de veiling werd hierna twee keer uitgesteld, eerst tot 2 mei, tenslotte tot 9 mei, toen Anthony van Hoboken & Zonen, Rotterdam, voor NLG 80.000 en bloc de ORTELIUS en de BORNEO kocht; de ORTELIUS kreeg de naam CANTON onder kapt. Niesen; de BORNEO werd aanvankelijk DECIMA maar ging als MENADO onder kapt. D. Charlau naar zee)

Op 10 mei 1837 werd de zeebrief van de ORTELIUS, kapt. D.G. Niesen, door de Ontvanger der Inkomende- en Uitgaande Regten en Accijnzen te Rotterdam naar Den Haag geretourneerd, met vermelding ‘schip verkocht’, waarna op 13 mei royement volgde.

Op 22 juni 1837 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de CANTON, aangevraagd door A. van Hoboken en Zonen, voor D.G. Niesen als kapitein.

RC 060737
Rotterdam, 5 juli. Schipper I. Hervens van de loodsboot no. 7, den 4 dezer in de Maas gearriveerd, rapporteert den 30 juni in het Kanaal twee loodsen gegeven te hebben aan het schip ’S GRAVENHAGE, kapt. D.J. Bulsing, van Batavia. Nog rapporteert gemelde schipper, den 28 juni gepraaid te hebben bij de Singels (opm: ondiepten in de inham bij Winchelsea, 10 mijl west van Dungeness) kapt. F. Matthysen, voerende het schip (opm: fregat) ANTHONY, aan welks boord alles wel was, hebbende wind O.N.O; ook passeerde hij dezelfde dag het schip (opm: fregat) CANTON, en den 1 dezer, bij de Singels, het schip (opm: fregat) VASCO DA GAMA.
RC 100837
Rotterdam, 9 augustus. Den 9 dezer arriveerden WIETZIENA, D.J. Greeven, VROUW HENRIETTE, H.F. Klie, GOED BURGERLAND, P.H. Levensen (opm: buitenlander), en TWEE GEBROEDERS, K.A. Sprik, van Riga en zeilden WILLEM, J.F. Klomp, KORTENAER, A. Glazener, en CANTON, D.G. Nissen, naar Batavia;
JC 111037
Batavia, 7 oktober. Gisteren is hier aangekomen het Nederlandse schip CANTON, kapt. D.G. Niesen, met een passagier, de 9e juli vertrokken van Rotterdam.

1838

ZP 020338
Het schip (opm: fregat) CANTON, kapt. D.G. Niesen, is den 13 oktober 1837 van Batavia naar Sourabaya vertrokken en zoude in het begin van november de reis naar Rotterdam aanvaarden.

Op 16 mei 1838 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de CANTON, aangevraagd door A. van Hoboken en Zonen, voor J. Lourens als kapitein.

JC 290938
Batavia, 27 september. De 25e dezer is hieraangekomen het Nederlandse schip CANTON, kapt. J. Lourens, met vier volwassenen en 2 kinderen als passagiers, vertrokken van Rotterdam de 1ste juni.

1839

ZP 140139
Gepraaide schepen. Kapt. H.T. Amsberg, voerende het schip (opm: fregat) FLEVO, van Batavia, de 11e januari in Texel binnen, rapporteert de 23 september bij Poela Babie (opm: Pulau Babi, 2º7’ N.B. 96º38’ O.L.) gepraaid te hebben de schepen: CANTON, kapt. Lourens, van Rotterdam naar Batavia; de 24e dito in Straat Sunda BATO, kapt. Kayzer, JOHANNA CORNELIA, kapt. Horneman, beide van Rotterdam, ADMIRAAL TROMP, kapt. Kerkhoven, de VRIENDSCHAP, kapt. De Boer en NATHALIE, kapt. Drent, van Amsterdam alle naar Batavia; de 5 eerste sedert te Batavia gearriveerd;
ZP 220339
De 24e oktober lagen ter rede van Batavia de schepen MARIA, kapt. Remkes, CANTON, kapt. Lourens, CAROLINA JOHANNA, kapt. Matsen, PRINS FREDERIK DER NEDERLANDEN, kapt. Kok, en STRAAT SUNDA, kapt. Mulder.

1840

JC 010140
Te Samarang aangekomen schepen:
De 22e decemeber: het fregat PRESIDENT RAM, kapt. P. Landberg, van Batavia de 18e december met een passagier.
De 24e december: het fregat FATHEL WADOET, kapt. Sarief Alie bin Hoesien Masawa, van Padang de 10e december; het fregat MARY EN HILLEGONDA, kapt. A. Glazener, van Batavia de 21e december met passagiers.
De 25e december de schoener BIENTANG TIEGA, kapt. Njo Hoen, van Pekalongan.
De 26e december de bark ABDUL HASSIEM, kapt. W.E. Looker, van Batavia de 22e december met een passagier; het fregat CANTON, kapt. J. Lourens, van Passaroean de 10e december.
ZP 140340
Volgens brief van Batavia van de 20e november zouden van daar vertrekken de schepen ALIDA WILLEMINA, kapt. Van der Mey, naar Amsterdam, de 25e november BATO, kapt. Keijzer en CANTON, kapt. Lourens, beide naar Rotterdam, medio december EMANUEL, kapt. S.G. Molenaar, naar Rotterdam en PRINS HENDRIK, kapt. Veening, naar Amsterdam, beide ultimo december.

Op 5 augustus 1840 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de CANTON, aangevraagd door A. van Hoboken en Zonen, voor J. Lourens als kapitein. Na terugkeer in Rotterdam eind juni 1841 werd kapitein Lourens in oktober kapitein van het fregat AMBOINA, eveneens van Van Hoboken. De te retourneren zeebrief werd niet gevonden, evenmin als de afgegeven zeebrief voor zijn opvolger op de CANTON, kapt. J. Sap. Deze heeft evenwel niet meer met het schip gevaren.

ZZC 250840
Brouwershaven, 21 augustus. Heden is uitgezeild het Nederlands fregatschip CANTON, kapt. J. Lourens, van Rotterdam naar Batavia.

1841

RC 290641
Binnengekomen, Brouwershaven, CANTON, Lourens, van Batavia naar Rotterdam.
AMBOINA, kapt. D. Charlau, van Banjoewangie naar Rotterdam.
OHC 030741
Advertentie. Mochten wij ons op den 22ste dezer, toen wij van onze drie ter koopvaardij varende zoons verblijdende berichten van hen zelven ontvingen, verheugen, weinig dachten wij heden reeds in diepen rouw gedompeld te zullen worden, door het ontvangen van een bericht, dat onze oudste veel geliefde zoon Arend Ojers, 3de Stuurman op het Koopvaardij Fregatschip CANTON, kapitein J. Lourens, op den 12de maart 1841, in den ouderdom van  23 jaar, op zijne terugreis van Batavia, aan boord, aan hevige koortsen was overleden; gevoelig is voor ons dit verlies, daar wij hem ieder ogenblik in ons midden verwachtten, en dit de tweede oudste zoon is, die wij binnen twee jaren moesten verliezen. De Almachtige God schenke ons kracht, om deze beproeving met gelatenheid te dragen.
Maarssen, 26 juni 1841
J. Ojers,
J.A.M. Ojers, geb. Röckus

1842

DC 260242
Advertentie. H. Montauban van Swijndregt, F. van Dam, F.N. Montauban van Swijndregt en W. van Dam, H.H. Zoon, makelaars te Rotterdam, zijn van mening op dinsdag 8 maart 1842, des namiddags ten vier ure, in het Lokaal op de hoek der Scheepmakershaven en Bierstraat, publiek te veilen: Het hol van het kopervaste en gekoperde fregatschip CANTON, lang 38,05 el, wijd 6,52 el, hol 5,70 el, en alzo groot 628 tonnen, liggende aan de Scheepstimmerwerf “Rotterdams Welvaren”, aan de Hoogenzeedijk, even buiten deze stad. (opm: bouwjaar 1830, laatste kapitein J. Sap, die evenwel niet meer met het fregat heeft gevaren; de koper bleek een sloper, getuige de opmerking ‘schip gesloopt’ die de Ontvanger op 15 september meegaf bij het naar Den Haag terugzenden van de zeebrief

Kroniekberichten

Toon kroniekberichten
Akten

RA - Beveren Archiefnummer Ant.512.0044.00132.254
DVD - XXXI – 132 III 145-146
ACTE BIJLBRIEF

Naam schip ORTELIUS

plaats en datum acte bijlbrief, Antwerpen, 14 juli 1830

type schip (fregat?), gekoperd en kopervast

bouwwerf/verkoper F.E. van den Bussche, scheepsbouwmeester op de Kattendijk te Antwerpen

gevoerd door kapt.

eigenaar/aankoper Jean Donnet, Antwerpen, boekhouder van het schip
te voeren door kapt.

grootte in tonnen 624 ton of 330 lasten (meetbrief Antwerpen 13 juli 1830 no. 230)

tuigage / aantal dekken 3 masten 2 dekken

afmetingen 37,72 x 6,60 x ? meter (holte niet vermeld)

kiellegging 8 mei 1829

tewaterlating 8 juli 1830

plaats / datum registratie Antwerpen, 24 juli 1830

nummer van registratie blad 118 recto vak 5

notaris bevestigende verklaring van burgmeester en schepenen der stad Antwerpen.

prijs NLG.

bijzonderheden

researcher/datum research: AD/030709

Naam ORTELIUS
Archiefinstelling Rijksarchief, Beveren
Jaar 1830
Toegang 512.0044
Inventaris 132

ARCHIEF Nat.Archief-Den Haag archiefnummer Rott.3.03.56.65.303a Foto DVD IV- 00 - 008 _________________________________________________
Acte van aan-/verkoop
Naam schip: ORTELIUS
Plaats en datum acte koop/verkoop, Antwerpen, 9 juli 1834

Soort schip fregat

Bouwwerf / verkoper 16 eigenaren, zie bijlage bij akte Rott.3.03.56.65.303b

Gevoerd door kapt.

Eigenaar / aankoper Jean Baptiste Donnet, koopman te Antwerpen, enig eigenaar

Te voeren door kapt.

Groot volgens meetbrief

Afmetingen

Tewaterlating gebouwd te Antwerpen (jaar niet genoemd)

Plaats en datum van registratie

Nummer van registratie

Notaris

Prijs (bij aan-/verkoop vermeld) en bloc met fregat VAN DE WERVE voor NLG. 131.250,-.

Bijzonderheden: acte ingeschreven te Rotterdam op 23 juli 1834.
Het schip was eigendom van de 16 eigenaren krachtens acte van verbintenis voor notaris Mr. Gleizer te Antwerpen in dato 25 juli 1829.

Researcher/datum research ML/200307

ORTELIUS :drie-masten schip van 750t (later 646t) gebouwd in 1829-30 bij Van den Bussche, Kattendijk. Het schip werd te water gelaten op 6 of 8 juli 1830; werd oorspronkelijk besteld door de Maatschappij voor de Reederij naar Oost-Indië.
Dit schip voer effectief als Zuid-Nederlander en vertrok uit Antwerpen op 5/10/1830 met bestemming Batavia waar ze aankwam op 26/1/1831; haar terugreis heb ik niet gevonden. Vermoedelijk werd ze reeds beschouwd als Noord-Nederlander of op de punt van .. toen Donnet in 1832 zijn bouwpremie vroeg aan de Belgische staat? En het schip zou aan de ketting gelegen hebben tussen 1832 en 1834 in de dok te Antwerpen.
In 1834 kwam ze officieël onder Nederlandse vlag, voor rekening van J.B. Donnet, Rotterdam, zonder omdoping. Ze werd verkocht op 27/4/1837 te Rotterdam en werd de CANTON van Anthony van Hoboken, Rotterdam. Op 21/2/1846 kwam het schip met averij binnen te Caty Point (Norfolk, VS) en werd op 21/4/1846 onzeevaardig verklaard en verkocht te Norfolk (Nieuwe Rotterdamsche Courant).
André Delporte 200307

Naam ORTELIUS
Archiefinstelling Nationaal Archief Den Haag
Jaar 1834
Toegang 3.03.56
Inventaris 65

ARCHIEF Nat.Archief-Den Haag archiefnummer Rott.3.03.56.65.343a Foto DVD-IV-103-107 _________________________________________________
Acte van aan-/verkoop
Naam schip: ORTELIUS, thans CANTON

Plaats en datum acte openbare veiling, Rotterdam, 9 mei 1837

Soort schip gekoperd fregat

Bouwwerf / verkoper Jean Baptiste Donnet, koopman te Rotterdam, namens zijn firma J.B. Donnet & Co.

Gevoerd door kapt. D.G. Nispen

Eigenaar / aankoper Anthony van Hoboken, namens zijn huis A. van Hoboken & Zoonen, Rotterdam

Te voeren door kapt.

Groot volgens meetbrief: Rotterdam 27 februari 1837: 628 tonnen

Tuigage en aantal dekken

Afmetingen lang 38,05 m., breed 6,52 m., hol 5,70 m. Kiellegging

Tewaterlating

Plaats en datum van registratie Rotterdam, 11 mei 1837

Nummer van registratie deel 85, folio 51, vak 7 e.v.

Notaris Hubertus Montauban van Swijndregt, Fredrik van Dam en François Nicolaas Montauban van Swijndregt, makelaars te Rotterdam in aanwezigheid van de griffier Rechtbank van Koophandel, Rotterdam

Prijs (bij aan-/verkoop vermeld): en bloc met BORNEO: NLG. 80.000,-

Bijzonderheden: schip ligt tijdens deze veiling op stroom voor Rotterdam.
J.B. Donnet & Co. waren eigenaren geworden van 1/16e part door aanbouw en van
15/16e part door aankoop bij onderhands contract te Antwerpen d.d. 9 juli 1834.

Researcher/datum research ML/190407

Naam CANTON
Archiefinstelling Nationaal Archief Den Haag
Jaar 1837
Toegang 3.03.56
Inventaris 65

Bronnen

Jaar: 0000
Bron: Diverse Bronnen
Omschrijving: RA - Beveren archiefnummer Ant.512.0044.00132.254
N.A. Den Haag archiefnummer Rott.3.03.56.65.303a
N.A. Den Haag archiefnummer Rott.3.03.56.65.343a
N.A. Den Haag, toegang nummer 2.08.01.07, diverse bestanddelen
De heer A. Delporte, Luik
De heer S. Parma, Hilversum
www.zeemansleed.nl
AH = Algemeen Handelsblad
JAP = Journal d'Anvers et de la Province
JB = Javabode
JC = Javasche Courant
MCO = Middelburgsche Courant
OHC = Opregte Haarlemsche Courant
RC = Rotterdamsche Courant
ZP = Zeepost
ZZC = Zierikzeesche Courant
Documentatie Stichting Nederlandse Kaap Hoorn-vaarders (SKHV), w.o. collectie Hoedemaker/Smit/Suyk