Inloggen
DILIGENCE - ID 10395


In dienst
Onder Nederlandse Vlag tussen:1839-11-27 / 1863-11-07 | Reden uitgevlagd: Sloop, afgekeurd

Identification Data

Bouwjaar: 1839
Categorie: Cargo vessel
Voorstuwing: Sailing Vessel
Type: Fregat
Masten: Three masts
Material Hull: Wood, sheathed with copper
Dekken: 2
Construction Data

Scheepsbouwer: Willem & Jan Hoogendijk & Co., Capelle aan den IJssel, Zuid-Holland, Netherlands
Launch Date: 1839-10-23
Delivery Date: 1839-11-14
Technical Data

Gross Tonnage: 389.00 lasts
 
Length 1: 39.80 Meters Registered
Beam: 7.63 Meters Registered
Depth: 5.45 Meters Registered
Zeebrieven en Turksche passen

Record type Zeebrief
Zeebrief jaar: 1839
Datum agenda: 1839-11-27
Register nr: 18390555
Scheepsnaam: DILIGENCE
Type: Fregat
Lasten: 389
Gebouwd in provincie: Zuid-Holland
Gebouwd in binnen- of buitenland: Binnenlands
Zeebrief / Turksche pas verzocht door: Loos, F.J.
Plaats: Amsterdam
Kapitein op moment van verzoek: Bos, H.
Opmerkingen: Eerste zeebrief

Bekijk de overige zeebrieven / Turksche passen van dit schip
Ship History Data

Date/Name Ship 1839-11-14 DILIGENCE
Manager: François Joseph (Franciscus Jozephus) Loos, Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Eigenaar: François Joseph (Franciscus Jozephus) Loos, Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Amsterdam / Netherlands

Ship Events Data

1839-10-29: Meetbrief Rotterdam, 29 oktober 1839
1863-10-16: Condemned
Amsterdam, 19 november. De Nederlandse bark DILIGENCE (opm: ex-fregat, bouwjaar 1839, zie ook NRC 041263), kapt. L. Smit, van Batavia herwaarts, te Curaçao met schade binnengelopen, is, volgens brief van daar, d.d. 16 oktober, afgekeurd en zou 22 oktober verkocht worden.
1863-11-07: Final Fate: Condemned

Amsterdam, 3 december. Het schip DILIGENCE, kapt. L. Smit, van Batavia herwaarts, te Curaçao afgekeurd, is volgens brief van daar, dd. 7 november met de inventaris voor NLG 11.465 verkocht.

Gezagvoerders

Familiegegevens en opleiding

Ene Hendrik Bos werd geboren ca. 1786 te Amsterdam als zoon van Pieter Bos en Eliesebet van der Sluis.

Hij trouwde op 20 juni 1834 te Amsterdam ALS SCHIPPER met Cornelia de Bruijn, geboren ca. 1787 te Amsterdam als dochter van Hendrik de Brruijn en Johanna van der Laar. Cornelia was de weduwe van Jurriaan Brikzel

 

Hendrik overleed  in 1855 volgens opmerking in het Jaarverslag van het zeemanscollege (zie hierna)

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

H.Bos was op 14 september 1819 één van de elf oprichters van het Rotterdamse zeemanscollege “Maatschappij tot Nut der Zeevaart”. Hij had in de ledenlijst van 1819 het vlagnummer R9, maar in dat van 1826 nr. 10. Dit laatste nummer behield hij t/m 1854. Wanneer tussen 1819 en 1826 dit nummer gewisseld is. kan ik niet nagaan door het ontbreken van ledenlijsten uit deze periode058.

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

Onder de “Ingekomen Berigten Gevoegd achter het Verslag over 1821”staat het volgende:

“Het Lid No.10 (i.c.M.D.Meijer of Hendrik Bos) heeft een plan aan de Maatschappij vertoond, om zonder Rekening, maar alleen met de hoogte meting van de Noordster de Breedte of Pools hoogte te vinden, door het rond draaijen van de binnenste schijf van dat Plan; voor Notitie aangenomen zonder verder gevolg. Dit Plan scheen van Amerikaanse afkomst”058.

In het Jaarverslag 1838 van de Maatschappij tot Nut der Zeevaart  (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld, dat kapitein Bos gerechtigt is een toelage te ontvangen vanwege het verlies van zijn schip, maar dat hij van dat recht “edelmoediglijk” afstand heeft gedaan. Hij is vervolgens door het College vrijgesteld van contributiebetaling in 1838.

In het Jaarverslag 1855 van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat hij in 1855 is overleden en in dat jaar eindigde dus zijn lidmaatschap.

De schepen van de kapitein

In 1824 was H.Bos gezagvoerder van de Rotterdamse brik de “Concordia” (122 lasten). De boekhouder was J.Schuurman & Co te Utrecht012.

In de Jaarverslagen van het College staat kapitein H.Bos als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:

  • 1849 en 1851 maar zonder vermelding van een schip

 

Bouma025 vermeldt H.Bos als gezagvoerder gedurende:

  • 1824 t/m 1830 op de brik “Concordia”, bouwjaar en -plaats niet vermeld, 228 ton o.m., varend voor Schuurman & Co te Rotterdam;
  • 1832 t/m 1837 op het 3/m schip “Diligence”, gebouwd in 1830, 666 ton o.m., varend voor F.J.Loos te Amsterdam. “Op de reede van Passaroeang in brand geraakt en ontploft door buskruit”. Van Sluijs013 vermeldt “Lag 1832 te Amsterdam nieuw gebouw in lading”.
  • 1840 t/m 1843 van het fregat “Diligence”, gebouwd in 1839 te Capelle aan de IJssel door W. en J.Hoogendijk, 744 ton o.m., varend voor van Gend & Loos te Amsterdam zie ook 011;

Handelsblad 30 oktober 1839:

Rotterdam, 28 October, Den 23sten dezer is te Capelle op den IJssel van de werf van W.enJ.Hoogendijk en Co met goed gevolg van stapel geloopen het fregatschip Diligence, groot 1000 tonnen, voor rekening van den Heer J.T.Loos, te Amsterdam, en zullende gevoerd worden door kapt.H.Bos (Rott.Ct)”.

  • 1844 van het 3/mschip “Emma”, gebouwd in 1820, bouwlocatie niet vermeld, 576 ton o.m., varend voor van Gend & Loos te Amsterdam. Het schip strandd in 1844 te Havana.

 

Overige bijzonderheden

Op 16 november 1826 werd Jacobus Elie van Hoogenhuyze vanuit de Kweekschool voor de Zeevaart te Amsterdam als ligtmatroos geplaatst op de “Concordia” onder kapitein Hendrik Bos voor een reis van Rotterdam naar Batavia. Jacobus keerde terug op 29 oktober 1827004(532/1486).

Op 09 april 1838 verging op de ondiepten van de Banjaart bij Veere het fregat “De Zeeuw” onder gezag van kapitein J.J.ter Hofsteede (zie aldaar). Dit ongeluk is uitgebreid beschreven in het Handelsblad van 12 en 14 april 1838. In het verslag van 14 april staat de volgende zinsnede:

“… Ten 4 ure in den namiddag besloot men het schip te verlaten; de barkas, met 19 personen, is ten 9 ure des avonds op Schouwen aangekomen; maar de sloep, waarin zich de passagiers bevonden, heeft den geheelen nacht in de branding omgedoold en groote gevaren doorstaan, tot dat de menschen (waaronder zich de equipage van het verbrande schip Diligence van Amsterdam, bevond) des morgens ten 6 ure door een vaartuig zijn opgenomen en naar Zierikzee vervoerd.”

De “Vrienden” op de rede van Batavia057:

05 december 1834      “... Loste ballast in een prauw doch door de harde opkomende wind uit het westen waare genootzaakt de prauwen te laaten gaan  ten 12 uren kwam het schip Deligenze op ons toe drijven  Staaken gedurig van ons ketting om niet aan alkander te koomen  Doch woerden eindelijk genootzaakt om ons ketting te laten slippen daar wij dezelve eerst van een goede boei en boeireep voorzagen  Lieten toen ons 2de anker vallen  staken op ¾ touw  zetten het 3de zwaar anker af  Staken t niew zwaar touw en met den avond de wind afnemend  Ligte de equipage der Delizinge Capt H.Bos de boeireep der ketting indien mogelijk was het anker voor ons te lichten  Doch door het zware stampen der bood slipte de boeireep der ketting...”.

06 december 183        “ ... viste des morgens tot 8 uren naar de ketting en anker maar konden hetzelve niet ontwaaren ... des avonds om 6 uren de Co afnemende Gingen aan het vissen  Raakte vast naar gissing der merken waar de ketting lag  Kreegen een bood met 10 man tot adsistentie van Capt. Bos doch konden hetzelve niet lichten ...”.

07 december 1834      “... Bragten een zwaar werp en kabeltouw uit waar het schip de Deligenze het meede ligten ...”.

“De Vrienden” op de rede van Soerabaja:17 december 1834       “... heden avond arrieveerde alhier het schip Delizenge Capt H.Bos ...”.

“De Vrienden” op de rede van Passoeroean057:

01 januari 1835 “... heden morgen arriveerde alhier ter rheede het schip Deligenze Capt. H.Bos ...”.

Het fregat Diligence onder gezag van Hendrik Bos en met 37 manschappen dateerde de monsterrol op 01 juni 1833 met bestemming Batavia. Boekhouder F.J.Loos011.

De schrijfwijze van het schip varieert: Deligenze/Deliginze/Delizenge, waarbij het onderscheid tussen een e en een i niet altijd duidelijk is. Het is ongetwijfeld een fonetische weergave van “Diligence”, hetgeen blijkt uit de monsterrol en de vermeldingen in Bouma025. Deze auteur noemt kapitein H.Bos de gezagvoerder van 1832 t/m 1837 van het fregat de “Diligence” varend voor F.J.Loos te Amsterdam.

Van Sluijs013  spreekt van Dilegence. Deze auteur meldt tevens berichten uit het Handelsblad van 05 en 06 december 1837 waarin sprake is van het vergaan van dit schip op 22 augustus 1837 onder kapitein Bos op de rede van Passoeroean. Het schip is in brand gevlogen en na het springen van het buskruit uit elkaar geslagen. De bemanning werd gered.

H.Bos verzorgde per 16 december 1826 vanuit Hellevoetsluis met de “Concordia” een troepentransport van 3 officieren en 80 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 12 april 1827 na een reis van 117 dagen.

Per 12 augustus 1834  vertrok een H.Bos vanuit Nieuwediep met de Diligence en 15 officieren plus 100 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 23 november 1834 na 103 dagen, waarbij 1 militair onderweg was overleden065.

Berichten uit het Handelsblad:

  1. 05 december 1837 in de rubriek Scheepstijdingen

“Volgens brief van Batavia, dd 29 Augustus, is het schip Diligence, kapt. H.Bos, van Amsterdam, te Passaroeang geheel verbrand. De equipage is gered”.

dd 06 december 1837 in de rubriek Scheepstijdingen

“Het schip Diligence, kapt.Hendrik Bos, is, volgens brief van Batavia van den 28sten Augustus, (reeds voorloopig in ons vorige Nommer medegedeeld) in den voormiddag van de 22sten dito, ter reede van Passaroeang liggende, in brand geraakt en des namiddags ten vier ure door het springen van het buskruit uit elkaar geslagen en in vijf vademen water gezonken; het volk had zich ter nauwernood kunnen redden, zonder het minste, zelfs van hunne kleederen te hebben kunnen bergen, en was van alles ontbloot, met de grootste menschlievendheid door de ingezetenen van Passaroeang opgenomen, terwijl van het schip of van de lading niets had kunnen geborgen worden; de oorzaak van den brand was onbekend”.

In de notulen van de Algemene Vergadering van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop van 08 mei 1838 staat het verzoek van twee bemanningsleden/leden van het College van het schip Diligence onder kapitein H.Bos om onderstand “als hebbende door brand hun schip verloren”.023. Een overeenkomstig verzoek van 9 bemanningsleden van de “Diligence” staat in de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 26 april 1838. Zij krijgen een maand gage uitgekeerd.042

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 25 juli 1844 vraagt een bemanningslid van het schip de “Emma” onder kapitein H.Bos om een ondersteuning vanwege een schipbreuk.042.

Rotterdamsche Courant 29 januari 1820114

Te Rotterdam in lading liggende schepen naar:

Surinamen: het gekoperd Fregatschip de TWEE VRIENDEN, kapt. Hendrik Bos….

Rotterdamsche Courant 05 december 1820114

Te Rotterdam in lading liggende schepen naar:….

….Surinamen: het gekoperd Fregatschip de TWEE VRIENDEN, kapt. Hendrik Bos…..

 

Rotterdamsche Courant  06 februari 1821114

Te Rotterdam in lading liggende schepen naar:

….Surinamen: het gekoperd Fregatschip de TWEE VRIENDEN, kapt. Hendrik Bos, mede voor passagiers, om den 5 februari te vertrekken.

Idem: het Brikschip de GONNEMIE, kapt. Willem Reijmers, mede voor passagiers, om in de loop dezer maand februari te vertrekken…..

Rotterdamsche Courant 27 februari 1821114

Rotterdam 26 februari. …..Den 26 dezer zeilden de schepen de HOOP, L. Das, naar Lissabon; BETSEY, J. Roepel, en DE TWEE VRIENDEN, H. Bos, naar Surinamen; POCAHUNTAS, F.A. Rijnolds, naar Baltimore; PIETER EN J. Chambers, en de JONGE JACOBUS, H.J. Bonn, naar Batavia; SOPHIA CHRISTINA, L. de Koning, naar Genua, en MARIE AUGUSTINA, kapt. Villanumores, naar Nantes. De wind O.

 

Rotterdamsche Courant 13 november 1821114

Rotterdam 12 november. Door kapt. A. van der Meijden, komende van Malaga, en voerende de nummervlag R 111, is op den 1 november, des middags te 12 uren, 5 mijlen N.O. ten O. van Zuid-Voorland (opm: South Foreland), gezien het schip, voerend de nummervlag R 10, zijnde H. Bos, van Rotterdam naar Surinamen gedestineerd.

 

Rotterdamsche Courant 30 oktober 1821114

Rotterdam, 29 oktober.

....Den 28 arriveerde kapt. Knocker, met de brieven van den 27, van Harwich, en zeilden PHANIX, J. Lewfestij, naar Guernsey; de FENIKS, J. Kardas, en FLORA, J.H. Jonker, naar Brest; FREDRIK, J. Davids, naar St. Ubes (opm: Setubal); OTTER, T. Downing, naar Sumatra; BARON VAN DER CAPELLEN, W. Purvis, en DIJKZIGT, J. Schaap, naar Batavia; de VROUW GERARDA, C. Schultz, en de TWEE VRIENDEN, H. Bos, naar Surinamen; AURORA, G. Johannes, naar Liverpool; dezelven zijn, door de stilte van wind, onder de Goereese haven ten anker gekomen; de wind O. dik en mistig.

 

Rotterdamsche Courant 01 november 1821114

Rotterdam, 1 november. Van Helvoetsluis wordt van den 30 oktober gemeld: den 29 zeilden naar zee de schepen de VROUW GERARDA, C. Schultz, en de TWEE VRIENDEN, H. Bos, naar Surinamen en ZORG EN VLIJT, J.E. Zwart, naar Brest….

 

Rotterdamsche Courant 13 november 1821114

Rotterdam 12 november. Door kapt. A. van der Meijden (opm: voerende de hoeker NEERLANDS KROONPRINS), komende van Malaga, en voerende de nummervlag R 111, is op den 1 november, des middags te 12 uren, 5 mijlen N.O. ten O. van Zuid-Voorland (opm: South Foreland), gezien het schip (opm: TWEE VRIENDEN), voerend de nummervlag R 10, zijnde H. Bos, van Rotterdam naar Surinamen gedestineerd.

 

Rotterdamsche Courant 20 november 1821114

Rotterdam, 18 november. Extract uit een brief van kapt. H. Bos, voerende het schip de TWEE VRIENDEN, gedestineerd van Rotterdam naar Surinamen, geschreven aan boord den 6 november 1821, tussen Calais en Douvres (opm: Dover):

Na mijn laatste van den 29 oktober, u met de loods van boord gezonden, liep de wind in het Z.W. doch goed weer, waarmede wij opwerkten tot onder de kust van Engeland. Den 1 november ondervonden wij aldaar een harde wind, welke weldra in een storm veranderde, vergezeld van hagel en donder, die zo allervreselijkst was, dat, als het ware, de zee in de afgrond kookte, hetgeen mij niet geheugt ooit gezien te hebben; dit was van zaterdag op zondag; ons digtgereefde groot-marszeil werd weggeslagen, doch kregen zondag weder een ander vast; de wind was van het N.W. en N, waardoor ik zwaar zeilen moest om van de wal te houden; het galjoen is beschadigd; aan bakboordzijde de verschansing weggeslagen en een partij lopend touwwerk gebroken; dit is bij mijn weten de aanmerkelijkste schade, die bekomen hebbe, hetgeen erger gewacht had. Maandag den 5 dezer begon het te bedaren en de zee werd stil.

Gisterenmorgen om 8 uren ontdekte ik een schip in het Z.W. van ons met een noodvlag aan de top, waarop ik toezeilde, om hulp toe te brengen en mensen te redden, dat mij volkomen gelukt is; de kapitein en een matroos waren nog op dat schip, die wij overgenomen hebben, en geen tien minuten daarna zonk hetzelve; een matroos was een half uur tevoren over boord geslagen; dit was 5 mijlen N.W. van Walcheren; volgens hun verklaring, was de naam van de kapitein William Mumbij en het schip ARK OF HULL, een kustvaarder, gedestineerd van Londen naar Hull.

Deze (opm: brief) is verzonden met de schipbreukelingen; Douvres is thans Noorden van ons, meest dood stil, dat mij hoop geeft op een oosten wind.

 

Rotterdamsche Courant 21 maart 1822114

Rotterdam, 20 maart. Den 13 december 1821 is te Surinamen gearriveerd het schip de TWEE VRIENDEN, kapt. H. Bos, van Rotterdam.

 

Rotterdamsche Courant 04 mei 1822114

Rotterdam, 3 mei. Den 1 dezer arriveerden te Helvoetsluis de schepen AUGUSTA FREDRIKA, J.C. Zaage, van Rostock, en de TWEE VRIENDEN, H. Bos, van Surinamen.

Den 2 arriveerden Zr.Ms. brik van oorlog DE COURIER, J.H. Bolken; ANNA DOROTHEA, P.H.N. Davids, en URANIA, C.F. Maas, van Rostock.

Den 3 arriveerden CAROLINA, P. Bradhering, en FORTUNA, T. Bradhering, van Rostock; de wind Oost.

 

Rotterdamsche Courant 11 mei 1822114

Te Rotterdam in lading liggende schepen naar:….

Surinamen: het schip de TWEE VRIENDEN, kapt. Hendrik Bos….

 

Rotterdamsche Courant 29 juni 1822114

Te Rotterdam in lading liggende schepen naar:

Surinamen: het schip de TWEE VRIENDEN, kapt. Hendrik Bos.

Idem: het schip MARIA AGNITA, kapt. Poulus Rijnbende.

Idem: het hoeker-schoonerschip GUIANA, kapt. G. Straatman.

Idem: het driemastschip VREDE EN VRIENDSCHAP, kapt. G. Nieuveen…..

 

Rotterdamsche Couranten 25 juli 1822114

Te Rotterdam in lading liggende schepen naar: ….

Surinamen: het nieuw gekoperde Fregatschip de TWEE VRIENDEN, kapt. Hendrik Bos, is bij

uitnemendheid goed ingerigt voor passagiers. …

 

Bataviasche Courant 24 augustus 1822114

Curaçao, 18 oktober (1821). De schoener de TWEE VRIENDEN is den 22 september op deszelfs reis van Aruba naar deze haven door de Spaanse kaper FAMOSO INDIANO genomen. De beweegreden van het nemen van dit ons vaartuig is alsnog onbekend. Men verneemt, dat de Spaanse kapers alle vaartuigen nemen, die producten aan boord hebben, welke uit de havens van Colombia vervoerd zijn geworden, niettegenstaande dat dezelve in neutrale havens aan land gebracht en van daar weder ingescheept zijn, hetwelk wij vernemen het geval te zijn met de lading van de TWEE VRIENDEN. Dit vaartuig was geladen met huiden, geel hout en kabriete-vellen (opm: cabret, geitenleer), welke te Aruba geladen waren. Daar nu dit vaartuig op de kust van dit eiland genomen is, kunnen de Spanjaarden niet voorwenden, dat dit vaartuig de blokkade der havens van Colombia geschonden heeft, en, verondersteld dat het vaartuig genomen ware geworden binnen de bepaling van de blokkade, welke drie mijlen van het vaste land is, dan konde dezelve nog niet als een wettige prijs aangezien worden, omdat de verklaring van de blokkade van de uitgestrekte kust, thans in bezit der Colombianen, slechts op papier bestaat. De Spaanse zeemacht in deze zeeën is niet tot dit oogmerk toereikend, en waar zulks het geval is, geloven wij, dat het een bestaande regel is onder onpartijdige natiën, geen blokkade te erkennen, wanneer de macht, die dezelve verklaart, geen genoegzame oorlogsschepen heeft om dezelve volkomenlijk ten uitvoer te brengen.

Den 24 heeft diezelfde Spaanse kaper op de hoogte van Klein Curaçao de schoener CORNELIA, op deszelfs terugreis van St. Thomas naar dit eiland, aangedaan en een aantal gewapende manschappen aan boord gezonden, welke de kapitein aan boord van de kaper brachten. De Spanjaarden namen alle papieren en brieven, welke zij aan boord vonden, weg. Na dit vaartuig meer dan drie uren opgehouden en vele schade veroorzaakt te hebben, werd hetzelve toegestaan te vertrekken.

 

advertenties bij de juiste kapitein?

 

Datum vanaf: 1839
Kapitein: Bos, Hendrik
Overige informatie: 0

Familiegegevens en opleiding

Lammert Smit werd geboren te Texel op 16 februari 1805 als zoon van Reijer Smit en Antje Rademaker.

Hij trouwde op 14 mei 1841 te Kralingen/Rotterdam als scheepsgezagvoerder met Jeanne Josephine Rolufs, geboren te Ostende op 06 juli 1809 als dochter van Roluf Rolufs en Jeanne Rosalie Merlier.

 

In het Bevolkingsregister 1851 van Amsterdam staat de koopvaardijkapitein Lammert Smit, geboren op 13 februari 1805 te Texel, Rooms Katholiek, van 1843-1854 wonend op de Korte Prinsengracht te Amsterdam en in 1854 vertrokken naar Lith, NB.

 

Lammert was bij een huwelijk van een dochter in 1863 “buitengaats”

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

L.Smit (met als adres A.Smit te Amsterdam) werd met vlagnummer 410 per 05 juni 1838 ingeschreven als effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop op voordracht van kapitein G.A.Klimp. Als zijn schip is genoemd “Augustin”. Toegevoegd is “overleden” 002. Ten tijde van de inschrijving was L.Smit 32 jaar en ongehuwd002a.

In de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege “Zeemanshoop” van 29 mei/05 juni 1838 werd als effectief lid ingeschreven Lammert Smit, oud 32 jaar, voerend het schip “Augustin”, afkomstig van Texel, met adres de heer A.Smit te Amsterdam, op voordracht van kapitein G.A.Klimp. Hij kreeg vlagnummer 410023.

Hij werd deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop per 07 mei 1844. Bedankt in 1865.003

 

Lammert Smit was effectief lid van het zeemanscollege “Zeemanshoop” met vlagnummer 410 in de periode 1838 t/m 1854 en met vlagnummer 151 in de periode 1854 t/m 1865.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop staat een verzoek van stuurman Lambert Smit om onderstand vanwege het verbranden van zijn schip de “Diligence” onder kapitein H.Bos. Hem wordt een maand gage uitgekeerd.042.

 

De schepen van de kapitein

lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer                    jaren           type                  scheepsnaam                                        naam reder/boekhouder

       410                        1838-1839     bark                 Augustin                     P.J.Neef

                                           1840           geen vermelding van schip en boekhouder

                                      1841-1842     fregat               Emma                        van Gend & Loos te Amsterdam

                                      1843-1853     fregat               Diligence                    idem

       151                        1854-1863     fregat               Diligence                    idem

                                      1864-1865     geen vermelding van schip en boekhouder

 

 

Bouma025 en van Sluijs011 melden kapitein L.Smit over de periode 1844-1863 als gezagvoerder van het fregat de “Diligence”, gebouwd in 1838-1839 te Capelle aan de IJssel op de werf van W.en J.Hoogendijk, 744 ton (n.m.). Het schip werd in 1863 (dus onder kapitein L.Smit) in averij te Curacao afgekeurd.

 

Vermelding van vertrek en aankomst in Amsterdam093

Naam kapitein                                     Naam schip                                       vertrek                       terugkomst

L.Smit                                                    Diligence                                           06 mei 1861               04 april 1862

                                                                Diligence                                           12 augustus 1862      geen vermelding

 

Bouma025 vermeldt L.Smit als gezagvoerder gedurende:

  • * 1839 t/m 1842 van het fregat “Augustin”, gebouwd in 1806, bouwlocatie niet vermeld, 230 ton o.m., varend voor P.J.Neef te Amsterdam. In 1842 werd het hol geveild;
  • * 1842 t/m 1843 van het 3/mschip “Emma”, gebouwd in 1820, bouwlocatie niet vermeld, 576 ton o.m., varend voor van Gend & Loos te Amsterdam. Het schip liep in 1843 zwaar beschadigd te Mauritius binnen en werd gerepareerd;
  • * 1844 t/m 1863 van het fregat “Diligence”, gebouwd in 1839 te Capelle aan de IJssel, 744 ton o.m., varend voor van Gend & Loos te Amsterdam. Het schip werd in afgekeurd in averij op Curaçao.

 

De scheepstekenaar Jacob Spin vervaardigde prenten van  de”Emma” tijdens een orkaan op de Indische Ocaan in 1844. “Op het glas van de ingelijste aquarel staat Toestant van het schip Emma kapitein L.Smit op 38o48’ZB 19o26’OL. Tusschen 8 & 9 Sept. 1842”. Op 10 oktober 1842 schreef gezagvoerder Smit op Mauritius  een brief waarin dat de Emma op weg van Batavia naar Amsterdam in de Indische Oceaan door een zware storm was overvallen vergezeld door hoge zeeën, later uitgroeiend tot een orkaan. Alles wat op dek ston werd weggeslagen  waarbij ook vier an overboord werden geslagen , waarna weer twee teruggeworpen werden. Het schip liep tenslotte op 8 oktober Maritius binnen waar het werd gerepareerd.

Een beschrijving plus het scheepsportret wordt vermeld in Een Terschellinger zeilvaartkapitein” door Bram Oosterwijk, Coolegem Media, 2016, p, 121-122.

 

Overige bijzonderheden

L.Smit vertrok per 09 september 1862 vanuit Nieuwediep met de “Diligence” en 1 landmachtofficier. Hij kwam te Batavia aan op 04 januari 1863 na een reis van 117 dagen065.

 

Zeepost 21 februari 1839 – 320114

De 17e december (opm: 1838) lagen ter rede van Batavia de schepen PRINS FREDERIK DER NEDERLANDEN, kapt. P. Huidekoper, NATALIE, kapt. E.J. Drent, KORTENAER, kapt. B.P. Martens, AUGUSTIN, kapt. L. Smith en SOPHIA, kapt. Ketels.

 

Zeepost 25 februari 1839 – 323114

De 27e oktober (opm: 1838) lagen ter rede van Batavia de schepen KORTENAER, kapt. B.P. Martens, DE VRIENDEN, kapt. Jaski, PRINS FREDERIK DER NEDERLANDEN, kapt. P. Huijdekoper, RHOON EN PENDRECHT, kapt. A. Schaap, VIER GEBROEDERS, kapt. De Boer, AUGUSTIN, kapt. L. Smith, NICKERIE, kapt. F.A. Bunnemeijer en SOPHIA, kapt. Ketels.

 

Zeepost 14 maart 1840 114

Volgens brief van Batavia van de 20e november zouden van daar vertrekken de schepen ALIDA WILLEMINA, kapt. Van der Mey, naar Amsterdam, de 25e november BATO, kapt. Keijzer en CANTON, kapt. Laurens, beide naar Rotterdam, medio december EMANUEL, kapt. Molenaar, naar Rotterdam en PRINS HENDRIK, kapt. Veening, naar Amsterdam, beide ultimo december. Nog lagen daar in lading de schepen ELISABETH, kapt. Jansen en AUGUSTIN, kapt. Smit, naar Amsterdam en DANKBAARHEID AAN DE NEDERLANDSCHE HANDEL MAATSCHAPPIJ, kapt. Hus, naar Rotterdam.

 

Algemeen Handelsblad 13 juni 1840114

Advertentie. J. Corver, H. Salm en B.D. Bosscher, makelaars, zullen op maandag de 22e juni 1840, des avonds ten 6 ure, te Amsterdam in de Nieuwe Stads Herberg aan het IJ, ten overstaan van een daartoe bevoegd beambte, verkopen een extra ordinair, welbezeild, gekoperd barkschip, genaamd AUGUSTIN, varende onder Nederlandse vlag en laatst gevoerd door kapt. L. Smit, volgens Nederlandse meetbrief lang 26 ellen 30 duimen, wijd 5 ellen 47 duimen, hol 4 ellen 48 duimen, en alzo gemeten op 124 lasten. Breder bij inventaris en bericht bij bovengemelde makelaars.

 

Zeepost 20 juni 1840 114

Schepen ter verkoop te Amsterdam in de Nieuwe Stads Herberg op maandag de 22 juni 1840: het gekoperd barkschip AUGUSTYN, kapt. Smith (opm: mogelijk de bark AUGUSTIN, kapt. L. Smit).

 

Algemeen Handelsblad 06 oktober 1840114

Advertentie. G.J. Roland Holst en J. Corver, makelaars, zullen op maandag de 19e oktober 1840, des avonds ten 6 ure te Amsterdam in de Nieuwe Stadsherberg aan het IJ, ten overstaan van een daartoe bevoegd beambte, verkopen het gekoperd barkschips-hol, genaamd AUGUSTIN, volgens Nederlandse meetbrief lang 26 ellen 30 duimen, wijd 5 ellen 47 duimen, hol 4 ellen 48 duimen, benevens een aanzienlijke partij scheepsgereedschappen bestaande in ankers, kabelkettingen, touwen, zeilen, staand en lopend want, tuigage, zee-instrumenten, kanonnen, watervaten, rondhouten, boten, sloepen en hetgeen verder tevoorschijn zal worden gebracht. Breder bij notitie en bericht bij bovengemelde makelaars.

 

Zeepost 20 oktober 1840 114

Verkoop van schepen te Amsterdam in de Nieuwe Stads-Herberg op maandag 19 oktober: het gekoperd barkschips-hol AUGUSTIN, laatst gevoerd door kapt. Smit: NLG 4200. Koper J. Corver.

 

Algemeen Handelsblad 02 april 1845114

Advertentie. Naar Batavia zal medio dezer maand van deze stad vertrekken, het Nederlandse fregatschip DILIGENCE, kapt. L. Smit, voorzien van bijzonder goede inrichtingen voor passagiers en varende een bekwame scheepsdocter. Personen of families voor de overtocht naar Java van deze bodem wensende gebruik te maken, worden verzocht zich te adresseren bij Floris der Kinderen en Zoon, cargadoors te Amsterdam.

 

Dordrechtsche Courant 03 april 1845114

Dordrecht, 2 april. Door de Nederlandsche Handel-Maatschappij zijn in het geheel voor deze maand bevracht de navolgende schepen:

- Voor Amsterdam: TWEE CORNELISSEN, kapt. S. Veenstra; DRIE VRIENDEN, kapt. H. de Wijn; ALIDA WILLEMINA, kapt. K. Latjes; LOUISA MARIA, kapt. B.C. Jaski; URANIA, kapt. C. Abrahams Jr.; DILIGENCE, kapt. L. Smit;….

 

Javasche Courant 27 augustus 1845114

Batavia, 24 augustus. ….

….Heden is alhier aangekomen het Nederlandse schip DILIGENCE, kapt. L. Smit, vertrokken van Amsterdam de 5e mei.

 

NRC 08 april 1851114

Rotterdam, 7 april. Het schip DILIGENCE, kapt. Smit, van Amsterdam naar Batavia, is de 4e april te Harwich binnengebracht, hebbende op het Cork-zand gestoten.

 

NRC 24 november 1853114

Margate, 20 november. Het te Amsterdam te huis behorende fregatschip DILIGENCE, kapt. Smit, van Hartlepool naar Batavia bestemd, is de 17e dezer op Kentish-Knock aan de grond geweest, doch is met verlies van anker en ketting afgebracht. Het bevindt zich op dit ogenblik hier ter rede en verwacht orders.

 

NRC 27 november 1853114

Gravesend, 24 november. Heden kwam alhier binnen het Nederlandse schip DILIGENCE, kapt. Smit, van Hartlepool, laatst van Margate naar Batavia bestemd. Dit schip, hetwelk op Kentish-Knock aan de grond is geweest, was voornemens van Margate naar Portsmouth te verzeilen – zie ons nummer van gisteren – doch werd door contrariewind genoodzaakt hiervan af te zien en koers naar Londen te zetten.

 

NRC 04 december 1853114

Londen, 1 december. Het Nederlands fregatschip DILIGENCE, kapt, Smit, van Hartlepool naar Hong Kong, hetwelk op de Kentish Knock aan de grond heeft geweest en naar hier ter reparatie is gebracht – zie onze nommers van 24, 26 en 27 november – is heden in de kom van het West-Indisch Dok (opm: havenbekken) gehaald en heeft een begin gemaakt om de lading, 770 tonnen steenkolen, te lossen, waarna het in Young’s Droge Dok zal gehaald worden, om de schade na te zien. Naar men verzekert, maakt het schip nog geen duim water in het uur en men veronderstelt dat de schade hoofdzakelijk aan het koper zal zijn, hetwelk de laatste reis in Antwerpen nieuw omgelegd is. Het schip is met dik weder (opm: mist) en een N.N.W. wind de 17e november op Kentish Knock geraakt, heeft aldaar tot in de morgen van de 19e gezeten en is toen met adsistentie van twee vaartuigen en enige manschappen uit Margate afgebracht, voor welke diensten de kapitein bij arbitrage GBP 425 heeft moeten betalen. De laatste morgen heeft het schip zwaar gestoten en alleen aan het bedaarde weder, de sterkte van het vaartuig en de hulp die men hetzelfde betoonde, is het toe te schrijven, dat het behouden is gebleven. De DILIGENCE gaat 18 voet diep en werd enige dagen op de rivier opgehouden, aangezien er geen ligplaats te vinden was.

 

NRC 27 december 1853114

Londen, 23 december. Het Nederlands schip DILIGENCE, kapt. Smit, van Hartlepool naar Batavia, hetwelk alhier, na op Kentish Knock aan de grond te zijn geweest, in averij werd binnengebracht, is in Young’s Dock nagezien en, daar het schip geen de minste schade heeft bekomen, is het onmiddellijk naar het West-Indische dok teruggehaald, waar het thans bezig is om de geloste lading kolen weder in te nemen.

 

NRC 06 februari 1855114

Rotterdam, 5 februari. Door de Nederlandsche Handel-Maatschappij zijn bevracht de navolgende 15 schepen, als:….

….Voor Amsterdam: DILIGENCE, kapt. L. Smit, ….

 

NRC 17 mei 1856114

Rotterdam, 16 mei. Door de Nederlandsche Handel-Maatschappij zijn bevracht de navolgende 31 schepen, als:….

….Voor Amsterdam…..DILIGENCE, kapt. L. Smit;….

 

NRC 16 april 1859114

Rotterdam, 15 april. Door de Nederlandsche Handel-Maatschappij zijn bevracht de navolgende 32 schepen: ….

….Voor Amsterdam: …. DILIGENCE, kapt. L. Smit;….

 

NRC 29 oktober 1861114

Batavia, 14 september. Vrachten hebben zich op de vorige koersen gesoutineerd (opm: gehandhaafd), doordat slechts weinig disponibele schepen binnen vielen. Sedert vorig bericht werden nog gecharterd te Semarang ter opvulling de JOHANNES ANTHONIUS met koffij à NLG 115, suiker à NLG 120 en lichte goederen à NLG 130 naar Rotterdam. De DILIGENCE (Nederlands) NLG 120 voor suiker om hier, te Cheribon en Samarang te laden naar Amsterdam….

 

NRC 11 maart 1863114

Batavia, 27 januari. Vrachten. Nederlands ELECTRA naar Nederland, ladende te Soerabaja; Nederlands TASMANIA naar Macassar; Nederlands VRIENDSCHAP naar Rotterdam; Nederlands DILIGENCE naar Amsterdam, NLG 65 per last voor suiker te Probolingo…..

 

NRC 28 maart 1863114

Batavia, 14 februari. Vrachten. Nederlandse vlag. De DILIGENCE werd gedeeltelijk bevracht voor suiker te Probolingo te laden à NLG 65…..

 

NRC 01 september 1863114

Amsterdam, 31 augustus. Volgens brief van kapt. Smit, voerende het schip DILIGENCE, van Batavia naar Amsterdam, in dato St. Helena 27 juli, was hij aldaar, na op de hoogte van de Kaap de Goede Hoop een lek bekomen te hebben, binnengelopen; het schip maakte 2 à 3 duimen water in het uur. Daar het lek onder water zit, heeft hij St. Helena aangedaan, aldaar het pomptoestel doen veranderen om de pompen te vergemakkelijken en daarmee de reis naar herwaarts voortgezet. (gedeeltelijk gisteren gemeld.)

 

NRC 17 oktober 1863114

Rotterdam, 16 oktober. Volgens particulier bericht van Curaçao is 13 augustus aldaar zwaar lek binnengelopen het Nederlandse schip DILIGENCE, kapt. Smit, 17 mei met 2000 kranjangs suiker en 4000 pakken tabak van Batavia naar Amsterdam vertrokken. Het schip loste de lading, waarvan 100 pakken tabak beschadigd bevonden waren, om te repareren.

 

NRC 02 november 1863114

Amsterdam, 1 november. Aangaande het schip DILIGENCE, kapt. Smit, van Batavia herwaarts met schade te Curaçao binnengelopen, wordt volgens brief van daar dd. 7 oktober gemeld dat het ten tweede male nagezien, doch afgekeurd zou worden. Het beschadigde gedeelte van de lading zou de volgende dag verkocht worden.

 

NRC 20 november 1863 114

Amsterdam, 19 november. De Nederlandse bark DILIGENCE, kapt. Smit, van Batavia herwaarts, te Curaçao met schade binnengelopen, is, volgens brief van daar, d.d. 16 oktober, afgekeurd en zou 22 oktober verkocht worden.

 

NRC 04 december 1863114

Amsterdam, 3 december. Het schip DILIGENCE, kapt. Smit, van Batavia herwaarts, te Curaçao afgekeurd, is volgens brief van daar, dd. 7 november met de inventaris voor NLG 11.465 verkocht.

 

 

Datum vanaf: 1843
Kapitein: Smit, Lammert

Kroniekberichten

Toon kroniekberichten
Akten

Noord-Hollands Archief - Haarlem Archiefnummer Amst.198.3179-1839.60

DVD XI – 256, 257
BIJLBRIEF

Naam schip DILIGENCE

plaats en datum acte bijlbrief, d’IJssel, 11 november 1839

type schip fregat, kopervast

bouwwerf/verkoper Willem & Jan Hoogendijk& Co., scheepsbouwmeesters te Capelle op d’IJssel

gevoerd door kapt.

eigenaar/aankoper Franciscus Jozephus Loos, Amsterdam

te voeren door kapt.

grootte in tonnen 389 lasten (meetbrief Rotterdam, 29 oktober 1839)

tuigage / aantal dekken drie masten, twee dekken

afmetingen 39,80 x 7,63 x 5,45 meter

kiellegging (opm: 19 september 1838)

tewaterlating 23 oktober 1839

plaats / datum registratie Rotterdam, 14 november 1839

nummer van registratie deel 27, folio 188, recto, vak 3

notaris verklaring voor burgemeester van Capelle op d’IJssel

prijs NLG.

bijzonderheden




researcher/datum research: ML / 220708

Naam DILIGENCE
Archiefinstelling Noord-Hollands Archief, Haarlem
Jaar 1839
Toegang 198
Inventaris 3179

Noord-Hollands Archief, Haarlem Archiefnummer AMS 198.3168.1839.60
foto IMG 2046, 2047

CEDULE

Naam schip DILIGENCE

plaats en datum acte eigendomsbewijs, Amsterdam, 21 november 1839

type schip fregat

gevoerd door kapt.

eigenaar/koper Franciskus Jozephus Loos, Amsterdam, enig eigenaar

te voeren door kapt. Hendrik Bos

grootte in tonnen 389 lasten

tuigage / aantal dekken drie masten, twee dekken

afmetingen

kiellegging

tewaterlating gebouwd te Capelle op d’IJssel

plaats / datum registratie Amsterdam, 21 november 1839

nummer registratie deel 38, folio 151, recto, vak 7

notaris Arrondissements Rechtbank, Amsterdam

prijs

Bijzonderheden: getoond wordt de bijlbrief; het schip is gebouwd voor rekening van de bovengenoemde eigenaar en ligt thans nog te Capelle op d’IJssel.
De datum van de acte is NIET de datum van de transactie. De juiste datum vindt men in Amsterdam AB 1838-1868.
De eed wordt afgelegd door Cornelis Tentye, Amsterdam, voor en namens de bovengenoemde eigenaar.



researcher/datum research: ML / 090616

Naam DILIGENCE
Archiefinstelling Noord-Hollands Archief, Haarlem
Jaar 1839
Toegang 198
Inventaris 3168

Bronnen

Jaar: 0000
Bron: Noord-Hollands Archief/Haarlem
Omschrijving: BIJLBRIEF: Noord-Hollands Archief - Haarlem / Archiefnummer Amst.198.3179-1839.60