Inloggen
Gezagvoerder

Bos, Hendrik

Naam: Bos, Hendrik
Schepen waarop deze gezagvoerder heeft gevaren

Aantal gevonden schepen: 3
Naam Bouwjaar Type Voortstuwing Ship id
DILIGENCE 1839 Fregat Sailing Vessel 10395 Bekijk schip
IGNATIA EN JENNY 0 Fregat Sailing Vessel 12352 Bekijk schip
DILIGENCE 1832 Fregat Sailing Vessel 13126 Bekijk schip

Overige informatie van deze gezagvoerder:

Familiegegevens en opleiding

Ene Hendrik Bos werd geboren ca. 1786 te Amsterdam als zoon van Pieter Bos en Eliesebet van der Sluis.

Hij trouwde op 20 juni 1834 te Amsterdam ALS SCHIPPER met Cornelia de Bruijn, geboren ca. 1787 te Amsterdam als dochter van Hendrik de Brruijn en Johanna van der Laar. Cornelia was de weduwe van Jurriaan Brikzel

 

Hendrik overleed  in 1855 volgens opmerking in het Jaarverslag van het zeemanscollege (zie hierna)

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

H.Bos was op 14 september 1819 één van de elf oprichters van het Rotterdamse zeemanscollege “Maatschappij tot Nut der Zeevaart”. Hij had in de ledenlijst van 1819 het vlagnummer R9, maar in dat van 1826 nr. 10. Dit laatste nummer behield hij t/m 1854. Wanneer tussen 1819 en 1826 dit nummer gewisseld is. kan ik niet nagaan door het ontbreken van ledenlijsten uit deze periode058.

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

Onder de “Ingekomen Berigten Gevoegd achter het Verslag over 1821”staat het volgende:

“Het Lid No.10 (i.c.M.D.Meijer of Hendrik Bos) heeft een plan aan de Maatschappij vertoond, om zonder Rekening, maar alleen met de hoogte meting van de Noordster de Breedte of Pools hoogte te vinden, door het rond draaijen van de binnenste schijf van dat Plan; voor Notitie aangenomen zonder verder gevolg. Dit Plan scheen van Amerikaanse afkomst”058.

In het Jaarverslag 1838 van de Maatschappij tot Nut der Zeevaart  (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld, dat kapitein Bos gerechtigt is een toelage te ontvangen vanwege het verlies van zijn schip, maar dat hij van dat recht “edelmoediglijk” afstand heeft gedaan. Hij is vervolgens door het College vrijgesteld van contributiebetaling in 1838.

In het Jaarverslag 1855 van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat hij in 1855 is overleden en in dat jaar eindigde dus zijn lidmaatschap.

De schepen van de kapitein

In 1824 was H.Bos gezagvoerder van de Rotterdamse brik de “Concordia” (122 lasten). De boekhouder was J.Schuurman & Co te Utrecht012.

In de Jaarverslagen van het College staat kapitein H.Bos als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:

  • 1849 en 1851 maar zonder vermelding van een schip

 

Bouma025 vermeldt H.Bos als gezagvoerder gedurende:

  • 1824 t/m 1830 op de brik “Concordia”, bouwjaar en -plaats niet vermeld, 228 ton o.m., varend voor Schuurman & Co te Rotterdam;
  • 1832 t/m 1837 op het 3/m schip “Diligence”, gebouwd in 1830, 666 ton o.m., varend voor F.J.Loos te Amsterdam. “Op de reede van Passaroeang in brand geraakt en ontploft door buskruit”. Van Sluijs013 vermeldt “Lag 1832 te Amsterdam nieuw gebouw in lading”.
  • 1840 t/m 1843 van het fregat “Diligence”, gebouwd in 1839 te Capelle aan de IJssel door W. en J.Hoogendijk, 744 ton o.m., varend voor van Gend & Loos te Amsterdam zie ook 011;

Handelsblad 30 oktober 1839:

Rotterdam, 28 October, Den 23sten dezer is te Capelle op den IJssel van de werf van W.enJ.Hoogendijk en Co met goed gevolg van stapel geloopen het fregatschip Diligence, groot 1000 tonnen, voor rekening van den Heer J.T.Loos, te Amsterdam, en zullende gevoerd worden door kapt.H.Bos (Rott.Ct)”.

  • 1844 van het 3/mschip “Emma”, gebouwd in 1820, bouwlocatie niet vermeld, 576 ton o.m., varend voor van Gend & Loos te Amsterdam. Het schip strandd in 1844 te Havana.

 

Overige bijzonderheden

Op 16 november 1826 werd Jacobus Elie van Hoogenhuyze vanuit de Kweekschool voor de Zeevaart te Amsterdam als ligtmatroos geplaatst op de “Concordia” onder kapitein Hendrik Bos voor een reis van Rotterdam naar Batavia. Jacobus keerde terug op 29 oktober 1827004(532/1486).

Op 09 april 1838 verging op de ondiepten van de Banjaart bij Veere het fregat “De Zeeuw” onder gezag van kapitein J.J.ter Hofsteede (zie aldaar). Dit ongeluk is uitgebreid beschreven in het Handelsblad van 12 en 14 april 1838. In het verslag van 14 april staat de volgende zinsnede:

“… Ten 4 ure in den namiddag besloot men het schip te verlaten; de barkas, met 19 personen, is ten 9 ure des avonds op Schouwen aangekomen; maar de sloep, waarin zich de passagiers bevonden, heeft den geheelen nacht in de branding omgedoold en groote gevaren doorstaan, tot dat de menschen (waaronder zich de equipage van het verbrande schip Diligence van Amsterdam, bevond) des morgens ten 6 ure door een vaartuig zijn opgenomen en naar Zierikzee vervoerd.”

De “Vrienden” op de rede van Batavia057:

05 december 1834      “... Loste ballast in een prauw doch door de harde opkomende wind uit het westen waare genootzaakt de prauwen te laaten gaan  ten 12 uren kwam het schip Deligenze op ons toe drijven  Staaken gedurig van ons ketting om niet aan alkander te koomen  Doch woerden eindelijk genootzaakt om ons ketting te laten slippen daar wij dezelve eerst van een goede boei en boeireep voorzagen  Lieten toen ons 2de anker vallen  staken op ¾ touw  zetten het 3de zwaar anker af  Staken t niew zwaar touw en met den avond de wind afnemend  Ligte de equipage der Delizinge Capt H.Bos de boeireep der ketting indien mogelijk was het anker voor ons te lichten  Doch door het zware stampen der bood slipte de boeireep der ketting...”.

06 december 183        “ ... viste des morgens tot 8 uren naar de ketting en anker maar konden hetzelve niet ontwaaren ... des avonds om 6 uren de Co afnemende Gingen aan het vissen  Raakte vast naar gissing der merken waar de ketting lag  Kreegen een bood met 10 man tot adsistentie van Capt. Bos doch konden hetzelve niet lichten ...”.

07 december 1834      “... Bragten een zwaar werp en kabeltouw uit waar het schip de Deligenze het meede ligten ...”.

“De Vrienden” op de rede van Soerabaja:17 december 1834       “... heden avond arrieveerde alhier het schip Delizenge Capt H.Bos ...”.

“De Vrienden” op de rede van Passoeroean057:

01 januari 1835 “... heden morgen arriveerde alhier ter rheede het schip Deligenze Capt. H.Bos ...”.

Het fregat Diligence onder gezag van Hendrik Bos en met 37 manschappen dateerde de monsterrol op 01 juni 1833 met bestemming Batavia. Boekhouder F.J.Loos011.

De schrijfwijze van het schip varieert: Deligenze/Deliginze/Delizenge, waarbij het onderscheid tussen een e en een i niet altijd duidelijk is. Het is ongetwijfeld een fonetische weergave van “Diligence”, hetgeen blijkt uit de monsterrol en de vermeldingen in Bouma025. Deze auteur noemt kapitein H.Bos de gezagvoerder van 1832 t/m 1837 van het fregat de “Diligence” varend voor F.J.Loos te Amsterdam.

Van Sluijs013  spreekt van Dilegence. Deze auteur meldt tevens berichten uit het Handelsblad van 05 en 06 december 1837 waarin sprake is van het vergaan van dit schip op 22 augustus 1837 onder kapitein Bos op de rede van Passoeroean. Het schip is in brand gevlogen en na het springen van het buskruit uit elkaar geslagen. De bemanning werd gered.

H.Bos verzorgde per 16 december 1826 vanuit Hellevoetsluis met de “Concordia” een troepentransport van 3 officieren en 80 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 12 april 1827 na een reis van 117 dagen.

Per 12 augustus 1834  vertrok een H.Bos vanuit Nieuwediep met de Diligence en 15 officieren plus 100 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 23 november 1834 na 103 dagen, waarbij 1 militair onderweg was overleden065.

Berichten uit het Handelsblad:

  1. 05 december 1837 in de rubriek Scheepstijdingen

“Volgens brief van Batavia, dd 29 Augustus, is het schip Diligence, kapt. H.Bos, van Amsterdam, te Passaroeang geheel verbrand. De equipage is gered”.

dd 06 december 1837 in de rubriek Scheepstijdingen

“Het schip Diligence, kapt.Hendrik Bos, is, volgens brief van Batavia van den 28sten Augustus, (reeds voorloopig in ons vorige Nommer medegedeeld) in den voormiddag van de 22sten dito, ter reede van Passaroeang liggende, in brand geraakt en des namiddags ten vier ure door het springen van het buskruit uit elkaar geslagen en in vijf vademen water gezonken; het volk had zich ter nauwernood kunnen redden, zonder het minste, zelfs van hunne kleederen te hebben kunnen bergen, en was van alles ontbloot, met de grootste menschlievendheid door de ingezetenen van Passaroeang opgenomen, terwijl van het schip of van de lading niets had kunnen geborgen worden; de oorzaak van den brand was onbekend”.

In de notulen van de Algemene Vergadering van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop van 08 mei 1838 staat het verzoek van twee bemanningsleden/leden van het College van het schip Diligence onder kapitein H.Bos om onderstand “als hebbende door brand hun schip verloren”.023. Een overeenkomstig verzoek van 9 bemanningsleden van de “Diligence” staat in de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 26 april 1838. Zij krijgen een maand gage uitgekeerd.042

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 25 juli 1844 vraagt een bemanningslid van het schip de “Emma” onder kapitein H.Bos om een ondersteuning vanwege een schipbreuk.042.

Rotterdamsche Courant 29 januari 1820114

Te Rotterdam in lading liggende schepen naar:

Surinamen: het gekoperd Fregatschip de TWEE VRIENDEN, kapt. Hendrik Bos….

Rotterdamsche Courant 05 december 1820114

Te Rotterdam in lading liggende schepen naar:….

….Surinamen: het gekoperd Fregatschip de TWEE VRIENDEN, kapt. Hendrik Bos…..

 

Rotterdamsche Courant  06 februari 1821114

Te Rotterdam in lading liggende schepen naar:

….Surinamen: het gekoperd Fregatschip de TWEE VRIENDEN, kapt. Hendrik Bos, mede voor passagiers, om den 5 februari te vertrekken.

Idem: het Brikschip de GONNEMIE, kapt. Willem Reijmers, mede voor passagiers, om in de loop dezer maand februari te vertrekken…..

Rotterdamsche Courant 27 februari 1821114

Rotterdam 26 februari. …..Den 26 dezer zeilden de schepen de HOOP, L. Das, naar Lissabon; BETSEY, J. Roepel, en DE TWEE VRIENDEN, H. Bos, naar Surinamen; POCAHUNTAS, F.A. Rijnolds, naar Baltimore; PIETER EN J. Chambers, en de JONGE JACOBUS, H.J. Bonn, naar Batavia; SOPHIA CHRISTINA, L. de Koning, naar Genua, en MARIE AUGUSTINA, kapt. Villanumores, naar Nantes. De wind O.

 

Rotterdamsche Courant 13 november 1821114

Rotterdam 12 november. Door kapt. A. van der Meijden, komende van Malaga, en voerende de nummervlag R 111, is op den 1 november, des middags te 12 uren, 5 mijlen N.O. ten O. van Zuid-Voorland (opm: South Foreland), gezien het schip, voerend de nummervlag R 10, zijnde H. Bos, van Rotterdam naar Surinamen gedestineerd.

 

Rotterdamsche Courant 30 oktober 1821114

Rotterdam, 29 oktober.

....Den 28 arriveerde kapt. Knocker, met de brieven van den 27, van Harwich, en zeilden PHANIX, J. Lewfestij, naar Guernsey; de FENIKS, J. Kardas, en FLORA, J.H. Jonker, naar Brest; FREDRIK, J. Davids, naar St. Ubes (opm: Setubal); OTTER, T. Downing, naar Sumatra; BARON VAN DER CAPELLEN, W. Purvis, en DIJKZIGT, J. Schaap, naar Batavia; de VROUW GERARDA, C. Schultz, en de TWEE VRIENDEN, H. Bos, naar Surinamen; AURORA, G. Johannes, naar Liverpool; dezelven zijn, door de stilte van wind, onder de Goereese haven ten anker gekomen; de wind O. dik en mistig.

 

Rotterdamsche Courant 01 november 1821114

Rotterdam, 1 november. Van Helvoetsluis wordt van den 30 oktober gemeld: den 29 zeilden naar zee de schepen de VROUW GERARDA, C. Schultz, en de TWEE VRIENDEN, H. Bos, naar Surinamen en ZORG EN VLIJT, J.E. Zwart, naar Brest….

 

Rotterdamsche Courant 13 november 1821114

Rotterdam 12 november. Door kapt. A. van der Meijden (opm: voerende de hoeker NEERLANDS KROONPRINS), komende van Malaga, en voerende de nummervlag R 111, is op den 1 november, des middags te 12 uren, 5 mijlen N.O. ten O. van Zuid-Voorland (opm: South Foreland), gezien het schip (opm: TWEE VRIENDEN), voerend de nummervlag R 10, zijnde H. Bos, van Rotterdam naar Surinamen gedestineerd.

 

Rotterdamsche Courant 20 november 1821114

Rotterdam, 18 november. Extract uit een brief van kapt. H. Bos, voerende het schip de TWEE VRIENDEN, gedestineerd van Rotterdam naar Surinamen, geschreven aan boord den 6 november 1821, tussen Calais en Douvres (opm: Dover):

Na mijn laatste van den 29 oktober, u met de loods van boord gezonden, liep de wind in het Z.W. doch goed weer, waarmede wij opwerkten tot onder de kust van Engeland. Den 1 november ondervonden wij aldaar een harde wind, welke weldra in een storm veranderde, vergezeld van hagel en donder, die zo allervreselijkst was, dat, als het ware, de zee in de afgrond kookte, hetgeen mij niet geheugt ooit gezien te hebben; dit was van zaterdag op zondag; ons digtgereefde groot-marszeil werd weggeslagen, doch kregen zondag weder een ander vast; de wind was van het N.W. en N, waardoor ik zwaar zeilen moest om van de wal te houden; het galjoen is beschadigd; aan bakboordzijde de verschansing weggeslagen en een partij lopend touwwerk gebroken; dit is bij mijn weten de aanmerkelijkste schade, die bekomen hebbe, hetgeen erger gewacht had. Maandag den 5 dezer begon het te bedaren en de zee werd stil.

Gisterenmorgen om 8 uren ontdekte ik een schip in het Z.W. van ons met een noodvlag aan de top, waarop ik toezeilde, om hulp toe te brengen en mensen te redden, dat mij volkomen gelukt is; de kapitein en een matroos waren nog op dat schip, die wij overgenomen hebben, en geen tien minuten daarna zonk hetzelve; een matroos was een half uur tevoren over boord geslagen; dit was 5 mijlen N.W. van Walcheren; volgens hun verklaring, was de naam van de kapitein William Mumbij en het schip ARK OF HULL, een kustvaarder, gedestineerd van Londen naar Hull.

Deze (opm: brief) is verzonden met de schipbreukelingen; Douvres is thans Noorden van ons, meest dood stil, dat mij hoop geeft op een oosten wind.

 

Rotterdamsche Courant 21 maart 1822114

Rotterdam, 20 maart. Den 13 december 1821 is te Surinamen gearriveerd het schip de TWEE VRIENDEN, kapt. H. Bos, van Rotterdam.

 

Rotterdamsche Courant 04 mei 1822114

Rotterdam, 3 mei. Den 1 dezer arriveerden te Helvoetsluis de schepen AUGUSTA FREDRIKA, J.C. Zaage, van Rostock, en de TWEE VRIENDEN, H. Bos, van Surinamen.

Den 2 arriveerden Zr.Ms. brik van oorlog DE COURIER, J.H. Bolken; ANNA DOROTHEA, P.H.N. Davids, en URANIA, C.F. Maas, van Rostock.

Den 3 arriveerden CAROLINA, P. Bradhering, en FORTUNA, T. Bradhering, van Rostock; de wind Oost.

 

Rotterdamsche Courant 11 mei 1822114

Te Rotterdam in lading liggende schepen naar:….

Surinamen: het schip de TWEE VRIENDEN, kapt. Hendrik Bos….

 

Rotterdamsche Courant 29 juni 1822114

Te Rotterdam in lading liggende schepen naar:

Surinamen: het schip de TWEE VRIENDEN, kapt. Hendrik Bos.

Idem: het schip MARIA AGNITA, kapt. Poulus Rijnbende.

Idem: het hoeker-schoonerschip GUIANA, kapt. G. Straatman.

Idem: het driemastschip VREDE EN VRIENDSCHAP, kapt. G. Nieuveen…..

 

Rotterdamsche Couranten 25 juli 1822114

Te Rotterdam in lading liggende schepen naar: ….

Surinamen: het nieuw gekoperde Fregatschip de TWEE VRIENDEN, kapt. Hendrik Bos, is bij

uitnemendheid goed ingerigt voor passagiers. …

 

Bataviasche Courant 24 augustus 1822114

Curaçao, 18 oktober (1821). De schoener de TWEE VRIENDEN is den 22 september op deszelfs reis van Aruba naar deze haven door de Spaanse kaper FAMOSO INDIANO genomen. De beweegreden van het nemen van dit ons vaartuig is alsnog onbekend. Men verneemt, dat de Spaanse kapers alle vaartuigen nemen, die producten aan boord hebben, welke uit de havens van Colombia vervoerd zijn geworden, niettegenstaande dat dezelve in neutrale havens aan land gebracht en van daar weder ingescheept zijn, hetwelk wij vernemen het geval te zijn met de lading van de TWEE VRIENDEN. Dit vaartuig was geladen met huiden, geel hout en kabriete-vellen (opm: cabret, geitenleer), welke te Aruba geladen waren. Daar nu dit vaartuig op de kust van dit eiland genomen is, kunnen de Spanjaarden niet voorwenden, dat dit vaartuig de blokkade der havens van Colombia geschonden heeft, en, verondersteld dat het vaartuig genomen ware geworden binnen de bepaling van de blokkade, welke drie mijlen van het vaste land is, dan konde dezelve nog niet als een wettige prijs aangezien worden, omdat de verklaring van de blokkade van de uitgestrekte kust, thans in bezit der Colombianen, slechts op papier bestaat. De Spaanse zeemacht in deze zeeën is niet tot dit oogmerk toereikend, en waar zulks het geval is, geloven wij, dat het een bestaande regel is onder onpartijdige natiën, geen blokkade te erkennen, wanneer de macht, die dezelve verklaart, geen genoegzame oorlogsschepen heeft om dezelve volkomenlijk ten uitvoer te brengen.

Den 24 heeft diezelfde Spaanse kaper op de hoogte van Klein Curaçao de schoener CORNELIA, op deszelfs terugreis van St. Thomas naar dit eiland, aangedaan en een aantal gewapende manschappen aan boord gezonden, welke de kapitein aan boord van de kaper brachten. De Spanjaarden namen alle papieren en brieven, welke zij aan boord vonden, weg. Na dit vaartuig meer dan drie uren opgehouden en vele schade veroorzaakt te hebben, werd hetzelve toegestaan te vertrekken.

 

advertenties bij de juiste kapitein?