Familiegegevens en opleiding
Reinder Hindriks Reinders werd geboren te Wildervank op 19 januari 1826 als zoon van Hindrik Jacob Reinders en Klaasje Klaassens Tiktak.
Hij trouwde op 31 januari 1849 te Wildervank als zeeman met Jacobtje Tjakkes Hazewinkel, geboren te Wildervank op 30 september 1824 als dochter van de zeeman Tjakke Jans Hazewinkel en Jantje Jans Eerkes. Zij overleed op 10 december 1922 te Wildervank, 98 jaar, weduwe.
Reinder overleed op 02 december 1893 te Amsterdam in de Wijttenbachstraat 49, 67 jaar, scheepsgezagvoerder.
In een reeks van BS-akten uit de periode 1849 t/m 1882 wordt Reinder vermeld als “schipper”.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
R.H.Reinders was vlaggelid van het zeemanscollege “ De Herkenning” te Wildervank met vlagnummer 66 in de periode 1850 t/m 1881 en met vlagnummer 65 in de periode 1882 t/m 1892.
De schepen van de kapitein
Bouma025 en 052 vermeldt R.H.Reinders als gezagvoerder gedurende:
* 1850 t/m 1861 van de kof “Jacoba Geziena”, gebouwd in 1849 te Wildervank, 108 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Wildervank. Het schip werd in 1861 verkocht naar Turkije en herdoopt in “Eugenie”;
* 1863 t/m 1872 van de 2/mSch “Jacoba”, gebouwd in 1862 te Veendam, 171 ton o.m., varend voor J.M.Meihuizen & Zn te Wildervank. Het schip voer in 1874 voor Tollenaar & Zn te Amsterdam en was herdoopt in “Enna & Catharina”;
* 1874 t/m 1880 van de sch.brik “Fokke”, gebouwd in 1872 te Nieuwedam, 227 ton o.m., varend voor W.& A.H.Meursing te Amsterdam. Het schip werd in 1880 te Batavia verkocht;
* 1880 t/m 1885 van de composiet-bark “Baarn”, gebouwd in 1880 bij W.H.Meursing te Amsterdam, 1028 ton n.m., varend voor W.H.Meursing te Baarn.
Monsterrollen op site van het Noordelijk Scheepvaart Museum te Groningen vermelden Reinder Hendriks Reinders op:
10 februari 1842, kof “Bougina”, schipper Remke Jeltes de Jonge. Voorts stuurman, kok, matroos en de kajuitwachter Reinder Hindriks Reinders.
06 februari 1846, kof “Elsina”, kapitein Hindrik Arend Brouwer uit Nieuwe Pekela. Voorts stuurman Reinder H.Reinders, 19 jaar uit Wildervank, kok, 3 matrozen en een scheepsjongen.
31 maart 1849, schipe “Jaccoba Gesina”, schipper Reinder Hendrik Reinders. Voorts stuurman, kok, matroos en een lichtmatroos.
16 januari 1851, kof “Jacoba Gesina”, schipper Reinder Hendriks Reinders. Voorts stuurman, kok, matroos en een lichtmatroos.
17 januari 1852, kof “Jacoba Gesina”, schipper Reinder Hendriks Reinders. Voorts stuurman, kok, matroos en een lichtmatroos.
18 januari 1855, kof `Jacoba Gesina`, schipper Reinder H.Reinders. Voorts stuurman, kok, matroos, lichtmatroos en een kajuitwachter.
12 februari 1857, kof `Jacoba Gezina`, schipper Reinder H.Reinders, 31 jaar uit Wildervank. Voorts stuurman, kok, matroos, lichtmatroos en een koksmaat.
06 maart 1858, kof “Jacoba Gezina”, schipper Reinder Hendrik Reinderrs, 32 jaar uit Wildervank. Voorts stuurman, kok, matroos, lichtmatroos en een kajuitwachter.
19 februari 1859, kof ”Jacoba Gezina”, schipper Reinder H.Reinders, 33 jaar uit Wildervank. Voorts stuurman, kok, matroos en een lichtmatroos.
06 februari 1860, kof ”Jacoba Gezina”, schipper Reinder H.Reinders, 34 jaar uit Wildervank. Voorts stuurman, kok, matroos en een lichtmatroos.
10 augustus 1867, schoener “Jacoba”, schipper Reinder H.Reinders, 41 jaar uit Wildervank. Voorts stuurman, kok, 2 matrozen en een koksmaat.
In 11 monsterrollen op het overzicht van het Noordelijk Scheepvaart Museum te Groningen wordt gesproken van Reinder H./Hendriks/Hindriks Reinders.
Het overzicht luidt:
1842 kajuitwachter op de kof “Bougina” onder Remke Jeltes de Jonge geen leeftijd
1846 stuurman op de kof “ Elsina” onder Hindrik Arend Brouwer 19 jaar
1851-1860 schipper op de kof “Jacoba Gesina” ?-34 jaar
1867 schipper op de schoener “Jacoba Gesina” 41 jaar
Overige bijzonderheden
Een citaat omtrent de clipper “Baarn” van rederij Meursing te Baarn:
“Vrijwel alle clippers waren als bark getuigd een bezuinigingsmaatregel, die echter ten koste van sierlijkheid en snelheid ging. In 1889 schreef kapitein S.R.Brouwer, de schoonzoon van den eersten kapitein R.H.Reinders, dat het schip met de beste gelegenheid 12 geografische mijlen per wacht kon halen, dat is dus 228 zeemijl per dag. In 1888 maakte het schip een reis naar Batavia van IJmuiden af in 97 dagen.
Na kapitein Brouwer heeft kapitein Veldman nog een reis op het schip gemaakt, waarna het voor f 24.120,- werd verkocht aan den Noor Hakon Christensen te Langesund, die het Lyna doopte. “
Uit: De Clippers”, door Anno Teenstra, Uitg. Holdert & Co NV, Amsterdam, 1945, p. 164.
In: Scheepsbouw en rederij in de overgang van zeil naar stoom. De Meursings en de bark Baarn. Door Petra Vermeulen. Uitgave Stichting Nederlandse Kaap Hoorn-vaarders 2012, 59 pp. staat een hoofdstuk over de bark “Baarn” met als boekhouder en belangriikste aandeelhouder W.H.Meursing. Het doel van dit stuk was een analyse en berekening van de opbrengsten en de kosten van alle reizen, de resultaten en de rentabiliteit van het schip
Hierna neem ik enkele saillante opmerkingen over, maar zie ook vooral het Archief van de firma Meursing op het Stadsarchief van Amsterdam.
p.34
De bark “ Baarn” werd bij de tewaterlating in 1880 verdeeld in 10 parrten van 1/50ste . kapitein Reinders nam 2/50ste part voor een bedrag van 7.000,- gulden. In februari 1888 ging zijn part over naar zijn schoonzoon S.R.Brouwer, die in 1885 gezagvoerder was geworden van de “Baarn”
Het schip maakte 15 reizen, de eerst 4 met gezagvoerder Reinders, vervolgens 10 met (diens schoonzoon) S.R.Brouwer en de laatste met F.Veldman. Reinders stopte met varen in 1885
-
36
De “Baarn” maakte in totaal 15 reizen naar NOI waarvan de eerste 4 onder gezag van kapitein Reinders. En wel in de periode 1881-1885. Op de heenreizen werd stukgoed en in 1882 steenkool vervoerd, en op dee terugreis koffie en suiker.
p.43
“Soms richtte een storm zo’n schade aan, dat het schip de eerste haven moest binnenlopen voor reparaties. Dit overkwam Reinders en zijn bemanning ongelukkigerwijs al op de eerste uitreis naar Java (vertrek juni 1885) toen de Baarn Port Vincent op de Kaap Verdische eilanden moest aandoen met averij.
In februari 1887 veroorzaakte een staking in de Engelse kolenmijnen vertraging en in september 1894 moest Brouwer in Lourenco Marquez lange tijd op lossers wachten, omdat de inlandse bevolking in opstand was gekomen tegen het gouvernement…”
Familiegegevens en opleiding
Sipko Brouwer werd geboren te Wildervank 16 januari 1850 als zoon van de landbouwer Renger Arends Brouwer en Hillechien Roelfs Baas.
Hij trouwde op 04 augustus 1875 te Wildervank met Jantje Reinders, geboren 13 augustus 1854 te Wildervank als dochter van de schipper Reinder Hendriks Reinders en Jacobje Tjakkes Hazewinkel. Jantje overleed op 19 oktober 1944 te Wildervank, 90 jaar
Sipko overleed op 23 februari 1922 te Wildervank, 72 jaar, van beroep “ kasssier”.
In een akte dd 19 juni 1878 te Wildervank wordt de geboorte vermeld op 30 maart 1877 van een dochter te Melbourne van de zeeman Sipko Brouwer en Jantje Reinders, varende met de “ Admiraal de Ruijter”
Een akte dd 20 december 1879 te Wildervank meldt de geboorte dd 11 augustus 1879 te Pt.Louis te Mauritius van een zoon van Sipko Brouwer, gezagvoerder van de brik “ Admiraal de Ruijter. Getuigen van de aangifte waren de gezagvoerders Eduard Fredeerik Bonjer en nelis Hoek.
Een akte dd 05 december 1881 te Wildervank meldt de geboorteaangifte dd 20 oktober 1881 te Pt.Louis te Mauritius van een zoon van Sipko Brouwer, gezagvoerder van de brik “ Admiraal de Ruijter” Deze zoon werd geboren zeilende 18o 2’ ZB/59o 21’ OL.
In een huwelijksakte uit 1904 te Beerrta van een zoon wordt vader Sipko uit Wildervank genoemd als “ kassier”
In een huwelijksakte uit 1918 te Groninger van een zoon wordt vader Sipko uit Wildervank vermeld als directeur van de Nationale Bankvereniging.
Sipke Rengers, geboren op 26 januari 1850 en afkomstig van Wildervank, behaalde het diploma voor 1e stuurman aan de zeevaartschool te Veendam en kreeg het diploma met nummer 183.099.
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt S.R.Brouwer als gezagvoerder gedurende:
-
1875 t/m 1886 van de schoenerbrik “Admiraal de Ruiter”, gebouwd in 1874 bij Hooites in Hoogezand, 233 ton o.m., varend voor J.A.Hooites te Hoogezand;
-
1886 t/m 1897 van de composiet bark “Baarn”, gebouwd in 1880 te Amsterdam bij W.H.Meursing, 1028 ton n.m., varend voor W.H.Meursing te Baarn;
-
1897 tot na 1900 van het stalen fregat “Nederland”, gebouwd in 1894 te Amsterdam, 1955 ton n.m., varend voor W.A.Huygens te Amsterdam.
S.R.Brouwer was van 1886 t/m 1896 kapitein van de composietbark “Baarn”, in 1880 te Amsterdam gebouwd door W.H.Meursing, 1028 ton, varend voor W.H.Meursing te Baarn. In 1894 maakte hij een reis in de tijd van 92 dagen van Amsterdam naar Batavia. 025 en 052
Hij was van 1897-1900 kapitein op het stalen fregat “Nederland”, gebouwd in 1894 bij Huygens & van Gelder te Amsterdam/Bussum, varend voor W.A.Huygens te Amsterdam052.
Overige bijzonderheden
Sipke Rengers Brouwer werd in 1850 geboren in Wildervank “en al op 25-jarige leeftijd kapitein van een schoenerbrik van Hooites (Hoogezand) en daarna, via deze, bij de geparenteerde Meursings in Amsterdam, waarnaar het gezin in 1887 verhuisde. Uit die tijd bestaan van Brouwer nogal wat brieven waaruit een zakelijk en zich goed uitdrukkend man naar voren komt”
Brouwer was van 1897-1899 gezagvoerder van het driemast stalen zeilschip de “Nederland” (rederij W.A.Huygens te Amsterdam resp. Bussum) als opvolger van kapitein Günther Boda. Brouwer vertrok op 29 mei 1897 van Liverpool naar Cardiff en van daar “hoogstwaarschijnlijk met steenkool, naar Java, waar het 90 dagen later in Tjilatjap arriveerde. Van Java, waarschijnlijk met suiker naar de Delaware en van New York, waarschijnlijk met petroleum in blikken terug naar Java. Deze reis naar Noord-Amerika en terug werd nog eens herhaald, doch daarna, in oktober 1899, vertrok de “Nederland” uit Batavia naar New Castle (N.S.W.) en van daar, vrijwel zeker met steenkool, naar Valparaiso. Na op de kust van Chili in twee nitraathavens te hebben geladen, arriveerde het schip op 11 november 1900 in Rotterdam, de eerste Nederlandse haven in zes jaar. Daarna volgde reizen onder kapitein Wiebes ...”030.
Veel gegevens zijn terug te vinden in de “Scheepvaart Index”, het wekelijkse bijblad van het Dagblad voor de Scheepvaart, aanwezig in het Gemeente Archief van Rotterdam.
In maart 2003 verspreidde Ton F.J.Pronker een manuscript getiteld “De laatste Kaap Hoorn reizen van schepen van de Nederlandse Groote Zeilvaart” waaraan een bijlage met nadere bijzonderheden over de schepen. Hierin werd behandeld “De “Nederland” … een stalen fregat, gebouwd in 1894 bij de werf Huygens en Van Gelder te Amsterdam. Reeder W.A.Huygens te Amsterdam/Bussum. Bij 1854 register ton had zij een laadvermogen van 3300 ton. Zij werd gevoerd door de kapiteins G.Bona, S.R.Brouwer, J.Wiebes, H.Sparrius em J.Wächter.”. (zie bij Sparrius en Wächter)
Een getranscribeerd brievenboek onder de naam van “Bron Privaat” is uitgegeven in A-4 vorm door de heer Bron te Heemskerk. 102.
In het brievenboek staan opmerkingen over de werkzaamheden van kapitein Hinderikus Johannes Bron, met soms ook opmerkingen over zijn collega-kapiteins. Het lezen van het brievenboek zelf wordt aanbevolen door degene, die is geïnteresseerd in de maritieme levensloop van kapitein Bron in de periode 1894-1897.
p.434/435, Simonstad 19 januari 1897, Brief aan vrouw en kinderen:
“Ik verneem bovendien dat het nieuwe schip de Europa door Bona zal worden bevaren, terwijl Brouwer van de Baarn de Nederland krijgt.”
Een citaat omtrent de clipper “Baarn” van rederij Meursing te Baarn:
“Vrijwel alle clippers waren als bark getuigd een bezuinigingsmaatregel, die echter ten koste van sierlijkheid en snelheid ging. In 1889 schreef kapitein S.R.Brouwer, de schoonzoon van den eersten kapitein R.H.Reinders, dat het schip met de beste gelegenheid 12 geografische mijlen per wacht kon halen, dat is dus 228 zeemijl per dag. In 1888 maakte het schip een reis naar Batavia van IJmuiden af in 97 dagen.
Na kapitein Brouwer heeft kapitein Veldman nog een reis op het schip gemaakt, waarna het voor f 24.120,- werd verkocht aan den Noor Hakon Christensen te Langesund, die het Lyna doopte. “
Uit: De Clippers”, door Anno Teenstra, Uitg. Holdert & Co NV, Amsterdam, 1945, p. 164.
Het fregat “Nederland” onder kapitein S.R.Brouwer vertrok op 16 januari 1900 van Newcastle NSW en arriveerde over de Pacific op 14 maart te Valparaiso, 26 maart te Tocopilla, 05 mei te Caleta Buena en, via Kaap Hoorn, op 06 oktober te Rotterdam.121
In: Scheepsbouw en rederij in de overgang van zeil naar stoom. De Meursings en de bark Baarn. Door Petra Vermeulen. Uitgave Stichting Nederlandse Kaap Hoorn-vaarders 2012, 59 pp. staat een hoofdstuk over de bark “Baarn” met als boekhouder en belangriikste aandeelhouder W.H. Meursing. Het doel van dit stuk was een analyse en berekening van de opbrengsten en de kosten van alle reizen, de resultaten en de rentabiliteit van het schip
Hierna neem ik enkele saillante opmerkingen over, maar zie ook vooral het Archief van de firma Meursing op het Stadsarchief van Amsterdam.
p.35-36
De “Baarn” maakte in totaal 15 reizen naar NOI waarvan de eerste 4 onder gezag van kapitein Reinders en de volgende 10 onder kapitein S.R.Brouwer. Deze 10 lagen in de periode 1885-1896. Op de heenreizen werden stukgoederen en vooral ook steenkool vervoerd. Op de terugreizen suiker, koffie, stukgoederen, arak, tin, huiden, hout, kopra, oud ijzer, peper en rotting..
p.38-39
“Een enkele keer liet Meursing gezagvoerder Brouwer de vrije hand. Dir was ecchter zeer zelden het geval op Java…. Brouwer had een zelfstandige instelling, beheerste zijn talen en stak intellectueel gezien boven zijn baas uit. Hij betreurde het zeer dat hij niet vaker zelfstandig kon handelen. In zijn brieven benadrukte hij dat de gezagvoerder en niet de agent de verantwoording had voor het schip. Hij was duidelijk geírriteerd toen Meursing buiten zijn medeweten een suikercharter naar Montreal afsloot voor 35 shilling per ton.”
Meestal was overigens sprake van overleg. Meursing gaf de agenten en de gezagvoerders een bepaalde vrachtprijs als richtlijn. Vaak was die niet haalbaar en moest de gezagvoerder – soms na telegrafisch overleg – iets lager afsluiten. Soms was dit niet mogelijk omdat Brouwer, in Nederlands-Indië aangekomen, vernam dat Meursing behoorde tot de ondertekenaren van het ‘koffiecontract’ van dat seizoen. De overeenkomsten waren Brouwer een doorn in het oog: “tot mijn leedwezen vernam ik bij arrivement dat er weer zoo’n overeenkomst gesloten is ..”. Ook de cargadoorscombinatie vond hij niks “.. daar ik overtuigd ben dat alle combinaties op den duur een doodende achteruitgang bewerkt..” Hij was dan ook blij dat Meursing zich vanaf 1892-1893 niet meer met deze overeenkomsten en combinaties inliet.”
p.44
Brouwer liet zich in brieven uit over de proviandering aan boord. “…, Op een aanmerking van W.Meursingover de omvang van zijn provisielijst schreef hij:’… zeer terecht schrijft Uwed, dat de monsterrol zooveel niet eischt; doch de monsterrol voorziet niet in ziektegevallen en dergelijken..”
En
“Zo achtte Brouwer in februari 1887 het “volksbrood” van Horsman goed maar duur. Het brood uit Amersfoort vond hij zelfs ongeschikt voor scheepsgebruik, “hoewel het diirzaam genoeg is zou de equipagie veel lijden aan verstopping.”
Ook VELDMAN
Familiegegevens en opleiding
Geen
De schepen van de kapitein
Kapitein F.Veltman was van 1896 t/m 1897 gezagvoerder van de composiet-bark “Baarn”, gebouwd in 1880 te Amsterdam door W.H.Meursing, 1057/1028 ton, varend voor W.H.Meursing. Kapitein Veldman dineerde op zondag 23 mei 1897 aan boord van de “Amicitia” bij kapitein Teunis Pronker op de rede van Semarang. Het was de laatste reis van het schip, dat daarna verkocht zou worden naar Noorwegen. Vermoedelijk laadde het schip in Semarang suiker. Ontleend aan het dagboek van Celosse052. Het schip is in 1899 wrak geslagen op de Schelde maar de gezagvoerder is niet vermeld025.
Overige bijzonderheden
Een citaat omtrent de clipper “Baarn” van rederij Meursing te Baarn:
“Vrijwel alle clippers waren als bark getuigd een bezuinigingsmaatregel, die echter ten koste van sierlijkheid en snelheid ging. In 1889 schreef kapitein S.R.Brouwer, de schoonzoon van den eersten kapitein R.H.Reinders, dat het schip met de beste gelegenheid 12 geografische mijlen per wacht kon halen, dat is dus 228 zeemijl per dag. In 1888 maakte het schip een reis naar Batavia van IJmuiden af in 97 dagen.
Na kapitein Brouwer heeft kapitein Veldman nog een reis op het schip gemaakt, waarna het voor f 24.120,- werd verkocht aan den Noor Hakon Christensen te Langesund, die het Lyna doopte. “
Uit: De Clippers”, door Anno Teenstra, Uitg. Holdert & Co NV, Amsterdam, 1945, p. 164.
Provinciale Groninger Courant 18 december 1897114
Amsterdam, 16 december. De Nederlandse bark BAARN, hier 26 november van Maccassar aangekomen, is naar wij vernemen naar het buitenland verkocht voor 16000 gulden. De BAARN, een composietbark van 1028 registerton werd gebouwd aan de werf "De Nachtegaal" te Amsterdam en werd in 1880 te water gelaten. Het schip werd laatst bevaren door kapt. F. Veldman.
In: Scheepsbouw en rederij in de overgang van zeil naar stoom. De Meursings en de bark Baarn. Door Petra Vermeulen. Uitgave Stichting Nederlandse Kaap Hoorn-vaarders 2012, 59 pp. staat een hoofdstuk over de bark “Baarn” met als boekhouder en belangriikste aandeelhouder W.H.Meursing. Het doel van dit stuk was een analyse en berekening van de opbrengsten en de kosten van alle reizen, de resultaten en de rentabiliteit van het schip
Hierna neem ik enkele saillante opmerkingen over, maar zie ook vooral het Archief van de firma Meursing op het Stadsarchief van Amsterdam.
p.34
“Brouwers benoeming op het fregat de Nederland van W.A.Huygens was de reden dat eerste stuurman veldman de laatste reis met de Baarn maakte.”
|