Inloggen
NEERLANDS KONING - ID 8704


In dienst
Onder Nederlandse Vlag tussen:1826-03-09 / 1857-12-01 | Reden uitgevlagd: Sloop, afgekeurd

Identification Data

Bouwjaar: 1826
Categorie: Cargo vessel
Voorstuwing: Sailing Vessel
Type: Fregat
Masten: Three masts
Material Hull: Wood, sheathed with copper
Dekken: 2
Construction Data

Scheepsbouwer: Werf 'Rotterdams Welvaren' - (B. de Hoog), Rotterdam, Zuid-Holland, Netherlands
Date Laid Down: 1825-05-04
Launch Date: 1826-02-22
Delivery Date: 1826-03-09
Technical Data

Gross Tonnage: 338.00 lasts
Gross Tonnage 2: 600.00 tons (oude meting)
 
Length 1: 36.86 Meters Registered
Beam: 9.40 Meters Registered
Depth: 2.03 Meters Registered
Zeebrieven en Turksche passen

Record type Zeebrief
Zeebrief jaar: 1826
Datum agenda: 1826-03-23
Register nr: 18260227
Scheepsnaam: NEERLANDS KONING
Type: Fregat
Lasten: 338
Gebouwd in provincie: Zuid-Holland
Gebouwd in binnen- of buitenland: Binnenlands
Zeebrief / Turksche pas verzocht door: Hoboken, A. van
Plaats: Rotterdam
Kapitein op moment van verzoek: Schinkel, K.
Opmerkingen: Eerste zeebrief

Bekijk de overige zeebrieven / Turksche passen van dit schip
Ship History Data

Date/Name Ship 1826-03-09 NEERLANDS KONING
Manager: Firma A. van Hoboken & Zonen, Rotterdam, Zuid-Holland, Netherlands
Eigenaar: Firma A. van Hoboken & Zonen, Rotterdam, Zuid-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Rotterdam / Netherlands

Ship Events Data

1830-06-22: Damaged
Gepraaid op 22 juni 1830 NEERLANDS KONING, kapitein P. Vis, van Soerabaja naar Rotterdam gedestineerd, hetwelk reeds twee en veertig dagen kruisende was op het rif van Aiguilles, hebbende aldaar met hevige stormen geworsteld en veel aan het schip en tuig geleden.
1833-03-03: Damaged
Gepraaid 3 maart 1833. Met de alhier van de Kaap aangekomen schoener TARTAR, hebben wij nog het bericht ontvangen, dat, na ene reis van 64 dagen, het den 30sten december 1832 van hier vertrokken schip NEERLANDS KONING, gezagvoerder P. Vis ten gevolge van twee orkanen , de eerste in 82 graden 40' lengte en 16° 6' breedte; de tweede in 68° 13' lengte en 22" 23 breedte, aldaar is binnen gelopen , met verlies der voor- en-kruisstengen en derzelver toebehoren, kluiverbomen , blinde ra en grote bramsteng; zijnde de fokke en bezaans masten op twee plaatsen gesprongen, hoewel die nog hebben kunnen dienen tot het aanbrengen van een noodtuig, om daarmede de Kaap te bereiken.
1840-01-30: Stranded
Het schip NEERLANDS KONING, kapt. M. Schaap, van Batavia, is op het Pampus (opm. zandbank tussen Goeree en Hellevoetsluis) aan de grond geraakt.
1857-12-01: Final Fate: Broken up

Op 1 december 1857 wordt het hol van het Nederlandse barkschip NEERLANDS KONING verkocht voor NLG 5.700, voor de sloop

Gezagvoerders

Familiegegevens en opleiding

Klaas Schinkel werd geboren op 20 april 1790 te Winschoten als zoon van Pieter Schinkel, (timmermansbaas) en Leentje Klaassens Keyser.

Klaas is weduwnaar van Anna Mensina Hoorn van den Berg die in 1821 overleed te Rotterdam en hij hertrouwde op 07 mei 1823 te Dordrecht met Anna Catharina Schotman, geboren in 1803 te Dordrecht als dochter van de logementshouder Jan Schotman en Catharina Haverkamp. In 1830 woonde hij aan de Hoogt E440 te Dordrecht met zijn vrouw en zoonte Jan (1823).

Hij overleed in 1838 en woonde toen aan de Zandweg E586 te Dordrecht.064.

Hij werd per 27 januari 1823 met nummer 100 lid van de Dordtse vrijmetselaarsloge “La Flamboyante”. In 1835 werd hij uit de Loge gezet wegens het schenden van de geheimhoudingsplicht.

 

Rotterdamsche Courant 29 november 1821

Advertentie. Na dat op dinsdagavond, den 20 dezer, onze nog enige geliefde dochter, Anna Mensina, echtgenote van de heer K. Schinkel, kapitein, voerende het fregatschip ROTTERDAMSCH WELVAREN, op zijn reis zijnde naar Batavia, zeer spoedig verlost was van een zoon, is zij, door onverwachte bijkomende toevallen, op gisteren avond te negen uren, tot onze grootste droefheid, in de jeugdige ouderdom van nog geen 19 jaren, overleden.

Rotterdam,                                           J.H. van den Berg

den 25 november 1821                             J.W. van den Berg, geb. Koes

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

K.P.Schinkel was met vlagnummer R101 in de periode 1826 t/m 1830 lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart. Daar er uit de periode 1820 t/m 1825 geen ledenlijsten bekend zijn kan zijn lidmaatschap in een van deze ontbrekende jaren zijn aangevangen058.

Klaas Schinkel was in de periode 18 september 1830 t/m 26 oktober 1832 met vlagnummer 35 lid van het Dordtse zeemanscollege “Tot Nut van Handel en Zeevaart.” Bij de inschrijving wordt hij vermeld als “K.van den Schinkel”, gezagvoerder van het schip “Dordrecht” en hij krijgt vlagnummer 35. Bij zijn bedanken wordt hij aangeduid als K.Schinkel.111 en 064a

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In het Jaarverslag 1830 van de Maatschappij tot Nut der Zeevaart (Gemeentearchief, Rotterdam. J/126) staat vermeld dat hij in 1830 het Rotterdams college heeft verlaten058.

 

De schepen van de kapitein

In 1824 was K.Schinkel gezagvoerder van het Rotterdamse fregat “Rotterdams Welvaren” (185 lasten). De boekhouder was A.van Hoboken012.

 

Bouma025 vermeldt K.P.Schinkel als gezagvoerder gedurende:

  • * 1820 t/m 1828 op het 3/m schip “Rotterdams Welvaren”, ex Elisabeth?, ex Flora?, gebouwd in Middelburg, bouwjaar niet vermeld (maar vermoedelijk 1811), 345 ton o.m., varend voor A.van Hoboken & Zn te Rotterdam;
  • * 1828/1829 op het 3/m schip “Neerlands Koning” gebouwd in 1825/26 op de werf Rotterdams Welvaren te Rotterdam, te water op 22 februari 1826 630 ton, varend voor A.van Hoboken & Zn te Rotterdam;
  • * 1832 t/m 1833 op het 3/m schip “Stad Dordrecht”, gebouwd in 1830 op de werf van Jan Schouten te Dordrecht, 780 ton o.m., varend voor N.Roodenburg cs. te Dordrecht.

 

Overige bijzonderheden

K.Schinkel verzorgde per 20 april 1826 vanuit Hellevoetsluis met de “Neerlands Koning” een troepentransport van 4 officieren en 150 manschappen. Hij arriveerde op 16 augustus 1826 na 118 dagen Batavia , waarbij onderweg 1 militair was overleden.

Met hetzelfde schip voer hij uit van Hellevoetsluis op 10 juni 1827 met 5 officieren en 150 militairen. Hij arriveerde te Batavia op 20 september 1827 na 102 dagen, waarbij onderweg 1 militair was overleden.

En tenslotte vertrok hij wederom met de “Neerlands Koning” op 09 april 1828 vanuit Hellevoetsluis met een detachement van 1 officier en 150 manschappen. Op 18 augustus 1828 na 131 dagen kwam hij aan te Batavia, terwijl onderweg 4 militairen waren overleden065.

Een afbeelding uit 1826 door Q.M.R.Ver Huell van het fregat “Rotterdams Welvaren” van Anthonie van Hoboken en met vlag R101 van kapitein Klaas Schinkel bevindt zich in het Maritiem Museum Prins Hendrik te Rotterdam.

Eveneens een portret uit hetzelfde Museum met de kapiteinsvlag R101 van Klaas Schinkel op de Maas voor Rotterdam. zie 069 – pp.124 en 131.

In 1824 werd door Koning Willem I de Nederlandsche Handel Maatschappij opgericht. “De Rotterdams Welvaren was … het eetrste schip dat de NHM voor een reis naar Oost-Indië zou bevrachten. De overeenkomst daartoe werd op 1 november 1824 getekend. … De … Rotterdams Welvaren zou een contingent militairen meekrijgen dat op 15 december in Helvoet moest embarkeren. … Het door kapitein Klaas Schinkel gevoerde fregat moet boordevol zijn geweest, want eind november berichtte Van Hoboken de maatschappij dat er alleen nog kisten met schrijfwaren mee konden als er honderd ton pek zou achterblijven. … Op 22 januari 1825 was de – ook nog zes passagiers aan boord hebbende – Rotterdams Welvaren ‘gelukkig in zee geraakt’. Dik vier maanden later was het fregat in Batavia en op 3 juli 1825 kon het vandaar alweer vertrekken. … vier van de 22 meegereisde militairen waren overleden” 069 – p.132.

“Kapitein van de Neerlands Koning werd Klaas Schinkel, die in 1823 ook de eerste reis van de Rotterdams Welvaren had gecommandeerd. Ter gelegenheid van het wegvaren van het fregat had Anthony vvan Hoboken ongeveer veertig mensen uitgenodigd, die een stuk van de trip naar Helvoet zouden meemaken en aan boord een feestmaal voorgeschoteld zouden krijgen. … Van Hoboken zelf had de Neerlands Koning … ‘in de beste orde met Z.M. troepen in zee zien zeilen.’ “

“De Neerlands Koning ontscheepte op 10 augustus 1826 bij Anjer de militairen, voer naar Canton, vertrok daar weer op 18 november en kwam op 16 maart 1827 – na nogmaals Anjer te hebben aangelopen – terug bij Helvoet; …  069 – p.142-144.

Op 25 september 1828 (23 dagen na verttrek uit Batavia) kwam de “Neerlands Koning” onder kapitein Schinkel in Whampoa aan voor laden van een partij thee. Op 01 mei 1829 was het schip terug van haar tweede Cantontrip

Klaas Schinkel vertrok op 22 januari 1825 met de “Rotterdams Welvaren” met militairen en 6 passagiers vanuit Hellevoetsluis. De belevenissen op deze reis zijn in 1834 op schrift gesteld door de passagier Daniël F.G. van de Sande in zijn “Tafereelen geschreven op eene Reis uit Duitschland over de Nederlanden naar de Oostindien”. Dit verslag is aanwezig in het Scheepvaartmuseum te Amsterdam onder Cat. AIV/2-66. De “Rotterdams Welvaren” had als eerste schip een bevrachting van de Nederlandsche Handel Maatschappij ontvangen. Er is royaal uit dit verslag geciteerd door Oosterwijk.069 – 245 e.v.. Het schip kwam ein mei 1825 aan te Batavia.

 

Ontleend aan van Blokland-Visser064:

Volgens een monsterrol dd 05 december 1831 (Gemeentearchief van Dordrecht) monsterde Govert Crans als 4e stuurman op het fregat “Stad Dordrecht” onder kapitein Klaas Schinkel voor een reis naar Batavia en een equipage van 41 man.064

Volgens monsterrol nr 468 in het Gemeentearchief van Dordecht dd 26 november 1830 was Klaas Schinkel, wonend te Dordreccht, oud 41 jaar, gezagvoerder van de “Stad Dordrecht” voor een reis naar Batavia .Hij vertrok op 26 december 1830 uit Hellevoetsluis met 41 man naar Batavia. Mee aan boord als kajuitwachter is zijn 7 jarig zoontje Jan. Hij keerde terug in Holland op 07 oktober 1831.

Een tweede reis op dit schip duurde van 29 december 1831 t/m 07 oktober 1832.

 

Rotterdamsche Courant 06 december 1821114

Rotterdam, 5 december. Den 10 augustus is te Batavia gearriveerd het schip ROTTERDAMSCH WELVAREN, K. Schinkel, van Rotterdam.

 

 

Datum vanaf: 1826
Kapitein: Schinkel, Klaas
Overige informatie: 0

Familiegegevens en opleiding

Pieter Vis werd geboren te Delfshaven op 16 december 1799.

Hij was getrouwd met Huberta Maria Pelkman, geboren te Delfshaven op 28 juni 1806..Zij is overleden op 14 maart 1862.

Pieter is overleden april 1857003.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

P.Vis (met adres A.van Hoboken & Zn) werd met vlagnummer 389 per 05 augustus 1834 ingeschreven als effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop op voordracht van kapitein B.J.Martens. Als zijn schip is genoemd de “India”. Toegevoegd is “overleden” 002.

In de Algemene Vergaderingen van het college Zeemanshoop van 29 juli/05 augustus 1834 is voorgedragen/benoemd tot effectief lid Pieter Vis, oud 35 jaar, voerende het fregat “Neêrlands Koning”, wonende te Rotterdam en met als adres de heer F.Bondix te Amsterdam, op voordracht van kapitein B.J.Martens. Zijn vlagnummer is niet vermeld maar uit de volgorde van aanmelding moet dit 389 zijn023.

Pieter Vis werd per 24 oktober 1837 deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop. . “ingevolge Art 35* van het Reglemt moet de kapt (terwijl hij voor Rott. is varende) dubb. Contr. Betalen”003.

 

Pieter Vis was met vlagnummer R8 in de periode 1827 t/m 1857 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In de notulen van de Bestuursvergadering  dd 29 oktober 1857 staat een verzoek om uitkering van de weduwe kapitein P.Visser geb. Pelkman welke hem in de vergadering dd 26 november per 01 mei 1857 wordt toegekend.042.

 

In de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 05 januari 1858 is medegedeeld dat per 01 mei 1857 een uitkering is toegekend aan de weduwe kapitein P.Vis geb. Pelkman.023.

 

In de Jaarverslagen 1858 en 1859 van de Maatschappij tot Nut der Zeevaart  (Maritiem Museum, Rotterdam) staat in de Staat van Ontvangst en Uitgave dat de weduwe van kapitein P.Vis een jaarlijkse uitkering kreeg van f 150,-058.

In het Jaarverslag 1862 staat vermeld dat de “trekkende weduwe” van P.Vis in 1862 is overleden058.

 

De schepen van de kapitein

lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer                 jaren          type                 scheepsnaam              naam reder/boekhouder

      389                          1834          fregat              Neêrlands Koning       geen opgave

                                        1835          geen vermelding van schip en boekhouder

      276                       1836-1839    fregat              India                             A.van Hoboken & Zn te Rotterdam

                                        1840          geen vermelding van schip en boekhouder

                                     1841-1853    fregat              Rotterdam                   A.van Hoboken & Zn te Rotterdam

       86                        1854-1856    fregat              Rotterdam                   idem

 

In de Jaarverslagen van de Maatschappij tot Nut der Zeevaart  staat kapitein P.Vis met vlagnummer R8 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:

*   1849, 1851, 1855         op het fregat “Rotterdam”      584 last varend voor A. van Hoboken & Zn te Rotterdam

 

Bouma025 vermeldt P.Vis als gezagvoerder gedurende:

*   1830 t/m 1834 op het 3/m schip “Neêrlands Koning”, gebouwd in 1825 te Rotterdam, 630 ton o.m., varend voor A.van Hoboken te Rotterdam;

*   1836 t/m 1839 op het 3/m schip “India”, gebouwd in 1834 te Rotterdam, 850 ton o.m., varend voor A.van Hoboken & Zn te Rotterdam;

*   1842 t/m 1857 op het 3/m schip “Rotterdam”, gebouwd in 1841 te Maassluis, 1173 ton o.m., varend voor A.van Hoboken & Zn te Rotterdam.

 

Overige bijzonderheden

P.Visch verzorgde per 25 september 1829 vanuit Hellevoetsluis met de “Neêrlands Koning” een troepentransport van 2 officieren en 150 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 26 januari 1830 na 123 dagen065.

 

P.Vis verzorgde per 28 december 1834 een troepentransport van 5 officieren en 100 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 14 april 1835 na 107 dagen065*

Per 11 november 1836 met 2 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 13 maart 1837 na 122 dagen065*;

Per 02 december 1837 met 4 officieren en 20 manschappen. In St. Georg d’Elmina werden 100 Afrikaanse recruten ingenomen. Hij arriveerde te Batavia op 26 april 1838 na 145 dagen. Onderweg was 1 Afrikaanse recruut overleden.

Per 05 maart 1839 had hij 1 militair aan boord. Aankomstdatum te Batavia is niet vermeld.

Per 06 januari 1840 met 6 officieren en 140 manschappen. Hij kwam te Batavia aan op 19 april 1840 na 104 dagen.

Voorgaande gegevens betreffen de afvaart in Hellevoetsluis met het schip de “India”065.

 

P.Vis nam per 23 mei 1846 vanuit Hellevoetsluis 1 officier mee. Aankomstdatum te Batavia is niet vermeld.

06 november 1847 verzorgde hij vanuit Hellevoetsluis een transport van 4 officieren en 200 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 25 februari 1828 na 111 dagen

05 april 1851 vanuit Brouwershaven nam hij 1 officier mee. Hij kwam op 23 juli 1851 na 109 dagen te Batavia aan.

16 mei 1852 vanuit Brouwershaven met 3 officieren en 200 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 03 augustus 1855 na 196 dagen.

13 juli 1853 vanuit Brouwershaven met 3 officieren. Een aankomstdatum te Batavia is niet vermeld.

11 november 1855 vanuit Hellevoetsluis met 6 officieren. Een aankomstdatum te Batavia is niet vermeld.

15 december 1856 vanuit Brouwershaven met 4 officieren. Een aankomstdatum te Batavia is niet vermeld.

Voorgaande gegevens betreffen alle het schip de “Rotterdam”065.

 

Algemeen Handelsblad 00-06-1829

“Voor passagiers van Rotterdam naar Batavia is uitmuntende gelegenheid per de nieuwgebouwde Nederlandsche gekoperde Fregatschepen: NEERLANDSCH KONING om te vertrekken tegen het eind van juli (1834 gevoerd door kapt. Pieter Vis) en

BATAVIA gereed om eerdaags van stapel te lopen en te vertrekken tegen het eind van augustus.”

 

“De India zeilde op 29 juni 1835 van de rede van Batavia. … Kapitein Pieter Vis , achtendertig bemanningsleden … zagen op de reis geen Chinesche jonken, maar alleen eenigen Chinesche visschersvaartuigen. Op decima werd gelost …”069 – p.190

“De India was in augustus 1836 van zijn eerste reis terug, onder commando van gezagvoerder Pieter Vis”069 – p.176.

Op 7 januari 1850 wa het fregat “Rotterdam” onder kapitein Pieter Vis als laatste schip van de vloot vóór van Hobokens dood (op 14 januari 1850) vanuit Rotterdam vertrokken.069 p 267

In particulier bezit van J.H. van Hoboken in Asselt is een aquarel van het fregat “Rotterdam” onder kapitein Pieter Vis. Het schip voert het vlagnummer R8. De afbeelding in kleur staat ook in referentie 069 p 218.

 

In de “Biografie van Cornelis Abrahamsz Jr” staat vermeld080:

17 augustus 1856 met de “Azia” te St. Helena op weg naar Nederland:

   “… den 17e Augustus lieten we het anker op de Reede van St.Helena vallen, daar we een aantal schepen vonden, waaronder wel 6 Hollanders, onder andere kapt. Vis met de Rotterdam, hebbende aan boord de Gouverneur Generaal Duimaar van Twist … “.

 

 

Datum vanaf: 1829
Kapitein: Vis, Pieter
Overige informatie: 0

Familiegegevens en opleiding

Maarten Ameriksz. Schaap werd geboren te Katwijk op 24 maart 1782 als zoon van Amerik Cornelisz. Schaap en Lijsbeth Cornelisd. Plokker.

Hij trouwde te Katwijk op 06 juli 1805 met Trijntje Arijsd. van Duijvenbode, geboren te Katwijk op 22 augustus 1786. Het echtpaar kreeg 2 kinderen en wel Amerik (Katwijk 16 juli 1810) en Ary (Rotterdam 11 juli 1811 – 15 augustus 1839 in de Zuider Atlantische Oceaan bij St.Helena. Trijntje overleed op 30 juni 1837.

Maarten overleed op 26 februari 1870.054-159

Maarten Schaap werd gedoopt op 24 maart 1782 te Katwijk aan Zee als zoon van Amerik Cornelisz. Schaap en Lijsbeth Plokker. Hij huwde in 1805 met Trijntje Arysd. van Duyvenbode. Hij overleed op 26 februari 1870005.

Foto (nr.67) beschikbaar van kapitein Maarten Schaap047.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

M.Schaap was met vlagnummer R69 in de periode 1826 t/m 1870 effectief lid van het Roterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart. De ledenlijsten uit de periode 1820 t/m 1825 ontbreken. Het is waarschijnlijk dat hij in één van de jaren uit genoemde periode tot het College is toegetreden058.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In de Jaarverslagen 1858 en 1859 van het College (Maritiem Museum, Rotterdam) wordt vermeld dat M.Schaap een ondersteuning kreeg van f 200,- ’s jaars vanwege ouderdom en/of behoeftigheid. (uit de vaarperioden concludeer ik dat met deze M.Schaap bedoeld wordt Maarten Ameriksz.).

 

De schepen van de kapitein

In de Jaarverslagen van het College staat kapitein M.Schaap met vlagnummer R69 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:

1849, 1851, 1855, 1858, 1859, 1862 t/m 1867 alle zonder vermelding van schip en reder

 

Bouma025 vermeldt M.Schaap als gezagvoerder gedurende:

  • * 1819 t/m 1828 van de galjoot “Jonge Hendrika”, gebouwd in 1812, bouwlocatie niet vermeld, 163 ton, varend voor Hoboken te Rotterdam. (Bouma boekt deze mededeling in onder de naam M.Schaap, dus met 1 initiaal. Het is dus de vraag, ook gezien de overlappende vaarperiode met het volgende schip, of het hier om Maarten Ameriksz gaat.);
  • * 1826 t/m 1831 op de brik “Willem”, gebouwd in 1826 te Rotterdam, 230 ton o.m., varend voor A.van Hoboken & Zn te Rotterdam;
  • * 1833 t/m 1834 op het fregat “Jonge Adriana”, gebouwd in 1818, 400 ton o.m., varend voor A.van Hoboken & Zn te Rotterdam;
  • * 1835 t/m 1841 op het fregat “Neerlands Koning”, gebouwd in 1825 te Rotterdam, 630 ton o.m., varend voor A.van Hoboken & Zn te Rotterdam.

 

Overige bijzonderheden

Het fregat “Neerlands Koning” liep op 22 februari 1826 op de werf Rotterdams Welvaren van A.van Hoboken te Rotterdam van stapel. “Dit schip was het, dat onder Kapitein Maarten Schaap, van Katwijk, het vertrouwen verwierf, om in 1835 de door de Nederlandsche Stoomboot Maatschappij te Feijenoord gebouwde ijzeren Stoomboot “Hecla” naar Soerabya te vervoeren. De Hecla en de Etna, waren de eerste ijzeren stoomboten voor het Indische Gouvernement en werden te Soerabya, opgebouwd, nadat zij in stukken waren aangevoerd.” Maarten Schaap zou volgens Smit026 een dagboek van deze reis hebben bijgehouden waaruit hier een resumé:

“... Den 15 October monsterde ik mijn volk weer voor die reis: drie stuurlieden, een dokter, tezamen met den kapitein 35 koppen ... “. Beschreven wordt hoe de uit elkaar genomen ijzeren stoomboot werd geladen. Op 10 november 1835 vertrok men uit de Leuve-Haven. “Wij hadden 8 machinisten om de boot in de Oost weer in elkaar te zetten, daarbij nog 10 passagiers, met een melkkoe voor scheepsgebruik”. Op de 15de voer hij uit van Hellevoetsluis. Op 03 januari 1836 voer men op de hoogte van het eiland Trinidad en op 09 februari tussen de eilanden St.Paul en Amsterdam. Na een orkaan in de Indische Oceaan kwam hij op 08 maart 1836 op de rede van Batavia. “Zoo heeft ons de Heere weder behoed, geleid en in alle wederwaardigheden gunstig bewaard. Hem zij eer en dank daarvoor toegebracht”. Er volgen enige bijzonderheden over de omgeving van Batavia, waar kapitein Schaap kennelijk wat rondtoerde. Op 19 maart zeilde hij naar Soerabaja waar hij 24 maart 1836 arriveerde en de ijzeren boot werd gelost. Vervolgens werd o.a. suiker geladen zowel in Soerabaja als Passoeroean voor de Nederlandsche Handels Maatschappij en weer terug gezeild naar Batavia. Intussen was Schaap nogal ernsig ziek geworden en hij doet daaromtrent uitgebreid verslag. Op 09 mei 1836 werd de terugreis aanvaard “Ik bevond mij zeer wel en had ook goede eetlust, maar een eeuwig suizen in het linker oor.” Na Kaap de Goede Hoop kwam het schip in zeer zwaar weer en liep aanzienlijke schade op “... onze fok was midden door , stagzeil uit de lijken. Het grootzeil gedeeltelijk aan stukken.”

Maarten voer in 1803-1808 als schipper onder Papenburgse vlag op het bomschip Hoffnung (door hem ook wel Hoop genoemd), van 1809-1819 op het 75 last metende kofschip Jonge Marie (Jeune Marie), van 1819-1819 op het 240 ton (120 last) metende galjootschip Jonge Hendrika, van 1826-1832 op de 370 ton metende (kleine-)brik Willem, een vierkant getuigde tweemaster, bouwjaar 1826 met lengte van ~27 meter over de stevens. “(Van de tewaterlating werd, in opdracht van Van Hoboken, door de zeeschilder Izaak Schouwman, een tekening gemaakt.)”; van 1832-1834 op het 430 ton (200 last) metende en in 1818 te Kopenhagen gebouwde fregatschip Jonge Adriana en van 1834-1841 op het 689 ton (338 last) metende, in 1826 op de werf “Rotterdams Welvaren” gebouwde, fregatschip Neerlands Koning. “Dit was tevens het laatste schip waarop Schaap voer en kapitein is geweest. Alle voornoemde schepen waren van rederij Anthonie van Hoboken ( en zonen)”.

Hij voer met de nummervlag R69 van het Roterdamse college “Maatschappij tot Nut der Zeevaart”. “Hij legde een “Dagboek mijner reizen” aan, waarin een uitvoerige beschrijving van zijn lotgevallen wordt gegeven (origineel in Katwijks Museum). In 1988 in boekvorm verschenen”.

Het artikel bevat een portret van Maarten Ameriksz. Schaap en een afbeelding door I.Schouman uit 1827 van de brik “De Jonge Marie”054-159.

Anthony van Hoboken nam eind 1798 een bomschuit over van Jacob Spaanderman te Katwijk aan Zee. Schipper was Cornelis Schaap, “die sinds oktober 1795 aan boord gezelschap had van zijn broertje Maarten: een knaap die op zijn twaalfde jaar was gaan varen en die tot 1841(!) in dienst van van Hoboken zou blijven. Maarten was een gedienstig en nauwgezet iemand, die van al zijn reizen uitvoerig aantekening zou houden in een dagboek. De bomschuit droeg in 1801 de naam Neptunus toen Cornelis Schaap het scheepje in juni van dat jaar voor de enige eigenaar Anthony van Hoboken publiekelijk mocht gaan veilen - de bom lag die maand op het strand van Scheveningen. Maarten heeft het er in zijn dagboek over; hij noteerde dat de schuit na een reis van Londen naar Katwijk werd geveild omdat hij “te slegt wier om koopmansgoeder over te varen”. Op deze bomschuit had Maarten in 1795 zijn eerste reis van Rotterdam naar Hull gemaakt (met een lading vlas); het schip kwam van Sunderland terug naar Rotterdam (met steenkool).

“Cornelis en Maarten Schaap - die dertien jaar jonger was dan zijn broer - waren Katwijkers. Maarten was nog maar negen jaar oud toen zijn vader Amerik stierf en dertien toen ook zijn moeder overleed.”

“Enkele maanden voordat Anthony van Hoboken de bomschuit in 1798 zou kopen, waren de gebroeders Schaap en twee anderen tijdens hun achste overtocht naar Engeland - in april van dat jaar - gearresteerd. De Engelsen waren er bij de controle achtergekomen, dat het schip ten onrechte de vlag van Pruisen voerde en dat het eigendom was van een Katwijkse reder. Hun vaartuig werd naar Yarmouth overgebracht en de vier opvarenden moesten naar het gevangenkamp Norman Cross bij Peterborough. Ze hebben er van eind april tot september van dat jaar gezeten en mochten daarna met hun eigen schip naar hun land terug”. Daarna nam van Hoboken het schip en de gebroeders Schaap over en na reparatie vertrok het eind december 1798 voor weer een reis naar Londen. “Bij Maassluis al werd de bemanning door een strenge vorst overvallen - “dat wij de bom in de haven moesten bergen voor het ijs”, schreef Maarten Schaap in zijn dagboek. Eerst in maart 1799 konden ze daar wegvaren.”069-p.40/41.

M.Schaap verzorgde per 25 januari 1837 vanuit Hellevoetsluis met de “Neêrlands Koning” een troepentransport van 6 officieren en 23 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 14 mei 1837 na 109 dagen-65*.

Hij vertrok op 22 april 1838 met de Neerlands Koning vanuit Hellevoetsluis met 1 officier. Aankomsttijd en reisduur zijn niet vermeld065.

Van Maarten Amerikz Schaap bestaat een biografie “Maarten Schaap, een Katwijker ter Koopvaardij’ 1782-1870” door J.R.Bruijn en E.S.van Eyk van Heslingen. Verhandelingen KNAW, Afd. Letterkunde, Nw. Reeks 135, Cie voor Zeegeschiedenis 17. NH Uitgevers Maatschappij, Amsterdam, 1899, 210 pp.

Maarten Schaap en zijn broer Cornelis werden ca. 1801 door van Hoboken naar Sneek gestuurd om een aldaar gebouwde kof naar Rotterdam te varen. Zijn metgezellen naar Rotterdam vroegen hem om kapitein op het schip te worden. “Schaap was nog geen twintig jaar oud en vond zichzelf te jong om deze verantwoording toen al te kunnen dragen. Van Hoboken was het met Maarten eens en stelde hem voor op de kof te blijven varen, maar dan met Volkert Plug als schipper. Schaap stemde toe en kreeg de belofte dat hij later een ander scheepscommando zou krijgen.”069 – 57

Op de leeftijd van 21 jaar werd Maarten voor van Hoboken kapitein op de bom “Hoffnung” (met een Duitse naam, want het schip voer onder Papenburgse vlag). “Met een lading vlas en lijnzaad moest de bom naar Leith in Schotland, dat na een ongelukkige reis werd bereikt: mast en tuig kapot en bovendien op sleeptouw genomen. In mei 1804 zette Schaap pas weer voet aan wal in Rotterdam, meldde zich op het kantoor aan de Wijnhaven en hoorde van Van Hoboken dat die zeer wel tevreden was. “ -69 – p.59.

In 1809 werd het koninkrijk Holland opgeheven en ingelijfd bij Frankrijk. Napoleon verordonneerde dat de schepen Franse namen moesten krijgen. De Van Hoboken-correspondentie wijst uit dat Maarten Schaap in voorjaar 1812 met de “Jeune Marie”, de vroegere Jonge Marie met een lading klaverzaad naar Londen zeilde. Één en ander wordt uitgebreid in het dagboek van Schaap uiteengezet.069 - p.76

“Schipper Maarten Schaap zou met de Jonge Maria tot in 1819 zijn aandeel leveren aan de vaart langs de West- en Zuid-Europese kusten. Als één van de weinige Van Hoboken-schippers was hij al vóór het eind van 1813 naar Londen uitgevaren. … De Theems lag die winter vol ijs. De Jonge Maria liep daar vertraging door op en was niet eerder dan in maart 1814 terug in Rotterdam. Vandaar zeilde de kof naar Lissabon, om zout te halen. Acht dagen na vertrek uit de Taag-monding moest het schip echter omkeren, omdat er een lek was ontdekt.” Vanwege gevaar van kaping door Algerijnse zeerovers moest het schip eigenlijk in konvooi varen, en Schaap voer naar Vigo en was in september 1815 zonder problemen weer terug in Rotterdam.

Een jaar later echter werd hij met zijn schip en ook zijn broer Ary Schaap met de “Koophandel” in handen van zeerovers en kwam in gevangenschap in Marokko terecht. Ze kwamen echter na verloop van tijd weer vrij en ze mochten met hun schepen weer vertrekken. “Op 2 januari 1817 hees men op de Jonge Maria de zeilen en in volle zee dankten de zeelieden God voor hun bevrijding.” Op de terugreis werd door zwaar weer ernstige schade geleden en men kwam begin februari in Brielle aan. Daarna volgde in 1817 en 1818 nog reizen naar Londen en de Middellandse Zee, o.a. met kaas uit Edam. (De gegevens zijn kennelijk ontleend aan het dagboek van Maarten Schaap)

In 1819 werd Maarten de opvolger van Haje Everts Henrichs op de galjoot “Jonge Hendrika” en maakte reizen naar het Middellandse Zeegebied. 069 p.105/106

“Anthony van Hoboken had kapitein Maarten Schaap in 1826 als gezagvoerder op de Willem gezet. Schaap, die al zo’n derig jaar voor hem voer, was toen 43 jaar oud. Ruim zeven jaar was hij de hoogste in rang op de Jonge Hendrika geweest en met dit schip was hij in het begin van 1825 met een lading katoen en lijnzaad uit de Egyptische haven Alexandrië komen varen. Langdurig slecht weer voor de West-Europese kust bracht forse schade toe aan schip en lading … In mei van dat jaar was hij opnieuw in Alexandrië, maakte daar een pestepidemie mee, maar kwam wonderwel zonder één ziek bemanningslid in Rotterdam terug. … In juni 1826 had Van Hoboken Schaap gepromoveerd tot kapitein van zijn nieuwe brik en Schaap droeg op zijn beurt het scheepscommando van de Jonge Hendrika over aan Ary Plug, zoon van de overleden Volkert. … De bewapende brik vertrok (op 30 november 1826) met een volle lading en met zeven passagiers … Op 15 december was het schip in zee … en zag … op 13 april 1827 voor het eerst … de Javaanse kust. … op 28 april kon de Willem … bij Batavia ankeren. Twee dagen erna liep Maarten Schaap zware koorts op. … Schaap werd ondergebracht in de woning van Van Hobokens vertegenwoordiger Ten Brink, waar hij snel opknapte. Half mei zeilde hij met de brik naar Tjeribon … voer terug naar Batavia … vertrok op 3 juni naar de thuishaven en meerde op 12 oktober weer af in Rotterdam. … Twee dagen later alweer werd er geladen voor Batavia … Op Oudejaarsdag 1827 liet de brik Helvoet achter zich … Tussen 6 april en 18 mei 1828 lag de brik in de Tafelbaai bij Kaapstad … Het traject Kaapstad naar Java werd in 49 dagen afgelegd.” Het kwam op 13 maart 1829 weer in Rotterdam aan. “Drie weken later was het schip opnieuw in zee, wederom voor een trip naar Java. (zeer veel geciteerd uit het dagboek van Schaap dat ter raadpleging wordt aanbevolen – S.P.!!)

In oktober 1829 schreef koopman Van Hoboken aan diverse relaties een brief waarin hij stelde dat het schip de “Willem” onder kapitein Maarten Schaap binnen 8 agen gereed zou zijn om naar Batavia te vertrekken.069 – p.155-.

“Op de laatste reis van de Willem waren er acht passagiers aan boord. Onder hen was F.Elgerhuizen, de zoon van de commandant van het bij Batavia liggende eilandje Onrust; daar werden sinds de 17e eeuw al schepen gerepareerd. het toeval wilde dat de Willem na het vertrek van Batavia (op 18 december 1831) niet ver van Onrust op een rif liep. De Willem zat gevaarlijk en Schaap was bang zijn brik te verliezen. … de Willem moest eerst op Onrust repareren, voordat het schip Rotterdam kon vertrekken.069 – p.161.

Begin dertiger jaren had de Indiëvaart te maken met een embargo vanuit Engeland en Frankrijk vanwege de stellingname van deze landen in het Belgisch-Nederlandse conflict. Schepen liepen de kans in Engelse havens te worden opgebracht en vastgehouden. In 1832, toen dit embargo een feit werd, waren diverse schepen uit Indië onderweg naar Nederland maar niet van de politieke situatie op de hoogte.”Eén van de uit Indië naar Rotterdam onderweg zijnde Van Hoboken-schepen die kon ‘ontsnappen’ wass de Jonge Adriana. … Gezagvoerder … was Maarten Schaap, die in april 1832 de brik Willem voor dit fregat had verruild en er op 16 mei van dat jaar met lading en dertien passagiers bij Helvoet de zee mee was opgegaan. … Schaap en zijn bemanning bereikte Batavia op 29 juli 1832. Zonder passagiers, maar met volle ruimen zeilde men daar op 21 september weer vandaan. Op 11 november rondde het schip Kaap de Goede Hoop; zestien dagen later ankerde de Jonge Adriana op de rede van het eiland Sint Helena. … Op 27 december – ten zuidwesten van Madeira – werd het fregat … gepraaid”. Daar hoorde Schaap van het embargo en kreeg de raad niet naar een Nederlandse haven te gaan. Het koos New York als bestemming., waar hij op 27 januari 1833 aankwam. Begin juli hoorde Schaap dat er een alliantie met Engeland en Frankrijk was gesloten en het embargo werd opgeheven. “De Jonge Adriana kon op 11 juli 1833 van New York vertrekken; 39 dagen later was get fregat bij Goeree.” 069 – p.184-188 Er staan vele bijzonderheden in het relaas omtrent het verblijf in bv. New York. Aanbevolen de oorspronkelijke tekst te lezen, die overigens is ontleend aan het dagboek van Schaap.

“In augustus 1834 had Schaap voor het laatst de Jonge Adriana naar Rotterdam gebracht; … Tegelijk met de door J.A.Pronk gecommandeerde Maria was hij met de Jonge Adriana op 6 april 1834 van de rede van Batavia vertrokken. Via Sint Helena … voer het schip in 123 dagen naar de thuishaven. Twee weken daarna was hij bij Anthony van Hoboken op kantoor. Deze vroeg hem hoe zijn schip beviel en of hij niet liever gezagvoerder op de Neerlands Koning zou willen worden. Schaap zei hem dat hij zich neerlegde bij wat Van Hoboken wilde en daar ‘altoos mee tevreden was’.

De … Neerlands Koning … vertrok met Maarten Schaap op 15 september 1834 vanuit Rotterdam naar Java. … Op 20 september zeulde de stoomboot Curaçao de Neerlands Koning het Goereese Gat uit. … Op 4 september 1835 was het volbeladen fregat in zijn thuishaven terug. … Op 16 oktober kreeg Schaap order om op Feijenoord de ‘uit malkander genoomen ijzeren stoomboot te lajen’: met bestemming Soerabaja. …Na 105 zeildagen … ankerde de Neerlands Koning op 8 maart 1836 op de rede van Batavia. Vandaar voer het schip naar Soerabaja. … Het vertrek naar Rotterdam was op 9 mei. … Na bij Kaap de Goede Hoop ongelooflijk bar weer te hebben ontmoet … waren Schaap … op 10 september in Rotterdam … terug…. Ongeveer een maand later moest de Neerlands Koning opnieuw naar de Oost. … 069 – p.198-200

Maarten Schaap beeïndigde in april op 1841 59 jarige leeftijd zijn 43 jaar geduurd hebbende verbintenis met Van Hoboken. “Een jaar daarvoor was Schaap met de Neerlands Koning aan zijn laatste reis naar Indië begonnen. … Op 29 september vertrok hij met de Neerlands Koning van de rede van Batavia huiswaarts zonder passagiers aan boord.

 

Rotterdamsche Courant 30 november 1816114

Amsterdam, 28 november. Volgens brieven van Lissabon, van den 6 november, zijn, door Marokkaanse kruissers, genomen de Nederlandse schepen de KOOPHANDEL, A. Schaap, en de JONGE MARIA, M. Schaap; het eerste was te Salé en het laatste te Larache opgebragt. (opm: zie ook RC 121216 en PGC 210117).

 

Rotterdamsche Courant 12 december 1816114

Amsterdam, 10 december. Directeuren van de Levantsche Handel en Navigatie in de Middellandsche Zee geven kennis, dat, volgens schrijven van Zijner Majesteits consul, Wm. Lobé, te Kadix (opm: Cadiz), van den 12 november laatstleden, Zijn Ed. van de Vice-Consul te Gibraltar, de heer Sewel, in dato 6 november, het natemeldene berigt heeft ontvangen:

Zie daar wat mij de heer Nyssen, ten aanzien van de reclamatiën, door Zijne Excellentie de Vice-Admiraal Van der Capellen, wegens de genomene schepen, meldt: Wij hebben, zo even, de gunstige verklaring van de Keizer van Marokko ontvangen, waar bij die Souverein aan alle de Consuls de verzekering geeft, dat alle schepen, toebehorende aan een Natie, waar mede hij in vrede is, welke door zijn kapers mogten genomen zijn, met derzelver equipagiën, ladingen en goederen zullen terug gegeven worden. Wij moeten dus hopen, dat, ingevolge de verklaring van de Marokkaanse Keizer, onze twee schepen (opm: zie RC 301116 en PGC 210117) in vrijheid zullen worden gesteld, en hunne reizen kunnen vervorderen.

 

Provinciale Groninger Courant 21 januari 1817114

Rotterdam, 15 januari. Men heeft nu de zekere tijding, dat de schepen van Arij Schaap en Maarten Schaap, door de Marokkanen genomen en opgebracht, door de keizer van Marokko, met derzelver ladingen, kost en schadeloos zijn ontslagen.

 

Rotterdamsche Courant 16 januari 1817114

Rotterdam, 15 januari. Men heeft nu een zekere tijding, dat de schepen van Ary Schaap (opm: de KOOPHANDEL) en Maarten Schaap (opm: JONGE MARIA), door de Marokkanen genomen en opgebragt, door de Keizer van Marokko, met derzelver ladingen, kost- en schadeloos zijn ontslagen.

 

Provinciale Groninger Courant 21 januari 1817114

Rotterdam, 15 januari. Men heeft nu de zekere tijding, dat de schepen van Arij Schaap en Maarten Schaap, door de Marokkanen genomen en opgebracht, door de keizer van Marokko, met derzelver ladingen, kost en schadeloos zijn ontslagen.

 

Rotterdamsche Courant 24 december 1818114

Amsterdam, 22 december. Den 21 november is te Gibraltar binnengelopen het schip de JONGE MARIA, M. Schaap, van Amsterdam naar Triëst.

 

Rotterdamsche Courant 29 januari 1820114

Te Rotterdam in lading liggende schepen naar:

….Marseille: het Galjootschip de JONGE HENDRIKA, kapt. Maarten Schaap….

 

Rotterdamsche Courant 28 april 1821114

Rotterdam, 27 april. Den 25 arriveerde te Helvoetsluis het schip de JONGE HENDRIKA, M. Schaap, van Bandohl (opm: Bandol, Var; 43 08 N 05 45 O); de wind O.

Den 27 arriveerde het schip MINERVA, D. Dirksen, van Howag.

Bij het vertrek der post is een uit zee komend schip in het gezicht; volgens rapporten van de zeeloodsen, is het kapt. H.E. Hendriks, van Smirna (opm: Izmir); de wind Z.Z.W.

 

Rotterdamsche Courant 07 augustus 1821114

Te Rotterdam in lading liggende schepen naar:

….Marseille: het Galjootschip JONGE HENDRIKA, kapt. Maarten Schaap

Idem: het Hoekerschip CORNELIA LUCIA, kapt. Jacob Altena, om den 11 te vertrekken…..

 

Rotterdamsche Courant 02 februari 1822114

Amsterdam, 31 januari. Volgens brief van Cette (opm: Sète), van den 19 dezer, liep aldaar het gerucht, dat kapt. Badger, naar Amsterdam gedestineerd, en de VROUW HENDRIKA, M. Schaap, beide te Bandohl liggende, verongelukt zouden zijn.

 

Rotterdamsche Courant 21 augustus 1821114

Rotterdam, 20 augustus. ….

….Den 20 zeilden DOLPHIJN, J. Touzeau, naar Guernsey; de JONGE HENDRIKA, M. Schaap, naar Marseille; HELENA, T.C. Gerdes, naar … ; VENILLIA, W. van der Kolff, naar Liverpool; MARGARETHA LAURENTIA, J. Kortrijk, naar Brest; GLASGOW, W. Paton, naar Leith; CLARA MARGARETHA, P.D. Dik, naar Liverpool; FLORA, J.W. Beresford, naar Rochester, en HOOP VAN EMDEN, S. Muller, naar Calais; de wind Z.O.

 

Rotterdamsche Courant 25 april 1822114

Rotterdam, 24 april. Den 22 arriveerde te Helvoetsluis de JONGE HENDRIKA, M. Schaap, van Bandohl.

Den 23 arriveerde MINERVA, J.T.G. Schutt, van Grijpswold (opm: Greifswald)

 

Rotterdamsche Courant 10 augustus 1822114

Rotterdam, 9 augustus. Den 8 dezer arriveerde te Helvoetsluis EMMA, J.J. Bokkenhagen, van Archangel, en zeilden de JONGE GIJSBRECHT PAULUS EN ADRIANA, M.D. Meijer, en HERSTELLER, A.F. Noorman, naar Liverpool; SOPHIA CHRISTINA, D.H. Dade, en NEPTUNES, J.C. Arends, naar Newcastle; de VROUW CAROLINA, H.C. Duwel, naar Londen; CONCORDIA, N. Olsen, en MARIA, C. Stibolt, naar Dramme; DOLPHIJN, J. Voss, en NEUTRALITÉ, G.L. Hagen, naar Rostock; CHRISTINA, J.H. Arenius, naar Finland; de JONGE HENDRIKA, M. Schaap, naar Marseille; de wind Z.W.

Den 9 zeilde BETSEIJ, J. Vergin, naar St. Ubes (opm: Setubal).

 

 

Datum vanaf: 1835
Kapitein: Schaap, Maarten Ameriksz
Overige informatie: 0

Familiegegevens en opleiding

Cornelis Schoewert werd geboren te Amsterdam op 28 augustus 1804.

Hij trouwde met Agatha Maria Turfboer, geboren te ‘Gravenhage op 20 juli 1860. Hij trouwde voor de tweede maal in 1850 met Hester Krietemeyer, geboren te Overschie en Hogeban op 06 februari 1825. 003.

Cornelis Schoewert werd geboren in 1804 te Mijdrecht. Hij woonde te Rotterdam o.a. aan de Hoogstraat Wijk 10 nr. 97 en Rotte Wijk 14 nr. 127. Hij vertrok op 07 april 1851 naar Dinteloord en keerde op 13 augustus 1853 weer terug naar Rotterdam. Hij vestigde zich op 10 december 1854 in Overschie005.

Welke van de twee opgaven is juist?

 

Cornelis Schoewert uit Mijdrecht werd als leerling van de Amsterdamse Kweekschool voor de Zeevaart “ingenomen”per 20 juli 1818. Hij was toen 5 voet lang, c.14 jaar en “heeft de natuurlijke kinderziekte gehad en naderhand nog eens gevaccineerd”. Volgens doopcedule 1358 werd hij gedoopt op 16 september 1804 als zoon van Christiaan Schoewert uit Amsterdam en Jacoba Margaretha Johanna Houtkoper uit Vinkeveen, beiden gereformeerd. Ten tijde van de ïnname” van Cornelis was de vader overleden en in leven chirurgijn terwijl de moeder woonachtig was “buiten de Braampoort.

Van de schoolvorderingen van Cornelis werden 3-maandelijkse rapporten bijgehouden van 01 oktober 1818 t/m 01 april 1821, waarbij geen bijzondere voorvallen zijn genoteerd. Voorts komen de volgende opmerkingen voor:

14 september 1820   “als Ledemaat aangenomen”;

19 april 1821              “geplt als ligtmatroos op het schip Catharina Elisabeth Capt. Ingerman na Batavia”;

22 maart 1823           “terug van de reis met goed getuigschrift, uithoofde van deszelfs gevorderde ouderdom ontslagen met attest van goed gedrag en vrijstelling voor de Nationale militie”;

08 mei 1823               “vertrokken” 004/531-1358.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

C.Schoewert (adres bij Brouwer op de Haarlemmerdijk over de Herenmarkt te Amsterdam) werd met vlagnummer 471 per 18 juni 1839 ingeschreven als effectief lid van Zeemanshoop op voordracht van kapitein G.Mulder. Zijn schip was de “Bantam”. Toegevoegd is “overleden”002. Ten tijde van de inschrijving waren Schoewert en zijn vrouw 34 resp. 23 jaar002a.

In de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege “Zeemanshoop” van 11/17 juni 1839 werd als effectief lid voorgedragen/benoemd Cornelis Schoewert, oud 35 jaar, voerend de bark “Bantam”, wonend te Rotterdam en met als adres de heer Brouwer op de Haarlemmerdijk over de Heerengracht, op voordracht van kapitein G.Mulder023.

Hij werd deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop per 20 april 1841. Toegevoegd is: “de kapitein voor eenen anderen Haven dan Amsterdm varende betaald ingev. Art 35* van het Reglt dubb Contr.” Voorts is vermeld “overleden 003

C.Schoewert was met vlagnummer R2 in de periode 1836 t/m 1855 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In de notulen van de Bestuursvergadering staat vermeld dat het Bestuur een aanvrage om onderstand van een weduwe Schoewert (geen initiaal afwijst.

In de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 27 novmber 1856 staat een verzoek van reder van Hoboken uit Rotterdam om aan de weduwe C.Schoewert een jaarlijkse gratificatie te geven. Het verzoek wordt afgewezen.042.

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 30 april 1857 wordt een verzoek van de wed. Schoewert behandeld om terugstorting van gelden. Het Bestuur besluit: “aan de Wed. Schoewert te restormeren hetgeen door den overledenen Schoewert is betaald van het oogenblik af dat hij zich op Java gevestigd had.”042.

In het Jaarverslag 1855 van de Maatschappij tot Nut der Zeevaart (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat hij in 1855 is overleden058. In de Jaarverslagen 1858 en 1859 staat in de Rekening van Ontvangst en Uitgaaf dat de weduwe van kapitein Schoewert een jaarlijkse uitkering heeft ontvangen van f 180,40 incl. schoolgeld voor haar en haar kind058.

 

De schepen van de kapitein

lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer                 jaren          type                 scheepsnaam                  naam reder/boekhouder

      471                          1839          geen vermelding van schip en boekhouder

                                        1840          fregat              Elizabeth                         A.van Hoboken & Zn te Rotterdam

                                     1841-1846    fregat              Neêrlands Koning          idem

                                        1848          fregat              Batavia                           idem

                                     1849-1853    geen vermelding van schip en boekhouder

      187                       1854-1855    geen vermelding van schip en boekhouder

 

In de Jaarverslagen van de Maatschappij tot Nut der Zeevaart staat C.Schoewert met vlagnummer R2 vermeldt in:

  • 1849 en 1851 zonder schip.058.

 

Bouma025 vermeldt C.Schoewert als gezagvoerder gedurende:

*     1837 t/m 1838 van de bark “Bantam”ex Eersteling, gebouwd in 1816, locatie niet vermeld, 310 ton o.m., varend voor A.van Hoboken & Zn te Rotterdam

*     1840/41 op het 3/m schip “Elisabeth”, ex Rosalie, gebouwd in 1830(?) te Antwerpen, 363 ton o.m., varend •       voor A. van Hoboken te Rotterdam. Het schip lag in 1841 te koop;

*     1842 t/m 1847 op het 3/m schip “Neêrlands Koning”, gebouwd in 1825 te Rotterdam, 630 ton o.m., varend voor A. van Hoboken te Rotterdam;

*     1848 t/m 1849 op het 3/m schip “Batavia”, gebouwd in 1829 te Rotterdam, 710 ton n.m., varend voor A. van Hoboken te Rotterdam.

 

Overige bijzonderheden

C.Schouwert (moet zijn Schoewert) vervoerde vanuit Hellevoetsluis per 13 juli 1838 met de “Bantam” 1 landmachtofficier naar Batavia. Een aankomstdatum en reisduur zijn niet vermeld.

Hij verzorgde per 02 april 1848 vanuit Hellevoetsluis met de “Batavia” een troepentransport van 4 officieren en 3 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 28 juli 1848 na 117 dagen065.

 

Het fregat “Elisabeth:” werd op 29 juni 1841 voor 15.000,- verkocht naar een sloper.069 – p.226.

 

 

Datum vanaf: 1841
Kapitein: Schoewert, Cornelis
College: Maatschappij "Tot Nut der Zeevaart", Rotterdam
Vlagnummer: 2
Overige informatie: 0

Familiegegevens en opleiding

Johannes Franciscus Klomp, Rooms Katholiek, werd geboren te Rotterdam op 06 juli 1803 als zoon van Frans Klomp en Joanna Hendriks. Hij woonde te Rotterdam o.a. aan de Vissersdijk Wijk 4 nr. 112.

Hij was getrouwd met Maria Catharina Hendriks en voor de 2e maal met Maria Hendrika Hollander, geboren 08 juni 1822 te Rotterdam, Rooms Katholiek.

Hij overleed te Rotterdam aan de Vissersdijk nr. 112 op 18 april 1861005.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

J.F.Klomp (adres Hoboken) werd per 12 juni 1838 op voordracht van B.P.Markus en met vlagnummer 415 ingeschreven als effectief lid van het Amsterdams zeemanscollege "Zeemanshoop".Bij de inschrijving was zijn schip de "Willem". Toegevoegd is "overleden"002. Ten tijde van de inschrijving was de man 35 jaar en de vrouw 26 jaar002a.

In de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege “Zeemanshoop” van 05/12 juni 1838 werd als effectief lid ingeschreven Johannes Franciscus Klomp, voerend de brik “De Jonge Willem”, wonend te Rotterdam, met adres bij de heer R.J.Martens te Amsterdam, op voordracht van kapitein P.P.Martens. Zijn leeftijd is niet genoemd. Hij kreeg vlagnummer 415023.

 

J.F.Klomp was met vlagnummer R73 in de periode 1835 t/m 1861 lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058

J.F.Klomp was afwisselend commissaris in 1852 en 1857-1858 en permanent commissaris van de Maatschappij in 1859-1860058.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

Geen

 

De schepen van de kapitein

lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer                    jaren           type                  scheepsnaam                naam reder/boekhouder

       415                             1838           brik                   Willem                           A.van Hoboken & Zn, Rotterdam

                                      1839-1845     fregat               Anthonie                       idem

                                      1846-1848     geen vermelding van schip en boekhouder

 

In de Jaarverslagen van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat kapitein J.F.Klomp met vlagnummer R73 als gezagvoerder in de ledenlijsten van:

*    1849, 1851, 1855          van het fregat “Twee Anthony’s”    420 last  varend voor A. van Hoboken & Zonen te Rotterdam

*    1858, 1859                     geen schepen vermeld

 

Bouma025 vermeldt J.F.Klomp als gezagvoerder gedurende:

*    1836 t/m 1838 op de brik “Willem”, gebouwd in 1826 te Rotterdam, 230 ton o.m., varend voor A. van Hoboken & Zn te Rotterdam

*    1839 t/m 1845 op het 3/m schip “Anthony”, gebouwd in 1827 te Rotterdam, 470 ton, varend voor A. van Hoboken te Rotterdam;

*    1848 t/m 1849 van het 3/m schip “Neerlands Koning”, gebouwd in 1825 te Rotterdam, 630 ton o.m., varend voor A.van Hoboken & Zn te Rotterdam

*    1850 t/m 1856 op de bark “Twee Anthony’s “, gebouwd in 1844 te Rotterdam, 799 ton o.m., varend voor A. van Hoboken & Zn te Rotterdam.

      Lloyd’s vermeldt087: “03 Okt 1850  “TWEE ANTHONYS  on shore.”

 

Overige bijzonderheden

J.F.Klomp verzorgde per 29 september 1840 vanuit Hellevoetsluis met de “Anthonie” een troepentransport van 5 officieren en 30 manschappen. In St.Georg d’Elmina werden 1 Europeaan en 83 Afrikanen aan boord genomen. Hij arriveerde te Batavia op 20 maart 1841 na 176 dagen. Onderweg was 1 militair overleden.

Op 08 september 1842 vertrok hij vanuit Hellevoetsluis met aan boord 1 officier en 1 militair. Aankomstdatum en reisduur zijn niet vermeld.

Op 06 januari 1856 vertrok hij vanuit Hellevoetsluis met de “Twee Anthonys” en een contingent van 6 officieren en 150 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 28 april 1856 na 113 dagen058.

 

De “Anthony” onder gezag van kapitein J.F.Klomp, varend voor van Hoboken in Rotterdam, vertrok op 16 oktober 1841 van Rotterdam met een aantal passagiers naar Java. Van de reis is een verslag bewaard gebleven: “Het journaal der reis van Mevrouw de Wed. J.H.Sampson, Mej. op de Laeij en J. op de Laeij”. Dit verslag bevindt zich in het Scheepvaartmuseum te Amsterdam onder Cat.1-178. Oosterwijk069 p.252 – 253 citeert uitvoerig uit dit verslag.

 

 

Datum vanaf: 1846
Kapitein: Klomp, Johannes Franciscus
College: Maatschappij "Tot Nut der Zeevaart", Rotterdam
Vlagnummer: 73
Overige informatie: 0

Familiegegevens en opleiding

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

 

P.Admiraal was met vlagnummer R95 in de periode 1849 t/m 1854 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In het Jaarverslag 1855 van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat dat de weduwe van kapitein P.Admiraal een uitkering heeft gekregen van f 228,22 voor haarzelf en drie kinderen incl. schoolgeld. In 1858 was de uitkering f 227,97 voor haar en vier kinderen incl. schoolgeld en in 1859 f 229,48 voor haar en drie kinderen incl. schoolgeld058.

In het Jaarverslag 1864 van het College staat vermeld dat de weduwe van P.Admiraal in 1864 is overleden058.(dit kan ook de weduwe zijn van de kapitein met vlagnummer R141 - zie hierna).

 

De schepen van de kapitein

In de Jaarverslagen van de Maatschappij staat kapitein P.Admiraal met vlagnummer R95 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:

*    1849, 1851 bark “Neêrlands Koning”     313 last           varend voor A. van Hoboken & Zonen te Rotterdam

 

Bouma025 vermeldt P.Admiraal als gezagvoerder gedurende:

*    1850 t/m 1852 op het 3/m schip “Neerlands Koning”, gebouw in 1825 te Rotterdam, 630 ton o.m., varend voor A.van Hoboken & Zn te Rotterdam.

 

Overige bijzonderheden

Geen

 

 

Datum vanaf: 1850
Kapitein: Admiraal, Pieter
Overige informatie: 0

Familiegegevens en opleiding

Geen

 

De schepen van de kapitein

Bouma025 vermeldt D.Huyser als gezagvoerder gedurende:

*    1853 t/m 1854 van het 3/m schip “Neerlands Koning”, gebouwd in 1825 te Rotterdam, 630 ton o.m., varend voor A.van Hoboken & Zn te Rotterdam.

 

Overige bijzonderheden

Geen

 

 

Datum vanaf: 1853
Kapitein: Huyser, D.
Overige informatie: 0

Familiegegevens en opleiding

Johannes Gerardus Tromp werd geboren op 05 maart 1824 te Den Haag. Hij vestigde zich op 22 juni 1854 te Rotterdam en woonde aldaar o.a. aan het Slagveld Wijk 14 nr. 365. Hij vertrok op 15 november 1859 naar Batavia.

Hij was getrouwd met Francoise Marie Adrienne (Grevicoeur), geboren 09 december 1825 te Heeren in België005

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

Hij was met vlagnummer R404 in de periode 1854 t/m 1866 en in 1868 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058

 

Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)

In het Jaarverslag 1859 van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat hij een schadevergoeding kreeg van f. 50,- kennelijk vanwege een ongeluk met zijn schip058.

In het Jaarverslag 1866 van de Maatschappij staat vermeld dat hij in 1866 is uitgeschreven wegens het niet voldoen aan zijn financiële verplichtingen. Het Reglement gaf de mogelijkheid om die uitschrijving ongedaan te maken als binnen een bepaalde periode alsnog de schuld werd voldaan. Wellicht dat hij daarom in 1868 wederom in de ledenlijst van Sweijs021 wordt vermeld058

 

De schepen van de kapitein

In de Jaarverslagen van de Maatschappij staat kapitein J.G.Tromp met vlagnummer R404 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:

*   1855               van de bark “Amboina”    386 last  varend voor A. van Hoboken & Zonen te Rotterdam

*   1858, 1859    van het fregat “Europa”    610 last  varend voor A. van Hoboken & Zonen te Rotterdam

1862 t/m 1865 geen vermelding van schip en boekhouder

 

Bouma025 vermeldt J.G.Tromp als gezagvoerder gedurende:

*   1855 van het 3/m schip “Neerlands Koning”, gebouwd in 1825 te Rotterdam, 630 ton o.m., varend voor A.van Hoboken & Zn te Rotterdam

*   1856/1857 op de bark (eerder 3/mast schip) “Amboina”, gebouwd in 1840 te Rotterdam, 722 ton o.m., varend voor A. van Hoboken & Zn te Rotterdam;

*   1858 t/m 1859 van het 3/m schip “Europa”, gebouwd in 1840 te Maassluis, 1154 ton o.m., varend voor A.van Hoboken & Zn te Rotterdam. Het schip is in 1859 op reis van Batavia naar Rotterdam verongelukt bij de Wester Eilanden.

 

Overige bijzonderheden

J.G.Tromp vervoerde per 07 september 1854 vanuit Hellevoetsluis 1 landmachtofficier met de “Neerlands Koning”. Een aankomstdatum wordt niet vermeld.

Hij vertrok op 06 januari 1857 vanuit Brouwershaven met de “Amboina” met een troepentransport van 4 officieren en 150 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 20 april 1857 na 104 dagen065.

 

 

Datum vanaf: 1855
Kapitein: Tromp, Johannes Gerardus.
Overige informatie: 0

Familiegegevens en opleiding

Wouter Calander werd geboren op 10 januari 1809 te Rotterdam, Nederlands Hervormd. Hij woonde te Rotterdam o.a. aan de oostzijde van de Leuvenhaven, Wijk 1, nr. 210 (nieuw nr. 88) en Nieuwe Haven, Wijk 12, nr. 228.

Hij was getrouwd met Allegonda Maria Snijders, geboren op 09 januari 1809, Rooms-Katholiek.

Hij overleed op 05 april 1866005.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

  1. Calander was met vlagnummer R216 in de periode 1846 t/m 1866 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.

 

W.Calander was afwisselend commissaris in 1847/48 en 1858-1860 en permanent commissaris van de Maatschappij van 1861-1863058.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In het Jaarverslag 1866 van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat hij in dat jaar is overleden058.

 

De schepen van de kapitein

In de Jaarverslagen van de Maatschappij staat kapitein W.Calander met vlagnummer R216 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:

*    1849                bark “Maria”                             159 last     varend voor A. van Hoboken & Zonen te Rotterdam

*    1851                bark “Catharina”                       114 last     varend voor A. van Hoboken & Zonen te Rotterdam

*    1855                bark “Neêrlands Koning”         313 last     varend voor A. van Hoboken & Zonen te Rotterdam

*    1858, 1859, 1862 t/m 1865                               geen vermelding van schip en reeder.

 

Bouma025 vermeldt W.Calander als gezagvoerder gedurende:

*    1841 van het fregat “Jacobus”, gebouwd in 1828, bouwlocatie niet vermeld, 235 ton o.m., varend voor A. van Hoboken & Zn te Rotterdam;

*    1848 van de brik “Johanna”, gebouwd in 1827 te Rotterdam, 180 ton o.m., varend voor A. van Hoboken & Zn te Rotterdam. Het schip voer in 1849 voor J. van Vollenhoven te Rotterdam en was herdoopt in “Witte Leeuw”;

*    1849 van het 3/mschip “prinses Marianne”, gebouwd in 1831 te Kinderdijk, 710 ton o.m., varend voor A. van Hoboken te Rotterdam. (Bouma geeft geen initialen van de kapitein);

*    1850 t/m 1852 van de bark “Maria”, gebouwd in 1828 te Rotterdam, op de werf “Welvaren” van B.de Hoog, 296 ton o.m., varend voor A. van Hoboken & Zn te Rotterdam. Bouma vermeldt Kalander.

*    1851 t/m 1855 van de bark “Catharina”, gebouwd in 1835 te Rotterdam, 233 ton o.m., varend voor A.van Hoboken & Zn te Rotterdam;

*    1856 t/m 1857 van het 3/m schip “Neerlands Koning”, gebouwd in 1825 te Rotterdam, 630 ton o.m., varend voor A.van Hoboken & Zn te Rotterdam.

 

Overige bijzonderheden

W.Calander vertrok vanuit Hellevoetsluis op 21 augustus 1852 met de “Catharina” met 1 landmachtofficier naar Indië. Aankomstdatum is niet vermeld065.

 

De bark “Catharina” onder kapitein W.Calander verrtrok op 23 juni 1851 vanuit Rotterdam en bereikte via Kaap Hoorn op 27 oktober Valparaiso.. Met salpeter van Arica voer het schip dezelfde route terug en kwam op 16 juni 1852 aan in Rotterdam.121

 

 

Datum vanaf: 1856
Kapitein: Calander, Wouter
College: Maatschappij "Tot Nut der Zeevaart", Rotterdam
Vlagnummer: 216
Overige informatie: 0

Afbeeldingen


Omschrijving: NEERLANDS KONING, kapitein Klaas P. Schinkel (vlagnummer R101)
Collectie: Stichting Nederlandse Kaap Hoorn-vaarders
Vervaardiger: Onbekend
Onderwerp: Zeeopname
Algemene informatie

1826

Op 23 maart 1826 wordt voor de NEERLANDS KONING door Anthony van Hoboken uit Rotterdam een eerste zeebrief en Turkse pas aangevraagd voor kapt. Klaas Schinkel.

MCO 290327
Scheveningen den 25 maart. Onze 43 pinken, welke, in den storm van den 17 en 18, in zee waren, zijn gelukkig alle behouden teruggekeerd. — De schipper Arie de Jager, en de matroos Tennis Bal, welke donderdag den 15 dezer, voor Scheveningen, als loodsen zijn aanboord gegaan van het fregatschip NEERLANDS KONING, kapt. K. Schinkel, zijn den volgende namiddag (juist zoo als men had berekend) behouden te Goeree binnengelopen. Ten bewijze dat deze personen zich van hunnen plicht hebben gekweten, kan gemeld worden, dat zijlieden aanboord, door de equipage allervriendelijkst zijn behandeld, en bij hun vertrek, door den kapitein en stuurman met douceurs zijn vereerd, maar vooral door den reder van voornoemd schip, den weledele heer A. van Hoboken te Rotterdam, die, behalve het aanzienlijke loodsgeld van ƒ200,= nog een extra douceur van ruim ƒ25 aan den heer P. Varkevisser, voor bovengemelde personen, heeft doen ter hand stellen. Zou het overbodig zijn, indien er te Scheveningen een loodsvaartuig gestationeerd ware, daar het dikwijls gebeurt, dat de loodsen de zeegaten niet kunnen uitkomen, en er alsdan van het strand mogelijkheid is om in zee te komen?
DC 220426
Hellevoetsluis, 19 april. Heden zeilden naar zee: NEERLANDS KONING, kapt. K. Schinkel en JONGE ADRIANA, kapt. G.J. Meeuw, beide naar Batavia.

1827

RC 170327
Rotterdam, 16 maart. Den 14 des namiddags arriveerde te Helvoetsluis het schip het VERTROUWEN, kapt. B.J. Bakker, van Bordeaux; dezelve rapporteert, dat hij den 14 dezer voor de wal gepraaid heeft NEERLANDS KONING, kapt. K. Schinkel, komende van Batavia.
RC 200327
Rotterdam, 19 maart. Den 16 des namiddags arriveerde te Helvoetsluis het schip NEERLANDS KONING, kapt. K.P. Schinkel, van Canton in China, zijnde den 19 november van Macao vertrokken en hebbende den 11 december Anjer, op het eiland Java aangedaan.
DC 220527
Dordrecht, 21 mei. Ten bewijze hoezeer deze stad voor de grote zeehandel allergunstigst gelegen is, kunnen wij met genoegen melden, dat het schip NEERLANDS KONING, groot ongeveer 1000 Nederlandse zeetonnen, gevoerd door kapt. K.P. Schinkel, en toebehorende aan de heer A. van Hoboken te Rotterdam, met genoegzame lading niet alleen, maar ook met 150 man troepen met bijbehorende bagage aan boord, en dus geheel gereed om dadelijk in zee te steken, op gisteren van deze stad is afgevaren, onder een toevloed van aanschouwers, en het lossen van een aantal saluutschoten van dien bodem. De troepen, met 2 lichters alhier aangebracht, waren daags te voren van dezelve op NEERLANDS KONING overgegaan.
RC 120627
Rotterdam, 11 juni. De 9e, des morgens, zeilden NEERLANDS KROONPRINSES, kapt. H.M. Heijns, de MAAS, kapt. J.C. Teves en NEERLANDS KONING, kapt. K.P. Schinkel, naar Batavia, welke alle in zee gekomen zijn.
BC 220927
Te Batavia is gearriveerd: den 19 september het schip NEERLANDS KONING, kapt. K. Schinkel, den 10 juni met Zr.Ms. troepen vertrokken van Rotterdam; den 20 september het schip DELPHINA, kapt. C. Brandaris, met Zr.Ms. troepen, vertrokken van Vlissingen, en SUSANNA, kapt. P.C. de Roth, met een passagier en Zr.Ms. troepen, den 26 mei vertrokken van Amsterdam.

1828

RC 190228
Rotterdam, 15 februari. De 17e, des namiddags, arriveerde te Helvoetsluis NEERLANDS KONING, kapt. K. Schinkel, van Batavia, zijnde hetzelve de 10e juni laatstleden uit Helvoetsluis naar Batavia.
AH 230228
Carga-lijsten. Rotterdam, 20 februari. NEERLANDS KONING, kapt. K. Schinkel, van Batavia.
RC 230228
Advertentie. tegen het laatst der maand maart zal van Rotterdam vertrekken naar Batavia en Canton het Nederlands gebouwde gekoperde fregatschip NEERLANDS KONING, gevoerd door kapt. K. Schinkel. Dit schip biedt de uitmuntendste gelegenheid aan tot passage voor families of enkele personen, tot welke einde men zich aan de kapitein gelieft te adresseren.

Op 08-03-1828 wordt voor de NEERLANDS KONING door Anthony van Hoboken uit Rotterdam een zeebrief en Turkse pas aangevraagd voor kapt. Klaas Schinkel.

RC 100428
Rotterdam, 9 april. De 9april, des morgens, zeilden NEERLANDS KONING, kapt. K. Schinkel en MARIJ EN HILLEGONDA, kapt. A. Glazener, naar Batavia.
DC 161228
Kapitein Brand, voerende het Nederlandse schip FREDERIK, meldt uit Batavia, dat hij 10 april l.l. uit Vlissingen gezeild zijnde, den 24 mei op 5º41’ breedte en 20º30’ noorderlengte gepraaid heeft het schip NEERLANDS KONING, kapt. K.P. Schinkel, den 18 april van Rotterdam vertrokken; dat hij den 27 mei het ongeluk had in een dwarel wind alle zijne marsen te verliezen, en dat hij den 17 augustus zonder verdere schade gelukkiglijk op de rede van Batavia is aangekomen, te gelijk met bovengenoemde kapt. Schinkel, bestemd naar China.

1829

JC 170129
Straat Sunda is doorgezeild den 9 januari het schip NEERLANDS KONING, kapt. K. Schinkel van Canton den 23 december 1828, met bestemming naar Rotterdam.
RC 020529
Rotterdam, 1 mei. De 1e dezer, des morgens, arriveerde te Helvoetsluis NEERLANDS KONING, kapt. K.P. Schinkel, van Canton (in China).
RC 110629
Advertentie. Voor passagiers van Rotterdam naar Batavia is uitmuntende gelegenheid per de nieuw gebouwde Nederlandse gekoperde fregatschepen NEERLANDS KONING, om te vertrekken tegen het eind van juli, en BATAVIA, gereed om eerdaags van stapel te lopen en te vertrekken tegen het eind van augustus. Beide schepen zijn met zorg en overleg ingericht om aan passagiers een aangename reis te verschaffen. Adres bij de eigenaar in Rotterdam.

Op 31-07-1829 wordt voor de NEERLANDS KONING door Anthony van Hoboken uit Rotterdam een zeebrief en Turkse pas aangevraagd voor kapt. P. Vis 

JC 290829
De 1e mei is te Helvoet is binnen gekomen NEERLANDS KONING, kapt. Schinkel, van Canton.
RC 290929
Rotterdam, 28 september. De 26e, des morgens zeilden van Helvoetsluis NEERLANDS KONING, kapt. P. Vis en BATAVIA, kapt. M. Azon Jacometti, naar Batavia.

1830

JC 260130
Batavia, 23 januari. Heden arriveerde alhier het schip NEERLANDS KONING, kapt. P. Vis, met passagiers en Zr.Ms. troepen, de 26e september 1829 vertrokken van Rotterdam.
JC 090230
Batavia, 6 februari. Vertrokken NEERLANDS KONING, kapt. P. Vis naar Soerabaja met passagiers.
JC 200230
Soerabaja, 10 februari. Aangekomen NEERLANDS KONING, kapt. P. Vis van Batavia 6 februari.
JC 030730
Ter rede van Batavia liggende schepen: Zr.Ms. fregat RUPEL, Zr.Ms. korvet ANNA PAULOWNA, Zr.Ms. brik HAAIJ, en NEERLANDS KONING.
RC 140930
Kapitein Parlevliet bovengemeld rapporteert, dat hij op den 22 juni, op 35 graden 6 minuten zuiderbreedte en 19 graden 6 min. Oost van Greenwich, heeft gepraaid het schip NEERLANDS KONING, kapitein P. Vis, van Soerabaja naar Rotterdam gedestineerd, hetwelk reeds twee en veertig dagen kruisende was op het rif van Aiguilles, hebbende aldaar met hevige stormen geworsteld en veel aan het schip en tuig geleden. De kapitein was voornemens, om met de eerst gunstige gelegenheid in de baai Vals te lopen, ten einde de bekomen schade te herstellen; aan boord was alles wel.
OHC 131130
Te Helvoetsluis binnengekomen NEERLANDS KONING, kapitein P. Vis van Batavia.
AH 161130
Cargalijst Rotterdam, 14 november 1830. NEERLANDS KONING, P. Vis van Batavia met 5.277 balen koffie, 796 kanasters suiker en 525 huiden N.H.M. 796 stuks huiden en 104 kelders arak. Order.

1831

RC 160631
Helvoetsluis, 15 juni. Uitgezeild NEERLANDS KONING, P. Vis naar Batavia, doch is bij de Goerese haven ten anker gekomen.
JC 251031
Batavia, 21 oktober. Aangekomen NEERLANDS KONING, P. Vis van Rotterdam.
NIH 151131
Batavia, 4 november. Vertrokken NEERLANDS KONING, P. Vis naar Soerabaja.
JC 221131
Soerabaja, 13 november. Aangekomen NEERLANDS KONING, P. Vis van Batavia den 3 november.
JC 061231
Soerabaja, 28 november. Vertrokken NEERLANDS KONING, P. Vis naar Banjoewangie.
JC 271231
Soerabaja, 17 december. Binnengekomen NEERLANDS KONING, P. Vis van Banjoewangie den 12den december.

1832

JC 030132
Te Soerabaja ter rede liggende schepen: De koopvaardijschepen FAIT ALLAM, CAROLINA EN JACOBA, MEDINA, IMMAGONDA SARA CLASINA, HELENA, MAAS, ONDERNEMING, JOHANNA FREDERIKA, NEERLANDS KONING.
AH090632
Helvoetsluis, 7 juni. Binnengekomen NEERLANDS KONING, P. Vis van Batavia.
AH 110632
Advertentie. Te Rotterdam, om in juli te vertrekken. Het gekoperde fregatschip NEERLANDS KONING, kapitein P. Vis, tot enen aangename overtocht voor passagiers volkomen ingericht. Adres bij de heren Kuijper, Van Dam & Smeer; ook bij den kapitein aan boord van het schip.
AH 120632
Cargalijst Rotterdam. NEERLANDS KONING, P. Vis van Batavia met 4.960 balen koffie, 1.500 stuks huiden, suiker en kurkuma N.H.M.
RC 280632
Rotterdam, 27 juni. Het gekoperd fregatschip PRINSES MARIANNE, groot 1000 tonnen, gebouwd op de scheepstimmerwerf Rotterdams Welvaren, door de bouwmeester B. de Hoogh, voor rekening van de heren A. van Hoboken en Zonen, is heden geregeld van stapel gelopen en te water, zijn met 21 kanonschoten begroet door het fregatschip NEERLANDS KONING, tot dat einde in de rivier voor de werf geankerd. Onmiddellijk daarna is op dezelfde helling en voor dezelfde rekening de kiel gelegd voor een nieuw fregat van 1000 tonnen, hetwelk de naam zal voeren RHOON EN PENDRECHT.

Op 29-06-1832 wordt voor de NEERLANDS KONING door Anthony van Hoboken & Zonen uit Rotterdam een zeebrief en Turkse pas aangevraagd voor kapt. P. Vis

RC 020832
Helvoetsluis, 1 augustus. Uitgezeild NEERLANDS KONING, P. Vis naar Batavia.

1833

JC 010133
Te Batavia zijn aangekomen: De 30 december 1832: het schip NEERLANDS KONING, kapt. P. Vis, met 11 passagiers, naar Rotterdam.
AH 110533
Kaap de Goede Hoop, 5 maart. Binnengelopen NEERLANDS KONING, kapt. P. Vis van Batavia naar Rotterdam.
JC 300533
Met de alhier van de kaap aangekomen schoener TARTAR, hebben wij nog het bericht ontvangen, dat, na ene reis van 64 dagen, het den 30sten december 1832 van hier vertrokken schip NEERLANDS KONING, gezagvoerder P. Vis ten gevolge van twee orkanen, de eerste in 82 graden 40' lengte en 16° 6' breedte; de tweede in 68° 13' lengte en 22" 23 breedte, aldaar is binnen gelopen , met verlies der voor- en-kruisstengen en derzelver toebehoren, kluiverbomen , blinde ra en grote bramsteng; zijnde de fokke en bezaans masten op twee plaatsen gesprongen, hoewel die nog hebben kunnen dienen tot het aanbrengen van een noodtuig, om daarmede de Kaap te bereiken. Bij de aankomst aldaar, is al dadelijk bevonden, dat de lading onbeschadigd was gebleven, doch dat de masten in zodanige staat waren, dat dezelve door nieuwen moesten worden vervangen, hetgeen een oponthoud aan de Kaap, van ten minste een maand zou veroorzaken. Onder het transport repatrierende militairen had zich, gedurende de reis, ene oogziekte geopenbaard, die zich ook aan enige der overige passagiers mededeelde. Van de militairen zijn drie overleden en een gelijk getal aan equipage. Tijdens de beide orkanen, die zich in 8 dagen opvolgde waren12 tot 16 man der equipage en 25 militairen ziek.
JC 110633
Door het Engels Oost-Indische compagnieschip CESAR, de 14e maart te St. Helena aangekomen, was bij de Kaap (opm: de Goede Hoop) een Nederlands schip gezien, groot circa 600 tonnen, met een nood-voorsteng en zonder bezaans-steng, denkelijk de NEERLANDS KONING, kapt. P. Vis.
AH 270633
Cargalijst Rotterdam. NEERLANDS KONING, P. Vis van Batavia met 1.363 balen koffie, 2.057 bladen tin. A. Hoboken & Zoon.
AH 070833
In lading te Rotterdam het gekoperde fregatschip NEERLANDS KONING, kapitein P. Vis, om bepaaldelijk op den 31sten augustus te vertrekken. Het schip heeft inrichtingen voor passagiers, die herhaaldelijk na ondervinding zijn goedgekeurd, en voert een bekwamen geneesheer. Adres bij de heren Kuijper, Van Dam & Smeer, Hudig & Blokuijzen en bij den kapitein aan boord van het schip.
RC 210933
Advertentie. In 's Rijks Magazijn te Rotterdam liggen ter beschikking der houders van het cognossement SV 13 kanasters suiker, aangebracht van Batavia, per het schip NEERLANDS KONING, kapitein P. Vis, doch eerst geladen geweest in het ten gevolge van bekomen schade afgekeurde schip MAASSTROOM, Jb. de Gorter. Adres bij de heren Kuijper, Van Dam & Smeer, te Rotterdam.
RC 210933
Rotterdam, 20 september. De 20e, des morgens, zeilden NEERLANDS KONING, kapt. P. Vis, de JONGE ELIZABETH, kapt. H. de Wit en ELIZA, kapt. H. Peters, naar Batavia.
LCO 111033
Het schip NEERLANDS KONING, kapt. P. Vis, van Rotterdam naar Batavia, was den 28 september op de hoogte van Plymouth. 

1834

JC 150134
Batavia, 10 januari. Aangekomen NEERLANDS KONING, kapt. P. Vis, van Rotterdam den 20ste september, met passagiers.
JC 150134
Batavia. Aanvoer. Van Rotterdam, met het Nederlands schip NEERLANDS KONING, P. Vis. 25 vaten bier, 500 kratten rode wijn, 134 kratten rhijn wijn, 10 pp. en 50 kelders brandewijn, 506 kelders jenever, 50 manden mineraalwater, 640 fust boter, 100 kazen, 100 hammen, 50 fust haring, 4 kisten mosterd, 20 kisten vruchten op brandewijn, 5 kisten eau de cologne, 200 vaten loodwit, 8 vaten spaanschgroen, 150 kelders lijnolie, 1 kist lampen, 4 kisten kramerijen, 60 watervaten. Ten Brink, Reijnst en Gijsing.
JC 150234
Advertentie. Wordt ter kennis van het publiek gebracht, dat op maandag den 17den dezer, zal gesloten worden het brievenpakket voor Holland , per het schip NEERLANDS KONING, kapitein P. Vis. Batavia, den 14den februari 1834. De Postmeester, P.A. Bik.
DC 280634
Hellevoetsluis, 25 juni. Heden morgen arriveerde uit zee: NEERLANDS KONING, kapt. P. Vis, van Batavia. De wind W.
AH 300634
Cargalijst Rotterdam. NEERLANDS KONING, kapt. P. Vis, van Batavia: 7.788 balen koffie, 325 kanasters suiker, 256 schuitjes tin, 386 zakken nagelen, 40 hele fusten notenmuskaat, 35 halve fusten dito, 21 leggers foelie, 80 picols sapanhout, 126 bossen rotting. N.H.M.
RC 010734
Advertentie. Naar Batavia ligt in lading te Rotterdam voor passagiers en goederen: Het fregatschip NEERLANDS KONING, kapt. P. Vis, om op de 10e augustus gereed te zijn.

Op 28-08-1834 wordt voor de NEERLANDS KONING door Anthony van Hoboken & Zonen uit Rotterdam een zeebrief en Turkse pas aangevraagd voor kapt. Maarten Schaap 

RC 130934
Advertentie. Naar Batavia ligt in lading te Rotterdam: Het gekoperd fregatschip NEERLANDS KONING, kapt. M. Schaap, om op de 16e september te vertrekken.

1835

JC 210135
Te Batavia zijn aangekomen: de 19e januari de Nederlandse bark RIBBLE, kapt. D.H. de Boer, van Rotterdam de 20e september; het Nederlandse schip ZUID HOLLAND, kapt. P.S. Schuil, met vijf passagiers, van Rotterdam de 2 oktober; het Nederlandse schip NEDERLANDSCHE NIJVERHEID, kapt. A.L. van der Valk, van Rotterdam de 22e september, en het Nederlandse schip NEDERLANDS KONING (opm. NEERLANDS KONING), kapt. M. Schaap, met vier passagiers, van Rotterdam de 20e september.
JC 040235
Batavia, 1 februari. Vertrokken NEERLANDS KONING, kapt. M. Schaap naar Soerabaja.
JC 140235
Soerabaja, 4 februari. Aangekomen NEERLANDS KONING, kapt. M. Schaap van Batavia 1 februari.
JC 250235
Soerabaja, 13 februari. Vertrokken NEERLANDS KONING, kapt. M. Schaap naar Rotterdam over Batavia.
JC 110435
Advertentie. Wordt ter kennis van het publiek gebracht, dat aan het postkantoor brievenpakketten voor Holland , geopend zijn om te worden verzonden: per het schip de VRIENDSCHAP, kapt. Doeksen, NEERLANDS KONING, M. Schaap. Postmeester, den 10den april 1835. P.A. BIK.
JC 220435
Batavia, 16 april. Binnengekomen NEERLANDS KONING, kapt. M. Schaap van Passaroeang.
JC 250435
Batavia, 23 april. Vertrokken NEERLANDS KONING, kapt. M. Schaap naar Rotterdam met passagiers.
AH 150835
Zeetijdingen. St. Helena, 19 juni. DORDTENAAR, kapt. H.P. Visser, van Batavia; dezelve heeft de volgende dag de reis naar Dordrecht voortgezet; NEERLANDS KONING, kapt. M. Schaap, van Batavia; dezelve is de 21e naar Rotterdam gezeild.
RC 250835
Kapt. J. Parlevliet Fz., schip FACTORIJ, rapporteert, dat hij in het begin dezer maand op de hoogte van de Wester-Eilanden, gepraaid heeft de schepen NEERLANDS KONING, kapt. M. Schaap, de STAD DORDRECHT, kapt. J. van Nassau en het Amsterdams schip HET of ONS GENOEGEN, kapt. Hermans.
RC 270835
Rotterdam, 26 augustus. De 24e dezer, des namiddags, arriveerde te Helvoetsluis NEERLANDS KONING, kapt. M. Schaap, van Batavia.
AH 260835
Cargalijst Rotterdam. NEERLANDS KONING, M. Schaap van Batavia met 4.193 balen koffie, 1.382 kanasters suiker en 50 picols sapanhout. N.H.M.
DC 171135
Dordrecht, 11 november. Volgens particulier bericht van Hellevoetsluis zijn de beide schepen de DORTENAAR, kapt. Abbema, en NEERLANDS KONING, kapt. Schaap, gisteren, door de weinige wind, wel over het Pampus, maar niet naar zee kunnen zeilen, en beiden bij de Goeree ten anker gekomen.
RC 261135
Rotterdam, 25 november. De 24e dezer, des namiddags, zeilden van Helvoetsluis NEERLANDS KONING, kapt. M. Schaap en de DORDTENAAR, kapt. J.F.P.A. Abbema, naar Batavia.
DC 051235
Dordrecht, 4 december. Volgens bericht van kapt. Abbema, voerende het schip de DORTENAAR, van deze stad naar Batavia bestemd, was hij op 28 november, dicht bij Zuidvoorland (opm: South Foreland), hetzelve WtW en Calais ZZW per kompas hebbende, op welke hoogte hij reeds voor 3 dagen was, hebbende al die tijd gestadige harde dubbele marszeilskoelte van het ZZW, ZW en Z met geweldig harde buien, gehad. De NEERLANDS KONING, kapt. Schaap, die met hem op 24 november uit Hellevoetsluis naar zee ging, was op die hoogte nog niet gezien.

1836 

JC 120336
Batavia, 11 maart. Alhier zijn aangekomen: de 8e maart het Nederlandse schip NEERLANDS KONING, kapt. M. Schaap, met 17 passagiers, van Rotterdam de 24e november 1835 vertrokken.
JC 230336
Batavia, 19 maart. Vertrokken NEERLANDS KONING, kapt. M. Schaap naar Soerabaja.
JC 060436
Soerabaja. Aangekomen, 24 maart. Het Nederlands schip NEERLANDS KONING, M. Schaap, van Batavia den 18den maart, passagiers, luitenant Velsberg en echtgenoot, luitenant der 1ste klasse De Man en echtgenoot, chirurgijn Voller, en 8 machinisten.
JC 130436
Soerabaja, 4 april. Vertrokken NEERLANDS KONING, M. Schaap over Passaroeang en Batavia naar Nederland.
JC 110536
Batavia, 8 mei. Vertrokken het Nederlands schip NEERLANDS KONING, M. Schaap, naar Rotterdam, passagiers, luitenants ter zee H.L. Bolk, P. van Woelderen, mevrouw A.M. Penning Nieuwland en 3 kinderen, de jonge heren A.F. van der Ven, C.J. de Booser, en 3 gepasporteerde militairen met vrouw en kinderen.
DC 100936
Hellevoetsluis. Den 8 september. Gisteren namiddag arriveerde nog uit zee: NEERLANDS KONING, kapt. M. Schaap, van Batavia.
AH 130936
Cargalijst Rotterdam. NEERLANDS KONING, M. Schaap van Batavia met 3.310 balen koffie, 1.832 kanasters suiker, 1.000 bossen rotting en 40 picols sapanhout. N.H.M.
RC 151136
Advertentie. Te Rotterdam ligt in lading: Naar Batavia, het fregatschip NEERLANDS KONING, kapt. Maarten Schaap; hebbende de best mogelijke inrichtingen voor passagiers, om vóór de 15e december te vertrekken.

Op 26-11-1836 wordt voor de NEERLANDS KONING door Anthonie van Hoboken & Zonen uit Rotterdam een zeebrief aangevraagd voor kapt. Maarten Schaap
 

1837

AH 280137
Helvoetsluis, 26 januari. Uitgezeild. Gisteren nog: M. Schaap, NEERLANDS KONING, naar Batavia, gesleept wordende door Z.M. Stoomboot Curacao , doch dezelve hebben door de dikke mist over Pampus moeten ankeren.
RC 230337
Het schip NEERLANDS KONING (kapitein M. Schaap), van Rotterdam naar Batavia, is den 5 maart, masteloos te Cadix binnengelopen.
OHC 290437
Volgens brief, geschreven aan boord van het schip NEERLANDS KONING kapt. M. Schaap, van Rotterdam naar Batavia, in dato 3 maart, was hetzelve alstoen in den besten staat, en aan boord alles wel zijnde, zeilende op 2° 30' noorder breedte een 22° 30' wester lengte, hieruit blijkt, dat een vroeger bericht uit een Engels dagblad overgenomen, als of hetzelve den 5 maart te Cadix masteloos zoude zijn binnen gekomen, geheel ongegrond is geweest.
JC 170537
Batavia, 13 mei. Heden zijn hier aangekomen het Nederlandse schip MAASSTROOM, kapt. P.S. Schuil, de 26e januari vertrokken van Rotterdam, en het schip NEERLANDS KONING, kapt. M. Schaap, met een aantal passagiers, de 26e januari vertrokken van Rotterdam.
JC 240537
Batavia, 23 mei. Vertrokken NEERLANDS KONING, kapt. M. Schaap naar Soerabaja.
JC 140637
Soerabaja, 3 juni. Aangekomen NEERLANDS KONING, kapt. M. Schaap van Batavia den 23 mei.
JC 280637
Samarang, 25 juni. Aangekomen NEERLANDS KONING, kapt. M. Schaap van Soerabaja den 21ste juni.
JC 080737
Advertentie. De postpakketten welke verzonden worden, per NEERLANDS KONING, kapitein M. Schaap, naar Rotterdam en de JONGE ADRIANA, kapitein Hempel, naar Rotterdam zullen op morgen den 8sten 's middags ten 1 uur worden gesloten, terwijl het pakket voor de MARIA, kapitein Keus, naar Rotterdam, op maandag den 10den, zal worden gesloten. Batavia, den 7den juli 1837. De postmeester Van Overmeer Fisscher.
JC 120737
Batavia, 9 juli. Vertrokken NEERLANDS KONING, kapt. M. Schaap naar Rotterdam met passagiers.
PGC 050937
Het schip INDIA, kapt. P. Vis, op 10 mei van Batavia naar Rotterdam vertrokken, laatst van Kaap de Goede Hoop en St. Helena, was 27 augustus op de hoogte van Penzance. Kapt. Vis rapporteert op 10 mei in Straat Sunda gepraaid te hebben het schip NEERLANDS KONING, kapt. M. Schaap, van Rotterdam naar Batavia.
AB 131137
Helvoetsluis, 11 november. Binnengekomen NEERLANDS KONING, kapt. M. Schaap, van Batavia.
AH 161137
Cargalijst Rotterdam. NEERLANDS KONING, M. Schaap, van Batavia met 1.212 kanasters suiker, 5.276 balen koffie, 940 zakken nagelen, 50 picols sapanhout en 75 picols bindrotting. N.H.M.
 

1838

AH 250438
Helvoetsluis, 23 april. Uitgezeild NEERLANDS KONING, kapt. M. Schaap naar Batavia.
JC 110838
Batavia, 9 augustus. Heden zijn hier aangekomen de bark de MAAS, kapt. M. van Velthoven, vertrokken van Calcutta de 26e juni, en het bark schip NEERLANDS KONING, kapt. M. Schaap, met een aantal passagiers, vertrokken van Rotterdam de 22e april.
JC 150838
Advertentie. Passage naar Rotterdam, met het snelzeilend en voor den overvoer van passagiers, bijzonder goed ingericht Nederlands fregatschip NEERLANDS KONING, kapitein M. Schaap, zullende van hier vertrekken, in het laatst der volgende maand, zijnde voorzien van een bekwamen scheepsdoctor; adres bij Reijnst & Vinju.
JC 290838
Batavia, 28 augustus. Vertrokken NEERLANDS KONING, kapt. M. Schaap naar Rotterdam.
JC 120938
Straat Sunda, 4 september. Doorgezeild het schip NEERLANDS KONING, M. Schaap, van Batavia, naar Anjer, passagier, de heer de Salis.
RC 291238
Helvoetsluis, 27 december. Binnengekomen NEERLANDS KONING, M. Schaap, van Batavia
AH 311238
Cargalijst Rotterdam. NEERLANDS KONING, M. Schaap, van Anjer met 614 kanasters suiker, 5.349 zakken koffie, 45 vaten koffie, 400 schuitjes tin, 24 amen noten, 230 legger noten, 1 aam foelie, 38 legger foelie, 564 stroozakkennagelen, 5 kistjes Manilla sigaren en 1.759 bossen rotting, N.H.M.
 

1839

DC 030139
Hellevoetsluis, 28 december 1838. Heden morgen arriveerden uit zee, onder meer anderen, de schepen CONCORDIA (opm: kof), kapt. F.H. Eddes, van Liverpool, en NEERLANDS KONING (opm: fregat), kapt. M. Schaap, van Batavia.

Op 10-04-1839 wordt voor de NEERLANDS KONING door Anthony van Hoboken & Zonen uit Rotterdam een zeebrief aangevraagd voor kapt. Maarten Schaap

AH 040539
Helvoetsluis, 2 mei. Uitgezeild NEERLANDS KONING, M. Schaap naar Batavia.
RC 140539
Het schip NEERLANDS KONING, kapitein M. Schaap, van Rotterdam naar Batavia, was den 6 dezer op de hoogte van Bevezier.
JC 240839
Batavia, 20 augustus. Aangekomen NEERLANDS KONING, M. Schaap van Rotterdam den 1e mei.
JC 240839
Advertentie. Passage naar Rotterdam, met het extra snelzeilend en voor den overvoer van passagiers bijzonder goed ingericht Nederlands schip NEERLANDS KONING, kapitein M. Schaap, hebbende aan boord een bekwamen doctor; hetzelve zal in het midden der maand september van hier vertrekken; adres bij Reijnst & Vinju.
Aanvoer van Nederland, met het Nederlands schip NEERLANDS KONING, M. schaap met 113.000 metselstenen, 60 ledige vaten, 762 staven ijzer, 6 vaten zilveren munt, N.H.M.
JC 051039
Advertentie. De brieven pakketten voor het schip NEERLANDS KONING, kapitein M. Schaap, naar Rotterdam en voor de schoener CALIJPSO, kapitein Stokhekker naar Padang, zullen op morgen middag ten een uur aan het postkantoor te Weltevreden worden gesloten. Batavia, 4 oktober.
JC 091039
Batavia, 6 oktober. Vertrokken NEERLANDS KONING, kapitein M. Schaap, naar Rotterdam
ZP 161239 – 574
Volgens brief van Batavia van de 22e augustus zou van daar vertrekken de schepen NEERLANDS KONING, kapt. Schaap, naar Rotterdam, medio september, NEHALENNIA, kapt. Verster en HET GOEDE VERTROUWEN, kapt. Bakker, beide naar Amsterdam, beide tegen eind september.

1840

ZP 140140
De 5de oktober 1839 lagen te Batavia ter rede de schepen NEERLANDS KONING, kapt. Schaap, (om de volgende dag naar Rotterdam te vertrekken) de ZWYGER, kapt. Vogelsang, CATHARINA JOHANNA, kapt. Schneebeeke, (het laatste zou wegens ziekte van de kapitein onder bevel van de eerste stuurman de kustreis aanvangen), ELIZA, kapt. Schut, WYNHANDEL, kapt. Smit, (om de 25ste oktober naar Rotterdam te vertrekken), DANKBAARHEID AAN DE NEDERLANDSCHE HANDELMAATSCHAPPIJ, kapt. Hus, en FAVORITE, kapt. Ariaans.
ZP 310140
Volgens brief van Rotterdam van 30 januari, rapporteert kapt. Schaap, voerende het schip NEERLANDS KONING, van Batavia in Helvoet binnen, dat hij op deszelfs reis gedurende 3 weken verschrikkelijk weder heeft doorgestaan.
AH 310140
Helvoetsluis, 30 januari. Het schip NEERLANDS KONING, kapt. M. Schaap, van Batavia, is op het Pampus aan de grond geraakt.
ZP 030240
Helvoet, 2 februari. Het schip NEERLANDS KONING, van Batavia, op het Pampus (opm. zandbank tussen Goeree en Hellevoetsluis) aan de grond geraakt – bevorens gemeld – is heden nacht met de vloed weder vlot en op de rede gekomen.
AH 050240
Cargalijst Rotterdam. NEERLANDS KONING, M. Schaap van Batavia met: 556 kanasters suiker, 201 kisten indigo, 7.333 zakken koffie, 401 schuitjes tin, 25 picols sapanhout, 893 bossen bindrotting, N.H.M.; 11 zakken koffie, 10 zakken rijst, 13 kistjes confituren, 4 kistjes diverse kleinigheden, 10 kisten Manilla sigaren, Order.
AB 210440
Helvoetsluis, 19 april. Vertrokken NEERLANDS KONING, naar Batavia.
JC 220840
Batavia, 18 augustus. Aangekomen het schip NEERLANDS KONING, M. Schaap, van Rotterdam den 18den april, passagiers, de heren C.S.R. Wijnmalen en familie, O. Verbrugh en familie, F.C.A. van Nes, J.H. Wentholt en de jonge heer J. Mortier.
JC 300940
Van Batavia vertrokken: De 29e september: fregat NEERLANDS KONING, kapt. M. Schaap, naar Rotterdam.
 

1841

DC 020241
Hellevoetsluis, 29 januari. De loodsboot No. 8, rapporteert loodsen gegeven te hebben aan het schip NEERLANDS KONING, kapt. Schaap, van Batavia.
RC 060241
Brouwershaven, 3 februari. Binnengekomen NEERLANDS KONING, kapitein M. Schaap van Batavia.
AH 200241
Cargalijst Rotterdam. NEERLANDS KONING, M. Schaap, van Batavia met 7.824 balen koffie, 231 krantjan suiker, 300 kisten indigo, 1.013 bladen tin en 40 picols sogahout. N.H.M.

Op 11-05-1841 wordt voor de NEERLANDS KONING door Anthony van Hoboken & Zonen uit Rotterdam een zeebrief aangevraagd voor kapt. C. Schoewert.

JC 131041
Batavia,11 oktober. Gisteren zijn hier aangekomen het Nederlandse schip NEERLANDS KONING, kapt. C. Schoewert, met veertien passagiers, vertrokken uit Rotterdam de 18de juni, dito schip ISIS, kapt. J.F.P.E. Abbema, vertrokken van Dordrecht de 18de juni.
JC 161041
Batavia. Aanvoer van Nederland, met het Ned. schip NEERLANDS KONING, C. Schoewert, 200 kisten wijn, 30 brandewijn, 30 manden Seltzerwater, 1.000 kelder jenever, 176 vaatjes boter, 50 Goudse kazen, 20 Leidse kazen, 50 stuks hammen, 40 kisten bladkoper, 20 stuks gerookt vleesch, Reynst en Vinju. 30 kisten opium, 2 kisten kledingstukken, 16 kisten porselein, 2 kisten vlaggendoek, 3 pakken laken, 10 vaatjes zilveren munt N.H.M.
JC 231041
Batavia, 22 oktober. Vertrokken NEERLANDS KONING, C. Schoewert naar Soerabaja.
JC 171141
Soerabaja, 7 november. Vertrokken NEERLANDS KONING, C. Schoewert over Bezoekie naar Nederland.
JC 241141
Bezoekie, 10 november. Aangekomen NEERLANDS KONING, C. Schoewert van Soerabaja den 7 november.
JC 151241
Bezoekie, 4 december. Vertrokken NEERLANDS KONING, C. Schoewert naar Nederland.

1842

RC 030542
St. Helena, den 24 februari. Gearriveerd PHENOMENE, M. Kaleshoek, en NEERLANDS KONING, C. Schoewert, en hebben, het eerste den 24 en het laatste den 25sten, de reis naar Rotterdam voortgezet.
RC 100542
Te Brouwershaven is den 5 mei, des avonds, geankerd en den 6den op de rede gekomen het schip NEERLANDS KONING, kapitein C. Schoewert, van Java, en nog dien dag binnengekomen HEBE, T. Warren, van Liverpool, beide naar Rotterdam.
AH 110542
Cargalijst Rotterdam. NEERLANDS KONING, kapitein C. Schoewert, van met 6.353 balen koffie, 1.407 kanasters suiker en 603 schuitjes tin, N.H.M.
 

1843

Op 12-06-1843 wordt voor de NEERLANDS KONING door Anthony van Hoboken & Zonen uit Rotterdam een zeebrief aangevraagd voor kapt. C. Schoewert.

RC 200643
Helvoetsluis, 18 juni. Uitgezeild NEERLANDS KONING, kapitein C. Schoewert naar Batavia.
JC 111043
Batavia. Aangekomen: 7 oktober. Nederlands schip NEERLANDS KONING, kapt. C. Schoewert, vertrokken van Rotterdam de 18e juni.
JC 181043
Batavia, 17 oktober. Uitgezeild NEERLANDS KONING, kapt. C. Schoewert naar Sonruit.
JC 251043
Advertentie. Passage naar Rotterdam, met het snelzeilend en voor passagiers bijzonder goed ingericht schip NEERLANDS KONING, kapitein C. Schoewert , voerende een bekwamen doctor, hetzelve zal in de maand december van hier vertrekken. Adres te Soerabaja bij den kapitein, en te Batavia bij Reijnst & Vinju.
JC 081143
Soerabaja, 1 november. Aangekomen NEERLANDS KONING, kapt. C. Schoewert van Batavia den 24ste oktober.
JC 221143
Soerabaja, 12 november. Vertrokken NEERLANDS KONING, kapt. C. Schoewert over Batavia en Panaroekan naar Nederland.
JC 061243
Panaroekan, 22 november. Vertrokken NEERLANDS KONING, kapt. C. Schoewert over Batavia naar Rotterdam.
JC 021243
Postkantoor. Op morgenmiddag ten één uur zullen aan het postkantoor te Weltevreden brieven pakketten worden gesloten voor Zr.Ms. brik KOERIER, gecommandeerd door de kapt.- luit. ter zee Van Cats de Raet, bestemd naar Nederland. Wijders zijn er brieven pakketten geopend voor de Nederlandse schepen PHÉNOMÈNE, kapt. M. Kaleshoek en per de NEERLANDS KONING, kapt. C. Schoewert, beide bestemd naar Amsterdam. Batavia, de 1e december 1843
JC 201243
Batavia, 18 december. Aangekomen NEERLANDS KONING, kapt. C. Schoewert van Panaroekan den 22sten november.     

1844

NRC 050244
Kapt. J. Admiraal, rapporteert te hebben gezien op 6 oktober bij het Maneetus eiland, het schip WILLEM DE TWEEDE, L.C.E. van den Brugh, en dezelfde dag te hebben gepraaid bij Poelo Babie NEERLANDS KONING, C. Schoewert en PHÉNOMÈNE, L. Caleshoek, alles wel aan boord.
RC 140544
Den 11 dezer zijn te Brouwershaven binnengekomen de schepen SARA LYDIA, kapt. B. van der Tak, en NEERLANDS KONING, C. Schoewert, beiden van Batavia naar Rotterdam.
NRC 150544
Cargalijst Rotterdam. NEERLANDS KONING, C. Schoewert, van Batavia met 4.590 balen koffie, 1.615 kratjan suiker, 68 kisten cochenille, 593 bladen tin, 504 bossen bindrotting en 50 picols sapanhout, N.H.M.

1845

DC 030445
Dordrecht, 2 april. Door de Nederlandsche Handel-Maatschappij zijn in het geheel voor deze maand bevracht de navolgende schepen: Voor Rotterdam: BATAVIA, kapt. J.A. Pronk; STAD SCHIEDAM, kapt. J.P. Andriessen; J.C.J. VAN SPEIJK, kapt. H. Noltée; HOOP VAN ALBLASSERDAM, kapt. A. Pronk; FACTORIJ, kapt. M.W. Zwart; GÉRARDINA, kapt. N.J. Wilsch; SARA LIJDIA, kapt. B. van der Tak; NEERLANDS KONING, kapt. C. Schoewert.
RC 220445
Helvoetsluis, 20 april. Uitgezeild NEERLANDS KONING, kapt. C. Schoewert naar Batavia.
JC 130845
Den 8 augustus Straat Sunda doorgezeild NEERLANDS KONING, kapt. C. Schoewert van Rotterdam den 22ste april naar Batavia.
JC 160845
Batavia, 14 augustus. De 12e dezer zijn alhier aangekomen de Nederlandse bark GERARDINA, kapt. M.I. Witsch, vertrokken van Rotterdam de 17e april, en het schip NEERLANDS KONING, kapt. C. Schoewert, vertrokken van Rotterdam, de 17e april.
JC 230845
Batavia, 21 augustus. Vertrokken NEERLANDS KONING, kapt. C. Schoewert naar Onrust.
JC 300845
Advertentie. Voor passage naar Rotterdam met de voor passagiers bijzonder goed ingerichte schepen: RHOON EN PENDRECHT, kapitein F. Fokkens,  NEERLANDS KONING, kapt. C. Schoewert, BATAVIA, J.A. Pronk, SARA LIJDIÄ, B. van der Tak. varende elk een geëxamineerde doctor, bevraagbaar bij Reijnst & Vinju.
JC 060945
Batavia, 5 september. Vertrokken NEERLANDS KONING, kapt. C. Schoewert naar Cheribon.
JC 170945
Cheribon, 12 september. Aangekomen NEERLANDS KONING, kapt. C. Schoewert van Batavia den 4 september.
JC 011045
Cheribon, 27 september. Vertrokken NEERLANDS KONING, kapt. C. Schoewert, over Batavia naar Rotterdam.

1846

NRC 290146
Brouwershaven, 27 januari. Gearriveerd NEERLANDS KONING, kapt. C. Schoewert van Batavia naar Rotterdam.
NRC 300146
Cargalijst Rotterdam. NEERLANDS KONING, C. Schoewert van Batavia met 6.000 balen koffie, 1.260 kanaster suiker, 687 schuitjes tin en 1.100 bossen bindrotting, N.H.M.

1847

NRC 020347
Door de Nederlandsche Handel-maatschappij zijn bevracht de volgende schepen, als: Voor Rotterdam, NEERLANDS KONING, J.F. Klomp; SARA LYDIA, B. v.d. Tak.

Op 05-03-1847 wordt voor de NEERLANDS KONING door Anthony van Hoboken & Zonen uit Rotterdam een zeebrief aangevraagd voor kapt. J.F. Klomp

NRC 300347
Zeilklaar liggende Schepen. Rotterdam, 28/29 Maart. De Ned. Kof JUFVROUW HENDERIKA, H.H. Plukker, naar Bergen; het Ned. Fregat NEERLANDS KONING, J.F. Klomp, naar Batavia.
AH 200447
Hellevoetsluis, 18 april, Uitgezeild; gisteren nog: B. van der Tak, SARA LYDIA, naar Batavia, J.F. Klomp, NEERLANDS KONING, naar Batavia.
JC 040847
Batavia, 2 augustus. Aangekomen NEERLANDS KONING, J.F. Klomp, van Rotterdam den 17de april met drie passagiers.
JC 140847
Batavia, 12 augustus. Vertrokken NEERLANDS KONING, J.F. Klomp, naar Soerabaja.
JC 290947
Advertentie. Passage naar Rotterdam met de volgende schepen van de heren A. van Hoboken & Zonen. NEERLANDS KONING, J.F. Klomp, SARA LYDIA, B. van der Tak , HENDRIKA, J. Lourens , en MENADO, R.J. Rijken, zullende de twee eerstgenoemde waarschijnlijk in den loop van november, en de andere wellicht in het begin van december vertrekken. Adres bij Reijnst & Vinju.
JC 061047
Panaroekan, 24 september. Aangekomen NEERLANDS KONING, J.F. Klomp van Probolingo.
JC 131047
Panaroekan, 30 september. Vertrokken NEERLANDS KONING, J.F. Klomp over Batavia naar Nederland.
 

1848

NRC 140248
Brouwershaven, 10 februari. Binnengekomen NEERLANDS KONING, J.F. Klomp van Batavia naar Rotterdam.
RC 150248
Cargalijst Rotterdam. NEERLANDS KONING, J.F. Klomp, van Batavia met 4.288 balen koffie, 1.963 kanasters suiker, 1.000 stuks huiden, 680 schuitjes tin en 541 bossen bindrolling, Ned. Handel-Maatschappij.
OHC 240248
Helvoetsluis, 22 februari. Aangekomen NEERLANDS KONING, J.F. Klomp, BATAVIA, kapt. C.Schoewert, KENAU HASSELAAR, kapt. Schuil en ADMIRAAL KINSBERGEN, kapt. Glasener, alle 5 van Batavia, laatst van Brouwershaven.
DC 080848
Dordrecht, 7 augustus. Door de Nederlandsche Handel-Maatschappij zijn bevracht geworden de navolgende schepen, als: Voor Rotterdam: LOUISE, kapt. J.T. Verschuur; GÉRARDINA, kapt. M.J. Witsch; GERARDUS JACOBUS, kapt. H.B.C.H. Ruijsch; EDOUARD, kapt. J.M. de Winter; ADMIRAAL VAN KINSBERGEN, kapt. A. Glazener; NEERLANDS KONING, kapt. J.F. Klomp; KENAU HASSELAAR, kapt. P.S. Schuijl; VRIENDSCHAP, kapt. F.W.S. Schuchard; JACOBA HELENA, kapt. L. van Haften; FORMOSA, kapt. H. Reiniersen; SOURABAIJA, kapt. A.M. Swarts.
NRC 080848
Advertentie. In lading naar Batavia. Het Nederlands gekoperd, snelzeilend barkschip NEERLANDS KONING, kapt. J.F. Klomp. Adres ten kantore van Kuyper, van Dam en Smeer en Hudig en Blokhuijzen.
NRC 020948
Helvoetsluis, 1 september. Heden zeilde NEERLANDS KONING, kapt. J.F. Klomp naar Batavia.

1849

NRC 230349
Batavia, 17 januari. Uitgezeild NEERLANDS KONING, kapt. J.F. Klomp naar Soerabaja.
NRC 200449
Soerabaja, 24 januari. Aangekomen NEERLANDS KONING, kapt. J.F. Klomp van Batavia.
RC 210449
Te Passaroeang 31 januari J.F. Klomp van Soerabaja.
NRC 260549
Passaroeang, 24 februari. Vertrokken NEERLANDS KONING, kapt. J.F. Klomp door de Straat Bali naar Rotterdam.
NRC 310749
Brouwershaven 28 juli. Gisteren gearriveerd, GERARDUS JACOBUS, H.B.C.H. Ruysch, van Batavia naar Rotterdam; vertrek 17 maart en NEERLANDS KONING, J.F Klomp, van Banjoewangie naar Rotterdam; vertrek 4 maart.
NRC 070849
Advertentie. Naar Batavia ligt in lading te Rotterdam, voor passagiers en goederen, om tegen het eind van augustus te vertrekken, NEERLANDS KONING, kapitein P. Admiraal. Adres bij de heren Kuyper, Van Dam & Smeer.

Op 27-08-1849 wordt voor de NEERLANDS KONING door Anthony van Hoboken & Zonen uit Rotterdam een zeebrief aangevraagd voor kapt. P. Admiraal

NRC 070949
Helvoetsluis, 6 september. Uitgezeild NEERLANDS KONING, kapitein P. Admiraal naar Batavia.

1850

RC 210250
Gepraaid den 28 september, op 30 gr. 24 min. NB. en 17 gr. WL., NEERLANDS KONING, P. Admiraal, van Rotterdam naar Batavia.
NRC 180450
Batavia, 27 januari. Vertrokken NEERLANDS KONING, P. Admiraal naar Bezoekie.
RC 180450
Ter rede van Soerabaja den 14 februari NEERLANDS KONING, P. Admiraal.
RC 210550
Te Bezoekie, 24 februari NEERLANDS KONING, P. Admiraal van Soerabaja.
RC 180650
Van Banjoewangie, 26 maart NEERLANDS KONING, P. Admiraal naar Rotterdam.
NRC 120850
Te Brouwershaven binnengezeild NEERLANDS KONING, P. Admiraal van Batavia.
AH 170850
Helvoetsluis, 15 augustus. Binnengekomen NEERLANDS KONING, P. Admiraal van Banjoewangie, laatst van Brouwershaven.
RC 170850
Het schip NEERLANDS KONING, kapitein P. Admiraal, is door de stoomboot KINDERDIJK binnendoor van Brouwershaven alhier in het Kanaal gesleept; de wind N.N.O.
RC 170850
Cargalijst Rotterdam. NEERLANDS KONING, P. Admiraal, van Batavia met 2.574 kratjan suiker en 1.300 bossen bindrotting, A. van Hoboken en Zonen; 538 schuitjes tin, N.H.M., en 100 huiden, Order.
NRC 030950
Rotterdam, 2 september. Door de Nederlandsche Handel-Maatschappij zijn bevracht de navolgende schepen: Voor Rotterdam: JOHANNA CORNELIA, kapt. A.P. Achenbach, en NEERLANDS KONING, kapt. P. Admiraal.
NRC 141050
Rotterdam, 12 oktober. Zeilklaar de Nederlandse bark NEERLANDS KONING, P. Admiraal naar Batavia.
RC 171050
Het schip NEERLANDS KONING, kapt. P. Admiraal, is door de stoomboot KINDERDIJK binnendoor naar Brouwershaven gesleept; de wind W.
RC 221050
Brouwershaven, 20 oktober. Uitgezeild NEERLANDS KONING, P. Admiraal naar Batavia.
NRC 231250
Rotterdam, 21 december. Het schip NEERLANDS KONING, kapt. P. Admiraal, was den 16den november in goeden staat zeilende op 3° 9' NBr., 21° 54' W Lengte van Greenwich. Passagiers en equipage volkomen wel.

1851

RC 170451
Te Batavia op 26 januari aangekomen NEERLANDS KONING, P. Admiraal, van Rotterdam.
Batavia 12 februari. Vertrokken NEERLANDS KONING, P. Admiraal, naar het eiland Kuiper.
RC 200551
Te Cheribon, 4 maart, NEERLANDS KONING, P. Admiraal van Batavia.
RC 190851
Brouwershaven den 17 augustus. Uit zee NEERLANDS KONING, P. Admiraal, van Batavia.
AH 210851
Advertentie. Te Rotterdam ligt in lading naar Batavia voor passagiers, waartoe hetzelve uitmuntend is ingericht, het extra snelzeilend Nederlands gekoperd barkschip, NEERLANDS KONING, kapt. P. Admiraal, voerende een geëxamineerde scheepsdoctor, om op den 30sten september te vertrekken. Adres ten Kantore van Kuyper,Van Dan & Smeer.
RC 210851
Het schip NEERLANDS KONING, kapt. P. Admiraal, is door de stoomboot BROUWERSHAVEN binnendoor van Brouwershaven alhier in het Kanaal gesleept; de wind N.W.
Cargalijst Rotterdam. NEERLANDS KONING, P. Admiraal, van Batavia met 4.765 balen koffie, 1.100 kannasters suiker, 106 kisten indigo, 833 schuitjes tin en 1.578 bossen bindrotting. N.H.M.

Op 25-09-1851 wordt voor de NEERLANDS KONING door Anthony van Hoboken & Zonen uit Rotterdam een zeebrief aangevraagd voor kapt. P. Admiraal

NRC 051051
Heden morgen is het schip NEERLANDS KONING, kapt. P. Admiraal, door de stoomboot BROUWERSHAVEN, binnendoor naar Brouwershaven gesleept.
NRC 231051
Brouwershaven, 21 oktober. Vertrokken NEERLANDS KONING, P. Admiraal, naar Batavia.

1852

RC 150452
Batavia, 6 februari. Aangekomen NEERLANDS KONING, P. Admiraal en HONG KONG, U. van der Putten van Rotterdam.
RC 180552
Van Bezoekie 17 maart NEERLANDS KONING, P. Admiraal, naar Batavia via Soerabaja.
RC 190852
Te St. Helena, 30 juni, NEERLANDS KONING, P. Admiraal, van Batavia naar Rotterdam. (Heeft de volgende dag zijn reis voortgezet.)
NRC 270852
Brouwershaven, 25 augustus. Binnengekomen NEERLANDS KONING, P. Admiraal, van Batavia naar Rotterdam.
NRC 290852
Cargalijst Rotterdam. NEERLANDS KONING, P. Admiraal van Batavia met 2.324 kratjan suiker, 835 balen rijst, 100 leggers arak, 1.247 bossen bindrotting. A. van Hoboken en Zonen. 776 schuitjes tin, N.H.M., 9 vaten notenmuscaat, 7 kisten notenmuscaat olie, 41 zakken Gutta-Percha, Order.

Op 12-11-1852 wordt voor de NEERLANDS KONING door Anthony van Hoboken & Zonen uit Rotterdam een zeebrief aangevraagd voor kapt. D. Huijsers

NRC 231152
Zeilklaar te Rotterdam. Rotterdam 22 oktober. De Nederlandse bark NEERLANDS KONING, D. Huijsers, naar Liverpool.
AH 021252
Helvoetsluis, 30 november. Uitgezeild NEERLANDS KONING, D. Huijsers, naar Liverpool.

1853

AH 010153
Liverpool, 28 december 1852. Aangekomen NEERLANDS KONING, Huijsers van Rotterdam.
NSC 130253
Den 7 februari in te Liverpool bevracht NEERLANDS KONING, kapt. D. Huijsers naar Adelaide. (Opm. Sinds 22 november 1852 tot en met deze datum worden 38 Nederlandse Oost Indievaarders door Engelse makelaars bevracht. Het betreft het gedwongen emigreren van veroordeelden naar Australië.)
AH 030353
Liverpool, 28 februari. Uitgezeild NEERLANDS KONING, Huysers naar Adelaide.
NRC 220353
Rotterdam, 21 maart. Door de Nederlandsche Handelmaatschappij is bevracht: voor Rotterdam: NEERLANDS KONING, kapt. D. Huysers.
RC 310553
Gepraaid door kapitein W.F. Broeksmit: Op 1 gr. 29 min. NB. en 20 gr. 52 min.  NEERLANDS KONING, D. Huysers van Liverpool naar Port Adelaide.
OHC 260953
Adelaide, 19 juni. Binnengekomen NEERLANDS KONING, D. Huysers van Liverpool.
OP 261053
Soerabaja, 19 oktober. Aangekomen NEERLANDS KONING, D. Huijsers van Batavia.
OP 261053
Soerabaja, 24 oktober. Vertrokken NEERLANDS KONING, D. Huijsers over Probolingo naar Nederland.
OHC 011153
Den 6de augustus te Adelaide Z.A. binnengekomen : HELENA CHRISTINA, Bell van Liverpool; en uitgeklaard: NEERLANDS KONING, Huysers, naar Batavia.
RC 301153
Batavia, 4 oktober. Aangekomen NEERLANDS KONING, D. Huijsers van Adelaide.
NRC 161253
Batavia, 10 oktober. Vertrokken NEERLANDS KONING, Huysers, naar Soerabaja.

1854

NRC 050554
Cargalijst Rotterdam. NEERLANDS KONING, kapt. D. Huijsers van Batavia met 3.800 picols koffie, 6.510 picols suiker, 350 picols tin en 125 picols rotting. N.H.M.
RC 180854
Advertentie. In lading naar Batavia en Soerabaja, mede voor passagiers, waartoe hetzelve uitmuntend is ingericht, het extra snelzeilend gekoperd Nederlands barkschip NEERLANDS KONING, kapitein J.G Tromp, voerende een geëxamineerde scheepsdoctor en varende met een melkgevende koe. Adres ten kantoren van Kuyper, van Dam en Smeer en Hudig en Blokhuyzen.

Op 23-08-1854 wordt voor de NEERLANDS KONING door Anthonie van Hoboken & Zonen uit Rotterdam een zeebrief aangevraagd voor kapt. J.G. Tromp

RC 080954
Hellevoetsluis 7 september. Heden morgen zeilden in zee MENTOR, F.T. Cramer, naar Newcastle, en NEERLANDS KONING, J.G. Tromp, naar Batavia, de laatste gesleept door de stoomboot KINDERDIJK.
RC 120954
Bij Douvres 8 september WILLEM DE EERSTE, T.J. Niedfeld, van Batavia naar Nederland, en NEERLANDS KONING, J.G. Tromp, van Rotterdam naar Batavia.
RC 221254
Gepraaid: Den 24 oktober, op 1 gr. NB. en 25 gr. WL., NEERLANDS KONING, J.G. Tromp, van Rotterdam naar Batavia.

1855

JB 170155
Advertentie. Passage naar Rotterdam, met het snelzeilend en voor den overvoer van passagiers bijzonder goed ingericht schip NEERLANDS KONING, kapitein J.G. Tromp, voerende een bekwamen doctor, zullende omstreeks het laatst der maand maart aanstaande van hier vertrekken. Adres bij de heren Fraser, Eaton & Co. te Soerabaja, en alhier bij Reynst & Vinju.
JB 240155
Batavia, 24 januari. Vertrokken NEERLANDS KONING, kapitein J.G. Tromp naar Soerabaja.
OP 310155
Soerabaja, 27 januari. Aangekomen NEERLANDS KONING, kapitein J.G. Tromp van Batavia
OP 280255
Soerabaja, 26 februari. Vertrokken NEERLANDS KONING, kapitein J.G. Tromp naar Batavia over Pasoeroean.
RC 150855
Brouwershaven, 14 augustus. Binnengekomen NEERLANDS KONING, J.G. Tromp, van Batavia naar Rotterdam; de wind N W.
NRC 190855
Cargalijst Rotterdam. NEERLANDS KONING, J.G. Tromp, van Batavia met 881 blokken tin N.H.M. 1.062 krantjan suiker Gebr. Nottebohm. 1.171 kratjan suiker, 80 leggers arak, 894 balen rijst en 1.949 bossen bindrotting. A. van Hoboken & Zonen.
NRC 301055
In lading te Rotterdam: Naar Batavia het Nederlands barkschip NEERLANDS KONING, kapt. W. Calander.

In november 1855 wordt voor de NEERLANDS KONING door Anthony van Hoboken & Zonen uit Rotterdam een zeebrief aangevraagd voor kapt. W. Calander


1856

JB 290356
Batavia, 27 maart. Aangekomen Nederlands barkschip NEERLANDS KONING, kapt. W. Calander van Rotterdam den 20 november 1855
JB 020456
Batavia. In lading naar Nederland NEERLANDS KONING, kapt. W. Calander.
JB 090456
Advertentie. Passage naar Rotterdam met het schip NEERLANDS KONING, kapitein W. Calander. Aan boord bevinden zich een geëxamineerd geneesheer en ene melkgevende koe. Het schip zal in mei van Cheribon over Batavia vertrekken. Adres te Cheribon bij den kapitein en te Batavia bij Reinst & Vinju.
JB 120456
Batavia, 19 april. Uitgezeild NEERLANDS KONING, kapt. W. Calander naar Indramayoe.
JB 170556
Cheribon, 6 mei. Binnengekomen NEERLANDS KONING, kapt. W. Calander van Indramayoe.
NRC 020656
Batavia, 12 april. Scheepsvrachten. Het Nederlandse schip ADMIRAAL TROMP bedong te Soerabaja NLG 95 voor suiker en NLG 90 voor tabak naar Amsterdam. Nederlands schip NEERLANDS KONING laadt rijst te Indramayoe à NLG 95 voor Rotterdam.
RC 301056
Gepraaid: Den 27 juni, op 30 gr. 9 min. ZB. en 47 gr. 9 min. OL., NEERLANDS KONING, W. Calander, van Batavia naar Rotterdam.
RC 121156
Brouwershaven, 11 november. Gearriveerd NEERLANDS KONING, W. Calander van Batavia.

1857

NRC 040257
Advertentie. De makelaars F.N. Montauban van Swijndregt, W. van Dam H.H.zoon, H.W. Montauban van Swijndregt en B.C.D. Hanegraaff, te Rotterdam, zijn van mening als lasthebbende van hun meesters op dinsdag de 3e maart 1857, des middags ten 12 ure, in de zaal op de hoek der Scheepmakershaven en Bierstraat, wijk 1, no. 499, publiek te veilen:
-  Het snelzeilend Nederlands gekoperd en kopervast fregatschip PRINSES MARIANNE, laatst gevoerd door kapitein F. Rietmeijer, volgens meetbrief lang 38 el 10 duim, wijd 7 el 7 duim, hol 5 el 45 duim en alzo groot 652 tonnen of 345 lasten.
-  Het snelzeilend Nederlands gekoperd en kopervast barkschip NEERLANDS KONING, laatst gevoerd door kapt. W. Calander, volgens meetbrief lang 36 el, wijd 7 el 12 duim, hol 5 el 27 duim en alzo groot 600 tonnen of 317 lasten.
Met al derzelver rondhout, staande en lopend want, geschut, ankers, kettingen, touwen, zeilen en verdere inventaris, zo als dezelve zijn liggende aan de Scheepstimmerwerf Rotterdam’s Welvaren (opm: scheepswerf De Hoog), aan de Hooge Zeedijk, te Rotterdam. De voorschreven schepen zijn inmiddels uit de hand te koop. Te bevragen bij bovengemelde makelaars.
NRC 040357
Publieke verkopingen in de zaal op de hoek van de Scheepmakershaven en Bierstraat te Rotterdam op dinsdag 2 maart 1857:
-  Het Nederlandse gekoperd en kopervast fregatschip PRINSES MARIANNE, laatst gevoerd door kapt. F. Rietmeijer; opgehouden tot NLG 20.000.
-  Het Nederlands gekoperd en kopervast barkschip NEERLANDS KONING, laatst gevoerd door kapt. W. Calander; opgehouden tot NLG 23.000.
NRC 300957
Veiling van schepen in de zaal, hoek der Scheepmakershaven en Bierstraat, te Rotterdam op dinsdag, 29 september.
-  Het barkschip NEERLANDS KONING, opgehouden tot NLG 18.000.
-  Het hol van het fregatschip PRINSES MARIANNE, idem tot NLG 5.800.
NRC 261157
Advertentie. De makelaars F.N. Montauban van Swijndrecht, W. van Dam H.Hz., W.H. Montauban van Swijndrecht en B.C.D. Hanegraaff te Rotterdam zijn van mening, als lasthebbende van hun meester, op dinsdag de 1e december 1857, des middags ten 12 ure in de zaal op de hoek van de Scheepmakershaven en Bierstraat, wijk 1, no. 499, publiek te veilen: het hol van het Nederlands kopervast barkschip NEERLANDS KONING, volgens meetbrief lang 36 el, wijd 7 el 12 duim, hol 5 el 27 duim, en alzo groot 600 tonnen of 317 lasten met de metalen huid voor zover die zich nog aan het schip bevindt, masten, boegspriet, roer, stuurrad, marsen en vier landvasten, waaraan het schip gemeerd ligt. Voorts nog in kavelingen een partij scheepsgereedschappen, bestaande in ankers, zeilen, rondhout, blokken, ijzerwerk enz. Liggende alles aan en op de Scheepstimmerwerf Rotterdams Welvaren, aan de Hooge Zeedijk, te Rotterdam, alwaar hetzelve daags vóór en op de dag van de veiling door een ieder kan bezichtigd worden.
NRC 021257
Publieke verkopingen te Rotterdam op dinsdag de 1e december 1857 in de zaal op de hoek van de Scheepmakershaven en Bierstraat, wijk 1, no. 499: het hol van het Nederlandse barkschip NEERLANDS KONING is voor NLG 5.700 verkocht, (opm. voor de sloop)

Kroniekberichten

Toon kroniekberichten
Akten

ARCHIEF Nat.Archief-Den Haag archiefnummer Rott.3.03.56.65.193 __________________________________________________
Bijlbrief
Naam schip: NEERLANDS KONING

Plaats en datum acte bijlbrief, 9 maart 1826

Soort schip fregat

Bouwwerf / verkoper nieuw gebouwd op de eigen werf van Anthony van Hoboken, genaamd Rotterdams Welvaren, gelegen even buiten de Oostpoort te Rotterdam

Gevoerd door kapt.

Eigenaar / aankoper Anthony van Hoboken, zeehandelaar en scheepsreder te Rotterdam

Te voeren door kapt. Klaas Schinkel

Groot volgens meetbrief: groot aan ruimte 1414 kubiek ellen

Tuigage en aantal dekken

Afmetingen lang over stevens 36,86 m., breed binnen de buitenhuid
9,40 m., hol tussendeks 2,03 m.

Kiellegging 4 mei 1825

Tewaterlating 22 februari 1826, geheel volbouwd te water gelopen

Plaats en datum van registratie Rotterdam, 9 maart 1826

Nummer van registratie deel 36, folio 95, vak 6 en 7

Notaris M.C. Bichon van IJsselmonde, namens burgemeester en wethouders der stad Rotterdam

Prijs (bij aan-/verkoop vermeld)

Bijzonderheden






Researcher/datum research ML/180107

Naam NEERLANDS KONING
Archiefinstelling Nationaal Archief Den Haag
Jaar 1826
Toegang 3.03.56
Inventaris 65

Bronnen

Jaar: 1826
Bron: Diverse Bronnen
Omschrijving: N.A. Den Haag, toegang nummer 2.08.01.07 Zeebrieven verbalen, diverse bestanddelen.
N.A. Den Haag archiefnummer Rott.3.03.56.65.193
AB = Avondbode
AH = Algemeen Handelsblad
BC = Bataviasche Courant
DC = Dordtsche Courant
JB = Javabode
JC = Javasche Courant
LCO = Leydsche Courant
MCO = Middelburgsche Courant
NIH = Nederlandsch – Indisch Handelsblad
NRC = Nieuwe Rotterdamsche Courant
NSC = Nedelandsche Staats Courant
OHC = Opregte Haarlemsche Courant
OP = Oostpost
RC = Rotterdamsche Courant
ZP = Zeepost
Documentatie Stichting Nederlandse Kaap Hoorn-vaarders (SKHV), w.o. collectie Hoedemaker/Smit/Suyk