Inloggen
BATAVIER - ID 8134


In dienst
Onder Nederlandse Vlag tussen:1855-08-17 / 1872-10-19 | Reden uitgevlagd: Verongelukt of vermist (zie final fate)

Identification Data

Bouwjaar: 1855
Categorie: Passenger-/cargo vessel
Voorstuwing: Steamship
Type: Veerboot
Masten: Two masts
Material Hull: Iron
Construction Data

Scheepsbouwer: N.V. Nederlandsche Stoomboot Maatschappij, Fijenoord, Zuid-Holland, Netherlands
Werfnummer: 42
Launch Date: 1855-03-29
Delivery Date: 1855-08-03
Technical Data

Engine Manufacturer: N.V. Nederlandsche Stoomboot Maatschappij, Fijenoord, Zuid-Holland, Netherlands
Motor Type: Steam, Simple
Number of Cylinders: 2
Power: 300
Power Unit: IHP (IPK)
Eng. additional info: paddle steamer
Speed in knots: 8
 
Gross Tonnage: 645.00 Gross tonnage
Net Tonnage: 410.00 Net tonnage
 
Length 1: 62.40 Meters Registered
Beam: 5.44 Meters Registered
Depth: 3.76 Meters Registered
Zeebrieven en Turksche passen

Record type Zeebrief
Zeebrief jaar: 1855
Datum agenda: 1855-07-30
Register nr: 0
Scheepsnaam: BATAVIER
Type:
Lasten: 0
Zeebrief / Turksche pas verzocht door: Nederlandsche Stoomboot Mij.
Plaats: Rotterdam
Kapitein op moment van verzoek: Smith, W.
Opmerkingen: een zeebrief
nieuw gebouwd schip-

Bekijk de overige zeebrieven / Turksche passen van dit schip
Ship History Data

Date/Name Ship 1855-08-00 BATAVIER
Manager: Nederlandsche Stoomboot Maatschappij N.V., Rotterdam, Zuid-Holland, Netherlands
Eigenaar: Nederlandsche Stoomboot Maatschappij N.V., Rotterdam, Zuid-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Rotterdam / Netherlands
Callsign: NGQT

Ship Events Data

1855-12-02: Collision
Londen, 4 december 1855. Het alhier ter rede gearriveerde schip ANNA CROWELL, is de 2 dezer op de rivier in aanzeiling geweest met het te Rotterdam te huis behorende stoomschip BATAVIER, kapt. W. Smith, van hier naar Rotterdam bestemd.
1864-11-28: Grounded
Rotterdam, 29 november 1864. Het stoomschip BATAVIER, kapt. Smith, van Londen naar Rotterdam, gisteren op Maasdroogen aan de grond geraakt, is, zonder assistentie vlot gekomen
1867-11-00: Grounded
Dordrecht, 7 november 1867. Sedert de 2e dezer is de Noord als het ware gevuld met stoomboten en schepen, die aan de grond komen. De stoomboten BATAVIER, LEITH en HARWICH zitten aan de grond. (opm: men week uit naar de te ondiepe vaarweg via Dordrecht wegens de stremming van het Voornsch Kanaal)
1868-02-17: Stranded
Brielle, 17 februari 1868. Het stoomschip BATAVIER, komende van Londen, zit op de Schulpenplaat aan de grond en is met hoog water blijven zitten.
1872-10-19: Final Fate: Collision

Op 19 october 1872 is de BATAVIER, op reis van Londen naar Rotterdam met passagiers en een lading, bestaande uit onder meer koffie, katoen, wol en tabak, gezonken op de Thames t.h.v. Barking Reach na aanvaring met een Turks oorlogstoomschip. Alle opvarenden zijn gered.

Gezagvoerders

Familiegegevens en opleiding

William Smith werd geboren te Rotterdam op 31 mei 1804 als zoon van James Smith en Pennington Smith. Hij was waarschijnlijk van Engelse komaf, hetgeen ook zou kunnen worden afgeleid uit zijn huwelijk met de Londense Louisa Hemsley. Voorts is bekend dat in 1832 een Engels schip, de “Admiral Windham”, in Rotterdam arriveerde met aan boord de stuurman William Smith. Of dit dezelfde personen betrof is niet met zekerheid te zeggen.

William werd in 1835 lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart met vlagnummer R99. Hij was betrokken bij de Oost-Indiëvaart. Zo stond hij op 07 augustus 1840 op het punt naar de Batavia te vertrekken. In 1849 werd hij kapitein op het stoomschip “Batavier”, als opvolger van kapitein D.Dunlop en varend voor de Nederlandsche Stoomboot Maatschappij (NSM). Het betrof een houten raderstoomschip van 258 ton en voorzien van 120 bedden en rustbanken in twintig vertrekken. Het was aanvankelijk in dienst op de lijndienst Rotterdam-Londen, maar vanwege Engelse concurrentie legde het zich later meer toe op vervoer van vee en kleine lading en in die functie was Smith de kapitein. In 1855 werd hij kapitein op een opvolger, de “Batavier II” en bleef hierop varen tot 1868. Hij vervoerde veel landverhuizers, die via Engeland naar Amerika vertrokken.

William en zijn vrouw woonde in begin veertiger jaren aan de Westewagenstraat (Wijk E Nr.448), in 1847 aan de Leuvehaven en daarna aan de Boompjes nr.191. In deze laatste woning overleed Louisa op 01 maart 1853. Het echtpaar had geen kinderen gekregen. Het overlijdensjaar en de overlijdensplaats konden niet worden achterhaald (maar gezien zijn lidmaatschap van het Rotterdamse zeemanscollege ligt zijn overlijdensjaar omstreeks 1888 - zie hierna).

Verdiensten en vermogen van William zijn niet exact bekend, maar kennelijk voldoende om in c.1852 een dienstmeisje in dienst te nemen.005.

Deze gegevens zijn ontleend aan Rimkus005,maar voor de volledige tekst wordt verwezen naar het origineel, waaronder een overzicht van de verschillende reizen met de gevoerde lading.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

W.Smith was met vlagnummer R99 van 1835 t/m 1890 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.

W.Smith was in 1843 en 1845 afwisselend commissaris van de Maatschappij058.

 

Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)

Geen

 

De schepen van de kapitein

In de Jaarverslagen van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat kapitein W.Smith met vlagnummer R99 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:

1849, 1851, 1858, 1859,

1862 t/m 1867            van de ss ‘Batavier”    268 last   varend voor de Nederl. Stoomb. Mij. te  Rotterdam

1874, 1877, 1878, 1880 t/m 1883, 1885 t/m 1888                      geen schepen en reeders vermeld

 

Bouma025 vermeldt W.Smith als gezagvoerder gedurende:

*      1850 t/m 1856 op de 3/m stoomschoener “Batavier”, gebouwd in 1829 te Kinderdijk, 910 ton o.m., varend voor de Nederlandsche Stoomboot Maatschappij te Rotterdam. Het schip voer op Londen en hij was opvolger van kapitein D.Dunlop;

*      1856 t/m 1868 op het ijzeren raderstoomschip “Batavier”, gebouwd in 1855, 1060 ton o.m., 500 pk, varend voor de Nederlandsche Stoomboot Maatschappij te Rotterdam, directeur J.W.L.van Oordt.

 

Overige bijzonderheden

Geen

 

 

Datum vanaf: 1855
Kapitein: Smith, William
Overige informatie: 0

Familiegegevens en opleiding

Jacob Hendrik Stuit werd geboren te Veendam op 25 september 1819 als zoon van kapitein Hendrik R Stuit en Geertje Bouten. (gegevens niet in Genlias)

Hij was getrouwd met Johanna Wilhelmina van Wijngaarden (geboren 1822 te Dordrecht). In 1854 woont hij in de Prinsenstraat 211 te Dordrecht in het huis van Jacob Bauduin samen met zijn vrouw en kinderen Jacona Catharina (1847) en Jacob Hendrik, geboren in 1849 te Dordrecht.

Hij overleed in 1879 (in Dordrecht?)

Hij werd per 10 december 1852 met nr. 328 lid van de Dordtse vrijmetselaarsloge La Flamboyante.

 

Bron

Burgerlijke stand - Huwelijk

Archieflocatie

Noord-Hollands Archief

Algemeen

Gemeente: Amsterdam
Soort akte: Huwelijksakte
Aktenummer: reg.3;fol.15v
Datum: 06-02-1884

Bruidegom

Jacob Hendrik Stuit
Leeftijd: 35
Geboorteplaats: Dordrecht

Bruid

Agatha Hendrika van den Bos
Leeftijd: 28
Geboorteplaats: Amsterdam

Vader bruidegom

Jacob Hendrik Stuit

Moeder bruidegom

Johanna Wilhelmina van Wijngaarden

Vader bruid

Nicolaas van den Bos

Moeder bruid

Maria Wilhelmina Gerrandt

Nadere informatie

beroep Bg.:varensgezel;beroep Bd.:werkster

 

 

 

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

J.H.Stuit wonend te Dordrecht was in de periode 19 januari 1849 t/m zijn royement in 1879 lid van het Dordtse zeemanscollege “Tot Nut van Handel en Zeevaart” met vlagnummer 11. Ten tijde van de inschrijving was hij gezagvoerder van de kof “Merwedestroom”.111 en 64a

 

Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)

In het kasboek van het Dordtse zeemanscollege “Tot Nut van Handel en Zeevaart” dd 01februari 1849 staat de inboeking van f 15,- als entreegeld van kapitein Stuit.064b

In de notulen van de Bestuursvergadering van het Dordtse zeemanscollege “Tot Nut van Handel en Zeevaart” dd 07 december 1882 staat een opsomming van geroyeerde leden waaronder:

“Vlag 11. J.H.Stuit. Overleden. Niet betaald sedert 1876/77. Geroyeerd 1879.”

 

De schepen van de kapitein

In Ledenlijsten de Dortse zeemansalmanak (Stadsarchief Dordrecht, inv. 93, nrs 16-33) staat J.H.Stuit als gezagvoerder064a:

1850                                                                  schoenerkof “Merwedestroom”                                   boekhouders Klerk & Voogs, Dordrecht

1852 t/m 1859; 186           stoomboot “Stad Dordrecht”                                        boekhouders Verbeke & v.d. Sande, Dordrecht

1874                                                                  stoomboot “Martinus & Henriëtte”               boekhouder J.Bouten

 

Bouma025 vermeldt J.H.Stuit als gezagvoerder gedurende:

  • * 1848 t/m 1850 op de schoenerkof “Merwedestroom”, gebouwd in 1830 te Dordrecht, 130 ton o.m., varend voor Klerk & Voogd te Dordrecht;
  • * 1851 t/m 1853 op het schroefstoomschip “Stad Dordrecht”, gebouwd in 1850 op de werf van Fop Smit aan de Kinderdijk, 251 ton o.m., varend voor Visser & v/d Sande te Dordrecht,
  • * 1854 t/m 1858 op hetzelfde schip maar nu voor A.J.Verbeek & v/d Sande te Dordrecht;
  • * 1859 t/m 1862 op het zelfde schip, maar nu voor W.B.Derks te Dordrecht;
  • * 1863 t/m 1867 van het ijzeren schroefstoomschip “Sara”, gebouwd in 1862 te Kinderdijk, 600 ton, varend voor W.B.Derks cs te Dordrecht. Het schip werd in 1867 verkocht naar Dordrecht;
  • * 1869 t/m 1870 van de raderstoomboot “Batavier”, gebouwd in 1855 te Feyenoord, 1060 ton o.m., varend voor de Ned.Stoomboot Maatschappij. Dir. J.W.L. van Oordt te Rotterdam;
  • * 1870 op hetzelfde schip, maar nu voor de Stoomboot-Reederij Dordrecht-Londen , Dir. P.v/d Slik te Sliedrecht;
  • * 1871 t/m 1876 op het ijzeren schroefstoomschip “Martinus & Henriëtte” ex Ironmaster, gebouwd in 1856 te Stockton, 367 ton o.m., varend voor de Stoomboot-Reederij Dordrecht-Londen Dir. P.v/d Slik te Sliedrecht.

 

Overige bijzonderheden

Zierikzeesche Courant dd 10 februari 1864

Op 06 februari 1864 is van Brouwershaven uitgezeild de “Sara” onder kapitein J.H., komend van Dordrecht op weg naar Londen.

 

Zierikzeesche Courant dd 17 februari 1864

Op 11 februari 1864 is te Brouwershaven binnengekomen de “Sara” komend van Londen.

 

Zierikzeeuwsche Courant dd. 24 januari 1864

Op 20 februari 1864 is te Brouwershaven uitgezeild de “Sara”, kapitein J.H.Stuit komend van Dordrecht en met bestemming Londen.

 

Zierikzeesche Courant 27 februari 1864

Op 25 februari 1864 is te Brouwershaven binnengekomen de “Sara”, kapitein J.H.Stuit, komend van Londen en op weg naar Dordrecht.

 

Zierikzeesche Courant 09 maart 1864

Op 05 maart 1864 is van Brouwershaven uitgezeild de “Sara”, kapt. J.H.Stuit, komend van Dordrecht en op weg naar Londen.

 

Zierikzeesche Courant 16 maart 1864

Op 12 maart arriveerde te Brouwershaven de “Sara”, kapitein J.H.Stuit, komend van Londen en met bestemming Dordrecht.

 

Zierikzeesche Courant 23 maart 1864

Op 19 maart 1864 is te Brouwershaven uitgezeild de “Sara”, kapt. J.H.Stuit, komend van Dordrecht en met bestemming Londen.

 

Zierikzeesche Courant 30 maart 1864

Te Brouwershaven gearrriveerd op26 maart 1864 de “Sara”, kap. L.H.Stuit komend van Londen.

 

Zierikzeesche Courant 06 april 1864

Te Brouwershaven uitgezeild op 02 april 1864 de “Sara”, komend van Dordrecht op weg naar Londen.

 

NRC 11 januari 1848114

Tromsöe, 28 november. Het schip MERWESTROOM, kapt. Stuit, van hier rondvis met naar Dordrecht bestemd, is met verlies van zeilen te Skroven binnengelopen.

 

NRC 28 januari 1850114

Advertentie. Dordrecht en Londen. Het voor passagiers, goederen en vee nieuw gebouwd, snelvarend Nederlands stoomschroefschip STAD DORDRECHT, kapt. J.H. Stuit, vertrekt van Dordrecht naar Londen zaterdag de 1e februari des morgens. Adres te Dordrecht bij de directie of bij de cargadoors Visser & Van der Sande, en te Londen bij Hall & Son, 6, Circus Minories. (opm: het vertrek werd uitgesteld, zie advertentie d.d. 4 februari 1850)

 

NRC 04 februari 1850114

Advertentie. Wekelijkse stoombootdienst tussen Dordrecht en Londen voor passagiers, goederen en vee. Het geheel nieuw gebouwd ijzer schroef-stoom-schooner-schip STAD DORDRECHT, groot ruim 300 ton, zal met mei aanstaande voor bovengenoemde dienst in de vaart gebracht worden. De tijd van vertrek zal nader worden bekend gemaakt. Informatiën zijn inmiddels te bekomen te Dordrecht ten kantore der directie, Maartensschat, letter A, No. 104. (zie NRC 240550)

 

NRC 24 mei 1850114

Advertentie. Wekelijkse dienst Dordrecht en Londen voor passagiers, goederen en vee. Het nieuw gebouwd Nederlands stoomschroefschip STAD DORDRECHT, kapt. J.H. Stuit, vertrekt van Dordrecht zaterdag de 8e juni ’s morgens ten 9 ure. Adres bij de directie of bij de cargadoors Visser & Van der Sande. (opm: zie ook advertentie in NRC 040250)

 

NRC 11 juni 1850114

Hellevoetsluis, 10 juni. Het stoomschip STAD DORDRECHT, kapt. J.H. Stuit, stoomde heden van hier naar Brouwershaven (opm.: eerste vermelding van dit stoomschip in de zeetijdingen)

 

NRC 27 november 1850114

Hellevoetsluis, 26 november. Heden arriveerde alhier uit zee de stoomboot STAD DORDRECHT, kapt. J.H. Stuit, als bijlegger, naar Londen. Dezelve is, na de Galloper gepasseerd te zijn, door zware storm, gebroken machine, lekkage en verlies van zeilen teruggekomen en bij het binnenlopen achter de Kwak tegen de Noorderwal aan de grond geraakt. Er zijn ijssloepen en manschappen tot adsistentie.

 

NRC 28 november 1850114

Hellevoetsluis, 27 november. Heden nacht is de stoomboot STAD DORDRECHT, kapt. J.H. Stuit, in vlot water en heden morgen met adsistentie in het kanaal gebracht.

 

Zierikzeesche Courant 09 juni 1858114

Brouwershaven. Den 4 juni binnengekomen CORTGENE, kapt. D. Dunlop Dz, van Rotterdam naar Batavia, gesleept binnendoor van Hellevoet.

Den 5 dito MAASSTROOM, kapt. F. Mellema, van Batavia naar Schiedam.

Den 6 dito GRACE, kapt. F. Stowe, van New York naar Rotterdam.

Den 5 dito uitgezeild CORTGENE, kapt. D. Dunlop Dz, naar Batavia, stoomboot STAD DORDRECHT, kapt. J.H. Stuit, van Dordrecht naar Londen.

 

Ontleend aan van Blokland-Visser064:

MRD = monsterrol in het Gemeentearchief van Dordrecht

Op 11 september 1835 (MRD 748) monsterde Jacob Stuit als matroos, 15 jaar, voor een gage van f 15,- per maand op de kof “Merwedestroom” onder kapitein D.H.Hazewinkel

Volgens een monsterrol in het Gemeentearchief van Dordrecht dd 12 april 1844 1844 was hij 1e stuurman op de kof “Merwedestroom” onder kapitein Dirk Hendriks Hazewinkel voor een reis naar Belfast.

Volgens monsterrol nr. 1263 Per 23 oktober 1845 (MRD 1263) was hij stuurman voor een maandgage van f 30,- op de kof “Merwedestroom” onder kapitein D.H.Hazewinkel uit Veendam en vertrekt met 5 man naar Belfast.

Per 19 juni 1850 (MRD 1453) was hij kapitein op het nieuwe schroefstoomschip “Stad Dordrecht” voor een reis naar Londen,

In 1850 was hij gezagvoerder op de kof “Merwedestroom” en per 19 juli 1850 (monsterrol 1453) op het stoomschip “Stad Dordrecht”

Volgens monsterrol nr. 1578 dd 01 april 1853 in het Gemeentearchief van Dordrecht was Jacob Hendrik Stuit, wonend te Dordrecht, oud 33 jaar, gezagvoerder van het stoomschip “Stad Dordrecht” voor een reis naar Londen.

In 1874 op het stoomschip “Martinus en Henriette”064 en 071.

 

 

Datum vanaf: 1869
Kapitein: Stuit, Jacob Hendrik
Overige informatie: 0

Familiegegevens en opleiding

Geen

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

C.Janses was met vlagnummer R23 in de periode 1869 t/m 1874 lid voor de vlag van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart. Dit betekent dat hij de Maatschappijvlag mag voeren, maar dat hij geen aanspraak heeft op financiële tegemoetkomingen058.

 

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In het Jaarverslag 1874 van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat hij in 1874 voor het lidmaatschap voor de vlag heeft bedankt058.

 

De schepen van de kapitein

Bouma025 vermeldt C.Janses als gezagvoerder gedurende:

*    1867 t/m 1868 van de bark “Whampoa”, gebouwd in 1848 te Slikkerveer, 462 ton o.m., varend voor W.Ruys JDz te Rotterdam;

*    1869 van het 3/mschip “Paul Johan”, gebouwd in 1853 te Schiedam, 677 ton o.m., varend voor de Groot, Roelants & Co te Schiedam. Het schip werd in 1869 afgekeurd in averij;

*    1871 t/m 1872 van het raderstoomschip “Batavier”, gebouwd in 1855 te Fijenoord, 1060 ton o.m., varend voor de Nederl. Stoomb. Mij (Dir. J.W.L.van Oordt) te Rotterdam. Het schip werd in 1872 in de Thames aan de grond gezet na een aanvaring en als wrak verkocht.

 

Overige bijzonderheden

Op 19 october 1872, kort na het vertrek uit Londen, op weg naar Rotterdam werd de Batavier op de Theems aangevaren door het Turkse oorlogsschip Chark en zonk. Later gelicht en daarna verkocht voor de sloop. Alle opvarenden werden gered.

Het ss “Batavier” werd gebouwd in 1855 bij de Nederl. Stoomb.`Mij. te Rotterdam, mat 567 ton o.m. en voer eveneens voor de Rotterdamse NSM072.

 

 

Datum vanaf: 1871
Kapitein: Janses, C.

Afbeeldingen


Omschrijving: Deze prent van de BATAVIER betreft waarschijnlijk het stoomschip van 1855. De naam van het schip is leesbaar in de wimpel aan de fokkemast.
Collectie: Gemeentearchief Rotterdam
Vervaardiger: Unknown

Omschrijving: BATAVIER zowel bemanning als passagiers aan dek, aangeroepen door een naderende boot. Het schip draagt aan haar hoofdmast de signaalvlag "P" (gereed om naar zee te vertrekken)
Collectie: Royal Museums, Greenwich
Vervaardiger: Jones & Causton
Onderwerp: Havenopname

Omschrijving: Een gravure uit de Illustrated London News van 26 oktober 1872, afbeeldende de bij Barking in de Thames gezonken BATAVIER.
Collectie: Lindenborn, Marien
Vervaardiger: Unknown
Algemene informatie

Op 19 october 1872 is de BATAVIER, op reis van Londen naar Rotterdam met passagiers en een lading, bestaande uit onder meer koffie, katoen, wol en tabak, gezonken op de Thames t.h.v. Barking Reach na aanvaring met een Turks oorlogstoomschip. Alle opvarenden zijn gered. Op 9 november 1872 is het voorschip (lengte 50 voet) gelicht en op strand gezet te Long Reach; op 21 november is het resterende scheepsdeel gelicht. Op 23 januari 1873 is het wrak te Londen verkocht voor sloop.

opm: Via onderzoek door Dennis Feary in het Public Record Office, Kew, dat heeft plaatsgehad in de zomer van 2003, is aan het licht gekomen, dat de aanvaring plaats vond met het Turkse schroef-fregat MUBIR-I-SüRUR. Dit Turkse schip is in 1848 als SARKIYE voor de Egyptische khedive gebouwd en door hem in 1849 ten geschenke gegeven aan de sultan van Turkije. Op 19 oktober 1855 maakte de MUBIR-I-SüRIR een proeftocht nadat het te Millwall was voorzien van een nieuwe machine en nieuwe ketels. In de pers werd het schip in 1855 nog steeds vermeld als CHARKEISH of SARKIYE, hoewel het deze naam al sedert 1849 niet meer droeg.

bronnen:
LC 251072. Rotterdam, 21 oktober. Zaterdag is alhier het bericht ontvangen, dat de stoomboot BATAVIER, varende op Londen, tengevolge van een aanvaring is gezonken. Wij vernemen omtrent het verongelukken van deze bodem en wat daartoe aanleiding gaf, de volgende bijzonderheden van een der passagiers. Terwijl de BATAVIER de Theems afvoer met bestemming naar Rotterdam, kwam een groot stoomschip onder Turkse vlag, naar gissing 3000 ton, met volle vloed de Theems opzetten en liep door een verkeerde manoeuvre de BATAVIER aan stuurboord achter de boeg in en met zulk een kracht, dat deze spoedig vol water liep en in de diepte wegzonk. De passagiers hadden slechts de tijd hun lijf te bergen, en zowel dames als heren, toonden, door de nood gedrongen, een ongekende vaardigheid in het overklimmen op de Turkse boot. Alleen een klein kind, van ongeveer 6 jaren, stond aan de kajuitstrap en scheen, door het water midscheeps, ogenschijnlijk reddeloos. Gelukkig werd dit ontdekt door de loods Knudsen, die de KOSMOPOLIET III tot Wight uitgeleide gedaan had, en nu per BATAVIER terugkeerde. In een oogwenk had hij zijn zeelaarzen uit en langs de loopplank over de BATAVIER door het water badende, het kind bereikt en op zijn schouders geladen, doch keerde nauwelijks terug, of de BATAVIER zonk weg en, zonder een nabij zijnde sloep was hij misschien het slachtoffer van zijn menslievendheid geworden. De passagiers te Londen teruggekeerd, werden vandaar over Harwich door de zorg der agenten van de Nederlandsche Stoomboot Maatschappij verder gezonden.
ZZN 241072. Zaterdagmiddag is het stoomschip BATAVIER, van de Ned. Stoomboot-Maatschappij, op de Theems bij Londen door een aanvaring gezonken. Aan de N.Rott.Ct. ontlenen wij de volgende bijzonderheden omtrent deze ramp. Terwijl het schip tussen 12 en 1 uur ’s namiddags van Blackwall naar Gravesend de rivier afvoer, met bestemming naar Rotterdam, en een volle lading, benevens een aantal passagiers aan boord, ontmoette men een groot stoomschip onder Turkse vlag, naar gissing van 1500 ton, zoals later bleek de CHARKEISH genaamd, dat met de vloed achter zich in volle vaart de koers naar Londen zette. De BATAVIER bleef in de goede richting doorvaren en gebruikte het roer zoveel nodig was om de tegenligger op ruime afstand te mijden. Doch het andere schip schijnt een overeenkomstige manoeuvre in geheel verkeerde zin te hebben gemaakt. Althans het kwam buiten zijn koers in volle vaart dwars in de zijde van het Nederlandse schip lopen, overstoomde het letterlijk en met zoveel geweld, dat het over de gehele breedte van de BATAVIER inliep, die, nadat de Turkse stomer de werktuigen achteruit deed slaan, tussen de voorkajuit en de fokkemast in tweeën gescheiden was, spoedig vol water liep en binnen weinige minuten in een diepte van meer dan dertig voet wegzonk. De meerderheid van de passagiers en opvarenden hadden te nauwernood de tijd om in allerijl en met achterlating van alles op het Turkse stoomschip over te klimmen; zij keerden daarmee naar Londen terug en werden door de zorg van de agenten van de Nederlandse Stoomboot-Maatschappij over Harwich met een der boten van de Great Eastern Steam Navigation Company naar Rotterdam bestemd.
ZZN 261072 Eén der passagiers aan boord van de verongelukte stoomboot BATAVIER deelt omtrent deze ramp het volgende mee:
Vermoeid kwam ik na een nachtelijk spoorrit van Edinburgh, zaterdagsmorgens te Londen aan. Ik begaf mij dadelijk naar de BATAVIER, om mijn reis naar Rotterdam voort te zetten. Omstreeks 10 uur stak deze van wal. Ik was dadelijk naar de achterkajuit gegaan en had mij daar met het hoofd op mijn reistas neergelegd, in de zoete verwachting mijn vermoeid lichaam door enige uren rust te verkwikken. Na verloop van een paar uren, terwijl wij dus nog op de Theems waren, werd ik gewekt door een geduchte schok, gevolgd door zulk een afgrijselijk alarm, dat ik in woeste vaart, zonder aan iets bepaald te denken, naar boven vloog. Op mijn bagage lette ik niet, evenmin als op mijn hoed, die ik mij herinner wel opgezet, maar door het stoten tegen een voorwerp verloren te hebben. Blootshoofds kwam ik dus op het dek. Welk een schouwspel. Onze stomer was door een andere grotere aangevaren, die later bleek een Turk te zijn. Velen der vlugste passagiers waren al op de Turk overgesprongen, terwijl anderen kwamen aanstormen onder wilde gebaren en ijselijk gegil, vooral van de dames. (N’en déplaise het schoon geslacht!) Kortom het was een algemeen “sauve qui peut”.
Snel sprong ik naar een eind touw, dat boven mijn hoofd schommelde, palmde mij vlug naar boven tot op de hoogte van de verschansing van de Turk, vanwaar mij nog vele hulpvaardige handen toegestoken werden, en werd aldus binnen boord getrokken.
Nu kon ik van mijn eerste schrik bekomen, rondom mij zien. Binnen een minuut of 7 was de BATAVIER gezonken. De overige passagiers, omstreeks 60, moesten zich zelf maar zien te redden, daar de Turkse bemanning geen boot uit kon zetten. Wel kwamen er verscheidene boten toeschieten van verschillende zijden, maar de tijd was kostbaar. Velen redden zich dan ook, door tegen den Turk op te klauteren. Ik zag drie dames, waarvan de oudste aan de rokken der volgende, en die weder aan de japon der bovenste hing, als schakels van een keten, veilig door de Turkse bemanning binnen boord ophalen. Een vrouw sprong met een kind, plomp verloren in een bootje, dat ter hulp kwam en miste toen haar ander kind, hetwelk, zonder dat zij het wist, reeds gered was. De laatste passagier, een Rotterdamse bediende zo ik hoorde, moest zelfs nog in het water springen en een eind zwemmen. Maar enfin, eindelijk waren allen gelukkig gered. Ik bleef op den Turk, waar velen met mij liefderijk behandeld werden. De aldaar aanwezige dokter wendde bij enige dames aderlatingen aan en verder konden wij over alles beschikken wat wij behoefden. Zo ik hoorde, hield onze boot de koers goed, maar door een misverstand stuurde het Turkse stoomschip recht op ons aan, in de mening dat wij voor hem zouden wijken. Bij ons deed en dacht men ook zo, en van daar de vreselijke botsing, die zulk een groot en flink schip als de BATAVIER, binnen zo weinig tijds ten grondde richtte. Bij onze terugkomst te Londen gaven wij aan de reders van de BATAVIER successivelijk onze schade op. Een aanwezige Belg had plm. 17,000 gulden verloren. Gelukkig bedraagt mijn verlies slechts een paar honderd gulden, daar ik mijn portefeuille bij mij had. Ik vernam, dat de Turk zou gesommeerd worden de schade te betalen. Kort daarop werden wij met de trein naar Harwich gebracht, van waar wij Zondagmorgen te 4 uur naar Rotterdam afstaken. Aldaar arriveerden wij te 4 uur namiddags, wat mij betreft met een dankbaar hart aan de voorzienigheid, die ons bewaard had, in een ongeluk, dat in de nacht ongetwijfeld niet zonder verlies van vele mensenlevens zou zijn afgelopen.
ZZN 311072 Londen, 26 oktober. Verscheidene kettingen zijn onder het gezonken stoomschip BATAVIER door genomen en twee grote lichters zijn van de werf te Sheerness opontboden om het schip te helpen lichten. De kist, die volgens zeggen een grote som geld bevat en aan één der passagiers toebehoorde, is nog niet gevonden, alhoewel verscheidene boten zijn gebezigd om er naar te vissen. Men zegt dat de onfortuinlijke passagier verzuimd had die som gelds te assureren of de kist als lading in te doen inschrijven. De kist had op dek gestaan en is ongetwijfeld door de aanvaring over boord geraakt. Officieren van het Custom House zijn op wacht gesteld bij het wrak. Enige balen van de lading zijn gebarsten naar boven gekomen. Men gelooft dat het schip bij het eerstvolgende springtij zal gelicht worden.
ZZC 301072
Volgens latere berichtenis beslag gelegd op het Turkse schip, dat de oorzaak geweest is van het zinken van de BATAVIER. De bemanning van de Turk bestond geheel uit Egyptenaren en Turken, die niets van de gegeven bevelen begrepen.
ZZN 051172
Van de BATAVIER is tot dusver niets zichtbaar dan een stuk van de mast en een schoorsteenpijp. Reeds is men er in geslaagd acht kettingen onder door het wrak te haklen, en als er nog vier dergelijke geplaatst zijn, hoopt men het schip aanstaande maandag bij vloed te kunnen lichten. Inmiddels hebben de duikers verschillende voorwerpen boven water gebracht, o.a. een kistje met ongeveer 800 pond sterling, toebehorende aan een Hollandse jood. De koffie die de BATAVIER aan boord had, is door het water gezwollen en heeft niet alleen de balen doen springen, maar ook het dek opgelicht. De klok uit de eetzaal is op 1 uur 15 minuten blijven stilstaan, dat is dus het juiste tijdstip waarop de ramp plaatsgreep.
ZZN 091172.
Jongsleden maandag werd een poging gedaan tot lichten van het wrak van de BATAVIER. Negen grote lichters werden met laag water bevestigd aan de onder het wrak doorgehaalde kettingen; zij moesten met de vloed rijzen en zo, naar men hoopte, het wrak tillen. De gelegenheid was bijzonder gunstig, daar na lage eb, een springtij volgde. Desniettemin mocht de onderneming niet gelukken. Wel steeg het water met de vloed niet minder dan 20 voet, wel rezen ook tot zekere hoogt de lichters; maar het wrak bleef onbeweeglijk. Eindelijk brak één der kettingen, zodat men voor het ogenblik de taak moest opgeven. Men vreest, dat zich een te grote massa modder in het hol heeft opgehoopt. Echter werd alles gereed gemaakt voor een nieuwe poging.
ZZC 131172.
De Board of Trade heeft geweigerd een gerechtelijk onderzoek in te stellen naar de oorzaken van de aanvaring van de BATAVIER, daar het feit, dat beide buitenlandse schepen zijn, de kennisname van deze zaak aan zijn competentie onttrekt. De zaak zal echter waarschijnlijk voor de Admiralty Court beslist worden.  
ZZN 261172.
Eindelijk is men er in geslaagd het wrak van de BATAVIER te lichten en 100 yards dichter bij de oever te brengen. Er waren niet minder dan elf kettingen onder het schip en met het opkomen van het tij zag men dadelijk dat thans de pogingen met een goede uitslag zouden worden bekroond. Het wrak ligt thans buiten het gewone vaarwater, maar men zal trachten het nog nader op de oever te slepen. Het dek is door de kracht van het water geheel uit het verband gerukt en een groot gedeelte der lading is naar de Victoria Docks overgebracht, waar het zal worden verkocht.

 

Kroniekberichten

Toon kroniekberichten
Akten

NA-Den Haag Archiefnummer Rott.3.03.17.01.3675.334
DVD VIII – 774, 775
BIJLBRIEF
Naam schip BATAVIER

plaats en datum acte Rotterdam, 3 augustus 1855

type schip stoomboot, ijzer

bouwwerf/verkoper Jan Willem Louis van Oordt, directeur Nederlandsche Stoomboot Maatschappij, gevestigd te Rotterdam, heeft gebouwd op hun werf te Feijenoord

gevoerd door kapt. William Smith

eigenaar/aankoper Nederlandsche Stoomboot Maatschappij, Rotterdam voor eigen rekening

te voeren door kapt.

grootte in tonnen 410 tonnen of 216 lasten, na aftrek der machinekamer

tuigage / aantal dekken

afmetingen lang 62,40 m., breed 5,44 m., hol 3,76 m.

kiellegging 11 februari 1854

tewaterlating 29 maart 1855

plaats / datum registratie Rotterdam, 4 augustus 1855

nummer van registratie deel 141, folio 33, recto, vak 1.

notaris Willem Kleij, notaris te Rotterdam

prijs

bijzonderheden: Feijenoord behoorde toen tot de gemeente IJsselmonde






researcher/datum research: ML / 250408

Naam BATAVIER
Archiefinstelling Nationaal Archief Den Haag
Jaar 1855
Toegang 3.03.17.01
Inventaris 3675