Inloggen
KONING WILLEM II - ID 18522


In dienst
Onder Nederlandse Vlag tussen:1841-03-22 / 1857-06-30 | Reden uitgevlagd: Verongelukt of vermist (zie final fate)

Identification Data

Bouwjaar: 1841
Categorie: Passenger-/cargo vessel
Voorstuwing: Sailing Vessel
Type: Fregat
Masten: Three masts
Material Hull: Wood, oak, sheathed with copper
Construction Data

Scheepsbouwer: Fop Smit, Nieuw Lekkerland, Zuid-Holland, Netherlands
Werfnummer:
Launch Date: 1840-12-08
Technical Data

Gross Tonnage: 422.00 lasts
 
Zeebrieven en Turksche passen

Record type Zeebrief
Zeebrief jaar: 1841
Datum agenda: 1841-03-22
Register nr: 18410164
Scheepsnaam: KONING WILLEM II
Type: Fregat
Lasten: 422
Gebouwd in provincie: Zuid Holland
Gebouwd in binnen- of buitenland: Binnenlands
Zeebrief / Turksche pas verzocht door: s Gravenhaagsche Scheeprederij
Plaats: Scheveningen
Kapitein op moment van verzoek: Brugh, L.C.E. van der
Opmerkingen: nieuwe zeebrief
Boekhouder P. Varkevisser te Scheveningen-

Bekijk de overige zeebrieven / Turksche passen van dit schip
Ship History Data

Date/Name Ship 1841-03-22 KONING WILLEM II
Manager: Pieter Varkevisser, Scheveningen, Zuid-Holland, Netherlands
Eigenaar: 's-Gravenhaagsche Scheeps-Reederij, Scheveningen, Zuid-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Scheveningen / Netherlands

Ship Events Data

1840-12-08: ’s-Gravenhage, 10 december. Eergisteren is van de werf van de scheepsbouwmeester F. Smit te Nieuw-Lekkerland met het beste gevolg van stapel gelaten het fregatschip, vroeger ERFPRINSES VAN ORANJE, thans KONING WILLEM II genaamd, groot 550 Java-lasten gevoerd zullende worden door kapt. L.E.C. van der Brugh, zijnde dit het tweede schip der ’s Gravenhaagsche Scheepsreederij.
1857-06-30: Final Fate:
Adelaide, 13 juli. De Nederlandse bark KONING WILLEM II, kapt. H.R. Giezen, welke de 25e juni met een lading Chinese landverhuizers te Port Robe (Robe, Guichen Bay) arriveerde, is aldaar in een storm van de ankers geslagen, op strand gedreven en bijna in hetzelfde ogenblik verbrijzeld (opm: zie o.a. JB 070957). Zestien man van de equipage zijn bij de poging om te landen omgekomen. De Chinese passagiers waren allen reeds aan wal.
Klik hier om de afbeelding te bekijken

Gezagvoerders

Familiegegevens en opleiding

Geen

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

L.C.E.van der Brugh, adres kap.H.Olie, werd met nr.556 effectief lid van Zeemanshoop per 13 oktober 1840 op voorspraak van H.Olie. Zijn schip was de “Erfprinses van Oranje”002. Ten tijde van de inschrijving was van der Brugh 25 jaar en ongehuwd002a.

In de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop van 06/13 oktober 1840 werd voorgedragen/benoemd Leonard Christiaan Elize van der Brugh, oud 25 jaar, voerend de “Erfprinses van Oranje”, wonend te Kinderdijk, adres bij en op voordracht van kapitein H.Olie te Amsterdam. Zijn vlagnummer werd 556.023

L.C.E. van der Brugh was met vlagnummer R178 in de periode 1841 t/m 1859 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058

Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)

Geen

De schepen van de kapitein

lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam (uit de Amsterdamsche Almanak voor Koophandel en Zeevaart)001

vlagnummer                   jaren             type                 scheepsnaam                          naam reder/boekhouder

        556                           1840             bark                 Erfprinses van Oranje           geen opgave

                                      1841-1846        fregat               Koning Willem II                   B.J.Suermondt te Rotterdam

                                          1848             bark                 Koning Willem II                   P.Varkenvisser te Den Haag

                                          1849             geen opgave van schip en boekhouder

                                          1850             3m sch.            Prinses Charlotta                    de Kapitein

                                      1851-1872        geen opgave van schip en boekhouder

 

In de Jaarverslagen van de Maatschappij tot Nut der Zeevaart (Maritiem Museum, Rotterdam) staat kapitein L.C.E. van der Brugh met vlagnummer R178 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:

  • 1849 van de 3m/sch “Prinses Charlotte” geen last vermeld   varend voor J.C. van der Lely te Maassluis
  • 1851, 1855 geen vermelding van schip en boekhouder

 

L.E.C.(sic)v.d.Brugh was in 1840 de gezagvoerder van de “Koning Willem II” (550 last), op 09 december 1840 te water gelaten op de scheepstimmerwerf van Fop Smit te Kinderdijk voor de Haagsche Reederij027.

Ons Zeewezen: 39,p.176-177, juli 1940 door L.Smit (

Bouma025 en van Sluijs013 vermelden L.C.E. van der Brugh als gezagvoerder gedurende:

  • 1840 op de bark “Erfprinses van Oranje”, gebouwd in 1840 in Krimpen aan de IJssel, 752 ton o.m., varend voor J.R.Veder te Rotterdam;
  • 1842 t/m 1849 op de bark “Koning Willem II”, gebouwd in 1841 te Kinderdijk, 724 ton o.m., (van stapel op 08 december 1840) varend voor B.J.Suermondt te Rotterdam
  • 1851/1852 op de 3/mschooner “Prinses Charlotte”, de kiel gelegd op de werf van E.de Hoog te Maassluis op 09 juli 1849, te water gelopen op 07 augustus 1850, 140 last, 266 ton o.m., varend voor H.H.Roelofs-Heyermans te Rotterdam.

 

Overige bijzonderheden

L.C.E.van der Brugh verzorgde per 15 mei 1841 vanuit Hellevoetsluis met de “Koning Willem II” een troepentransport van 5 officieren en 100 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 06 september 1841 na 114 dagen.

Op 12 juni 1843 vertrok hij vanuit Hellevoetsluis met de “Koning Willem II” en een contingent van 4 officieren en 170 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 07 oktober 1843 na 117 dagen065

“Op de beurtlijst (van de NHM) staat het schip niet vermeld bij de schepen uit ’s Gravenhage maar bij die uit Rotterdam. Dat had te maken met het reeds genoemde systeem van bevrachtingen en retouren van de NHM van vóór de beurtlijst. Om die reden had Varkevisser het boekhouderschap voor de Koning Willem II in mei 1841 overgedragen aan de Rotterdamse reder B.J.Suermond, alhoewel de ’s Gravenhaagsche Scheeps-Reederij kantoor bleef houden in Den Haag, aan het Westeinde 201.

……..

Van de eerste, derde en laatste reis van de Koning Willem II zijn de rekeningen bewaard gebleven (in particulier bezit van A.Belder te Alblasserdam). Die bieden ons een schat aan gegevens over de inkomsten en uitgaven voor het schip. Volgens het Dagblad van ’s Gravenhage vertrok het schip op 21 mei 1841 vanuit Hellevoesluis en arriveerde het 5 september op de rede van Batavia. Op de dag van aankomst ging De Stad ’s Gravenhage onder zeil voor de retourreis naar patria. Tijdens deze eerste reis werden honderd onderofficieren en manschappen en vijf officieren vervoerd, bestemd voor dienst in Oost-Indië.

Aan passagegeld voor de troepen werd bijna f 15.000,- ontvangen, exclusief tafelgelden van de (onder)officieren. In 1843, tijdens de tweede reis, waarvan overigens geen rekening bewaard is gebleven, zou de Koning Willem II nogmaals koloniale militairen vevoeren. …

Inkomsten van de eerste reis, naast de genoemde passagegelden van de militairen en een aantal particulieren, vrachtgelden voor particuliere ladingen en de opbrengsten uit de verkoop van watervaten. Op de terugreis werd de gebruikelijke lading voor de NHM meegenomen: suiker, koffie en tin. … Deze eerste reis resulteerde in een batig saldo voor de heren reder van bijna f 80.000,-.

………

Dat verzekeren geen luxe was, bleek uit het feit dat de Koning Willem II - waarschijnlijk tijdens de tweede reis, maar geboekt op de rekening voor de derde reis - bij Rio de Janeiro averij opliep; kosten ruim f 8.600,- . … Thuisgekomen te Rotterdam werd door kapitein van der Brugh maar liefst f 10.439,50 aan gages voor de bemanning betaald. De kapitein zelf streek f 4.447,23 aan gage op.

Bron: De ’s Gravenhaagse Scheeps-Reederij (1839-1862). Geschiedenis van een kleine rederij. Historisch Tijdschrift Holland 27,(2): 80-93, 1995.

 

Datum vanaf: 1841
Kapitein: Brugh, Leonard Christiaan Elize van der

Familiegegevens en opleiding

Lammert Roelfs werd geboren op 07 juni 1818 te Veendam als zoon van de schipper Roelf Lammerts Giezen en Fennechien Edzes Pot.

Lammert trouwde te Veendam op 16 november 1842 als zeeman met Remmina Wolters de Jonge, geboren op 04 maart 1821 te Veendam als dochter van de schipper Wolter Alberts de Jonge en Aaltje Lammerts Bossien.

In de overlijdensakte dd 08 april 1858 van een zoon wordt Lammert vermeld als te zijn overleden.

Blijkens een opmerking in een Jaarverslag van het Rotterdamse zeemanscollege “Maatschappij tot Nut der Zeevaart” overleed Lammert in 1857 of 1858.

 

In Burgerlijke Stand akten uit de provincie Groningen werd Lammert vermeld als zeeman in 1842, zonder beroep in 1843, als zeeman in 1845, als schipper/scheepskapitein in 1848, 1849, 1855.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

L.R.Giezen was met vlagnummer R224 in de periode 1847/48 t/m 1858 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.

 

L.R.Giezen was effectief lid van het Veendammer zeemanscollege “Maatschappij tot Nut der Zeevaart” met vlagnummer D8 resp 173 in de periode 1851 t/m 1867.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In het Jaarverslag 1858 van de Maatschappij tot Nut der Zeevaart  (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat de weduwe van kapitein L.R.Giezen een uitkering van f 250,60 voor haar en vier kinderen incl. schoolgeld. In 1859 ontving zij een uitkering van f 245,60058.

 

De schepen van de kapitein

In de Jaarverslagen van de Maatschappij staat kapitein L.R.Giezen met vlagnummer R224 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:

*    1849, 1851     van het fregat “Koning Willem II”    475 last  voor P. Varkevisser te Den Haag

*    1855                van het fregat “Koning Willem II”    475 last  voor P.Varkevisser en Zonen re Rotterdam

 

Bouma025 vermeldt kapitein Giezen (zonder initialen) als gezagvoerder gedurende:

*    1848 op de bark “Buitenzorg”, gebouwd in 1847 te Elshout, 389 ton o.m., varend voor J.Bonn te ’s Gravenhage;

*    1849 op hetzelfde schip maar nu varend voor P.Varkevisser te Scheveningen;

      Van Sluijs013 noemt hier kapitein L.R.Giezen, met vlagnummer R224 lid van het Rotterdamse zeemanscollege “Maatschappij tot Nut der Zeevaart”.

 

Bouma025 vermeldt L.R.Giezen als kapitein gedurende:

*    1850 t/m 1857 op de bark “Koning Willem II”, gebouwd in 1841 te Kinderdijk, (van stapel op 08 december 1840) varend voor Varkevisser te Scheveningen. Het schip strandde in de Guichon Baai te Australië.

 

In de Almanak voor Zeevarenden 1852, vermoedelijk uitgegeven door het college “Eendracht” te Groningen en aanwezig in het Veenkoloniaal Museum te Veendam staat in de ledenlijst van het Veendammer zeemanscollege kapitein L.R.Giezen met vlagnummer D8 resp.173 als gezagvoerder van de “Willem de Tweede”.

 

De collectie monsterrollen op het Noordelijk Scheepvaartmuseum te Groningen vermeldt:

11 maart 1829, schip “Jonge Carel”, kapitein Roelf Lammers Giezen, koksmaat L.R.Giezen, 11 jaar

26 februari 1831, schip “Jonge Karel”, schipper Roelf Lammerts Giezen, scheepsjongen Lammert Roelfs Giezen.

24 februari 1834, smak “Charlotte”, schipper Roelf Lammerts Giezen, matroos Lammer Roelfs Giezen.

21 januari 1835, kof “Vlijt”, schipper Jan Simons Bakker, lichtmatroos Lammert Roelfs Giezen.

 

Overige bijzonderheden

“In het Maritiem Museum Prins Hendrik te Rotterdam bevindt zich een uit 1850 daterende aquarel door J.Spin … Het schip - abuisievelijk Willem de Eerste genoemd en gezagvoerder L.R. in plaats van H.R.Giezen; nummervlag R224 - voert de rederijvlag van P.Varkevisser.”

Bron: De ’s Gravenhaagse Scheeps-Reederij (1839-1862). Geschiedenis van een kleine rederij. Historisch Tijdschrift Holland 27,(2): 80-93, 1995.

De opmerking omtrent H.R Giezen i.p.v. L.R.Giezen is discutabel, al bevat het bovenvermelde artikel een rekening van het schip waarin H.R.Giezen als kapitein wordt genoemd

 

In hetzelfde artikel staat de volgende passage:

“De Koning Willem II zou in 1857 zijn laatste reis maken. Over die laatste reis zijn onlangs nieuwe gegevens boven water gekomen. Kapitein H.R.Giezen vervoerde in dat jaar eerst een lading van 880 ton kolen van Newport naar Hong Kong en vandaar een lading van 425 Chinese passsagiers naar de Guichen Baai in Zuid-Australië. Achtergrond vormde de uitgebroken goudkoorts in de staat Victoria. Het schip arriveerdee eind juni 1857 in het Australische plaatsje Robe. Daar werden de Chinezen veilig aan land gezet. Voor de overtocht ontving de kapitein ruim f 30.000,- aan passagegelden. Een paar dagen later echter, op 30 juni, verging het schip in de Guichen Baai, enkele kilometers van Robe vandaan. Als gevolg van een plotseling opkomendde zuidwester storm waren de ankers losgeslagen. Kapitein Giezen probeerde door het hijsen der zeilen nog het schip op het strand te laten lopen, doch deze manouvre liep verkeerd af en het schip sloeg kapot. Van de 25 bemanningsleden kwamen zestien om het leven toen de uitgezette reddingsloep – zonder de kapitein, die achterbleef en alsnog gered werd – omsloeg. De door de haaien verminkte stoffelijke resten van de bemanningsleden spoelden later aan en werden in de duinen begraven..”

 

K.W. II, van Hongkong naar Guichon-baai. Op de destinatieplaats gestrand en verbrijzeld, 16 man der equipage verdronken.

Uit: Nederlandsche Schepen in 1857 uit de vaart geraakt
Verhandeling en en berichten betrekkelijk het Zeewezen en Zeevaartkunde. Door J. Swart, Jaargang 1858

 

Bark, 'Koning Willem II' één van de schepen van rederij P. Varkevisser


 

Maritiem Museum Rotterdam

 

 

Datum vanaf: 1849
Kapitein: Giezen, Lammert Roelfs

Familiegegevens en opleiding

Hindrik Giezen werd geboren op 11 april 1826 te Veendam als zoon van de zeeman Roelf Lammerts Giezen en Fennechien Edzerts Pot.

Hindrik trouwde op 21 juni 1854 te Veendam als zeeman met Aafjen/(ook Aaffien) de Jonge, geboren op 09 december 1830 te Veendam als dochter van de schipper Wolter Alberts de Jonge en Aaltje Lammerts Bossien. Aafjen overleed op 22 mei 1880 te Veendam, 49 jaar, koopvrouw. weduwe

Geen overlijdensgegevens gevonden van Hindrik, maar in het Jaarverslag 1866 van de “Maatschappij tot Nut der Zeevaart” (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat hij in 1866 is overleden.

 

Burgerlijke Stand akten uit de provincie Groningen vermeldenHindrik Giezen als zeeman in 1854, als schipper in 1856, 1857, 1859, 1860, 1862, 1863, 1866.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

H.R.Giezen was met vlagnummer R224 van 1857 t/m 1866 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.

 

H.R.Giezen was effectief lid van het Veendammer zeemanscollege “Maatschappij tot Nut der Zeevaart” met vlagnummer D8 resp. 173 in de periode 1858 t/m 1867

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

Geen

 

De schepen van de kapitein

In de beschikbare Jaarverslagen van de Maatschappij staat H.R.Giezen met vlagnummer R224 als gezagvoerde in de ledenlijsten van058:

*    1858, 1859            geen schip vermeld

*    1862 t/m 1865      van de bark “Watergeus”             360 last  varend voor P.Varkevisser & Zonen te Rotterdam

 

Bouma025 vermeldt H.R.Giezen als gezagvoerder gedurende:

*    1850 t/m 1853 op de kof “Nijverdal”, gebouwd in 1841 te Zwolle, 100 ton o.m., varend voor de Zwolsche Reederij Maatschappij;

*    1845 t/m 1853 van de kof “Geziena Beerta”, gebouwd in 1843 te Veendam, 64 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Veendam;

*    1854 t/m 1860 op de kof “Libra” ex Hoop, ex Maria, gebouwd in 1853 te Martenshoek, 97 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Veendam;

*    1856 t/m 1859 op de kof “Twee Gezusters” ex Annechiena Jantina, gebouwd in 1847 te Veendam, 105 ton o.m., varend voor Doyer & Kalff te Zwolle. Het schip verongelukte in 15 oktober 1859 in de Noordzee, waarna het schip werd afgeschreven (zie ook van Sluijs013)

*    1860 t/m 1865 op de bark “Watergeus”; gebouwd in 1849 te Slikkerveer, 680 ton o.m., varend voor P.Varkevisser, te Scheveningen. Het schip werd in 1865 vermist;

*    1862 t/m 1865 op de galjoot “Burgemeester van Setten”, gebouwd in 1856 te Zwartsluis, 114 ton o.m., varend voor W.Meeter te Zwolle.

             Voorgaande opgaven overlappen diverse malen en het gaat dus zeker om minstens twee kapiteins H.R.Giezen. Maar welke opgaven nu bij elkaar horen kan ik niet op voorhand zeggen

*    1866 t/m 1870 van de galjoot “Hoop”, gebouwd in 1860 te Hoogezand, 128 ton o.m., varend voor W.Meeter te Zwolle.

 

Op 06 april 1843 was Jan Hindriks “samen met zijn toen nog ongehuwde zwager Hindrik Remmelts Giezen  bij notaris De Blecourt in Wildervank om gezamenlijke een kofschip te kopen. …De verkoper was Remmelt Remmelts Engelsman. … Het tweetal kocht het “kofschipshol”… lang 25 ellen 30 duimen en wijd 3 ellen 86 duimen , 64 ton, gebouwd op de scheepstimmermwerf van Derk Harms Holthaus aan het Oosterdiep te Veendam. Het was een “nieuw nog niet geregistreer” schip, dat als naam kreeg  “Geerdina Beerta” .

Ontleend aan “De Hendriktak van het Groninger geslacht Lever uit Wildervank” in het Leverorgaan jg. 17nr. 1;  p. 15-34, 1999

 

Overige bijzonderheden

Kaap de Goede Hoop 20 februari 1864

“Het Nederlandsche schip “Watergeus”, kapitein Giezen, 26 november van Batavia naar Amsterdam vertrokken, is 23 januari in de Tafelbaai binnengeloopen, hebbende 10 en 11 januarij op het Kaapsche rif een orkaan doorgestaan, waarin de geheele verschansing met de stutten aan stuurboordzijde, de booten, barring, watervaten, kombuis enz. overboord sloegen en het schip verdere schade bekwam. Van de lading zijn 800 balen koffie beschadigd verkocht, welke 83,6 tot 87 shilling per cnt. opbrachten. Men is thans bezig de schade te herstellen en kapitein Giezen denkt in begin Maart de reis te kunnen voortzetten.”

Rotterdam 25 januari 1866

“Men is zonder berigt aangaande het schip “Watergeus”(Sweijs 1862 - 92), kapitein Goezen, 30 juni 1865 van Hongkong naar Batavia vertrokken.”

Uit: Hoedemaker038.

 

“Van de eerste, derde en laatste reis (deze stond onder gezag van kapitein H.R.Giezen) van de Koning Willem II zijn de rekeningen bewaard gebleven (in particulier bezit van A.Belder te Alblasserdam). Die bieden ons een schat aan gegevens over de inkomsten en uitgaven voor het schip.”

“De Koning Willem II zou in 1857 zijn laatste reis maken. Over die laatste reis zijn onlangs nieuwe gegevens boven tafel gekomen. Kapitein H.R.Giezen vervoerde in dat jaar eerst een lading van 880 ton kolen van Newport naar Hong Kong en vandaar een lading van 425 Chinese passagiers naar de Guichen Baai in Zuid-Australië. Achtergrond vormde de uitgebroken goudkoorts in de staat Victoria. Het schip arriveerde eind juni 1857 in het Australische plaatsje Robe. Daar werden de Chinezen veilig aan land gezet. Voor de overtocht ontving de kapitein ruim f 30.000,- aan passagegelden. Een paar dagen later echter, op 30 juni, verging het schip in de Guichen Baai, enkele kilometers van Robe vandaan. Als gevolg van een plotseling opkomende zuidwester storm waren de ankers losgeslagen. Kapitein Giezen probeerde door het hijsen der zeilen nog het schip op het strand te laten lopen, doch deze manouvre liep verkeerd af en het schip sloeg kapot. Van de 25 bemanningsleden kwamen zestien om het leven toen de uitgezette reddingssloep- zonder de kapitein, die achterbleef en later alsnog gered werd - omsloeg. De door haaien verminkte stoffelijke resten van de bemanningsleden spoelden later aan en werden in de duinen begraven.

Bron: De ’s Gravenhaagse Scheeps-Reederij (1839-1862). Geschiedenis van een kleine rederij. Historisch Tijdschrift Holland 27,(2): 80-93, 1995.

 

In het Veenkoloniaal Museum te Veendam en het Kapiteinshuis te Nieuwe Pekela zijn ansichten verkrijgbaar met de afbeelding van een aquarel van het kofschip de Libra (1853, 97 ton) van kapitein H.R.Giezen uit Veendam liggende voor de rede van Napels. Het portret behoort tot de collectie van het Museum en is ongesigneerd.

 

“1853 28 sept. Kapt. Giezen, kof Nijverdal, binnengelopen uit Schotland met verlies van zeilen, ankers en kettingen.

Ontleend aan “ZEEVAART ZWOLLE e.o.. Chronologieperiode 1731-1880”, door G. van Heel

Typoscript 158 pp (p.70)

In de bibliotheek van de Stichting Nederlandse Kaaphoornvaarders te Hoorn, Nr 546.

 

Op 18 april 1855 verzocht Jac. J.Doijer de arr. Regtbank te Zwolle de koopakte te willen registreren. Het schip  (de ex Annachina Jantina) lag in het West Indische Dok te Londen, het laatst gevoerd door Simon Goukes Oostra. Gekocht voor 530 engelse ponden, publiek geboden door Jacob Jurriaan Doijer en Gerrit Jurriaan Kalff. Op 18 april 1855 wordt bij de Arr. rechtbank te Zwolle de Reederij Cedul geregistreerd. Het schip ligt in Londen en zal gevoerd worden door H.R.Giezen.Er volgen 7 persoonsnamen van deelnemers in het schip

Ontleend aan “ZEEVAART ZWOLLE e.o.. Chronologieperiode 1731-1880”, door G. van Heel

Typoscript 158 pp (p.85/86)

In de bibliotheek van de Stichting Nederlandse Kaaphoornvaarders te Hoorn, Nr 546.

 

 

 

Datum vanaf: 1856
Kapitein: Giezen, Hindrik Roelfs

Externe informatie - Overig
Documentatie: Nederlands zeedrama bij Robe
Documentatie: Wrecks on the South Australian coast: Including Kangaroo Island
by Jack Loney
Document bekijken
Documentatie: De 's-Gravenhaagsche Scheeps-Reederij (1839-1862).
Geschiedenis van een kleine rederij,
H. Stapelkamp, Jaargang 27, 1995 Hollands Historisch Tijdschrift
Website Algemeen: Barque, 'Koning Willem II', one of the vessels of the shipping company, P. Varkevisser and Sons, wrecked at Robe, South Australia.
Afbeeldingen



adlibhosting.com
Omschrijving: Willem de Eerste Gezagvoerder. L.R. Giezen komende ter rheede van Batavia 1849. Dit moet zijn Willem de Tweede.
Collectie: Maritiem Museum Rotterdam
Vervaardiger: Spin, Jacob
Kroniekberichten

Toon kroniekberichten