Inloggen
BOERHAVE - ID 18018


In dienst
Onder Nederlandse Vlag tussen:1806-08-00 / 1836-00-00 | Reden uitgevlagd: Sloop, afgekeurd

Identification Data

Bouwjaar: 1806
Categorie: Cargo vessel
Voorstuwing: Sailing Vessel
Type: Fregat
Masten: Three masts
Dekken: 2
Construction Data

Scheepsbouwer: Middelburgse Commercie Compagnie, Middelburg, Zeeland, Netherlands
Werfnummer:
Date Laid Down: 1802-00-00
Launch Date: 1806-00-00
Delivery Date: 1806-08-30
Technical Data

Net Tonnage: 185.00 lasts (commercial)
Net Tonnage 2: 400.00 tons (oude meting)
 
Length 1: 110.00 feet, Dutch Registered
Beam: 28.00 feet, Dutch Registered
Depth: 13.5 feet, Dutch Registered
Zeebrieven en Turksche passen

Record type Zeebrief
Zeebrief jaar: 1821
Datum agenda: 1821-03-07
Register nr: 18210176
Scheepsnaam: ROTTERDAMS WELVAREN
Type: Fregat
Lasten: 185
Gebouwd in binnen- of buitenland: Binnenlands
Zeebrief / Turksche pas verzocht door: Hoboken, van Anthony
Plaats: Rotterdam
Kapitein op moment van verzoek: Schinkel, Klaas
Opmerkingen: Eerste zeebrief

Bekijk de overige zeebrieven / Turksche passen van dit schip
Ship History Data

Date/Name Ship 1806-08-00 MIDDELBURG
Manager: Commercie Compagnie van Middelburg, Middelburg, Zeeland, Netherlands (Kingdom Holland 1806-1810)
Eigenaar: Commercie Compagnie van Middelburg, Middelburg, Zeeland, Netherlands (Kingdom Holland 1806-1810)
Shareholder:
Homeport / Flag: Middelburg / Netherlands (Kingdom Holland 1806-1810)

Date/Name Ship 1809-00-00 BOERHAVE
Manager: Commercie Compagnie van Middelburg, Middelburg, Zeeland, Netherlands (Kingdom Holland 1806-1810)
Eigenaar: Commercie Compagnie van Middelburg, Middelburg, Zeeland, Netherlands (Kingdom Holland 1806-1810)
Shareholder:
Homeport / Flag: Middelburg / Netherlands (Kingdom Holland 1806-1810)

Date/Name Ship 1813-06-17 BOERHAVE
Manager: Nicolas Denis César Dagneau, Middelburg, Zeeland, Netherlands
Eigenaar: Nicolas Denis César Dagneau, Middelburg, Zeeland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Middelburg / Netherlands

Date/Name Ship 1814-00-00 LA FLORE
Manager: Joseph Osy, Antwerp, Netherlands
Eigenaar: Joseph Osy, Antwerp, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Antwerp / Netherlands

Date/Name Ship 1818-06-27 LA FLORE
Manager: Firma Havenith & Rijmenans, Antwerp, Netherlands
Eigenaar: Firma Havenith & Rijmenans, Antwerp, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Antwerp / Netherlands

Date/Name Ship 1820-10-26 ROTTERDAMS WELVAREN
Manager: Anthony van Hoboken e.a., Rotterdam, Zuid-Holland, Netherlands
Eigenaar: Partenrederij onder boekhouderschap van genoemde manager, Rotterdam, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Rotterdam / Netherlands

Bezitters van parten (aandelen) in het schip

Eigenaren van het fregat ROTTERDAMS WELVAREN d.d. 26 oktober 1820:
Anthony van Hoboken, Rotterdam, 1/2e part, boekhouder
Jan Gerrit Peter van der Kaa, Rotterdam, 1/2e part

Ship Events Data

1827-01-29: De ROTTERDAMS WELVAREN, kapt. A. Schaap, is op 29 januari 1827 Harwich binnengebracht wegens verlies van ankers en touwen en met een gebroken roer
1836-00-00: Final Fate:
De ROTTERDAMS WELVAREN, kapt. F. Matthijsen, is in het voorjaar van 1836 gesloopt

Gezagvoerders

Familiegegevens en opleiding

Geen

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

F.Corran/Corrau was met vlagnummer 64 in de periode 1826-1830 lid van het Antwerpse zeemanscollege “Tot Nut der Zeevaerd”108.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

Geen

 

De schepen van de kapitein

brik “Philotaxe”

 

Vraag door Ger Mulder, Marhisdata, dd januari 2013.

In april 1824 vertrok de PHILOTAXE van Batavia onder kapt. T. Rutherford (Bataviasche Courant 10 april 1824). Was kapt. Félix Corran in  Batavia overleden en was dit de reden dat het schip reeds tijdens de reis naar Antwerpen werd verkocht?

 

Overige bijzonderheden

Rotterdamsche Courant 25 januari 1821114

Amsterdam, 23 januari. Uittreksel uit de Lloyd’s List van den 19 januari:

Het schip FANNY (opm: driemaster FANNY, thuishaven Gent), van Antwerpen naar Batavia, is den 22 september 1820 gepraaid.

Den 18 dezer heeft het schip (opm: fregat) DELPHINA, kapt. J. Boelen, van Batavia naar Antwerpen, te Cowes binnengelopen, de reis voortgezet.

Het schip PHILOTAIRE, Carron (opm: brik PHILOTAXE, kapt. Félix Corran, thuishaven Antwerpen), van Viginie (opm: waarschijnlijk Virginia, VS) naar Antwerpen, was op de hoogte van Falmouth.

 

Rotterdamsche Courant 09 maart 1822114

…..Van den 2 tot den 5 dezer zijn, voor Antwerpen bestemd, alhier ter rede gekomen PHILOTAXE (opm: brik, thuishaven Antwerpen), J. Corran, van Rio-Janeiro; de VROUW ANNA, P. de Heer, van Kadix (opm: Cadiz), moet quarantaine houden.

Den 4 dezer is van quarantaine ontslagen en naar Antwerpen opgezeild HORTENCE, J.IJ. van der Zweep, van Havana.

 

Rotterdamsche Courant 15 januari 1822114

Rotterdam, 14 januari. ….

….Den 9 dezer is te Falmouth, met verlies van de sloepen borstweringen, enz, binnengelopen het schip PALLATAX, Coram (opm: brik PHILOTAXE, thuishaven Antwerpen, kapt. Félix Corran), van Rio-Janeiro naar Antwerpen; hebbende 83 dagen reis.

 

Rotterdamsche Courant 10 oktober 1822114

Rotterdam, 9 oktober. Van Vlissingen meldt

….en van den 2 dezer tot heden van Antwerpen de Schelde afgekomen en naar zee gezeild de VROUW MARIA, T. Schipman, naar Bayonne, PHILOTAXE, J. Corran, naar Londen, (PHILOTAXE, J. Corran (opm: brik, thuishaven Antwerpen, kapt. Félix Corran), van Rio-Janeiro;en de TWEE GEBROEDERS, D.H. van Wijk, naar Newcastle

 

Dordrechtsche Courant 16 januari 1823114

Vlissingen, 7 januari. Den 5 dezer zijn, voor Antwerpen bestemd, op onze rede aangekomen: PHILOTAXE (opm: brik), kapt. F. Corran, en THE WILSON, kapt. John Wilson, beide van Londen, met stukgoederen.

 

R0tterdamsche Courant 05 februari 1824114

Ter rede van Batavia lagen den 4 oktober de Nederlandse schepen PAKET VAN AMSTERDAM (opm: fregat), kapt. F. Lange, hetwelk den 12 oktober, WATERLOO, kapt. N. Hensken, dat den 31 oktober, en JAVA PACKET, kapt. W. Blom, hetwelk den 20 oktober naar Amsterdam zoude vertrekken; CONCORDIA (opm: fregat), kapt. H. Bos, en BARON VAN DER CAPELLEN, de bark MENTOR en de brikken BARONESSE VAN DER CAPELLEN, CONCORDIA, HARMONIE, PHILOTAXE,….

 

Bataviasche Courant 10 april 1824114

Van Batavia zijn onder meer vertrokken: den 8 april de brik PHILOTAXE (opm: thuishaven Antwerpen), kapt. T. Rutherford, naar Antwerpen,

 

Rotterdamsche Courant 14 september 1824114-

Uittreksel uit in de Lloyd’s Lijst van den 10 september:

De PHILOTAXE (opm: brik, Antwerpen) is den 7 dezer te Duins binnengelopen van Batavia komende en naar Holland bestemd; dezelve was den 4 augustus op de hoogte van Kaap Verde aangehouden en geplunderd door de brik GONGRES van 18 stukken, welke zeide te behoren tot het eskader van commodore Daniel; de brik verliet het schip daags daarna en maakte jacht op een groot schip naar het ZW.

 

 

Datum vanaf: 1814
Kapitein: Corran/Corrau, Felix

Familiegegevens en opleiding

Klaas Schinkel werd geboren op 20 april 1790 te Winschoten als zoon van Pieter Schinkel, (timmermansbaas) en Leentje Klaassens Keyser.

Klaas is weduwnaar van Anna Mensina Hoorn van den Berg die in 1821 overleed te Rotterdam en hij hertrouwde op 07 mei 1823 te Dordrecht met Anna Catharina Schotman, geboren in 1803 te Dordrecht als dochter van de logementshouder Jan Schotman en Catharina Haverkamp. In 1830 woonde hij aan de Hoogt E440 te Dordrecht met zijn vrouw en zoonte Jan (1823).

Hij overleed in 1838 en woonde toen aan de Zandweg E586 te Dordrecht.064.

Hij werd per 27 januari 1823 met nummer 100 lid van de Dordtse vrijmetselaarsloge “La Flamboyante”. In 1835 werd hij uit de Loge gezet wegens het schenden van de geheimhoudingsplicht.

 

Rotterdamsche Courant 29 november 1821

Advertentie. Na dat op dinsdagavond, den 20 dezer, onze nog enige geliefde dochter, Anna Mensina, echtgenote van de heer K. Schinkel, kapitein, voerende het fregatschip ROTTERDAMSCH WELVAREN, op zijn reis zijnde naar Batavia, zeer spoedig verlost was van een zoon, is zij, door onverwachte bijkomende toevallen, op gisteren avond te negen uren, tot onze grootste droefheid, in de jeugdige ouderdom van nog geen 19 jaren, overleden.

Rotterdam,                                           J.H. van den Berg

den 25 november 1821                             J.W. van den Berg, geb. Koes

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

K.P.Schinkel was met vlagnummer R101 in de periode 1826 t/m 1830 lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart. Daar er uit de periode 1820 t/m 1825 geen ledenlijsten bekend zijn kan zijn lidmaatschap in een van deze ontbrekende jaren zijn aangevangen058.

Klaas Schinkel was in de periode 18 september 1830 t/m 26 oktober 1832 met vlagnummer 35 lid van het Dordtse zeemanscollege “Tot Nut van Handel en Zeevaart.” Bij de inschrijving wordt hij vermeld als “K.van den Schinkel”, gezagvoerder van het schip “Dordrecht” en hij krijgt vlagnummer 35. Bij zijn bedanken wordt hij aangeduid als K.Schinkel.111 en 064a

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In het Jaarverslag 1830 van de Maatschappij tot Nut der Zeevaart (Gemeentearchief, Rotterdam. J/126) staat vermeld dat hij in 1830 het Rotterdams college heeft verlaten058.

 

De schepen van de kapitein

In 1824 was K.Schinkel gezagvoerder van het Rotterdamse fregat “Rotterdams Welvaren” (185 lasten). De boekhouder was A.van Hoboken012.

 

Bouma025 vermeldt K.P.Schinkel als gezagvoerder gedurende:

  • * 1820 t/m 1828 op het 3/m schip “Rotterdams Welvaren”, ex Elisabeth?, ex Flora?, gebouwd in Middelburg, bouwjaar niet vermeld (maar vermoedelijk 1811), 345 ton o.m., varend voor A.van Hoboken & Zn te Rotterdam;
  • * 1828/1829 op het 3/m schip “Neerlands Koning” gebouwd in 1825/26 op de werf Rotterdams Welvaren te Rotterdam, te water op 22 februari 1826 630 ton, varend voor A.van Hoboken & Zn te Rotterdam;
  • * 1832 t/m 1833 op het 3/m schip “Stad Dordrecht”, gebouwd in 1830 op de werf van Jan Schouten te Dordrecht, 780 ton o.m., varend voor N.Roodenburg cs. te Dordrecht.

 

Overige bijzonderheden

K.Schinkel verzorgde per 20 april 1826 vanuit Hellevoetsluis met de “Neerlands Koning” een troepentransport van 4 officieren en 150 manschappen. Hij arriveerde op 16 augustus 1826 na 118 dagen Batavia , waarbij onderweg 1 militair was overleden.

Met hetzelfde schip voer hij uit van Hellevoetsluis op 10 juni 1827 met 5 officieren en 150 militairen. Hij arriveerde te Batavia op 20 september 1827 na 102 dagen, waarbij onderweg 1 militair was overleden.

En tenslotte vertrok hij wederom met de “Neerlands Koning” op 09 april 1828 vanuit Hellevoetsluis met een detachement van 1 officier en 150 manschappen. Op 18 augustus 1828 na 131 dagen kwam hij aan te Batavia, terwijl onderweg 4 militairen waren overleden065.

Een afbeelding uit 1826 door Q.M.R.Ver Huell van het fregat “Rotterdams Welvaren” van Anthonie van Hoboken en met vlag R101 van kapitein Klaas Schinkel bevindt zich in het Maritiem Museum Prins Hendrik te Rotterdam.

Eveneens een portret uit hetzelfde Museum met de kapiteinsvlag R101 van Klaas Schinkel op de Maas voor Rotterdam. zie 069 – pp.124 en 131.

In 1824 werd door Koning Willem I de Nederlandsche Handel Maatschappij opgericht. “De Rotterdams Welvaren was … het eetrste schip dat de NHM voor een reis naar Oost-Indië zou bevrachten. De overeenkomst daartoe werd op 1 november 1824 getekend. … De … Rotterdams Welvaren zou een contingent militairen meekrijgen dat op 15 december in Helvoet moest embarkeren. … Het door kapitein Klaas Schinkel gevoerde fregat moet boordevol zijn geweest, want eind november berichtte Van Hoboken de maatschappij dat er alleen nog kisten met schrijfwaren mee konden als er honderd ton pek zou achterblijven. … Op 22 januari 1825 was de – ook nog zes passagiers aan boord hebbende – Rotterdams Welvaren ‘gelukkig in zee geraakt’. Dik vier maanden later was het fregat in Batavia en op 3 juli 1825 kon het vandaar alweer vertrekken. … vier van de 22 meegereisde militairen waren overleden” 069 – p.132.

“Kapitein van de Neerlands Koning werd Klaas Schinkel, die in 1823 ook de eerste reis van de Rotterdams Welvaren had gecommandeerd. Ter gelegenheid van het wegvaren van het fregat had Anthony vvan Hoboken ongeveer veertig mensen uitgenodigd, die een stuk van de trip naar Helvoet zouden meemaken en aan boord een feestmaal voorgeschoteld zouden krijgen. … Van Hoboken zelf had de Neerlands Koning … ‘in de beste orde met Z.M. troepen in zee zien zeilen.’ “

“De Neerlands Koning ontscheepte op 10 augustus 1826 bij Anjer de militairen, voer naar Canton, vertrok daar weer op 18 november en kwam op 16 maart 1827 – na nogmaals Anjer te hebben aangelopen – terug bij Helvoet; …  069 – p.142-144.

Op 25 september 1828 (23 dagen na verttrek uit Batavia) kwam de “Neerlands Koning” onder kapitein Schinkel in Whampoa aan voor laden van een partij thee. Op 01 mei 1829 was het schip terug van haar tweede Cantontrip

Klaas Schinkel vertrok op 22 januari 1825 met de “Rotterdams Welvaren” met militairen en 6 passagiers vanuit Hellevoetsluis. De belevenissen op deze reis zijn in 1834 op schrift gesteld door de passagier Daniël F.G. van de Sande in zijn “Tafereelen geschreven op eene Reis uit Duitschland over de Nederlanden naar de Oostindien”. Dit verslag is aanwezig in het Scheepvaartmuseum te Amsterdam onder Cat. AIV/2-66. De “Rotterdams Welvaren” had als eerste schip een bevrachting van de Nederlandsche Handel Maatschappij ontvangen. Er is royaal uit dit verslag geciteerd door Oosterwijk.069 – 245 e.v.. Het schip kwam ein mei 1825 aan te Batavia.

 

Ontleend aan van Blokland-Visser064:

Volgens een monsterrol dd 05 december 1831 (Gemeentearchief van Dordrecht) monsterde Govert Crans als 4e stuurman op het fregat “Stad Dordrecht” onder kapitein Klaas Schinkel voor een reis naar Batavia en een equipage van 41 man.064

Volgens monsterrol nr 468 in het Gemeentearchief van Dordecht dd 26 november 1830 was Klaas Schinkel, wonend te Dordreccht, oud 41 jaar, gezagvoerder van de “Stad Dordrecht” voor een reis naar Batavia .Hij vertrok op 26 december 1830 uit Hellevoetsluis met 41 man naar Batavia. Mee aan boord als kajuitwachter is zijn 7 jarig zoontje Jan. Hij keerde terug in Holland op 07 oktober 1831.

Een tweede reis op dit schip duurde van 29 december 1831 t/m 07 oktober 1832.

 

Rotterdamsche Courant 06 december 1821114

Rotterdam, 5 december. Den 10 augustus is te Batavia gearriveerd het schip ROTTERDAMSCH WELVAREN, K. Schinkel, van Rotterdam.

 

 

Datum vanaf: 1820
Kapitein: Schinkel, Klaas

Familiegegevens en opleiding

Amerik Schaap werd geboren te Katwijk op 19 maart 1797.

Hij trouwde met Emmerensje Drost, geboren te Rotterdam op 28 juli 1801 en overleden 14 november 1877.

Amerik Schaap werd geboren op 14 maart 1794 te Katwijk aan Zee als zoon van de Nederlands Hervormde Ary Schaap en Leintje Schuyte. Hij woonde te Rotterdam o.a. aan de Grote Draaisteeg Wijk 1 nr. 96. Hij huwde op 30 april 1823 te Rotterdam met Emmerensje Drost, geboren/gedoopt op 27/28 juli 1801 te Rotterdam als dochter van Pieter Drost en Maria Neurenberg005.

Amerik Arysz Schaap werd gedoopt op 17 maart 1797 te Katwijk als zoon van Ary Ameriksz Schaap en Leuntje Jacobsd. Schuyte. Hij trouwde te Katwijk met Emerentia Drost en overleed ter plaatse op 07 augustus 1876.054

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

A.Schaap (adres A.van Hoboken & Zn) werd met vlagnummer 246 per 26 februari 1828 ingeschreven als effectief lid van Zeemanshoop op voordracht van kapitein B.J.Martens. Als zijn schip wordt genoemd de “Rhoon en Pendrecht”, in het register doorgestreept en vervangen door “Gertrude”002.

Amerik Schaap, oud 31 jaar, afkomstig uit Rotterdam en met adres B.J.Martens, voerende het fregat “Rotterdams Welvaren”, werd in de Algemene Vergaderingen van 19/26 februari 1828 van Zeemanshoop als effectief lid voorgedragen/benoemd op voordracht van kapitein B.J.Martens. Zijn vlagnummer werd 246023.

Hij werd deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop per 19 mei 1829003.

A.A.Schaap was effectief lid van Zeemanshoop in de periode 1828 t/m 1876 met de vlagnummers 246 (1828 t/m 1836), 151 (1836 t/m 1854) en 43 (1854 t/m 1876).

  1. Schaap was met vlagnummer R113 in de periode 1826 t/m 1876 lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart. De ledenlijsten uit de periode 1820 t/m 1825 ontbreken. Het is derhalve mogelijk dat hij in één van de jaren uit deze periode tot de Maatschappij is toegetreden058.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 29 februari 1872 staat een verszoek om onderstand door kapitein A.Schaap welke hem in de vergadering dd 28 maart 1872 wordt toegekend ingaande 01 mei 1872.042.

In de Bestuursvergadering dd 25 april 1872 staat een verzoek van kapitein A.Schaap “dat de onderstand hem toegekend te Rotterdam moge betaald worden.” Hem wordt verwezen naar art. 58 van het Reglement.042 Dit artikel regelt de wijze van uitbetaling. Uitbetaling alleen ten kantore van het Weldadig Zeemans Fonds aan de rechthebbende of een gemachtigde.

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 27 augustus 1874 vraagt kapitein A.Schaap om te worden vrijgesteld van contributiebetaling. Dit wordt geweigerd als zijnde in strijd met de reglementen.042.

In de Bestuursvergadering dd 31 augustus 1876 vraagt de wed. A.Schaap om de reglementaire uitkering welke haar in de vergadering van 28 september 1876 wordt toegekend ingaande 01 november 1876.042.

In de notulen van de Algemene Vergadering van “Zeemanshoop” dd 16 april 1872 staat vermeld dat per 01 mei 1872 een uitkering in de 1e klasse is toegekend aan kapitein A.Schaap. 023. (dit is de enige kapitein Schaap met de initiaal A die lid was van Zeemanshoop, dus voormelde mededeling zal wel op deze kapitein slaan.)

In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 10 november 1874 staat vermeld dat A.Schaap een ontheffing vraagt om contributie te betalen. Dit wordt afgewezen.023.

In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 10 oktober 1876 staat vermeld dat een uitkering is toegekend aan de wed. A.Schaap geb. Drost te Rotterdam (geen ingangsdatum).023

A.Schaap was afwisselend commissaris in 1839, permanent commissaris in 1841, secretaris in 1846, vice-voorzitter in 1847/1848 en wederom permanent commissaris van 1856-1861 van de Maatschappij058.

 

De schepen van de kapitein

Vermelding in de Amsterdamsche Almanak voor Koophandel en Scheepvaart001:

vlagnummer                 jaren          type                 scheepsnaam                                       naam reder/boekhouder

       246                      1828-1830    fregat              Rotterdams Welvaren           A.van Hoboken te Rotterdam

                                        1831          fregat              Antonia                                   idem

                                     1832-1833    fregat              Batavia                                   idem

                                     1834-1835    fregat              Rhoon en Pendrecht              idem

       152                      1836-1838    fregat              Rhoon en Pendrecht              idem

                                     1839-1840    geen vermelding van schip en boekhouder

                                     1841-1851    fregat              Gertrude                                  A.van Hoboken te Rotterdam

                                        1852          geen vermelding van schip en boekhouder

                                        1853          fregat              Bezoekie                                 A.van Hoboken te Rotterdam

        43                       1854-1855    fregat              Bezoekie                                 idem

                                     1856-1875    geen vermelding van schip en boekhouder

 

In de Jaarverslagen van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat kapitein A. Schaap met vlagnummer R113 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:

*     1849, 1851  van het fregat ”Gertrude” 515 last varend voor A. van Hoboken & Zonen te Rotterdam

*     1855             van de bark “Bezoekie”    395 last varend voor A. van Hoboken & Zonen te Rotterdam

*     1858, 1859, 1862 t/m 1867, 1874                          geen schip en reederij vermeld

 

Bouma025 vermeldt A.Schaap als gezagvoerder gedurende:

1824 t/m 1825 op de brik “Dijkzicht” ex Drie Gebroeders, bouwjaar en -plaats niet vermeld, 287 ton o.m., varend voor A.van Hoboken te Rotterdam. Bouma vermeldt in 1819-1824 als kapitein van dit schip M.A.Jacometti.

*   1829 t/m 1831 op het 3/m schip “Rotterdams Welvaren, ex Elisabeth? ex Flora?, gebouwd te Middelburg, bouwjaar niet vermeld (maar is vermoedelijk 1811), 345 ton o.m., varend voor A.van Hoboken & Zn te Rotterdam;

*   1830-1831 op het fregat “Anthony”, gebouwd in 1827 te Rotterdam, 470 ton o.m., varend voor A.van Hoboken te Rotterdam.

*   1833-1838 op het fregat “Batavia”, gebouwd in 1829 te Rotterdam, 710 ton o.m., varend voor A.van Hoboken te Rotterdam;

*   1839 op de brik “Willem”, gebouwd in 1826 te Rotterdam, 230 ton o.m., varend voor A.van Hoboken & Zn te Rotterdam;

*   1835-1840 op het fregat “Rhoon en Pendrecht”, gebouwd in 1834 te Rotterdam, 825 ton o.m., varend voor A.van Hoboken & Zn te Rotterdam;

  • * 1841 t/m 1852 op het fregat “Gertrude”, gebouwd in 1840 te Rotterdam, 990 ton o.m., varend voor A.van Hoboken & Zn te Rotterdam;
  • * 1853 t/m 1856 op de bark “Bezoekie”, gebouwd in 1853 te Rotterdam, 747 ton o.m., varend voor A.van Hoboken & Zn te Rotterdam.

De onderlinge vaarperioden kloppen vaak niet. Ik acht de opgaven uit de Amsterdamsche Almanaak voor Koophandel en Zeevaart001 het meest betrouwbaar Het lijkt erop, dat Schaap de eerste kapitein was op de “Rhoon en Pendrecht”, de “Gertrude” en de “Bezoekie”.

In 1824 was A.Schaap gezagvoerder van het Rotterdamse fregat “Dijkzigt” (154 lasten). De boekhouder was A.van Hoboken012.

A.Schaap was in 1840 gezagvoerder van de “Gertrude” (600 last), op 28 juli 1840 te water gelaten op de werf “Rotterdams Welvaren” van A.van Hoboken & Zn te Rotterdam voor rederij A.van Hoboken & Zn 027.

 

Overige bijzonderheden

Op 04 januari 1848 vertrok van Batavia het fregat “Gertrude” onder kapitein A.Schaap, was 10 maart 1848 te St.Helena en arriveerde 14 mei 1848 te Brouwershaven na een reis van 130 dagen026(38/299).

Amerik Arysz Schaap was in 1819 gezagvoerder op de brik Dijkzigt, van 1826-1829 op het fregat Rotterdams Welvaren en daarna op de Anthonie en de Batavia (perioden niet vermeld), van 1833-1839 op het 1200 ton metende, in 1833 gebouwde fregat Rhoon en Pendrecht, van 1842-1849 op het 515 last metende fregat Gertrude en in 1852 op de 395 last metende bark Bezoeki.

In het Notarieel Archief van Katwijk van 08 april 1840 staat hij vermeld als woonachtig in Rotterdam.

Hij was met vlagnummer R113 lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart en met de nrs. 246/152/43 van het Amsterdamse college Zeemanshoop.

De publicatie bevat zwart-wit afbeeldingen van de brik Dijkzigt (I.Schouman 1821/1822), het fregat Anthony (I.Schouman 1827) en het fregat Rhoon en Pendrecht (J.Spin, 1849)054-151.

A.Schaap vezorgde per 2 januari 1826 met de “Rotterdams Welvaren” een troepentransport van 3 officieren en 75 manschappen. Het schip arriveerde te Batavia op 02 mei 1826 na 120 dagen, waarbij onderweg 1 militair was overleden.

Met hetzelfde schip voer hij uit op 22 januari 1827 met een detachement van 5 officieren en 87 manschappen. Hij kwam in Batavia aan op 26 juli 1827 na 185 dagen en verloor onderweg 2 militairen

Op 26 oktober 1829 voer hij uit met de “Anthonie” en 3 officieren en 130 manschappen. Hij arriveerde te Batavia na 125 dagen op 28 februari 1830 en had onderweg 1 militair verloren.

Op 30 juni 1835 nam hij met de “Batavia” 1 militair mee. De aankomstdatum te Batavia is niet vermeld.065*.

Op 18 april 1836 vertrok hij met de “Rhoon en Pendrecht” en 1 militair. De aankomstdatum te Batavia is niet vermeld.065*

Op 12 april 1837 vertrok hij met de “Rhoon en Pendrecht” met aan boord 1 officier en arriveerde te Batavia op 06 juli 1837 na 85 dagen.

Met hetzelfde schip vertrok hij op 23 april 1838 met een detachement van 12 officieren en 201 manschappen. Het schip maakte een tussenstop in St. George d’Elmina waar 12 officieren, 201 onderofficieren en manschappen achterbleven en 2 officieren, 70 Europeanen plus 100 Afrikanen inscheepten. 3 van de Afrikaanse recruten plus nog 2 andere militairen stierven onderweg en met 65 man arriveerde het schip in Batavia op 24 oktober daaraanvolgend na 184 dagen065.

Op 28 mei 1839 vertrok hij met de “Jacobus” inclusief 4 officieren en 20 manschappen. Ook toen was er een tussenstop in St.George d’Elmina waar 70 Afrikaanse recruten inscheepten. Het schip kwam op 12 oktober 1839 na 146 dagen aan, terwijl onderweg 2 manschappen waren overleden065. Deze opgave met de “Jacobus” klopt niet met Bouma025. Volgens andere opgavenbv.001 zou de gezagvoerder van dit schip Ary Maartenszoon Schaap geweest zijn. Zie aldaar.

Op 16 juli 1847 vertrok hij met de “Gertrude” en een contingent van 3 officieren en 160 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 20 oktober 1847 na 96 dagen.

Op 18 april 1850 vertrok hij met hetzelfde schip en 5 landmachtofficieren. Hij arriveerde te Batavia op 28 juli 1850 na 101 dagen.

Op 31 mei 1851 vertrok hij met hetzelfde schip. Aan boord was 1 landmachtofficier. Hij arriveerde te Batavia op 10 september 1851 na 102 dagen.

Alle voorgaande afvaarten geschiedden vanuit Hellevoetsluis065.

Op 04 september 1853 vertrok hij vanuit Brouwershaven met de “Bezoekie” en een contingent van 3 officieren en 120 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 07 december 1853 na 94 dagen. Ònderweg stierven 2 manschappen06

Ary Schaap was met de “Rhoon en Pendrecht” in februari 1838 vertrokken uit Nederland als onderdeel van een strafexpeditie naar Guinea, het tegenwoordige Ghana, vanwege opstand en moordpartijen door een lokale stam. “De Rhoon en Pendrecht was op 9 mei 1838 bij de Canarische Eilanden: 28 dagen na vertrek uit Rotterdam.” Na het uitvoeren van de expeditie vertrok het schip naar Java “met waarschijnlijk 140 recruten aan boord. Het schip kwam in de laatste week van oktober in Batavia aan.”

“Ary Schaap werd voor zijn aandeel als scheepskapitein aan de strafexpeditie in maart 1839 benoemd tot Ridder in de Orde van de Nederlandsche Leeuw.”069 – p.212-213.

In de “Biografie van Cornelis Abrahamsz Jr” staan de volgende bijzonderheden080:

23 november 1847. Reede van Cheribon met de “Urania” onder kapitein C.Abrahamsz. Jr:

“We vonden hier … noch 2 a 3 kapiteins zijnde Schaap, met de Gertrude, Kapt. v.d. Hoeve, en Kapt. Kersjes de Jong. Wij ondervonden van deze Kapiteins, zoo wel als van de andere Heeren, en ook van de Inwoners der plaats, daar wij kennis mee maakten veel vriendschap.”080-p.211.

08 december 1847. op de reede van Cheribon:

We ligtte nu ons anker, zette onze zeilen bij en rigtte onze koers naar Soerabya, terwijl Schaap met de Gertrude naar Batavia vertrok.”080.

Voorts:

23 november 1847 te Cheribon:

Anna Abrahamsz., aan boord van de Urania” onder gezag van haar vader, logeerde in een logement. “Wij vonden hier … kapt. Schaap … welke hier ook kamers hadden. In het logement was het zeer zindelijk en wij hadden hier zeer goed eten.”

p.35       uit: Anna Abrahams. Journaal eener Oostindiesche Reis. De belevenissen van een tienjarig meisje in 1847 en 1848.

Geannoteerde uitgave door de stichting Terra Incognita te Amsterdam. 1993. 72 pp.

Het Nederlands Scheepvaart Museum bezit een prent van de brik Dijkzicht, in 1821 of 1822 getekend door Izaak Schouman. Het voert de vlag van Zeemanshoop met nummer 113. 069 – p.112.

In particulier bezit van van Hoboken te Asselt is een prent van de “Rhoon en Pendrecht” met het kapiteinsnummer 113 van Ary Schaap. De prent staat afgebeeld in referentie 069 – p.211.

“Kapitein Martinus Azon Jacometti, die in augustus 1831 met zijn bemanning het schip (de “Batavia”) voor de tweede maal naar Nederland had teruggezeild, zou niet voor een derde maal uitvaren. Twee maanden na aankomst, in oktober van dat jaar, stierf hij onverwacht op 41 jarige leeftijd: na een ziekte van slechts twee dagen. Van Hoboken zette Ary Schaap van de Anthony – de neef van Maarten – op Jacometti’s plaats. Het was een promotie die er later toch zou hebben ingezeten, want Van Hoboken had voor deze Schaap reeds ‘eene andere klimmende bestemming’. Zowel Azon Jacometti als Ary Schaap waren, zoals Van Hoboken het uitdrukte ‘kwekelingen’ van hem.”… 069 – p.176

“De Rhoon en Pendrecht keerde in december 1834 in Rotterdam terug, met de van de Batavia overgestapte Ary Schaap als kapitein.”069 – p.176

Anthoy van Hoboken “verzocht in juni 1845 koning Willem II zijn kapitein Ary Schaap tot havenmeester van het Voornse Kanaal in Nieuwersluis te benoemen. Schaap had naar deze betrekking gesolliciteerd. … Van Hoboken greep terug op Schaaps verdiensten tijdens de in 1838 uitgevoerde expeditie naar de Guinese kust. … Schaap, die op grond van deze reis dus door Konning Willem I was geridderd, had bij zijn verblijf in Afrika een oogziekte opgelopen; dat was een kwaal die volgens Van Hoboken ‘het varen onraadzaam maakt’ en hem had gedwongen een andere baan te zoeken. “ Het verzoek baatte echter niet en de betrekking ging naar een andere en Schaap bleef nog enige jaren voor Van Hoboken varen.069 – p.261

 

Rotterdamsche Courant 30 oktober 1821114

Rotterdam, 29 oktober.

....Den 28 arriveerde kapt. Knocker, met de brieven van den 27, van Harwich, en zeilden PHANIX, J. Lewfestij, naar Guernsey; de FENIKS, J. Kardas, en FLORA, J.H. Jonker, naar Brest; FREDRIK, J. Davids, naar St. Ubes (opm: Setubal); OTTER, T. Downing, naar Sumatra; BARON VAN DER CAPELLEN, W. Purvis, en DIJKZIGT, J. Schaap, naar Batavia; de VROUW GERARDA, C. Schultz, en de TWEE VRIENDEN, H. Bos, naar Surinamen; AURORA, G. Johannes, naar Liverpool; dezelven zijn, door de stilte van wind, onder de Goereese haven ten anker gekomen; de wind O. dik en mistig.

 

Rotterdamsche Courant 06 november 1821114

Rotterdam, 5 november. Het schip de DIJKZIGT, kapt. A. Schaap,van Rotterdam naar Batavia, is den 3 dezer in goede staat te Harwich door contrarie-wind binnengelopen.

 

Rotterdamsche Courant 24 november 1821114

Rotterdam, 23 november. Uittreksel uit de Loyd’s List van den 20 november:

….Den 18 dezer is van Harwich vertrokken het aldaar binnengelopen schip DIJKZIGT, Schaap, van Rotterdam naar Batavia.

 

Rotterdamsche Courant 29 december 1821114

Rotterdam, 28 december. Uittreksel uit de Lloyd’s List van den 25 december:

De PALEMON, Cummins, van Londen naar St. Thomas, werd op vrijdag (opm: 21 december) bij Scilly zwaar lek en alleen met de fokkemast staande gevonden, door de DIJKZIGT, kapitein Schaap (opm: brik, kapt. A. Schaap), van Rotterdam naar Batavia, welke zaterdag te Plymouth is binnengelopen. De DIJKZIGT nam vier man der equipagie aan boord, en, trachtende de overigen te redden, verloor zij uit de boot drie van haar manschap, die verdronken. Zij verliet de PALEMON vrijdag nacht. De kapitein, een stuurman en drie mannen bleven aan boord; een stuurman en drie matrozen waren over boord geslagen…..

 

Rotterdamsche Courant 12 oktober 1822114

Batavia, 22 juni. Te Batavia is in het laatst van april of het begin van mei gearriveerd het schip de DRIE GEZUSTERS, M. Azon Jacometti, van Rotterdam, hebbende geen doden op deszelfs reis gehad, alsmede den 3 juni het schip de JONGE JACOBUS, J.J. Boon, van Rotterdam, laatst van de Kaap de Goede Hoop, en den 5 juni het schip DIJKZIGT, A. Schaap, van Rotterdam, laatst van Plymouth.

Ook waren er gearriveerd de schepen KATWIJK, J. van Duijn, en JORINA, T. van Duijvenbode, van Rotterdam, en de ARINUS MARINUS, J. Hahn, van Amsterdam, van welke het schip KATWIJK reeds den 21 juni de terugreis naar Rotterdam aanvaard had. De schepen JORINA en de JONGE ANTHONIJ, kapt. F. Azon Jacometti, waren den 26 juni naar Japan gezeild, en de schepen ARINUS MARINUS, de DRIE GEBROEDERS en DIJKZIGT zouden spoedig met troepen naar Borneo vertrekken…..

 

 

Datum vanaf: 1825
Kapitein: Schaap, Amerik Arysz

Datum vanaf: 1829
Kapitein: NOORBEEK, A.M.

Familiegegevens en opleiding

Fokke Fokkens werd geboren te Groningen op 12 mei 1802 als zoon van Gerhard Fokkens en Jantje Kuiper.

Hij trouwde voor de eerste maal op 28 maart 1835 te Kampen als scheepskapitein met Henrica Christina Vos, geboren te Kampen op 10 mei 1804 als dochter van de predilant Paulus Vos en Christina Dirks van Assem. Na haar overlijden trouwde Fokke Fokkens voor de tweede maal met Antoinetta Maria Gresser, geboren te Amsterdam op 15 oktober 1814. 003.

In het Jaarverslag 1886 van de Maatschappij tot Nut der Zeevaart (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat effectief lid F.Fokkens in 1886 is overleden058.

 

Fokko Fokkens (1802-1886) was de zoon van de Rijksontvanger voor de stad Groningen. Hij was een van de weinige Nederlandse zeilvaartkapiteins, die veelvuldig en vaardig voor de vakpers schreef. Het betrof veelal beschrijvingen van vaarroutes en plaatsen die nieuw waren voor de Nederlandse koopvaart. In 1835 werd hij lid van Zeemanshoop en zal toen net gezagvoerder zijn geweest. Van 1837 tot 1848 komt zijn naam voor als kapitein bij de Rotterdamse rederij van Hoboken. Hij maakte aanvankelijk reizen naar Oost-Indië via de Goudkust. Als litterair resultaat van die periode verscheen in 1845 van Fokkens' hand de Beknopte Zeemans-wegwijzer van het Engelsch Kanaal naar de Westkust van Afrika. Daarna voer hij vier jaar op het grootste schip van de rederij van Hoboken, de "Rhoon en Pendrecht".

In 1850 kocht Fokkens een huis aan de Heerengracht nr.158, voor exploitatie als badhuis. In de vroege jaren vijftig zijn verder alleen enkele artikelen, meest vertalingen van hem bekend. Vanaf 1855 was hij gezagvoerder van de nieuwe "Generaal de Stuers" van reder J.Vroege. Dit schip kwam in de wereldwijde vaart en leverde Fokkens stof voor artikelen over o.a. Sydney, de routes naar Torresstraat en over San Francisco. Van 1860 tot 1865 staat Fokkens niet in de zeemansalmanak van Sweijs. In die tijd werkte hij misschien mee aan de driedelige boekenserie Vreemde Havens en Zeeplaatsen waarvan deel II (1862) zijn naam als tweede auteur vermeld. Ook zal zijn volgend project: de bouw van een clipperfregat van 1400 registerton veel tijd en aandacht hebben gevraagd. Van 1865 t/m 1868 staat hij als kapitein-eigenaar van dit schip "De Koffijboom" vermeld en tot 1867 als eigenaar. Toen is "De Koffijboom" in Oost-Indië gestrand en verkocht met inhebbende lading. Na dat jaar verschenen nog twee geschriften van Fokkens' hand, een over het Suezkanaal en een handleiding voor reizigers naar de Oost (1875)016.

 

Adres in Nederland. Ton Fokkens, 0653380751 tonf@hetnet.nl

 

Javasche Courant 29 juli 1835

 

Advertentie uit collectie CBG

Bij mijn vertrek naar Java roep ik bij deze allen  Vrienden en Bekenden hartelijk “vaartwel” toe.

F.Fokkens Jr. O.I.Ambtenaar

Aan boord van het Stoomschip Koning der Nederlanden

Nieuwediep, 21 Februari 1874

Dit zal een zoon zijn

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

F.Fokkens (adres H.van Hoboken) werd met nr.413 lid van Zeemanshoop per 07 april 1835 op voorspraak van C.Koert. Zijn schip was de "Elizabeth"002.

In de Algemene Vergaderingen van 31 maart/07 april 1835 werd voorgedragen/benoemd Fokke Fokkens, oud 32 jaar, voerend het fregat “Rosalie”, wonende te Rotterdam en met adres J.Bonder te Amsterdam, op voordracht van kapitein C.Koert023.

Hij werd deelnemer van het Weldadig Zeemansfonds van Zeemanshoop per 07 januari 1840. "De kapitein voor Rotterdam varende moet ingevolge Art.35 van het Reglement dubbelen contributie betalen."

 

F.Fokkens was met vlagnummer R43 in de periode 1834 t/m 1866 en met vlagnummer R53 in de periode 1867 t/m 1886 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.

 In het Jaarverslag 1866 van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat F.Fokkens onder vlagnummer R43 en is vlagnummer R53 onbezet.Er is geen melding van het overlijden van kapitein F.Fokkens, terwijl overlijdingen wèl in de tekst van een Jaarverslag expliciet worden vermeld In het Jaarverslag 1867 wordt bij vlagnummer R43 het nieuwe lid A. van Galen opgevoerd. Bij vlagnummer R53 staat in 1867  F.Fokkens maar in de begeleidende tekst van het Verslag wordt geenmelding gemaakt van de intrede van een nieuw lid F.Fokkens op dit nummer. Ik moet daar uit concluderen, dat F.Fokkens in 1867 van vlagnummer is gewisseld, maar ik blijf toch de mogelijkheid openhouden dat er sprake is van vader en zoon. Nader genealogisch onderzoek kan daaromtrent zekerheid verschaffen.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In de ingekomen stukken bij de Bestuursvergaderingen van het college "Zeemanshoop"043 bevindt zich een brief dd.07 februari 1848 van kapitein F.Fokkens, waarin hij meedeelt "dat hij zich weder in den huwelijken staat heeft begeven en thans voornemens is om binnen kort met zijn echtgenoote naar Java te vertrekken teneinde zich aldaar in eenen anderen werkkring te vestigen". Hij verzoekt om effectief te mogen blijven. Verder vermeldt hij dat hij is geboren te Amsterdam op 12 mei 1802 en zijn vrouw Antoinetta Maria Gressen eveneens te Amsterdam op 15 oktober 1814.

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 24 februari 1848 staat een bericht van kapitein F.Fokkens dat hij is hertrouwd en zich op Java gaat vestigen. Hij verzoekt deelnemer te mogen blijven, maar dit wordt om reglementaire redenen afgewezen. In de notulen dd 30 maart 1848 vraagt hij “zijn regt als deelhebber te mogen behouden gedurende zijne reis naar Java en om Effectief lid te mogen blijven”. Het Bestuur gaat accoord mits de data van vertrek en aankomst in Indië worden opgegeven.042.

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 30 november 1848 staat een brief van F.Fokkens “berigtende welligt weder naar Nederland terug te zullen keren en verzoekende alsdan deelnemer te zijn.” In de vergadering dd 28 december 1848 verklaart het Bestuur zich accoord met het verzoek, mits hij de kolonie binnen 6 maanden gezond heeft verlaten en de verschuldigde stortingen voldoet.042

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 26 juni 1862 staat een verzoek van F.Fokkens om onderstand “wegens 60 jarige ouderdom”. Het verzoek wordt afgewezen.042

 

In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 21 maart 1848 is vermeld: “Brief van kapitein F.Fokkens, berigtende te zijn hertrouwd, het voornemen te hebben met zijn gezin naar Java te vertrekken, daar zich met der woon te vestigen en verzoekende deelnemer te blijven, welk verzoek echter door het Bestuur is geweigerd, als zijnde strijdig met de bepalingen van het Besluit van 20 Mei 1828 opgenomen in Art. 58 van het Reglement.” (betreft de regel dat een effectief lid zijn lidmaatschap moet opgeven bij het overgaan naar een werkkring aan de wal)

In de notulen dd 16 januari 1849 van de Algemene Vergadering is vermeld: “Brief van Kapitein F.Fokkens d.d. Batavia 26 July 1848 berigtende welligt weder naar Nederland te zullen overkomen en verzoekende alsdan deelnemer te blijven en het verslag van Heeren Penningmeesteren overeenkomstig hetwelk het verzoek is toegestaan, mits het bewijs worde overgelegd dat de verzoeker uit Oost-Indien vertrekkende gezond aan boord is gekomen.”023.

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 05 juni 1862 verzoekt F.Fokkens om onderstand.042

 

In het Jaarverslag 1886 van de Maatschappij tot Nut der Zeevaart (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat effectief lid F.Fokkens in 1886 is overleden058.

 

De schepen van de kapitein

lidmaatschap van het College Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer                    jaren           type                  scheepsnaam                         naam reder/boekhouder

        413                            1835           geen opgave van schip en boekhouder

        300                       1836-1839     fregat               Elisabeth                                 A.van Hoboken & Zn te Rotterdam

                                      1840-1842     fregat               Menado                                  idem

                                      1843-1846     fregat               Rhoon en Pendrecht             idem

                                      1848-1853     geen opgave van schip en boekhouder

         95                        1854-1859     bark                 Generaal de Stuers                J.Vroege te Alblasserdam

                                      1860-1864     geen opgave van schip en boekhouder

                                           1865           fregat               Koffijboom                            de kapitein

                                      1866-1872     geen opgave van schip en boekhouder

 

In de Jaarverslagen van de Maatschappij staat kapitein F.Fokkens met de nummers R43 en R53 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:

MET R43

*    1849, 1851                     geen schip en boekhouder vermeld

*    1855, 1858,                    op de bark “Generaal de Stuers”   396 last  varend voor J.Vroege te Alblasserdam

*    1859, 1862 t/m 1864    geen schip en boekhouder vermeld

*    1865, 1866                     op het fregat “Koffijboom”           687 last  varend als kap./eigenaar vanuit Delfshaven

MET R53

*    1867, 1874, 1877, 1878, 1880 t/m 1883, 1885                    geen schip en boekhouder vermeld.

 

F.Fokkens was van 1854-1860 kapitein van de houten bark “Generaal de Stuers”, gebouwd in 1854 door de Gebr. B.Pot te Elshout, 749 ton, varend voor rederij J.Vroege te Alblasserdam052.

 

Bouma025 vermeldt F.Fokkens als gezagvoerder gedurende:

*    1834 op het 3/m schip “Rotterdams Welvaren, ex Elisabeth? ex Flora?, gebouwd te Middelburg, bouwjaar niet vermeld (maar is vermoedelijk 1811), 345 ton o.m., varend voor A.van Hoboken & Zn te Rotterdam;

*    1835 t/m 1839 op het 3/m schip “Elisabeth” ex Rosalie, gebouwd in 1830 te Antwerpen, 363 ton o.m. varend voor A. van Hoboken te Rotterdam;

*    1841 t/m 1843 op het 3/m schip de “Menado” ex Borneo, gebouwd in 1830 te Rotterdam, 645 ton o.m., varend voor A. van Hoboken & Zn te Rotterdam;

*    1844 t/m 1848 op het 3/m schip “Rhoon en Pendrecht”, gebouwd in 1834 te Rotterdam, 825 ton o.m., varend voor A. van Hoboken & Zn te Rotterdam;

*    1855 t/m 1860 op de bark “Generaal de Stuers”, gebouwd in 1854 te Elshout, 749 ton o.m., varend voor J.Vroege te Alblasserdam;

*    1866 t/m 1867 op het 3/m schip “Koffyboom”, gebouwd in 1865 te Alblasserdam, 1300 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Delfshaven.

 

Overige bijzonderheden

"Van de hand van den zeer ervaren en energieken gezagvoerder Fokko Fokkens met zijn nieuwe barkschip "Generaal de  Steurs" van J.Vroege te Alblasserdam, beschikken we over een reisbeschrijving Londen-Melbourne in 1855026(38/192).

 

In de Verhandelingen en Berigten betrekkelijk het Zeewezen, de Zeevaartkunde en de daarmede in verband staande Wetenschappen onder redactie van Jacob Swart, Jaargang 1859 (Nederlands Scheepvaartmuseum, Amsterdam boeknummer T3a XIX) staan de volgende twee artikelen:

F.Fokkens          Verblijf de Hong-Kong met het Barkschip Generaal de Steurs  p.380-420

                            Het barkschip Generaal de Steurs, van Sidney, langs de binnenpassage door Straat Torres naar Java, enz. p.483-541.

 

Dirk de Wilde, vanuit de Kweekschool voor de Zeevaart te Amsterdam benoemd tot stuurmansleerling bij de koopvaardij in Oost Indië, vertrok per 14 september 1846 met de "Rhoon en Pendrecht" onder kapitein F.Fokkens vanuit Rotterdam naar Batavia004(533/2030).

 

F.Fokkens verzorgde per 14 oktober 1837 vanuit Hellevoetsluis met de “Elizabeth” een troepentransport van 3 officieren en 40 manschappen. In St.Georg ‘d Elmina werden 80 Afrikaanse recruten ingescheept, waarvan er 1 onderweg overleed. Hij arriveerde te Batavia op 23 mei 1838 na 221 dagen.

Hij vertrok vanuit Hellevoetsluis op 26 januari 1839 met de “Elizabeth” en een contingent van 4 officieren en 30 manschappen. In St.Georg d’Elmina kwamen 2 Europesche officieren en 105 Afrikaanse recruten aan boord genomen. Hij arriveerde te Batavia op 24 juni 1839 na 149 dagen.

Op 15 april 1840 vertrok hij van Hellevoetsluis met de “Menado” en een contingent van 6 officieren en 40 manschappen. In St.Georg ‘d Elmina werden bovendien 119 Afrikaanse recruten aan boord genoem, waarvan er 1 onderweg overleed. Hij arriveerde te Batavia op 10 augustus 1840 na 117 dagen.

Tenslotte vertrok hij van Hellevoetsluis op 15 juni 1841 met de “Menado”en een  troepentransport van 6 officieren en 40 manschappen. In St.Georg d’Elmina werden 107 Afrikaanse recruten aan boord genomen waarvan er 3 onderweg overleden. Hij arriveerde te Batavia op 17 oktober 1841 na 134 dagen065.

 

“De Elisabeth maakte zowel in 1837 bals in 1838 een reis naar Indië. Beide malen had het schip de grootste moeite vanuit Helvoet in open zee te komen. … kapitein Fokko Fokkens had al met al vijf dagen nodig om van Rotterdam in Helvoet te komen. …”069 – p.210.

“Het jaar 1841 zou het laatste worden waarin schepen van de firma A. van Hoboken en Zonen zich in Elmina zouden laten zien. Drie maal gebeurde dit nog: door de Menado, de Jacobus en de Europa. … Op 1 juli vertrok de Menado uit Rotterdam; in augustus werden 107 recruten in Elmina aan boord genomen.   “069 – p.219

 

In de Raad voor Tucht bij de koopvaardij werd door de passagier Thurkow een serie klachten behandeld omtrent zijn reis in 1859 van Batavia naar Rotterdam met de “Generaal de Stuers” onder kapitein Fokkens. De klachten betroffen de bediening, de kwaliteit van het voedsel, de hoeveelheid medicijnen, de beschikbaarheid van badgelegenheid en de onheuse behandeling door de bemanning.

“De raad vond dat de vele klachten deels overdreven en ongegrond waren. Andere passagiers hadden geen klachten over de gezagvoerder en zijn bemanning. … Er waren … geen voldoende gronden aanwezig het gedrag van de kapitein als misdragingen aan te merken. De Raad bleef bij een waarschuwing en onthief de kapitein van vervolging.”104.

 

e-mail van André Delporte te Luik dd 09 januari 2006

Te Antwerpen vond ik … het drie-masten schip ROSALIE, 420 ton en met twee dekken, gebouwd in 1829 by Fleury-Duray te Boom, en ter water gelaten op 29/10. Luc (Heijboer) vond een reis (eerste ? of eerste te lange omvaart ?) van dit schip : vertrokken uit Antwerpen op 28/4/1830 naar Batavia; aangekomen op 19/8 en verliet dan voor Padang. Zijn terugreis hadden we niet ... Als kapitein heb ik dan A. Cordier, gevolgd later door "J." (!) De Bruin tot in 1834. Vanaf 1837 heb ik het schip als ELISABETH, van A. Van Hoboken, Rotterdam, tot 29/6/1841 (verkocht om gesloopt te worden). Onze bestanden zijn dus complementair en ik verbeter in Cordier als kapitein tot 1832, J. Van den Oever van 1832 tot 1833; schip uitgevlagd voor Jos Hartog te Amsterdam in 1833 (verkeerd in BV !) en verkocht in 1835. Ik vervang ook J. De Bruin door G. H. De Bruyn.

 

 

In het “Kaap Hoorn Journaal”, een periodiek van de Stichting Nederlandse Kaap Hoorn-Vaarders. Nr. 12, Juni 2009, staat een bijdrage door H.Hazelhoff Roelfzema en H. v.d. Berge, waarin de route van de bark “Generaal de Stuers” is ingetekend op een KNMI-kaart.

“Wanneer wij nu de door het KNMI in 1857 gepubliceerde routekaart bezien met als de zuidelijkste aanbevolen trek die langs de 50e breedtegraad, dan tonen de door ons met cijfers aangegeven posities van de “Generaal de Stuers” dat dit schip reeds zeer westelijk bij die breedtegraad was aangekomen en mogelijk mede daardoor eerder en meer tussen ijsbergen (de zwarte driehoekjes in de kaart zijn vóór 1855 gerapporteerde ijsbergen) was geraakt. Wie zal het zeggen? De directe vaart van Europa naar Australië was nog jong en de routekeuze nog in belangrijke mate experimenteeel . Aan volgende routeadviezen van het KNMI zal kapitein Fokkens´verslag ongetwijfeld hebben bijgeddragen. …`

 

Uit: “De Clippers”, door Anno Teenstra, Uitg. Holdert & Co, Amsterdam, 1945.306 pp

p.13-14 beschrijving van de vaarmoeilijkheden op weg van Rotterdam naar Hellevoetsluis via het Voornsch Kanaal>

“De Elisabeth van den bekenden Rotterdamschen reeder van Hoboken, die zijn kantoor groot had gemaakt in den Franschen tijd door smokkelhandel en “zwarten” handel, overkwam in 1837, toen de schepen nog klein waren, vergeleken bij de latere clippers, het volgende: Het schip was van de werf gehaald en moest naar de Boompjes te Rotterdam worden gebracht. In het Boerengat bleef het fregat in den modder steken en eerst na vier dagen gelukte het eindelijk het schip weer los te krijgen.

Aan de Boompjes werd het schip beladen en daarna ging het op weg naar Hellevoetsluis.

De eersten dag liep de wind reeds naar het Westen, zoodat het schip moest drijven tot bij Vlaardingen, waar wegens de mist werd geankerd. Na de mist kwam een hevige storm opzetten en de dag daarop was het blak.Het schip ging evenwel toch anker op en dreef naar de Noordgeul, waar het aan de grond kwam te zitten. Een van de eerste stoomschepen welke hun lange, zwarte rookwolken uitkwalden, schoorsteenen reeds in ons land vertoonden, trok de Elisabeth weer vlot, waarna het schip met tien paarden naar Hellevoetsluis werd gesleept.”

 

Rotterdamsche  Courant 19 januari 1837

Rotterdam, 18 januari. Kapitein R. Maalsteed, voerende het fregat JOHANNA met koffie en suiker, den 25 september 1836 van Batavia en den 15 november 1836 van St. Helena naar Amsterdam vertrokken, …

meldt dat hij heeft gepraaid …bij Anjer het schip ELIZABETH, kapt. F. Fokkens, … van Rotterdam naar Batavia, zijnde aan boord van het laatste alles wel.

 

Rotterdamsche Courant 06 mei 1837

Rotterdam, 5 mei. Kapitein J. Barkenteyn, van Konstantinopel (opm: Istanbul) te Antwerpen gearriveerd, heeft den 17 april op de hoogte van Goudstaart (opm: Start Point) gepraaid het schip ANJER, kapt. L. Hawich, van Rotterdam naar Batavia, en den 19 dito op de hoogte van Dungeness het schip ROSALIE, van Batavia naar Amsterdam, hebbende een zeer lange reis (vermoedelijk het schip [opm: fregat] ELIZABETH, voorheen ROSALIE, kapt. F. Fokkens, van Batavia naar Rotterdam).

 

Rotterdamsche Courant 26 augustus 1837

Rotterdam, 25 augustus. …

Den 24 dezer arriveerden ELISABETH, F. Fokkens, van Batavia; Petersburg. …

 

Rotterdamsche  Courant 14 oktober 1837

Rotterdam, 13 oktober. Den 13 dezer zeilden de NOORD, J.A. WEYERBUSCH, en ELIZABETH, T. Fokkens, naar Batavia; …

 

Rotterdamsche Courant 07 november 1837

Rotterdam, 6 november. Het schip (opm: fregat) ELIZABETH, kapt. F. Fokkens, van Rotterdam naar Batavia, laatst van Dartmouth, is den 28 oktober te Dartmouth uit zee teruggekeerd.

 

Zeepost 26 oktober 1838 – 220

Den 7 juli lagen ter rede van Batavia de schepen ELISABETH, kapt. Fokkens, PHOENIX, kapt. Eeltjes (om den 9 juli te vertrekken), DIANA, kapt. Lindeman en AMALIA, kapt. Muller.

 

Dordrechtse Courant 29 januari 1839

Hellevoetsluis, 26 januari. Heden … zeilden naar zee de schepen  … ELIZABETH, kapt. F. Fokkens, … naar Batavia,

 

NRC 08 augustus 1854

Elshout, onder Nieuw Lekkerland, 7 augustus. Heden namiddag ten 3 ure werd van de werf der heren Gebr. B. Pot met het beste gevolg te water gelaten het campagne barkschip GENERAAL DE STUERS, groot 396 lasten, voor rekening van een rederij en directie van de heer J. Vroege te Alblasserdam, zullende gevoerd worden door kapt. F. Fokkens, en bestemd voor de grote vaart.

 

NRC 26 april 1855

Rotterdam, 25 april. Door de Nederlandsche Handel-Maatschappij zijn bevracht de navolgende 27 schepen, als:

Voor Rotterdam: …..GENERAAL DE STUERS, kapt. F. Fokkens, …

 

NRC 22 januari 1856

Kaap de Goede Hoop, 16 november 1855. De Nederlandse bark GENERAAL DE STUERS, kapt. F. Fokkens, van Batavia naar Rotterdam, is eergisteren in de Tafelbaai binnengelopen om zeilen en rondhout te herstellen.

 

NRC 25 januari 1856

Rotterdam, 24 januari. Door kapitein F. Fokkens, voerende het te Brouwershaven gearriveerde schip (opm: bark) GENERAAL DE STUERS, is de 7 januari op 35º32' N.B. en 33º30' W.L. opgenomen de bemanning van het in zinkende staat verkerende Engelse schip ORYNTHIA, kapt. G. Innes, van Demerary (opm: Georgetown) naar Sunderland, welke equipage gisteren in het Engelse Kanaal is afgezet.

 

NRC 25 februari 1856

Rotterdam, 24 februari 1856. Kapt. F.Fokkens, gezagvoerder van de bodem GENERAAL DE STUERS, zond ons in dato 20 februari het volgend schrijven

De 28 maart 1855 bevond ik mij met het nieuw gebouwd barkschip GENERAAL DE STUERS, op reis van Londen naar Sidney, in 30 graden zuiderbreedte en 34 graden westerlengte, toen de wind met een frisse koelte uit het oosten woei en daarna, naar het noordoost en noorden liep. In het begin der reis was ik door slecht weer en harde winden in gelegenheid geweest van te ondervinden dat het schip uitmuntend zeilde, voortreffelijk stuurde en verder alle goede hoedanigheden van een edel zeeschip in zich verenigde; hetwelk mij deed besluiten, om de nieuwe weg naar Australië, zo voordelig door de heer Maury in zijn Sailing-Direction beschreven en gerecommandeerd, te volgen, ten einde de reis te bespoedigen en ik week diensvolgens hier van de gewone koerslijn af, de grote-cirkel-route volgende.

Een aanhoudend voordelige wind voerde de GENERAAL DE STUERS langs die weg snel zuid-oostwaarts  en na de 43e breedtegraad gepasseerd te zijn, maakte het zoele, aangename weer, waarvan wij ruim een maand lang geprofiteerd hadden, plaats voor een natte en gure atmosfeer, de koude hand over hand toenemende naarmate wij zuidelijker kwamen en de 5e parallel van 48 graden bereikt hebbende werd het uitermate koud en guur, terwijl des anderen daags dit onaangename weer nog met ijzel en met regen vermeerderd werd. Des middags bevond ik mij in 49 gr.10’zuider breedte en 7gr. 40’wester lengte, als wanneer de koude nog gevoeliger werd; zeevogels in menigte fladderden in onze nabijheid en vlogen rond het schip, waaronder veel ijsvogels bespeurd werden, die zich zelden ver van het ijs begeven. Deze verschijnselen in verband gebracht met plotselinge vermeerdering der koude van het water uit de oppervlakte der zee, deed mijn voorzorg verdubbelen om scherp naar ijsbergen uit te kijken, hetwelk spoedig noodzakelijk werd bevonden, want tegen 3 uur in de namiddag ontdekte ik in de dikke mist en motregenlucht vooruit in onze koerslijn, ongeveer 15 graden boven de horizon, een witte streep, die enige minuten daarna een hoog uitgestrekt ijsveld bleek te zijn; kort daarna deed zich een tweede ijsklomp op, die veel op een eiland leek, wiens bergtoppen zich minstens 300 voeten boven de zee verhieven en meer dan vijfmaal die uitgestrektheid besloeg en tegen 5 uur waren wij een derde gepasseerd; vanwege de vroeg invallende duisternis verloren wij zowel het een als het andere spoedig uit het gezicht. Wij bleven voor gepaste zeilen met zwakke vaart doorlopen en verschillende verschijnselen, zo wel die nacht als de volgende dag toen het mistig en zeer dik van motregen was, overtuigden mij van aanhoudend in de nabuurschap van ijs te zijn en werkelijk ondervonden wij tot de 14e dat telkens wanneer het weer opklaarde, de zee als het ware met ijsbergen bezaaid was, waaronder zich bevonden die volkomen de gedaante van land hadden en als uitgestrekte hoge eilanden zich voordeden. De 9e vooral, toen het weder wat opklaarde, bevonden wij ons in de nabijheid van verschillende ijsbergen, waarvan één zich vooruit in de verte zó natuurlijk als land vertoonde, dat bijna niemand, zowel passagiers als equipage, aan de wezenlijkheid twijfelde. Hij geleek volkomen naar een zeer bergachtig hoog en uitgestrekt eiland; bergen van verschillende vorm, met scherpe punten, andere suikerbroodvormig en sommige met  zeer natuurlijke spits gepiekte kruinen, maakten het hoge middengedeelte uit hetwelk glooiend in heuvelachtige vlakken afliep, hetwelk in gegolfde uitstekende lage punten eindigden, terwijl donkere schaduwen ogenschijnlijk in de kloven en scheuren, bossen en klein geboomte vormden. Zwaar brak de zee tegen de steile ijskust, hoog opstuivende branding op de lage ingebeelde stranden veroorzakend.

Naderbij komende, loste zich het raadsel op en met verbazing werd deze ontzettende ijsklomp aanstaard, welke toen een allerbelangrijkst schoon gezicht opleverde, stromende het water van smeltend ijs langs de steile rotswanden neder, verschillende watervallen vormende, terwijl van de kristallen bergtoppen de heldere zonnestralen onder al de schone kleuren van de regenboog terugkaatsten. Dicht langs dit ijsgewrocht heen zeilende, bevond ik bij hoekmeting, dat deszelfs hoogste punten zich over de vijfhonderd voeten boven de zee verhieven. Nauwelijks hier voorbij zijnde, bevond ik mij onverwachts door kleine brokken ijs omringd, een archipel vormende van meer dan een halve mijl in uitgestrektheid, de grootsten als een scheepshol met kleinere van verschillende en onregelmatige vorm, zeer scherp en puntig op enige afstand allerhande fantastische figuren voorstellende.

Ik was verplicht enige streken over en weer te houden om er klaar van te komen en tegen dat het duister werd, hadden wij gelukkig deze onaangename kameraden achter ons.

Aanhoudend bleven wij nog ijsbergen ontmoeten en de 11e besloot ik uit dien hoofde om van mijn voornemen van groot-cirkel-zeilen af te zien en tot veiligheid van het schip om de noord terug te lopen; de snelle daling van de barometer en symphisometer spoorde mij mede hiertoe aan en ’s morgens liet ik koers veranderen om de O.N.O. Des middags bevond ik mij in 48 gr 5’zuiderbreedte en 16 gr 32’westerlengte, de genoemde weerglazen voorspelden slecht weer; des avonds liet ik zeilen vastmaken en reven insteken en tegen middernacht begon een vliegende storm uit het WZW met de kracht eens orkaans los te barsten; de zware zeilen, die dicht gereefd bijstonden, vlogen uit de lijken en sloegen aan flarden, voor top en takel hield ik het schip voor de wind, de zee verhief zich als een toverslag tot ontzaggelijk hoge piramidaalvormige golven die ons dreigden te verzwelgen en van alle kanten het schip kwamen overstelpen; het edele vaartuig schudde evenwel zijn woeste bespringers telkens af en vloog zonder steun van enig zeil voor de storm heen, nauwkeurig naar het roer luisterend. Het opgejaagde water en het schuim der golven werd als jachtsneeuw door de lucht gezweept, het eerste een zoutwaterstortregen voortbrengende, welks droppels door hun snelle vaart onze aangezichten als hagelstenen teisterden. Zes uren lang worstelden wij in dikke duisternis tegen de woeste elementen voor en aleer de dag aanbrak; vreselijk was het bewustzijn, dat wij in onze koers ijsbergen ontmoeten konden, verschrikkelijk denkbeeld!....... het was een der akeligste nachten mijns levens. Des anderen daags begon tegen de avond de storm te bedaren, en kregen wij  niet zonder veel moeite en inspanning een ander stel nieuwe zeilen aangeslagen en successievelijk werd de geleden schade hersteld. Wij vervolgden de koers met zeer onaangenaam dik en vuil weder, tot de 14e, bevindende ons toen in 46 gr. 20’Z. en 27 gr. 17’O., wanneer bij het opklaren der mistige lucht er weer twee kleine ijsbergen dicht bij ons ontdekt werden, en voor dat het avond was, waren wij nog vijf grote puntige brokken gepasseerd.

Dit was toch het laatste ijs dat wij te zien kregen, en het overige gedeelte der reis, tot ruim 113 graden oosterlengte, kenmerkte zich tussen de parallellen van 44 tot 47 graden als een aaneenschakeling van stormen, slecht weder en hoge zeeën met hetzij bijna onophoudelijk sneeuw en hagelbuien, of met dikke lucht mist en motregen vergezeld gaande; in één woord, een weder door deszelfs langdurigheid zeer geschikt om de sterkte en goede hoedanigheden van een schip te beproeven en het geduld en de ervarenheid van de zeeman uit te putten.

Een uitvoeriger verslag dezer reis heb ik naar Amsterdam aan de heer J. Swart opgezonden met het verzoek dat het in Z. Ed. tijdschrift worde opgenomen, ten einde hun die er belang in stellen, gelegenheid te verschaffen zich met de verdere bijzonderheden en niet onbelangrijke voorvallen dezer reis bekend te maken.

Heren liefhebbers van verheven natuurtonelen, die na het lezen van dit verslag zich opgewekt mochten gevoelen een dergelijk reisje uit plezier mee te maken, raad ik aan, alvorens hun plan ten uitvoer te brengen, het versje “Winternacht” van de heer J. van Lennep, te lezen en de laatste regel te volgen, die met de drie voorgaande luidt als volgt:

“Dan is het groots en schoon voor fier gestemde harten,

“Gelaten, onvervaard bij ’t woeden der natuur,

“En door èn doodsgevaar op d’oceaan te tarten;

“Maar ik zit liever thuis bij ’t vuur”.

 

 

NRC 24 april 1856

Rotterdam, 23 april. Directeuren van de hier ter stede gevestigde Zuid-Hollandsche Maatschappij tot Redding van Schipbreukelingen, hebben in hun jongste vergadering besloten te doen uitreiken:

Aan Fokke Fokkens, gezagvoerder, en C.H. van der Veen, opperstuurman, beide van het Nederlandse barkschip GENERAAL DE STUERS, de grote zilveren medaille; aan J. Schoumann, zeilmaker en Carl Hamlin, matroos op dezelfde bodem, de zilveren medaille, benevens ieder NLG 10 voor hun op de 5e januari, op 35º N.B. en 34º30' W.L. bij buitengewoon stormweer en hooglopende zee stoutmoedige redding met gevaar van eigen leven van de equipage, bestaande in 13 personen, van het in een zinkende staat verkerende Engelse barkschip ORYNTHIA, gevoerd door kapt. George Innes, komende van Demerary, te huis behorende te en bestemd naar Sunderland; hen van al het nodige te voorzien, en na hen zeventien dagen met zeemans gastvrijheid te hebben verpleegd, nabij Dover met een Dealboat te hebben aan wal gezet …..

 

NRC 03 april 1857

Hongkong, 15 februari. Onder de Nederlandse schepen zijn de volgende vrachten gesloten: de GENERAAL DE STUERS, kapt. Fokkens, met landverhuizers naar Australië à USD 23 per kop; …

 

Java Bode 07 september 1857

Soerabaija, 3 september. Volgens bericht van kapitein Menkman (opm: G. van Eyk Menkman), gezagvoerder van het Nederlandse koopvaardijschip KONING WILLEM II (opm: rederij Rietveld & Roquette, Amsterdam), alhier na een reis van 27 dagen van Sydney aangekomen, was het Nederlandse koopvaardijschip (opm: bark) GENERAAL DE STUERS, kapitein F. Fokkens, hetwelk voor 63 dagen Guichen Bay (opm: 37º07’ Z.B. 139º45’ O.L.) met bestemming naar Batavia had verlaten, aldaar met grote schade binnengekomen.

Te vergeefs was door hem beproefd om Kaap Leeuwin (opm: Zuidwest-Australië) om te zeilen. Door slecht weder overvallen verloor hij zeilen, rondhouten en enige andere zaken en was verplicht af te houden en in genoemde haven de geleden schade te herstellen en provisiën in te nemen. …

 

NRC 15 juni 1858

Rotterdam, 14 juni. Door de Nederlandsche Handel-Maatschappij zijn bevracht de navolgende 27 schepen.

Voor Rotterdam:  …GENERAAL DE STUERS, kapt. F. Fokkens;  …

 

 

VOLGENDE GEGEVENS VAN DE WEBSITE http://www.leventboz.net/blog.asp?id=18

In Search of Captain F. Fokkens

 

My baby wife Zeynep gave me this pocket watch at our first Valentine's Day.

It was the best gift I’ve ever seen in my life. Isn’t it looks lovely?

 

 

When I opened the cover... The real surprise started...

 

 

 

After that big surprise/shock, I started to wonder:

 

Who is this Captain? F. Fokkens?

 

"Ter gedachtenis aan" means "In memory of" in Dutch. (Thanks for your help Céline)

 

In memory of Captain F. Fokkens. 25.08.1886

 

1886? Really? 94 years before me... Thank you :)

 

Anth. Garmben or Anth. Harmben...? What is this?

Horloger is French, means watchmaker.

But it says Delft!? Delft is at Netherlands!?

 

 

 

 

 

Datum vanaf: 1834
Kapitein: Fokkens, Fokko

ook gespeld als Matthyssen , Matthijsen , Mattijsse

Familiegegevens en opleiding

Geboren in 1817064

 

In het Bevolkingsregister 1851 in het Amsterdamse Stadsarchief wordt vermeld de koopvaardijkapitein Frederik Jacob Matthijsen, geboren op 29 mei 1817 te Vlissingen, Nederduits Hervormd, wonend op de Oude Schans 27 te Amsterdam en in 1852 vertrekkend naar Helmond.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

F.J.Matthijsse was in de periode 29 augustus 1845 t/m 1852 lid van het Dordtse zeemanscollege “Tot Nut van Handel en Zeevaart” met vlagnummer 66. Ten tijde van de inschrijving was zijn schip de “ ’s Hertogenbosch.111 en 64a

 

Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)

In het kasboek van het Dordtse zeemanscollege “Tot Nut van Handel en Zeevaart” dd september 1845 staat de inboeking van f 15,- als entreegeld van kapitein Matthijssen.064b

In de notulen van de Bestuursvergadering van het Dordtse zeemanscollege dd 27 augustus 1852 staat dat kapitein Matthijsen heeft bedankt voor het lidmaatschap.064a

 

De schepen van de kapitein

In Ledenlijsten de Dortse zeemansalmanak (Stadsarchief Dordrecht, inv. 93, nrs 16-33) staat F.J.Matthijsse als gezagvoerder064a:

*  1846; 1850; 1852   fregat “’s Hertogenbosch”                                                       boekhouder Sandberg & Co te Dordrecht

 

Bouma025 vermeldt kapitein Mathijsen (geen initialen) als gezagvoerder gedurende:

*    1847 t/m 1851 van het fregat “’s Hertogenbosch”, gebouwd in 1841 op de werf van Barend en van Limmem te Dordrecht, 825 ton o.m., varend voor Sandberg & Co te Dordrecht.

 

Overige bijzonderheden

Ontleend aan van Blokland-Visser064:

Volgens monsterrol nr 1318 dd 30 november 1846 op het Gemeentearchief van Dordrecht is F.J.Matthijssen gezagvoerder van het fregat “”s Hertogenbosch” en vertrekt met 36 man naar Batavia. Hij maakte met dit schip drie reizen en kwam van de 3e reis terug op 12 januari 1850.

 

 

Datum vanaf: 1835
Kapitein: Matthijsen, Frederik Jacob.

Externe informatie - Overig
Type onbekend: Besluit tot bouw van een nieuw schip van 110 voet lang voor de Compagnie
Type onbekend: Problemen met de opdrachtgever J.C. Citters van het schip
Type onbekend: Besloten wordt het op stapel staande nieuwe schip de naam MIDDELBURG te geven
Type onbekend: Volgens Jan Roose Jr. de scheepsbouwmeeste was het schip gereed voor tewaterlating. De Directie naam het besluit tot het doen aflopen van het gereedzijnde schip.
Type onbekend: Vermelding dat het schip MIDDELBURG zaterdag 30 augustus 1806 succesvol was afgelopen.
Type onbekend: Brief aan Minister van Marine & Kolonien betreffende het Fregat MIDDELBURG, thans BOERHAVE, om dit op te nemen in de Marine vloot.
Type onbekend: Op verzoek van de Koning van Holland wordt het vernoemd in BOERHAVE
Type onbekend: Het Schip wordt herdoopt in BOERHAVE
Type onbekend: De constructeur van de Marine de heer Glavemans inspecteerde het schip BOERHAVE in Middelburg en hij kwam met de werfbaas Jan Roose een prijs overeen van NLG 26.500 Helaas ging de koop niet door.
Type onbekend: Interesse voor de BOERHAVE vanuit Vlissingen. Prijs gezakt naar 24.250 guldens
Type onbekend: Daar onderhandse verkooppogingen niet tot het gewenste resultaat hebben geleid, wordt besloten tot publieke veiling van de BOERHAVE over te gaan.
Type onbekend: De openbare veiling met een minimum van 25.000 heeft net niet het resultaat gehad. Zie de inschrijvingen die in de vergadering worden besproken. Men gaat wederom een poging doen met plokgeld.

Het schip wordt verkocht aan de heer Dagneau voor 20.600 guldens , zie verslag vergadering 21 juni 1813
Afbeeldingen


Omschrijving: ROTTERDAMS WELVAREN op de Maas, aquarel gemaakt in 1821, kapitein Klaas P. Schinkel (vlagnummer R101)
Collectie: Maritiem Museum Rotterdam
Vervaardiger: Schouman, Izaak, Delft

Omschrijving: ROTTERDAMS WELVAREN, kapitein Klaas P. Schinkel (vlagnummer R101)
Collectie: Stichting Nederlandse Kaap Hoorn-vaarders
Vervaardiger: Onbekend
Onderwerp: Zeeopname
Algemene informatie

1802 – 1813

De Commercie Compagnie in Middelburg ontving in 1802 opdracht tot de bouw van een fregat. De onbekende Middelburgse opdrachtgever failleerde eind 1805 waarop de werf het schip voor eigen rekening in 1806 afbouwde en het als MIDDELBURG in augustus van stapel liep. Het schip was te koop.
In mei 1809 bezocht koning Lodewijk Napoleon de werf en beloofde het schip te kopen om het als marineschip te gebruiken. Hij verdoopte het schip al vast in BOERHAVE, maar deed zijn toezegging niet gestand; het schip bleef onverkocht.

AAA 100513
Advertentie. Men zal op Donderdag den 17den Juny 1813, in het Huis van de Commercie-Compagnie binnen deze Stad Middelburg, des voormiddags ten elf ure, presenteren te verkoopen een nieuw FREGATSCHIP, genaamd BOERHAVE, liggende in de Binnen-Haven dezer Stad, met twee doorgaande Dekken, lang over Steven 110 voeten, wyd op de uttwatering 28 voeten, hol in het ruim 13* voeten, hoog. tusschen deks 5 3/4 voeten, Amsterdamsche maat, met deszelfs Rondlhout, Roer, Braadspil en Marsen, alsmede twee nieuwe Kabels, van beste Rhyn- Hennip geslagen, en het geen verder volgens de Inventaris za! te zien zyn; wordende hetzelve Schip gecalculeerd op 180 Lasten.

Omdat niet meer dan 10.000 gulden was geboden, terwijl de rederij dacht dat het schip 30.000 gulden waard was, werd de veiling opgehouden.
Na afloop van de veiling bood de firma Dagneau Jr. & Co, tabaksfabrikant in Middelburg, uit de hand 18.000 gulden. Intern beraad binnen de directie resulteerde in een minimaal te behalen prijs van 20.000 gulden. Uiteindelijk werd de BOERHAVE op 21 juni 1813 door Dagneau voor 20.600 gulden gekocht.

Op 24 november 1813 werd Dagneau door de werf gemaand de reparatie rekening voor de BOERHAVE te voldoen.

1814

Uit de aanmaning van november 1813 wordt reeds duidelijk dat Dagneau over onvoldoende middelen beschikte om zijn schip goed te bereden. Mogelijk kwamen ook al problemen aan het licht die in 1820 tot een groot herstelproject zouden leiden. Tot juli 1814 zijn geen zeetijdingen gevonden, zodat het fregat vermoedelijk voor Dagneau helemaal niet naar zee is gegaan. Of Dagneau het schip een nieuwe naam heeft gegeven is onbekend. In 1814 vond hij in de  Antwerpenaar Joseph Osy een koper, waarna het schip in juli 1814 onder de naam FLORA, ook wel la FLORE, onder kapitein Felix Corran aan de vaart is gegaan. Osy bezat meerdere fregatten maar zou in 1816 in ernstige financiële problemen geraken.

In 1814 werd het schip nog gedubbeld, gekoperd, vermoedelijk voor het eerst en ongetwijfeld voor rekening van Osy.

MCO 190714
Vlissingen, 16 juli. Naar zee gezeild de FLORA, kapt. F. Korbeen (opm: kapt. Felix Corran) van Antwerpen, met ballast.
MCO 180814
Vlissingen, 17 augustus. Den 16 uit zee gearriveerd la FLORA, kapt. F. Corran, van St. Martin naar Antwerpen, met zout.

Meer reizen van de FLORA zijn niet gevonden, zodat het mogelijk bij deze rondreis is gebleven.

1816

OHC 250516
Advertentie. De heren G. Lawson, uit naam van zijn Huis van Commersie Lawson Ure en Comp., en J. Vervoort en G. Winckelmann, als zijnde reprovisoires bij den boedel van den heer Joseph Osy, de laatste met autorisatie van mijn heer Joseph Serruys, commissaris bij dito boedel, zullen door de Scheeps-makelaars A. Giese, R. van Goorlaeken en J.B. Berckelaer, deurwaarder bij de Koopmans Rechtbank, op vrijdag den 17 juni 1816, ‘s middags ten 12 ure precies, in het logement genaamd Ostende, bij de beurs te Antwerpen, in publieke veiling stellen, in een lot: Het schoon sterk welgebouwd snelzeilend en gekoperd fregat-schip DE FLORA, laatst gevoerd door kapitein Felix Corran, lang over steven 110 voeten, breed 28 voeten, hol in het ruim 13½ voeten, hoog tussen deks 5¼ voeten Amsterdamse maat, groot circa 400 tonnen, met deszelfs rondhouten, staande en lopende wand, masten, raas enz., zoals hetzelfde thans in het Dok te Antwerpen is leggende. De inventaris is, onder andere, ter visie liggende ten kantore van den heer Fredrik Smit, cargadoor te Amsterdam.
(opm: het fregat werd tijdens de veiling niet verkocht en ging waarschijnlijk zelfs niet meer naar zee)

1818

Nadat de veiling van 17 juni 1816 niet tot verkoop had geleid werd de DE FLORA / LA FLORE op 27 juni 1818 opnieuw in veiling gebracht. De reders Havenith & Rijmenans, uit Antwerpen werden nu voor 17.010 gulden de kopers. Of deze aankoop op speculatieve gronden had plaatsgevonden valt niet te achterhalen. In elk geval bleef het schip in de haven van Antwerpen liggen. De vrachtenmarkt was er ook niet naar om het schip met kans op winst te laten varen.

1820 

De LA FLORE werd op 26 oktober 1820 voor NLG 17.010 doorverkocht aan Anthony van Hoboken en Jan Gerrit Peter van der Kaa te Rotterdam, elk voor 50%; de nieuwe naam werd ROTTERDAMS WELVAREN, nieuwe kapitein Klaas Schinkel) 

Uit het Gedenkboek A. van Hoboken & Co., 1774-1924:
De ROTTERDAMS WELVAREN was het vroegere fregat FLORA, dat gedurende de oorlog voor rekening van de Commercieele Compagnie te Middelburg gebouwd, daarna naar Antwerpen verkocht en vervolgens, na in 1814 gedubbeld te zijn, tot op de waterlijn afgebroken was. Van de Antwerpse firma Van der Hoeven & Knight vernomen hebbende dat het schip te koop was, had Van Hoboken er zijn kapitein Martinus Azon Jacometti met de timmerbaas J. Rijke heengestuurd, om het vaartuig eens goed op te nemen en het bij goedbevinding te kopen. Aan de werf ‘Rotterdams Welvaren’ werd het nu in gereedheid gebracht om in het voorjaar van 1821 de reis naar Batavia te ondernemen, waar Colville Jutting & Co het met 4000 balen koffie zouden beladen.

Na aankoop van de FLORE in oktober 1820 haalde A. van Hoboken het nu ROTTERDAMS WELVAREN genoemde fregat naar Rotterdam om op de eigen werf “Rotterdams Welvaren” te worden gesloopt tot de waterlijn en daarna herbouwd. Het fregat had, na een vermoedelijk reeds lange periode van bouw, van 1806 tot 1813-1814 stil gelegen, zodat het zeer waarschijnlijk is, dat het ernstig had geleden door houtrot en vervuring. Mogelijk was dat voor Dagneau ook de reden geweest snel afscheid te nemen van zijn aankoop.
Vervuring is droogrot in de romp, waarbij het hout is aangetast door schimmels als gevolg van het gebruik van onvoldoende gedroogd hout op plaatsen met weinig of geen ventilatie. Zo aangetast hout voelt aan als een spons.

De kapitein van de LA FLORE, Felix Corran, was reeds afgemonsterd en in juni 1820 gezagvoerder geworden van de Antwerpse brik PHILOTAXE. 

1821

Op 7 maart 1821 werd door Anthony van Hoboken, Rotterdam, voor de ROTTERDAMS WELVAREN onder kapt. Klaas Schinkel de eerste zeebrief aangevraagd alsmede een Turkse Pas voor een reis naar Oost-Indien. Het schip lag in Rotterdam.

Zeebrief en Turkse Pas 
De zeebrief is het paspoort van een schip, dat twee jaren geldig was, tenzij het schip tussentijds van eigendom, naam of kapitein veranderde. Daarentegen was een Turkse Pas slechts geldig voor één rondreis. Zo’n Pas was een document dat tegen betaling werd verstrekt door de Staat, waarbij de premie varieerde met het risico en de duur van de reis. De Staat op haar beurt had met name met de Bey van Turkije een overeenkomst gesloten waarin de Nederlandse schepen tegen betaling een vrijgeleide kregen en níet door kapers zouden mogen worden aangevallen.
Beide documenten dienden na expiratie te worden opgezonden naar de administratie der Convoyen en Licenten in Den Haag voordat een nieuwe zeebrief en/of Turkse Pas werd verstrekt.

RC 120421
Rotterdam, 11 april. Van Helvoetsluis wordt van den 10 gemeld: Heden zeilde ROTTERDAMS WELVAREN (opm: fregat), K. Schinkel, naar Batavia; de wind O.

Van Helvoetsluis wordt van den 11 gemeld: de vorige uitgezeilde schepen zijn door contrarie-wind onder de Goereesche haven geankerd, behalve kapt. Kortrijk, die wel in zee gekomen is. Den 10, des namiddags, is kapt. Brödersen uit zee terug gekomen; de wind Z.W. 

BC 010921

Te Batavia aangekomen:

24 Aug. Ned. schip TWEED, F.H. Jackson, van Pamanoekan en Tjassam den 21 augustus.

25 Aug. Ned. brik ANNA MARIA, J. Sohnn, van Samarang en Cheribon den 17 augustus; Zr.Ms. roei-kanonneerboot No. 9, W. Borgen, van Sourabaija, Rembang en Samarang den 2 augustus; dito No. 10, J. de Feijfer, van dito den 2 dito.

26 Aug. Ned. brik ELIZABETH, J. Balch, van Anjer den 9 augustus.

27 Aug. Portugees schip CONDE DOSE TREOS D’MARCOS, J.J. Rapozo, van Rio de Janeiro, Estralto de Allas en Indramaijoe den 28 april.

28 Aug. Ned. brik ELIZABETH, M. Faulhaber, van Indramaijoe den 26 augustus.

29 Aug. Amerikaans schip INDUS, S. Brown, van Padang den 1 augustus; Ned. schoener FATULKAIR, W. Miller, van Passarouang en Grissee den 19 dito.

30 Aug. Engels schip ANN, R. Dickie, van Bencoulen den 14 augustus.

Van Batavia vertrokken:

25 Aug. Ned. brik FREDRIK, J. Edwards, naar Samarang.

26 Aug. Ned. schip ADMIRAAL BUIJSKES, W.P. Coffin, naar Samarang en Sourabaija; schip PAMALANG, J. Chappel, naar Pamamekang; dito brik SOENDIE, Han Pakgoan, naar Cheribon, Tagal en Paccalongang.

29 Aug. Zr.Ms. fregat VAN DER WERFF, kapt. Lewe van Aduard, naar Sourabaija; dito brik GOEANLIE, Lim Kheksiang, naar Canton.

30 Aug. Ned. brik ANNA, McDonald, naar Sourabaija; dito brik JAPARA, Tja Tjoko, naar Cheribon en Tagal; dito brik BOEROONG, Said Hassan, naar Paccalongang; Amerikaanse brik HINDO, J. Gardner, naar Sumatra; Ned. schoener PIETER EN EMMA, Steenwijk Gallas, naar Rotterdam; dito schoener ZWALUW, Kamal, naar Cheribon; dito schoener MOLUCCO, T.S. Perry, naar Passarouang; dito Zr.Ms. schoener JOHANNA, 1e luit. J. Alewijn, naar Sourabaija.

Schepen liggende ter rede van Batavia:

Zr.Ms. wachtschip TROMP, fregat MELAMPUS, kanonneerboot No. 11, roei-kanonneerboten No. 9 en 10;

schepen JAN EN CORNELIS, ANTOINETTA JACOBA, DE ONDERNEMING, DE JONGE ANTHONIJ, HAPSOEN, WATERLOO, GRAAF BÜLOW, NIEUWE ZEELUST, CATHARINA THEODORA, AUGUSTE, HENRIETTA ELIZABETH, KOOPHANDEL, DE GEZUSTERS, MERCURIJ, ROTTERDAMS WELVAREN, MARZOEK, ELIZABETH, KUMBANG JATIE, MAGBAR, JAVA PACKET, JACOBA, JESSY.

BC 031121

Nov. 2 Schepen liggende ter rede van Batavia:

Zr.Ms. wachtschip TROMP; brik IRENE; kanonneerboten No. 2 en No. 11, roei-kanonneerboten No. 9 en 10;

schepen WATERLOO, GRAAF BÜLOW, NIEUWE ZEELUST, ROTTERDAMS WELVAREN, ELIZABETH, DIANA, EMERENTIA, ROTTERDAM, BETSIJ EN CAROLINA, JAVA PACKET, AURORA, ABDUL KARIM, ADMIRAAL BUIJSKES, FREDRIK HENDRIK, EMIL, MANSOOR, FRANKLIN, ZELIMA, CLARA, ELISABETH, CELIA, JADUL KARIM, TJIMANUK, MARIA LOUISA, WILHELMINA, MARGARETHA, MAGBAR, JONGE ANTHONIJ, APOLLO, DELPHINA.

RC 291121

Advertentie. Na dat op dinsdagavond, den 20 dezer, onze nog enige geliefde dochter, Anna Mensina, echtgenote van de heer K. Schinkel, kapitein, voerende het fregatschip ROTTERDAMSCH WELVAREN, op zijn reis zijnde naar Batavia, zeer spoedig verlost was van een zoon, is zij, door onverwachte bijkomende toevallen, op gisteren avond te negen uren, tot onze grootste droefheid, in de jeugdige ouderdom van nog geen 19 jaren, overleden.

Rotterdam,                                                     J.H. van den Berg
den 25 november 1821                                 J.W. van den Berg, geb. Koes

1822

RC 160322
Rotterdam, 15 maart. Den 13 zeilden van Helvoetsluis de schepen de JONGE GERRIT, F. Plokker, naar Cherbourg; de HOOP, IJ Brobbel, naar Lissabon, en arriveerde ROTTERDAMS WELVAREN (opm: fregat), K.P. Schinkel, van Batavia.

Op 27 april 1822 werd door Anthony van Hoboken, Rotterdam, voor de ROTTERDAMS WELVAREN onder kapt. Klaas Schinkel opnieuw een Turkse Pas aangevraagd voor een reis naar Oost-Indien; de zeebrief was nog geldig.

RC 040622
Rotterdam, 3 juni. Den 2 zeilden Zr.Ms. brik van oorlog DE COURIER, kapt. J.H. Bolken, naar de Oostzee; ROTTERDAMS WELVAREN, K.P. Schinkel, naar Batavia, en MINERVA, L.H. Holst, naar Holmerstrand; de wind Z.W.
RC 110622
Rotterdam, 10 juni. Uittreksel uit de Lloyd’s Lijst van den 7 juni:

Het schip ROTTERDAMS WELVAREN, K.P. Schinkel, van Rotterdam naar Batavia, was den 4 dezer op de hoogte van Douvres (opm: Dover), en de volgende dag bij Dartmouth het schip de ZEEUW (opm: fregat, kapt. L. Woutersen), van Surinamen naar Middelburg; het schip MARIA, Decker (opm: kapt. E.D. Dekker), van Surinamen naar Amsterdam, bevond zich den 4 op de hoogte van Plymouth.

1823

DC 220223
Hellevoetsluis, 19 februari. Gisteren na posttijd arriveerden uit zee CAMBRIDGE, kapt. J. Gage, van Boston, en ROTTERDAMS WELVAREN (opm: fregat), kapt. K.P. Schinkel, van Batavia, de laatste is deze morgen binnen de Goereese haven tegen de Scheelhoek aan de grond gedreven.

Het schip ROTTERDAMS WELVAREN, kapt. K.P. Schinkel, gisteren gemeld als tegen de Scheelhoek aan de grond gedreven, is bij hoog water met behulp van twee ijssloepen er af gekomen, en ligt nu op de rede ten anker.

DC 300823
Hellevoetsluis, 27 augustus. Gisteren zeilden in zee Zr.Ms. brik van oorlog MERCUUR, kapt.-luitenant Muller, en HOMER, kapt. W. Forster, naar Beverley; nog zeilden naar zee INDUSTRY, kapt. J.M. Jetter en ROTTERDAMS WELVAREN (opm: fregat), kapt. K.P. Schenker, beide naar Batavia; dezelven zijn onder de Goerese haven geankerd. Heden zeilde in zee
DC 200923
Hellevoetsluis, 17 september. Kapt. W. Rijnbende rapporteert dat hij den 10 dezer op 49º30’ N.B. en 9º12’ W.L. van Greenwich in goeden staat gepraaid heeft het schip ROTTERDAMS WELVAREN, kapt. K.P. Schinkel. Er is een schip in het gezicht, uit zee komende. De wind N.N.W. 

1824

BC 030124
Te Batavia zijn onder meer andere aangekomen:
Den 27 december het schip MANSOOR, kapt. Sarieff Sech bin Abon Bakar Alkar, den 10 december van Palembang vertrokken, brik JUPITER, kapt. Oeij Tian Lioe, den 15 november van Indramaijoe vertrokken, en het schip ROTTERDAMS WELVAREN, kapt. K. Schinkel, met 7 passagiers en Zr.Ms. troepen, den 7 september van Rotterdam vertrokken;

BC 310124

Te Batavia zijn onder meer aangekomen:

Den 26 januari de brik de DRIE MARIA’S, kapt. J. Jouenne, den 23 vertrokken naar Bencoelen doch uit zee teruggekeerd.

Den 27 januari het schip SOURABAIJA, kapt. J. Farret, den 27 januari van Tanara.

Den 29 januari het schip de VROUW CATHARINA ELIZABETH, kapt. Jan Ingerman, van Amsterdam den 26 augustus 1823, met 5 passagiers, en de brik EXPERIMENT, kapt. H. Hooper, den 6 november 1823 van Makasser met 3 passagiers.

Van Batavia zijn onder meer vertrokken:

Den 27 januari het schip AURORA, kapt. B.G. Quedens, naar Antwerpen.

Den 29 januari Zr.Ms. schoener IRIS, commandant 2e luit. Bastiaanse, koersstellende om de noord-oost.

Den 30 januari het schip ROTTERDAMS WELVAREN, kapt. Klaas Schinkel, naar Rotterdam met 12 passagiers.

RC 230924 

Advertentie. Van Rotterdam naar Batavia.

In het Nederlands gekoperd fregatschip DE JONGE ANTHONY, kapt. Theod. Azon Jacometti, naar Batavia gedestineerd, geen ruimte voor goederen of passagiers meer overig zijnde, zal de brievenzak voor dit schip op den 13 oktober gesloten worden.

Hetzelve zal gevolgd worden door het bekende snelzeilend, te Middelburg gebouwd, gekoperd fregatschip ROTTERDAMS WELVAREN, kapt. K. Schinkel, hetwelk in de loop der maand november zal gereed zijn om te zeilen;

terwijl de juiste vertrektijd van het daarna weder volgend Nederlands gekoperd fregatschip de DRIE GEZUSTERS, kapt. M. Azon Jacometti, nader zal worden geadverteerd.

Beide schepen zijn nu op nieuw ingericht, om aan passagiers alle gemakkelijkheden te verschaffen, die op een reis naar Indië kunnen verlangd worden.

Adres, voor zoveel goederen betreft, bij de heren Kuijper Van Dam en Smeer, en Hudig en Blokhuijzen. Voor passagiers, bij de kapiteins, aan boord der schepen.
(opm: deze drie fregatten waren eigendom van A. van Hoboken te Rotterdam)

RC 270924

Rotterdam, 26 augustus. Te Rotterdam liggen in lading naar Batavia:

- Het in Nederland gebouwd gekoperd brikschip DIJKZIGT, kapt. A. Schaap, om 1 september te zeilen.

- Het Nederlands gekoperd fregatschip DE JONGE ANTHONIJ, kapt. T. Azon Jacometti, om 1 oktober te zeilen.

- Het in Nederland gebouwd gekoperd fregatschip ROTTERDAMS WELVAREN, kapt. K. Schinkel, om voor de winter te zeilen.

Op 16 november 1824 werd door Anthony van Hoboken, Rotterdam, voor de ROTTERDAMS WELVAREN onder kapt. Klaas Schinkel opnieuw een Turkse Pas aangevraagd. De aanvraag voor een nieuwe zeebrief is niet gevonden, maar is er ongetwijfeld geweest: de vorige zeebrief van 7 maart 1821 was royaal verlopen.

1825

DC 250125
Hellevoetsluis, 22 januari. Van de morgen zeilden in zee: GUIANA, kapt. T. Popke, en MAASSTROOM (opm: galjoot), kapt. P.S. Schuil, beide naar Suriname; DE SNELHEID, kapt. A. van der Linden naar Smyrna; ANN, kapt. J. Burgos naar Boston; JONGE ELISABETH, kapt. H.E. Henrichs naar Alicante; JONGE JACOBUS, kapt. L. Jansen naar Lynn; JUFFER AKKER (opm: kof JUFVROUW AKKE), kapt. M. Jeltes, GOEDE HOOP, kapt. M. Hansen, ADRIANUS CATS, kapt. D.S. Manjé; KLAZINA EN DIRKJE, kapt. C. Schilperoort, en DRIE GEZUSTERS, kapt. J. Sipkes, alle naar Brest. De wind O.
Den 23 dito. Gisteren namiddag zeilden in zee: Zr.Ms. brik van oorlog DE VALK, kapt.-luitenant van Es; INDUSTRY, kapt. D.J. Buising; ADMIRAAL BUIJSKES, kapt. W. Hodges; WILHELMINA, kapt. W. Verloop, JONGE ANTHONIJ, kapt. T. Azon Jacometti, en ROTTERDAMS WELVAREN, kapt. K.P. Schinkel, alle naar Batavia;
RC 290125
Volgens brief, in dato Douvres den 23 dezer, had de Helvoetsluise loods van het schip de JONGE ANTHONY, kapt. Theod. Azon Jacometti, van Rotterdam naar Batavia, dit schip, in de vroege morgen van die dag, op de hoogte van Douvres verlaten. De gelegenheid ter voortzetting van de reis was toen zeer gunstig, zo dat men dit schip de volgende morgen op de hoogte van Portland rekende; het genoemd schip was van een vloot van omtrent twintig zeilen vergezeld, onder welke genoemd worden: ROTTERDAMS WELVAREN, kapt. K. Schinkel, ADMIRAAL BUISKES, kapt. W. Hodges, en WILHELMINA, kapt. W. Verloop, naar Batavia; COLOMBUS, kapt. De Gorter, naar Suriname; JONGE ELISABETH, kapt. H.E. Hinrichs, en DE SNELHEID, kapt. Van der Linden, naar Smyrna, en WILLEM, kapt. Van Vliet, naar Rio de Janeiro, allen van Rotterdam.
RC 030225
Rotterdam, 2 februari. De Helvoetsluise loods, die het schip ROTTERDAMS WELVAREN, kapt. K. Schinkel, van Rotterdam gedestineerd naar Batavia, op den 22 januari in zee heeft geleid, heeft dit schip den 27 verlaten, in de beste staat zeilende tussen Portland en Goudstaart (opm: Start Point), de wind van het ZW; doch de loods overgegaan op een ander schip Het Kanaal inzeilende, rapporteert, dat hij den 28 en 29 tot des namiddags te 5 uur gezeild heeft met een frisse NO wind.
RC 170225
Amsterdam, 15 februari. Het schip ROTTERDAMS WELVAREN, kapt. K. Schinkel, van Rotterdam naar Batavia, is den 30 januari, aan boord alles wel zijnde, gepraaid op de hoogte van de Sorlings (opm: Scilly Isles) door kapt. Desolij, te Havre gearriveerd.

BC 060725

Te Batavia aangekomen schepen:

28 juni: brik DOROTHEA, kapt. R. de Voss, van Samarang 24 juni, schoener DINA ALIDA, kapt. F. Chasteau, van dito 25 juni;
29 juni: schoener KASOOR, kapt. Timbang, van Pekalongang 26 juni, brik GOLLEK, kapt. Oosman, van dit 26 juni met 2 passagiers, schip CATHARINA, kapt. W.W. Boyle, van Padang 1 mei met Zr.Mr. troepen en een passagier;
30 juni: brik JACOBA, kapt. Alie, van Tagal 28 juni; 2 juli: schip DE GEZUSTERS, kapt. D.B. Lutjens, van Texel 22 januari, met 7 passagiers, brik CLEMENTINE, kapt. F.J. Sergé, van Makasser 25 juni met een passagier.
Van Batavia vertrokken schepen:

1 juli: schip MAGBAR, kapt. Sech Hasan bin Oemar, naar Samarang met twee passagiers;
2 juli: voor het Gouvernement ingehuurd particulier schip VASCO DA GAMA, kapt. A. Bezemer, naar Japan met 3 passagiers; voor het Gouvernement ingehuurd particulier schip JOHANNA ELISABETH, kapt. M. Mesdagh, naar dito met 3 passagiers;
3 juli: ROTTERDAMS WELVAREN, kapt. K. Schinkel, naar Rotterdam met 6 passagiers en 22 gepasporteerde militairen; schip ABEL TASMAN, kapt. J. Theunisse, naar Amsterdam met 6 passagiers en 22 gepasporteerde militairen; brik CAROLINA, kapt. H. Deelkens, naar Samarang met een passagier; schoener SAMANKA, kapt. Roem, naar Tagal;
4 juli: voor het Gouvernement ingehuurde brik SHEYA, kapt. Said Osman Habassij, naar Indramaijoe;

RC 020825
Rotterdam, 1 augustus. Heden werd, voor rekening van de heer A. van Hoboken, op de scheepstimmerwerf Rotterdams Welvaren de kiel gelegd voor een brikschip, groot omtrent 370 Nederlandse tonnen, dat de naam zal voeren van de JONGE WILLEM.

Op 29 november 1825 werd door Anthony van Hoboken, Rotterdam, voor de ROTTERDAMS WELVAREN zowel een nieuwe zeebrief als een Turkse Pas aangevraagd. De reden was het aantreden van kapt. Aamrik Schaap als opvolger van kapt. Klaas Schinkel

RC 121125
Advertentie. Voor passagiers van Rotterdam naar Batavia zal op den 15 december vertrekken het Nederlands gebouwd gekoperd fregatschip ROTTERDAMS WELVAREN, voorzien van uitmuntende inrichtingen. Adres bij de kapt. A. Schaap, aan boord van het schip.

1826

DC 050126

Hellevoetsluis, 2 januari. Heden zeilden in zee: ROTTERDAMS WELVAREN, kapt. A. Schaap naar Batavia; EXCHANGE, kapt. B. Barstow en FREDRIK, kapt. M. Cercent, beide naar Charlestown; WILLIAM PENN, kapt. C. Smith naar St. Ubes; DE GOEDE VERWACHTING, kapt. A. van der Weijden naar Belfast; DE DRIE VRIENDEN, kapt. A. Kouwenhoven naar Londen. De wind ZO.
BC 100526
Den 2 mei is ter rede van Batavia gearriveerd DE ALEXANDER, kapt. M. Marcussen, vertrokken van Amsterdam met drie passagiers en Zr.Ms. troepen op 7 januari.
Den 3 mei is ter rede van Batavia gearriveerd het schip ROTTERDAMS WELVAREN, kapt. A. Schaap, vertrokken van Rotterdam met 7 passagiers en Zr.Ms. troepen op 2 januari.

BC 280626
Van Batavia vertrokken schepen:

Den 22 juni de brik DOROTHEA, kapt. L.E. Badendick, naar Samarang, en de brik PASSEKANG, kapt. Oei Kiam, naar dito;
den 23 juni het stoomvaartuig VAN DER CAPELLEN, kapt. P.M. Stavers, naar Samarang, met passagiers;
den 24 juni het schip THALIA, kapt. V. Vallet, naar Soerabaija met een passagier;
den 25 juni Zr.Ms. schoener JOHANNA, commandant J.W. Schuler, koers stellende om de west, het schip ROTTERDAMS WELVAREN, kapt. A. Schaap, naar Rotterdam met een passagier,
Straat Sunda doorgezeild den 26 juni het schip ROTTERDAMS WELVAREN, kapt. A. Schaap, van Batavia den 25 juni, met een passagier naar Rotterdam, en de brik ADÈLE, kapt. M.C. Michaelsen, van dito den 25 dito, naar Antwerpen.

Op 9 december 1826 werd door Anthony van Hoboken, Rotterdam, voor de ROTTERDAMS WELVAREN onder kapt. Aamrik Schaap opnieuw een Turkse Pas aangevraagd.

1827

RC 090127
Rotterdam, 7 januari. De 5e des namiddags, zeilde van Hellevoetsluis het schip ROTTERDAMS WELVAREN, kapt. A. Schaap, naar Batavia, doch onder de Goerese haven ten anker gekomen.
RC 090127
Rotterdam, 7 januari. Van Hellevoetsluis wordt van de 8e gemeld, dat het schip ROTTERDAMS WELVAREN, kapt. A. Schaap, de 8e des morgens, van onder de Goerese haven op de rede teruggekomen is.
RC 250127
Rotterdam, 24 januari. Den 22, des morgens, zeilden van Hellevoetsluis ROTTERDAMS WELVAREN, kapt. A. Schaap, naar Batavia. NEÊRLANDS KONINGIN, kapt. W. Verloop, is door behulp van ijssloepen door het ijs, tussen de Oude- en Nieuwehaven, aan de hoofden vastgemaakt. Er drijft veel ijs op de stroom.
RC 060227
Amsterdam, 4 februari. Kapt. H.E. Sloehuis, van Londen in Texel binnen, heeft te Harwich, van waar hij den 30 januari vertrokken is, gepraaid het Nederlandse schip ROTTERDAMS WELVAREN, kapt. A. Schaap, met troepen van Rotterdam naar Batavia, dat de 29e dito wegens verlies van ankers en touwen en met gebroken roer aldaar in de haven gebracht is
RC 220327
Rotterdam, 19 maart. Het schip ROTTERDAMS WELVAREN, kapt. A. Schaap, van Rotterdam naar Batavia, te Harwich binnengelopen, heeft de 10e maart de reis voortgezet.
RC 070427
Rotterdam, 6 april. Uittreksel uit de Lloydslijst van den 3 april: ROTTERDAMS WELVAREN, is den 31 maart van Ramsgate vertrokken om de reis naar Batavia voort te zetten.
BC 280727
Te Batavia zijn gearriveerd: den 25 juli het schip NEERLANDS KONINGIN, kapt. W. Verloop, met drie passagiers en Zr.Ms. troepen, den 6 april vertrokken van Hellevoetsluis, en ROTTERDAMS WELVAREN, kapt. A. Schaap, met acht passagiers en Zr.Ms. troepen, den 22 januari van Hellevoetsluis en den 31 maart van Ramsgate vertrokken.

1828

RC 260128
Rotterdam, 25 januari. De 24e, des namiddags, arriveerden te Helvoetsluis ’S LANDS WELVAREN, kapt. W. Schep, van Gibraltar, zijnde na de visitatie van de quarantaine ontslagen, en de 25e, des morgens, ROTTERDAMS WELVAREN, kapt. A. Schaap, van Batavia.
RC 210228
Advertentie. Te Rotterdam ligt in lading naar Batavia, voor passagiers:
Het Nederlands gebouwde eiken gekoperde fregatschip ROTTERDAMS WELVAREN, gevoerd door kapt. Aamrik Schaap, hebbende uitmuntende inrichtingen, om in het midden der maand april te vertrekken. Adres bij de kapitein aan boord van het schip.

Op 7 maart 1828 werd door Den Haag voor de ROTTERDAMS WELVAREN onder kapt. A. Schaap een nieuwe zeebrief en Turkse Pas verstrekt.

JC 091028
Batavia, 6 oktober. Heden arriveerden alhier het schip ROTTERDAMS WELVAREN, kapt. A. Schaap, met twee passagiers, de 14e juni vertrokken van Rotterdam, en de brik MERCATOR, kapt. P. Landberg, de 24e mei vertrokken van Antwerpen.

1829

RC 240329
Rotterdam, 23 maart. De 22e dezer, des namiddags, arriveerden te Hellevoetsluis ROTTERDAMS WELVAREN, kapt. A. Schaap, van Batavia; HET VERTROUWEN, kapt. B.J. Bakker, van Bordeaux; NEERLANDS KROONPRINS, kapt. A. van der Meyden, van St. Ubes (zijnde na visitatie van de quarantaine ontslagen).
RC 240329
Amsterdam, 23 maart. Kapt. A. Schaap, commanderende het schip ROTTERDAMS WELVAREN, de 22e dezer te Hellevoetsluis gearriveerd van Batavia, heeft de 17e dito, op 49 gr. 30 min. noorderbreedte en 12 gr. westerlengte, in goede staat gepraaid kapt. H.B. Esink, voerende het schip MERCURIUS, van Demerary naar Middelburg gedestineerd.

In mei 1829 werd kapitein Schaap vervangen door kapt. A.M. Noorbeek. Daarom vroeg Van Hoboken een nieuwe zeebrief aan. Omdat de reis weer naar de Oost zou gaan werd ook een nieuwe Turkse Pas aangevraagd. Beide documenten werden op 7 mei 1829 verstrekt.

JC 201029
Den 16 oktober is te Batavia gearriveerd de brik JEANNETTE, kapt. A.J. Meulenaer, den 20 juni van Antwerpen vertrokken; den 17 oktober het schip ROTTERDAMS WELVAREN, kapt. A.M. Noorbeek, met acht passagiers, den 9e juni van Rotterdam vertrokken.

1830

RC 130230 
Rotterdam, 12 februari. Het schip ROTTERDAMS WELVAREN, kapt. A.M. Noorbeek, is de 17e oktober wel ter rede van Batavia aangekomen van Rotterdam.
Het Nederlands fregatschip ABEL TASMAN, kapt. D.F. Baas, de 18e oktober l.l. van Batavia gezeild zijnde, is op de 1e dezer, op de hoogte van Egmond in goede staat gesproken door schipper B. Zwarteveld, van de Zwartewaalsche vissloep, welke aan hem een visserman als loods heeft overgegeven, alzo naar Texel zeilende, alles wel aan boord.
RC 290430
Rotterdam, 28 april. De 26e dezer, des namiddags, arriveerden te Helvoetsluis ROTTERDAMS WELVAREN, kapt. A.M. Noordbeek, van Batavia.

Op 12 juli werd een nieuwe Turkse Pas afgegeven op naam van kapt. A.M. Noorbeek van de ROTTERDAMS WELVAREN.

JC 231230
Batavia, 20 december. Heden arriveerde alhier het schip ROTTERDAMS WELVAREN, kapt. A.M. Noorbeek, met enige passagiers, de 8e augustus vertrokken van Rotterdam.

1831

Op 15 september werd een nieuwe aanvraag voor een zeebrief en Turkse Pas  op naam van kapt. A.M. Noorbeek gehonoreerd.

RC 300731
Advertentie. Naar Batavia ligt in lading te Rotterdam, voor goederen en passagiers:
- Het Nederlands nieuw gekoperde fregatschip ROTTERDAMS WELVAREN, gevoerd door kapt. A.M. Noorbeek, om vóór het einde van de maand augustus te vertrekken.
Adres bij de heren Kuijper, Van Dam & Smeer en Hudig & Blokhuijzen, ook bij de kapitein aan boord van het schip.

1832

JC 170332
Batavia, 15 maart. Te Batavia ter rede liggende schepen:
Zr.Ms. wachtschip ORESTES, de koopvaardijschepen ROTTERDAMS WELVAREN, VIER GEBROEDERS, NODAMOLIOSOER, JADUL KARIM, MERCURY, VROUW HELENA, SARAH, JAVA en KORTENAER, de brik CLEMENTINE, de schoener TRENGANO, de bark MARQUIS OF HASTINGS en zeven buitenlandse schepen.
JC 070432
Te Batavia ter rede liggende schepen:
Zr.Ms. wachtschip ORESTES, de koopvaardijschepen ROTTERDAMS WELVAREN, VIER GEBROEDERS, NODAMOLIOSOER, JADUL KARIM, MERCURY, VROUW HELENA, SARAH, JAVA en KORTENAER, de brik CLEMENTINE, de schoener TRENGANO, de bark MARQUIS OF HASTINGS en zeven buitenlandse schepen.
AH 020732
Texel, 29 juni. Binnengekomen: 11 mei. ROTTERDAMS WELVAREN, kapt. A.M. Noordbeek, den 17 december 1831 van St. George de Elmina gezeild, is met zijn detachement Europese troepen en Afrikaanse rekruten den 15 maart 1832 in goede welstand te Batavia gearriveerd.
AH 130832
- Ter rede van Batavia lagen d.d. 3 april Zr.Ms. wachtschip ORESTES, korvet AMPHITRITE, schoener PILADES, roeikanonneerboot No. 9,
schepen ROTTERDAMS WELVAREN, DE VIER GEBROEDERS, DE VROUW MARIA EN MERCURY, Engels schip BUSSORAH MERCHANT en brik DIADEM, Amerikaans oorlogsfregat POTOMAC, Franse brik LA LUCILE en bark LA ROSE, Portugees schip PROVIDENCIA.
RC 180832
Rotterdam, 17 augustus. Kapitein P. Kraay, den 23 april van Batavia naar Amsterdam vertrokken en den 15 dezer in Texel binnengekomen, rapporteert dat bij zijn vertrek van Batavia in het opzeilen was een Nederlandse brik, tonende de Rotterdamse seinvlag, waarvan hij echter het nummer niet kon onderscheiden; alsmede, dat vier of vijf dagen daarna van Batavia zouden vertrekken de schepen LOUISA PRINSES DER NEDERLANDEN, kapt. J. Keyzer, en ROSALIE, kapt. J. van den Oever, beide naar Nederland; voorts dat hij de volgende schepen had gepraaid, als: den 14 juni in het omzeilen van de Kaap de Goede Hoop, het schip ROTTERDAMS WELVAREN, kapt. A.M. Noordbeek, den 22 april van Batavia naar Rotterdam vertrokken, aan boord was alles wel; den 9 dezer, op de hoogte van Lezard, een Nederlands schip, tonende de Rotterdamse vlag met nummer 8, zijnde die van kapt. P. Vis, voerende het schip NEÊRLANDS KONING, van Rotterdam naar Batavia.
RC 260832
Rotterdam, 25 augustus. Den 27 dezer, des namiddags, arriveerden te Helvoetsluis: ROTTERDAMS WELVAREN, kapt. A.M. Noordbeek, van Batavia; de wind Z.
AH 110932
Advertentie. Naar Batavia liggen in lading te Rotterdam voor passagiers en goederen.
- Het gekoperd fregatschip, DE VROUW MARIA (opm: rederij Van Hoboken), kapt. F. van den Bergh, om op den 20 september te zeilen.
- Het gekoperd fregatschip, ROTTERDAMS WELVAREN, kapt. A.M. Noordbeek, om op den 20 oktober te zeilen. Adres bij de heren Kuyper, Van Dam & Smeer en Hudig & Blokhuyzen en bij de kapiteins aan boord van de schepen.

Op 4 oktober 1832 werd opnieuw een Turkse Pas afgegeven voor de ROTTERDAMS WELVAREN onder kapt. A.M. Noorbeek. De zeebrief was nog geldig.

1833

JC 120233
Batavia, 10 februari. De 8. dezer is alhier gearriveerd de bark WILLEM ERNST, Kapt. J.G. Veening, de 10 oktober vertrokken van Baltimore.
Gisteren is alhier gearriveerd het schip CONCORDIA, kapt. J.H. Backer, de 24 september vertrokken van Amsterdam.
Heden is alhier gearriveerd het schip ROTTERDAMS WELVAREN, kapt. A.M. Noorbeek, met 12 passagiers en kinderen, de 23 oktober vertrokken van Rotterdam.

JC 020433

Ter rede van Soerabaija liggende schepen:

Zr.Ms. korvet ZWALUW, Zr.Ms. brik DOURGA, Zr.Ms. schoeners ARGO, KAMELEON, JANUS, CALYPSO, ZWALUW, ZEEMEEUW, DOLPHIJN, POLLUX, DAPHNE en WINDHOND, Zr.Ms. kanonneerboten No.8, No.9, No.10 en No.15, en Zr.Ms. transportboot No.4,

en de koopvaardijschepen PETRUS, DRIE MARIA’S, ABEL TASMAN, WILLEM ERNST, HOLLAND, HOOP VAN ALBLASSERDAM, AURORA, JOHANNA ELIZABETH, DANKBAARHEID AAN DE NEDERLANDSCHE HANDEL MAATSCHAPPIJ, ROTTERDAMS WELVAREN, DANKBAARHEID, ZEEMANS HOOP, OLIVIER VAN NOORD, VROUW MARIA, PRINCES MARIANNE, CHARLOTTA, MASTORA, en FATOOR RACHMAN, de brikken TEKSING, MARGARETTA, JAVA, MERCURIUS, PATRIOT en MARGARETTA ENGELTINA, de barken NEDERLANDER, MARQUIS OF HASTING, CONCORDIA, THEODORA, MARIE THERÈSE en REGRET, en de galjas KIM HOKHIM.

JC 030733
Ter rede van Soerabaija liggende schepen:

Zr.Ms. korvet ZWALUW, Zr.Ms. schoeners KROKODIL, DAPHNE, POLLUX, WINDHOND, Zr.Ms. transportboot No.4, Zr.Ms. kanonneerboten No.8 en No.9,

en de koopvaardijschepen PETRUS, DRIE MARIA’S, VROUW MARIA, ABEL TASMAN, WILLEM ERNST, HOLLAND, JOHANNA ELISABET, DANKBAARHEID AAN DE NEDERLANDSCHE HANDEL MAATSCHAPPIJ, ROTTERDAMS WELVAREN, ZEEMANS HOOP, OLIVIER VAN NOORD, ESPERANCE, FATAL JAWAD, SUSANNA, FATAL RACHMAN, de barken NEDERLANDER, CONCORDIA, SHEVA, de brikken TEKSING, MERCURIUS, TARTAR, WILHELMINA, JAVA, ALLEN, de schoeners CAROLINA, MASKOOT, SIRIUS, DOLPHIJN, MONKEY en drie buitenlandse schepen.

JC 021033

Ter rede van Soerabaija liggende schepen:

Zr.Ms. korvet ZWALUW, Zr.Ms. schoeners DAPHNE, POLLUX, WINDHOND, Zr.Ms. kanonneerboot No. 15, Zr.Ms. transportboot No. 4,

en de koopvaardijschepen PETRUS, VROUW MARIA, ABEL TASMAN, WILLEM ERNST, HOLLAND, JOHANNA ELIZABETH, DANKBAARHEID AAN DE NEDERLANDSCHE HANDEL MAATSCHAPPIJ, ROTTERDAMS WELVAREN, ZEEMANS HOOP, OLIVIER VAN NOORD, MARY EN HILLEGONDA, AURORA, WALCHEREN, HOOP VAN ALBLASSERDAM, ATLAS, CAROLINA EN JACOBA en FATAL BARIE, de barken CONCORDIA, THETIS en SHEEVA, de brikken TEKSING, ALIE OESOER, MACHLAAR, PATRIOT en JAVA, de schoeners DIANA, IRIS en SWIFT, en een Amerikaans schip.

De lange wachttijd voordat lading beschikbaar kwam was het gevolg van te weinig product.

1834

DC 280134

Hellevoetsluis, 26 januari. Gisteren namiddag arriveerden uit zee: ROTTERDAMS WELVAREN, kapt. A.M. Noorbeek, van Batavia.

RC 150234
Advertentie. Naar Batavia liggen in lading te Rotterdam:
Om de 8e maart te vertrekken, het Nederlands fregatschip ROTTERDAMS WELVAREN, kapt. A.M. Noorbeek.

Op 20 februari 1834 werd aan A. van Hoboken & Zonen een nieuwe zeebrief en Turkse Pas verstrekt voor de ROTTERDAMS WELVAREN onder kapt. A.M. Noorbeek.

Niet lang hierna werd door de rederij echter anders beslist. Kapt. Noorbeek zou het in 1830 gebouwde fregat VROUW MARIA, eveneens van Van Hoboken, krijgen.

De documenten werden teruggezonden en in plaats daarvan werden een nieuwe zeebrief + Turkse Pas aangevraagd voor kapt. F. Fokkens die op 1 maart werden afgegeven. De advertentie van 3 maart werd daarmee gelogenstraft.

AH 240234
Advertentie. Naar Batavia liggen in lading te Rotterdam om op de 8e maart te vertrekken, het Nederlands fregatschip ROTTERDAMS WELVAREN, kapt. A.M. Noorbeek.
AH 030334
Advertentie. Naar Batavia liggen in lading te Rotterdam. Om op de 8e maart te vertrekken, het Nederlandse fregatschip ROTTERDAMS WELVAREN, kapt. A.M. Noorbeek.
Om op de 1e april te vertrekken, het Nederlands fregatschip DE VROUW MARIA, kapt. F. van den Bergh.
DC 180334
Hellevoetsluis, 14 maart. Gisteren namiddag zeilden naar zee: ROTTERDAMS WELVAREN, kapt. F. Fokkens, en ELIZA, kapt. C. Davey, beiden naar Batavia.
JC 230734
Batavia, 18 juli. Heden zijn alhier aangekomen het schip ROTTERDAMS WELVAREN, kapt. F. Fokkens, met een aantal passagiers, van Rotterdam vertrokken de 15e maart, en het schip JEANNETTE PHILIPPINE, kapt. C. Kink, met enige passagiers, van Amsterdam vertrokken de 18e oktober 1833 (opm: extreem lange reis)

1835

AH 210135
Scheepstijdingen. Batavia, 14 september. PETRUS, kapt. F.H. Trip, van Soerabaya. Soerabaya, 13 augustus. ROTTERDAMS WELVAREN, kapt. F. Fokkens, van Batavia. Uitgezeild: Batavia, 18 september. ONDERNEMING, kapt. H. Eeltjes, naar Middelburg; ADRIANUS EN JACOBUS, kapt. J. Parlevliet, naar Rotterdam.
RC 260235
Rotterdam, 25 februari. Van Helvoetsluis wordt de 24e dezer gemeld, dat de schepen, de vorige dag binnengekomen, genaamd zijn ROTTERDAMS WELVAREN, kapt. F. Fokkens, van Batavia en EVELINA, kapt. J. de Gorter, van Amsterdam.

Op 24 maart 1835 was een nieuwe zeebrief vereist doordat kapt. Fokkens werd vervangen door kapt. F. Matthijsen. Omdat de reis weer naar Oost-Indië zou gaan was sowieso een nieuwe Turkse Pas nodig, die per dezelfde datum werd afgegeven.

RC 070435
Rotterdam, 6 april. De 5e, des morgens, zeilde van Helvoetsluis ROTTERDAMS WELVAREN, kapt. F. Matthijssen, naar Batavia.
RC 140435
Kapt. H. de Haas (opm: kof DOURO), van Livorno te Helvoetsluis binnengekomen, rapporteert, de 7e dezer gepraaid te hebben het schip ROTTERDAMS WELVAREN, kapt. Matthijssen, van Rotterdam naar Batavia, na drie dagen reis, het eiland Wight N.W. ten N. per kompas naar gissing 4½ mijlen; aan boord was alles wel.
JC 290735
Batavia, 27 juli. Gisteren zijn alhier aangekomen het Nederlands schip ROTTERDAMS WELVAREN, kapt. Feike Matthijsen, met enige passagiers, de 5e april vertrokken van Rotterdam, en de dito bark de ONDERNEMING, kapt. H.K. Eeltjes, met een passagier, de 1e dito vertrokken van Middelburg. Heden is alhier gearriveerd het Nederlandse schip BATAVIER, kapt. P. Blair, met twee passagiers, de 18e maart vertrokken van Londen.
RC 311235
Rotterdam, 30 december. De 8e (opm: vermoedelijk september) is van Batavia gezeild het schip ROTTERDAMS WELVAREN naar Rotterdam; de 9e en 10e de schepen AZIA naar Middelburg, HOLLAND en DE HOOP VAN ALBLASSERDAM naar Soerabaya.

1836

RC 050136
Rotterdam, 4 januari. Gepraaid, op 5º NB 22º28’ WL, de Nederlandse schepen WILLEM DE EERSTE, kapt. H. Blatt, de 21e november van Amsterdam naar Batavia en de 23e november, op 7º37’ NB 22º21’ WL, ROTTERDAMS WELVAREN, kapt. F. Mathijsen, van Batavia naar Rotterdam; aan beider boord was alles wel.
DC 120136
Hellevoetsluis, 8 januari. Gisteren namiddag arriveerden uit zee: ANJER, kapt. J.C. Jansen, van Batavia, VRIESLAND, kapt. T.W. Stuit, van Marseille; JOHANNA GEERTRUIDA, kapt. P. Pijbus, van Liverpool; ROTTERDAM PACKET, kapt. J. Henderson, van Newcastle. Volgens rapport zijn voor de wal met loodsen aan boord de schepen NEERLANDS KONINGIN, kapt. W. Verloop, en ROTTERDAMS WELVAREN, kapt. F. Mathijsen, beiden van Batavia.
Den 9 dito. Gisteren namiddag arriveerden uit zee: HOOP, kapt. D. Grigt, van Liverpool; ROTTERDAMS WELVAREN, kapt. F. Mathijsen en NEERLANDS KONINGIN, kapt. W. Verloop, beiden van Batavia, laatstgemelde ligt bij de Goeree ten anker; en zeilden naar zee:

Na lossing in Rotterdam werd de ROTTERDAMS WELVAREN verkocht voor de sloop en werden zeebrief en Turkse Pas conform instructie naar Den Haag teruggezonden. Den Haag zette dit fregat op de jaarlijkse lijst met afgevoerde schepen welke naar de Koning ging, waardoor Marhisdata de zekerheid kreeg dat het schip in 1836 was gesloopt.
Kapt. Matthijsen vond in juni emplooi op de ANTHONY, eveneens van rederij A. van Hoboken.

 

Kroniekberichten

Toon kroniekberichten
Akten

ARCHIEF Nat.Archief-Den Haag archiefnummer Rott.3.03.56.65.98 __________________________________________________
Bijlbrief / Acte van aan-/verkoop
Naam schip: ex- LA FLORE,
nu ROTTERDAMS WELVAREN

Plaats en datum acte koop/verkoop, Antwerpen, 26 oktober 1820

Soort schip fregat

Bouwwerf / verkoper Havenith & Rijmenans, reders te Antwerpen (deze hadden het schip op 27 juni 1818 op publieke verkoop te Antwerpen gekocht)

Gevoerd door kapt.

Eigenaar / aankoper Anthony van Hoboken en Jan Gerrit Peter van der Kaa, te Rotterdam, elk voor ½ deel van het schip

Te voeren door kapt.

Groot volgens meetbrief, in tonnen: ca. 400 tonnen

Tuigage en aantal dekken

Afmetingen

Kiellegging

Tewaterlating

Plaats en datum van registratie

Nummer van registratie

Notaris Charles Bréguigny, makelaar te Antwerpen

Prijs (bij aan-/verkoop vermeld) NLG. 17.010,-

Bijzonderheden: schip lag bij aankoop/verkoop in de Tweede Haven te Antwerpen






Researcher/datum research ML/011106

Naam ROTTERDAMS WELVAREN
Archiefinstelling Nationaal Archief Den Haag
Jaar 1821
Toegang 3.03.56
Inventaris 65

Bronnen

Jaar: 0000
Bron: Diverse Bronnen
Omschrijving: N.A. Den Haag, archiefnummer Rott.3.03.56.98
N.A. Den Haag, toegang nummer 2.08.01.07, diverse bestanddelen zeebrieven
www.zeeuwsarchief.nl diverse bestandsdelen
Gebouwde schepen van de 19e eeuw Middelburgs Commercie Compagnie
Gedenkboek A. van Hoboken & Co., 1774-1924
AAA = Advertenties, aankondigingen en verschillende berigten van Amsterdam
AC = Amsterdamsche Courant
AH = Algemeen Handelsblad
BC = Bataviasche Courant
DC = Dordtsche Courant
JC = Javaasche Courant
MCO = Middelburgsche Courant
OHC = Opregte Haarlemsche Courant
RC = Rotterdamsche Courant
Documentatie Stichting Nederlandse Kaap Hoorn-vaarders (SKHV), w.o. collectie Hoedemaker/Smit/Suyk