Inloggen
JOHANNA CHRISTINA - ID 14719


In dienst
Onder Nederlandse Vlag tussen:1854-06-16 / 1872-12-00 | Reden uitgevlagd: Verkocht naar het buitenland
Verkocht naar buitenland: Noorwegen

Identification Data

Bouwjaar: 1854
Categorie: Cargo vessel
Voorstuwing: Sailing Vessel
Type: Bark
Masten: Three masts
Material Hull: Wood, sheathed with copper
Dekken: 2
Construction Data

Scheepsbouwer: Cornelis Smit, Alblasserdam, Zuid-Holland, Netherlands
Delivery Date: 1854-06-06
Technical Data

Gross Tonnage: 375.00 lasts
Gross Tonnage 2: 710.00 tons (oude meting)
 
Zeebrieven en Turksche passen

Record type Zeebrief
Zeebrief jaar: 1854
Datum agenda: 1854-06-16
Register nr: 18540526
Scheepsnaam: JOHANNA CHRISTINA
Type: Bark
Lasten: 375
Gebouwd in binnen- of buitenland: Binnenlands
Zeebrief / Turksche pas verzocht door: Smit Cz., J.
Plaats: Alblasserdam
Kapitein op moment van verzoek: Santen, J.H. van
Opmerkingen: nieuwe zeebrief

Bekijk de overige zeebrieven / Turksche passen van dit schip
Ship History Data

Date/Name Ship 1854-06-06 JOHANNA CHRISTINA
Manager: Jan Smit Czn. en Cornelis Smit, Alblasserdam, Zuid-Holland, Netherlands
Eigenaar: Partenrederij onder boekhouderschap van genoemde manager, Alblasserdam, Zuid-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Alblasserdam / Netherlands

Date/Name Ship 1870-06-03 VIER GEBROEDERS
Manager: Jan Smit Czn., Alblasserdam, Zuid-Holland, Netherlands
Eigenaar: Partenrederij onder boekhouderschap van genoemde manager, Alblasserdam, Zuid-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Alblasserdam / Netherlands
Additional info: Verdoopt

Bezitters van parten (aandelen) in het schip

Jan Smit Corneliszoon, boekhouder, Alblasserdam   6/30e part
Cornelis Smit, Alblasserdam                                 24/30e part

Ship Events Data

1872-08-31: Damaged
St. Helena, 26 september. 1872 Het schip VIER GEBROEDERS, kapt. Ruhaak, van Java hier aangekomen, heeft de 30e en 31e augustus bij Kaap Agulhas zeer slecht weder gehad en daardoor zeilen, verschansing en relingen verloren en enige bladen koper kwijtgeraakt. Het koper is aangespijkerd.
1872-12-00: Sold to foreign country
Na aankomst in Nederland in november 1872 wordt de VIER GEBROEDERS naar Noorwegen verkocht.

Gezagvoerders

Familiegegevens en opleiding

Johann Hermann von Santen werd geboren te Emden in 1819 als tweede zoon van Otto Christian von Santen (1788-1853), rentmeester en ontvanger te Pewsum, later belastinginspecteur te Hildesheim, en Anna Meyer uit Bremen, dochter van de graanhandelaar Johan Hermann Meyer.

Zijn oudere broer was Hieronymusw Ibeling von Santen (1818-1894), een bekende kapitein te Bremen en gezagvoerder van o.a. de “Gustav” op de route Bremen-Baltimore/New York van de Norddeutsche Lloyd

Volgens het bevolkingsregiste ven Krimpen aan de Lek had Johann von Santen zich op 01 juni 1841 als stuurman ter koopvaardij in Krimpen gevestigd en woonde hij in bij de schipper Johannes van Vlijmen en Maria van Krimpen. Hij was indienst van de scheepsbouwers Jan en Kees Smit.

Johann trouwde op 06 juni 1850 te Krimpen met Elisabeth Maria van der Mijle, geboren in 1825 te Ouderkerk aan de IJssel als dochter van de steenfabrikant Anthonie van der Mijle te Dubbeldam en Anna Herfst. Zij overleed in 1909 te Amsterdam.

Johann werd genaturaliseerd op 15 december 1857

In het jaar 1877 overleed te Krimpen a.d.Lek, de oud-Kapitein J.H.van Santen, die sinds 1859 boekhouder was van de Reederij (J.H.van Santen) te Krimpen a.d.Lek; toendertijd voeren er nog vier schepen onder zijn vlag”026(39/312). Volgens de Memorie van Successie in 1877 was hij scheepsreder en koopman, waarschijnlijk in scheepsproviandering. Bij zijn woning was een winkel en een pakhuis.

Hij was kapitein op de Graafstroom in 1852 en op de Johanna Christina (1854-1856). In 1857 werd hij directeur van de in mei opgerichte Stoombootdienst op op de Lek. Daarnaast trad hij als zelfstandig reder op. Gegevens per e-mail dd 26 juni 2009 van J.H. von Santen

 

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

J.H. van Santen was met vlagnummer R268 in de periode 1849 t/m 1877 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In het Jaarverslag 1877 van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat hij in 1877 is overleden058.

 

De schepen van de kapitein

In de Jaarverslagen van de Maatschappij staat kapitein J. van Santen met vlagnummer R268 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:

*            1849, 1851          van de bark “Graafstroom”                          281 last varend voor J. Smit te Alblasserdam

*            1855, 1858, 1859 van de bark “Johanna Christina”   376 last varend voor J.Smit te Alblasserdam

*            1862 t/m 1867 en 1874 is hij vermeld als gezagvoerder maar zonder schip en reeder

 

Bouma025 vermeldt J.H.van Santen als gezagvoerder gedurende:

  • * 1850 t/m 1853 op de bark “Graafstroom”, gebouwd in 1848, 530 ton o.m., varend voor J.Smit Cz te Alblasserdam. Het schip werd in 1854 verkocht aan Bunge & Co te Amsterdam en herdoopt in “Laura en Adèle”;
  • * 1854 op de bark “den Elshout”, gebouwd in 1844 aan de Elshout, 629 ton o.m., varend voor J. van Vollenhoven te Rotterdam
  • * 1855 t/m 1856 op de bark “Johanna Christina”, gebouwd in 1854 op de werf van Cornelis Smit te Alblasserdam, 710 ton o.m., varend voor J.Smit Cz te Alblasserdam.

 

Overige bijzonderheden

In een extract uit het journaal van de bark “Java” onder kapitein Leendert Tuk, zeilende op de hoogte van 19o18’ZB/ 70o21’OL staat het overlijden gemeld van een matroos. Één van de ondertekenaars was de stuurman I.H. van Santen115. Uit navolgend overzicht van kapitein Johann Hermann von Santen zou het hier kunnen gaan om diens broer Hieronimus Ibeling van Santen – zie hierna)

Ontleend aan van Blokland-Visser064:

In 1863 was hij reder van zijn schip de bark “Bastiaan Pot, 400 last, op 17 juli 1863 op de werf van de Gebr. Pot aan de Elshout te Kinderdijk te water gelaten Het schip werd vernoemd naar de vader van de Gebr. Pot. De eerste kapitein was Pieter v/d Hoog uit Krimpen aan de Lek.

In 1866 laat hij weer op de werf van de Gebr. Pot de bark “Antje” bouwen en na zijn overlijden wordt hij in de rederij opgevolgd als reder door Pieter v/d Hoog.064

 

ONDERSTAAND OVERZICHT WERD TOEGESTUURD OP 19 JUNI 2009 DOOR DE HEER J.H. von SANTEN

J.H. von Santen (1819-1877)

De uit Antwerpen afkomstige familie Van/von Santen behoorde tot de calvinistische elite van de stad Emden die het na de politieke en religieuze omwenteling aan het einde van de zestiende eeuw voor het zeggen had gekregen. De lakenhandelaar Hans Pauls van Santen (1578-1641) was in de zeventiende eeuw Veertiger en raadsheer geweest en diaken van de gereformeerde gemeente. In de achttiende eeuw raakten zij door huwelijk geparenteerd aan de invloedrijke familie Von Rehden (uit Leer) en kwamen zij opnieuw in het centrum van macht en invloed. Otto Christian von Santen (1713-1793) werd in 1774 Veertiger en zijn neef Hieronymus Ibeling von Santen was meer dan vijftig jaar burgemeester van Emden (1782-1835). De scheepskapitein Johann Hermann von Santen was zijn kleinzoon.

J.H. von Santen werd geboren 30 oktober 1819 te Emden als tweede zoon van Otto Christian von Santen (1788-1853), rentmeester en ontvanger te Pewsum, later belastinginspecteur te Hildesheim, en Anna Meyer uit Bremen, dochter van de graanhandelaar Johann Hermann Meyer. Zijn oudere broer Hieronymus Ibeling von Santen (1818-1894) was een bekende scheepskapitein te Bremen en gezagvoerder van o.a. de Gustav op de route Bremen-Baltimore/New York van de Norddeutsche Lloyd en de even bekende kapitein van de Schiller, Claus Bahr (1822-1890) was getrouwd met hun zuster Marie Elisabeth.

Volgens het bevolkingsregister van Krimpen a/d Lek had Von Santen zich op 1 juni 1841 als stuurman ter koopvaardij in Krimpen gevestigd en woonde hij in bij de schipper Johannes van Vlijmen en Maria van Krimpen. Hij trouwde 6 juni 1850 te Krimpen met Elisabeth Maria van der Mijle (Ouderkerk a/d IJssel 1825 - Amsterdam 1909), dochter van de steenfabrikant te Dubbeldam Anthony van der Mijle en Anna Herfst.

Uit dit huwelijk werden vier zoons en een dochter geboren.  

Getuigen bij het huwelijk: Anthony Johannis van der Mijle, 26 jaar, grutter (broer van de bruid); Johan Geyl, 25 jaar, onderwijzer (zwager van de bruid); Johannes van Vlijmen, 33 jaar, schipper; Jan de Haas, 23 jaar, gedelegeerd ontvanger.

De huwelijksakte vermeldt Von Santen als kapitein ter koopvaardij, wonende Krimpen a/d Lek.

Hij is genaturaliseerd op15 december 1857 (Stbl.149).

Volgens de Memorie van Successie 1877 was hij scheepsreder en koopman (waarschijlijk scheepsproviandering: bij woning winkel en pakhuis).

Von Santen arriveerde juli 1852 als gezagvoerder met de Graafstroom (werf J. Smit Czn: houten driemastbark bouwjaar 1843/1849?) bij Port Wakefield, Zuid-Australië. (Zie South Australian Passengers List 1852). Het schip maakte nog drie reizen naar Australië (1853-1855) onder kapitein K.J. Swart, maar werd later verkocht en herdoopt in Baron van Pallandt [zie www.scheepbouw-Alblasserdam.nl = website van Cees van Homoet]. Von Santen werd vervolgens kapitein op de nieuw gebouwde bark Johanna Christina (werf Corn. Smit) waarvan hij voor 1/30 part mede-eigenaar was. Met dit schip maakte hij twee reizen naar de Oost (1854-1856).

In 1857 werd Von Santen directeur (‘boekhouder’) van de Stoombootdienst op de Lek Fa Von Santen & Co., opgericht in mei 1857. Het oprichtingskapitaal bedroeg ƒ 21.150 ; er waren dertien aandeelhouders onder wie vijf heren Smit, M. Lels, A. Pot, B. Boogaerdt en J.H. von Santen. Commissarissen waren M. Lels en K. Smit Jr. De stoomboot Stad Schoonhoven werd gekocht voor ƒ 7.500. 4 augustus 1857 werd vergunning verleend door Gedeputeerde Staten.en op 10 augustus de dienst aangevangen.In 1860 een tweede boot en 1865 een derde. De familie Smit leende het benodigde kapitaal en het kantoor was gevestigd op de werf van Smit in Krimpen. De naam werd later veranderd in NV Reederij op de Lek In 1877, het jaar dat Von Santen overleed, had de onderneming drie raderboten en drie schroefstoomboten in bedrijf.

In 1869 begon Von Santen een Stoombargedienst tussen Vreeswijk en Utrecht, hetzelfde jaar uitgebreid tot IJsselstein. In 1873 werd het vaarschema van de Stoombootdienst op de Lek hierop aangesloten. In 1871 opende hij een stoombootdienst Utrecht-Muiden op deVecht.

Zo beheerde Von Santen een heel net van stoombootdiensten waaruit in 1896 de NV Stoombootdienst op de Lek zou ontstaan. Daarmee is hij een pionier geweest van het streekvervoer.

(In 1922 begon de Reederij op de Lek een eigen busdienst die in 1942 ging samenwerken met de NV Autobusdiensten Vereeniging te Jutphaas, voortgekomen uit de Stoombargedienst van Von Santen. Later richtten de twee ex-rederijen de NV Vervoers Maatschappij De Twee Provinciën op, die het streekvervoer tussen Utrecht-Gouda-Gorinchem-Rotterdam-Dordrecht beheerste en in 1972 een dochter werd van de NS om uiteindelijk op te gaan in Connexion).

[‘Overigens had Culemborg nog eerder dan Schoonhoven een eigen stoombootdienst. Reeds in 1850 of 1851 opende de Culemborgsche Stoombootreederij van de firma Van Hoytema & Co een dienst naar Rotterdam met de nieuw gebouwde ijzeren raderboot Stad Culemborg. Dit was een veel groter en moderner schip dan de toen al ouderwetse, tweedehands aangeschafte kleine houten raderboot Stad Schoonhoven, waarmee J.H. von Santen & Co in 1857 van start ging. Toch heeft de Culemborgse rederij het moeten afleggen nadat Von Santen in 1869 de ijzeren Stad Schoonhoven verving, overigens ook door een tweedehandse. Dit was de in 1859 gebouwde Willem I van de dienst Nijmegen-Rotterdam van de Stoombootonderneming Theunissen en Cie, de voorloper van de Nijmeegsche Stoomboot Reederij. In 1865 nam Von Santen de Stad Culemborg van Van Hoytema over en hernoemde deze in Vreeswijk‘]

[uit: ‘De Kuilenburgse boot’]

Von Santen trad ook als zelfstandig reder op. Tussen 1859 en 1877 had hij de volgende schepen in de vaart:

1859-1861: bark Catharina Maria (geb. 1846; ex Joost van Vollenhoven, Rotterdam) kap. A.T. Schuchardt (1863 i.d.v. F.H. von Lindern te Alblasserdam). 1861 afgekeurd aan Kaap de Goede Hoop en verkocht voor 700 Pond.

1859-1860 bark Jonge Jan (ex C. Smit, Alblasserdam) kap. E.H. Pfeiffer. 1860 verkocht aan P.A. van der Drift & Co te Alkmaar.

1864-  bark Bastiaan Pot (geb. 1863 bij Gebr. Pot, Elshout, voor een groep aandeelhouders). Kap. P. van der Hoog; 1867 J.D.P. van Zetteler.

1864-  driemaster Minister Pahud (ex Wm Ruys & Zonen; geveild Rotterdam 27 0ktober voor f 35.500). Kap. E. Lipjes. 1868 niet meer vermeld.

1866-  driemaster Antje. Kap. P.van der Hoog.

1868-1870 bark Tollens (geb. 1856; ex Pistorius & Bicker Caarten; geveild Rptterdam 14 mei en 19 juli 1867 voor f 30.800). Kap. B.Verhagen, 1870 H.J. Muller. 1870 vergaan in Indië.

1871-1877 bark Elisabeth Maria (ex Ida Elisabeth, 1855-56 geb. voor W.Ruys J.Dzn; 31 mei 1879 geveild voor f 27.700). Kap. H.J. Muller.1877 verkocht aan N. Brantjes te Purmerend; 1900 gestrand te Reval.

[bron: H. Sweys, Neerlands vloot en reederijen (1858 e.v.)]

 

Volgens de registers van Rijkstoezicht op het Stoomwezen had J.H. von Santen & Co 1857-1877 onderstaande stoomboten:

Stad Schoonhoven: (ex Willem de Eerste van de Nijmeegse Maatschappij) 1860 buiten dienst en 1861 gestopt.

Krimpen aan de Lek: J. en K. Smit, Kinderdijk –1864 overgegaan op J.H. von Santen en herdoopt in Langstraat voor de dienst Rotterdam – Langstraat (passagiers en goederen Rotterdam Varkensoord).

Sleepboot no 1: Sleepboot op de Nederlandse rivieren: gestationeerd te Vreeswijk

Vreeswijk: Diepeveen, Lels en Smit te K. J.H. von Santen & Co. Dienst Vreeswijk-Rotterdam

Streefkerk: Diepeveen, Lels en Smit. J.H. von Santen & Co. Schroefboot voor goederen en vee.

Groot Ammers : Diepeveen, Lels en Smit. J.H. von Santen & Co. Veeboot op de Ned. rivieren en kanalen.

Provincie Utrecht: IJsselstein, de Vecht en Vreeland. Drie schroefboten: J.H. von Santen & Co.

[bron: M.J. Bottema, Nederlandse stoomboten 1856-1925 (4 dln; z.p. 1984)]

Von Santen was sinds juli 1867 lid van de gemeenteraad van Krimpen en werd herkozen in juli 1873. Als beroep werd vermeld ‘winkelier’. Zijn zwager, de grutter A. van der Mijle, de houthandelaar B. Boogaerdt en de scheepbouwer K. Smit waren al langer lid, resp. sinds 1851, 1852 en 1863. In 1875 werd Von Santen tot wethouder benoemd. Hij was sinds 1853 lid van het Nut, van de sociëteit Harmonie en beschermheer van het Geuzenkorps Pro Patria (1875). Was hij in 1874 kandidaat voor de Tweede Kamer?

Von Santen overleed 19 april 1877, nog geen 58 jaar oud. De Schoonhovensche Courant bevatte een korte necrologie.

Literatuur

J.W.Th. Cohen Stuart, ‘N.V. Reederij op de Lek 100 jaar’, Nederlands Transport 17 (1957) 380-394.

W.J.J. Boot, Van Stoomboot Schoonhoven tot Kapitein Kok (Amsterdam 1985).

[A. Priester], ‘De reder J.H. von Santen 1819-1877; boekhouder bij J. & K. Smit’s Scheepswerven te Krimpen aan de Lek en directeur van de Rederij op de Lek’, Spiegel der zeilvaart 11 (1987) afl, 2, p.12-13.

Bram Belder, De Ouwe Werf: van Cornelis Smit tot Cornelis Verolme 1812-2005 (Alblasserdam 2005).         

 

 

Datum vanaf: 1854
Kapitein: Santen, Johann Hermann von
Overige informatie: 0

Familiegegevens en opleiding

Jan Rinjes de Boer werd geboren in 1819 te Norden als zoon van Rinje Heinke de Boer en Catharina Jans Bonn.

Hij trouwde met Tetje Christina Bonjer.

Hij overleed in op 09 november 1873 te Rotterdam. Hij was een neef van Ulrich Bonn - zie aldaar.064

 

Knipselcollectie Centraalbureau voor Genealogie te Den Haag

“Heden overleed plotseling, in den ouderdom van 53 jaren, mijn innig geliefde Echtgenoot, de Heer J.R. DE BOER, in leven Scheepsgezagvoerder, diep betreurd door mij, onze Kinderen en verdere betrekkingen.

Rotterdam, 10 November 1873         Wed. J.R. DE BOER Bonjer

Wegens buitelandsche betrekkingen eerst heden geplaatst.

NRC 15 november 1873

 

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

J.R.de Boer was met vlagnummer R105 in de periode 1847/48 t/m 1873 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

Geen

De schepen van de kapitein                                                                                                                                                                                

In de Jaarverslagen van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat kapitein J.R. de Boer met vlagnummer R105 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:

jaar     type                 naam                                  last                                   varend voor

1849, 1851, 1855      brik                                     Henrica                           127            J.J.Bonn te ’s Gravenhage

1858, 1859                 bark                                    Johanna Christina         375            J.Smit Cz te Alblasserdam

1862 t/m 1866           bark                                    Graafstroom                  392            J.Smit Cz te Alblasserdam

1867                            bark                                    Cornelia                          375            J.Smit Cz te Alblasserdam

 

Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093:

J.R. de Boer Johanna Christina             20 september 1859                                                                                                                                                   19 november 1860

Hij was in 1849 gezagvoerder op de bark “Graafstroom” van reder Jan Smit Cz. Hij nam in januari 1857 het gezag over van Ger Hinrichs Ruhaak op het fregat “Zes Gezusters”eveneens van Jan Smit Cz. Hij verloor dit schip op de uitreis naar Batavia op 21 maart 1857 bij Sunderland aan de Engelse NO kust. Het schip werd verbrijzeld en de bemanning gered005.

Bouma025 vermeld J.R.de Boer als gezagvoerder gedurende:

  • 1848 van de brik “Geertruida” ex Neerlands Kroonprinses”, gebouwd in 1826 te Rotterdam, 228 ton o.m., varend voor H.J.Bonn te Den Haag;
  • 1849 t/m 1858 op de brik “Henrica”, gebouwd in 1848 te Alblasserdam, 241 ton o.m., varend voor J.Bonn te ’s Gravenhage;
  • 1858 t/m 1861 op de bark “Johanna Christina”, gebouwd in 1854 te Alblasserdam, 710 ton o.m., varend voor J.Smit Cz te Alblasserdam;
  • 1862 t/m 1867 op de bark “Graafstroom”, gebouwd in 1858 te Alblasserdam, 600 ton o.m., varend voor J.Smit Cz te Alblasserdam;
  • 1868 t/m 1872 op het 3/m schip “Cornelia”, gebouwd in 1867 te Alblasserdam, 1456 ton o.m., varend voor J.Smit Cz te Alblasserdam

en J.R.Boer (zonder de) van:

  • 1857 op de bark “Zes Gezusters”, gebouwd in 1850 te Alblasserdam, 695 ton o.m., varend voor J.Smit Cz te Alblasserdam. Het schip strandde in maart 1857 bij Sunderland.

 

Overige bijzonderheden

Ontleend aan. van Blokland-Visser064 het volgende:

Hij was van 1849 tot 1857 gezagvoerder op de bark “De Graafstroom”(1) van reder Jan Smit Cz en nam in januari 1857 de functie van gezagvoerder over van Gerd Hinrichs Ruhaak op de driemastbark “De Zes Gezusters” van Jan Smit Cz te Alblasserdam. Hij verloor het schip op de uitreis naar Batavia op 21 maart 1857 bij Sunderland aan de noordoost kust van Engeland. Het schip werd verbrijzeld en de bemanning gered.

In 1849 was hij gezagvoerder op het fregat “Cornelia” van reder Jan Smit Cz te Alblasserdam. Van zijn reis naar Batavia 1871/72 is de briefwisseling bewaard gebleven tussen hem en zijn patroon Jan Smit Cz.

Zierikzeesche Courant 02 april 1864

Te Brouwershaven is gearriveerd op 29 maart 1864  de “Graafstroom”, kapt. J.R. de Boer, komend van Batavia op weg naar Rotterdam. Als passagiers zijn aangebracht 2 gepasporteerde marine matrozen.

 

 

Datum vanaf: 1857
Kapitein: Boer, Jan Rinjes de

Familiegegevens en opleiding

Simon le Clercq werd geboren op 27 februari 1832 te Goes als zoon van de Nederlands Hervormde Huibertus le Clercq en Clasina Jordina. Hij woonde te Rotterdam o.a. aan de Leuvenhaven, Wijk 3 nr. 334 (nieuw nr. 197), de Leuvenhaven nr. 171, de Rosestraat nr. 20 en de Maaskade nr. 66.

Hij was gehuwd met Maartje Dronkers, geboren 15 oktober 1830 te Goes, Nederlands Hervormd, overleden op 29 augustus 1883. Zijn dochter Jordine, geboren te Goes, trouwde in 1885 te Alblasserdam met Cornelis Pott, geboren 07 juni 1856 te Alblasserdam als zoon van Harm Geerts Pott en Geertje van der Hoogt. Deze Cornelis Pott was 1e stuurman bij zijn schoonvader

Simon overleed te Rotterdam aan de Maaskade op 08 mei 1884005.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

  1. le Clercq was met vlagnummer R104 in de periode 1861 t/m 1885 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

S.le Clercq was in 1883 “afwisselend commissaris” van de Maatschappij058.

 

De schepen van de kapitein

In de Jaarverslagen van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat kapitein S. le Clercq met vlagnummer R104 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:

*    1862 t/m 1867      van de bark “Johanna Christina”      375 last                 voor J.Smit Cz te Alblasserdam

      1874                       van het fregat “Cornelia”                   769 last                 voor J.Smit Cz te Alblasserdam

*    1877, 1878            van het fregat “Cornelia”                   1456 ton o.m.      voor J.Smit Cz te Alblasserdam

*    1880, 1881            van het fregat “Cornelia”                   1285 ton n.m.      voor J.Smit Cz te Alblasserdam

*    1882 t/m 1884      geen vermelding van schip en boekhouder

 

Bouma025 vermeldt S.le Clercq als gezagvoerder gedurende:

*    1862 t/m 1868 op de bark “Johanna Christina”, gebouwd in 1854 te Alblasserdam, 710 ton o.m., varend voor J.Smit Cz te Alblasserdam;

*    1869 t/m 1874 van de bark “Graafstroom”, gebouwd in 1858 te Alblasserdam, 620 ton o.m., varend voor J.Smit Cn te Alblasserdam;

*    1875 t/m 1882 op het 3/m schip “Cornelia”, gebouwd in 1867 te Alblasserdam, 1456 ton o.m., varend voor J.Smit Cz te Alblasserdam.

 

Overige bijzonderheden

Foto van kapitein S.le Clerque (nr.5) beschikbaar047. (is dit een Nederlandse gezagvoerder?)

 

In het dagboek van de Roever 074 staat een passage ten tijde van zijn reis als gezagvoerder met de “Anna en Elise” die betrekking heeft op kapitein le Clercq

Op de reede van Shields bij Newcastle upon Tyne, 10 april 1863.

“… ten 4u in den morgen van den 20ste kwam voornoemde stoomboot (om de “Anna en Elise” uit de haven te slepen) weder langs zijde, ligten het anker … en waren alzoo ten 5u op de rivier tijne, voor de stad Shields aan de moorings met kettings vast naast het Ned. Barkschip Johanna Christina, … “.

 

Ontleend aan. van Blokland-Visser064 de volgende bijzonderheden:

Simon le Clercq in 1860 was 1e stuurman op de bark “Graafstroom” onder kapitein Gerd Heinrich Ruhaak. Hij voer met de “Graafstroom” op 03 oktober 1860 ’s avonds om 11 uur op 43o NB en 25o WL (Bron: Gemeentearchief van Rotterdam, Burgerlijke Stand Overlijden Rotterdam 1860 Deel E, folio 170, aktenr. 3325)062a.

 

 

Datum vanaf: 1862
Kapitein: Clerque (Clercq), Simon Le

Familiegegevens en opleiding

Geen

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

W.H.K.E.Rösingh was met vlagnummer R61 in de periode 1867 t/m 1884 lid voor de vlag van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart. Dat betekent dat hij wèl de maatschappijvlag mocht voeren, maar geen aanspraak had op financiële tegemoetkomingen058.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

Geen

 

De schepen van de kapitein

In de Jaarverslagen van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat kapitein W.H.K.S.Rösingh met vlagnummer R61 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:

*   1867                      van de bark “Graafstroom”       392 last varend voor J.Smit Cz te Alblasserdam

*   1874, 1877, 1878 van het fregat “Johanna”            797 last varend voor J.Smit Cz te Alblasserdam

*   1880, 1881           van de bark “Graafstroom”       1359 last varend voor J.Smit Cz te Alblasserdam

*   1882                      geen vermelding van schip en boekhouder

 

Bouma025 vermeldt W.H.K.E. Rösinghals gezagvoerder gedurende:

*   1868 van de bark “Graafstroom”, gebouwd in 1858 te Alblasserdam, 620 ton o.m., varend voor J.Smit Cn te Alblasserdam;

*   1869 t/m 1870 van de bark “Johanna Christina”, gebouwd in 1854 te Alblasserdam, 710 ton o.m., varend voor J.Smit Cz te Alblasserdam. Het schip werd in 1871 door dezelfde reeder herdoopt in “Vier Gebroeders”;

*   1871 t/m 1879 van het 3/mschip “Johanna”, gebouwd in 1870 te Alblasserdam, 1379 ton o.m., varend voor J.Smith Cz te Alblasserdam;

*   1880 t/m 1881 van het 3/mschip “Graafstroom”, gebouwd in 1879 te Alblasserdam, 1359 ton n.m., varend voor J.Smit Cz te Alblasserdam.

 

Overige bijzonderheden

Geen

 

 

Datum vanaf: 1868
Kapitein: RÖSINGH, W.H.K.E.

Familiegegevens en opleiding

Gerd Hendrik Ruhaak werd geboren op 28 september 1843 te Alblasserdam als zoon van kapitein Gerd Henrichs Ruhaak en Johanna ’t Hoen. In 1879 vestigde hij zich in Soerabaja, waar hij samen met zijn broer Jan Adrianus Ruhaak de Machinefabriek Ruhaak & Co oprichtte en tevens de Handelsmaatschappij “Surabaya”.064

Hij overleed in 1889 te Surabaja..

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

  1. H. Ruhaak was met vlagnummer R38 in de periode 1870 t/m 1881 lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart. In de Jaarverslagen van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat hij vanaf 1874 vermeld als lid voor de vlag. Dit betekent dat hij wèl de maatschappijvlag mocht voeren, maar geen recht had op financiële tegemoetkomingen058.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In het Jaarverslag 1881 van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat hij in 1881 voor het vlaggenlidmaatschap heeft bedankt, maar wèl honorair lid bleef058.

 

De schepen van de kapitein

In de Jaarverslagen van de Maatschappij staat kapitein G.H.Ruhaak met vlagnummer R38 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:

*   1874                      geen vermelding van schip en boekhouder

*   1877, 1878           van het fregat “Gebroeders Smit”     1434 ton o.m.  varend voor J.Smit Cz te

                                                                                                                                   Alblasserdam

*   1880                      geen vermelding van schip en boekhouder

 

Bouma025 vermeldt G.H.Ruhaak als gezagvoerder gedurende:

*   1871 t/m 1873 op de bark “Vier Gebroeders” ex Johanna Christina, gebouwd in 1854 op de werf van Cornelis Smit te Alblasserdam, 717 ton o.m., varend voor J.Smit Cz te Alblasserdam. Het schip werd in 1873 verkocht naar Noorwegen;

*   1874 op de houten bark “Noord Brabant” ex Armada, gebouwd in 1859 te Kennebunkport, Maine, USA, varend voor G.v.d. Beek te Waalwijk. Het schip werd in 1874/75 verkocht aan Reederij Van Zeijlen en Decker te Rotterdam en herdoopt in “Erasmus”025 en 052;

*   1876 t/m 1879 op het fregat “Gebroeders Smit”, gebouwd in 1875 op de werf van Jan Smit Cz te Alblasserdam, 1534 ton o.m., varend voor J.Smit Cz te Alblasserdam.

*   1881 t/m 1884 op hetzelfde schip en voor dezelfde reder. Dit moet zijn H.G.Ruhaak.

 

Overige bijzonderheden

"Op de werf van Jan Smit Corneliszoon te Alblasserdam ... bouwde men aldaar voor eigen reederij in 1875 het fregat "Gebroeders Smit". Dit mooie schip van 1534 ton werd uitgehaald door Kapt.G.H.Ruhaak, die voordien de meeste schepen van Jan Smit onder zijn commando had"026(39/284).

 

Foto (nr.65) beschikbaar van kapitein G.H.Ruhaak047

 

Het fregat “Noord Brabant” onder kapitein G.H.Ruhaak vertrok in 1873 van Montevideo en arriveerde op 19 december 1873 te San Francisco. Vertrek op 14 januari 1874 naar Liverpool met aankomst 02 juli. Het schip kwam te Hellevoetsluis op 22 september 1874. Op heen- en terugreis werd Kaap Hoorn gerond.121

 

In het Commissie verslag van de “Enquete omtrent den Toestand van de Nederlandsche Koopvaardijvloot 1874-1875” staat een verslag van het interview dd 04 augustus 1874 met Dirk Cornelis Rietbergen, waarin de bouwwijze van Nederlandse klippers zoals de Noachs wordt vergeleken met Amerikaanse theeclippers. Onze schepen worden beter geacht dan de Amerikaanse “die toch ook goed gebouwd zijn. Deze doen in den regel langere reizen dan de onze. Zoo is het met de Noordbrabant, op het oogenblik het grootste schip van onze vloot, dat een Amerikaansch schip is hetwelk men hier gekocht heeft en dat nu te Liverpool ligt. De reederij zal het verkoopen, ofschoon het goed gebouwd is; maar het is een onhandelbaar schip in zee; het loopt sleccht en stuurt slecht….

 

 

Datum vanaf: 1870
Kapitein: Ruhaak, Gerd Hendrik

Kroniekberichten

Toon kroniekberichten
Akten

Kantongerecht Sliedrecht Archiefnummer NAHaag 3.03.37.138.22

foto 0350 - 0353

Cedule
Naam schip JOHANNA CHRISTINA

plaats en datum acte eigendomsbewijs, Sliedrecht, datum?

type schip bark

bouwwerf/verkoper

gevoerd door kapt.

eigenaar/aankoper zie bijlage

te voeren door kapt. J.H. van Santen

grootte in tonnen 710 tonnen, 375 lasten

tuigage/aantal dekken 3 masten, 2 dekken

afmetingen

kiellegging

tewaterlating gebouwd te Alblasserdam

plaats / datum registratie Papendrecht, 6 juni1854

nummer van registratie deel 18 blad 71 recto vak 8

notaris Mr. Antonie Paulus Weggeman Guldemont, kantonrechter te Sliedrecht

prijs

bijzonderheden: Getoond wordt de bijlbrief; het schip ligt thans te Alblasserdam


researcher/datum research: FM 01/1215


Bijlage bij acte 22 van 1854 van het schip Johanna Christina

Eigenaren:

Jan Smit Corneliszoon, boekhouder Alblasserdam 6/30e part
Cornelis Smit Alblasserdam 24/30e part







researcher/datum research: FM 06/1215

Naam JOHANNA CHRISTINA
Archiefinstelling Nationaal Archief Den Haag
Jaar 1854
Toegang 3.03.37
Inventaris 138

Bronnen
Documentatie Stichting Nederlandse Kaap Hoorn-vaarders (SKHV), w.o. collectie Hoedemaker/Smit/Suyk