Familiegegevens en opleiding
Geerhardus Bakker werd geboren te Sappemeer op 04 februari 1817 als zoon van de schipper Willem Andries Bakker en Geertje Geerts Gnodde. Hij was de jongere broer van de kapitein Geert (Willems) Bakker.
Hij trouwde op 21 januari 1851 te Sappemeer als schipper met Sebina van der Baan, geboren te Sappemeer op 30 oktober 1822 als dochter van de boekverkoper en broodbakker Steven van der Baan en Gepke Berends Deddes. Zij overleed op 13 juni 1905 te Delfzijl, 82 jaar.
In en om het Oude Veenlust” door M.Steenhuisen.. Uitgave zonder jaartal bij N.V. de Noord-Ooster te Wildervank. 143 pp. Aanwezig in het Veenkoloniaal Museum te Veendam.
p.90/91: “Men sprak graag over de sluier, die err hing over de verdwijning van kapitein G.W.Bakker uit Sappemeer, van wie alleen het bijbeltje door een missionaris in een grot in China teruggevonden werd als een stomme getuige van wat hem en vele opvarenden ervoeren, na hun vertrek op 8 Februari 1857 met 318 Chinese koelies aan boord van de Henriette Maria uit Macao. Klaarblijkelijk waren hij en zijn stuurlieden niet gehaaid genoeg tegen een dergelijk lading gespuis, voor wie de Europeanen de barbaar is. In die tijd werden er heel wat ladingen koelies naar Havanna en andere havenstedden in West-Indië vervoerd, maar daarbij werden nauwlettend voorzorgen genomen en werd zeer hard opgetreden.”
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
G.W.Bakker was met vlagnummer R230 in de periode 1847/48 t/m 1856 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.
Ger.W. Bakker was effectief lid van het zeemanscollege “De Vooruitgang” te Sappemeer met vlagnummer 3 in de periode 1849 t/m 1858.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In het Jaarverslag 1858 van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat de weduwe van kapitein G.W.Bakker een uitkering heeft gekregen van f 236, 11 voor een periode van 16? maand voor haar en haar kind. (wellicht is hieruit te concluderen dat kapitein Bakker is overleden deze ruim 16 maanden eerder, zijnde begin augustus 1856. In 1859 kreeg de weduwe Bakker een uitkering van f 170,- voor haar en haar kind058.
De schepen van de kapitein
In de Jaarverslagen van de Maatschappij staat kapitein G.W.Bakker met vlagnummer R230 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:
1849, 1851 van de sch.kof “Neptunus” ? last varend als kapitein/eigenaar vanuit Rotterdam
1855 van de bark “Henriette Maria” 315 last varend voor Vaesen & Steinaus te Rotterdam
Bouma025 vermeldt G.W.Bakker als gezagvoerder gedurende:
* 1843 t/m 1848 van de kof “Neptunus”, gebouwd in 1827, bouwplaats niet vermeld, 106 ton o.m., varend voor S.Meihuizen te Hoogezand. (in 1834 zou ene van Calcar te Sappemeer eigenaar zijn geworden, maar ik heb de bron van dit bericht niet genoteerd.)
* 1849 t/m 1854 van de sch.kof “Neptunus”, gebouwd in 1845 te Hoogezand, 118 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Sappemeer;
* 1855 t/m 1858 van de bark “Henriëtte Maria”, gebouwd in 1854 te Delfshaven, 582 ton o.m., varend voor Vaesen & Steinhaus te Rotterdam. Het schip werd in 1859 herdoopt in “Henriëtte Gerardina Suzanna”.
Overige bijzonderheden
Geen,
Familiegegevens en opleiding
Geen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
J.Verburg was met vlagnummer R369 in de periode 1855 t/m 1858 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
In het Jaarverslag 1858 van het College (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat hij in dat jaar, op grond van Artikel 37 van het Reglement (d.i. het niet voldoen aan de financiële verplichtingen) uit het College is gezet058
De schepen van de kapitein
In het Jaarverslag 1855 van de Maatschappij staat kapitein J.Verburg met vlagnummer R369 in de ledenlijst als gezagvoerder van de bark “Johannes Marinus”, 326 last, varend voor F.H. von Linder te Alblasserdam058.
Bouma025 vermeldt J.Verburg alsgezagvoerder gedurende:
* 1857 van het 3/mschip “Johannes Marinus”, gebouwd in 1841 te Elshout, 610 ton o.m., varend F.H. von Lindern te Rotterdam. Het schip werd in 1857 afgekeurd te Batavia.
Overige bijzonderheden
Het fregat “Johannes Marinus” onder kapitein J.Verburg was te Cardiff op 27 juli 1855 en op 27 mei 1856 te Callao, dus via Kaap Hoorn. Op 07 augustus 1856 keerde het schip terug naar Engeland, maar verdere aankomstgegevens ontbreken.121
Familiegegevens en opleiding
Geen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
A.Sissingh was met vlagnummer R206 in de periode 1853 t/m 1885 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
In het Jaarverslag 1885 van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat hij in dat jaar voor het lidmaatschap heeft bedankt058.
De schepen van de kapitein
In de Jaarverslagen van de Maatschappij staat kapitein A.Sissingh met vlagnummer R206 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:
- * 1853 bark “Johanna Maria” 250 last Vaesen & Steinhaus te Rotterdam 1862 t/m 1864 bark “Henrietta Gerardina Susanna” 307 last Vaesen & Steinhaus te Rotterdam
- * 1865 t/m 1867, 1874 bark “Landbouw” 383 last Vaesen & Steinhaus te Rotterdam
- * 1877, 1878, 1880 t/m 1883 geen vermelding van schip en boekhouder
Bouma025 vermeldt A.Sissingh als gezagvoerder gedurende:
* 1858 van de bark “Johanna Maria”, gebouwd in 1851 te Delfshaven, 474 ton o.m., varend voor Vaesen & Steinhaus te Rotterdam;
* 1866 t/m 1870 van de bark “Landbouw”, gebouwd in 1856 te Papendrecht, 725 ton o.m., varend voor Vaesen & Steinhaus te Rotterdam;
* 1871 van de bark “Robertus Hendrikus”, gebouwd in 1858 te Papendrecht, 754 ton o.m., varend voor Vaesen & Steinhaus te Rotterdam;
* 1873 t/m 1876 van de bark “Landbouw”, gebouwd in 1856 te Papendrecht, 725 ton o.m., varend voor Vaesen & Steinhaus te Rotterdam.
Overige bijzonderheden
A.Sissing vertrok op 21 november 1862 vanuit Hellevoetsluis met de “Henriette Gerarda Susanna” (sic) en 1 landmachtofficier. Hij arriveerde te Batavia op 23 februari 1863 na een reis van 94 dagen.
Op 09 november 1867 vertrok hij van Nieuwediep met de “Landbouw” en 1 landmachtofficier. Hij arriveerde te Batavia op 29 februari 1868 na een reis van 112 dagen065.
Bremer094 vermeldt de stranding van de bark “Landbouw”op 11 augustus 1876 in het Schulpengat. Geen gezagvoerder vermeld.
Familiegegevens en opleiding
Peter Ipsen Dam werd geboren op 10 januari 1820 te Neksoe in Denemarken als zoon van de Lutherse Lars Peter Dam, zeeman, en Kristine Albertine Hei.
Hij trouwde op 24 maart 1852 te Rotterdam met Maria van Essen, dochter van Harmen Hinrich van Essen en Jacominiena (Leeuweina) Steynmesh. Hinrich huwde later met Lodewika Johanna Wilhelmina Vorstman.
Peter overleed op 06 juni 1874 te Rotterdam aan de Steiger005.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
P.I.Dam was met vlagnummer R379 in de periode 1858 t/m 1874 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
In de Jaarverslagen van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat kapitein P.I.Dam met vlagnummer R379 als gezagvoerder in de ledenlijst van058:
* 1858, 1859, 1862 t/m 1864
bark “Johanna Maria” 250 last Vaesen & Steinhaus te Rotterdam
* 1865 t/m 1867 “Henriette Gerardina Susanna” 303 last Vaesen & Steinhaus te Rotterdam
Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093:
P.J.Dam Johanna Maria 10 april 1860 28 oktober 1861
Bouma025 vermeldt P.J. Dam als gezagvoerder gedurende:
* 1866 t/m 1873 van de bark “Henriëtte Gerardina Suzanna” ex Henriëtte Maria, gebouwd in 1854 te Delfshaven, 575 ton o.m., varend voor Vaesen & Steinhaus te Rotterdam;
* 1859 t/m 1865 van de bark “Johanna Maria”, gebouwd in 1851 te Delfshaven, 474 ton o.m., varend voor Vaesen & Steinhaus te Rotterdam.
Overige bijzonderheden
In: Gestikt in een ruw vat in branderij De Hoop. Een onbekende en unieke bron op het Nationaal Archief ontsloten door
B.van Dooren en L.M. van der Hoeven
Gens Nostra 62, p.143, 2007
“Op heden 10 december 1865 zeilende met het Nederlandse barkschip Henriette Gerardina Suzanna in de Zuider Atlantische Oceaan op 240 34 zuiderbreedte en 20 35 oosterlengte verklaarden Pieter Dorius Lusink, officier van gezondheid, tevens verloskundige, en Hendrik Arnoldus Heijmans, eerste stuurman, dat op die dag op de gemelde bodem is bevallen Johanna Wilhelmina Damen, geboren Vorstman, en echtgenote van Pieter opten Dam, van een kind van het vrouwelijk geslacht Henriette Gerardina Siuzanna.
Bijzonder is dat het kind de naam van het schip heeft gekregen. Op de akte prijkt het stempel van het Nederlandse consulaat op St.Helena.”
In “Reizen rond Kaap Hoorn onder Nederlandse vlag. Overzicht vanaf de ontdekking in 1616 tot het einde van de Nederlandse grote zeilvaart in 1911”. door H.Hazelhoff Roelfzema. Uitgave Stichting Nederlandse Kaap Hoorn-vaarder, 2010, 88 pp plus Bijlage met een Chronologisch Register van Reizen van 1616 tot 1911.121
-
69-71 Van Indié naar S. Francisco en om Kaap Hoorn naar Europa 1870-1871. Henriette Gerardina Suzanna, Doesborgh.
Het fregat “ Henriette Gerardina Suzanna” onder kapitein P.J.DamWerd in 1870 geregistreerd te Manzanillo aan de W.-kust van Mexico afkomstig uit Ned. Indié. Het leed op de terugreis schade bij de ronding van Kaap Hoorn en keerde terug te Bremen op 23 december. Een relaas van de reis is vastgelegd in een Levensschets van matroos W. van der Plas uit ca. 1928, als typoscript aanwezig in de bibliotheek van de Stichting Nederlandse Kaaphoornvaarders. Het geciteerde deel begint in Batavia in januari 1870. Het beschrijft in welhaas fonetisch nederlands o.a. het drossen van 4 zeelieden in Manzanillo. Met vier man minder werd Kaap Hoorn gerond. Via Falmouth ging het aan op Bremerhafen. Behalve schade te Kaap Hoorn werd ook schade geleden op de Gronden en teslotte raakte het schip bij Alte Weser aan de grond en moest daarvan af worden gesleept.
Familiegegevens en opleiding
Nicolaas Kreeft werd geboren op 13 oktober 1832 te Dokkum als zoon van Johannes Bonifacius Kreeft en Metje/Mettje Nammens Osinga.
Hij trouwde te Oosterzee, gem. Lemsterland op 03 januari 1864 als stuurman met Hiltje Cupaerus, geboren op 22 augustus 1834 te Sneek als dochter van Wijbe Cupaerus en Wilhelmina Wijbrandus Reinalda. Zij overleed te Meppel op 08 november 1900. Er zouden geen nakomelingen bekend zijn.
Nicolaas overleed te Meppel op 30 oktober 1901 als weduwnaar.
Uit: Genealogische Studies naar Geslachten Kreeft, Band II Friesland. door A.J.v.d.Pol, Waalre juni 1991
In de Bevolkingsregisters 1870-1880 en 1880-1917 te Den Helder wordt geen Kreeft genoemd.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
N.Kreeft was in de periode 1878 t/m 1894 met vlagnummer 29 effectief lid van het Helderse zeemanscollege de “Goede Bedoeling”. Hij wordt in de ledenlijsten van de Amsterdamsche Almanak voor Koophandel en Zeevaart t/m de jaargang 1887 genpemd als gezagvoerder van de Henriëtte Gerardina Susanna”
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt N.Kreeft als gezagvoerder gedurende:
* 1877 t/m 1886 van de bark “Henriëtte Gerardina Suzanna” ex Henriëtte Maria, gebouwd in 1854 te Delfshaven, 575 ton o.m., varend voor Vaesen & Steinhaus te Rotterdam. Het schip werd in 1886 te Nieuwediep gesloopt.
Overige bijzonderheden
Geen
|