Inloggen
ARINUS MARINUS - ID 12858


In dienst
Onder Nederlandse Vlag tussen:1820-08-10 / 1829-06-16 | Reden uitgevlagd: Sloop, afgekeurd

Identification Data

Bouwjaar: 1806
Categorie: Cargo vessel
Voorstuwing: Sailing Vessel
Type: Fregat
Masten: Three masts
Material Hull: Wood, oak, sheathed with copper
Dekken: 2
Construction Data

Scheepsbouwer: U.S.A.
Delivery Date: 1806-00-00
Technical Data

Gross Tonnage: 517.62 tons (oude meting)
 
Length 1: 33.41 Meters Registered
Beam: 9.55 Meters Registered
Depth: 4.45 Meters Registered
Configuration Changes

Datum 01-10-1821
Type: Additional Ship Data
Omschrijving: Afmetingen lang over stevens 33 el 4 palm 1 duim, wijd bij eerste balk grootluik binnen huid 9 el 5 palm 5 duim, hol in ruim bij eerste balk voor grootluik op uitwatering 4 el 4 palm 5 duim het verdek bij 1e balk voor grootluik hoog aan boord 1 el 7 palm, alles Nederlandse maat, zijnde 118 voet lang, 33 voet 8 duim breed en 15 voet 8 duim hol Amsterdamse maat.

Zeebrieven en Turksche passen

Record type Zeebrief
Zeebrief jaar: 1820
Datum agenda: 1820-08-10
Register nr: 18210960
Scheepsnaam: SIDNEY
Type: Fregat
Lasten: 230
Gebouwd in binnen- of buitenland: Buitenlands
Zeebrief / Turksche pas verzocht door: niet vermeld
Plaats: niet vermeld
Kapitein op moment van verzoek: niet vermeld
Opmerkingen: Eerste zeebrief
Noord-Amerikaans schip, in 1821 gekocht op publieke veiling te Rotterdam
na aankoop verdoopt in ARINUS MARINUS

Bekijk de overige zeebrieven / Turksche passen van dit schip
Ship History Data

Date/Name Ship 1820-08-10 SIDNEY
Manager: Samuel Smith & James Buchanan, Baltimore, U.S.A.
Eigenaar: Partenrederij onder boekhouderschap van genoemde manager, Baltimore (Md.), U.S.A.
Shareholder:
Homeport / Flag: Baltimore / U.S.A.

Date/Name Ship 1821-11-01 ARINUS MARINUS
Manager: Firma Reijn Varkevisser, Dorrepaal & Browne, Rotterdam, Zuid-Holland, Netherlands
Eigenaar: Firma Reijn Varkevisser, Dorrepaal & Browne, Rotterdam, Zuid-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Rotterdam / Netherlands

Bezitters van parten (aandelen) in het schip

Pre oktober 1821                               SIDNEY
firma J. Smith & Buchanan,
firma Hollins & M. Blair,
J. Smith Hollins en Lemuel Taylor,
allen te Baltimore, Md. (USA)

Ship Events Data

1820-08-10: Additional info
No. 250
2 Afdeeling
1 Bureau
Onderwerp: Voorwaardelijke toestemming om aan het Amerikaansche schip SIDNEY eenen zeebrief te verleenen.

’s Gravenhage, den 10 augustus 1820

De Staatsraad, Directeur Generaal, enz.
Gelezen hebbende Z.M. besluit van den 2 dezer nr. 144, waarbij op het Request van de Kooplieden Severijn en Haesebroek te Amsterdam, en naar aanleiding der rapporten van de Staatsraad Directeur Generaal van den 13 Julij nr. 250, en van de Minister voor het Publiek Onderwijs en Nationale Nijverheid in de Koloniën van den 29 daaraanvolgende nr. 496, den Staatsraad Directeur Generaal wordt gemagtigd, om aan de Requestranten of andere eventuele Koopers van het Noord Amerikaansche schip SIDNEY, mits die koopers voldoen aan de vereischten ingeschreven bij de Wet op de Zeebrieven en Turksche Paspoorten van den 14 Maart 1819 eenen Nederlandschen Zeebrief voor dit schip aftegeven, onder voorwaarde echter dat de verkooping van hetzelve schip publiekelijk geschiede, en dat in de veilconditiën en aankondigingen uitdrukkelijk melding zij gemaakt van gezegd door Zijne Majesteit aan dat schip toegedacht faveur.
Heeft goedgevonden en verstaan voorzeind besluit aan te nemen ter notificatie ten einde daarop bij aanvragen om eenen Zeebrief voor het schip SIDNEY te Rotterdam den AAA AAA (onleesbaar; zeebrief 21.11.1821 ten name van J. Hahn)
En voorts dat het zelve besluit ter kennisse te brengen van de Directeur der In- en Uitgaande Regten en Accijnzen in Noord Holland en Utrecht, met aanschrijving om toe te zien of nauwkeurig wordt voldaan aan de voorwaarden in gezegd besluit vervat, en daarvan, met toezending van enen exemplaar der publieken aankondiging, den Staatsraad D.G. rapport te doen.
Afschrift dezer zal te dien einde worden toegezonden aan den Directeur der Inkomende en Uitgaande Regten te Amsterdam in Noord Holland en Utrecht.
1829-06-16: Final Fate: Broken up

Op 16 juni 1829 wordt de ARINUS MARINUS, kapitein Jacob Christoph Hahn, verkocht voor de sloop.
1829-06-16: Sold at auction
Advertentie. Nicolaus Montauban van Swijndregt, Hubertus Montauban van Swijndregt en Frederik van Dam, makelaars, te Rotterdam, zijn van mening op dinsdag de 16e juni 1829, ten vier ure namiddags, in het logement het Groot Hotel van Engeland, op de Grootemarkt, te Rotterdam, te veilen:
- Het hol van het tweedeks fregatschip ARINUS MARINUS, lang 32,50 el, wijd 6,20 el, hol 5 el, zijnde gebouwd met koperen bouten en hebbende een koperen huid, gedeeltelijk geheel nieuw. (opm: het hol werd verkocht; de zeebrief van kapt. J. Hahn werd op 6 juni 1829 geretourneerd onder vermelding ‘schip wordt gesloopt’)
- Het hol van het fregatschip DOLPHIJN, lang 24,55 el, wijd 4,98 el, hol 3,19 el, met deszelfs masten, boegspriet, roer, roerpen, pompen, braad- en gangspil enz,
- Voorts een barkas, een sloep, drie ankers, enz.
Liggende de voorschreven hollen in de Zalmhaven, achter de scheepstimmerwerven van de heren De Jong en Kortland en de overige goederen bij en op dezelven.

Gezagvoerders

Datum vanaf: 1820
Kapitein: Baldwim, P.
Overige informatie: 1820-08-10 SIDNEY

Familiegegevens en opleiding

Geen

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

J.C.Hahn was met nummervlag R100 in de periode 1826 t/m 1862 effectief lid van het Rotterdamse College Maatschappij tot Nut der Zeevaart. De ledenlijsten uit 1820 t/m 1825 zijn niet beschikbaar. Hij kan derhalve in één van de jaren uit deze periode tot het College zijn toegetreden058.

 

J.C.Hahn was in 1833 permanent commissaris van de Maatschappij058.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

Geen

 

De schepen van de kapitein

In 1824 was J.Hahn gezagvoerder van het Rotterdamse fregat "Aurora" (179 lasten). De boekhouders waren Reijn, Varkevisser & Dorrepaal012.

 

In het  Jaarverslag 1831 van het College (Gemeentearchief van Rotterdam, J/126) staat dat kapitein J.C.Hahn in 1831 zijn schip heeft verloren, maar dat hij geen verzoek om vergoeding heeft gedaan (waartoe hij reglementair wèl het recht had).

In het Jaarverslag 1862 van het College (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat hij in dat jaar is overleden.

In de Jaarverslagen 1849, 1851, 1855, 1858, en 1859 van het College staat kapitein J.C.Hahn met vlagnummer R100 als gezagvoerder in de ledenlijsten maar zonder vermelding van schip en reeder058:

 

Volgens van Sluijs013 zouden in de Amsterdamsche Couranten van 15 januari 1826, 21 juni 1826 en 8 januari 1828 berichten staan omtrent J.C.Hahn die met het fregat “Arinus Marinus”vanuit Rotterdam naar Batavia voer.

 

Bouma025 vermeldt J.C.Hahn als gezagvoerder gedurende:

*    1823 op het 3/m schip “Arinus Marinus”, gebouwd in 1811, 440 ton o.m., varend voor Reyn, Varkevisser & Dorrepaal te Rotterdam;

*    1824 t/m 1830 van het fregat “Aurora”, gebouwd in 1818 aan de Oostzee, 333 ton o.m., varend voor Reijn, Varkevisser & Dorrepaal te Rotterdam;

*    1831 t/m 1833 van het fregat “Aurora”, gebouwd in 1829, bouwlocatie niet vermeld , 418 ton o.m., varend voor Varkevisser & Co te Rotterdam;

      Voorts vermeldt hij een kapitein Hahn, zonder initialen, als gezagvoerder op hetzelfde schip in 1831 en 1833

*    1838 t/m 1844 van het 3/mschip “Neerlands Koningin”, gebouwd in 1826 te Rotterdam, 570 ton o.m., varend voor Varkevisseer & Dorrepaal te Rotterdam.

 

In het Archief van de Waterschout op het Stadsarchief van Amsterdam bevinden zich monsterrollen op naam van kapitein Jacob C.Hahn als gezagvoerder van de :

“Arinus Marinus”, dd 21 november 1821 en 28 november 1827.

 

Overige bijzonderheden

Op 13 augustus 1823 vertrok kapitein J.C.Hahn met de "Aurora" (gebouwd 1818 aan de Oostzee, 171 last, 378 ton, rederij Rijn Varkevisser en Dorrepaal te Rotterdam) van de rede van Goeree naar N.O.I. Er zou een beschrijving bestaan van ene heer J.W.Crone, die uitvoerig verslag doet van zijn reis vanuit Groningen om in Hellevoetsluis aan boord te gaan. Het illustreert de lange reistijd en de tegenslagen die kunnen optreden. Crone vertrok op 21 mei 1823 vanuit Groningen, reizende per diligence, postwagen en schip naar Rotterdam, waar hij aankwam op de 28ste. Hij vernam toen dat de "Aurora" "in laden verhinderd was, en het bij de zes weken zoude aanhouden voor en aleer het zelve konde vertrekken". Hij ging terug naar Groningen. Op 9 juli vertrok hij weer en reisde meteen door naar Hellevoetsluis. De bemanning bestond uit 25 personen. Voorts kwam een contingent van 100 militairen aan boord met nog enige passagiers: totaal 137 zielen. "Vervolgens de voornaamste levensmiddelen, als elf varkens, tachtig hoenders, twee kalkoenen, ...". Ook kwam nog een "melkgevende geit" aan boord. Vervolgens vermeldt het verslag van Crone vele bijzonderheden tijdens de reis naar Indië waar hij te Batavia op 10 januari 1824 arriveerde026(36/447ev) en 026(37/024ev).

 

J.C.Hahn verzorgde per 08 september 1825 vanuit Hellevoetsluis met de “Arinus Marinus” een troepentransport van 5 officieren en 100 manschappen. Het schip arriveerde te Batavia op 15 januari 1826 na een reis van 129 dagen. Onderweg waren 2 militairen overleden.

Hij vertrok met hetzelfde schip wederom vanuit Hellevoetsluis op 15 oktober 1826 met een detachement van 4 officieren en 110 manschappen. Aankomsts te Batavia op 14 februari 1827 na een reis van 122 dagen, waarbij onderweg 3 militairen waren overleden.

Tenslotte voer hij met de “Aurora” van Hellevoetsluis uit op 13 november 1829 met een detachement van 3 officieren en 125 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 11 maart 1830 na 118 dagen, waarbij onderweg 1 militair was overleden065.

 

Rotterdamsche Courant 12 oktober 1822114

Batavia, 22 juni. Te Batavia is in het laatst van april of het begin van mei gearriveerd het schip de DRIE GEZUSTERS, M. Azon Jacometti, van Rotterdam, hebbende geen doden op deszelfs reis gehad, alsmede den 3 juni het schip de JONGE JACOBUS, J.J. Boon, van Rotterdam, laatst van de Kaap de Goede Hoop, en den 5 juni het schip DIJKZIGT, A. Schaap, van Rotterdam, laatst van Plymouth.

Ook waren er gearriveerd de schepen KATWIJK, J. van Duijn, en JORINA, T. van Duijvenbode, van Rotterdam, en de ARINUS MARINUS, J. Hahn, van Amsterdam, van welke het schip KATWIJK reeds den 21 juni de terugreis naar Rotterdam aanvaard had. De schepen JORINA en de JONGE ANTHONIJ, kapt. F. Azon Jacometti, waren den 26 juni naar Japan gezeild, en de schepen ARINUS MARINUS, de DRIE GEBROEDERS en DIJKZIGT zouden spoedig met troepen naar Borneo vertrekken…..

 

 

Datum vanaf: 1821
Kapitein: Hahn, Jacob C.
Overige informatie: 1821-11-10

Familiegegevens en opleiding

Geen

 

De schepen van de kapitein

In 1824 was H.L.Nannings gezagvoerder op het Rotterdamse fregat de “Arinus Marinus” (235 lasten). De boekhouders waren Reijn,Varkevisser & Dorrepaal012.

Van Sluijs013 vermeldt H.G.Nannings in 1824 als kapitein op het fregat “Arinus Marinus”, bouwjaar en -plaats niet genoemd, 235 last, onder boekhouder Reyn, Varkeviser en Dorrepaal te Rotterdam (vermoedelijk ontleend aan de Nederlandse Hermes012)

 

Bouma025 vermeldt H.G.Nannings als gezagvoerder gedurende:

*    1824 op het 3/m schip “Arinus Marinus”, gebouwd in 1811, 440 ton o.m., varend voor Reyn, Varkevisser & Dorrepaal te Rotterdam. Van Sluijs013 noemt de periode 1824 t/m 1828.

 

Krantenberichten

Rotterdamsche Courant 10 september 1818114

Amsterdam, 8 september. Met brieven van Batavia, van den 6 april, heeft men tijding, dat aldaar destijds lagen de Hollandse schepen van de kapteins K. Sipkes, A. Smit en J. Duyf van Amsterdam, P.J. Pietersen, H. Wehmhoff en T.S. Waters van Rotterdam, M.D. Ihnke en P. Douwes van Dordrecht.

Het Amsterdamse schip van kaptein R. Witsen en het Rotterdamse van H. Nannings waren van Batavia vertrokken, het eerste naar Maccassar, en het laatste naar de Molukse eilanden.

En in een brief van den 27 april wordt gemeld, dat kaptein A. Smit den 15 mei de terugreis naar Amsterdam zoude aannemen. De kapiteins K. Sipkes, P.J. Pieters, H. Wehmhoff en M.D. Ihnke, hier boven gemeld, hadden nog geen bestemming, doch hadden de twee laatsten op de Japanse reis ingeschreven.

 

Rotterdamsche Courant 11 juli 1820114

Amsterdam, 9 juli. Aangaande het schip HENRIETTE EN BETSEY, kapt. L.H. Schneider, van Batavia naar Amsterdam, meldt men in een brief van Batavia, van den 15 februari, dat hetzelve den 21 januari de rede van Batavia verlaten hebbende, met voornemen, om, uit hoofde van tegenwinden, toen in de Straat Sunda waaijende, Straat Balij te passeren, den 26 dito te Banjoewangi (opm: Banyuwangi) in goede staat aangekomen en sedert door stilte, donker weer en tegenstroom, op een bank geraakt, doch spoedig weder vlot geworden was, na het lossen van een gedeelte der lading, hetwelk volgens brief van de kapitein, in dato den 1 februari, weder ingenomen was, liggende het schip toen gereed om de reis te vervolgen. Het rapport aangaande het verongelukken van het gezegde schip (in een onzer medegedeeld wordt derhalve twijfelachtig.

In dezelfde brief van Batavia wordt nog gemeld, dat een Engelse kapitein, aldaar van Port-Jackson gearriveerd, onder de wal van Java gepraaid had het Nederlands schip (opm: fregat) AURORA, kapt. H.C. Nannings, van Rotterdam naar Batavia gedestineerd.

 

Rotterdamsche Courant 03 oktober 1820114

Advertentie. Dirk Herbert Joosten en Hendrik Willem Wachter, makelaars te Rotterdam, zullen, als last hebbende van hun Meesters en geautoriseerd door de Heer Agent van Lloijds, ten behoeve van Assuradeuren en ten overstaan van de Heer Griffier van de Regtbank van Koophandel, na gedane aangifte, conform de wet, op morgen, woensdag den 4 oktober 1820, des voormiddags om elf uren, in het Notarishuis, op de Gelderschekaai, publiek verkopen: (om contant geld) 401 balen Koffij, allen meer en minder door zeewater beschadigd, onlangs alhier van Batavia aangebragt met het schip (opm: fregat) AURORA, kapitein H.G. Nanning; en dat bij kavelingen zo als die zijn liggende, als nader door Notitiën wordt aangewezen. Iemand nader onderrigting begerende, spreke met bovengenoemde makelaars.

 

Datum vanaf: 1823
Kapitein: Nannings, H.G.
Overige informatie: 1823 – 1824

Datum vanaf: 1824
Kapitein: Hahn, Jacob Christoph
Overige informatie: 1824 – 1829

Monsterrollen

Opgemaakt Amsterdam
Datum: 1821-11-22
Scheepsnaam voorvoegsel:
Scheepsnaam: ARINUS MARINUS
Schipper: Haan (Hahn), Jacob den
Scheepstype: fregat
Grootte:

Bekijk alle monsterrollen Bekijk alle monsterrollen
Algemene informatie

1822

BC 27.04.1822
Batavia, 26 april. Van den 20 tot den 22 dezer maand zijn niet minder dan zes schepen uit Europa, waarvan vijf uit Nederlandse havens, voorbij Anjer gezeild. Onder deze laatsten bevonden zich de Nederlandse schepen ALEXANDER, kapt. Marcussen, van Amsterdam vertrokken den 4 januari, ARINUS MARINUS, kapt. J. Hahn, van Amsterdam vertrokken den 31 december l.l. en de JORINA, kapt. Duijvenboden, van Hellevoetsluis gezeild den 6 januari l.l. welke schepen dus alle van 106 tot 110 dagen de reis volbracht hebben.
RC 121022
Batavia, 22 juni. Te Batavia is in het laatst van april of het begin van mei gearriveerd het schip de DRIE GEZUSTERS, M. Azon Jacometti, van Rotterdam, hebbende geen doden op deszelfs reis gehad, alsmede den 3 juni het schip de JONGE JACOBUS, J.J. Boon, van Rotterdam, laatst van de Kaap de Goede Hoop, en den 5 juni het schip DIJKZIGT, A. Schaap, van Rotterdam, laatst van Plymouth.
Ook waren er gearriveerd de schepen KATWIJK, J. van Duijn, en JORINA, T. van Duijvenbode, van Rotterdam, en de ARINUS MARINUS, J. Hahn, van Amsterdam, van welke het schip KATWIJK reeds den 21 juni de terugreis naar Rotterdam aanvaard had. De schepen JORINA en de JONGE ANTHONIJ, kapt. F. Azon Jacometti, waren den 26 juni naar Japan gezeild, en de schepen ARINUS MARINUS, de DRIE GEBROEDERS en DIJKZIGT zouden spoedig met troepen naar Borneo vertrekken.
RC 191022
Rotterdam, 18 oktober. Kapt. J. Hahn, van de ARINUS MARINUS, den 24 april te Batavia gearriveerd, schrijft, dat hij den 6 januari buiten het Kanaal geborgen heeft kapitein Magraht met drie matrozen, uitmakende de equipagie van de sloep HELENA, van Goll komende en naar Pull gedestineerd, geladen met spek en haver. Na dat de manschap omtrent een kwartier uurs aan boord van de ARINUS MARINUS was zag men de HELENA zinken. Kapitein Hahn is door verschillende omstandigheden belet geweest deze schipbreukelingen te Madeira of op de Canarische Eilanden aan wal te zetten en heeft hen naar Batavia meegenomen.

1823

DC 260423
Hellevoetsluis, 23 april. Heden zeilde in zee VROUW LUNEGINA, kapt. J.B. Goosen, naar Liverpool. A. Kouwenhoven en M.J. Cornel zijn uit quarantaine ontslagen. De wind O.
Den 24 dito. Gisteren namiddag arriveerden uit zee AURORA, kapt. J.N. Stein, de ZWAAN, kapt. C.B. Kraff, HANNA MARIA, kapt. F. Lussen en FELIX, kapt. H.F. Rieper, alle van Aalburg. Het schip ARINUS MARINUS, kapt. Haan (opm: fregat, kapt. J. Hahn), van Batavia naar Rotterdam bestemd, ligt met de loods aan boord voor de wal. De wind N.O.

1824

BC 14.02.1824
Te Batavia zijn onder meer aangekomen: Den 7 februari het schip CORNELIA, kapt. S.H. Veer, den 7 september 1823 van Antwerpen met 4 passagiers.
Den 8 februari het schip MARY, kapt. W. Alexander, den 11 september 1823 van Rotterdam met 8 passagiers.
Den 9 februari het schip BARON VAN DER CAPELLEN, kapt. H. Piter, den 28 januari van Padang met 2 passagiers en 15 man troepen, en het schip INDUSTRIE, kapt. J.M. Jitter, den 7 september 1823 van Rotterdam met 2 passagiers.
Den 12 februari het schip ARINUS MARINUS, kapt. H.G. Nanning, den 22 oktober 1823 van Rotterdam met 3 officieren en 100 man troepen.
BC 29.05.1824
Advertentie. Men verlangt een doctor aan boord van het naar Japan bestemde schip ARINUS MARINUS, kapt. J. Hahn. Adres bij Van de Laar & Van Leeuwen, Batavia.
RC 12.10.1824
Amsterdam, 10 oktober. Volgens de laatste berichten van Batavia, was het schip IDA ALEIJDA, kapt. J.K. Sipkes, van Amsterdam, hetwelk den 18 februari van de Kaap de Goede Hoop gezeild is, den 10 april in goede staat te Batavia aangekomen; alle de passagiers en schepelingen genoten een volmaakte gezondheid. Het gemelde schip was naar Japan bevracht, zoals ook het schip ARINUS MARINUS, kapt. J.C. Hahn.

1825

BC 05.01.1825
Het schip ARINUS MARINUS, kapt. Hahn, hetwelk den 8 december van Decima is gezeild, is den 2 alhier (opm: Batavia) ter ree aangekomen, en de IDA ALEIDA, kapt. Bakker, heden morgen.
AC 270525
Texel, 25 mei. Te Batavia zijn aangekomen de schepen: ARINUS MARINUS, kapt. J. Hahn en IDA ALEYDA, kapt. S.O. Bakker (wijlen J.Kl. Sipkes), beide van Japan.
DC 07.06.1825
Hellevoetsluis, 3 juni. Gisteren namiddag arriveerde uit zee ARINUS MARINUS, kapt. J. Hahn, van Batavia.
DC 13.09.1825
Hellevoetsluis, 10 september. Heden zeilden in zee Zr.Ms. oorlogs-fregat DE RIJN, kapitein-luitenant Sluijter, naar Vlissingen; ARINUS MARINUS, kapt. J. Hahn naar Batavia.

1826

AC 210626
Te Batavia aangekomen, den 15 januari: ARINUS MARINUS, kapt. J. Hahn, van Rotterdam.
DC 240626
Hellevoetsluis, 22 juni. Gisteren namiddag arriveerden uit zee: ARINUS MARINUS, kapt. J. Hahn en PLANT, kapt. T. West, beide van Batavia.
DC 261026
Hellevoetsluis, 16 oktober. Gisteren namiddag zeilde in zee: ARINUS MARINUS, kapt. J. Halm naar Batavia;

1827

BC 140227
Te Batavia is gearriveerd: den 12 februari het schip ARINUS MARINUS, kapt. J. Hahn, met een passagier en Zr.Ms. troepen, den 15 oktober vertrokken van Rotterdam.
RC 221127
Advertentie. Te Rotterdam ligt in lading naar Batavia voor passagiers het Nederlands eiken gekoperd fregat ARINUS MARINUS, kapt. Jacob Christoph Hahn, hetzelve heeft zeer geschikte ruimte en alle geriefelijkheden om passagiers mee te nemen. Adres ten kantore van Kuijper, Van Dam en Smeer of bij de kapitein aan boord.

1828

LC 140128
’s-Gravenhage, 8 januari. In een brief uit Hellevoetsluis van gisteren wordt ons gemeld, dat ll. zondag naar zee gezeild en goed in zee gekomen zijn: het koopvaardijschip ARINUS MARINUS, kapt. Hahn  bestemming naar Oost Indië.
JC 290428
Batavia, 26 april. Heden arriveerde alhier het schip ARINUS MARINUS, kapt. J. Hahn, den 6. januari vertrokken van Rotterdam.

1829

RC 26.05.1829
Advertentie. Nicolaus Montauban van Swijndregt, Hubertus Montauban van Swijndregt en Frederik van Dam, makelaars, te Rotterdam, zijn van mening op dinsdag de 16e juni 1829, ten vier ure namiddags, in het logement het Groot Hotel van Engeland, op de Grootemarkt, te Rotterdam, te veilen; Het hol van het tweedeks fregatschip ARINUS MARINUS, lang 32,50 el, wijd 6,20 el, hol 5 el, zijnde gebouwd met koperen bouten en hebbende een koperen huid, gedeeltelijk geheel nieuw. (opm: het hol werd verkocht; de zeebrief van kapt. J. Hahn werd op 6 juni 1829 geretourneerd onder vermelding ‘schip wordt gesloopt’)

Kroniekberichten

Toon kroniekberichten
Akten

ARCHIEF Nat.Archief-Den Haag archiefnummer Rott.3.03.56.65.126 __________________________________________________Acte van aan-/verkoop
Naam schip: SIDNEY, thans ARINUS MARINUS

Plaats en datum acte openbare verkoop, Amsterdam, 1 oktober 1821

Soort schip fregat

Bouwwerf / verkoper firma J. Smith & Buchanan, firma Hollins & M. Blair, J. Smith Hollins en Lemuel Taylor, allen te Baltimore, Md. (USA)

Gevoerd door kapt. Pierson Baldwin

Eigenaar / aankoper Reijn Varkevisser, namens zijn firma Varkevisser, Dorrepaal & Browne, Rotterdam

Te voeren door kapt.

Groot volgens meetbrief 517 59/95e ton

Tuigage en aantal dekken

Afmetingen lang over stevens 33,41 m, breed bij eerste balk grootluik binnen huid 9,55 m., hol in ruim bij eerste balk voor grootluik op uitwatering 4,45 m. het verdek bij 1e balk voor grootluik hoog aan boord 1,70 m., alles Nederlandse maat, zijnde
118 voet lang, 33 voet 8 duim breed en 15 voet 8 duim hol Amsterdamse maat

Kiellegging

Tewaterlating

Plaats en datum van registratie Rotterdam, 18 november 1821

Nummer van registratie deel 25, folio 65, verso, 6e afd.

Notaris Teunis Janssen, notaris te Amsterdam

Prijs (bij aan-/verkoop vermeld) NLG. 15.000,-

Bijzonderheden: schip ligt bij verkoop te Amsterdam aan de scheepswerf De Zwarte Raaf.






Researcher/datum research ML/171106

Naam ARINUS MARINUS
Archiefinstelling Nationaal Archief Den Haag
Jaar 1821
Toegang 3.03.56
Inventaris 65

Bronnen

Jaar: 1818
Bron: Diverse Bronnen
Omschrijving: N.A. Den Haag, toegang nummer 2.08.01.07 Zeebrieven verbalen, diverse bestanddelen.
N.A. Den Haag archiefnummer Rott.3.03.56.126
AC = Amsterdamsche Courant
AH = Algemeen Handelsblad
BC = Bataviasche Courant
DC = Dordtsche Courant
JC = Javasche Courant
LC = Leeuwarder Courant
OHC = Opregte Haarlemsche Courant
RC = Rotterdamsche Courant