Inloggen
REIGERSDAAL - ID 12215


In dienst
Onder Nederlandse Vlag tussen:1815-06-09 / 1834-04-00 | Reden uitgevlagd: Sloop, afgekeurd

Identification Data

Bouwjaar: 1810
Categorie: Cargo vessel
Voorstuwing: Sailing Vessel
Type: Brik
Masten: Two masts
Material Hull: Wood
Dekken: 2
Construction Data

Scheepsbouwer: Simon Pronk, Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands (part of French Empire 1810-1813)
Date Laid Down: 1810-00-00
Delivery Date: 1815-05-29
Technical Data

Gross Tonnage: 138.00 lasts
Gross Tonnage 2: 262.00 tons (oude meting)
 
Length 1: 26.00 Meters Registered
Beam: 5.12 Meters Registered
Depth: 4.42 Meters Registered
Zeebrieven en Turksche passen

Record type Zeebrief
Zeebrief jaar: 1815
Datum agenda: 1815-06-09
Register nr: 18150172
Scheepsnaam: REIGERSDAAL
Type: Brik
Lasten: 138
Gebouwd in binnen- of buitenland: Binnenlands
Zeebrief / Turksche pas verzocht door: Paleologo, S.
Plaats: Amsterdam
Kapitein op moment van verzoek: Schneider, L.H.
Opmerkingen: Eerste zeebrief
boekhouder en mede-reder

Bekijk de overige zeebrieven / Turksche passen van dit schip
Ship History Data

Date/Name Ship 1815-06-09 REIGERSDAAL
Manager: Stephano Paleologo, Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Eigenaar: Partenrederij onder boekhouderschap van genoemde manager, Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Amsterdam / Netherlands

Bezitters van parten (aandelen) in het schip

Bijlage bij cedule 5 van 9 april 1819, brik REIGERSDAAL

eigenaren per 9 april 1819:

Stephanus Paleologo, Amsterdam (boekhouder en 1/8e part)
Abraham de Haas & Co., Amsterdam (1/4e part)
Alstorphius van Hemert, Amsterdam (1/16e part)
Johs. van Hemert & Zoon, Amsterdam (1/8e part)
A.de Graaf en P. Blaauw, Amsterdam (1/16e part)
David Cohen & Zoon, Amsterdam (1/8e part)
Erven Fredrik Rombout, Amsterdam (1/16e part)
Anton  Curlowasch? (onleesbaar), Amsterdam (1/16e part)
Stephano d’Isay & Co, Amsterdam (1/8e part)

Ship Events Data

1816-02-18: Grounded
Volgens een brief van kapt. L. Schneider, in dato Medemblik den 18 februari 1816, was het door hem gevoerd wordende brikschip REIGERSDAAL, van Havana naar Amsterdam gedestineerd, in de storm tussen den 16 en 17 dito van deszelfs touw gedreven en aan de grond geraakt, doch vervolgens afgebracht.
1817-01-09: Damaged
Amsterdam, 16 januari. Den 9 januari 1817 is te Ramsgate, met verlies van een anker, en touw en gescheurde boegspriet, binnengelopen het schip REIGERSDAAL, kapt. L.H. Schneider, van Amsterdam naar Smirna (opm: Izmir).
1820-10-00: Damaged
Volgens brief van Genua van den 26 oktober 1820 had het daar sedert 15 dagen slecht weer geweest, en den vorige nacht zwaar gestormd uit het zuidwesten. Waardoor verscheidene schepen elkander schade hebben toe gebracht. Het schip REIGERSDAAL, kapt. J.H. Backer had schade aan het zware touw en werd de laatste 14 dagen belet door slecht weer en tegenwind de reis naar Livorno aan te nemen.
1822-06-01: Damaged
Kapt. J.H. Backer, voerende het schip (opm: brik) REIGERSDAAL, van Rio-Janeiro naar Amsterdam, te Rio-Janeiro met schade terug gekomen, meldt van daar den 1 juni 1822, dat hij, zijn lading gelost hebbende, met de reparatie van zijn schip bezig was.
1823-09-13: Piracy - Act of Piracy, Piraterij
Op 13 september 1823 wordt REIGERSDAAL (opm: brik), kapt. J.H. Backer op 40º40’ N.B. en 11º30’ W.L. achterhaald door de Spaanse kaper ATRIBIDE, kapt. A. de Cortino, welke hem na drie schoten met scherp deed bijdraaien.
1832-11-22: Confisc.-Droit d'Angarie
Portsmouth, 22 november 1832. De REIGERSDAAL, kapt. Jelle Janssen, van New York naar Amsterdam, is door Zr.Ms. schip CONWAY herwaarts opgezonden.
1834-04-00: Final Fate: Broken up

In april 1834 wordt de REIGERSDAAL in Amsterdam verkocht voor de sloop.

Gezagvoerders

ook geschreven als SNEIDERS/Schnyder

Familiegegevens en opleiding

L.H.Schnijder (sic), met vlagnummer 6, is overleden in 1826084.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

L.H.Sneiders (sic) werd met vlagnummer 6 ingeschreven als effectief lid van Zeemanshoop. Datum van inschrijving, schip en de naam van degene die hem voorstelde, zijn niet genoemd. Toegevoegd is “overleden”002.

L.H.Schneider was effectieflid/oprichter en in 1825 bestuurslid van het College Zeemanshoop019.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

Geen

 

De schepen van de kapitein

In het Amsterdamse Stadsarchief is in inventaris 5181/7150-1815-31 een bijlbrief dd Amsterdam 29 mei 1815 van de brik “Reigersdaal”.

  1. de Graaf en Pieter Blauw, Mr. scheepstimmerlieden te Amsterdam op de werven Casiemirus en de Toren van Cordaan verklaren, dat dit brikschip op nieuw gebouwd is door Syme Pronk, Mr.scheepstimmerman van de werf Hollandia op Wittenburg te Amsterdam en verder door de ondergetekenden is afgetimmerd.

De aankoper was de heer Paleologo te Amsterdam.

Het Archief van de Waterschout011a bevat de volgende monsterrollen:

38-96        12 juni 1815, brik “Reijgersdaal”, kapitein Lodewig Hendrick Schneider, bestemming Havana, correspondent Paleologo, 18 bemanningsleden i.c. opperstuurman, onderstuurman, timmerman, bootsman, kok, 7 matrozen, 3 ligtmatrozen, 2 kajuitwachters en een carga.

38-99        11 maart 1816, schip “Reygersdaal”, kapitein L.H.Schneider, bestemming St.Yhomas, correspondent Paleologo, 17 bemanningsleden i.c. opperstuurman, onderstuurman, timmerman, kok, ondertimmerman, 6 matrozen, 5 ligtmatrozen en een kajuitwachter.

38-101      24 oktober 1816, brik “Reijgersdaal, kapitein L.H.Schneider, bestemming Middellandse zee en Smirna, correspondent Paleologo, 16 bemanningsleden i.c. opperstuurman, onderstuurman, timmerman, kok, 6 matrozen, 4 ligtmattrozen hofmeester en een jongen.

 

lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer              jaren               type                 scheepsnaam                                       naam reder/boekhouder

          6                       1825               brik                  Susanna                                               Alstorphuis & van Hemert

 

Bouma025 vermeldt L.H.Schneiders als gezagvoerder gedurende:

  • * 1815 t/m 1818 op de brik “Reigersdaal”, gebouwd in 1814, bouwplaats niet vermeld, 262 ton o.m., rederij niet vermeld.

Bouma025 en van Sluijs012 vermelden L.H.Schneider als gezagvoerder gedurende:

  • * 1818 t/m 1820 op het fregat “Henriette en “Betsy”, gebouwd aan de Oostzee, 650 ton o.m. ( 350 last), varend voor A.L.van Harpen & Zn te Amsterdam;
  • * 1822 t/m 1824 op het 3/m schip “Suzanna”, gebouwd in Amerika, bouwjaar niet vermeld, 336 ton o.m., varend voor Alstorphuis & van Hemert te Amsterdam. De kapitein is in 1824 overleden.

 

Overige bijzonderheden

Jan Willem van Schaik werd per 12 juli 1825 vanuit de Amsterdamse Kweekschool voor de Zeevaart als kajuitwachter geplaatst op de “Susanna”, onder gezag van kapitein Snijders voor een reis van Amsterdam naar Batavia. Hij was weer terug op school op 01 september 1826004-532/1495.

Bossenbroek065 vermeldt dat op 29 september 1818 vanuit Texel een troepentransport naar Batavia zou zijn vertrokken onder ene kapitein Coersen. Maar Van Sluijs012 geeft de volgende informatie, ontleend aan de Amsterdamsche Courant van 29 september 1818: “Met troepen naar Batavia, Kapt. L.H.Schneider”.

 

Amsterdamsche Courant 28 juni 1822 onder de rubriek Scheepstijdingen

Kapt. C.Hansen, voerende het Amerikaansche Schip Albion, van Samarang, den 23sten Junij in Texel binnen, heeft den 22sten Februarij Ballambuang, op de kust van Java, in de Straat Baly, aangedaan en aldaar vernomen, dat een Hollandsch Schip, genaamd Henriette en Betsy (waarschijnlijk dat van Kapt. L.H.Schneider, van Batavia naar Amesterdam) in de maand Januarij totaal verongelukt was, doch dat de Passagiers en equipage gered waren en de laatste naar Batavia teruggekeerd was.”

 

Vervolgens was er een bericht in de Amsterd. Crt van 11 juli 1820: “Het bericht van het verongelukken v/h schip is twijfelachtig. Het schip was in Straat Bali op een bank geraakt doch later weer vlot geraakt, en was 1 Febr. weer gereed om de reis te vervolgen.”. Tenslotte in de Amsterd. Crt.: “Texel 21 Nov. 1820: “gearriveerd van Batavia, kapt. L.H.Schneider.”.

 

Rotterdamsche Courant 12 november 1818114

Amsterdam, 10 november. Op 15 oktober is 12 mijlen west van Scilly Isles in goede staat gezien een groot schip, uit Holland naar de Oost-Indiën, blijkens deszelfs seinvlaq No. 42 de HENRIETTE EN BETZEY, kaptein L.H. Schneider, den 29 september uit Texel naar Batavia gezeild.

 

Rotterdamsche Courant 02 oktober 1819114

Londen, 28 september. Te Batavia den 10 mei aangekomen HENRIETTA EN HENSKEN, en den 30 dito HENRIETTA EN BETSEY, van Amsterdam, en den 14 dito CONCORDIA, van Antwerpen.

 

Rotterdamsche Courant 07 oktober 1819114

Amsterdam, 5 oktober. Den 9 juni lagen ter rede van Batavia de volgende schepen, als: de NIEUWE ZEELUST, kapt. P. Swart; BETSEY EN CAROLINA, kapt. C. Schröder; LOUISA MATHILDA, kapt. Klaas Stoffels; HENRIETTA ELISABETH, kapt. H.H. Christiaans, alle vier naar Japan; CORNELIA, kapt. … (opm: niet ingevuld); JOHANNA EN ELISABETH, kapt. P. Green, naar Sourabaija, om rijst te laden; WATERLOO, kapt. D. Hensken, met koffij, naar Amsterdam; de HOOP, kapt. M.D. Incke, zeilklaar, naar Dordrecht, en HENRIETTA EN BETSEY, kapt. L.H. Schneider.

 

Rotterdamsche Courant 28 december 1819114

Amsterdam, 26 december. In een brief van de Kaap-de-Goede-Hoop,

Den 18 dito was aangekomen het schip WATERLOO, kapt. D. Hensken, van Batavia naar Amsterdam; hetzelve had den 18 augustus Batavia verlaten, wanneer aldaar gereed lag het schip HENRIETTE EN BETSEIJ, kapt. L.H. Schneider, met troepen naar Palembang (opm: zie ook RC 080220); werwaards mede zou vertrekken het schip ELIZABETH, kapt. C. Pakes;

op deszelfs vertrek lagen de schepen JONANNA ELIZABETH, kapt. P. Green, naar Holland, en het schip DE ZEEUW, kapt. L. Wouters, van Middelburg naar Canton; …

 

Rotterdamsche Courant 20 januari 1820114

Amsterdam, 18 januari. Volgens brief van Batavia, van 20 augustus 1819, zou het schip (opm: pink) HENRIETTE EN BETSEIJ, kapt. L.H. Schneider, met troepen naar Palembang gedestineerd, de volgende dag derwaarts onder zeil gaan.

 

Rotterdamsche Courant 08 februari 1820114

Berigten van Batavia, van den 28 augustus 1819, melden het volgende:

Op verlangen van Zijne Koninklijke Hoogheid Prins Fredrik der Nederlanden is alhier gevestigd een Hoofd-Commissie voor de Maatschappij van Weldadigheid, waarvan het voorzitterschap is opgedragen aan de Heer Van Braam, terwijl de Predikant Roorda van Eisinga zich met het secretariaat heeft belast. Zodra het aantal leden zulks toelaat, zullen in de onderscheidene residentiën sub-commissiën worden benoemd.

Den 22 (opm: augustus 1819) is de expeditie, bestemd om de Sultan van Palembang, die zich verstout heeft de wapenen tegen de Nederlanders op te vatten, te tuchtigen, van de rede van Batavia onder zeil gegaan. Dezelve bestaat uit Zijner Majesteits schip van linie ADMIRAAL TROMP van 64 stukken, gecommandeerd door kapitein Nooi, en aan boord hebbende de Schout-bij-nacht Wolterbeek, aan welke het opperbevel over de expeditie is opgedragen, alsmede de Nederlandse Commissaris Muntinghe; Z.M. brik IRENE, kapitein Lucas, twee kanonneersloepen, en de transportschepen ADMIRAAL BUIJSKES, kapitein F.W. Coffin, ARINUS MARINUS, kapt. A. Langeveld, en HENRIETTE EN BETSEIJ, kapt. L.H. Schneider, met de nodige landingstroepen. Z.M. schip van oorlog NASSAU ligt ter rede van Batavia en Z.M. korvet VENUS voor Sourabaija. (opm: zie RC 060420)

 

Rotterdamsche Courant 10 februari 1820114

Amsterdam, 8 februari. Het schip HENRIETTA EN BETSEIJ, kapt. L.H. Schneider, met troepen van Batavia naar Palembang gedestineerd, is volgens brief van Batavia, den 5 oktober 1819, behouden te Banka aangekomen, en zou bij verandering van het watergetij de reis naar Palembang voortzetten.

 

Rotterdamsche Courant 29 juni 1820114

Amsterdam, 27 juni. Kapitein C. Hason, voerende het Amerikaas schip ALBION, van Samarang den 23 juni in Texel binnen, heeft den 22 februari Ballambouang, op de kust van Java, in de Straat Balij, aangedaan, en aldaar vernomen, dat een Hollands schip (opm: pink), genaamd HENRIETTE EN BETSEY (waarschijnlijk dat van kapt. L.H. Schneider, van Batavia naar Amsterdam), in de maand januari totaal verongelukt was, doch dat de passagiers en equipagie gered waren, en de laatste naar Batavia teruggekeerd was. (opm: zie RC 110720, 130720 en 180720)

 

Rotterdamsche Courant 11 juli 1820114

Amsterdam, 9 juli. Aangaande het schip HENRIETTE EN BETSEY, kapt. L.H. Schneider, van Batavia naar Amsterdam, meldt men in een brief van Batavia, van den 15 februari, dat hetzelve den 21 januari de rede van Batavia verlaten hebbende, met voornemen, om, uit hoofde van tegenwinden, toen in de Straat Sunda waaijende, Straat Balij te passeren, den 26 dito te Banjoewangi (opm: Banyuwangi) in goede staat aangekomen en sedert door stilte, donker weer en tegenstroom, op een bank geraakt, doch spoedig weder vlot geworden was, na het lossen van een gedeelte der lading, hetwelk volgens brief van de kapitein, in dato den 1 februari, weder ingenomen was, liggende het schip toen gereed om de reis te vervolgen. Het rapport aangaande het verongelukken van het gezegde schip (in een onzer medegedeeld wordt derhalve twijfelachtig.

In dezelfde brief van Batavia wordt nog gemeld, dat een Engelse kapitein, aldaar van Port-Jackson gearriveerd, onder de wal van Java gepraaid had het Nederlands schip (opm: fregat) AURORA, kapt. H.C. Nannings, van Rotterdam naar Batavia gedestineerd.

 

Rotterdamsche Courant 13 juli 1820114

Amsterdam, 11 juli. Aangaande het schip HENRIETTE EN BETSEY, kapt. L.H. Schneider, van Batavia naar Amsterdam, (zie de laatst voorgaande) wordt door kapitein Brijant (voerende het Amerikaas schip JACKSON, van Semarang te Antwerpen gearriveerd) gerapporteerd, dat hetzelve, na 24 uren op een koraalbank gezeten te hebben, weder vlot geworden en naar de Kaap de Goede Hoop gezeild was, alsmede dat de passagiers, welke 5 à 6 dagen bij de Resident van het fort Utrecht vertoefd hadden, zich, op bekomen verzekering dat het schip deszelfs reis konde vervorderen, weder aan boord hadden begeven.

 

Rotterdamsche Courant 18 juli 1820114

Londen, 11 juli. Het schip de HENRIETTA EN BETSEIJ (HENRIETTE EN BETSEY), Schneider, van Batavia naar Amsterdam, is den 12 maart te Mauritius binnengelopen, om te repareren.

 

Rotterdamsche Courant 19 augustus 1820114

Amsterdam, 17 augustus. Kapt. L.H. Schneider, voerende het schip (opm: pink) HENRIETTE EN BETSEIJ, van Batavia naar Amsterdam, te Mauritius binnengelopen, meldt van daar, in dato 20 maart, dat hij, van de bank voor Banjouwangie (opm: Banyuwangi), na het lossen van enige goederen, afgeraakt zijnde, en geen merkbare gebreken aan het schip, dat redelijk digt was, ontdekt hebbende, zijn reis had voortgezet; doch den 26 februari door een zware storm belopen zijnde, was het water bij de pompen aanmerkelijk vermeerderd, hetwelk hem verpligt had te Mauritius binnen te lopen om te lossen en te repareren, waarmede hij bezig was, en waren als toen slechts 100 balen koffij beschadigd gelost; hij hoopte in het laatst van april of begin van mei de reis te zullen kunnen vervorderen.

 

Rotterdamsche Courant 28 december 1820114

Amsterdam, 26 december. Kapt. L.H. Schneider, voerende het schip HENRIETTE EN BETSEIJ, van Batavia naar Amsterdam, was uit het Nieuwe Diep opwaarts gezeild, doch heden, met verlies van anker en touw en twee sloepen, terug gekomen.

 

Rotterdamsche Courant 16 juli 1822114

Amsterdam, 14 juli. Het schip SUSANNA, kapt. L. Schneider, van Amsterdam naar Batavia, is den 18 juni gepraaid op de hoogte van Goudstaart (opm: Start Point); aan boord was alles wel.

 

 

Datum vanaf: 1815
Kapitein: Schneider/Schneiders, Lodewig Henrich
Overige informatie: 1815-06-09

Familiegegevens en opleiding

J.H.Backer was getrouwd met Margaretha Bender, geboren op 10 september 1794. Zij overleed op 02 april 1870.118

Jan overleed in 1835.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

J.H.Backer wordt met nr. 35 als effectief lid van Zeemanshoop ingeschreven. Datum van inschrijving, naam van de voordrager en naam van het schip ontbreken002.

 

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 30 juni 1836 staat een lijst van kapiteins die zijn overleden of die hebben bedankt voor het lidmaatschap. Jaartallen van overlijden of bedanken zijn niet vermeld. Overleden is J.H.Backer042.

In de Algemene ledenvergadering van het College Zeemanshoop te Amsterdam van 29 november 1822 werd J.H.Bakker (sic) aangenomen als effectief lid op voorspraak van kapitein Brandligt. Tevens is in de notulen vermeld: “varend op de Braziel”. Er wordt geen vlagnummer opgegeven023.

J.H.Bakker was effectief lid van Zeemanshoop in de periode 1822 t/m 1835 met vlagnummer 35.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 31 augustus 1826 staat vermeld dat kapitein J.H.Backer is gemachtigd om te Smirna buitenlandse honoraire leden te benoemen.042.

In de notulen van de Bestuursvergadering dd 29 juli 1830 wordt geconstateerd dat kapitein J.H.Bakker, onlangs teruggekeerd van de Levant met de Reigersdaal nog steeds geen afdracht van hem en zijn equipage na de afmonstering heeft voldaan. Het bestuur stelt dat kapitein Bakker binnen 8 dagen moet betalen anders zal hij van zijn lidmaatschap worden ontslagen.042

In de notulen van de Bestuursvergadering dd 30 september 1830 wordt een brief gemeld van kapitein J.H.Bakker waarin hij vraagt het besluit inzake zijn lidmaatschap in te trekken “vermits hij alsdan voornemens was de achterstallige stortingen zoo van zichzelven als van zijn manschappen aan te zuiveren.”. Met grote meederheid besluit het Bestuur het verzoek af te wijzen.042

In de notulen van de Bestuursvergadering dd 26 maart 1835 staat een bericht van Marg. Bender, de weduwe van kapitein J.H.Backer, “berigtende het overlijden van haren man en verzoekende regt op uitkeering voor haar en 4 kinderen. “ Deze aanvraag wordt goedgekeurd in de Bestuursvergadering dd 23 april 1835 voor haar en haar 3 kinderen in gaande 01 mei 1835.042.

In de Algemene Vergadering van 31 augustus 1830 van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop wordt melding gemaakt van een schrijven aan kapitein Jan Hendrik Bakker, voerende de brik Reigersdaal, die “… reeds in April j.l. afgemonsterd hebbende, in gebreken is gebleven om de stortingen zoo van hem zelven als die van zijne manschappen te voldoen”. Het Bestuur heeft hem schriftelijk gemaand, maar zonder resultaat. Het Bestuur concludeerde dat: “… ingevolge art. 30 van het Reglement op het Weldadig Zeemansfonds moet geacht worden voor zijn Lidmaatschap bedankt te hebben”.023.

In de Algemene Vergadering van 12 mei 1835 van Zeemanshoop wordt de aanvraag tot ondersteuning behandeld en goedgekeurd van mevr. M.Bender, weduwe van kapitein J.H.Backer023.

 

De schepen van de kapitein

Vermelding in de Amsterdamsche Almanak voor Koophandel en Zeevaart001:

vlagnummer          jaren               type       scheepsnaam      naam reder/boekhouder

            35          1825-1829           brik        Reigersdaal         S.Paleologo

                                1830               geen opgave van schip en boekhouder

 

Bouma025 vermeldt J.H.Backer als gezagvoerder gedurende:

1819 t/m 1830 op de brik “Reigersdaal”, gebouwd in 1814, bouwplaats niet vermeld, 262 ton o.m., varend voor S.Paleologo te Amsterdam.

 

In het Archief van de Waterschout te Amsterdam011a zijn monsterrollen op naam van van Jan Hendrik Bakker als gezagvoerder van de “Vrouw Elberdina” dd 07 maart 1815, 09 maart 1816; 23 september 1818; 08 april 1819; 18 maart 1820, 10 november 1820 en 03 oktober 1821.

Op 12 mei 1834 staat hij genoteerd als gezagvoerder van de “Concordia”.

 

In het Archief van de Waterschout te Amsterdam011a zijn monsterrollen op naam van van Jan Harmen Bakker als gezagvoerder van de “Reigersdaal” dd.08 april 1819, 19 juli 1820; 06 september 1821; 04 juli 1823; 03 augustus 1824; 22 juli 1825; 31 augustus 1826 en 15 september 1827.

 In het Archief van de Waterschout te Amsterdam011a zijn monsterrollen op naam van van Jan Harmen Bakker. Het lijkt er op dat er opgaven van Jan Hendrik Backer en Jan Harmen Bakker door elkaar lopen.

Op 20 augustus 1832 was Jan Harmen gezagvoerder op de “Concordia”

Het lijkt er op dat er opgaven van Jan Hendrik Backer en Jan Harmen Bakker door elkaar lopen.

 

Overige bijzonderheden

Rotterdamsche Courant 24 december 1818114

Amsterdam, 22 december. Te Rye is wegen contrariewind binnengelopen het schip ELBERDINA, kaptein J.H. Bakker, van Rouaan (opm: Rouen) naar Amsterdam.

 

Rotterdamsche Courant 02 oktober 1819114

Amsterdam, 30 september. Den 22 sept is te Travemünde wegens contrariewind binnengelopen het schip de VROUW ELBERDINA, kapt. J.H. Bakker, van Amsterdam naar de Oostzee.

 

Rotterdamsche Courant 01 februari 1821114

Amsterdam, 30 januari. Te Surinamen zijn gearriveerd J. Johannesen, M. Meijer en P.C. Staghouwer van Amsterdam, de laatste in 31 dagen; te Berbice S. Kraaij van Amsterdam; te Smirna (opm: Izmir) J.H. Backer van Amsterdam, laatst van Genua en Livorno; te Marseille J. Paulsen, te Kadix (opm: Cadiz) J.C. Jansen, en te Lissabon W. Leeuwrik van Amsterdam; dezelve meldt in dato 6 januari dat hij op zijne reis met vele en zware stormen heeft moeten worstelen; doch was het schip en zo dacht hij ook de lading in goede staat; op de rivier van Nantes A.R. de Groot van Rotterdam.

 

Rotterdamsche Courant 30 juni 1821114

Amsterdam, 28 juni. Het schip REIGERSDAAL, kapt. J.H. Backer, van Smirna (opm: Izmir) naar Amsterdam, is den 3 juni Gibraltar binnengelopen, en, na zich van provisie en benodigdheden voorzien te hebben, den 6 dito weder van daar vertrokken. Gemelde kapitein heeft den 9 mei ontmoet het schip la VIERGE MARIE, kapt. J. de Meire, van Ostende.

 

Rotterdamsche Courant 27 augsutus 1822114

Amsterdam, 25 augustus. Kapt. J.H. Backer, voerende het schip (opm: brik) REIGERSDAAL, van Rio-Janeiro naar Amsterdam, te Rio-Janeiro met schade terug gekomen, meldt van daar den 1 juni, dat hij, zijn lading gelost hebbende, met de reparatie van zijn schip bezig was, en, zo hij dacht, over zes weken tot het hervatten zijn reis gereed zou zijn.

 

 

Datum vanaf: 1819
Kapitein: Backer, Jan Hendrik
Overige informatie: 1819-04-01

Familiegegevens en opleiding

Jacob Oelsen werd geboren te Kopenhagen op 08 mei 1765.

Hij huwde met Lolina Rimts, geboren te Schiermonnikoog op 13 april 1777 en overleden op 26 september 1814 (dus in het kraambed). Het echtpaar had 2 kinderen: dochter op 15 oktober 1812; dochter op 25 september 1814.

Jaccpb overleed in 1835.003

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

J.Oelsen werd met vlagnummer 098 effectief lid van Zeemanshoop per 25 januari 1825 op voorspraak van L.H.Schneider. Geen schip vermeld. Toegevoegd is “overleden”002.

In de notulen van de Algemene Ledenvergadering van Zeemanshoop van 18/25 januari 1825 werd Jb.Oelsen voorgedragen/benoemd als effectief lid. Hij was toen 59 jaar, “wonende aan boord of Schiermonnikoog” met als adres aan boord aan de werf de Oranjeboom op het Bikkerseiland te Amsterdam, werd voorgedragen door kapitein L.H.Schneider en kreeg vlagnummer 98023.

Hij werd deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop per 28 januari 1826003.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 25 mei 1826 doet kapitein J.Oelsen het voorstel “om bij wijze van wet of als verzoek, de Heeren Honoraire Leden, Reeders of boekhouders van Scheepen te verpligten of uittenodigen bij aanstelling van Kapiteins op hunnen scheepen de voorkeur te geven aan Effectieve Leden buiten activiteit.” Het Bestuur gaat niet mee in dit voorstel, maar bedankt kapitein Oelsen “voor zijne in deze weder betoonde goedegezindheid tot bloei & luister van het Kollegie.”042.

In de notulen van de Bestuursvergadering dd 27 juli 1826 staat een verzoek van kapitein J.Oelsen om zijn effectief lidmaatschap te mogen behouden “indien hij als Carga naar Havana onder Deensche vlag mogt vertrekken. Het Bestuur geeft toestemming als hij zijn verschuldigde contributie maar betaald. Hij mag echter niet als kapitein of in een andere scheepsbetrekking gaan varen.042.

In de notulen van de Bestuursvergadering dd 29 oktober 1829 staat een verzoek om onderstand van J.Oelsen vanwege “zijne zorgelijke toestand”.042.

In de notulen van de Bestuursvergadering dd 26 november 1829 werd door het Bestuur een onderstand van f 32,- per maand toegekend aan kapitein J.Oelsen. In de notulen van 28 januari 1830 staat een brief van kapitein J.Oelsen “van zijne herstelling kennis gevende doch wegens gebrek aan plaatsing nog eenige voortdurende onderstand verzoekende.” Hem wordt voor nog eens 3 maanden een ondersteuning van f 32, per maand toegekend. In de notulen dd 03 mei 1830 verzoekt J.Oelsen om continuering van onderstand “waarbij hij tevens de wensch voegt dat alleen bij het Bestuur blijve” (kennelijk wil hij geen algemene ruchtbaarheid via mededeling in de Algemene Vergadering van Zeemanshoop.) Het Bestuur geeft hem nog een maand extra. In de notulen dd 27 mei 1830 staat een brief van kapitein J.Oelsen “waarin hij te kennen geeft dat hij nog zeer verlangt de hem toegelegde gelden te ontvangen.”. In de notulen dd 29 juli 1830 vraagt kapitein Oelsen of hij de verschuldigde contributie mag uitstellen tot nà zijn reis, hetgeen door het Bestuur wordt toegestaan.042.

In de notulen van de Bestuursvergadering dd 17 mei 1832 is sprake van: “Twee brieven van kapitein Jacob Oelsen 5 & 10 Mei wegens onaangenaamheden met kapitn C.Brandligt over het niet hijsen van de vlag op zijn schip.”042.

In de notulen van de Bestuursvergadering dd 26 februari 1835 staat een aanvrage van kapitein J.Oelsen om onderstand. In de notulen dd 26 maart 1835 “wordt aan Kapt. Oelsen … regt toegestaan in de 1e Klasse en daar en boven uit hoofde zijner omstandigheden aan Kapt Oelsen, eene Gratificatie van f 50,- toegestaan. 042.

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 30 juni 1836 staat een lijst van kapiteins die zijn overleden of die hebben bedankt voor het lidmaatschap. Jaartallen van overlijden of bedanken zijn niet vermeld. Overleden is J.Oelsen042.

 

De schepen van de kapitein

lid van het college Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer                  jaren             type                  scheepsnaam                                        naam reder/boekhouder

         98                           1825             schoner            De Vier Gebroeders                             L.Frerichsen

                                      1826-1829     geen vermelding van schip en boekhouder

                                      1830-1831     brik                   Hesperus                                               geen opgave

                                      1832-1833     brik                   Hesperus                                               C.L.Engelberts

                                      1834-1835     geen vermelding van schip en boekhouder

 

Bouma025 vermeldt J.Oelsen als gezagvoerder gedurende:

*    1815 t/m 1816 van de smak “Vrouw Lollina”, gebouwd in 1802, bouwplaats niet vermeld, 84 ton o.m., geen vermelding van thuishaven en eigenaar;

*    1826 van de 2/msch “Vier Gebroeders”, gebouwd in 1814, bouwplaats niet vermeld, 120 ton o.m., varend voor L.Frerichsen, geen thuishaven genoemd;

*    1831 t/m 1834 van de brik “Hesperus”, gebouwd in 1815, bouwlocatie niet vermeld, 100 ton o.m., varend voor C.L.Engelberts te Amsterdam.

 

Het Archief van de Amsterdamse Waterschout11a bevat monsterrollen op naam van kapitein Jacob Oelsson op de:

“Vrouw Lollina”, dd 10 maart 1802; 05 april 1804 (Oldenburger vlag); 22 juli 1805 (Oldenburger vlag); 16 juli 1806 (Oldenburger vlag); 13 juli 1807 (Oldenburger vlag); 30 juni 1809 (Oldenburger vlag); 30 juni 1814; 31 mei 1815 en 13 september 1815;

“Ecoenomie”, dd 16 juni 1818;

“Vier Gebroeders”, dd 21 juli 1820; 08 juni 1821; 01 mei 1822; 27 mei 1823; 25 juni 1824 en 01 juni 1825;

“Hesperus”, dd 06 juli 1830; 03 juni 1831 en 21 juli 1832.

 

Krantenberichten

Rotterdamsche Courant 13 oktober 1818114

Amsterdam, 11 oktober. Kaptein W. Ward, den 25 augustus van Rotterdam te Boston (opm: Mass.) gearriveerd, heeft den 29 juli, op 46 en 1 halve graad breedte, 19 en 1 halve graad lengte, gepraaid de brik HESPER, kaptein J. Stevens Junior, hebbende 16 dagen reis, van Amsterdam naar Newburyport (opm: Mass.), en den 30 dito op 47 gr. breedte, 22 gr. lengte, het Hollands schip OECONOMIE, kaptein J. Oelsen, met passagiers, van Amsterdam naar Philadelphia.

 

Rotterdamsche Courant 02 maart 1820114

Advertentie. J. Tentije, J. van Ouwerkerk de Vries, J.E. Lublink en A. van der Sluijs, makelaars, zullen, op maandag den 13 maart 1820, des avonds te 6 uren, te Amsterdam, in het Nieuwezijds Heeren-Logement, op de Haarlemmerdijk, verkopen: een extraordinair welbezeild Pinkschip, genaamd OECONOMIE, gevoerd door kapt. J. Oelsen, lang 101 en 1 half voet, wijd 27 voet, hol 10 voet, het verdek hoog 6 voet, alles Amsterdamse maat; breder bij de inventaris. Zijnde dit schip inmiddels uit de hand te koop. Berigt bij de makelaars.

 

Rotterdamsche Courant 28 september 1820114

Amsterdam, 26 september. Een Hollandse schooner, genaamd de VIER GEBROEDERS, van Amsterdam naar Havana (denkelijk kapt. J. Oelsen, den 11 augustus uit Texel gezeild), voerende een seinvlag met L.F, is den 3 september, op 43 gr N.B. en 14 gr W.L. in goede staat gepraaid door kapt. N. Bang, voerende het schip LIJKKENSPROVE, van Messina, den 19 dito in Texel binnen.

 

Rotterdamsche Courant 05 februari 1822114

Amsterdam, 3 februari. Kapt. J. Oelsen, van Havana te Amsterdam gearriveerd, heeft den 18 januari in de Hoofden (opm: Nauw van Calais) in goede staat zien zeilen, doch niet kunnen praaien, een driemastschip, naar het hem toescheen de VRIJHEID, kapt. R.T. Rinses, van Amsterdam naar Surinamen.

 

 

Datum vanaf: 1827
Kapitein: Oelsen, Jacob
Overige informatie: november 1827 – december 1828 als vervanger van J. Harm Backer

Familiegegevens en opleiding

Geen.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

J.H.Bakker werd met nr. 353 effectief lid van Zeemanshoop op 07 augustus 1832 op voordracht van C.Brandligt. Geen opgave van schip002.

In de Algemene Vergaderingen van 31 juli/07 augustus 1832 van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop wordt tot effectief lid voorgedragen/benoemd Jan Harm Backer, 39 jaar, voerende het schip Concordia, wonende op de Brouwersgracht bij de Kleine Vischmarkt nr. 11 te Amsterdam, op voordracht van C.Brandligt. Hij krijgt vlagnummer 353023.

J.H.Bakker was effectief lid van Zeemanshoop in de periode 1832 t/m 1835 met vlagnummer 353.

 

J.H.Bac(k)ker wordt vermeld als lid van het zeemanscollege “De Blauwe Vlag te Amsterdam in 1827 t/m 1830 met nummer 88 en in 1832 t/m 1834 met nummer 26008.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

Geen.

 

De schepen van de kapitein

Vermelding in de Amsterdamsche Almanak voor Koophandel en Scheepvaart001:

vlagnumme               jaren                 type        scheepsnaam       naam reder/boekhouder

         353              1832-1834            fregat     Concordia            J.ter Wal

                                     1835                 geen opgave van schip en boekhouder

Wellicht heeft Backer-035 opgezegd in 1831 en zich weer met 353 aangemeld in 1832. Van den Hoek Ostende vermeldt nr.353 als Bakker.

 

Bouma025 vermeldt J.H.Backer als gezagvoerder gedurende:

*    1833 t/m 1835 op de 3/m pink “Concordia”, gebouwd in 1813 te Amsterdam, 300 ton o.m., varend voor J.ter Wal te Amsterdam(?)

 

In het Archief van de Waterschout te Amsterdam011a zijn monsterrollen op naam van van Jan H. Bakker als gezagvoerder van de

 “Margaretha”, dd 10 september 1808 (vlag Hanover); 11 november 1808 (vlag Hanover); 06 mei 1809 (vlag Hanover);

“Vrouw Elberdina” dd 07 maart 1815, 09 maart 1816; 23 september 1818; 08 april 1819; 18 maart 1820, 10 november 1820 en 03 oktober 1821

 “Reigersdaal” dd.08 april 1819, 19 juli 1820; 06 september 1821; 04 juli 1823; 03 augustus 1824; 22 juli 1825; 31 augustus 1826 en 15 september 1827.

Op 20 augustus 1832 was Jan Harmen gezagvoerder op de “Concordia”

Op 12 mei 1834 staat hij genoteerd als gezagvoerder van de “Concordia”.

Het lijkt er op dat er opgaven van Jan Hendrik Backer en Jan Harmen Bakker door elkaar lopen.

 

Overige bijzonderheden

“De Vrienden” aan de noordkust van Java057:

24 november 1834             “... komende uit het noorden passeerde ons het schip Concordia Capt J.H.Bakker Gedestineerd Naar Amsterdam  verzonden brieven met dezelve ...”

 

Monsterrol dd. 12 mei 1834 van het fregat “Concordia” onder gezag van Jan Hendrik Bakker en met 19 manschappen. Bestemming Batavia. Boekhouder E.P.Jurriaans011.

 

Rotterdamsche Courant 01 juni 1815

Amsterdam, 30 mei. Op 16 mei is, na gissing, 3 mijlen z.z.w. van het eiland Juist, gezonken het schip de VROUW JOHANNA, kapt. J.H. Bakker, met een lading lijnkoeken, van Tonningen naar Amsterdam, laatst van Hormerzijl.

 

Rotterdamsche Courant 28 juni 1821114

Amsterdam, 26 juni. In Terschelling zijn binnengekomen J.G. Bart van Petersburg, J.H. Bakker van Riga, L. Duin (wijlen A.B. Ekkel) (opm: kofschip VROUW ELISABETH) van Osterrisoer en J.N. Warrer van Ringkiöbing.

Kapt. K.J. Musch, den 22 juni in Texel binnen van Malaga, is den 24 dito uit de quarantaine ontslagen.

 

Rotterdamsche Courant 17 juli 1821114

Amsterdam 14 juli. Kapt. J.H. Bakker, van Smirna (opm: Izmir), is den 13 laatstleden uit de quarantaine ontslagen; dezelve rapporteert den 21 juni laatstleden gezien te hebben (volgens nommervlag), op 43º23’ N.B, C.W. Reijnbende, van Rotterdam naar Surinamen; zeilende met N.O. wind en stijve koelte.

 

Provinciale Groninger Courant 20 december 1822114

Advertentie. In de maand januari aanstaande, tijd en plaats nader te bepalen, zal publiek ter verkoop gepresenteerd worden: een Smakschip, genaamd EGBERDINA (opm: VROUW EGBERDINA), bevaren geweest door J.H. Bakker, groot ongeveer 40 rogge-lasten, met zeil, treil, ankers en touwen, zo als hetzelve is liggende in de Pekel-A, alwaar het in den jare 1817 is uitgehaald. Iemand intussen genegen zijnde hetzelve uit de hand te kopen, adressere zich bij de heren H.H. Nap te Groningen of P.R. Brons te Pekela.

 

Niet zeker of deze advertenties op de juiste plek staat.

 

 

Datum vanaf: 1829
Kapitein: Bakker/Backer, Jan Harm
Overige informatie: 1829 - 1829

Familiegegevens en opleiding

Geen

 

De schepen van de kapitein

Bouma025 vermeldt J.Jansen als gezagvoerder gedurende:

*    1831 t/m 1834 van de brik “Reigersdaal”, gebouwd in 1814, bouwplaats niet vermeld, 262 ton, rederij niet vermeld, maar wellicht S.Paleologo te Amsterdam. Het schip werd in 1834 verkocht;

*    1855 t/m 1858 van het 3/m schip “Elisabeth Antonia”, gebouwd in 1837 te Dordrecht, 862 ton o.m., varend voor J.J.Granpré Molière & A.W.ten Cate. Het schip werd in 1859 gesloopt;

*    1864 t/m 1868 van het fregat “Eendragt”, gebouwd in 1837 te Schiedam, 793 ton o.m., varend voor Trakranen & Co te Amsterdam. Het schip is in 1868 gezonken op de kust van Guinea, alwaar het dienst deed als depotschip.

 

Overige bijzonderheden

Geen

 

 

Datum vanaf: 1830
Kapitein: Jansen, J.
Overige informatie: 1830-06-22

Monsterrollen

Opgemaakt Amsterdam
Datum: 1815-06-12
Scheepsnaam voorvoegsel:
Scheepsnaam: REYGERSDAAL
Schipper: Schneider, Lodewig Hendrich
Scheepstype: brik
Grootte:

Bekijk alle monsterrollen Bekijk alle monsterrollen
Afbeeldingen


Omschrijving: REIGERSDAAL, in een storm in 1827/1829 Het schip is met drie masten weergegeven
Collectie: Maritiem Museum Rotterdam
Vervaardiger: Spin, Jacob
Onderwerp: Storm

Omschrijving: REIGERSDAAL aquarel gemaakt in 1851. Het schip is afgebeeld met de Amsterdamse collegevlag no.35 van Jan Harms Backer. Kapitein Oelsen viel voor hem in. Jacob Spin voer zelf als matroos mee op deze reis en heeft later dit scheepsportret voor zich zelf of voor zijn zwager Michael Ernst Schlie, die als bootsman meevoer, gemaakt.
Collectie: Nederlands Scheepvaart Museum - Amsterdam
Vervaardiger: Spin, Jacob
Onderwerp: Zeeopname
Algemene informatie

1810

In 1810 werd de kiel gelegd voor het fregatschip RIJGERSDAAL, in opdracht van Ziby Cohen en Stephano Paleologo, op de werf Hollandia te Amsterdam. In 1812 werd het casco pas afgebouwd maar het duurde nog tot mei 1815 voordat het schip werd opgeleverd.

1815

Op 09-06-1815 wordt voor de REIGERSDAAL door Stephano Paleologo uit Amsterdam de eerste zeebrief aangevraagd voor kapt. L.H. Schneider.

LCO 260715
Amsterdam, 24 juli. Sedert onze laatste uit Texel gezeild REIGERSDAAL, kapt. L.H. Schneider naar Havana.
RC 311015
Amsterdam, 29 oktober. Kaptein H. Schneider, voerende het schip REYGERSDAAL (opm: brik REIGERSDAAL), van Amsterdam naar de Havanah gedestineerd, meldt van St. Thomas van den 7 september, dat hij daags tevoren, wegens gebrek aan water, aldaar was binnengelopen en de volgende dag zijn reis hoopte te vervolgen; schip en volk waren in de beste staat.

1816

RC 150216
Amsterdam, 13 februari. Kaptein H. Schneider, voerende het brikschip REIGERSDAAL, van Havanna naar Amsterdam gedestineerd, meldt van Medemblik, dat hij den 5 februari uit het Nieuwe Diep opgezeild zijnde, den 7 dito op de hoogte van Urk door drijfijs en zwaar weer genoodzaakt was geworden naar Medemblik te zeilen; laag water had hem verhinderd in de haven te komen, doch door het lossen van twee ligters en met adsistentie van een aantal manschappen was het schip tusschen de hoofden van den haven gebragt; doordien hetzelve gestoten had, vreesde de kaptein voor enige schade; ook had hij zijn grote boot verloren.
RC 220216
Amsterdam, 20 februari. Volgens brieven van Medemblik, van den 17 februari, had aldaar de vorige avond en nacht een verschrikkelijke storm of orkaan gewoed, waardoor de vier schepen, die in de mond der haven lagen, aan het drijven geraakt waren, en, elkander niet kunnende mijden, doch onderling schade toegebragt hadden. Het fregat VREES EN HOOP, kapt. W.P. de Jong, van Surinamen, was na het breken van twee trossen en het bekomen van andere schade aan de grond geraakt; hetzelve had zwaar gestoten, doch was digt. Een brik van Havana, waarschijnlijk REIGERSDAAL, kapt. L.H. Schneider, was insgelijks beschadigd en aan de grond geraakt.
RC 240216
Amsterdam, 22 februari. Volgens een brief van kapt. L. Schneider, in dato Medemblik den 18 februari, was het door hem gevoerd wordende brikschip REIGERSDAAL, van Havana naar Amsterdam gedestineerd, in de storm tussen den 16 en 17 dito van deszelfs touw gedreven en aan de grond geraakt, doch vervolgens afgebragt; hetzelve was volkomen digt gebleven, en lag in goede staat in de haven, zodat hij hoopte, weer en wind gunstig zijnde, binnen drie dagen naar Amsterdam te zeilen.
LCO 010516
Amsterdam, 29 april. Sedert onze laatste uit Texel gezeild REIGERSDAAL, kapt. L.H. Schneider naar St Thomas.
LCO 200916
Kapitein L.H. Scheider, voerende het schip REIGERSDAAL, meld van St. Thomas van den 30 juli, dat hij dacht tegen de helft van augustus herwaards te vertrekken.

Op 25-11-1816 wordt voor de REIGERSDAAL door Stephano Paleologo uit Amsterdam een Turkse pas aangevraagd voor kapt. L.H. Schneider.


1817
 

RC 180117
Amsterdam, 16 januari. Den 9 januari is te Ramsgate, met verlies van een anker, en touw en gescheurde boegspriet, binnengelopen het schip REIGERSDAAL, kapt. L.H. Schneider, van Amsterdam naar Smirna (opm: Izmir).
LCO 100217
Volgens een brief van kapt. L.H. Schneider, voerende het schip REIGERSDAAL, van hier naar Smirna gedestineerd, was hij den 1 dezer in goede staat zeilende in het kanaal onder Dover.
OHC 130217
Te Portsmouth is binnengelopen het schip REIGERSDAAL, kapt. L.H. Schneider, van Amsterdam naar Smirna.

1818
 

RC 270618
Amsterdam, 25 juni. Den 29 mei is, na sedert den 6 dito voor de Straat (opm: Straat van Gibraltar) gekruist te hebben, wegens gebrek aan provisie en aanhoudende tegenwind, te Malaga binnengelopen het schip REIGERSDAAL, kapitein L.H. Schneider, van Smirna (opm: Izmir) naar Amsterdam; hetzelve lag den 31 dito gereed, om bij de eerste gunstige gelegenheid de reis te vervolgen. Volgens schrijven van gemelde kapitein, waren aldaar, uit hoofde van gedurige westelijke winden, circa zestig schepen liggende, waarvan vier Hollandse, en onder deze de AURORA, kapitein R. Akkerman, van Barcelona.

1819

Op 01-04-1819 wordt voor de REIGERSDAAL door Stephano Paleologo uit Amsterdam een zeebrief en een Turkse pas aangevraagd voor kapt. Jan Harms Backer.


1820

Op 14-07-1820 wordt voor de REIGERSDAAL door Stephano Paleologo uit Amsterdam een Turkse pas aangevraagd voor kapt. Jan Harms Backer.

RC 171020
Arrivementen: Te Genua J.H. Backer.
OHC 091120
Volgens brief van Genua van den 26 oktober had het daar sedert 15 dagen slecht weer geweest, en den vorige nacht zwaar gestormd uit het zuidwesten. Waardoor verscheidene schepen elkander schade hebben toe gebracht. Het schip REIGERSDAAL, kapt. J.H. Backer had schade aan het zware touw en werd de laatste 14 dagen belet door slecht weer en tegenwind de reis naar Livorno aan te nemen.

1821
 

OHC 300621
Amsterdam, 28 juni. Het schip REIGERSDAAL, kapt. J.H. Backer, van Smirna (opm: Izmir) naar Amsterdam, is den 3 juni Gibraltar binnengelopen, en, na zich van provisie en benodigdheden voorzien te hebben, den 6 dito weder van daar vertrokken. Gemelde kapitein heeft den 9 mei ontmoet een brik, voerende een vlag met no. 62, van Ostende, zijnde la VIERGE MARIE, kapt. J. de Meire, van Ostende.

Op 31-08-1821 wordt voor de REIGERSDAAL door Stephano Paleologo uit Amsterdam een zeebrief en een Turkse pas aangevraagd voor kapt. Jan Harms Backer.


1822

OHC 300422
Arrivementen: Te Rio de Janeiro J.H. Backer.
RC 270822
Amsterdam, 25 augustus. Kapt. J.H. Backer, voerende het schip (opm: brik) REIGERSDAAL, van Rio-Janeiro naar Amsterdam, te Rio-Janeiro met schade terug gekomen, meldt van daar den 1 juni, dat hij, zijn lading gelost hebbende, met de reparatie van zijn schip bezig was, en, zo hij dacht, over zes weken tot het hervatten zijn reis gereed zou zijn (opm: zie RC 241022).
RC 241022
Rotterdam, 23 oktober. Uittreksel uit de Lloyd’s Lijst:
Kapt. J.H. Backer, voerende het schip REIGERSDAAL, van Rio-Janeiro naar Amsterdam, heeft, volgens brief van Rio-Janeiro van den 10 augustus, buiten het beschadigde (opm: zie RC 270822), nog tot goedmaking der kosten 223 balen koffij van de lading verkocht en is, volgens brief van den 19 augustus, de vorige dag vertrokken.
OHC 051122
Amsterdam, 4 november. Den 2 dezer is in Texel binnengekomen REIGERSDAAL, kapt. J.H. Bakker, van Rio de Janeiro

1823
 

AC 290723
Texel, 27 juli. Heden zijn van hier uitgezeild de schepen REIGERSDAAL (opm: brik), kapt. J.H. Backer, naar Genua, Livorno en Smirna (opm: Izmir), en DRIE VRIENDEN (opm: tjalk), kapt. E.F. ten Cate, naar Newcastle.
OHC 160823
Te Deal, 10 augustus,  binnengelopen REIGERSDAAL, kapt. J.H. Bakker van Amsterdam naar Smirna.
AC 171023
Te Gibraltar is den 23 september gearriveerd REIGERSDAAL (opm: brik), kapt. J.H. Backer, van Amsterdam naar Genua, Livorno en Smirna bestemd. De laatste meldde, dat hij den 13 september op 40º40’ N.B. en 11º30’ W.L. achterhaald is geworden door de Spaanse kaper ATRIBIDE, kapt. A. de Cortino, welke hem na drie schoten met scherp deed bijdraaien en na onderzoek zijner papieren hem noodzaakte acht man over te nemen van de equipage van een op 10 september genomen Franse brik, genaamd la BONNE SOPHIE, kapt. Miailhé, van Bordeaux naar Calcutta bestemd; deze manschappen had hij te Gibraltar aan wal gezet en dacht den 24 september zijn reis te vervolgen.

1824

Op 26-06-1824 wordt voor de REIGERSDAAL door Stephano Paleologo uit Amsterdam een zeebrief en een Turkse pas aangevraagd voor kapt. Jan Harms Backer.
 

AC 260724
Advertentie. J.E. Lublink, F. der Kinderen, A. van der Sluys en J. Salm junior, makelaars, zullen op maandag den 2 augustus, ’s avonds ten zes ure, te Amsterdam in de Nieuwe Stads Herberg aan het IJ verkopen: 1/4e en 1/16e Part in het tweedeks Brikschip genaamd REIGERSDAAL, gevoerd door kapt. J.H. Backer. Breder bij biljet en bericht bij de bovengenoemde makelaars en bij Van der Bey & Co.

1825

Op 15-07-1825 wordt voor de REIGERSDAAL door Stephano Paleologo uit Amsterdam een Turkse pas aangevraagd voor kapt. Jan Harms Backer.
 

AC 030825
Door Alkmaar zijn langs het Noord-Hollandsche Kanaal gepasseerd: Den 29 juli, REIGERSDAAL, kapt. J.H. Backer, van Amsterdam naar Genua, Livorno en Smyrna.
AC 111025
Texel, 9 oktober. Te Genua aangekomen: REIGERSDAAL, kapt. J.H. Backer, van Amsterdam.
AC 111125
Te Livorno 26 oktober: REIGERSDAAL, kapt. J.H. Backer, van Amsterdam en Genua, en zou den 30 de reis naar Smyrna voortzetten.

1826
 

OHC 200426
Amsterdam, 18 april. Door kapt. A. van der Linden (opm: brik SNELHEID) van Smyrna, te Helvoet binnen, is den 24 februari bij Malta verlaten het schip REIGERSDAAL, kapt. J.H. Backer, van Smyrna naar Amsterdam.
AC 060526
Texel, 3 mei. Binnengekomen: REIGERSDAAL, kapt. J.H. Backer, van Smyrna, ligt quarantaine.
AC 080526
Texel, 5 mei. Uit de quarantaine ontslagen: REIGERSDAAL, kapt. J.H. Backer, van Smyrna, dezelve rapporteert dat den 23 april in goede staat zeilende waren: Een brik, met de No. vlag 153, van (opm: College) Zeemans Hoop; kapt. C. Swaan, naar Batavia.

Op 11-07-1826 wordt voor de REIGERSDAAL door Stephano Paleologo uit Amsterdam een zeebrief en een Turkse pas aangevraagd voor kapt. Jan Harms Backer.

RC 071226
Amsterdam, 5 december. Scheepvaartberichten: Het schip REIGERSDAAL, kapt. J.H. Backer, van Amsterdam naar Smyrna, is, volgens brief van de kapitein, in dato Port-Mahon den 25 oktober, aldaar binnengelopen en dacht hij den 1 november, onder Nederlands konvooi, zijn reis voort te zetten.

1827

Op 15-07-1827 wordt voor de REIGERSDAAL door Stephano Paleologo uit Amsterdam een Turkse pas aangevraagd voor kapt. Jan Harms Backer.
 

RC 291227
Amsterdam, 27 december. Volgens brief van Malta van de 30e november, is de 28e dito aldaar aangekomen het schip REIGERSDAAL, kapt. J. Oelsen, voor J.H. Bakker, van Amsterdam naar Smyrna en zou spoedig de reis onder konvooi vervolgen.

1828
 

RC 260128
Amsterdam, 24 januari. Het schip REIGERSDAAL, kapt. J. Oelsen, voor kapt. J.H. Backer, van Amsterdam naar Smirna, te Malta binnen, zou, volgens brief van daar van de 21e december, de volgende dag onder konvooi van Zr. Ms. brik KEMPHAAN de reis voortzetten.
RC 280228
Te Smirna J. Oelsen ( voor J.H. Bakker), van Amsterdam, laatst van Malta, onder konvooi van Zr. Ms. brik KEMPHAAN.
RC 291128
Te Malta is aangekomen Zijner Majesteits brik van oorlog de ECHO, kaptein–luitenant Geesteranus, van Smirna, hebbende onder konvooi gehad de schepen Reigersdaal, kapt J. Oelsen en de VREDE, kapt. C. Meyer, beide van Smirna naar Amsterdam, welke derzelver reis hebben voortgezet.
OHC 231228
Amsterdam, 22 december. In Texel binnengekomen REIGERSDAAL, kapt. J. Oelsen van Smirna.

1829
 

AH 110429
Advertentie. J.E. Lublink, G.J. Roland Holst, F. van Kinderen, A. van der Sluys, J. Boelen, W. ten Kate, N.J. Lublink en J. de Rooy, makelaars, zullen op dinsdag de 21e april 1829, des avonds ten zes ure, te Amsterdam in de Nieuwe Stads Herberg aan het IJ, verkopen: 1/16 part in het Nederlands tweedeks brik-schip, genaamd REIGERSDAAL, gevoerd door kapt. J.H. Bakker varende onder directie van de heer Stephano Paleologo. Breder bij notitie vermeld en bericht bij bovengenoemde makelaars.

Op 15-04-1829 wordt voor de REIGERSDAAL door Stephano Paleologo uit Amsterdam een zeebrief en een Turkse pas aangevraagd voor kapt. Jan Harms Backer.

RC 300629
Amsterdam, 28 juni. Kapt. H.T. van Slooten, van Liverpool in Texel binnen, heeft de 10e dezer op de hoogte van Douvres in goede staat gepraaid het schip REIGERSDAAL, kapt. J.H. Bakker, van Amsterdam naar Suriname.

1830

Op 22-06-1830 wordt voor de REIGERSDAAL door Stephano Paleologo uit Amsterdam een zeebrief en een Turkse pas aangevraagd voor kapt. Jelle Janssen.

AH 030730
Advertentie. In lading liggende schepen te Amsterdam. Naar Genua, Livorno en Alexandria. Het tweedeks brikschip REIGERSDAAL, kapt. J. Janssen. Adres bij Van Olivier en Co.; D’Arnaud en Co.

1831

AH 030231
Livorno, 21 januari. Gearriveerd REIGERSDAAL, kapt. Jan (opm: Jelle) Janssen van Alexandrië in Egypte.

1832
 

AH 271132
Portsmouth, 22 november. De REIGERSDAAL, kapt. Jelle Janssen, van New York naar Amsterdam, is door Zr.Ms. schip CONWAY herwaarts opgezonden.

1833

PGC 160433
Extract uit het Journal Du Commerce d’Anvers: De Moniteur bevat een lijst van Nederlandse koopvaardijschepen die vanaf 10 november tot 30 maart in de Engelse havens onder embargo liggen. Dit document, zegt het officiële dagblad, is het beste antwoord, dat men geven kan aan hen die de doeltreffendheid en zelfs het bestaan der dwangmiddelen betwijfelen.
Deze lijst bevat 30 schepen waaronder de REIGERSDAAL.
AH 100633
Scheepstijdingen. Binnengekomen: Texel, 7 juni. JEANNETTE PHILIPPINE, kapt. C. Kenk, van Canton; REIGERSDAAL, kapt. J. Jansen, van New-York.
AH 100633
Carga-lijsten Amsterdam: REIGERSDAAL, kapt. J. Janssen, van New-York.

1834
 

AH 030434
Advertentie. Joannes de Rooy, makelaar, zal op maandag de 21e april 1834, des avonds ten 6 ure, te Amsterdam, in de Nieuwe Stads-Herberg aan het Y, verkopen een extra ordinair welbezeild Nederlands tweedeks brikschip, genaamd REIGERSDAAL, gevoerd door kapt. J. Janssen; volgens Nederlandse meetbrief lang 26 ellen, wijd 5 ellen 12 duimen, hol 4 ellen 42 duimen en alzo gemeten op 262 tonnen of 138 lasten. Breder bij de inventaris en bericht bij bovengenoemde makelaar en bij Van den Bey en Kroon, cargadoors
AH 230434
Verkoping van schepen in de Nieuwe Stads-Herberg aan het IJ op maandag 21 april 1834:
Het tweedeks brikschip REIGERSDAAL, kapt. Jelle Janssen. NLG 4.100, in slag NLG 50,-, koper G.J. Holst (opm: een makelaar) (opm: zie AH 030434; de brik, in 1812 in Amsterdam gebouwd maar eerst in 1815 afgebouwd, werd door de eerste eigenaar [!] verkocht, waarschijnlijk aan een lokale sloper; de laatste zeebrief werd op 5 mei geretourneerd onder vermelding ‘schip verkocht’)

 

Kroniekberichten

Toon kroniekberichten
Akten

ARCHIEF Gemeente Amsterdam archiefnummer 5181/7150-1815-31

DVD 6 – IV - 119

Bijlbrief
Naam schip REIGERSDAAL

plaats en datum acte bijlbrief, Amsterdam, 29 mei 1815

soort schip brik

Bouwwerf/verkoper zie onder bijzonderheden

Gevoerd door kapt.

eigenaar/aankoper de heer Paleologo, Amsterdam

te voeren door kapt.

groot volgens meetbrief in tonnen

tuigage en aantal dekken

afmetingen lang over stevens 95 voet, wijd bij eerste balk voor grootluik binnen zijn huid 26 voet 6 duim, hol in het ruim bij eerste balk voor grootluik op zijn uitwatering 12 voet 6 duim, het verdek bij de eerste balk voor het grootluik hoog aan boord 6 voet, alles Amsterdamse maat

kiellegging

tewaterlating

plaats en datum van registratie

nummer van registratie

notaris

prijs (bij aan-/verkoop)

bijzonderheden: A. de Graaf en Pieter Blauw, Mr. scheepstimmerlieden te Amsterdam op de werven Casiemirus en de Toren van Cordaan verklaren, dat dit brikschip op nieuw gebouwd is door Syme Pronk, Mr.scheepstimmerman van de werf Hollandia op Wittenburg te Amsterdam en verder door de ondergetekenden is afgetimmerd.







researcher/datum research ML/150707

Naam REIGERSDAAL
Archiefinstelling Stadsarchief Amsterdam
Jaar 1815
Toegang 5181
Inventaris 7150
Klik hier om de originele akte te bekijken

Stadsarchief Amsterdam Archiefnummer AMS 5074.1413.1819.5

foto 005, 006
CEDULE

Naam schip REIGERSDAAL

plaats en datum acte eigendomsbewijs, Amsterdam, 9 april 1819

type schip brik

bouwwerf/verkoper niet vermeld

gevoerd door kapt.

eigenaar/koper Stephanus Paleologo, Amsterdam, boekhouder, e.a. (zie bijlage)

te voeren door kapt. Jan Harms Backer

grootte in tonnen 44 lasten (elders staat 144 lasten)

tuigage / aantal dekken twee masten, twee dekken

afmetingen

kiellegging

tewaterlating gebouwd te Amsterdam

plaats / datum registratie Amsterdam, 23 april 1819

nummer registratie deel 23, folio 9, recto, vak 5

notaris Regtbank van Eerste Aanleg, Amsterdam

prijs

Bijzonderheden: getoond wordt de bijlbrief
De datum van de acte is NIET de datum van de transactie. De juiste datum vindt men in Amsterdam AB 1819-1838. De cedule is in de kantlijn genummerd 14857
Het schip ligt thans te Amsterdam.
(opm: eerste zeebrief voor de REIGERSDAAL op 9 juni 1815)

researcher/datum research: ML / 030214





Bijlage bij cedule 5 van 9 april 1819, brik REIGERSDAAL
________________________________________________

eigenaren per 9 april 1819:


Stephanus Paleologo, Amsterdam (boekhouder en 1/8e part)
Abraham de Haas & Co., Amsterdam (1/4e part)
Alstorphius van Hemert, Amsterdam (1/16e part)
Johs. van Hemert & Zoon, Amsterdam (1/8e part)
A.de Graaf en P. Blaauw, Amsterdam (1/16e part)
David Cohen & Zoon, Amsterdam (1/8e part)
Erven Fredrik Rombout, Amsterdam (1/16e part)
Anton Curlowasch? (onleesbaar), Amsterdam (1/16e part)
Stephano d’Isay & Co, Amsterdam (1/8e part)

ML / 030214

Naam REIGERSDAAL
Archiefinstelling Stadsarchief Amsterdam
Jaar 1819
Toegang 5074
Inventaris 1413
Klik hier om de originele akte te bekijken

ARCHIEF Gemeente Amsterdam
archiefnummer 5074/1419-1819-5

BIJLBRIEF schip REIGERSDAAL

plaats en datum acte n.v.

soort schip brik

gevoerd door kapt. n.v.

Bouwwerf/verkoper in 1812 gebouwd door de werven Casimirus en Toren van Cordaan, Amsterdam, doch in 1815 afgebouwd door de Werf Hollandia, Amsterdam

eigenaar/aankoper de heren Paleologo

te voeren door kapt.

groot volgens meetbrief in tonnen n.v.

tuigage en aantal dekken n.v.

afmetingen 95.0 x 26.6 x 12.6 voeten en duimen

kiellegging n.v.

tewaterlating n.v.

plaats en nummer van registratie n.v.

datum van registratie n.v

notaris n.v.

prijs (bij aan-/verkoop) n.v.

bijzonderheden n.v.








researcher/datum research ML - 150705

Naam REIGERSDAAL
Archiefinstelling Stadsarchief Amsterdam
Jaar 1819
Toegang 5074
Inventaris 1419
Klik hier om de originele akte te bekijken

Bronnen

Jaar: 1810
Bron: Diverse Bronnen
Omschrijving: N.A. Den Haag, toegang nummer 2.08.01.07 Zeebrieven verbalen, diverse bestanddelen.
Gemeente archief Amsterdam 5181/7150-1815-31
Gemeente archief Amsterdam AMS 5074.1413.1819.5
Gemeente archief Amsterdam 5074/1419-1819-5
Gemeente-Archief Amsterdam, Staat der Hollandsche Schepen te Amsterdam Slagtmaand 1810 (opgemaakt in opdracht van Napoleon als inventarisatie van schepen geschikt om er een invasie naar Engeland mee uit te voeren)
AH = Algemeen Handelsblad
AC = Amsterdamsche Courant
LCO = Leydsche Courant
OHC = Opregte Haarlemsche Courant
PGC = Provinciale Groninger Courant
RC = Rotterdamsche Courant
Documentatie Stichting Nederlandse Kaap Hoorn-vaarders (SKHV), w.o. collectie Hoedemaker/Smit/Suyk