Familiegegevens en opleiding

Geen

 

De schepen van de kapitein

HIERNA ALLE GEGEVENS VAN EEN KAPITEIN J.SMIT SAMENGEVOEGD

Bouma⁰²⁵ vermeldt J.Smit als gezagvoerder gedurende:

*             1837 t/m 1842 van het 3/mschip “Prosepine”, gebouwd in 1824, bouwplaats niet vermeld, geen opgave van tonnage, varend voor de Maatschappij voor de Walvischvaart te Rotterdam.

*             1856 van de 2/msch “Graanhandel”, gebouwd in 1855 te Pekela, 124 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Pekela.

*             1865 t/m 1866 van de 2/msch “Jantje”, gebouwd in 1850 te Hoogezand, 126 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Pekela.

*             1865 t/m 1866 van de kof “Eendragt”, gebouwd in 1864 te Sappemeer, 66 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Sappemeer.

*             1884 t/m 1890 van de tjalk “Aaltina Wicherdina”, gebouwd in 1880, locatie niet vermeld, 42 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Groningen. Het schip is op de Scharhörn gestrand en wrak geraakt;

*             1899 van de stalen tjalk “Alida Jantina”, gebouwd in 1898, geen bouwlocatie vermeld, 79 ton n.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Groningen.

*             1888 t/m 1890 van de 2/msch “Wilhelmina”, ex Syne Jacobs, gebouwd in 1863 te Martenshoek, 138 ton o.m., varend voor J.Blokmeer te Delfzijl.

*             1889 t/m 1893 van de tjalk “Broedertrouw”, gebouwd in 1887 te Stadskanaal, 77 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Stadskanaal.

 

Overige bijzonderheden

Geen

 

 

Familiegegevens en opleiding

Geen

 

De schepen van de kapitein

Bouma⁰²⁵ vermeldt J.G. de Jong als gezagvoerder gedurende:

*    1873 t/m 1893 van de tjalk “Christina Alida”, gebouwd in 1871 te Hoogezand, 81 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Buitenpost. Het schip is bij Danzig gestrand;

*    1894 t/m 1899 van de tjalk “Broedertrouw”, gebouwd in 1887 te Stadskanaal, 77 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Buitenpost. Het schip is op de Elbe gezonken.

 

Overige bijzonderheden

In het tijdschrift De Zee, Jg 1899, p. 490 staat een verslag van de Raad voor Tucht voor de Koopvaardij inzake een klacht die op 16 augustus 1899 is binnengekomen.. De Raad doet melding van een aanvaring Cuxhaven van het Nederlandse schip “Broedertrouw” door het stoomschip “Nautilus” waardoor de “Broedertrouw” totaal verloren is gegaan.

Uit nader onderzoek is gebleken dat de gezagvoerder van de “Broedertrouw” zijnde G.J. de Jong (deze volgorde van initialen!)  weinige dagen na het ongeval en wel 08 juli 1899 in zijn woonplaats Rohel, gemeente Achtkarspelen in Friesland is teruggekeerd, “zoodat het verzoek om een onderzoek in te stellen meer dan drie weken daarna bij den Raad is ingekomen.”. Om ontvankelijk te zijn moet een klacht binnen drie weken worden ingediend. Het verzoek wordt derhalve niet ontvankelijk verklaard.