Familiegegevens en opleiding
Teunis Carolus Hendricus Kock werd geboren ca 1804 te Amsterdam als zoon van Johannes Kock en Geertruy Theunisse.
In zijn overlijdensakte is opgegevens dat hij ongehuwd was.
Hij overleed te Amsterdam op 01 februari 1880, voormiddags 03 uur in de Haarlemmerstraat 138, 76 jaar
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
T.C.H.Kock (adres Korte Nieuwendijk) werd per 29 juli 1845 op voordracht van K.Welger en met vlagnummer 717 ingeschreven als effectief lid van het Amsterdams zeemanscollege "Zeemanshoop". Zijn schip bij de inschrijving was de "Straat Sunda". Toegevoegd is "bedankt"002. Ten tijde van de inschrijving was Kock 41 jaar en ongehuwd002a.
In de Algemene Vergaderingen van 22/29 juli 1845 van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop werd als effectief lid voorgedragen/benoemd Teunis Carolus Hendricus Kock, oud 41 jaar, voerend de bark “China”, wonend op de Korte Nieuwendijk te Amsterdam, op voordracht van kapitein K.Welger.023.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
717 1845-1849 bark Straat Sunda Gebr.Hendrichs & Co te Amsterdam
1850 bark China idem
1851-1853 bark Het Goede Vertrouwen idem
344 1854-1856 bark Het Goede Vertrouwen idem
1857-1860 fregat Gallileï idem
Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093:
T.C.H.Kock Galileï 06 januari 1859 12 oktober 1860
Galileï 13 oktober 1860 12 december 1861
Galileï 11 maart 1862 niet vermeld
Bouma025 vermeldt T.C.H.Kock als gezagvoerder gedurende:
* 1846 t/m 1850 van de bark “Straat Sunda”, gebouwd in 1837 te Capelle aan de IJssel, 320 ton o.m., varend voor de Gebr. Hendrichs & Co te Amsterdam;
* 1851 van de bark “China”, gebouwd in 1845 te Amsterdam, 366 ton o.m., varend voor de Gebr. Hendrichs & Co te Amsterdam;
* 1852 t/m 1857 van de bark “Het Goede Vertrouwen”, gebouwd in 1836 te Alblasserdam, 641 ton o.m., varend voor de Gebr. Henrichs & Co te Amsterdam;
* 1858 t/m 1862 van het 3/mschip “Galileï”, gebouwd in 1857 te Capelle aan de IJssel, 742 ton o.m., varend voor de Gebr. Hendrichs & Co te Amsterdam.
Overige bijzonderheden
T.C.H.Koek (sic) verzorgde vanuit Nieuwediep op 30 mei 1853 met de “Goed Vertrouwen” een troepentransport van 3 officieren en 120 manschappen naar Indië. Hij arriveerde op 14 september 1853 te Batavia na 107 dagen065.
In de Harlinger Courant van eind Januari 1853 (geen preciese datum op de fotokopie van de krant) staat onder de rubriek SCHEEPS-BERIGTEN het volgende bericht096:
“NIEUWE DIEP 8 Februarij. Het schip het Goede Vertrouwen, kapt. Kock, komende van Batavia en bestemd naar Amsterdam, is bij Zandvoort aan den grond geraakt: men is bezig met lossen.”
Uit een extract uit een journaal van het fregat Galileï onder kapitein Teunis Carolus Henricus Kock blijkt dat op een reis van Java naar Amstedam op 12 maart 1858 op de hoogte van 27o39’ZB/69o25’OL een passagier is overleden.115
In het Scheepvaartmuseum te Amsterdam is een portret door Spin van de bark “Straat Sunda” op de rede van Batavia, met vlag 717 van “Zeemanshoop” aan de fokkemast.
Familiegegevens en opleiding
Bartholomeus Justus Doornik werd geboren te Amsterdam op 13 juni 1802
Hij huwde met Maria Henderika/Henderkien Gesina Koster, geboren te Amsterdam op 04 december 1799 en overleden 24 mei 1875.
Bartholomeus overleed in mei 1867. Bij zijn overlijden is als woonplaats Amsterdaam vermeld.003
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
B.J.Doornik, adres Haarlemmerdijk bij de Brouwerstraat, werd met vlagnummer 474 effectief lid van Zeemanshoop per 02 juli 1839 op voorspraak van J.G.Veening. Zijn schip was de "Straat Sunda"002. Ten tijde van de inschrijving waren Doornik en zijn vrouw 37 resp. 38 jaar. Ingeschreven staan 1 zoon uit 1837 en 1 dochter uit 1833002a.
In de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege “Zeemanshoop” van 25 juni/02 juli 1839 werd als effectief lid voorgedragen/benoemd Bartholomeus Justus Doornik, oud 37 jaar, voerend de bark “Straat Sunda”, wonend op de Haarlemmerdijk bij de Brouwerstraat te Amsterdam, op voordracht van kapitein J.G.Veening023.
In het Gemeentearchief van Amsterdam ligt onder ingang 957 nummer 005 het Bewijs van Lidmaatschap van Zeemanshoop van Bartholomeus Justus Doornik.
Hij werd deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop per 04 mei 1840.003
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering dd 25 april 1833 staat eveneens dat de volgende personen “hebben aangevraagd om onder vreemde vlag te mogen varen en toch deelnemer te mogen blijven. de kapiteins E.D.Dekker, R.C.Stada, R.Tjebbes, E.Speelman, D.K. de Groot. stuurl. G.Tinzen, P.C.Fruyt, R.S.Molenaar, B.I.Doornik.042.
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 30 oktober 1862 staat een verzoek om onderstand van kapitein B.J.Doornik welke hem in de vergadering dd 26 november 1862 wordt toegekend ingaande 01 november 1862.042
In de notulen van de Bestuursvergadering dd 06 juni 1867 vraagt de wed. B.J.Doornik geb. Koster om de reglementaire uitkering welke haar in de vergadering van 02 juli 1867 wordt toegekend ingaande 01 augustus 1867.042.
In de notulen van de Algemene Vergadering dd 16 juli 1867 staat vermeld dat per 01 augustus 1867 een uitkering in de 1e klasse is toegekend aan de weduwe B.J.Doornik geb. Koster.023.
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van het College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
474 1839 bark Straat Sunda Gebr.Hendrichs en Co
1840-1844 fregat Java Kourier idem
1845-1848 bark China idem
1849-1850 geen opgave van schip en boekhouder
1851-1852 bark Willem Ernst Nederl.Scheepsreederij
1853 bark Willem Ernst van Baggen en Co
189 1854 bark Willem Ernst J.Rahder Hz
1855-1866 geen opgave van schip en boekhouder
Bouma025 vermeldt B.J.Doornik als gezagvoerder gedurende:
* 1840 van de bark “Straat Sunda”, gebouwd in 1837 te Capelle aan de IJssel, 320 ton o.m., varend voor de Gebr. Hendrichs & Co te Amsterdam;
* 1841 t/m 1845 van de bark “Java Koerier”, gebouwd in 1840 te Elshout, 541 ton o.m., varend voor Gebr. Hendrichs & Co te Amsterdam;
* 1845 van de bark “Straat Sunda”, gebouwd in 1837 te Capelle aan de IJssel, 320 ton o.m., varend voor de Gebr. Hendrichs & Co te Amsterdam;
* 1845 t/m 1850 van de bark “China”, gebouwd in 1845 te Amsterdam, 366 ton o.m., varend voor de Gebr. Hendrichs & Co te Amsterdam;
* 1852 t/m 1854 van de 3/m Pink “Willem Ernst”, gebouwd in 1829 te Amsterdam, 430 ton o.m., varend voor van Baggen & Co te Amsterdam;
* 1855 van hetzelfde schip maar nu varend voor J.Rahder Hz te Amsterdam.
Overige bijzonderheden
In een adres dd 12 december 1855 aan de Tweede Kamer der Staten Generaal drongen 58 gezagvoerders aan op de invoering van een Tuchtwet. Zij meldden dat de uitvoering van hun beroep dagelijks meer en meer werd belemmerd door de onmogelijkheid om aan boord der schepen behoorlijke orde en tucht te bewaren. Een van de ondertekenaars was oud-gezagvoerder B.J.Doornik. 104.
Handelsblad 23 april 1845
Heden middag is van de werf de Haringen van de scheepsbouwmeester Haring Booy, op het Realen Eiland alhier, met goed gevolg te water gelaten, het barkschip China, groot 600 ton, gebouwd voor rekening van de Heeren gebrs. Hendrichs en Co.
Familiegegevens en opleiding
Geen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
D.A.Zijlstra werd met vlagnummer 841 per 06 mei 1851 ingeschreven als effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege “Zeemanshoop” op voordracht van kapitein P.Kraaij. Als zijn schip is vermeld de “China”. Toegevoegd is “overleden”. Ten tijde van de inschrijving was Zijlstra 42 jaar.002a
In de Algemene Vergaderingen van Zeemanshoop van 29 april/06 mei 1851 werd als effectief lid voorgedragen/benoemd D.A.Zijlstra, oud 42 jaar, voerend de bark “Het Goede Vertrouwen, op voordracht van kapitein P.Kraaij.023.
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 29 september 1853 staat een verzoek van kapitein D.A.Zijlstra om deelnemer in het Weldadig Zeemansfonds te mogen worden. Dit werd afgewezen “zijnde geen termen in het Reglement om zijn verzoek toe te staan.”042 (de kapitein was boven de leeftijd van 40 jaar)
In de notulen van de Bestuursvergadering dd 01 augustus 1854 herhaalde hij zijn verzoek en dit werd wederom afgewezen.042
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van het College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlag periode type scheepsnaam reder/boekhouder
841 1851 bark China Gebr. Hendrichs & Co, Amsterdam
1852-1853 bark Mentor idem
449 1854-1856 bark Mentor idem
Bouma025 vermeldt D.A.Zijlstra als gezagvoerder gedurende:
* 1851 van de bark “Straat Sunda”, gebouwd in 1837 te Capelle aan de IJssel, 320 ton o.m., varend voor de Gebr. Hendrichs & Co te Amsterdam;
* 1852 van de bark “China”, gebouwd in 1845 te Amsterdam, 366 ton o.m., varend voor de Gebr. Hendrichs & Co te Amsterdam;
* 1853 t/m 1857 van de bark “Mentor”, gebouwd in 1852 te Alblasserdam, 561 ton o.m., varend voor de Gebr. Hendrichs & Co te Amsterdam;
Overige bijzonderheden
“Weymouth 26 juli 1854. Het schip POMONA kapt. Lootsman van A’dam naar Havana is heden met schade alhier binnengel. tengevolge van aanzeiling met een groot Nederl. schip op de hoogte van Portland, men mist 2 man van de Pomona. Men meldt van Dartmouth 30 juli 1854 dat het Nederl. schip waarmede de Pomona in aanzeiling is geweest, is gebleken te zijn de MENTOR Kapt. Zijlstra van A’dam naar Java bestemd, van de vermiste 2 man van de Pomona is een aan boord der Mentor overgekomen, doch de andere verongelukt, de Mentor heeft de reis voortgezt.”038
Familiegegevens en opleiding
Teunis Carolus Hendricus Kock werd geboren ca 1804 te Amsterdam als zoon van Johannes Kock en Geertruy Theunisse.
In zijn overlijdensakte is opgegevens dat hij ongehuwd was.
Hij overleed te Amsterdam op 01 februari 1880, voormiddags 03 uur in de Haarlemmerstraat 138, 76 jaar
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
T.C.H.Kock (adres Korte Nieuwendijk) werd per 29 juli 1845 op voordracht van K.Welger en met vlagnummer 717 ingeschreven als effectief lid van het Amsterdams zeemanscollege "Zeemanshoop". Zijn schip bij de inschrijving was de "Straat Sunda". Toegevoegd is "bedankt"002. Ten tijde van de inschrijving was Kock 41 jaar en ongehuwd002a.
In de Algemene Vergaderingen van 22/29 juli 1845 van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop werd als effectief lid voorgedragen/benoemd Teunis Carolus Hendricus Kock, oud 41 jaar, voerend de bark “China”, wonend op de Korte Nieuwendijk te Amsterdam, op voordracht van kapitein K.Welger.023.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
717 1845-1849 bark Straat Sunda Gebr.Hendrichs & Co te Amsterdam
1850 bark China idem
1851-1853 bark Het Goede Vertrouwen idem
344 1854-1856 bark Het Goede Vertrouwen idem
1857-1860 fregat Gallileï idem
Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093:
T.C.H.Kock Galileï 06 januari 1859 12 oktober 1860
Galileï 13 oktober 1860 12 december 1861
Galileï 11 maart 1862 niet vermeld
Bouma025 vermeldt T.C.H.Kock als gezagvoerder gedurende:
* 1846 t/m 1850 van de bark “Straat Sunda”, gebouwd in 1837 te Capelle aan de IJssel, 320 ton o.m., varend voor de Gebr. Hendrichs & Co te Amsterdam;
* 1851 van de bark “China”, gebouwd in 1845 te Amsterdam, 366 ton o.m., varend voor de Gebr. Hendrichs & Co te Amsterdam;
* 1852 t/m 1857 van de bark “Het Goede Vertrouwen”, gebouwd in 1836 te Alblasserdam, 641 ton o.m., varend voor de Gebr. Henrichs & Co te Amsterdam;
* 1858 t/m 1862 van het 3/mschip “Galileï”, gebouwd in 1857 te Capelle aan de IJssel, 742 ton o.m., varend voor de Gebr. Hendrichs & Co te Amsterdam.
Overige bijzonderheden
T.C.H.Koek (sic) verzorgde vanuit Nieuwediep op 30 mei 1853 met de “Goed Vertrouwen” een troepentransport van 3 officieren en 120 manschappen naar Indië. Hij arriveerde op 14 september 1853 te Batavia na 107 dagen065.
In de Harlinger Courant van eind Januari 1853 (geen preciese datum op de fotokopie van de krant) staat onder de rubriek SCHEEPS-BERIGTEN het volgende bericht096:
“NIEUWE DIEP 8 Februarij. Het schip het Goede Vertrouwen, kapt. Kock, komende van Batavia en bestemd naar Amsterdam, is bij Zandvoort aan den grond geraakt: men is bezig met lossen.”
Uit een extract uit een journaal van het fregat Galileï onder kapitein Teunis Carolus Henricus Kock blijkt dat op een reis van Java naar Amstedam op 12 maart 1858 op de hoogte van 27o39’ZB/69o25’OL een passagier is overleden.115
In het Scheepvaartmuseum te Amsterdam is een portret door Spin van de bark “Straat Sunda” op de rede van Batavia, met vlag 717 van “Zeemanshoop” aan de fokkemast.
Familiegegevens en opleiding
Geen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
D.A.Zijlstra werd met vlagnummer 841 per 06 mei 1851 ingeschreven als effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege “Zeemanshoop” op voordracht van kapitein P.Kraaij. Als zijn schip is vermeld de “China”. Toegevoegd is “overleden”. Ten tijde van de inschrijving was Zijlstra 42 jaar.002a
In de Algemene Vergaderingen van Zeemanshoop van 29 april/06 mei 1851 werd als effectief lid voorgedragen/benoemd D.A.Zijlstra, oud 42 jaar, voerend de bark “Het Goede Vertrouwen, op voordracht van kapitein P.Kraaij.023.
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 29 september 1853 staat een verzoek van kapitein D.A.Zijlstra om deelnemer in het Weldadig Zeemansfonds te mogen worden. Dit werd afgewezen “zijnde geen termen in het Reglement om zijn verzoek toe te staan.”042 (de kapitein was boven de leeftijd van 40 jaar)
In de notulen van de Bestuursvergadering dd 01 augustus 1854 herhaalde hij zijn verzoek en dit werd wederom afgewezen.042
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van het College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlag periode type scheepsnaam reder/boekhouder
841 1851 bark China Gebr. Hendrichs & Co, Amsterdam
1852-1853 bark Mentor idem
449 1854-1856 bark Mentor idem
Bouma025 vermeldt D.A.Zijlstra als gezagvoerder gedurende:
* 1851 van de bark “Straat Sunda”, gebouwd in 1837 te Capelle aan de IJssel, 320 ton o.m., varend voor de Gebr. Hendrichs & Co te Amsterdam;
* 1852 van de bark “China”, gebouwd in 1845 te Amsterdam, 366 ton o.m., varend voor de Gebr. Hendrichs & Co te Amsterdam;
* 1853 t/m 1857 van de bark “Mentor”, gebouwd in 1852 te Alblasserdam, 561 ton o.m., varend voor de Gebr. Hendrichs & Co te Amsterdam;
Overige bijzonderheden
“Weymouth 26 juli 1854. Het schip POMONA kapt. Lootsman van A’dam naar Havana is heden met schade alhier binnengel. tengevolge van aanzeiling met een groot Nederl. schip op de hoogte van Portland, men mist 2 man van de Pomona. Men meldt van Dartmouth 30 juli 1854 dat het Nederl. schip waarmede de Pomona in aanzeiling is geweest, is gebleken te zijn de MENTOR Kapt. Zijlstra van A’dam naar Java bestemd, van de vermiste 2 man van de Pomona is een aan boord der Mentor overgekomen, doch de andere verongelukt, de Mentor heeft de reis voortgezt.”038
is dit Johan Gottfried
Familiegegevens en opleiding
Geen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
J.G.Appel was met vlagnummer R46 in de periode 1848 t/m 1861 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In het Jaarverslag 1859 van het College (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat hij een schadevergoeding kreeg van f. 100,- kennelijk vanwege een ongeluk met zijn schip.
De schepen van de kapitein
In de Jaarverslagen van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat kapitein J.G.Appel met vlagnummer R46 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:
* 1849, 1851 van de bark “Zorgvliet” 150 last varend bij de Gebr. Hendriks te Amsterdam
* 1855, 1858 van de bark “Equator” 326 last varend bij de Gebr. Hendriks te Amsterdam
* 1859 geen schip vermeld
Bouma025 vermeldt J.G.Appel als gezagvoerder gedurende:
* 1849 t/m 1852 op de bark “Zorgvliet”, gebouwd in 1843 te Alblasserdam, 278 ton o.m., varend voor Gebr. Hendrichs & Co te Amsterdam
* 1853 t/m 1854 op de bark “China”, gebouwd in 1845 te Amsterdam, 366 ton o.m., varend voor Gebr. Hendrichs & Co te Amsterdam;
* 1855 t/m 1859 op de bark “Equator”, gebouwd in 1854 te Alblasserdam, 617 ton o.m., varend voor Gebr. Hendrichs & Co te Amsterdam. Het schip verbrandde in 1859 te Liverpool (zie hierboven bij de schadevergoeding door het zeemanscollege).
Overige bijzonderheden
In de “Biografie van Cornelis Abrahamsz Jr” 109 staat vermeld:
09 januari 1852 op de reede van Cilacap:
“Ik vond hier op de reede De Hector Persille, de Zorgvliet, kapt Appel, de Hendrik Wester, kapt. Rijnders, De Tweeling Zusters, kapt. Karst en kapt. Dupain van de Koophandel.”
Datum vanaf: |
1852 |
Kapitein: |
Appel, J.G. |
Overige informatie: |
0 |
Datum vanaf: |
1855 |
Kapitein: |
Mulder, T. |
Overige informatie: |
0 |
Familiegegevens en opleiding
Georg Gerrit Luttenberg was getrouwd met Marie Elisabeth Kroon, geboren 01 april 1821 en overleden op 23 augustus 1887
Gerog overleed in 1861 en bij zijn overlijden is als woonplaats Amsterdam vermeld118.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
G.G.Luttenberg werd met vlagnummer 722 effectief lid van "Zeemanshoop" per 28 juli 1857 op voorspraak van G.Mulder. Ten tijde van de inschrijving was zijn schip de "China". Toegevoegd is "overleden"002.
In de notulen van de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop dd 21/28 juli 1857 is vermeld dat tot effectief lid is voorgedragen/benoemd Georg Gerrit Lutteberg, oud 32 jaar, voerend de bark “China”, voor rekening van de Gebr. Hendrichs & Co, wonend op de Lauriergracht 302 te Amsterdam, op voordracht van kapitein G.Mulder.023.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 27 juni 1861 verzoekt de wed. G.G.Luttenberg geb. Krohn om een uitkering welke haar in de vergadering van 25 juli 1861 wordt toegekend ingaande 01 maart 1861.042.
In de notulen van de Algemene Vergadering dd 06 augustus 1861 staat vermeldt dat per 01 maart 1861 een uitkering in de 1e klasse is toegekend aand de wed.G.G.Luttenberg “mits overleggende doodacte van haren man.023.
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
722 1857-1859 bark China Gebr.Hendrichs & Co
1860 bark Herman Rutgers & Hissink
Op 19 maart 1859 vertrok van de rede van Texel de bark "China" van de Gebr.Hendrichs & Co onder kapitein G.G.Luttenberg en arriveerde op 15 juli 1859 te Soerabaja na een reis van 117 dagen. "De China had eenige dagen te voren in den Indische Oceaan hevige stormen doorstaan en schade aan romp en tuig bekomen"026(38/048).
Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093:
kapitein naam schip vertrek terugkomst
G.G.Luttenberg Herman 18 november 1860 27 juni 1861
Bouma025 vermeldt G.G.Luttenberg als gezagvoerder gedurende:
* 1854 van de bark “Jeannette” ex Borneo, gebouwd in 1842 te Dordrecht, 652 ton o.m., varend voor Wm. Ruys JDz te Rotterdam;
* 1858 t/m 1860 van de bark “China”, gebouwd in 1845 te Amsterdam, 366 ton o.m., varend voor de Gebr. Hendrichs & Co te Amsterdam. Het schip werd in 1861 herdoopt in “Herman”
* 1861 van de bark “Herman” ex China, gebouwd in 1845 te Amsterdam, 366 ton o.m., varend voor Rutgers & Hissink te Amsterdam.
Volgens van Sluijs zou het schip in 1865 naar Noorweegen zijn verrkocht voor f 2100,- en op de Hollandse kust zijn gestrand.
Overige bijzonderheden
Geen
Familiegegevens en opleiding
Geen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
C.D.Popken was met vlagnummer R214 in de periode 1846 t/m 1863 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.
C.D.Popken staat ingeschreven met vlagnummer R214, behalve in 1860. In dat jaar is nummer R214 blanco en staat C.D.Popken vermeld met nummer R20. Ik kan niet verklaren waarom deze kapitein één tussenliggend jaar van vlagnummer zou zijn veranderd om direct daarna weer naar zijn oude nummer terug te keren. Derhalve heb ik de reeks met nummer R214 aaneengesloten gelaten058.
C.D.Popken was in 1859 afwisselend commissaris van de Maatschappij058.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In het Jaarverslag 1863 van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat hij in 1863 is overleden.058.
De schepen van de kapitein
In de Jaarverslagen van de Maatschappij staat kapitein C.D.Popken met vlagnummer R214 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:
* 1849, 1851 van de sch. “Zodiac” 60 last varend voor J.Hudig te Rotterdam
* 1855, 1858 van de sch.brik “Johanna en Louiza 70 last varend voor van Overzee & Co te Rotterdam
* 1859 geen vermelding van schip en reeder
* 1862 van de bark “Herman” 193 last varend voor Rutgers & Hissink te Amsterdam
Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093
C.D.Popken Herman oktober 1862 geen vermelding
Herman 02 september 1861 08 augustus 1862
Bouma025 vermeldt C.D.Popken als gezagvoerder gedurende:
* 1847 t/m 1853 van de 2/msch “Zodiac”, gebouwd in 1840 te Rotterdam, 114 ton o.m., varend voor J.Hudig te Rotterdam;
* 1854 t/m 1859 van de sch.brik “Johanna & Louisa” ex Mathilda Louisa, gebouwd in 1848 te Middelburg, 134 ton o.m., varend voor van Oversee & Co te Rotterdam. Het schip is in 1859 te Padang verkocht aan een Chinese eigenaar en herdoopt in “Baros”;
* 1862 t/m 1864 van de bark “Herman” ex China, gebouwd in 1845 te Amsterdam, 366 ton o.m., varend voor Rutgers & Hissink te Amsterdam.
Overige bijzonderheden
Geen
Familiegegevens en opleiding
Johan Jacob Bart werd geboren te Koningsbergen op 20 december 1813..
Hij huwde met Zwaantje Olie, geboren te Amsterdam op 13 september 1816 en overleden 06 juli 1870.
Blijkens een extract uit het Journaal van de Nederlandse bark “Herman” met als gezagvoerder kapitein J. van der Veer, vermeld in de overlijdensakte te Amsterdam dd 22 juni 1865, overleed Johan op 27 april 1864, ’s middags om 06 uur .aan boord op reis van Amsterdam naar Padang en wel zeilende in het Engels Kanaal 5 Duitse mijlen buiten het vuurschip Olvers (?)stadarchief Amsterdam
Bij zijn overlijden is als woonplaats Amsterdam vermeld.003 en 118
Johan was zwager van de Amsterdamse fotograaf Jacob Olie (1834-1905). (zie bij Overige Bijzonderheden, hierna)
In het Bevolkingsregister van Amsterdam staat als zeekapitein vermeld een Johan Jacob Bart, wonende in de Groote Beckerstraat te Amsterdam, geboren op 20 december 1833 te Amsterdam en van religie Nederduits Hervormd.098 Er moet hier sprake zijn van een verschrijving. Geboortejaar 1813 zal wel goed zijn als je ziet dat hij in 1840 gezagvoerder was.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
J.J.Bart, adres Groote Bikkerstraat 14, werd met nr.512 effectief lid van Zeemanshoop per 24 december 1839 op voorspraak van P.Kraaij. Zijn schip was de “Elisabeth Maria”002.‘Ten tijde van de inschrijving waren Bart en zijn vrouw 23 resp 26 jaar. Ingeschreven staat 1 zoon uit 1838002a.
In de Algemene Vergaderingen dd 17/24 december 1839 van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop werd als effectief lid voorgedragen/benoemd Johan Jacob Bart, oud 26 jaar, voerend de bark Elisabeth Maria”, wonend in de Groote Bikkerstraat 15 te Amsterdam, op voordracht van P.Kraay.023.
Hij werd deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop op 30 mei 1843003.
J.J.Bart was effectief lid van Zeemanshoop in de periode 1839 t/m 1864 met de vlagnummers 512 (1839 t/m 1854) en 208 (1854 t/m 1862).
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering dd 31 juni 1864 vraagt de wed. J.J.Bart geb. Olie om de regelementaire uitkering, welke haar in de vergadering van 04 augustus 1864 wordt toegekend ingaande 01 mei 1864 voor haar en 1 kind.042
In de notulen van de Algemene Vergadering dd 23 augustus 1864 staat vermeld dat aan de wed. J.J.Bart per 01 mei 1864 een uitkering wordt toegekend voor haar en 1 kind.023.
De schepen van de kapitein
Vermelding in de Amsterdamsche Almanak voor Koophandel en Zeevaart001:
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
512 1840 bark Elisabeth Maria Buys, de Bordes en Jordan
1841-1852 fregat Prins Mauritz G.C.Bosch Reitz
208 1853-1861 fregat Prins Mauritz idem
1862 geen opgave van schip en boekhouder
1863 bark Herman Rutgers en Hissink
Bouma025 en de AAKZ01 vermelden J.J.Bart als gezagvoerder gedurende:
* 1840 op de bark “Elisabeth Maria”, gebouwd in 1810 te Finland, 223 ton o.m., varend voor Buys, de Bordes & Jordan te Amsterdam;
* 1841 op de bark “Elisabeth Maria”, gebouwd in 1804 in Amerika, 232 ton o.m., varend voor Buys, de Bordes & Jordan te Amsterdam;
* 1842 t/m 1862 van het 3/m schip “Prins Maurits”, gebouwd in 1841 te Middelburg, 920 ton o.m., varend voor G.C.Bosch Reitz te Amsterdam. In 1862 verkocht naar Noorwegen onder dezelfde naam;
* 1863 op de bark “Herman” ex China, gebouwd in 1845 te Amsterdam, 366 ton o.m., varend voor Rutgers & Hissink te Amsterdam.
Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093:
J.J.Bart Prins Maurits 21 september 1860 16 november 1861
Herman 24 april 1864 05 mei 1865
Overige bijzonderheden
J.J.Bart vertrok op 09 juli 1849 vanuit Nieuwediep met de “Prins Maurits” met een een contingent van 3 officieren en 140 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op15 oktober 1849 na 98 dagen.
Op 21 juni 1851 vertrok hij vanuit Nieuwediep met hetzelfde schip met 2 officieren en 150 manschappen en kwam te Batavia aan op 01 okober 1851 na 102 dagen reis.
Op 07 januari 1857 vertrok hij wederom vanuit Nieuwediep met de “Prins Maurits” en 4 officieren en 150 manschappen. Hij kwam te Batavia aan op 01 mei 1857 na 114 dagen. Er ontbrak 1 manschap aan het contingent, maar de reden was onbekend.
Tenslotte voer hij op 29 oktober 1860 vanuit Nieuwediep met hetzelfde schip en 9 officieren en 100 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 07 februari 1861 na 101 dagen065.
Uit. JACOB OLIE Jbz (1834-1905). Monografieën van Nederlandse fotografen nr. 10
Anneke van Veen. Focus Publishing Amsterdam. 2000, 268 pp.
p.200
“Het scheepsportret van cat.41, waarvan een tweede, vrijwel identieke opname bestaat, toont het fregat Prins Maurits, een ouderwetse Oost-Indië-vaarder, waarop Olies zwager Johan Jacob Bart het gezag voerde (cat.49 t/m 56). Het schip lag voor de laatste maal voor onderhoud in het Westerdok, want in maart 1862 werd het geveild. Op 20 december 1861 was het aangemeerd voor de werf De Hollandscche Tuin, na in het Oosterdok te zijn gelost. Toen heeft Olie waarschijnlijk al de uitzichten vanaf het scheepsdek over het Westerdok gefotografeerd. (cat.7) In de eerste maanden van 1862 maakte hij een groot aantal opnamen van het schip zelf en van de schepen die ernaast lagen. Beide werven, De Hollandsche Tuin en Sint Jago waren eigendom van scheepsbouwmeester F.Haverkamp, de schoonvader van Olies halfbroer Carel Gustaaf. … Haverkamp bezat ook nog de aangrenzende werf De Walvisch, twee werven in de Grote Bickersstraat, Het Wapen van Harlingen en Het Wapen van Amsterdam, en twee op Oostenburg.
p.201
“In april 1862 werd het meer dan twintig jaar oude fregat Prins Maurits aan een Noorse reder verkocht. Olies zwager Johan Jacob Bart had vanaf het moment dat het schip op 18 augustus 1841 in Middelburg van stapel liep het gezag gevoerd over de 600 lasten metende Oost-Indiëvaarder. Barts vader, Jacob Jans Bart was ook koopvaardijkapitein geweest. Op een dramatische reis met het fregat Walcheren in 1838-1839 verloor Johan Jacob Bart, die als eerste stuurman op het schip voer, op de rede van Batavia zijn vader. Ook elf leden van de oorspronkelijk 35 koppen tellende bemanning van het schip kwamen om. De 24 jarige Bart moest het schip naar huis varen. Deze vuurdoop doorstond hij kennelijk zo goed, dat de Amsterdamse reder G.C.Boscch Reitz hem het gezag over de Prins Maurits toevertrouwde. Het schip vertrok meestal met ballast en kwam terug met koffie en suiker, behalve op de laatste reis in 1860-1862. Toe herbergde het ruim bij vertrek uit het Westerdok naast stukgoed honder militairen.
Na april 1862 was het definitief voorbij, op 15 mei voer het schip onderr Noorse vlag het Westerdok uit naar Tonsberg. Voor het zover was heeft Olie zich met zijn camerra en chemische uitrusting aan boord geïnstalleerd om het scheepsdek en de bemanningsleden te vereeuwigen. We danken er de oudste foto’s van een Nederlands zeilschip aan. Het is een uitvoerige reeks van negentien opnamen geworden, waarop het scheepsdek van verschillende kanten in beeld is gebracht en acht van de bemanningsleden met hun famile zijn geportretteerd. Op cat 53 staat de kapitein op ontspannen wijze het gezag uit te stralen. Zijn 18-jarige zoon Jacob Hendrik neemt alvast een voorschot op zijn toekomstige carrière op zee, door in zijn nette pak te poseeren met het scheepsjournaal onderr handbereik. … Het bijhouden van het scheepsjournaal was de taak van de eerste stuurman, maar op de voorlaatste reis van de Prins Maurits – 1858-1860 – was Bart jr. nog een eenvoudige lichtmatroos met een gage van acht gulden per maand. Of hij op de laatste reis ook van de partij was, weten we niet, maar de functies van tweede en eerste stuurman werden toen in ieder geval door anderen vervuld. Het is dan ook waarschijnlijk geen toeval dat we Bart jr aantreffen op het groepsportret van de matrozen…. al weet hij zich door zijn houding en keurige lichte broek te onderscheiden van de stoere zeebonken. Jacob Hendrik Bart zou zijn carriére inderdaad eindigen als scheepsgezagvoerder. In 1895 heeft Olie hem geportretteerd aan dek van de ss Vondel. …”
Datum vanaf: |
1864 |
Kapitein: |
Bart, Johan Jacob |
Overige informatie: |
NRC 290464
Portsmouth, 27 april. Heden is alhier binnengelopen het van Amsterdam naar Padang bestemde Nederlandse barkschip HERMAN, gevoerd geweest door kapt. J.J. Bart, welke heden morgen plotseling is overleden.
|
Familiegegevens en opleiding
Antonie van Oosteroom werd geboren te Amsterdam op 24 januari 1815.
Hij huwde op 14 april 1842 te Amsterdam met Louisa Francisca Martens, geboren te Amsterdam 04 oktober 1814 en overleden in oktober 1871. 003 en 118.
Antonie overleed op 23 november 1865 te Soerabaja.
Anthon van Oosteroom woonde op de Oudeschans 23 te Amsterdam. Hij werd geboren op 24 januari 1815 te Amsterdam. Zijn religie was Nederduits Hervormd.098.
In het Bevolkingsregister 1851 in het Amsterdamse Stadsarchief wordt vermeld de koopvaardijkapitein Anthonie van Oosteroom, geboren 24 januari 1815 te Amsterdam, Nederlands Hervormd, vanaf 1859 wonend in de Grote Kattenburgerstraat 743, Amsterdam.
Algemeen Handelsblad 16 januari 1865114
Advertentie. Heden ontving ik de treurige tijding, dat mijn geliefde echtgenoot Antonie van Oosteroom, in leven gezagvoerder van het barkschip HERMAN, de 23e november j.l. te Soerabaya plotseling in de ouderdom van ruim 49 jaren is overleden. Hoe smartelijk mij dit verlies treft, met mijn drie kinderen, zal een ieder kunnen beseffen, die de overledene in zijn braaf en werkzaam leven hebben gekend.
Amsterdam, 12 januari 1865 Wed. A. van Oosteroom, L.F. Martens
Antonie van Oosteroom werd op 30 augustus 1828 door de Kweekschool voor de Zeevaart te Amsterdam als leerling “ingenomen”004(532/1654). Hij was toen 146 duim lang en van gereformeerde afkomst. Zijn ouders waren Willem van Oosteroom, schippersknecht en Alida Paulusse.
Van zijn vorderingen werd in de periode 1829-1833 een drie-maandelijkse rapportage bijgehouden in de vakken zeevaartkunde, schoolonderwijs (nederlands, engels en frans), scheepswerk en tekenen. Hierin zijn geen bijzondere gebeurtenissen gemeld. Voorts wordt meegedeeld:
“ 1 october 1831 aangenomen tot Lidmaat der Ned.Herv.Gemeente door pred.Wunder
13 octob 1831 geplaatst als kajuitwachter op het schip Amsterdam Capt.C.Abrahams naar Suriname voor Amsterdam, Gagie ¦10,-
22 Junij 1832 terug van de Reis met goede attestatie
18 october 1832 geplaatst als ligtmatroos op het schip de Hoop van Alblasserdam Capt.Meyer naar Batavia van Rotterdam ... 16 Maart 1834 terug van de reis met goede attestatie
19 dito eervol ontslagen”.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
A.van Oosterom (adres Warmoesstraat) werd met vlagnummer 669 effectief lid van Zeemanshoop per 12 december 1843 op voordracht van J.Schut. Zijn schip was de “Theodora & Sara”. Toegevoegd is “overleden”002. Ten tijde van de inschrijving waren van Oosteroom en zijn vrouw 28 resp. 29 jaar. Ingeschreven staat 1 dochter uit 1843002a.
In de Algemene Vergaderingen van 05/12 december 1843 van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop werd als effectief lid voorgesteld/aangenomen Antonie van Oosterom, oud 28 jaar, voerend de bark “Theodora en Sara”, wonende in de Warmoesstraat te Amsterdam, op voordracht van kapitein J.Schut.023.
Hij was deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop per 23 mei 1848.003
-
van Oosteroom was effectief lid van Zeemanshoop in de periode 1843 t/m 1864 met vlagnummers 668 (1843 t/m 1854) en 307 (1854 t/m 1864).
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 23 februari 1865 verzoekt de wed. A. van Oosteroom om de reglementaire uitkering welke haar in de vergadering van 30 maart 1865 wordt toegekend ingaand 01 februari 1865 voor haar en een kind.042.
In de notulen van de Algemene Vergadering dd 18 april 1865 staat vermeld dat per 01 februari 1865 een uitkering in de 1e klasse is uitgekeerd aan de wed. A. van Oosteroom, geboren Martens voor haar en 2 kinderen.023.
De schepen van de kapitein
Vermelding in de Amsterdamsche Almanak voor Koophandel en Zeevaart001:
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
669 1843-1844 bark Theodora Sara B.W.van Straten te Amsterdam
1845-1846 bark Theodora Sara wed.W.van Starckenborg van Straten
1848-1851 bark Java’s Welvaren idem
1852-1853 bark Gelderland G.W.van Barneveld Kooy te Amsterdam
307 1854-1863 bark Julie Claire idem
1864 bark Herman Rutgers & Hissink te Amsterdam
1864 “overleden
De heer Scholten, Leusden, vatte de kapiteins, hun schepen, het aantal reizen en de deinstjaren samen die werden gevaren in dienst van de rederij van B.W.Starkenborgh van Straten. (september 2008)116
Naam Schip Periode Aantal reizen Diensttijd
-
van Oosterom Theodora & Sara (2de) 1843-1847 4
Java’s Welvaren 1847-1848 1
Theodora & Sara (2de) 1848-1850 1
6 7
Bouma025 vermeldt A. van Oostero(o)m als gezagvoerder gedurende:
* 1845 t/m 1847 op de bark “Theodora en Sara”, gebouwd in 1837 te Amsterdam, 334 ton o.m., varend voor B.W.van Starckenborgh van Straten te Amsterdam;
* 1848 t/m 1849 op de bark “Java’s Welvaren”, gebouwd in 1835 te Amsterdam, 470 ton o.m., varend voor B.W.van Starckenborgh van Straten te Amsterdam;
* 1850 t/m 1852 op de bark “Theodora en Sara” (zie hiervoor) maar nu varend voor de Wed. B.W. van Starckenborgh van Straten te Amsterdam. Toegevoegd is: “Overzeild in het Kanaal. Bemanning n. Plymouth”;
* 1853 van de bark “Jacoba & Christina”, gebouwd in 1852 te Amsterdam, 453 ton o.m., varend voor G.W.van Barneveld Kooy te Amsterdam;
* 1854 van de bark “Gelderland”, van stapel gelopen op 01 december 1849 te Amsterdam023, 460 ton o.m., varend voor G.W.van Barneveld Kooy te Amsterdam;
* 1856 t/m 1863 op de bark “Julie Claire”, gebouwd in 1852 te Amsterdam, 446 ton o.m., varend voor G.W. van Barneveld Kooij te Amsterdam. Toegevoegd is “Overzeild”.
* 1865 op de bark “Herman” ex China, gebouwd in 1845 te Amsterdam, 366 ton o.m., varend voor Rutgers & Hissink te Amsterdam. Toegevoegd is: “Verkocht naar Noorwege. Gestrand op de NL kust.”.
(deze gegevens en die uit de Amsterdamsche Almanak voor Koophandel en Zeevaart001 - zie hiervoor - verschillen enigszins. Welke de juiste zijn weet ik niet).
“Heden 21 Aug. 1851 is aan de werf de Boot, bij de scheepsb.meester F.F.Groen alhier (As.dam) de kiel gelegd voor een nieuw te bouwen barkschip, groot 250 rijkslasten, hetwelk zal worden genoemd JULIE CLAIRE voor rekening van den Heer G.W. van Barneveld Kooij en Reeder.”038.
“Amsterdam 2 april 1852. Heden n.m. ten half 2ure is van de werf de Boot van den scheepsb.meester F.F.Groen i/d Groote Wittenburgerstr. alhier met goed gevolg te water gelaten het Barkschip JULIE CLAIRE groot 250 last voor rekening eener reederij onder Directie van de Heer G.W. van Barneveld Kooij As.dam.”
Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093
-
van Oosterom Julie Claire 07 december 1858 08 januari 1861
Julie Claire 25 juni 1861 24 mei 1862
Julie Claire 25 juli 1862 07 juni 1863
Julie Claire 30 augustus 1863 overzeild en gezonken
Overige bijzonderheden
A.van Oosteroom vertrok per 28 september 1854 met de Gelderland vanuit Nieuwediep met aan boord drie landmacht officiereneen voor het N.I.-leger065.
In de “Biografie van Cornelis Abrahamsz Jr” staat de vermelding080:
01 januari 1864 op 1o NBr op weg naar Nieuwe Diep:
“… we praaiden juist die dag de Clio kapt. Wijnmalen, die van Amsterdam komende ons bekent maakte met het verlies van de Julie Claire welk schip voor ons Kantoor voer en door Kapt. van Oosterom gevoerd was … “.
Op 16 juni 1840 kwam bij de burgemeester van Nieuwe Pekela binnen een extract uit een scheepsjournaal van de bark “Theodora Sara”, kapitein Jan Schut, waarbij de stuurman A. van Oosterom en de onderstuurman K.Pool verklaarden dat op 11 april 1840 op de reis van Batavia naar Amsterdam de matroos Hindrik Siebes Groeneveld “in een staat van zinneloosheid overboord gesprongen en verdronken is, …”115
NRC 01 frebruari 1852114
Rotterdam, 31 januari. Men leest in de Staats-Courant het volgende:
Reeds vroeger is medegedeeld, dat op de 17e december jl. het Nederlandse koopvaardijschip (opm: zie NRC 221251) THEODORA EN SARA, kapitein A. van Oosteroom, geconsigneerd aan de Nederlandsche Handel-Maatschappij, op de terugreis van Batavia naar Amsterdam in het Britsch Kanaal door het Britse koopvaardijschip CORINTHIAN overzeild en ten gevolge daarvan gezonken was. De kapitein benevens de passagiers en het scheepsvolk werden echter gered en aan boord van evengenoemd Britsch schip behouden te Plymouth aan land gebracht.
De heer Luscombe, Nederlands consul in die haven, kennis genomen hebbende van de bijzonderheden, welke bij dit voorval hadden plaats gehad, en bespeurende dat er door de CORINTHIAN toebereidselen gemaakt werden om wederom in zee te steken, oordeelde het nodig onverwijld pogingen in het werk te stellen tot verkrijging van arrest op dat schip. Hij liet zich daarvan niet terughouden door de weigering van de Londense correspondenten der reders van de THEODORA EN SARA om de gevolgen daarvan voor hunne rekening te nemen, en nam dus de verantwoordelijkheid op zich van het gevraagd arrest, waartoe het bevel van het hof der admiraliteit niet lang achterbleef.
De reders van het verongelukte schip maakten evenwel zwarigheid de handeling des consuls goed te keuren, hetzij dat zij zich niet durfden verlaten op hun goed recht, hetzij om andere reden, en werd de consul door hen aangeschreven om het arrest te doen opheffen en het Britse schip vrij te stellen van alle vervolging.
De heer Luscombe, de ganse toedracht der zaak kennende, en zich volkomen in staat achtende om daarover een juist oordeel te vellen, heeft dan ook niet geaarzeld de verantwoordelijkheid der zaak geheel op zich te nemen en op de ingeslagen weg te volharden, en hij heeft dien ten gevolge het genoegen mogen smaken zijne loffelijke en welberaden pogingen met zodanig gunstig gevolg bekroond te zien, dat de reders van het schip CORINTHIAN, ten gevolge ener schikking met hem, deze zaak hebben afgemaakt met betaling ener som van GBP 1050. Door deze handelswijze van de heer Luscombe zijn alzo de belanghebbenden te Amsterdam, ondanks hen zelve in bezit gesteld van een som, na aftrek der onkosten, van ruim NLG 10.000.
Datum vanaf: |
1864 |
Kapitein: |
Oostero(o)m, Antonie van |
Overige informatie: |
AH 160165
Advertentie. Heden ontving ik de treurige tijding, dat mijn geliefde echtgenoot Antonie van Oosteroom, in leven gezagvoerder van het barkschip HERMAN, de 23e november j.l. te Soerabaya plotseling in de ouderdom van ruim 49 jaren is overleden. H |
Datum vanaf: |
1865 |
Kapitein: |
Hannewig, J. |
Overige informatie: |
Noorse kapitein |
|