Inloggen
HENDRIKA - ID 10148


In dienst
Onder Nederlandse Vlag tussen:1836-08-04 / 1854-12-04 | Reden uitgevlagd: Verongelukt of vermist (zie final fate)

Identification Data

Bouwjaar: 1836
Categorie: Cargo vessel
Voorstuwing: Sailing Vessel
Type: Fregat
Masten: Three masts
Material Hull: Wood, sheathed with copper
Dekken: 2
Construction Data

Scheepsbouwer: Firma A. van Hoboken & Zonen - Werf 'Rotterdams Welvaren', Rotterdam, Zuid-Holland, Netherlands
Date Laid Down: 1834-11-16
Launch Date: 1836-06-28
Delivery Date: 1836-07-28
Technical Data

Gross Tonnage: 462.00 lasts
 
Length 1: 41.90 Meters Registered
Beam: 7.61 Meters Registered
Depth: 6.17 Meters Registered
Zeebrieven en Turksche passen

Record type Zeebrief
Zeebrief jaar: 1836
Datum agenda: 1836-08-04
Register nr: 18360352
Scheepsnaam: HENDRIKA
Type: Fregat
Lasten: 462
Gebouwd in provincie: Zuid-Holland
Gebouwd in binnen- of buitenland: Binnenlands
Zeebrief / Turksche pas verzocht door: Hoboken & Zonen, A. van
Plaats: Rotterdam
Kapitein op moment van verzoek: Admiraal, J.
Opmerkingen: Eerste zeebrief

Bekijk de overige zeebrieven / Turksche passen van dit schip
Ship History Data

Date/Name Ship 1836-07-28 HENDRIKA
Manager: Firma A. van Hoboken & Zonen, Rotterdam, Zuid-Holland, Netherlands
Eigenaar: Firma A. van Hoboken & Zonen, Rotterdam, Zuid-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Rotterdam / Netherlands

Ship Events Data

1836-07-05: Meetbrief in dato 5 juli 1836
1854-12-04: Final Fate: Stranded

Rotterdam, 6 december. Het schip, dat in de vroege morgen van 4 dezer op het Nieuwe Zand (de Banjaard) gestrand is – zie ons nommer van 5 dezer – is geheel verbrijzeld. Tot nog toe kan men niet met zekerheid zeggen, welk schip het is. Echter doen enige wrakstukken, die men opgevist heeft en waaronder zich botervaatjes, waarop AHV gebrand staat, en een plank, waarop A. van Hoboken te lezen is, maar al te zeer vermoeden, dat deze ramp het alhier te huis behorende fregatschip HENDRIKA, kapt. P. Admiraal, hetwelk de 26e november 1854 uit Brouwershaven met een bemanning van 82 personen, waaronder 42 passagiers, naar Batavia vertrok, getroffen heeft. Van de ongelukkige schipbreukelingen weet men tot op dit ogenblik nog niets; alleenlijk heeft men 2 lijken, waarvan één, een manspersoon, als heer gekleed, in het Brouwershavensche Zeegat drijvende gezien. Het is dus maar al te zeer te vrezen, dat allen een prooi der golven zijn geworden.
Onder het wrakhout, dat alhier aangebracht is, bevindt zich ook een groot ledig anker, waarop NOTIER te lezen staat.

Gezagvoerders

Familiegegevens en opleiding

Jacob Admiraal werd geboren te Vlaardingen c. 1792 als zoon van Ary Admiraal en Lucretia Riedijk. Hij huwde met Elisabeth Adriana van Waasdijk. Hij overleed op 17 juli 1847 te Rotterdam aan de Bierhaven in Wijk C nr.395. Zijn dochter Lucretia Admiraal trouwde met de koopvaardijkapitein Reinder Augustinus Ogterop (zie aldaar)005.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

J.Admiraal had van 1826 t/m 1847 signaalvlag nummer R6 van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart. Hij was in 1835 afwisselend commissaris van de Maatschappij058.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

Geen

 

De schepen van de kapitein

Bouma025 vermeldt J.Admiraal als gezagvoerder gedurende:

*    1828 t/m 1830 ophet 3/m schip “Jonge Adriana”, gebouwd in 1818, 400 ton o.m., varend voor A.van Hoboken & Zn te Rotterdam;

*    1830 t/m 1831 op het 3/m schip (later bark) “Maria”, gebouwd in 1828 te Rotterdam, op de werf “Welvaren” van B.de Hoog, 296 ton o.m., varend voor A.van Hoboken & Zn te Rotterdam;

*    1833 t/m 1835 op het 3/m-schip “Prinses Marianne”, gebouwd in 1831 te Kinderdijk, 710 ton o.m., varend voor A.van Hoboken & Co te Rotterdam

*       1837 t/m 1847 op het 3/m-schip “Hendrika”, gebouwd op de werf Rotterdamsch Welvaren te Rotterdam onder scheepsbouwmeester B.de Hoog. De kiel werd gelegd op 16 november 1834 (volgens de bijlbrief – Marhisdata) en de tewaterlating vond plaats op 28 juni 1836 (Handelsblad 30 juni 1836). Het schip mat 860 ton o.m. De rederij was A.van Hoboken & Co te Rotterdamzie ook 013.

 

"De Drie Gebroeders" in de Atlantische Oceaan net ten zuiden van de Kaap Verdische Eilanden op weg naar Batavia057:

05 oktober 1838        "... ten 10 uur hezen de vlag voor voorgenoemd 3-mast schip zijnde een Rotterdammer kaptijn Admiraal schip Henderina hebbende 32 dagen reis  en dezelfs Cronomet. was toen 22o21' en de onze was 22017'  wenschten malkander goed reis".

 

Overige bijzonderheden

J.Admiraal verzorgde per 25 okober 1828 vanuit Hellevoetsluis met de “Jonge Adriana” een troepentransport van 1 officier en 100 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 17 februari 1829 na 115 dagen.065

 

Uit de “Biografie van Cornelis Abrahamsz Jr.”109:

26 februari 1855. Reede van Batavia met de “Azia”.:

                “Toen we pas aan de wal gekomen waren vernamen we dat kort na ons uitzeilen uit het N.Dp het schip de Hendrika Kapt Admiraal, met 40 passagiers aan boord uit Hellevoetsluis uitgezeild, en den volgende dag met man & muis verongelukt was … Een dag na het verongelukken van dat schip, had men in de Noordzee drijvende gevonden een plankje waarop met vergulde letters de naam Azia stond, men was dus … in onrust geweest over ons … Bovengemeld plankje was echter wel van ons geweest, de timmerman had het toen hij het afgenomen had van het galjoen … uit zijn hand en in zee laten vallen.”

 

“De Prinses Marianne – gezagvoerder was Jacob Admiraal – nam tijdens de eerste reis een aantal muziekinstrumenten mee naar de Oost, bestemd voor het muziekkorps in de plaats Weltevreden. In maart 1833 liet de gouverneur-generaal in Buitenzorg Van Hoboken eten dat de ‘muzijkstukken’ goed waren aangekomen.”069 p.176.

“Uit de aantekeningen van het factorij-opperhoofd (van Decima) J.van Citters blijkt dat de Prinses Marianne eind juni 1833 uit Batavia vertrok, onder commando van de 38-jarige kapitein Jacob Admiraal. Er waren achtendertig bemanningsleden aan boord plus elf passagiers (een arts, drie ambtenaren en zeven Indische bedienden). … Als geschenken voor de keizer waren rollen katoen, saffraan, zeven verschillende woordenboeken en de nautische almanak van 1833 geladen … 069 – p.190.

 

Journaal 1834-1835 “De Twee Cornelissen”, kapr. S.Veenstra Stadsarchief Amsterdam 491-216

18 januari 1835 Vertrokken naar Soerabaja “Met ons van de ree gezeild de Prins van Oranje, De Prinses Marianne het schip Aurora

10 februari 1835 reede Pasoeroeang “met ons gearriveerd het schip Prinses Marianna kaptn Admiraal en het schip Eliza kaptn Staal en op de Ree liggende kaptn  de Boer het schip de Prins van Oranje…”

 

Rotterdamsche Courant 30 maart 1837

Rotterdam, 29 maart. Den 27 dezer arriveerde te Helvoetsluis (opm: onder meer) het schip ANTHONY, J.F. Mathysen, van Batavia, welke rapporteert den 24 november 1836 in Straat Sunda gepraaid te hebben de schepen HENDRIKA, kapt. Admiraal, en STAD SCHIEDAM, kapt. De Boer, naar Batavia; het schip ABEL TASMAN, van Amsterdam en een dito, tonende collegie-vlag met no. 356, aan boord was alles wel.

 

Rotterdamsche Courant 13 juni 06 1837

Rotterdam, 12 juni. Kapitein J. Admiraal rapporteerde, den 15 februari, bij Soeloe Balie, gepraaid te hebben het barkschip JAVAAN, kapt. J.P. Meyer, van Amsterdam, hebbende 120 dagen reis, en dat met hem van St. Helena zijn vertrokken de schepen STAD SCHIEDAM, D.H. de Boer, en NEPTUNES, P. Kraay, naar Amsterdam, welke laatste bij Lezard (opm: Lizard), 3 mijl ten N.W. van zich, weder door hem is gezien. Nog is gemelde kapitein den 10 dezer, bij Wight, 5 mijlen ten N.W. van zich, gepasseerd een schoonerkof, tonende witte vlag met DL no. 10.

 

 

Datum vanaf: 1836
Kapitein: Admiraal, Jacob
Overige informatie: 0

Familiegegevens en opleiding

Johannes Louwerense ("volgens trouwacte genaamd en zich ook schrijvende Lourens. Op verzoek van de H.H.Hoboken deze bijvoeging in het Register opgenomen") werd geboren te Rotterdam op 24 juni 1807 als zoon van de Nederlands Hervormde Johannes Lourens en Aaltje van Es. Hij woonde te Rotterdam o.a. aan de Kolk nr. 117

Johannes Lourens trouwde op 14 oktober 1829 te Rotterdam met Jannetje de Ligt, geboren te Rotterdam op 01 augustus 1808 als dochter van de Nederlands Hervormde Cornelis de Ligt en Louisa van der Eb. Zij overleed op 20 maart 1886.

Jan overleed in 1871. Bij zijn overlijden is Delfshaven als woonplaats vermeld.003 en 005 en 118

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

J.Louwerense, adres A.van Hoboken & Zn, werd met vlagnummer 414 effectief lid van "Zeemanshoop" per 07 april 1835 op voorspraak van C.Koert. In het Register wordt als zijn schip de "Elisabeth" vermeld.002.

In de Algemene Vergaderingen van 14/21 april 1835 werd voorgedragen/benoemd Johannes Louwerense, oud 28 jaar, voerend het schip “Jacobus”, wonende te Rotterdam, adres bij J.Bonder te Amsterdam, op voordracht van kapitein P.Kraaij023. (in de notulen wordt dus een ander schip genoemd dan in het Inschrijfregister. In Boum025 wordt er geen kapitein Lourens vermeld als gezagvoerder van een schip met de naam “ Elisabeth”. NOG TE CONTROLEREN IN VAN SLUIJS013)

Hij werd deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop per 15 maart 1838. "Van beroep veranderd. Overleden 1871"003

.Lourens was effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege “Zeemanshoop”met vlagnummer 414 in de periode 1835 t/m 1836, met vlagnummer 301 in de periode 1836 t/m 1854 en met vlagnummer 96 in de periode 1854 t/m 1871.

 

 

 

J.Lourens was met vlagnummer R48 in de periode 1834 t/m 1871 lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.

J.Lourens was in 1837 zg “afwisselend commissaris” van de Maatschappij058.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 29 juni 1871 staat een verzoek om de reglementaire uitkering door de wed. kapitein J.Lourens geb. de Ligt, welke haar in de vergadering van 24 juli 1871 ingaande 01 augustus 1871 werd toegekend.042

 

In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 08 augustus 1871 staat vermeld dat per 01 augustus 1871 een uitkering in de 1e klasse is toegekend aan de wed. J.Lourens geb. de Ligt.023.

In de notulen van de Algemene Vergadering dd 11 mei 1886 staat een bericht door J.Lourens omtrent het overlijden van zijn moeder.023.

 

De schepen van de kapitein

lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer                   jaren           type                  scheepsnaam               naam reder/boekhouder

        414                           1835           fregat               Jacobus                        geen opgave

        301                       1836-1837     bark                 Jacobus                        A.van Hoboken & Zn te Rotterdam

                                      1838-1840     fregat               Canton                         idem

                                      1841-1846     fregat               Amboina                      idem

                                      1848-1851     fregat               Hendrika                      idem

                                      1852-1853     fregat               Gertrude                       idem

         96                        1854-1855     fregat               Gertrude                       idem

                                      1856-1858     fregat               Jason                            idem

                                      1859-1863     fregat               Medea                          idem

                                      1864-1870     geen vermelding van schip en boekhouder

 

In de Jaarverslagen van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat kapitein J.Lourens met vlagnummer R48 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:

*    1849, 1851            fregat “Hendrika”         462 last      varend voor A. van Hoboken & Zonen te Rotterdam

*    1855                       fregat “Gertrude”           515 last      varend voor A. van Hoboken & Zonen te Rotterdam

*    1858                       fregat “Jason”                438 last      varend voor A. van Hoboken & Zonen te Rotterdam

*    1859, 1862            fregat “Medea”              399 last      varend voor A. van Hoboken & Zonen te Rotterdam

*    1863 t/m 1867                               geen schepen vermeld

 

Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093:

kapitein                        naam schip                              vertrek                                                   terugkomst

L.Lourens                    Medea                                      02 november 1859                              27 oktober 1860

                                      Medea                                      03 september 1861                              20 juli 1862

                                      Medea                                      24 september 1862                              niet vermeld

 

Bouma025 vermeldt J.Louwerense/J.Lourens als gezagvoerder gedurende:

*    1836 t/m 1838 op de 3/m bark “Jacobus”, gebouwd in 1828, 235 ton o.m., varend voor A.van Hoboken te Rotterdam;

*    1839 t/m 1841 op het 3/m schip “Canton” ex Ortelius, gebouwd in 1830, bouwplaats en -jaar niet vermeld, 628 ton o.m., varend voor A.van Hoboken & Zn te Rotterdam. Het schip werd in 1842 geveild;

*    1842 t/m 1847 op het 3/m schip “Amboina”, gebouwd in 1840 te Rotterdam, 722 ton o.m., varend voor A. van Hoboken & Zn te Rotterdam;

*    1848 t/m 1852 op het 3/m-schip “Hendrika” gebouwd op de werf Rotterdamsch Welvaren te Rotterdam onder scheepsbouwmeester B.de Hoog. De kiel werd gelegd op 19 november 1835, de tewaterlating vond plaats op 28 juni 1836 (Handelsb 30 juni 1836). Het schip mat 860 ton o.m. De reederij was A.van Hoboken & Co te Rotterdamzie ook 013.

*    1853 t/m 1856 op het 3/m schip “Gertrude”, gebouwd te Rotterdam in 1840, 990 ton o.m., varend voor A.van Hoboken & Zn te Rotterdam;

*    1857 t/m 1859 op het 3/m schip “Jason”, gebouwd in 1856 te Rotterdam, 829 ton o.m., varend voor A.van Hoboken & Zn te Rotterdam;

*    1858 t/m 1863 op het 3/m schip “Medea”, gebouwd in 1858 te Rotterdam, 756 ton o.m., varend voor A. van Hoboken & Zn te Rotterdam.

 

Overige bijzonderheden

Carel Anastatius Leopold van der Wijck werd vanuit de Kweekschool voor de Zeevaart te Amsterdam per 07 mei 1846 als jongen geplaatst op de "Amboina" onder kapitein Louwerse (er is foutief vermeld: "Laurens") voor een reis van Rotterdam naar Batavia. Hij meldde zich weer op school per 06 maart 1847"004(533/2012).

 

In het Archief van het Kadaster voor scheepsbewijzen te Rotterdam 1871, volgnummer register 1370, Algemeen Register Deel 4, nr. 52, dagregister deel 6 nr. 60 3 augustus 1871  komt een notariële akte voor (notaris Willem Simon Burger Wz) van Jacobus van Hoboken van Cortgene, handelend voor de firma A.van Hoboken en Zonnen, zeehandelaren en scheepsreeders welke stelt dat voor zijn rekening is gebouwd het fregat “Jason” op de werf “Rotterdams Welvaren”aan de Hoogen Zeedijk door scheepsbouwmeester Carl Lehman, groot 829 ton. De kiel is gelegd op 08 december 1855 en het schip is van stapel gelopen op 30 augustus 1856. De eerste kapitein was Johannes Lourens

Afschrift van de akte verkregen van de heer Jan Lourens te Alkmaar door tussenkomst van Koen Suyk te Heiloo, januari 2003.

 

L.Lourens verzorgde per 01 maart 1837 vanaf Hellevoetsluis met de “Jacobus” een troepentransport van 4 officieren en 12  manschappen. In St. Georg d’Elmina werden 71 Afrikaanse recruten aan boord genomen. Hij arriveerde te Batavia op 01 juli 1837 na 122 dagen065*.

Per 16 mei 1846 vertrok hij vanuit Hellevoetsluis met de “Amboina” en een contingent van 4 officieren en 150 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 31 augustus 1846.

Per 10 december 1848 vertrok hij vanuit Hellevoetsluis met de “Hendrika” en 2 officieren plus 200 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 04 april 1849 na 115 dagen. Onderweg waren 4 militairen overleden.

Per 12 november 1850 voer hij vanuit Hellevoetsluis wederom met de “Hendrika”. Hij had 1 officier aan boord en kwam op 13 maart 1851 na 112 dagen te Batavia aan.

Op 12 oktober 1852 voer hij vanuit Brouwershaven met de “Gertrude” en 1 officier en 1 manschap. Aankomstdatum en reisduur zijn niet opgegeven.

Op 05 november 1853 vertrok hij met de “Gertrude” wederom vanuit Brouwershaven en aan boord 1 officier. Ook hier ontbreken aankomstdatum en reisduur.

Op 27 oktober 1856 voer hij vanuit Brouwershaven met de “Jason” en weer met 1 officier. Aankomstdatum en reisduur ontbreken.

Op 24 oktober 1857 vertrok hij weer met de “Jason” en 1 officier vanuit Brouwershaven en ook nu ontbreken reisduur en aankomstdatum.

Op 11 september 1861 vertrok hij vanuit Brouwershaven met de “Medea” en 8 officieren en 1 manschap. Hij arriveerde te Batavia op 18 december 1861 na 98 dagen.

Tenslotte voer hij uit op 25 september 1862 vanuit Brouwershaven met de “Medea” en 2 officieren. Hij arriveerde te Batavia op 30 december 1862065.

 

Een verslag van een troepentransport is weergegeven in “Het reisjournaal van H.H.G.Peltzer betreffende een reis van Harderwijk naar Batavia op de bark Laurens Koster (kapitein D.R.Kleve) van 12 november 1848 tot 03 april 1849”  Transcripte en annotaties door S.Parma, mei 2001. Rapport aanwezig in de bibliotheek van het Nederlands Scheepvaart Museum te Amsterdam. H.H.G.Peltzer was de landmachtbevelhebber van het troepentransport. In dit journaal komt een enkele opmerking voor betreffende de “Hendrika” (blijkensonder kapitein Louwerense)

22 januari 1849 (op de hoogte van de linie op weg naar Batavia)

“In lij hebben wij thans een Hollandsche driemastschip doch door de groote afstand van ons, kunnen wij de signalen die hij doet niet onderscheiden. Des middags echter een goede bries gekregen hebbende, zijn wij hetzelve zoo digt genaderd, dat wij aan het nummer van de Kollegievlag konden bespeuren, dat het een Rotterdams schip was, en wel de Hendrica van Hoboken, waarop een transport troepen met de Kapitein Keurenaar; …” (zijnde een collega-landmachtofficier).

30 maart 1849 (in Straat Sunda bij Prinseneiland)

“Niet weinig waren wij verwonderd des morgens bij het aantreden van den dag zoo veel schepen rondom ons te zien; ongeveer 20, waaronder er waren, die wij reeds vroeger hadden gezien; onder anderen de Hendrica, waarop de Kapt Keurenaar, …”.

31 maart 1849

“… des avonds en des nachts kwamen wij met de schepen Hendrica, Schouwen en de Eersteling tusschen de derde en vierde punt van Java ten anker”.

 

In mei 1837 verging Z.M.Stoomschip Willem 1 op de Lucipara riffen ten zuiden van Ambon. Berichten hierover bereikten Nederland “in de laatste dagen der maan November ll, … ,voorlopig met het schip Jacobus, Kapitein J.Lourens, op den 20sten dier maand te Hellevoetsluis binnengevallen, … “. (kapitein Lourens had dus in deze periode een reis naar Indië achter de rug).

Uit: Verhaal der schipbreuk geleden door den Luitenant Kolonel De Stuers benevens passagiers en equipage van Z.M. Stoomschip Willem ! op de Lucipara’s in den nacht van den 5den op den 6den Mei 1837. door Luitenant Kolonel De Stuers.  ’s Gravenhage. K.Fuhri. 1837.52 pp. Aanwezig in het Nederlands Scheepvaartmuseum te Amsterdam.

 

“Het zesde en laatste schip van Van Hoboken dat de trip Batavia – Decima vice versa zou maken was in 1842 het fregat Amboina. Gezagvoerder op deze reis was de toen 36-jarige Jan Lourens, een zeeman die zeer werd gewaardeerd. Bij zes jaar eerder – in een brief aan de NHM – had Van Hoboken hem ‘een jonge man, die met ijver zijne zaken drijft, de zoon van onze overleden gezagvoerder van Dijkzigt’ genoemd.”069 – p.191.

 

“Een … wedstrijd … werd in 1858 gezeild tusschen twee schepen van de Rotterdamsche reederij Van Hoboken. Op den 15den Maart van dat jaar nam kapitein De Vries van de Zephir op de reede van Batavia afscheid van zijn collega J.Louwerse van de Jason. Dat schip was nog niet heelemaal klaar met inladen, hetgeen nog wel een weekje kon duren. “Ik zal je vrouw als ik thuis ben alvast zeggen, dat ze je over een week of twee, drie kan verwachten”, zei De Vries tegen Louwerse, toen die weer naar zijn schip terugkeerde.

Ter hoogte van Kaap de Goede Hoop zagen de mannen van de Zephir een ander clipper aan de kim, die toen hij dichter bij kwam de Triton bleek te zijn, eveneens een schip van Van Hoboken. Fe Triton was ook den 15den Maart vertrokken, exhter van de reede van Banjoewangi. Door Straat Bali was hij op den Oceaan gekomen, zoodat zijn weg naar het vaderland vrijwel even lang was als die van de Zephir, die door Straat Soenda was gevaren van Batavia uit.

Het werd een spannende wedstrijd tusschen de beide schepen. Ze gaven elkaar niets toe en tefelijk stormden ze het Kanaal binnen … Bijna kop aan kop lagen ze, toen ze aan de kim Brouwershaven zagen opduiken en alles zetten de beide kapiteins er op om den ander nog een beetje voor te komen. …

De Zephir scheen tenslotte toch nog te winnen, het schip liep iets uit en kapitein De Vries dacht al overwinnaar te ziijn, toen zijn blik opeens verstarde. Want op de reede zag hij rustig achter zijn ankers met opgedoekte zeilen … de Jason, die zes dagen na hem was vertrokken en reeds de vorige dag was aangekomen. “Ik heb je vrouw al geschreven dat je onderweg bent”, zei kapitein Louwerse toen hij op de Zephir kwam om zijn collega te begroeten. Met een reis van 90 dagen had hij de race gewonnen. … “

Uit “De Clippers” van Anno Teenstra.Uitgave Holdert & Co, Amsterdam, 1945, 306 pp. en wel op pp. 74-75.

 

 

Datum vanaf: 1847
Kapitein: LOURENS, JAN

Familiegegevens en opleiding

Geen

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

P.Admiraal was met vlagnummer R141 in de periode 1839 t/m 1863 lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In het Jaarverslag 1849 van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat dat hij een gratificatie heeft gekregen van f 26,-058.

In het Jaarverslag 1863 van het College staat vermeld dat de “trekkende kapitein” P.Admiraal in 1863 is overleden058.

In het Jaarverslag 1864 van het College staat vermeld dat de weduwe van P.Admiraal in 1864 is overleden.(dit kan ook de weduwe zijn van de kapitein met vlagnummer R95 - zie hiervoor)058.

 

De schepen van de kapitein

In de Jaarverslagen 1849, 1851, 1855, 1858, 1859, 1862 van het College staat kapitein P.Admiraal met vlagnummer R141 als gezagvoerder in de ledenlijsten maar zonder vermelding van schip en reeder058.

 

Bouma025 vermeldt P.Admiraal als gezagvoerder gedurende:

*    1837 t/m 1845 op het 3/m schip “Hendrika”, gebouwd in 1836 te Rotterdam, 860 ton o.m., varend voor A. van Hoboken & Zn te Rotterdam;

*    1853-1854 op het 3/m-schip “Hendrika”, gebouwd op de werf Rotterdamsch Welvaren te Rotterdam onder scheepsbouwmeester B.de Hoog. De kiel werd gelegd op 19 november 1835 en de tewaterlating vond plaats op 28 juni 1836 (Handelsblad 30 juni 1836). Het schip mat 860 ton o.m. De reederij was A.van Hoboken & Co te Rotterdam. Het schip strandde op 04 december 1854 op de Banjaard en verging met man en muis, zijnde 82 personen waaronder 42 passagierszie ook 013 en hierna het Algemeen Handelsblad.

 

In het Archief van de Waterschout op het Stadsarchief van Amsterdam bevinden zich een monsterrol op naam van kapitein Pieter Admiraal  op de:

“Drie Gebroeders”, dd 15 deceember 1835 (staatdeze melding op de goede plaats?)

 

Wat betreft de ramp met de “Hendrika” meldt het Algemeen Handelsblad diverse berichten:

07 december 1854 rubriek Binnenland

“Het driemastschip, waarvan uit Brouwershaven dd. 4 dezer wordt melding gemaakt, als op het Nieuwe Zand aan de grond zittende, wordt ondersteld te zijn het te Rotterdam te huis behorende schip Hendrika, kapt. Admiraal, onlangs naar Java uitgezeild. Men gist zulks uit de botervaatjes, gemerkt AH, die zijn komen aandrijven. Zoo zulks bewaarheid werd, zou het eene ware ramp zijn, daar er buiten de equipage nog circa 40 passagiers aan boord waren, van wier lot men niets met zekerheid weet en het aanspoelen van het lijk van een Heer doet het ergste vermoeden”.

08 december 1852 rubriek Binnenland

“Aangaande het stranden van een driemastschip op het Nieuwe Zand bij Brouwershaven (zie ons vorige No) meldt men nog van Rotterdam dd 6 Dec., dat onder eenig aangespoeld wrakhout ook eene plank is gevonden, waarop staat A.van Hoboken; verder was een groot ledig anker aangebragt, waarop Notier. Het schijnt zich dus te bevestigen, dat dit onheil zal zijn overkomen, aan het te Rotterdam te huis behoorende, en 26 Nov. van Brouwershaven met eene bemanning van 82 personen, waaronder 42 passagiers, vertrokken fregat Hendrika, kapt. P.Admiraal, bestemd naar Batavia.”.

11 december 1854 rubriek Binnenland

“Van Brouwershaven vernemen wij heden de zekere tijding, dat het op den Banjaard gestrande schip werkelijk, zoo als wij zulks vermoedden, het fregatschip Hendrika, kapt. Admiraal, is.

Men schrijft uit Scheveningen van gisteren: Op het strand alhier, en naar men verneemt, vooral te Loosduinen en Wassenaar, zijn gisteren stukken van een verbrijzeld schip aangespoeld. Meer dan waarschijnlijk alles van het schip Hendrika. Ook zijn aangespoeld verscheidene balen met boeken, kisten met confituren, met spiegels, stukken van spiegels en spiegellijsten, vaten, ledige verbrijzelde tonnen. Voorts was daaronder een kistje met brieven, naar men zegt onder berusting van den burgemeester van Wassenaar; en te Scheveningen een kistje toebehoorende aan den Heer Christiaan Bley (een der passagiers van het schip Hendrika), waarin een gesloten paket. Voor zoover men weet, zijn op deze stranden nog geene lijken aangespoeld en ziet men heden middag niets drijvende. De autoriteiten van bovengemelde gemeenten waren met hunnen onderhebbenden gisteren den ganschen dag op strand wakende, maar ondanks alle surveillance vreest men, dat er eenige ontvreemding, overmijdelijk bij zoodanige ramp, hebben plaats gehad.

Door den loodsschipper Burg, van de boot No 3, eergisteren te Brouwershaven aangekomen, is voor het Brouwershavensche zeegat drijvende gezien, het achterste gedeelte van een schip met daaraan behoorende tuigage, waarop van achteren op den spiegel stond: A.v.H.”.

12 december 1854 rubriek Binnenland

“Wij vernemen, dat de ekwipage van de Hendrika, behalve den kapt. P.Admiraal, de stuurlieden D.G.Visser, H.D.Reygers en A.J.van Staveren, benevens den doctor H.F.van Zon, bestond uit 29 personen. Onder de passagiers, die aan boord waren, noemt men Mevr. Bergmans met drie kinderen, alsmede de Heeren de Rouville van Gessel, Koevoet, van Deun, Bol, enz.”.

 

J.P.Veldhoven. Onderzoek naar het geslacht Olive; Het fregatschip “Hendrika”. Alphen aan de Rijn, 2004, 98 pp.

Het fregat verging in 1854 voor de kust van Schouwen. Aan boord bevonden zich leden van de familie Olive op terugreis naar Indië.

Vermeld in Genealogie, jaargang 11, nr. 1, 2005. p.26.

 

Overige bijzonderheden

P.Admiraal verzorgde per 06 augustus 1837 vanuit Hellevoetsluis met de “Hendrika” een troepentransport van 4 officieren en 40 manschappen. In St.Georg d’Elmina werden 151 Afrikaanse recruten aan boord genomen, waarvan er 2 onderweg overleden. Hij arriveerde te Batavia op 03 december 1837 na 119 dagen

Op 15 november 1852 vertrok hij met de “Hendrika” uit Brouwershaven met 4 officieren aan boord. Aankomstdatum en reisduur zijn niet vermeld.

Op 26 november 1854” vertrok hij wederom vanuit Brouwershaven met de “Hendrika” en ook hier zijn geen gegevens omtrent de aankomst in Batavia vermeld065

 

 

Datum vanaf: 1852
Kapitein: Admiraal, Pieter

Afbeeldingen


Omschrijving: HENDRIKA, aquarel gemaakt in 1843, kapitein Jacob Admiraal (vlagnummer R6)
Collectie: particuliere collectie, niet gespecificeerd
Vervaardiger: Spin, Jacob
Onderwerp: Zeeopname
Algemene informatie

09 december 1854  NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Rotterdam, 8 december. Van Brouwershaven vernemen wij heden een zekere tijding, dat het op de Banjaard gestrande schip werkelijk, zo als wij zulks vermoedden, het fregatschip HENDRIKA, kapt. P. Admiraal, is.
Uit Scheveningen vernemen wij nog vele bijzonderheden omtrent de langs de gehele kust aangespoelde voorwerpen. De heren strandvonders zijn ijverig in de weer, om de voorwerpen, die komen aandrijven, te bergen. Onder anderen verneemt men, dat er een kistje is aangespoeld, waarop het woord geheim voorkomt, ook een kistje met kleinodiën, zo als gouden kettingen enz; voorts een pakket, waarop een adres aan een familie geplaatst is, om na overlijden te worden geopend.
Een later schrijven van daar van heden middag 2 uur meldt nog: Op het strand alhier en naar men verneemt, vooral te Loosduinen en Wassenaar, zijn gisteren stukken van een verbrijzeld schip aangespoeld. Meer dan waarschijnlijk alles van het schip HENDRIKA. Ook zijn aangespoeld verscheidene balen met boeken, kisten met confituren, met spiegels, stukken van spiegels en spiegellijsten, vaten en ledige verbrijzelde tonnen. Voorts was daaronder een kistje met brieven, naar men zegt onder de berusting van de burgemeester van Wassenaar, en te Scheveningen een kistje toebehorende aan de heer Christiaan Bleij, (een der passagiers van het schip HENDRIKA), waarin een gesloten pakket. Voor zo ver men weet zijn op deze stranden nog geen lijken aangespoeld en ziet men heden middag niets drijvende. De autoriteiten van bovengemelde gemeenten waren met hun onderhebbenden gisteren de ganse dag op strand wakende, maar ondanks alle surveillance vreest men, dat er enige ontvreemdingen, onvermijdelijk bij zodanige ramp, hebben plaatsgehad. Het is te wensen dat, wanneer er papieren door vreemde personen worden gevonden, deze aan de bevoegde autoriteiten worden ter hand gesteld, omdat achtenswaardig familiën, die bij dit onheil zo zeer getroffen zijn, er veel belang bij kunnen hebben.
Red: onze vermoedens, dat het bericht nopens de redding der equipage van de HENDRIKA, hetwelk wij gisteren uit de Amsterdamsche Courant overnamen, onwaar zou zijn, hebben zich maar al te zeer bevestigd, want wij namen heden dienaangaande de nodige informatiën en zijn toen tot de overtuiging gekomen, dat het gehele verhaal, hetwelk de Amsterdamsche Courant gisteren mededeelde, niets anders dan een los gerucht was, dat generlei geloof verdient.
12 december 1854 NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Advertentie. De ondergetekenden, eigenaren van het schip HENDRIKA, kapt. Pieter Admiraal, de 4e december 1854 op de Banjaard verongelukt, menen in het belang van alle daarbij betrokkenen te moeten openbaar maken, dat bij het in zeezeilen op de 26e november uit Brouwershaven zich aan boord bevond het navolgende:
Als passagiers:
De heer E.J. Schade van Westrum de heer J.E. van Houtrijve
De heer W.D. Schlosser de heer J.K.L. Blekman
De heer C.F.F. Bernard de heer J. Op de Laey
De heer A.P. Sodenkamp de heer P.A. Bol
De heer J.M.C. van Waning en echtgenote mejufvrouw M.E. Bol
De heer F.C. Mohr mejufvrouw Anemaet
De heer Mr. P.H. Muntz de Rouville en mejufvrouw C.J.C Kuhn echtgenote
De heer C. Bley en echtgenote mejufvrouw Anna Focke
De heer F.C.L. van Deun en echtgenote mevrouw Hasskail en vier kinderen
en kind
De heer M. Koevoet mevrouw Olive en twee kinderen
De heer J.J. van Gessel drie vrouwelijke Javaanse bedienden
De heer C.F. Lantzius een mannelijke Javaanse bediende
De heer J.C.C. Visser Joseph Bernardus Baro
De heer Ferdinand de Raat
De equipage bestond, behalve de gezagvoerder, uit:
1e stuurman D.G. Visser, Rotterdam matroos H.A. Koster, Vlissingen
2e stuurman K.M. Rengers, Harlingen matroos D. Reich, Hamburg
3e stuurman A.J. van Staveren, Leiden matroos F. Kochelmacher, Stralsund
Dokter H.F. van Son, Rotterdam matroos B. Kleinvogel, Harlingen
Bootsman J. Nicola, Rotterdam matroos F. Oosterkamp, Veemen (Sleesw.Hols.)
Bootsmansmaat M.van Eeuwen,Rotterdam matroos F. van der Meulen, Ferwerd
Timmerman J. Sloehek, Rotterdam matroos P. Meier, Altona
2e timmerman E. Hellberg, Hernösand matroos G. Waardenburg, Oud-Beijerland
Kok B. Bohn, Rotterdam matroos J.O. Lythberg, Wisböe (Zweden)
Koksmaat Jan Vreeswijk, Oudewater lichtmatroos C. Foucon, Denain
Hofmeester J. Diederichs, ’s Gravenhage lichtmatroos C. Poortvliet, Breskens
2e Hofmeester Jacobus van Dijk, Rotterdam lichtmatroos J. Kiewit, Rotterdam
Zeilmaker F. Willemse, Rotterdam lichtmatroos C. van der Pijl, Hardinxveld
Matroos J. Engel, Landsmeer koeboer J. Termaten, bij Oostenburg
Matroos P. Andries Olsen, Eckerzan jongen A. Lagewaard, Rotterdam
Matroos R. Lanema, Pekel-A jongen M. Timmermans, Breda
(opm: ook loods C. van Leeuwen behoorde tot de slachtoffers, zie NRC 151254)
Goederen volgens manifest:
2000 kelders genever 299 kisten aardewerk
220 vaatjes boter een trommel en een kistje goud- en zilverwerk
79 collis machineriën een kistje kledingstukken
90 kisten koopmanschappen 2 kistjes ingelegde vruchten
6 kisten boeken een kist met 45 flessen Moezelwijn
13 kisten diverse goederen 5 kistjes rolpens
een vat bloembollen 5 kistjes saucijzen
3 kisten schrijfbehoeften, kramerij etc. 2 vaten hammen, rookvlees, etc.
2 kisten katoenen manufacturen 50 kisten en 10 fusten cognac
1 kist verlakt leder 27 pakken drukpapier
11 kisten marmer en spiegels 20 kisten calicots (opm: fijn katoen)
9 kisten geweven gekleurde manufacturen 2 vaatjes zuurkool
156 kistjes kaas 1 vat kroten
4 collis meubelen, passementwerk, etc. 10 oxhoofden wijn
23 kisten glaswerk 250 hammen en 10 stukken vlees
50 mandjes water (opm: mandeflessen) 313 kisten, 30 manden en 108 vaatjes diversen
Bestelgoedeen volgens lijst:
55 Kisten, 4 blikken, 2 tonnen, een vaatje en een pakket aan diverse geadresseerden.
Het is onmogelijk om bekend te zijn met de bijzondere eigendommen der passagiers of hetgeen deze onder hun eigen bestelling aan boord brachten. Heren burgemeesters-strandvonders worden vriendelijk uitgenodigd om aan de ondergetekenden te zenden inventarissen van al hetgeen onder hun beheer mocht worden aangebracht. Door bovenstaande opgaven worden zij in staat gesteld, om zo veel het lijken betreft, op linnengoed enz. de merken na te zien en daardoor tot een herkenning van de ongelukkige personen te komen. Zij worden uitgenodigd tot een snelle opgave daarvan aan de ondergetekenden, opdat de bedroefde nablijvenden daarvan mededeling kan worden gedaan.
Voor zo veel de goederen betreft, zijn heren burgemeesters-strandvonders genodigd en worden ten overvloede opnieuw hiermede verzocht om aan de ondergetekenden toe te zenden alles, wat behoudens inventaris van het geheel, in hun gevoelen te goeder trouw meerdere waarde heeft dan de berglonen en vracht herwaarts kunnen bedragen, opdat alles, hier verenigd, in het belang van allen kan worden behandeld, maar vooral om te zenden ieder voorwerp, wat enigermate het kenteken draagt van te behoren tot passagiers of schepelingen, alzo deze voorwerpen voor de betrekkingen een niet wel te bepalen waarde kunnen hebben. Eigenaren van afgeladen goederen kunnen op de ondergetekenden een autorisatie verlenen om bij zo zo geheel ongewone verspreiding derzelve aller belangen te verenigen.
Rotterdam, 11 december 1854, A. van Hoboken & Zonen
17 december 1854 NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Advertentie. Publieke verkoping à contant te Goedereede op donderdag de 21e december 1854, des voormiddags half twaalf ure, op de kade aldaar, van enige goederen, afkomstig van het verongelukte schip HENDRIA, gezagvoerder P. Amiraal, bestaande in een wrak, masten, planken, stukken zeilen, staand en lopend want, koper, lood, ijzer, enz.

Kroniekberichten

Toon kroniekberichten
Akten

ARCHIEF Nat.Archief-Den Haag archiefnummer Rott.3.03.56.65.334 Foto DVD IV – 081,082 _________________________________________________
Bijlbrief
Naam schip: HENDRIKA

Plaats en datum acte Rotterdam, 28 juli 1836

Soort schip fregat

Bouwwerf / verkoper gebouwd op de eigen werf van de firma A. van Hoboken & Zoonen, genaamd Rotterdams Welvaren, gelegen aan de Hooge Zeedijk even buiten Rotterdam

Gevoerd door kapt. Jacob Admiraal

Eigenaar / aankoper Anthony van Hoboken, voor zijn firma A. van Hoboken & Zoonen, scheepsreders en kooplieden te Rotterdam

Te voeren door kapt.

Groot volgens meetbrief in dato 5 juli 1836: 462 lasten

Tuigage en aantal dekken

Afmetingen lang 41,90 m., breed 7,61 m., hol 6, 17 m.

Kiellegging 16 november 1834

Tewaterlating 28 juni 1836, geheel volbouwd

Plaats en datum van registratie Rotterdam, 28 juli 1836

Nummer van registratie deel 5, folio 158, verso, vak 4.

Notaris Dammes Ledeboer, vrederechter te Rotterdam

Prijs (bij aan-/verkoop vermeld)

Bijzonderheden





Researcher/datum research ML/120407

Naam HENDRIKA
Archiefinstelling Nationaal Archief Den Haag
Jaar 1836
Toegang 3.03.56
Inventaris 65

Bronnen

Jaar: 0000
Bron: NA-Den Haag
Omschrijving: BIJLBRIEF: ARCHIEF Nat.Archief-Den Haag / archiefnummer Rott.3.03.56.65.334