Inloggen
Gezagvoerder

Admiraal, Pieter

Naam: Admiraal, Pieter
Schepen waarop deze gezagvoerder heeft gevaren

Aantal gevonden schepen: 1
Naam Bouwjaar Type Voortstuwing Ship id
HENDRIKA 1836 Fregat Sailing Vessel 10148 Bekijk schip

Overige informatie van deze gezagvoerder:

Familiegegevens en opleiding

Geen

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

P.Admiraal was met vlagnummer R141 in de periode 1839 t/m 1863 lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In het Jaarverslag 1849 van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat dat hij een gratificatie heeft gekregen van f 26,-058.

In het Jaarverslag 1863 van het College staat vermeld dat de “trekkende kapitein” P.Admiraal in 1863 is overleden058.

In het Jaarverslag 1864 van het College staat vermeld dat de weduwe van P.Admiraal in 1864 is overleden.(dit kan ook de weduwe zijn van de kapitein met vlagnummer R95 - zie hiervoor)058.

 

De schepen van de kapitein

In de Jaarverslagen 1849, 1851, 1855, 1858, 1859, 1862 van het College staat kapitein P.Admiraal met vlagnummer R141 als gezagvoerder in de ledenlijsten maar zonder vermelding van schip en reeder058.

 

Bouma025 vermeldt P.Admiraal als gezagvoerder gedurende:

*    1837 t/m 1845 op het 3/m schip “Hendrika”, gebouwd in 1836 te Rotterdam, 860 ton o.m., varend voor A. van Hoboken & Zn te Rotterdam;

*    1853-1854 op het 3/m-schip “Hendrika”, gebouwd op de werf Rotterdamsch Welvaren te Rotterdam onder scheepsbouwmeester B.de Hoog. De kiel werd gelegd op 19 november 1835 en de tewaterlating vond plaats op 28 juni 1836 (Handelsblad 30 juni 1836). Het schip mat 860 ton o.m. De reederij was A.van Hoboken & Co te Rotterdam. Het schip strandde op 04 december 1854 op de Banjaard en verging met man en muis, zijnde 82 personen waaronder 42 passagierszie ook 013 en hierna het Algemeen Handelsblad.

 

In het Archief van de Waterschout op het Stadsarchief van Amsterdam bevinden zich een monsterrol op naam van kapitein Pieter Admiraal  op de:

“Drie Gebroeders”, dd 15 deceember 1835 (staatdeze melding op de goede plaats?)

 

Wat betreft de ramp met de “Hendrika” meldt het Algemeen Handelsblad diverse berichten:

07 december 1854 rubriek Binnenland

“Het driemastschip, waarvan uit Brouwershaven dd. 4 dezer wordt melding gemaakt, als op het Nieuwe Zand aan de grond zittende, wordt ondersteld te zijn het te Rotterdam te huis behorende schip Hendrika, kapt. Admiraal, onlangs naar Java uitgezeild. Men gist zulks uit de botervaatjes, gemerkt AH, die zijn komen aandrijven. Zoo zulks bewaarheid werd, zou het eene ware ramp zijn, daar er buiten de equipage nog circa 40 passagiers aan boord waren, van wier lot men niets met zekerheid weet en het aanspoelen van het lijk van een Heer doet het ergste vermoeden”.

08 december 1852 rubriek Binnenland

“Aangaande het stranden van een driemastschip op het Nieuwe Zand bij Brouwershaven (zie ons vorige No) meldt men nog van Rotterdam dd 6 Dec., dat onder eenig aangespoeld wrakhout ook eene plank is gevonden, waarop staat A.van Hoboken; verder was een groot ledig anker aangebragt, waarop Notier. Het schijnt zich dus te bevestigen, dat dit onheil zal zijn overkomen, aan het te Rotterdam te huis behoorende, en 26 Nov. van Brouwershaven met eene bemanning van 82 personen, waaronder 42 passagiers, vertrokken fregat Hendrika, kapt. P.Admiraal, bestemd naar Batavia.”.

11 december 1854 rubriek Binnenland

“Van Brouwershaven vernemen wij heden de zekere tijding, dat het op den Banjaard gestrande schip werkelijk, zoo als wij zulks vermoedden, het fregatschip Hendrika, kapt. Admiraal, is.

Men schrijft uit Scheveningen van gisteren: Op het strand alhier, en naar men verneemt, vooral te Loosduinen en Wassenaar, zijn gisteren stukken van een verbrijzeld schip aangespoeld. Meer dan waarschijnlijk alles van het schip Hendrika. Ook zijn aangespoeld verscheidene balen met boeken, kisten met confituren, met spiegels, stukken van spiegels en spiegellijsten, vaten, ledige verbrijzelde tonnen. Voorts was daaronder een kistje met brieven, naar men zegt onder berusting van den burgemeester van Wassenaar; en te Scheveningen een kistje toebehoorende aan den Heer Christiaan Bley (een der passagiers van het schip Hendrika), waarin een gesloten paket. Voor zoover men weet, zijn op deze stranden nog geene lijken aangespoeld en ziet men heden middag niets drijvende. De autoriteiten van bovengemelde gemeenten waren met hunnen onderhebbenden gisteren den ganschen dag op strand wakende, maar ondanks alle surveillance vreest men, dat er eenige ontvreemding, overmijdelijk bij zoodanige ramp, hebben plaats gehad.

Door den loodsschipper Burg, van de boot No 3, eergisteren te Brouwershaven aangekomen, is voor het Brouwershavensche zeegat drijvende gezien, het achterste gedeelte van een schip met daaraan behoorende tuigage, waarop van achteren op den spiegel stond: A.v.H.”.

12 december 1854 rubriek Binnenland

“Wij vernemen, dat de ekwipage van de Hendrika, behalve den kapt. P.Admiraal, de stuurlieden D.G.Visser, H.D.Reygers en A.J.van Staveren, benevens den doctor H.F.van Zon, bestond uit 29 personen. Onder de passagiers, die aan boord waren, noemt men Mevr. Bergmans met drie kinderen, alsmede de Heeren de Rouville van Gessel, Koevoet, van Deun, Bol, enz.”.

 

J.P.Veldhoven. Onderzoek naar het geslacht Olive; Het fregatschip “Hendrika”. Alphen aan de Rijn, 2004, 98 pp.

Het fregat verging in 1854 voor de kust van Schouwen. Aan boord bevonden zich leden van de familie Olive op terugreis naar Indië.

Vermeld in Genealogie, jaargang 11, nr. 1, 2005. p.26.

 

Overige bijzonderheden

P.Admiraal verzorgde per 06 augustus 1837 vanuit Hellevoetsluis met de “Hendrika” een troepentransport van 4 officieren en 40 manschappen. In St.Georg d’Elmina werden 151 Afrikaanse recruten aan boord genomen, waarvan er 2 onderweg overleden. Hij arriveerde te Batavia op 03 december 1837 na 119 dagen

Op 15 november 1852 vertrok hij met de “Hendrika” uit Brouwershaven met 4 officieren aan boord. Aankomstdatum en reisduur zijn niet vermeld.

Op 26 november 1854” vertrok hij wederom vanuit Brouwershaven met de “Hendrika” en ook hier zijn geen gegevens omtrent de aankomst in Batavia vermeld065