Familiegegevens en opleiding

H.G.Mulder werd geboren te Rotterdam en woonde ook in 1892, toen hij het bevel kreeg over de “Adriana”, nog in Rotterdam.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

H.G. Mulder was met vlagnummer R4 in de periode 1892 t/m 1894 lid voor de vlag van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart. Dit betekende dat hij wèl de Maatschappijvlag mocht voeren, maar geen recht had op financële tegemoetkomingen⁰⁵⁸.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In het Jaarverslag 1894 van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat hij in 1894 voor het vlaggelidmaatschap heeft bedankt

 

De schepen van de kapitein

In de beschikbare Jaarverslagen van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat hij met vlagnummer R4 vermeld als gezagvoerder:

*    in 1892 op het fregat “Adriana” 1740 netto-ton, varend voor J.U.Smit te Alblasserdam;

*    in 1893 geen schip vermeld.

 

H.G.Mulder was in 1892 de eerste gezagvoerder van het stalen fregat "Adriana", groot 1740, gebouwd op de werf van Jan Smit Corneliszoon te Alblasserdam voor J.N.Smit te Alblasserdam^026(39/285).

 

Kapitein H.J.Mulder (vrij zeker moet dit zijn H.G.Mulder) was van 1892-1893 gezagvoerder op het stalen fregat “Adriana”, in 1892 gebouwd bij J.Smit C^z te Alblasserdam, 1809 b.r.t.. De reder was J.U.Smit te Alblasserdam⁰⁵².

 

Bouma⁰²⁵ vermeldt H.G.Mulder als gezagvoerder gedurende:

*    1885 t/m 1890 van het 3/mschip “Gebroeders Smit”, gebouwd in 1875 te Alblasserdam, 1534 ton o.m., varend voor J.Smit C^z  te Alblasserdam. Het schip werd te Caldera afgekeurd;

*    1892 t/m 1895 van het stalen 3/m schip “Adriana”, gebouwd in 1892 te Alblasserdam, 1750 ton n.m., varend voor J.U.Smit te Alblasserdam.

 

Overige bijzonderheden

Uit: “Het Fregatschip Adriana 1891-1908” door A.Belder & T.F.J.Pronker. Uitg. De Stroombaan Papendrecht 2002

P.13

Kapitein H.G.Mulder was de eerste gezagvoerder van het stalen fragat “Adriana”. Daarvoor was hij kapitein geweest op het fregat “Gebroeders Smit”. “Dat schip had, na een reeds slechte uitreis om Kaap Hoorn te Iquique een lading chilisalpeter ingenomen naar Falmouth “for orders”; nog maar kort op de thuisreis moest zij lekkend en zwaar werkend naar Caldera in Chili terugkeren en werd daar in 1890 afgekeurd en geabandoneerd. Kapt. Mulder zou de Adriana slechts haar eerste rondreis naar Nederlands-Indië voeren.”

p.14-15

Beschrijving van de reis onder kapitein Mulder naar NOI. het schip vertrok op 09 mei 1892 met ca. 2.700 ton kolen van Cardiff. Het bereikte, via Straat Lombok, op 03 september 1892 te rede van Ambon, na een niet bijster snelle reis van 117 dagen. Ook op de rede van Makassar werden kolen gelost en daarna te Bandjermassin.

Voor de thuisreis werd (stroop)suiker geladen te Passaroean, het zeilde op 19 maart 1893 langs Anjer  en ankerde omstreeks 22 maart te Tegal aan de Javaanse zuidkust. Op 10 mei 1893 voer het de Indische Oceaan op en passeerde ca 27 augustus St.Helena. Het arriveerde op 01 oktober te Greenock om de suiker te lossen. Hier werd het commando overgenomen door kapitein G.Bruijn. “Waarom Kapt. MulderI vervangen werd is niet bekend; hij heeft na deze reis op de Adriana ook niet meer het gezag op een schip gevoerd.”

 

In “Reizen rond Kaap Hoorn onder Nederlandse vlag. Overzicht vanaf de ontdekking in 1616 tot het einde van de Nederlandse grote zeilvaart in 1911”. door H.Hazelhoff Roelfzema. Uitgave Stichting Nederlandse Kaap Hoorn-vaarder, 2010, 88 pp plus Bijlage met een Chronologisch Register van Reizen van 1616 tot 1911.¹²¹

p.76-77 Samenstelling vloot verandert 1880-1890. Gebroeders Smit, Willem Christiaan e.a.

De “Gebroeders Smit” onder kapitein H.G.Mulder vertrok op 08 juni 1889 uit Boston met cokes en koopmansgoederen voor Valparaiso en Talcahuano. In het boek “De oude werf – van Cornelis Smit tot Cornelis Verolme 1812-2005”, door B.Belder wordt een verslag van deze reis gegeven, die gedeeltelijk door Hazelhoff Roelfsema wordt overgenomen. Ik neem daaruit weer een selectie over.

Hert schip bevond zich op 24 augustus 1889 tussen Patagonië en de Falkland-eilanden. Het was zwaar weer. Op 31 augustus werd Diego Ramirez gepasseerd en de volgende drie weken waren met slecht weer. Er werd schade opgelopen. Op 30 september werd geankerd op de rede van Talcahuano en na 114 etmalen op zee werd het schip naar binnen gesleept. Na gedeeltelijke lossing werd de 24^ste vertrokken naar Valparaiso. Vandaar naar Iquique om salpeter te laden en daarna naar Falmouth for orders. Maar door zwaar werd geprobeerd Valparaiso aan  te doen. Dat lukte niet door zware lekkage en op 6 februari werd geankerd op de rede van Caldera. Daar moest de lading worden overgeladen op de Engelse bark “Glenafton”. De schade aan de “Gebroeders Smit” was zo ernstig dat het wel werd gerepareerd maar lokaal als “Atacama” in de vaart werd gebracht.