Inloggen
Gezagvoerder

Matzen, Pieter Simon

Naam: Matzen, Pieter Simon
Schepen waarop deze gezagvoerder heeft gevaren

Aantal gevonden schepen: 3
Naam Bouwjaar Type Voortstuwing Ship id
CAROLINA en JOHANNA 1828 Brik Sailing Vessel 10497 Bekijk schip
HESPERUS 0 Brik Sailing Vessel 12516 Bekijk schip
PRINSES SOPHIA 1842 Fregat Sailing Vessel 13547 Bekijk schip

Overige informatie van deze gezagvoerder:

Familiegegevens

Pieter Simon Matzen werd geboren te Amsterdam op 25 oktober 1798.

Hij huwde met Marijtje Vos, geboren te Medemblik op 24 juni 1805. Het echtpaar had een dochter, geboren op 04 januari 1826. Marijtje overleed op 13 april 1880.

Pieter overleed in 1864. Bij zijn overlijden werd als woonplaats Amsterdam opgegeven.003 en 118

 

In het Bevolkingsregister 1851-1853 (-64) van Amsterdam staat Pieter Simon Matzen, geboren 25 oktober 1798 te Amsterdam, gehuwd en Evangelisch Luthers, wonend aan de Binnenkant 51 te Amsterdam.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

P.S.Matzen werd met vlagnummer 110 effectief lid van Zeemanshoop per 15 maart 1825 op voordracht van T.K.Kleyn. Zijn schip was de Carolina Johanna. Deze naam is doorgestreept en vervangen door "Prinses Sophia". Toegevoegd is "overleden"002.

In de notulen van de Algemene Ledenvergadering van Zeemanshoop van 08/15 maart 1825 wordt gemeld dat Pieter Simon Matzen, oud 27, afkomstig uit Medemblik en met als adres F.P.Matzen op de Nieuwezijds Achterburgwal bij de Stilsteeg nr.63 te Amsterdam, is voorgedragen/benoemd als effectief lid. Zijn vlagnummer werd nr.110023.

 

Pieter Simon was effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege “Zeemanshoop” van 1825 t/m 1863 met de vlagnummers 110 (t/m 1836), 64 (t/m 1854) en 21 (vanaf 1854)

 

Hij werd deelnemer in het Weldaddig Zeemans Fonds van Zeemanshoop per 05 december 1826003.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In de notulen van de Bestuursvergadering dd 24 november  1825 wordt melding gemaakt van het vertrek van kapitein P.S.Matzen naar Dememarij.042

In de notulen van de Bestuursvergadering dd 29 juni 1826 wordt een brief vermeld van P.S.Matzen, waarin hij meldt dat hij 27 nieuwe buitenlandse honoraire leden heeft gewonnen. Het Bestuur vermeldt hierbij dat er machtiging tot aanwinning van buitenlandse honoraire leden in de “koloniën Suriname, Demerarij, Curacao & Batavia” is verstrekt aan Th.Pietersz, J.J.Bart, P.S.Matzen en L.F.Heyde.042

In de notulen van de Bestuursvergadering van 26 november 1857 wordt aan kapitein P.Matzen een maand gage toegekend wegens schipbreuk.042.

In de notulen van de Bestuursvergadering dd 30 juni 1859 verzoekt kapitein P.S.Matzen om een uitkering. Het Bestuur doet eerst een onderzoek naar de financiële toestand van de aanvrager, maar in de vergadering dd 28 juli 1859 gaat het accoord met een uitkering ingaande 01 augustus 1859 voor een periode van 12 maanden. In de vergadering dd 29 november 1860 doet P.S.Matzen wederom een verzoek om onderstand maar “Naar uiterlijke omstandigheden niet behoeftig zijnde, gewezen van de hand.” In de vergadering dd 27 augustus 1863 herhaalt hij zijn verzoek. In de vergadering dd 29 oktober 1863 gaat het Bestuur accoord met een uitkering ingaande 01 november 1863.042.

In de notulen dd 28 januari 1864 vraagt de wed. P.S.Matzen geb. Vos om de regelementaire uitkering, die haar in de vergadering dd 03 maart 1864 wordt toegekend ingaande 01 februari 1864. De aanvrage voor de kinderen echter wordt afgewezen.042.

In de notulen van de Bestuursvergadering dd 04 augustus 1864 vraagt de wed. P.S.Matzen geb. Vos om onderstand voor haar dochter. Het Bestuur wijst dit af.042.

 

In de notulen van de Algemene Vergadering dd 15 december 1857 wordt gemeld dat aan kapitein P.S.Matzen een maand gage is toegekend vanwege schipbreuk.023.

In de notulen van de Algemene Vergadering dd 23 augustus 1859 staat vermeld dat aan kapitein P.S.Matzen een uitkering voor 12 maanden is toegekend. In de notulen van 04 december 1860 doet hij een verzoek tot continuering, maar dit wordt afgewezen. Per 10 november 1863 wordt een uitkering toegestaan, maar zonder nadere condities023.

In de notulen van de Algemene Vergadering dd 29 maart 1864 wordt met ingang van 01 februari 1864 een uitkering in de 1e klasse toegekend aan de wed. P.S.Matzen geb Vos. De kinderen komen niet voor een uitkering in aanmerking zijnde “boven de jaren”. In de notulen staat een verzoek door de wed. P.S.Matzen geb. Vos om ondersteuning voor haar dochter, welke echter wordt afgewezen.023.

 

De schepen van de kapitein

Vermeld in de Amsterdamsche Almanak voor Koophandel en Zeevaart001:

vlagnummer                   jaren           type                  scheepsnaam                               naam reder/boekhouder

       110                            1825           brik                   Hesperus                                      J.Portielje Az

                                     1826-1828     brik                   Hesperus                                      P.Portielje Az

                                      1829-1835     brik                   Carolina en Johanna                  idem

        64                         1836-1837     brik                   Carolina en Johanna                  idem

                                      1838-1840     fregat               Minerva                                       C.Frijmersum & Zn

                                      1841-1853     fregat               Prinses Sophia                            idem

         21                        1854-1855     fregat               Prinses Sophia                            idem

                                          1856           fregat               Prinses Sophia                            W.Kaars Sijpestein te Krommenie

                                      1857-1863     geen vermelding van schip en boekhouder

 

Vermeld in Bouma025:

*    1826 t/m 1830 op de brik “Hesperus”, gebouwd in 1797, bouwplaats niet genoemd, 203 ton o.m., varend voor Molkeboer & Portielje te Amsterdam;

*    1830 t/m 1838 op de brik “Carolina & Johanna”, gebouwd in 1828 te Amsterdam, 236 ton o.m., varend voor P.Portielje Az te Amsterdam. In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop op 24 juni 1828 wordt melding gemaakt van het “aflopen” van de brik Carolina Johanna;

*    1839 t/m 1840 van het 3/m schip “Minerva”, gebouwd in 1829 te Amsterdam, 450 ton o.m., varend voor C.Frijmersum & Zn te Amsterdam;

*    1842 t/m 1857 op het 3/m schip “Prinses Sophia”, gebouwd in 1842 te Amsterdam, 795 ton o.m., varend voor H.Gullen & J.Muntendam te Amsterdam. Het schip verongelukte in 1857 bij Diamond Island.

 

Het Archief van de Waterschout te Amsterdam011a bevat monsterrollen met Pieter Simon Matzen als kapitein en wel:

01 april 1825 Hesperus 17 november 1825, 24 maart 1827, 07 maart 1828, 02 december 1828 Carolina & Johanna 16 november 1829, 05 november 1830, 06 december 1831, 18 oktober 1832, 26 april 1834, 31 december 1835, 07 oktober 1836, 21 september 1837, 04 september 1838 Minerva.

Ingezien de volgende monsterrollen

01 april 1825, Hesperus, bestemming Essequibo en Demerarij, boekhouder Molkenboer & Portilles, stuurman Jan Jelles Stada van Terschelling

17 november 1825, bestemming Essequibo en Demerarij, boekhouder Molkenboer & Portillen

 

Overige bijzonderheden

Nicolaas Rademaker werd per 29 maart 1827 vanuit de Kweekschool voor de Zeevaart te Amsterdam als matroos geplaatst op de “Hesperus” onder gezag van kapitein Matzen voor een reis naar Suriname. Hij keerde op school terug op 30 oktober 1827004-532/1507.

 

P.S.Matzen vervoerde per 27 mei 1845 vanuit Nieuwediep met de “Prinses Sophia” 4 landmachtsoldaten naar Batavia waar het schip op 16 september 1845 arriveerde na 112 dagen065.