Familiegegevens en opleiding
Geen
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt T.C.Schenkuizen als gezagvoerder gedurende:
- * 1817 t/m 1819 van de brik “Hesperus”, gebouwd in 1797, bouwlocatie niet vermeld, 203 ton o.m., varend voor Molkenboer & Portielje, thuishaven niet genoemd.
Het Amsterdamse Archief van de Waterschout11a bevat monsterrollen op naam van kapitein Thomas Cornelis Schenkhuizen op de:
“Hesperus”, dd 07 oktober 1817; 12 juni 1818; 12 januari 1819 en 21 oktober 1819.
Overige bijzonderheden
Rotterdamsche Courant 10 november 1818114
Amsterdam, 8 november. Het schip HESPERUS, kapt. J.C. Schenkhuizen, den 4 november in Texel van Demerarij binnengekomen, is den 14 september van daar vertrokken, en heeft in ruim tien maanden twee reizen naar Demerarij en terug volbragt; zijnde den 20 december laatstleden uit Veere, alwaar het binnengelopen was, naar zee gezeild.
Familiegegevens
Geen
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt F.P.Madsen als gezagvoerder gedurende:
* 1821 t/m 1825 van de brik “Hesperus”, gebouwd in 1797, bouwlocatie niet vermeld, 203 ton o.m., varend voor Molkenboer & Portielje, thuishaven niet genoemd.
Het Archief van de Waterschout te Amsterdam011a vermeldt Frederik Pieter Matzen als gezagvoerder van de:
“Philadelphia”, , dd. 11 augustus 1802
“Hesperus”, dd 23 maart 1821, 14 november 1821, 14 november 1822 en 25 maart 1824
Amsterdamsche Courant dd 10 december 1822:
“Van de Reede wordt vermist het Schip Hesperus, kapitein P.F (sic) Madsen van Amsterdam naar Demerarij. (volgens brief te Amsterdam ontvangen, is hetzelve Schip, van Enkhuizen, met gekapte mast liggende).”
Volgens raport van Texel is, in de Eijerlandsche gronden, aangekomen, het Wrak van het Schip vijf Gebroeders, kaptein R.Maalsteed, kapitein en volk bevonden zich nog aan boord en zijn gered.”
Overige bijzonderheden
Rotterdamsche Courant 16 augustus 1821114
Rotterdam, 15 augustus. Van Middelburg wordt van den 12 dezer gemeld: heden is alhier gearriveerd het fregatschip DE ZEEUW, L. Wouterse, van Surinamen, in 37 dagen. Gemelde kapitein rapporteert dat op den 2 juli aldaar was gearriveerd Zr.Ms. brik van oorlog DE ZWALUW, kapt.luit. J.J. de Jonge, komende van de Beneden- en Bovenwinds-Eilanden in de Caraïbische Zee; schip en equipagie waren in goede staat. Voorts, dat het brikschip ROTTERDAM, kapt. Rijnbende, gereed was om te vertrekken, en dat in de Kolonie op de gemelde 2 juli was overleden de boekhouder-generaal Beugel. Door gemelde kapitein is den 20 juli, op 39º50’ N.B. 57º W.L. in goede staat gepraaid het brikschip HESPERUS, van Demerarij naar Amsterdam.
Rotterdamsche Courant 29 januari 1822114
Amsterdam, 27 januari. Volgens brief van kapt. F.P. Matzen, voerende het schip HESPERUS, van Amsterdam naar Demerarij, in dato 13 januari, was hij toen voor Goudstaart (opm: Start Point) in goede staat zeilende; aan boord was alles wel.
Familiegegevens
Pieter Simon Matzen werd geboren te Amsterdam op 25 oktober 1798.
Hij huwde met Marijtje Vos, geboren te Medemblik op 24 juni 1805. Het echtpaar had een dochter, geboren op 04 januari 1826. Marijtje overleed op 13 april 1880.
Pieter overleed in 1864. Bij zijn overlijden werd als woonplaats Amsterdam opgegeven.003 en 118
In het Bevolkingsregister 1851-1853 (-64) van Amsterdam staat Pieter Simon Matzen, geboren 25 oktober 1798 te Amsterdam, gehuwd en Evangelisch Luthers, wonend aan de Binnenkant 51 te Amsterdam.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
P.S.Matzen werd met vlagnummer 110 effectief lid van Zeemanshoop per 15 maart 1825 op voordracht van T.K.Kleyn. Zijn schip was de Carolina Johanna. Deze naam is doorgestreept en vervangen door "Prinses Sophia". Toegevoegd is "overleden"002.
In de notulen van de Algemene Ledenvergadering van Zeemanshoop van 08/15 maart 1825 wordt gemeld dat Pieter Simon Matzen, oud 27, afkomstig uit Medemblik en met als adres F.P.Matzen op de Nieuwezijds Achterburgwal bij de Stilsteeg nr.63 te Amsterdam, is voorgedragen/benoemd als effectief lid. Zijn vlagnummer werd nr.110023.
Pieter Simon was effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege “Zeemanshoop” van 1825 t/m 1863 met de vlagnummers 110 (t/m 1836), 64 (t/m 1854) en 21 (vanaf 1854)
Hij werd deelnemer in het Weldaddig Zeemans Fonds van Zeemanshoop per 05 december 1826003.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering dd 24 november 1825 wordt melding gemaakt van het vertrek van kapitein P.S.Matzen naar Dememarij.042
In de notulen van de Bestuursvergadering dd 29 juni 1826 wordt een brief vermeld van P.S.Matzen, waarin hij meldt dat hij 27 nieuwe buitenlandse honoraire leden heeft gewonnen. Het Bestuur vermeldt hierbij dat er machtiging tot aanwinning van buitenlandse honoraire leden in de “koloniën Suriname, Demerarij, Curacao & Batavia” is verstrekt aan Th.Pietersz, J.J.Bart, P.S.Matzen en L.F.Heyde.042
In de notulen van de Bestuursvergadering van 26 november 1857 wordt aan kapitein P.Matzen een maand gage toegekend wegens schipbreuk.042.
In de notulen van de Bestuursvergadering dd 30 juni 1859 verzoekt kapitein P.S.Matzen om een uitkering. Het Bestuur doet eerst een onderzoek naar de financiële toestand van de aanvrager, maar in de vergadering dd 28 juli 1859 gaat het accoord met een uitkering ingaande 01 augustus 1859 voor een periode van 12 maanden. In de vergadering dd 29 november 1860 doet P.S.Matzen wederom een verzoek om onderstand maar “Naar uiterlijke omstandigheden niet behoeftig zijnde, gewezen van de hand.” In de vergadering dd 27 augustus 1863 herhaalt hij zijn verzoek. In de vergadering dd 29 oktober 1863 gaat het Bestuur accoord met een uitkering ingaande 01 november 1863.042.
In de notulen dd 28 januari 1864 vraagt de wed. P.S.Matzen geb. Vos om de regelementaire uitkering, die haar in de vergadering dd 03 maart 1864 wordt toegekend ingaande 01 februari 1864. De aanvrage voor de kinderen echter wordt afgewezen.042.
In de notulen van de Bestuursvergadering dd 04 augustus 1864 vraagt de wed. P.S.Matzen geb. Vos om onderstand voor haar dochter. Het Bestuur wijst dit af.042.
In de notulen van de Algemene Vergadering dd 15 december 1857 wordt gemeld dat aan kapitein P.S.Matzen een maand gage is toegekend vanwege schipbreuk.023.
In de notulen van de Algemene Vergadering dd 23 augustus 1859 staat vermeld dat aan kapitein P.S.Matzen een uitkering voor 12 maanden is toegekend. In de notulen van 04 december 1860 doet hij een verzoek tot continuering, maar dit wordt afgewezen. Per 10 november 1863 wordt een uitkering toegestaan, maar zonder nadere condities023.
In de notulen van de Algemene Vergadering dd 29 maart 1864 wordt met ingang van 01 februari 1864 een uitkering in de 1e klasse toegekend aan de wed. P.S.Matzen geb Vos. De kinderen komen niet voor een uitkering in aanmerking zijnde “boven de jaren”. In de notulen staat een verzoek door de wed. P.S.Matzen geb. Vos om ondersteuning voor haar dochter, welke echter wordt afgewezen.023.
De schepen van de kapitein
Vermeld in de Amsterdamsche Almanak voor Koophandel en Zeevaart001:
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
110 1825 brik Hesperus J.Portielje Az
1826-1828 brik Hesperus P.Portielje Az
1829-1835 brik Carolina en Johanna idem
64 1836-1837 brik Carolina en Johanna idem
1838-1840 fregat Minerva C.Frijmersum & Zn
1841-1853 fregat Prinses Sophia idem
21 1854-1855 fregat Prinses Sophia idem
1856 fregat Prinses Sophia W.Kaars Sijpestein te Krommenie
1857-1863 geen vermelding van schip en boekhouder
Vermeld in Bouma025:
* 1826 t/m 1830 op de brik “Hesperus”, gebouwd in 1797, bouwplaats niet genoemd, 203 ton o.m., varend voor Molkeboer & Portielje te Amsterdam;
* 1830 t/m 1838 op de brik “Carolina & Johanna”, gebouwd in 1828 te Amsterdam, 236 ton o.m., varend voor P.Portielje Az te Amsterdam. In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop op 24 juni 1828 wordt melding gemaakt van het “aflopen” van de brik Carolina Johanna;
* 1839 t/m 1840 van het 3/m schip “Minerva”, gebouwd in 1829 te Amsterdam, 450 ton o.m., varend voor C.Frijmersum & Zn te Amsterdam;
* 1842 t/m 1857 op het 3/m schip “Prinses Sophia”, gebouwd in 1842 te Amsterdam, 795 ton o.m., varend voor H.Gullen & J.Muntendam te Amsterdam. Het schip verongelukte in 1857 bij Diamond Island.
Het Archief van de Waterschout te Amsterdam011a bevat monsterrollen met Pieter Simon Matzen als kapitein en wel:
01 april 1825 Hesperus 17 november 1825, 24 maart 1827, 07 maart 1828, 02 december 1828 Carolina & Johanna 16 november 1829, 05 november 1830, 06 december 1831, 18 oktober 1832, 26 april 1834, 31 december 1835, 07 oktober 1836, 21 september 1837, 04 september 1838 Minerva.
Ingezien de volgende monsterrollen
01 april 1825, Hesperus, bestemming Essequibo en Demerarij, boekhouder Molkenboer & Portilles, stuurman Jan Jelles Stada van Terschelling
17 november 1825, bestemming Essequibo en Demerarij, boekhouder Molkenboer & Portillen
Overige bijzonderheden
Nicolaas Rademaker werd per 29 maart 1827 vanuit de Kweekschool voor de Zeevaart te Amsterdam als matroos geplaatst op de “Hesperus” onder gezag van kapitein Matzen voor een reis naar Suriname. Hij keerde op school terug op 30 oktober 1827004-532/1507.
P.S.Matzen vervoerde per 27 mei 1845 vanuit Nieuwediep met de “Prinses Sophia” 4 landmachtsoldaten naar Batavia waar het schip op 16 september 1845 arriveerde na 112 dagen065.
Familiegegevens en opleiding
Jacob Oelsen werd geboren te Kopenhagen op 08 mei 1765.
Hij huwde met Lolina Rimts, geboren te Schiermonnikoog op 13 april 1777 en overleden op 26 september 1814 (dus in het kraambed). Het echtpaar had 2 kinderen: dochter op 15 oktober 1812; dochter op 25 september 1814.
Jaccpb overleed in 1835.003
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
J.Oelsen werd met vlagnummer 098 effectief lid van Zeemanshoop per 25 januari 1825 op voorspraak van L.H.Schneider. Geen schip vermeld. Toegevoegd is “overleden”002.
In de notulen van de Algemene Ledenvergadering van Zeemanshoop van 18/25 januari 1825 werd Jb.Oelsen voorgedragen/benoemd als effectief lid. Hij was toen 59 jaar, “wonende aan boord of Schiermonnikoog” met als adres aan boord aan de werf de Oranjeboom op het Bikkerseiland te Amsterdam, werd voorgedragen door kapitein L.H.Schneider en kreeg vlagnummer 98023.
Hij werd deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop per 28 januari 1826003.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 25 mei 1826 doet kapitein J.Oelsen het voorstel “om bij wijze van wet of als verzoek, de Heeren Honoraire Leden, Reeders of boekhouders van Scheepen te verpligten of uittenodigen bij aanstelling van Kapiteins op hunnen scheepen de voorkeur te geven aan Effectieve Leden buiten activiteit.” Het Bestuur gaat niet mee in dit voorstel, maar bedankt kapitein Oelsen “voor zijne in deze weder betoonde goedegezindheid tot bloei & luister van het Kollegie.”042.
In de notulen van de Bestuursvergadering dd 27 juli 1826 staat een verzoek van kapitein J.Oelsen om zijn effectief lidmaatschap te mogen behouden “indien hij als Carga naar Havana onder Deensche vlag mogt vertrekken. Het Bestuur geeft toestemming als hij zijn verschuldigde contributie maar betaald. Hij mag echter niet als kapitein of in een andere scheepsbetrekking gaan varen.042.
In de notulen van de Bestuursvergadering dd 29 oktober 1829 staat een verzoek om onderstand van J.Oelsen vanwege “zijne zorgelijke toestand”.042.
In de notulen van de Bestuursvergadering dd 26 november 1829 werd door het Bestuur een onderstand van f 32,- per maand toegekend aan kapitein J.Oelsen. In de notulen van 28 januari 1830 staat een brief van kapitein J.Oelsen “van zijne herstelling kennis gevende doch wegens gebrek aan plaatsing nog eenige voortdurende onderstand verzoekende.” Hem wordt voor nog eens 3 maanden een ondersteuning van f 32, per maand toegekend. In de notulen dd 03 mei 1830 verzoekt J.Oelsen om continuering van onderstand “waarbij hij tevens de wensch voegt dat alleen bij het Bestuur blijve” (kennelijk wil hij geen algemene ruchtbaarheid via mededeling in de Algemene Vergadering van Zeemanshoop.) Het Bestuur geeft hem nog een maand extra. In de notulen dd 27 mei 1830 staat een brief van kapitein J.Oelsen “waarin hij te kennen geeft dat hij nog zeer verlangt de hem toegelegde gelden te ontvangen.”. In de notulen dd 29 juli 1830 vraagt kapitein Oelsen of hij de verschuldigde contributie mag uitstellen tot nà zijn reis, hetgeen door het Bestuur wordt toegestaan.042.
In de notulen van de Bestuursvergadering dd 17 mei 1832 is sprake van: “Twee brieven van kapitein Jacob Oelsen 5 & 10 Mei wegens onaangenaamheden met kapitn C.Brandligt over het niet hijsen van de vlag op zijn schip.”042.
In de notulen van de Bestuursvergadering dd 26 februari 1835 staat een aanvrage van kapitein J.Oelsen om onderstand. In de notulen dd 26 maart 1835 “wordt aan Kapt. Oelsen … regt toegestaan in de 1e Klasse en daar en boven uit hoofde zijner omstandigheden aan Kapt Oelsen, eene Gratificatie van f 50,- toegestaan. 042.
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 30 juni 1836 staat een lijst van kapiteins die zijn overleden of die hebben bedankt voor het lidmaatschap. Jaartallen van overlijden of bedanken zijn niet vermeld. Overleden is J.Oelsen042.
De schepen van de kapitein
lid van het college Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
98 1825 schoner De Vier Gebroeders L.Frerichsen
1826-1829 geen vermelding van schip en boekhouder
1830-1831 brik Hesperus geen opgave
1832-1833 brik Hesperus C.L.Engelberts
1834-1835 geen vermelding van schip en boekhouder
Bouma025 vermeldt J.Oelsen als gezagvoerder gedurende:
* 1815 t/m 1816 van de smak “Vrouw Lollina”, gebouwd in 1802, bouwplaats niet vermeld, 84 ton o.m., geen vermelding van thuishaven en eigenaar;
* 1826 van de 2/msch “Vier Gebroeders”, gebouwd in 1814, bouwplaats niet vermeld, 120 ton o.m., varend voor L.Frerichsen, geen thuishaven genoemd;
* 1831 t/m 1834 van de brik “Hesperus”, gebouwd in 1815, bouwlocatie niet vermeld, 100 ton o.m., varend voor C.L.Engelberts te Amsterdam.
Het Archief van de Amsterdamse Waterschout11a bevat monsterrollen op naam van kapitein Jacob Oelsson op de:
“Vrouw Lollina”, dd 10 maart 1802; 05 april 1804 (Oldenburger vlag); 22 juli 1805 (Oldenburger vlag); 16 juli 1806 (Oldenburger vlag); 13 juli 1807 (Oldenburger vlag); 30 juni 1809 (Oldenburger vlag); 30 juni 1814; 31 mei 1815 en 13 september 1815;
“Ecoenomie”, dd 16 juni 1818;
“Vier Gebroeders”, dd 21 juli 1820; 08 juni 1821; 01 mei 1822; 27 mei 1823; 25 juni 1824 en 01 juni 1825;
“Hesperus”, dd 06 juli 1830; 03 juni 1831 en 21 juli 1832.
Krantenberichten
Rotterdamsche Courant 13 oktober 1818114
Amsterdam, 11 oktober. Kaptein W. Ward, den 25 augustus van Rotterdam te Boston (opm: Mass.) gearriveerd, heeft den 29 juli, op 46 en 1 halve graad breedte, 19 en 1 halve graad lengte, gepraaid de brik HESPER, kaptein J. Stevens Junior, hebbende 16 dagen reis, van Amsterdam naar Newburyport (opm: Mass.), en den 30 dito op 47 gr. breedte, 22 gr. lengte, het Hollands schip OECONOMIE, kaptein J. Oelsen, met passagiers, van Amsterdam naar Philadelphia.
Rotterdamsche Courant 02 maart 1820114
Advertentie. J. Tentije, J. van Ouwerkerk de Vries, J.E. Lublink en A. van der Sluijs, makelaars, zullen, op maandag den 13 maart 1820, des avonds te 6 uren, te Amsterdam, in het Nieuwezijds Heeren-Logement, op de Haarlemmerdijk, verkopen: een extraordinair welbezeild Pinkschip, genaamd OECONOMIE, gevoerd door kapt. J. Oelsen, lang 101 en 1 half voet, wijd 27 voet, hol 10 voet, het verdek hoog 6 voet, alles Amsterdamse maat; breder bij de inventaris. Zijnde dit schip inmiddels uit de hand te koop. Berigt bij de makelaars.
Rotterdamsche Courant 28 september 1820114
Amsterdam, 26 september. Een Hollandse schooner, genaamd de VIER GEBROEDERS, van Amsterdam naar Havana (denkelijk kapt. J. Oelsen, den 11 augustus uit Texel gezeild), voerende een seinvlag met L.F, is den 3 september, op 43 gr N.B. en 14 gr W.L. in goede staat gepraaid door kapt. N. Bang, voerende het schip LIJKKENSPROVE, van Messina, den 19 dito in Texel binnen.
Rotterdamsche Courant 05 februari 1822114
Amsterdam, 3 februari. Kapt. J. Oelsen, van Havana te Amsterdam gearriveerd, heeft den 18 januari in de Hoofden (opm: Nauw van Calais) in goede staat zien zeilen, doch niet kunnen praaien, een driemastschip, naar het hem toescheen de VRIJHEID, kapt. R.T. Rinses, van Amsterdam naar Surinamen.
Datum vanaf: |
1830 |
Kapitein: |
Oelsen, Jacob |
Overige informatie: |
1830-07-06 |
OOK SCHAKEL
Familiegegevens en opleiding
Peter Schackel werd geboren te Fehmern op 08 juli 1788.
Hij trouwde met Anna Maregreta Opperman, geboren te Amsterdam op 09 september 1787. Na het overlijden van Peter hertrouwde zij in maart 1848.118
Hij overleed in 1840.003
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
P.Schackel werd met vlagnummer 131 per 30 augustus 1825 effectief lid van Zeemanshoop op voordracht van kapitein B.J.Smeengh. Als zijn schip wordt genoemd de “Hesperus”. Toegevoegd is “overleden”002.
In de Algemene Ledenvergadering van Zeemanshoop van 23/30 augustus 1825 werd voorgedragen/benoemd tot effectief lid Peter Schackel, oud 36 jaar, wonende te Nieuwendam met als adres C.F.Jansen te Amsterdam. Hij werd voorgedragen door B.J.Smeengh en kreeg vlagnummer 131023.
Hij werd deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds per 20 november 1826.003
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 26 oktober 1826 staat het bericht van mej. A.M.Opperman “bevorens weduwe D.C.Martens”, die bericht dat zij in het huwelijk is getreden met kapitein P.Schackel en dus bedankt voor de uitkering.042.
In de notulen van de Bestuursvergadering dd 28 november 1833 staat een “Brief van kapitein P.Schackel inhoudende een voorstel aan J.W.Stevenson te St.Thomas als redder van hem en zijn Equipage van zijn verongelukt schip de Snelheid een bewijs van erkentelijkheid vanwege het College Zeemanshoop aan te bieden wordt besloten aan derzelven een zilveren Sigarenkoker met eene inscriptie aan te bieden … “. Het Bestuur besluit dienovereenkomstig en in de vergadering dd 02 januari 1834 wordt de koker met inscriptie ter bezichtiging getoond.042.
In een brief uit de collectie ingekomen stukken voor de Bestuursvergadering (Stadsarchief Amsterdam, 491-052, nr. 660) meldt kapitein P.Schackel “hebbende gevoerd het schip de Snelheid … berichtende dat hij & zijn equipage op den 16 Aug. j.l. te St Thomé door J.W.Stevenson is gered, die gewijgerd heeft eene geldelijke beloning aan te nemen”. Het Bestuur besloot hem met “eene zilveren sigarenkoker te vereeren.”
In de notulen van de Bestuursvergadering dd 30 juli 1840 vraagt A.M.Opperman, de weduwe van kapitein P.Schackel om een uitkering. In de notulen dd 24 september 1840 wordt haar die uitkering toegekend met ingang van 01 augustus 1840.042
In de notulen van de Bestuursvergadering van 30 maart 1848 staat de melding van A.M.Opperman, de weduwe van kapitein P.Schackel, dat zij is hertrouwd met C.H.Sonder en dus bedankt voor verdere uitkering.042.
In de notulen van de Algemene Ledenvergadering van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop van 02 juni 1829 staat de volgende mededeling:
Ingekomen “… eene brief van kapitein O.P.Blom, dato 2 maart 1829 alsmeede een van de Effectieve Leeden P.Schakkel en B.E.Holwedel inhoudende klagten en voorzieningen, ingeval van IJsgang in het gat van Texel, en over den slechten staat der Vuren te Egmond … “. Een en ander zal door het Bestuur ter kennis worden gebracht van het Ministerie van Marine023.
In de notulen van de Algemene Ledenvergadering van 17 december 1833 is behandeld een aanvraag om ondersteuning van een matroos vanwege schipbreuk van het schip Snelheid onder kapitein P.Schackel023.
In de Algemene Ledenvergadering van Zeemanshoop van 07 januari 1834 “ … leest de Secretaris eenen brief van Kapitein P.Schackel inhoudende het berigt dat hij op den 16 Augustus leggende op de quarantaineplaats te St.Thomas door den zware storm van zijne ankers is geslagen en zijn schip verbrijzeld werd dat de Equipage zich wel is waar op de Prins Roberts Rots doch aldaar zou hebben moeten omkomen zoo niet zekere J.W.Stevenson met eenige manschappen hen met zijne boot had gered dat die manschappen een kleine beloning hebben ontvangen doch dat J.W.Stevenson heeft geweigerd eenig geld aan te nemen.”
De rest van het bericht meldt dat het Bestuur besloten heeft aan genoemde heer Stevenson een zilveren sigarenkoker met inscriptie aan te bieden.
In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd. 06 oktober 1840 vraagt A.M.Opperman, de wed. kapitein P.Schackel, om een uitkering welke m.i.v. 01 augustus 1840 wordt toegestaan.023.
In de notulen van de Algemene Vergadering dd 04 april 1848 staat het bericht dat Anna Margaretha Opperman, vroeger weduwe van kapitein P.Schackel is hertrouwd met C.H.Sonder. Zij bedankt voor de uitkering.023.
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
131 1825-1827 brik de Koerier van Zaandam J.W.Köhne te Zaandam
1828-1832 brik de Snelheid C.L.Engelberts
1833 geen vermelding van schip en boekhouder
1834-1835 brik Hesperus C.L.Engelberts
75 1836-1838 brik Hesperus idem
1839 sch. de Snelheid F.Smelt
Bouma025 vermeldt P.Schakel (sic)/P.Schackel als gezagvoerder geddurende:
-
* 1823 t/m 1828 op de brik “Koerier van Zaandam”, bouwjaar en -plaats niet vermeld, 120 ton o.m., varend voor J.W.Köhne te Zaandam. Het schip werd in 1828 verkocht;
-
* 1829 t/m 1833 op de brik “Snelheid”, gebouwd in 1819, 130 ton o.m., varend voor C.L.Engelberts te Amsterdam. “Verongelukt op St. Thomas”;
-
* 1835 t/m 1839 op de brik “Hesperus”, gebouwd in 1815, bouwplaats niet vermeld, 100 ton o.m., varend voor C.L.Engelberts te Amsterdam. Het schip werd in 1839 geveild te Amsterdam;
-
* 1840 op de schoonerbrik “Snelheid”, gebouwd in 1831 te Amsterdam, 170 ton o.m., varend voor F.Smelt te Amsterdam. De kapitein overleed in 1840.
In het Archief van de Waterschout op het Stadsarchief van Amsterdam bevinden zich monsterrollen op naam van kapitein Peter Schakel op de:
“Minerva”, dd 05 oktober 1821; 01 november 1822;
“Courier van Amsterdam”, dd 01 oktober 1823; 22 september 1824; 07 oktober 1825; 05 juni 1826; 07 november 1826; 08 juni 1827;
“Snelheid”; dd 15 augustus 1828; 30 mei 1829; 23 april 1830; 20 mei 1831; 14 mei 1832; 24 juni 1833;
“Hesperus”, dd 19 september 1834; 11 september 1837; 15 juni 1838
Overige bijzonderheden
Rotterdamsche Courant 18 juni 1822114
Advertentie. J.A. de Weit A.E.zn, J. Verburg de Winter, C.A. de Wit en R.R. Viervan, makelaars, zullen op donderdag den 20 juni 1822, te Amsterdam, in de Nes, in de Brakke Grond, verkopen: een partij van 201 kisten bruine Havana suiker, zo gezond als beschadigd, gelost uit het schip MINERVA, kapt. P. Schakel, gekomen van Havana; liggende als bij de biljetten wordt aangewezen.
Rotterdamsche Courant 07 december 1822114
Amsterdam, 5 december. In Terschelling is binnengekomen MINERVA, P. Schakel, terug uit zee, van Amsterdam naar Havana.
Rotterdamsche Courant 12 december 1822114
Amsterdam, 10 december. Het voor het Ras van Terschelling liggende brikschip MINERVA, kapt. P. Schackel, heeft in de nacht van den 6 dezer, door zware storm uit het Z. en Z.Z.W, een anker verloren, doch ’s morgens door een loodsschuit een ander ontvangen.
Familiegegevens en opleiding
Johannes Janssen Brouwer werd geboren te Enkhuizen op 05 november 1799 als zoon van Johannes Janssen Brouwer en Sophia Dorothea Huisen.
Hij huwde op 07 september 1825 te Amsterdam als zeeman met Jantjen Outgers, geboren te Ballum op Ameland op 12 april 1801 als dochter van de zeeman Peter Outgers en Jetske Geerts. Jantje overleed 30 januari 1851 te Middelburg, 49 jaar 003.
Johannes overleed op 15 juni 1845 aan boord van zijn schip te “Pauline” op de retourreis van Java. Ten tijde van zijn overlijden is als woonplaats opgegeven Middelburg.118
Algemeen Handelsblad 28 juni 1845
Advertentie. Heden ontving ik de treurige tijding, dat mijn waarde echtgenoot, Johannes Janssen Brouwer, gezagvoerder op het koopvaardijschip DE PAULINE, op deszelfs retour-reis van Java, de 15de dezer maand is overleden, tot grote droefheid van mij en verdere betrekkingen, hebbende de ouderdom van 45 jaren bereikt en met wie ik bijna 20 jaren in een gelukkige echtvereniging was verbonden.
Middelburg, 23 juni 1845, J. Outgers, weduwe J.J. Brouwer.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
J.J.Brouwer werd met nr.354 effectief lid van Zeemanshoop per 21 augustus 1832 op voorspraak van A.Hulsen. Hij overleed in 1845. Geen schip vermeld002.
In de Algemene Vergaderingen van 14/21 augustus 1832 van het Amsterdamse zeemanscollege wordt tot effectief lid voorgedragen/benoemd Johannes Jansen Brouwer, 33 jaar, voerende het fregat Zorgvuldigheid “onder directie van de Heeren J.Th.van Marselis”, wonende op de Haarlemmerdijk bij de Oranjestraat, op voordracht van A.Hulsen. Hij kreeg het vlagnummer 354023.
J.J.Brouwer werd per 28 augustus 1832 deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop.003
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 25 augustus 1836 staat een verzoek om onderstand van stuurman P.D. Jong, die schipbreuk heeft geleden onder kapitein J.J.Brouwer. Hij krijgt een halve maand gage als onderstand. Idem in de notulen van 27 oktober 1836 voor A.Walstijn.042.
In de notulen van de Bestuursvergadering dd 31 juli 1845 vraagt de wed. J.J.Brouwer, geb. Outgers een uitkering, hetgeen haar in de vergadering van 28 augustus 1845 wordt toegekend met ingang van 01 augustus 1845.042.
Het vlagnummer 354 werd in 1836 gewijzigd in 242 welk nummer hij tot aan zijn overlijden bleef voeren
In de Algemene Vergadering van 08 november 1836 is vermeld een verzoek van de kok A.Wijnstijn “gevaren hebbende op het schip de Zorgvuldigheid kapitein J.J.Brouwer, verzoekende om eenige onderstand als hebbende schipbreuk geleden.”023
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
354 1832-1834 geen opgave van schip en boekhouder
1835 fregat Zorgvuldigheid J.Hulsen te Amsterdam
242 1836 geen opgave van schip en boekhouder
1837 galjoot Catharina Johanna de Groot Roelands en Co te Schiedam
1838 geen opgave van schip en boekhouder
1839-1840 brik Atalante geen opgave
1841-1845 fregat Paulina Boddaert en Co te Middelburg
Bouma025 vermeldt J.J.Brouwer als kapitein gedurende:
-
1834 t.m 1836 op het 3/m schip “De Zorgvuldigheid”, gebouwd in 1812, bouwplaats niet vermeld, 248 ton o.m., varend voor J.Hulsen te Amsterdam. In 1836 wrak geslagen en verkocht;
-
1838 (t/m 1852) van de bark-galjoot “Catharina Johanna”, gebouwd in 1837 te Amsterdam, 320 ton o.m., varend voor de Groot Roelants & Co te Schiedam;
-
1840 t/m 1841 van de brik “Atalanta” ex Hesperus, gebouwd in 1814, bouwlocatie niet vermeld, 210 ton o.m., varend voor Boddaert te Middelburg;
-
1842 t/m 1845 van het 3/mschip “Paulina”, gebouwd in 1841 te Middelburg, 780 ton o.m., varend voor Boddaert & Co te Middelburg.
Overige bijzonderheden
“De Drie Gebroeders” op de rede van Paramaribo057:
18 september 1837 “... heden vertrok Captijn Brouwer het schip de Catrina Jacoba naar Amsterdam”.
13 februari 1838 “... heden gearriveerd captijn Brouwer galjoot Catharina Jakoba van Amsterdam”.
In het Archief van de Waterschout op het Stadsarchief van Amsterdam bevinden zich monsterrollen op naam van kapitein Johannes Janssen Brouwer op de:
“Maria” dd 08 juni 1833;
“Zorgvuldigheid”, dd 12 mei 1835 en 01 maart 1836;
“Catharina Jacoba” dd 18 april 1837 en 20 december 1837
Het Archief van de Waterschout in Amsterdam bevat een monsterrol dd 18 april 1837 van de galjoot “Catharina Jacoba” onder gezag van Johannes Jansen Brouwer met 10 manschappen. Bestemming Suriname. Boekhouders Hooijman & Schuurman011.
Bouma025 vermeldt J.J.Brouwer als kapitein (1837-1840) van de bark-galjoot “Catharina Jacoba”, zonder vermelding van een reder/boekhouder. Hij vermeldt in 1838 een kapitein J.J.Brouwer als gezagvoerder van de bark-galjoot “Catharina Johanna”. Deze kapitein was met vlagnummer 354/242 lid van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop. Maar van Sluijs013 neemt kapitein J.J.Brouwer op als gezagvoerder van de 3/mast-galjoot “Catharina Jacoba” en vermeldt daarbij zijn lidmaatschap van Zeemanshoop onder vlagnummer 354.
Ik neem aan dat er van verschrijvingen sprake is en dat J.J.Brouwer de gezagvoerder was van de “Catharina Jacoba”.
Leydse Courant 09 juli 1833:
“ Kapt. B.J.Martens, van Helvoet binnen, rapporteert den 29 juny op de hoogte van Goudstaart gepraaid heeft eene smak toonende Rotterdamsche vlag met No. 103, zijnde die van Kapt. G.A.Boomgaard, voerende het schip de Vrouwe Christina, en de 30ste dito voor de Hoofde een Driemastschip, toonende de vlag van het Collegie Zeemanshoop met No. 354 zijnde die van Kapt. J.J.Brouwer, qq voerende het schip Maria, van Amsterdam naar Surinamen; als ook eene kof, toonende Rotterdamsche vlag met No. 85, zijnde die van Kapt. O.P Smith, voerende de kof Concordia, van Harlingen naar Leverpool.”
Familiegegevens en opleiding
Willem Veeneman werd geboren te Amsterdam op 22 december 1813 als zoon van Gerrit Veeneman en Anna Adriaansen.
Hij trouwde op 15 februari 1844 te Middelburg als koopvaardijkapitein met Jacoba Elizabeth Snel, geboren te Middelburg op 19 mei 1819 als dochter van Jacob Snel en Johanna Elisabeth Kulderij. Zij overleed op 04 februari 1909
Willem overleed op 22 februari 1854 te Londen.
Uittreksel dagboek gehouden aan boord van het particuliere Ned. barkschip Mercurius, in het dok te Londen gelegen. Hij is overleden ten huize van I. Giltjes 33 trinity Terrace Tower Hill te Londen. zeeuwengezocht
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
W.Veeneman werd met vlagnummer 667 per 05 december 1843 ingeschreven als effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop op voordracht van kapitein I.J.Brouwer. Als zijn schip is genoemd de “Mercurius”. Toegevoegd is “overleden” 002.
In de Algemene Vergaderingen van 28 november/05 december 1843 van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop werd als effectief lid voorgesteld/aangenomen Willem Veeneman, oud 29 jaar, voerend de bark “Mercurius”, varend voor Spoors en Sprenger te Middelburg, wonende te Middelburg, op voordracht van kapitein J.J.Brouwer.023.
Hij werd deelnemer per 17 november 1846 in het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop003.
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 30 mei 1854 staat een verzoek om een uitkering van Jacoba Elisabeth Snel, de weduwe van kapitein W.Veeneman, die haar in de vergadering van 13 juni 1854 wordt toegekend voor haar en 2 kinderen met ingang van 01 mei 1854. In de vergadering dd 28 september 1854 staat het bericht van de bevalling van een kind, waardoor de uitkering wordt verhoogd.042.
In de notulen van de Algemene Vergadering van 20 juni 1854 staat de mededeling dat per 01 mei 1854 een uitkering is toegekend aan de weduwe van kapitein W.Veeneman. In die van 10 oktober 1854 wordt de uitkering uitgebreid naar het kind van de wed. Veeneman, dat op 01 september 1854 is geboren.023.
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
667 1843 brik Mercurius Spoors & Sprenger te Middelburg
1844-1853 bark Mercurius idem
Bouman025 vermeldt W.Veeneman als gezagvoerder gedurende:
* 1842 van de brik “Atalanta” ex Hesperus, gebouwd in 1814, bouwlocatie niet vermeld, 210 ton o.m., varend voor Boddaert te Middelburg;
* 1842 t/m 1854 van het fregat “Mercurius”, gebouwd in 1836 te Middelburg, 491 ton o.m., varend voor Spoors & Sprenger te Middelburg.
Overige bijzonderheden
Geen
|