Inloggen
Gezagvoerder

Martens, Broder Paul

Naam: Martens, Broder Paul
Schepen waarop deze gezagvoerder heeft gevaren

Aantal gevonden schepen: 3
Naam Bouwjaar Type Voortstuwing Ship id
SPECULATION 1790 Fregat Sailing Vessel 16710 Bekijk schip
VIER GEZUSTERS 1850 Bark Sailing Vessel 14388 Bekijk schip
VREES EN HOOP 0 Fregat Sailing Vessel 12015 Bekijk schip

Overige informatie van deze gezagvoerder:

Familiegegevens en opleiding

Broder Paul Martens werd geboren te Oland in Holstein op 01 januari 1812.

Hij huwde ca 1835 met Josephine Antoinetta Mulder, geboren te Den Haag op 22 oktober 1809. 003.

 

Broder Paul staat in 1847 ingeschreven als koopvaardijkapitein, wonende aan de Coolsingel 15-305.

Hij vestigde zich in 1854 met zijn gezin in Soerabaja waar hij werkzaam was in de haven als visiteur en schade-expert

Na de door van zijn vrouw in 1858 vertrekt hij uit Soerabaja in 1861 met zijn 3 kinderen. Terug in Nederland gaat hij eerst naar Elst waar een deel van zijn schoonfamilie woont en vervolgens naar Den Haag waar na 19 jaar te hebben gewoond in 1881 overlijdt.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

B.P.Martens werd met vlagnummer 445 ingeschreven als effectief lid van Zeemanshoop per 24 november 1835 op voordracht van L.A.J.Boulett. Zijn schip was de "Kortenaar". Toegevoegd is "bedankt"002. ten tijde van de inschrijving was de man 35 en de vrouw 36 jaar. Ingeschreven staan vier zonen, geboren in 1828, 1835, 1838 en 1843, en twee dochters, geboren in 1831 en 1833002a

In de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop van 17/24 november 1835 werd als effectief lid voorgedragen/benoemd Broder Paul Martens, oud 24 jaar, voerend de bark “Eengezindheid”, wonende op de Waal te Amsterdam, op voordracht van L.A.J.Boulett023.

Hij werd deelnemer van het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop per 09 januari 1844.003

Hij was effectief lid van Zeemanshoop in de periode 1835 t/m 1857 met de vlagnummers 445 (1835 t/m 1856), 332 (1836 t/m 1854) en 107 (1854 t/m 1857)

 

B.P.Martens was met vlagnummer R29 in de periode 1838 t/m 1845 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart. In de periode 1846 t/m 1857 is B.P.Martens effectief lid met vlagnummer R45.

 

In de ledenlijst in de Almanak voor Koophandel en Zeevaart  van 1846 wordt vlagnummer R 29 bezet door kapitein H.H. de Boer en is vlagnummer R45 onbezet. In de ledenlijst van Almanak 1847 staat op R45 kapitein B.P.Martens. In het Jaarverslag 1849 van de Maatschappij tot Nut der Zeevaart is geen sprake van een uitkering aan een weduwe van een kapitein B.P.Martens of aan kinderen Martens, (terwijl die wèl voor een uitkering in aanmerking zouden zijn gekomen). Ik concludeer hieruit dat kapitein Broder Paul Martens rond 1846 van vlagnummer is gewisseld en wel van R29 naar R45.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 30 maart 1852 staat een brief van kapitein B.P.Martens “berigtende in eene particuliere betrekking naar Java te zullen vertrekken.” Hij vraagt lid te mogen blijven. Het Bestuur gaat accoord, maar hij zal géén deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds kunnen blijven.042.

 

In de Jaarverslagen van de Maatschappij tot Nut der Zeevaart (Maritiem Museum, Rotterdam) staat kapitein B.P.Martens met vlagnummer R45 als gezagvoerder in de ledenlijsten vermeld van058:

1849, 1851, 1855       geen schip vermeld

Van de periode vóór 1849, dus daar waar sprake is van vlagnummer R29, zijn geen ledenlijsten met vermelding van schepen en reeders058

(Ene) P.B.Martens (maar dit zal wel B.P.Martens geweest zijn) was in 1850 afwisselend commissaris van de Rotterdamse Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.

 

De schepen van de kapitein

lidmaatschap College Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer                   jaren           type                  scheepsnaam                                        naam reder/boekhouder

       445                            1835           bark                 de Eensgezindheid             B.W.van Straten

       332                            1836           geen vermelding van schip en boekhouder

                                          1837           bark                 Henri en Willem                  B.W.van Straten

                                      1838-1848     fregat               de Kortenaer                       E.Suermondt & Zn & Co te Rotterdam

                                          1849           geen vermelding van schip en boekhouder

                                      1850-1851     fregat               de Vier Gezusters               T.van Holst te Delfshaven

                                      1852-1853     geen vermelding van schip en boekhouder

      107                        1854-1856     geen vermelding van schip en boekhouder

 

De heer Scholten, Leusden, vatte de kapiteins, hun schepen, het aantal reizen en de dienstjaren samen die werden gevaren in dienst van de rederij van B.W.Starkenborgh van Straten. (september 2008)116

Naam                 Schip                              Periode                 Aantal reizen                  Diensttijd

B.P.Martens      Eensgezindheid           1835-1836                          1                                   

                            Henri &Willem            1837-1838                          1                                   

                                                                                                                                                       2

 

Bouma025 vermeldt B.P.Martens als gezagvoerder gedurende:

*    1836 van de bark “Eensgezindheid” ex Immegona Sara Clasina, gebouwd in 1816, bouwlocatie niet vermeld, 170 ton o.m., varend voor B.W.van Straten te Amsterdam;

*    1838 van de bark “Henri & Willem”, gebouwd in 1790, bouwlocatie niet vermeld, 306 ton o.m., varend voor B.W. van Straten te Amsterdam;

*    1839 t/m 1851 van het 3/m schip “Kortenaar”, gebouwd in 1830 te Rotterdam, 590 ton o.m., varend voor E.Suermondt & Zn & Co te Rotterdam;

*    1851 t/m 1852 van het fregat “Vier Gezusters”, gebouwd in 1850 te Rotterdam, 737 ton o.m., varend voor T.van Holst te Delfshaven.

 

Overige bijzonderheden

ZeePost 21 februari 1839 – 320114

De 17e december (opm: 1838) lagen ter rede van Batavia de schepen PRINS FREDERIK DER NEDERLANDEN, kapt. P. Huidekoper, NATALIE, kapt. E.J. Drent, KORTENAER, kapt. B.P. Martens, AUGUSTIN, kapt. L. Smith en SOPHIA, kapt. Ketels.

 

ZeePost 25 februari 1839 – 323114

De 27e oktober (opm: 1838) lagen ter rede van Batavia de schepen KORTENAER, kapt. B.P. Martens, DE VRIENDEN, kapt. Jaski, PRINS FREDERIK DER NEDERLANDEN, kapt. P. Huijdekoper, RHOON EN PENDRECHT, kapt. A. Schaap, VIER GEBROEDERS, kapt. De Boer, AUGUSTIN, kapt. L. Smith, NICKERIE, kapt. F.A. Bunnemeijer en SOPHIA, kapt. Ketels.

 

ZeePost 27 februari 1839 – 325114

Volgens brief van Rotterdam van de 26e februari is aldaar per expresse het bericht ontvangen, dat die dag te Hellevoetsluis is binnengekomen het schip KORTENAAR (opm: KORTENAER), kapt. Martens, van Batavia, hebbende 106 dagen reis.

 

NRC 24 juli 1850114

Rotterdam, 23 juli., Heden is alhier van de werf St. Joris door de scheepsbouwmeesters De Jong, Kortelandt en Anthony voor rekening van de heer T. van Holst te Delfshaven met het beste gevolg te water gelaten het schip de VIER GEZUSTERS, groot 400 lasten, gevoerd zullende worden door kapt. B.P. Martens, en is onmiddellijk daarna voor rekening van de heren C. Vlierboom & Zonen alhier op dezelfde helling de kiel gelegd voor een barkschip van 230 lasten, waaraan de naam is gegeven van JUNO. Een en ander werd vereerd met de tegenwoordigheid van Z.K.H. Prins Hendrik.

 

NRC 26 februari 1851114

Advertentie. Te Rotterdam ligt in lading naar Batavia, om spoedig te vertrekken, voor passagiers en goederen, het nieuw gebouwd barkschip VIER GEZUSTERS, kapt. B. P. Martens, hebbende uitmuntende inrichting voor passagiers en expresselijk vervaardigde luiken voor het laden van machinerieën. Adres ten kantore van de cargadoor Wm. Ruys J. D.zn, aldaar.

 

In een typoscript van de heer P.C.J.Martens te Den Haag dd oktober 2011 staan de volgende bijzonderheden betreffende Broder Paul Martens 1812-1881.

Broder Paul was in 1835 net 23 jaar en stuurman op het fregat “ Vrouw Maria”. “ Dit schip wordt terloops genoemd in het journaal uit 1826/1827 van de predikant W.Luike over de reis met de ‘Helena Christina’  met kapitein Brder Johannes naar Batavia.”

 

Dordrechtsche Courant 23 februari 1843

Hellevoetsluis, 20 februari 1843, gister namiddag zeilden naar zee B.P.Martens, Kortenaer, naar Batavia, welke over de Pampus ten anker is gekomen; 21 februari zeilden naar zee, naar Batavia. De wind O.Z.O. en mistig.”

 

Leydsche Courant 30 maart 1836

“ ene Hollandse bark toonende de vlag van het Collegie Zeemanshoop, met No 332, zijnde die van Kapt. B.P.Martens, voerende het schip ‘de Eeinsgezindheid’ van Amsterdam naar Batavia is den 2 februari gezien op 2o Z.breedte en 19o lengte hebbende toen 40 dagen reis.”

Leydsche Courant 01 aprilt 1836

“Volgens een brief van Kapt. B.P.Martens voerende het schip ‘de Eensgezindheid’ van Amsterdam naar Batavia in dato 2 februari was hij toen in goede staat zeilende op 1o56’ Z.breedte, 19o Z’.W.lengte.

Voorts meldt Kapt. Martens dat hij op den 25 januari op 0o56’ N.breedte gezien heeft een groote Hollandse bark, zo hij meende het schip Catharina Johanna, Kapt. J.E.Schneebeke, van Amsterdam naar Batavia alsook den ….dito eene kleinen Hollandse bark, zijnde zo hij meende, het schip Sara Maria, Kapt. J.J.Reinhardt, mede van Amsterdam naar Batavia.”

 

Het is in 1836 de laatste reis van Broder Paul naar en van Batavia op het schip ‘De Eensgezindheid’ blijkt uit een veilingbericht in het Algemeen Handelsblad van 10 november 1836:

“312 stuks java huiden aangevoerd met het schip ‘De Eensgezindheid’ Kapt. B.P. Martens van Batavia. Liggende en zien in de Brakke Grond in de Nes..”

Enkele dagen later het volgende veilingbericht; “ Op 14 november 1836 te Amsterdam verkoop in de Nieuwe Stadsherberg aan het Y: Een extra ordinair Welbezeild Gekoperd Barkschip ‘De Eensgezindheid’ gevoerd door Kapt. B.P.Marrtens, varende onder Nederlandse vlag, volgens meetbrief lang 27 ellen 35 duimen, wijd 5 ellen 7 duimen, hol 4 ellen 53 duimen en alzoo gemeten 148 lasten.

 

Algemeen Handelsblad 21 juni 1838.

“ … Makelaars zullen op 21 juni 1838 om zes uur in den Brakken Grond, in de Nes, verkopen: 160 Kanassers Javasuiker, aangebracht met het schip Henri & Willem, Kapt. B.P.Martens van Batavia, Liggende in het entrepotdok, 4e afdeling …”

 

Nog enkele zeetijdingen uit 1838 volgen, zoals die van 12 maart in dat jaar; “ Kapitein A. Glazener, van Batavia, te Helvoet binnen heeft den 23 November in Straat Sunda, bij de Menscheneter gepraaid de schepen Zeemanshoop, Kapt. C.P.Kuyper, van Amsterdam, Henry & Willem Kapt. B.P.Martens, van Amsterdam, naar Batavia”

“ 16 maart 1838. Te Batavia aangekomen Kapt. C.P.Kuiper en B.P.Martens, van Amsterdam”

 “ 25 juli 1838 Het schip Kortenaer, Kapt. B.P.Martens, van Rotterdam naar Batavia is op 6oW gepraaid. 11 november 1839 de Kortenaer van Batavia voor Helvoetsluis.”

 

In het streekarchief van Voorne-Putten en Rozenburg treffen we een akte nr. 145, opgemaakt door notaris Pieter van Andel waarin melding wordt gemaakt van een incident. De aktedatum is 25 september en heeftd de volgende inhoud:

“ Pieter Gallas commissionair voor de handel wonende te Hellevoetsluis als lasthebber van Broder Paul Martens als kapitein voerrend het nederlands fregatschip Kortenaer beladden met stukgoederen en ballast, gekomen van Rotterdam met bestemming Batavia, thans door een stoomboot naar zee gesleept”  Hij legt een verklaring af over het schip met zijn 28 koppige bemanning betreffende een aanvaring met de Nederlandse stoomboot de Batavia.