Inloggen
Gezagvoerder

Boulet(T), Louis Adrien Jules

Naam: Boulet(T), Louis Adrien Jules
Schepen waarop deze gezagvoerder heeft gevaren

Aantal gevonden schepen: 4
Naam Bouwjaar Type Voortstuwing Ship id
ADELAAR 1850 Bark Sailing Vessel 7958 Bekijk schip
PLANTER 1827 Fregat Sailing Vessel 8535 Bekijk schip
VROUW HENDRICA 1828 Fregat Sailing Vessel 10464 Bekijk schip
A.R. FALCK 1846 Bark Sailing Vessel 8405 Bekijk schip

Overige informatie van deze gezagvoerder:

Familiegegevens en opleiding

Louis Adrien Jules Boulet werd geboren te Amsterdam op 04 (of 02?) mei 1800.

Hij huwde met Geertruida Gezina Stadelaar, geboren te Loosdrecht op 15 februari 1800. Hij huwde voor de 2de maal met Hermina Maria Verhoop, geboren te Purmerend op 19 september 1813 en overleden 11 maart 1871.

De religie van Louis was Waalds. Hij woonde in 1853 op de Prinsengracht 327 en in 1854 op de Nieuwendijk

Louis overleed in maart 1867.

 

Louis Adrien Jules Boulet werd op 28 februari 1814 als leerling ingeschreven aan de Kweekschool voor de Zeevaart te Amsterdam004(531/1139). Volgens doopcedul nr.1139 werd hij gedoopt op 14 mei 1800 (vermoedelijk) te Amsterdam. Zijn ouders waren Louis Boulet, afkomstig uit Rijssel, rooms-katholiek en Elisabeth le Grand de Bologne de Byland, uit Parijs, gereformeerd. Beiden waren tijdens de inschrijving van Louis in leven en woonachtig op de “Roosegragt No90”. De vader had “thans geen beroep”.

Ten tijde van de inschrijving was Louis 14 jaar, 5 voet/2 duim groot en “heeft de natuurlijke kinderziekten gehad”.

Vanaf 01 juli 1814 wordt een driemaandelijkse voortgangsrapportage verzorgd:

“1 julij 1814  3/m rappt  kent de regth _ met. en een groot gedeelte van de evenredigh. ...

19 augustus 1815  als ledemaat (gereformeerd) aangenomen door DoChevallier

 25 septb 1815 geplt als cajuitwachter op het schip Johanna Maria Constantia Capn M.de Harder na Suriname (kapitein Matijs   de Harder dateerde per 21 september 1815 een monsterrol van de “Johanna Maria Constantia”011).

 5 aug 1815  heeft met A.H.Crombosch, Jan Hendk Stoelman en C.Clarisse als de meest gevorderde in de stuurmanskunst na      de Eereprijs gedongen doch is bij loting aan Clarisse is te beurt gevallen

16 julij 1816  van de reise terug met goede attestatie

1 octob 1816  Id. heeft op zijne reise weinig vergeten en is bezig zich verder te bekwamen ...

 9 mei 1817  geplt als jong matroos op het schip Graaf Bulouw (sic) Capitn Hendk Janssen naar de Berbice (Hendrik Jansen   (sic) dateerde per 07 mei 1817 een monsterrol van de Graaf van Bul(l)ow”011).

 17 novemb 1817  terug van de reise met goede attestatie  Verzoekt en bekomt zijn ontslag en attestatie alsmede certificaat       van vrijstelling van de nationale militie”.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

L.A.J.Boulett werd met nr.361 effectief lid van Zeemanshoop per 11 juni 1833 op voorspraak van kapitein J.C.Luddens. Zijn schip ten tijde van de inschrijving was de “Anna Geertruida”002.

In de Algemene Vergaderingen van het College Zeemanshoop van 04/11 juni 1833 is voorgedragen/benoemd tot effectief lid Louis Adrien Jules Boulett, 33 jaar, wonende op de Boomsloot 42 te Amsterdam, voerende het fregat Vrouw Hendrika, op voordracht van kapitein J.C.Ludders. Hij kreeg vlagnummer 361023.

Hij werd per 29 juli 1834 deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop003.

L.A.J.Boulet was effectief lid van Zeemanshoop met vlagnummer 361 in de periode 1833 t/m 1836, met vlagnummer 248 in de periode 1836 t/m 1854 rn met vlagnummer 69 in de periode 1854 t/m 1867.

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In de notulen van de Bestuursvergadering dd 25 oktober 1838 bericht kapitein L.A.J.Boulett dat hij is hertrouwd met een 13 jaar jongere vrouw. Hij vraagt naar de konsekwenties voor het lidmaatschap en krijgt daaromtrent informatie.042.

In de notulen van de Bestuursvergadering dd 26 februari 1852 is een melding door één van de leden dat kapitein Boulet “zijn Equipagie tegen Zeemanshoop inneemt.” Het Bestuur zal hierover de kapitein aanspreken. In de vergadering dd 30 maart 1852 staat een verslag van dat gesprek . Deze heeft opgemerkt “dat het was geschied in eene kwade luim, weshalve deze zaak alsnu wordt gehouden voor afgedaan.”042

In de notulen van de Bestuursvergadering dd 29 mei 1856 vraagt kapitein L.A.J. Boulett om een uitkering, die hem in de vergadering dd 24 juni 1856 wordt toegekend met ingang van 01 augustus 1856.042.

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 29 januari 1857 staat een brief van kapitein L.A.J. Boulet, aanbiedende een werkje over de Zeevaart “verzoekende het aan Zeemanshoop te mogen opdragen”. Het verzoek wordt in handen gesteld van de Commissie Wetenschappelijke Zeevaart. In de vergadering dd 26 februari 1857 gaat het Bestuur accoord met het verzoek en in de vergadering dd 26 maart 1857 bedankt kapitein Boulet voor de toestemming.042.

In de notulen van de Bestuursvergadering dd 28 maart 1867 vraagt de wed. L.A.J.Boulet geb. H.M.Verhoop om de reglementaire uitkering welke haar op 02 mei 1867 wordt toegekend met ingang van 01 mei 1867.042

In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 15 juli 1856 wordt gemeld dat aan kapitein L.A.J. Boulet per 01 augustus 1856 een uitkering is toegekend.023.

In de notulen van de Algemene Vergadering van 14 april 1857 staat vermeld een “Brief van Kapt. L.A.J.Boulet bedankende voor de aangenomen opdragt door het Collegie Zeemanshoop van zijn werkje getiteld “de Zeevaart “ en een exemplaar van hetzelve aanbiedende.023.

In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 07 mei 1867 staat vermeld dat per 01 mei 1867 een uitkering in de 1e klasse is toegekend aan de we. L.A.J.Boulet geb. Verhoop.023.

De schepen van de kapitein

lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer         jaren       type        scheepsnaam                                                naam reder/boekhouder

        361             1833-1834  fregat     De Vrouw Hendrika Soc.van Scheepsbouw

                               1835        geen opgave van schip en boekhouder

        248             1836-1837  fregat     Jeannette Philippine Soc.van Scheepsbouw

                            1838-1843  fregat     Anna Geertruijda                                         H.Angelkot Willink

                               1844        geen opgave van schip en boekhouder

                            1845-1848  bark       A.R.Falck                                                      Boissevain en Co

                            1849-1853  bark       Adelaar                                                         J.D.Landré en Co

         69              1854-1855  bark       Adelaar                                                         idem

                            1856-1866  geen opgave van schip en boekhouder

 

Bouma025 vermeldt L.A.J.Boulet als gezagvoeder gedurende:

  • 1834 t/m 1835 op het 3/m schip “Vrouw Hendrika”, gebouwd in 1828 te Amsterdam, 500 ton o.m., varend voor de Societeit voor Scheepsbouw te Amsterdam;
  • 1837 t/m 1838 van het fregat “Jeannette Philippine”, gebouwd in 1830 te Amsterdam, 670 ton o.m., varend voor de Societeit van Scheepsbouw te Amsterdam;
  • 1839 t/m 1844 van de bark “Anna Geertruida”, ex de Planter, gebouwd in 1827 op de werf Hollandia van C. van Swieten te Amsterdam, 322 ton, varend voor H.Angelkot Willink te Amsterdam. Het schip werd in 1844 verkocht.

Verhoeff086 vermeldt dat het schip in 1840 werd gekocht onder de naam “de Planter” van de Gebr. Heemskerk te Amsterdam;

  • 1846 t/m 1849 van de bark “A.R.Falck, gebouwd in 1846 te Alblasserdam, 651 ton o.m., varend voor Boissevain & Co te Amsterdam;
  • 1850 t/m 1855 van de bark “Adelaar”, gebouwd in 1850 te Amsterdam, 440 ton o.m., varend voor J.D.Landrë & Co te Amsterdam. Het schip voer in 1857 voor rederij Wed. van Hasselt & Co te Amsterdam en herdoopt in “Hercules”.

 

Overige bijzonderheden

“In 1846 was de “Anton Reinhard Falck” gebouwd voor Boissevain. Het verzoek voor deze bark van 338 last kwam uit Den Haag, waar invloedrijke personen een protegé, L.A.J.Boulet, een plaats als kapitein wilden bezorgen en in dat geval aandelen wilden nemen. Boulet blijkt commercieel een mislukking: over de eerste twee reizen, die veel te lang duren, vindt weinig uitkering plaats. Bovendien is hij een driftkop die voortdurend overhoop ligt met zijn ondergeschikten, die melden dat “de kapitein geen mens, maar een dier is“. Zijn ontslag kost Boissevain wel een paar slapeloze nachten. De reder wacht vervolgens driekwart jaar, tot zijn meest ervaren kapitein met de “Van der Werff” teruggekeerd is” (i.c. Pieter Teunisz van Duyvenbode050

Na een incident aan boord van de bark “Anna Geertruida” op 4 november 1839, op de retourreis van Padang naar Amsterdam ten NW van de Asforische eilanden, wordt de matroos Jacobus Bruining in de voetboeien gesloten. “Bruining had op die dag onder razen en vloeken zich achter de grote mast begeven en daar de derde stuurman Cornelis Ruygh gegrepen. Eerste stuurman Jacob Botter kwam tussenbeide en gaf Bruining opdracht zich koest te houden.” Bruining trok zich nergens wat van aan en ging door met vechten. Hij werd tenslotte overmeesterd en in de boeien geslagen. 104

Terugkomend van Batavia te Hellevoetsluis rapporteerde op 06 jun 1838 kapitein Bulsing: “Den 4 juni (1838) de “Janette Philiphine” kapt. Boulet onder de Singels”.005.

In de Harlinger Courant van 17 november 1852 staat het volgende bericht096:

Gepraaide schepen:

“Den 24 Aug. op 26o36’Z.Br. en 52o34’OL, Adelaar, Boulet, van Batavia naar Rotterdam.”