Inloggen
Gezagvoerder

Borghorst, Cornelis Marius

Naam: Borghorst, Cornelis Marius
Schepen waarop deze gezagvoerder heeft gevaren

Aantal gevonden schepen: 4
Naam Bouwjaar Type Voortstuwing Ship id
TIMOR 1840 Bark Sailing Vessel 8084 Bekijk schip
JAN VAN HOORN 1842 Bark Sailing Vessel 13476 Bekijk schip
MERCATOR 1828 Brik Sailing Vessel 10024 Bekijk schip
ORION 1838 Fregat Sailing Vessel 10420 Bekijk schip

Overige informatie van deze gezagvoerder:

Familiegegevens en opleiding

In de collectie krantenknipsels van het Centraal voor Genealogie te Den Haag bevinden zich overlijdensadvertenties van drie zusters van Cornelis Marius, met in alle drie gevallen zijn ondertekening.

Voorts melden overlijdensakten en gegevens uit de Bevolkingsregisters uit Amsterdam melden het volgende

  • Agatha Cornelia Borghorst, geboren te Amsterdam op 19 augustus 1797, overleden te Amsterdam op 12 november 1872 ’s middags zes uur op de Heerengracht 428 te Amsterdam, geen beroep, 75 jaar, ongehuwde dochter van Jan Borghorst en Dionisia Judina Margaretha van Altena. De overlijdensaangifte werd gedaan door twee aansprekers.
  • Maria Catharina Borghorst, geboren te Amsterdam op 13 mei 1802, overleden te Amsterdam op 16 december 1863 ’s middags één uur op de Heerengracht 429 te Amsterdam, geen beroep, 62 jaar, ongehuwde dochter van Jan Borghorst en Dionisia Judina Margaretha van Altena. De overlijdens aangifte werd gedaan door twee aansprekers.
  • Sara Maria, geboren te Amsterdam op 06 juni 1804, overleden te Amsterdam op 12 februari1 1876 op de Heerengracht 445, geen beroep, Nederlands Hervormd, 71 jaar, ongehuwde dochter van Jan Borghorst en Dionisia Judina Margaretha van Altena. De overlijdens aangifte werd gedaan door twee aansprekers. Volgens het Bevolkingsregister vestigde zij zich te Amsterdam op 23 oktober 1866, komende van Kapelle.
  • Dionisia Judina Margaretha Borghorst, geboren te Amsterdam op 06 maart 1806, overleden te Amsterdam op 15 oktober 1885 ’s middags half één op de Heerengracht 445 te Amsterdam, 79 jaar, ongehuwde dochter van Jan Borghorst en Dionisia Judina Margaretha van Altena. De overlijdensaangifte werd gedaan door twee aansprekers.
  • Johanna, geboren 25 januari 1810 te Amsterdam en overleden te Amsterdam op de Heerengracht 445 op 07 augustus 1895, 85 jaar, ongehuwde dochter van Jan Borghorst en Dionisia Judina Margaretha van Altena. De overlijdensaangifte werd gedaan door twee aansprekers.

De drie dagblad-aankondigingen werden gedaan door C.M.Borghorst, de broer van de overledene

Tevens is er een advertentie met :

“Heden overleed de Heer Cornelis Marius Borghorst in den ouderdom van 78 jaren, geliefde Broeder van Ja. Borghorst.

Amsterdam 18 Oct. 1889.”

De ondertekenaar was kennelijk zuster Johanna. De overlijdensakte en het Bervolkingsregister uit 1864 melden:

Cornelis Marius Borghorst, geboren te Tiel op 20 augustus 1811, overleden op 18 oktober 1889 ’s middags drie uur op de Heerengracht 445 te Amsterdam, geen beroep, 78 jaar, ongehuwde zoon van Jan Borghorst en Dionisia Judina Margaretha van Altena. De overlijdensaangifte werd gedaan door twee aansprekers.

Het Bevolkingsregister 1864 meldt tevens dat hij zich te Amsterdam vestigde op 24 februari 1863 komend uit Dordrecht. Hij vertrok op 26 oktober 1863 naar Harderwijk en kwam terug in Amsterdam op 04 januari 1869. Daarna bleef hij te Amsterdam

De tienjarentafel van overlijden 1883-1892 te Amsterdam vermeldt een aantal personen met de achternaam Borghorst, zoals een Elisabeth Johanna Jacoba, Harmanus, Johannes maar uit de akten blijkt geen verwantschap met Cornelis Marius.

DE GENERALE CONCLUSIE IS DAT JAN BORGHORST EN DIONISIA JUDINA MARGARETHA VAN ALTENA VIER DOCHTERS EN DE ZOON/KOOPVAARDIJKAPITEIN CORNELIS MARIUS HEBBEN GEKREGEN, DIE ALLE VIJF ONGEHUWD ZIJN GEBLEVEN EN OP LATERE LEEFTIJD SAMENWOONDEN OP DE HEERENGRACHT TE AMSTERDAM

ER ZIJN DUS IN DE HUIDIGE TIJD (2008) GEEN (WETTELIJKE) NAKOMELINGEN

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

C.M.Borghorst was met vlagnummer R22 in de periode 1841 t/m 1862 effectief lid resp. vlaggelid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.

Cornelis Marius Borghorst wonend te Dordrecht was met vlagnummer 49 lid van het Dortse zeemanscollege “Tot Nut van Handel en Zeevaart” in de periode 06 augustus 1844 t/m zijn bedanken in 1863.111 en 064

Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)

In het Jaarverslag 1862 van de Maatschappij tot Nut der Zeevaart (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat hij in 1862 bedankte als lid voor de vlag.

In een kasboek van het Dordtse zeemanscollege “Tot Nut van Handel en Zeevaart” dd augustus 1844  staat geboekt een entreebedrag van f 15,- door kapitein C.M.Borghorst van de bark “Timor”.064b

De schepen van de kapitein

In Ledenlijsten de Dortse zeemansalmanak (Stadsarchief Dordrecht, inv. 93, nrs 16-33) staat C.M.Borghorst als gezagvoerder 64a:

  • 1845, 1846 bark “Timor”            boekhouder Blussé van Oud Alblas te Dordrecht
  • 1850, 1852 t/m 1859 fregat “Orion”          boekhouder Blussé van Oud Alblas te Dordrecht
  • 1861 bark “Jan van Hoorn”    boekhouder P. Blussé van Oud Alblas te Dordrecht

 

In de Jaarverslagen van de Maatschappij tot Nut der Zeevaart staat kapitein C.M.Borghorst in de ledenlijsten als gezagvoerder in058:

  • 1849, 1851, 1855, 1858 en 1859 op het fregat “Orion”   483 last  varend voor A.Blussé van Oud Alblas te Dordrecht

 

De bark “Timor” van de rederij Blussé van Oud Alblas te Dordrecht heeft 14 reizen gemaakt waarvan de volgende onder kapitein C.M.Borghorst:

  • 4de Augustus 1844 naar Batavia en terug in juli 1845.
  • 5de September 1845 naar Batavia en terug in september 1846.
  • 6de Februari 1847 en terug juli 1847 (bestemming niet opgegeven)

Het fregat de “Orion” van de Dordtse rederij Blussé van Oud Alblas maakte in totaal 11 reizen waarvan de volgende onder gezag van kapitein C.M.Borghorst:

  • 7de April 1848 naar Batavia en terug januari 1849
  • 8ste Mei 1850 naar Batavia en terug in maart 1851
  • 9de Mei 1852 naar Batavia en terug maart 1853
  • 10de Mei 1853 naar Batavia en terug in december 1853
  • 11de Augustus 1855 naar Batavia en terug in mei 1856

De bark de “Jan van Hoorn” van de Dordtse rederij Blussé van Oud Alblas maakte in totaal 13 reizen waarvan de volgende onder gezag van kapitein C.M.Borghorst:

  • 13de In de periode 1860-1861. Data en bestemming niet genoemd. Verkoop in 1862

Gegevens van P. Blussé te Vught die ze ontleende aan het Blusséarchief in het Stadsarchief van Dordrecht.

Bouma025 vermeldt kapitein C.M.Borghorst als gezagvoerder gedurende:

  • 1842 t/m 1843 op de bark “Jacobus”, gebouwd in 1828 als 3 mast schip, 235 ton o.m., varend voor A.van Hoboken te Rotterdam;
  • 1845 t/m 1846 van de bark “Timor”, gebouwd in 1840 te Dordrecht, 450 ton o.m., varend voor A.Blussé van Oud Alblas te Dordrecht;
  • 1848 t/m 1852 op het 3-mast schip “Orion”, gebouwd in 1838 te Dordrecht, 914 ton o.m., varend voor A.Blussé van Oud Alblas te Dordrecht;
  • 1853 t/m 1859 op hetzelfde schip maar nu varend voor Mr.P.Blussé van Oud Alblas te Dordrecht. Het schip werd in 1858 getuigd als bark en in 1859 gesloopt.
  • 1860 op de bark “Jan van Hoorn”, gebouwd in 1841 te Dordrecht, 579 ton o.m., varend voor A.Blussé van Oud Alblas te Dordrecht. Het schip werd in 1862 verkocht naar Pruisen en herdoopt in “Merces” (volgens van Sluijs013 voor f800,--).

 

Overige bijzonderheden

C.M.Borghorst verzorgde per 20 augustus 1841 vanuit Hellevoetsluis met de “Jacobus” een troepentransport van 4 officieren en 20 manschappen. In St.Georg d’Elmina werden 70 Afrikaanse recruten aan boord genomen, waarvan er onderweg één overleed. Hij arriveerde te Batavia op 27 januari 1842 na 160 dagen. Onderweg was 1 manschap overleden065.

Op 06 april 1848 vertrok hij met de “Orion” vanuit Hellevoetsluis met 2 officieren en 150 manschappen en arriveerde te Batavia op 12 augustus 1848 na 128 dagen, waarbij onderweg 1 militair was overleden en 1 militair was gedeserteerd.

Onleend aan. van Blokland-Visser064:

Op 31 augustus 1844 vertrekt C.M.Borghorst als kapitein op de bark “Timor” naar Batavia.

Hij vertrekt op 6 mei 1848 als kapitein van het fregat “Orion” vanuit Hellevoetsluis  naar Batavia en keert terug op 26 januari 1849. Hij is op dit schip gezagvoerder t/m 1859

Het verslag van een reis in 1854/55 is te lezen in het logboek nr 32 (Stadsarchief van Dordrecht onder nr. 124 i.c. rederij Blusse v Oud Alblas) en werd geschreven door 1e stuurman Johannes Andreas Butner uit Dordrecht. Het schip zeilt uit op 1 augustus 1855, op het 100e etmaal op 16 november 1855 komt men aan in Straat Sunda en op 16 mei 1856 is men weer terug in de Kalkhaven te Dordrecht.

In 1860 is hij kapitein op de bark “Jan van Hoorn” De 2e reis met dit schip vertrekt in juni 1861 en is terug in Holland in juni 1862 Het verslag van deze reis is te lezen in het logboek nrs 59/60 archief 124 rederij Blusse v Oud Alblas te Dordrecht Stadsarchief Dordrecht.

 

Krantenadvertentie uit 1846 in de collectie knipsels van het Centraal Bureau voor Genealogie te Den Haag

“Te Dordrecht ligt in lading. Naar New York, het Nederlandscche Barkschip TIMOR, kapitein C.M.Borghorst, om tegen half November eerstkomende te vertrekken. Adres van Goederen en Passagiers bij de Cargadoors Visser en van der Sande te Dordrecht of bij de Kapitein aan boord.”

 

NRC 16 augustus 1848

“Rotterdam, 15 augustus. Volgens een ontvangen brief van kapt. C.M. Borghorst, voerende het fregatschip ORION, van Amsterdam met 150 man troepen naar Batavia bestemd, d.d. 6 juni was hij door de lange reis bevreesd voor gebrek aan levensmiddelen genoodzaakt te Rio de Janeiro binnen te lopen.”

 

NRC 25 augustus 1848

“Rotterdam, 24 augustus. Volgens bericht van Rio de Janeiro, dato 18 juni, heeft het fregatschip ORION, kapt. C.M. Borghorst, van Amsterdam met 150 man troepen naar Java bestemd, de 11e dier maand de reis voortgezet na zich van levensmiddelen te hebben voorzien.”

 

NRC 19 maart 1851

“Brouwershaven, 16 maart. Het fregatschip ORION, kapt. Borghorst, van Java hier binnengekomen, heeft bij het ten anker komen zijn beide kettingen gebroken, zodat de kapitein genoodzaakt was het schip bij het Dijkwater in zachte slijk te zetten, alwaar het zonder gevaar zit en aldaar zal lossen.”

 

NRC 18 april 1852

Rotterdam, 20 april. Door de Nederlandsche Handel-Maatschappij zijn heden bevracht de volgende … schepen:

ORION, kapt. C.M. Borghorst en JACOB CATS, kapt. J. Koning; de beide laatsten van Dordrecht.

NRC 29 juni 1854

Batavia, 26 april. Omtrent scheepsvrachten valt het volgende te vermelden:

“… Thans zijn nog disponibel: de VIER GEBROEDERS, ZES GEZUSTERS, MARIA EN ELIZE, JEANNETTE CORNELIA, JAN SCHOUTEN, KOOPHANDEL, ORION, THETIS, SPHYNX, JAVA, CASTOR, ANJER en STAD SCHIEDAM. Vele dezer schepen moeten naar de kust verzeilen ter lossing der aangebrachte lading, of zijn om andere redenen niet dadelijk disponibel, terwijl juist de beschikbare schepen voor de weinige ladingen, die zich nog voordoen, minder passend zijn.”