Inloggen
Gezagvoerder

Visman, Klaas

Naam: Visman, Klaas
Schepen waarop deze gezagvoerder heeft gevaren

Aantal gevonden schepen: 4
Naam Bouwjaar Type Voortstuwing Ship id
PRINS FREDERIK 1882 Vracht-/passagiersschip Steamship 5280 Bekijk schip
KONINGIN REGENTES 1894 Vracht-/passagiersschip Steamship 3495 Bekijk schip
CONRAD 1872 Vracht-/passagiersschip Steamship 8161 Bekijk schip
PRINSES AMALIA 1874 Vracht-/passagiersschip Steamship 8320 Bekijk schip

Overige informatie van deze gezagvoerder:

Familiegegevens en opleiding

Klaas Visman werd geboren 25 juni 1845 te Texel als zoon van Christiaan Visman en Trijntje van der Sterre.

Hij trouwde op 19 september 1872 te Texel als stuurman ter koopvaardij met Cornelisje Lap, geboren 18 augustus 1849 te Texel als dochter van Cornelis Lap en Marijtje Kalf

Op 12 maart 1884 werd te Beverwijk een zoon geboren

 

In het Bevolkingsregister Akteplaats:Den Helder Collectie: Bron: boek, Deel: 2, Periode: 1880-1917 Boek:

Gezinsbladen, letter V, folio 1-181 wordt vermeld dat Klaas Visman, stuurman, en Cornelisje Visman op 29 maart 1889 zijn vertrokken vanuit Den Helder naar Amsterdam.

 

Bij het overlijden van zoon Nicolaas Christiaan Cornelis op 30 maart 1901 te Heiloo, 19 jaar, wordt vermeld dat vader Klaas Visman is overrleden en de moeder Cornelia Lap, wonende te Alkmaar nog in leven is.

 

In het tijdschrift “De Zee, Jg 1900, pp.114-115 staat een herdenkingsartikel bij het overlijden van kapitein Visman: (zie hierna).Hij zal dus in 1900 zijn overleden, vermoedelijk te Amsterdam

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

K.Visman werd met vlagnummer 927 per 18 december 1888 ingeschreven als effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop002a.

In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 11/18 december 1888 staat vermeld dat als effectief lid is voorgedragen/benoemd K.Visman, voerend het ss Prinses Wilhelmina, wonend Villa Cotta Radja, overveenscheweg bij Haarlem, op voordracht van kapitein M.C.Braat.023.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In de notulen van de Bestuursvergadering dd 03 februari 1898 en de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 03 februari 1898 staat het bericht van K.Visman, dat hij zijn functie als commissaris neerlegt “wegens verandering van woonplaats”.  042 en 023.

In een Bijlage bij de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 02 december 1897 is een brief dd Alkmaar 28 november 1897 van K.Visman, waarin hij meedeelt niet meer voor de functie van Commissaris in aanmerking wil komen, wegens verblijf buitenlands.042

 

K.Visman was van 1891-1898 bestuurslid van het College Zeemanshoop019.

 

De schepen van de kapitein

lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer                 jaren          type                 scheepsnaam                                       naam reder/boekhouder

      927                          1888          geen vermelding van schip en boekhouder

                                        1889          schr.ss.            Prins Frederik                                      Stoomv.Maatsch.Nederland

                                        1890          geen vermelding van schip en boekhouder

                                        1891          schr.ss.            Soenda                                                 Stoomv.Maatsch.Nederland

                                     1892-1897    schr.ss.            Prinses Amalia                                    idem

                                     1898-1899    schr.ss.            Koning Willem I                                 idem

 

K.Visman was in 1890 kapitein van het ijzeren schroefstoomschip en als barkentijn getuigde “Prins Frederik”, gebouwd in 1882, 3041 ton, varend voor de Stoomvaart Maatschappij “Nederland” te Amsterdam. Het schip zonk na een aanvaring in de Golf van Biskaje025 en 052.

Hij was van 1892-1897 kapitein van het ijzeren schroefstoomschip, bark getuigde “Prinses Amalia”, gebouwd bij John Elder & Co te Glasgow, 3200 ton, varend voor de Stoomvaart Maatschappij “Nederland”052.

 

Het ss “Prins Frederik” zonk op 25 juni 1890 tijdens een dikke mist na aanvaring met het Britse ss MARPESSA in de Golf van Biscaje. Zeven mensen kwamen om het leven. Het schip was onderweg van Batavia naar Amsterdam.

Het ss “Prins Frederik” werd gebouwd in 1882 bij John Elder & Co te Glasgow, mat 3070 ton n.m., en voer voor de Stoomvaart Maatschappij “Nederland” te Amsterdam072.

 

Bouma025 vermeldt K.Visman als gezagvoerder gedurende:

*   1883 op het schroefstoomschip “Madura”, gebouwd in 1873 te Stockton, 2400 ton o.m., varend voor de Stoomvaart Maatschappij “Java”, dir. J.H.Schröder Jr;

*   1884 t/m 1889 op het ijzeren schroefstoomschip “Prinses Wilhelmina” 400 pk, gebouwd in 1882, 2610 ton o.m., varend voor de Stoomvaart Maatschappij “Nederland” te Amsterdam;

*   1892 op het schroefstoomschip “Soenda” ex Celebes ex Columbian, gebouwd in 1866 te Hartlepool, 2321 ton o.m., varend voor de Stoomvaart Maatschappij “Nederland” te Amsterdam;

*   1893 t/m 1897 op het schroefstoomschip “Prinses Amalia”, gebouwd in 1874 te Glasgow, 3495 ton o.m., varend voor de Stoomvaart Maatschappij “Nederland” (1870) te Amsterdam

*   1899 op het stalen schroefstoomschip “Koningin Regentes”, gebouwd in 1894 te Greenock, 3673 ton .m., varend voor de Stoomvaart Maatschappij “Nederland” te Amsterdam.

 

Overige bijzonderheden

In het tijdschrift “De Zee” jg. 12, 1890, pp. 416-431 staat “ De rechterlijke uitspraak in zake de aanvaring van de ‘Prins Frederik’ en de ‘Marpessa’ “

De “Prins Frederik” vertrok op 21 juni 1890 vanuit Amsterdam met mails, passagiers, een detachement militairen groot 75 man en stukgoederen, en arriveerde de volgende namiddag in Southampton. Vandaar vertrok het weer op de 24ste met bestemming Java. Er was afwisselend mist en opklarend weer en op de 25ste werd ’s morgens ongeveer 70 mijl ZW.tW van Ouessant, het geluid van een stoomfluit van een ander schip gehoord. Inmiddels was de mist weer vrij dik. Er werden een reeks van nautische handelingen verricht om het tegemoetkomende schip te ontwijken, maar er ontstond een aanvaring met het Engelse stoomschip de “Marpessa”, die uit Londen kwam. Het Nederlandse schip werd vol in de flank geramd en zonk al 8 minuten later waarbij een officier en 6 soldaten verdronken.. 93 passagiers en de 83 equipageleden vonden een plaats in de reddingsboten.

De Raad van Tucht voor de Koopvaardij deed op 03 oktober 1890 uitspraak en kwam tot de conclusie dat “den gezagvoerder Klaas Visman, van het Nederlandsche stoomschip ‘Prins Frederik’ de blaam niet kan treffen van door eene daad of door nalatigheid zijnerzijds de op 25 Juni 1890 plaats gehad hebbende aanvaring tusschen dit schip en het Engelsche stoomschip ‘Marpessa’ en het dien tengevolge verongelukken vaan eerstgenoemd stoomschip te hebben veroorzaakt. Spreekt hem mitsdien ter dier zake vrij..”

In hetzelfde artikel staat een uitspraak over dit ongeluk van de “High Court of Justice”, een Engelse juridische instantie. Deze verklaart de Nederlandse kapitein schuldig op grond van nautische fouten. Er is een commentaar op deze uitspraak van de redactie van “De Zee” die de Engelse uitspraak in hoge mate onjuist acht.

 

In het tijdschrift “De Zee”Jg 10, 1888, pp. 110-117 staat een artikel van ene Visman: “Iets over het aandoen van Afrik’s N.O.hoek en het passeeren van Kaap Guardefui tijdens het heerschen van den Z.W.mousson in den Indischen Oceaan.”

 

In het tijdschrift “De Zee, Jg 1900, pp.114-115 staat een herdenkingsartikel bij het overlijden van kapitein Visman:

“Een uitmuntend gezagvoerder is de Stoomv.Mij.”Nederland” en onze koopvaardijvloot ontvallen. Kapitein K.Visman is, slechts enkele dagen na terugkomst in het vaderland met het stoomschip “Koning Willem I”, waarover hij het bevel voerde, overleden.

Zijn loopbaan begonnen bij de groote zeilvaart, ging hij later over bij de stoomvaart en trad in 1876 in dienst bij de Stoomv.Mij.”Nederland”. Na eerst eenige reizen als 1e Officier gedaan te hebben, werd hij als gezagvoerder aangesteld en volbracht als zoodanig 47 reizen naar Indië en terug.

De woorden van waardeering aan zijn groeve door een der Directeuren van de “Nederland” gesproken, doen uitkomen hoe Visman bij de Directie dier Maatschappij stond aangeschreven.

En geen wonder! Visman was zooals men zich de Nederlandsche gezagvoerder gaarne voorstelt. Zijn forsche, stoere gestalte, zijn open blik en rustige oogopslag waren in overeenstemming met zijn karakter. Zonder veel woordenvertoon ging hij gaarne recht op ’t doel af.

Zelfs een oppervlakkige kennismaking moest dien gunstigen indruk vestigen; althans zoo was het met ons ’t geval, toen wij jaren geleden (Visman was toen 1e Officier op het S.S. “Conrad”) met hem een reis maakten.

Dat hij daarbij een uitmuntend zeeman was, heeft hij herhaaldelijk bewezen. Wij herinneren hier slecht aan de kranige wijze, waarop onder zijn leiding nagenoeg alle opvarenden van het S.S.”Prins Frederik” gered werden, toen dit in de mist door de “Marpessa” werd aangevaren.

Van de liefde voor het vak gaf Visman ook blijk in dit tijdschrift, waarin men in de vroegere jaargangen menige bijdrage van zijn hand kan aantreffen.

Een woord van hulde aan de nagedachtenis van deze kloeken zeeman is hier zeker op zijn plaats.”

 

K.Visman transporteerde vanuit Amsterdam met de “Madura” transporten van landmachtmilitairen naar Batavia tijdens de volgende reizen065*:

*   Vertrek 17 februari 1883. Aankomst 06 april 1883 na 48 dagen. 2 officieren en 38 manschappen.

*   Vertrek 04 juli 1883. Aankomst 15 augustus 1883 na 42 dagen. 1 officier en 32 manschappen.

*   Vertrek 18 december 1883. Aankomst 21 januari 1884 na 44 dagen. 3 officieren en 68 manschappen.

Hij transporteerde vanuit Amsterdam met de “Prins Frederik” transporten tijdens de volgende reizen:

*   Vertrek 21 juni 1890. Aankomstdatum niet genoemd. 3 officieren en 79 manschappen. Na een aanvaring in de Golf van Biskaje werden 1 officier en 6 manschappen vermist. De rest van het detachement werd overgenomen door de “Sumatra”.

Hij transporteerde vanuit Amsterdam met de “Prinses Wilhelmina”transporten tijdens de volgende reizen:

*   Vertrek 17 september 1884. Aankomst 29 oktober 1884 na 41 dagen. 4 officieren en 99 manschappen.

*   Vertrek 11 februari 1885. Aankomst 26 maart 1885 na 43 dagen. 3 officieren en 83 manschappen.

*   Vertrek 21 november 1885. Aankomst 02 januari 1886 na 42 dagen. 3 officieren en 63 manschappen. Bij aankomst ontbreekt 1 officier zonder opgave van reden.

*   Vertrek 26 januari 1887. Aankomst 07 maart 1887 na 40 dagen. 3 officieren en 48 manschappen.

*   Vertrek 11 juni 1887. Aankomst 18 juli 1887 na 37 dagen. 2 officieren en 53 manschappen.

*   Vertrek 15 oktober 1887. Aankomst 15 november 1887 na 41 dagen. 2 officieren en 40 manschappen.

*   Vertrek 03 maart 1888. Aankomst 14 april 1887 na 42 dagen. 3 officieren en 124 manschappen.

*   Vertrek 8 december 1888. Aankomst 19 januari 1889 na 42 dagen. 2 officieren en 40 manschappen.

*   Vertrek 31 augustus 1889. Aankomst 17 oktober 1889 na 37 dagen. 3 officieren en 54 manschappen.

Hij transporteerde vanuit Amsterdam met de “Prinses Amalia” detachementen tijdens de volgende reizen065*:

*   Vertrek 11 maart 1893. Aankomst 17 april 1893 na 37 dagen. 2 officieren en 44 manschappen.

*   Vertrek 18 november 1893. Aankomst 25 december 1893 na 37 dagen. 3 officieren en 54 manschappen.

*   Vertrek 24 maart 1894. Aankomst 29 april 1894 na 36 dagen. 2 officieren en 53 manschappen.

*   Vertrek 28 juli 1894. Aankomst 04 september 1894 na 38 dagen. 1 officier en 33 manschappen.

*   Vertrek 01 december 1894. Aankomst 10 januari 1895 na 40 dagen. 3 officieren en 75 manschappen.

*   Vertrek 06 april 1895. Aankomst niet gemeld. 2 officieren en 38 manschappen.

*   Vertrek 18 april 1896. Aankomst niet gemeld. 4 officieren en 84 manschappen.

*   Vertrek 05 september 1896. Aankomst niet gemeld. 2 officieren en 44 manschappen.

*   Vertrek 01 mei 1897. Aankomst niet gemeld. 2 officieren en 53 manschappen.

*   Vertrek 11 december 1897. Aankomst niet gemeld. 3 officieren en 84 manschappen.

*   Vertrek 09 januari 1897. Aankomst niet gemeld. 3 officieren en 55 manschappen.

Hij transporteerde vanuit Amsterdam met de “Koningin Regentes” detachementen tijdens de volgende reizen:

*   Vertrek 07 januari 1899. Aankomst niet gemeld. 3 officieren en 42 manschappen.

*   Vertrek 29 april 1899. Aankomst niet gemeld. 2 officieren en 37 manschappen.

*   Vertrek 09 december 1899. Aankomst niet gemeld. 1 officier.

Vermoedelijk heeft kapitein Visman hierna nog meer detachementen vervoerd met hetzelfde of een ander schip, maar die heb ik niet meer genoteerd

 

NRC 20 augustus 1884114

Amsterdam, 19 augustus. Het deze nacht binnen gekomen en te 6 uur van IJmuiden opgevaren stoomschip PRINSES WILHELMINA, kapt. Visman, is bij het kanaal bij Zaandam aan de grond geraakt.

 

Provinciale Groninger Courant 04 maart 1886114

Amsterdam, 2 maart. Naar wij vernemen, zullen de passagiers van het stoomschip PRINSES WILHELMINA, kapt. Visman, dat enige dagen oponthoud zal hebben te Suez, hun reis met het stoomschip PRINS VAN ORANJE, kapt. Van der Woude, kunnen vervolgen.

 

NRC 26 juni 1886114

Batavia, 18 mei. De gezagvoerder Visman, wiens stomer van de Nederlandsch-Indische Stoomvaart Maatschappij dezer dagen te Tegal vastraakte, is, naar wij vernemen, in zijn betrekking geschorst. Bedriegen wij ons niet, dan is dat binnen korte tijd de vierde gezagvoerder van genoemde maatschappij.

 

Provinciale Groninger Courant 11 mei 1887114

Door het stoomschip PRINSES WILHELMINA, kapt. Visman, de 9e dezer van Batavia te IJmuiden binnengekomen, is in de Noordzee gepraaid het schip NEREUS, kapt. Seinstra, van Java naar Amsterdam. Dit schip heeft thans 96 dagen reis van Ascension.

 

NRC 21 maart 1889114

Genua, 18 maart. Kapt. Visman, gezagvoerder van het stoomschip PRINSES WILHELMINA, van Batavia hier aangekomen, rapporteert veel ruw weder gehad te hebben tussen Candia en Genua, storm van het noordwesten door het noorden tot noordoosten met hoge, wilde zee, vooral op 15, 16 en 17 maart.

 

Het Nieuws van de Dag 28 juni 1890114

Blijkens een heden ontvangen Reuter telegram uit Falmouth is aldaar binnengekomen het stoomschip MARPESSA, uit Taganrog, met de kapitein, de bemanning en 93 passagiers van het Nederlandse stoomschip PRINS FREDERIK, hetwelk op de reis van Southampton naar Java tijdens een zware mist met genoemde MARPESSA in aanvaring is gekomen en gezonken. Een luitenant en vijf soldaten zijn bij deze ramp verdronken. De overige opvarenden zijn gered. Gelijk men weet, was de PRINS FREDERIK verleden zaterdag 21 dezer uit Amsterdam vertrokken. De lijst van passagiers bevat de volgende namen: A. Voorsluijs van Elk en Mej. M. Voorsluijs van Elk, H. van Wijk, H.A. Kooy en echtg., C.W. Gelderman, Mevr. L.M. Steevert, geb. Klaarwater, en dochter, Mej. C.W. Langerberg, A.J. Dozij, H.W.A. Versnel, D. van der Paardt, Mej. E. Niemeijer, benevens Zr.Ms. troepen, zijnde De familiën Groothoff, Enderle, Bär, Salomonson, Stibbe, Van Oijen, Keyman en Van Stockum zouden zich eerst te Genua inschepen. Van de directie der maatschappij ontvangen wij nader de volgende mededeling: Bij de Stoomvaart Maatschappij Nederland is telegrafisch bericht ontvangen van kapitein Visman uit Falmouth, dat haar stoomschip PRINS FREDERIK de 25e juni 's avonds 10 uur bij mist door aanvaring met de MARPESSA, van London, in de Golf van Biscaye gezonken is.

 

NRC 29 juni 1890114

Rotterdam, 27 juni. Volgens berichten van kapt. Visman uit Falmouth van hedenmiddag, zijn alle ontscheepten van de PRINS FREDERIK welvarend, de militairen opgenomen in de kazerne, het scheepsvolk in het zeemanshuis. De bij de ramp verdronken officier is de 2e luitenant van de infanterie H. van Wijk. De namen van de zes omgekomen manschappen – een korporaal en vijf minderen- zijn aan het ministerie van koloniën opgegeven. Het plan bestond om de militairen en de passagiers hun reis te doen voortzetten met het stoomschip SUMATRA, kapt. Drooglever Fortuin, dat de 5e juli van Amsterdam naar Batavia vertrekt. Tengevolge van het spoedige zinken van de PRINS FREDERIK is er geen gelegenheid geweest voor de opvarenden om iets te redden. Het stoomschip MARPESSA, dat met het stoomschip PRINS FREDERIK in aanvaring was, is een geheel nieuwe stalen boot, ongeveer 2500 ton groot en in 1889 gebouwd te Newcastle bij de firma Palmer & Co. Aan boord van de PRINS FREDERIK bevonden zich de volgende passagiers: de heren E.W. Gelderman, A. Voorsluis van Elk, majoor van de infanterie van verlof terug, detachement commandant H. van Wijk, 2e luitenant infanterie, medegeleider van het detachement, H.A. Kooi, idem, idem, en echtgenote, mevrouw L.M. Steevert, geboren Klaarwater en dochter, mejuffrouw C.W. Langenberd, mej. M. Voorsluijs van Elk, A.J. Dozy, H.W.A. Versnel, D. van der Paardt, mejuffrouw E. Niemeijer benevens Zr.Ms. troepen, 4 onderofficieren en 75 koloniale soldaten.

 

NRC 01 juli 1890114

Rotterdam, 30 juli. Betreffende het verongelukken van het stoomschip PRINS FREDERIK in de Golf van Biscaye door de aanvaring met het stoomschip MARPESSA, ontlenen wij aan een der Engelse bladen nog het volgende:

Ten tijde der aanvaring was het stoomschip zachtjesaan stomende (easy) en bevond, terwijl het mistig was, kapitein Visman, benevens de opper- en derde stuurman, zich op de brug. Een stoomfluit werd gehoord op de stuurboordboeg, welke ogenblikkelijk gevolgd werd door het geluid ener stoomfluit recht vooruit, dat men vermoedde van een ander stoomschip afkomstig te zijn.

De gezagvoerder gaf order om het roer aan bakboord te leggen ten einde ruimte te geven, toen op eens de PRINS FREDERIK met een vreselijk geweld in de midscheeps werd aangevaren, waardoor het tot in de helft van het dek werd doorgesneden. Er werd geen licht gezien, als juist een paar seconden voordat de aanvaring plaats vond. De zee stroomde door de vreselijke grote opening, door de aanvaring veroorzaakt, de machinekamer en het achterruim binnen. Bij het peilen der pompen ontdekte men onmiddellijk, dat het stoomschip reddeloos verloren was. De helft der manschappen bevond zich op het dek, en de passagiers en militairen onder dek en in de hutten. Onmiddellijk stroomden deze op dek, doch er was geen paniek en de gegeven bevelen werden onmiddellijk gehoorzaamd.

De boten werden snel en met de grootste orde te water gelaten, waarin zich, naar men meende, al de opvarenden begaven, doch zoals later bleek werden de tweede luitenant van Wijk en zes militairen vermist (reeds door ons vermeld). Ook de gezagvoerder van de MARPESSA, kapt. Geary, had zijn stoomschip, dat zwaar beschadigd werd door de aanvaring, in de boten verlaten, terwijl hij bevreesd was dat het zou zinken. Toen men echter bevond dat het drijvende bleef, begaven zij zich weder aan boord, waarna de schipbreukelingen van de PRINS FREDERIK op de MARPESSA werden opgenomen.

Nadat allen aan boord waren, werden van de MARPESSA nog twee boten afgezonden om naar de vermisten te zoeken, doch deze keerden terug zonder iets van hen te hebben kunnen ontdekken.

Twee boten van de PRINS FREDERIK werden vermoedelijk door de aanvaring verbrijzeld, en zes boten van de PRINS FREDERIK werden tot veiligheid voor het groot aantal schipbreukelingen door de MARPESSA op sleeptouw meegenomen en liggen nu te Falmouth in de haven.

De dames werden onder dek gehuisvest, terwijl de overige schipbreukelingen zo goed mogelijk op dek werden geborgen. De MARPESSA, waarvan, zoals reeds vermeld werd, veel lading werd overboord geworpen, had gelukkig behalve enige uren regen over het algeheel op de reis tot Falmouth fraai weer. De gezagvoerder en de officieren en passagiers zijn gelogeerd in het Royal hotel, de overige manschappen in het Voss Marine hotel, en de soldaten werden in het Pendennis kasteel ingekwartierd.

 

NRC 23 april 1891114

De resultaten van het boekjaar 1890, zegt de directie van de Stoomvaart Maatschappij Nederland in haar verslag, waaruit wij in ons blad van gisteren reeds de hoofdcijfers van de winst- en verliesrekening hebben mede gedeeld, zijn iets minder dan die van het vorige, doch zij geven stof tot tevredenheid, als men in aanmerking neemt, dat wij het verlies te betreuren hadden van een onzer nieuwste en snelste stoomschepen, en dat de zeer geringe tabaks- en koffieoogsten op Java ons nadeel toebrachten in de thuisvrachten. Wij hadden gelukkig volle schepen op de uitreizen; een toenemende rijstuitvoer van Java stelde ons enigszins schadeloos voor hetgeen wij bij de hierboven genoemde producten moesten derven; het passagiersvervoer bleef op ongeveer dezelfde hoogte.

In 1890 werden voltooid: 25 uitreizen en 26 thuisreizen van de veertiendaagse maildienst, benevens: 5 extra reizen met eigen schepen, terwijl 2 stoomschepen van de Stoomvaartmaatschappij Phoenix en 5 van de Koninklijke Paketvaart-Maatschappij voor de uitreis naar Indië op onze lijn werden beladen.

Ons stoomschip PRINS FREDERIK verongelukte op de 25e juni 1890 in de Golf van Biscaye, tengevolge van aanvaring door het stoomschip MARPESSA bij mistig weer. De gezagvoerder, kapt. Visman, wiens kloekheid bij het onheil algemeen werd genoemd, is door de Raad van Tucht vrijgesproken van door enige daad of nalatigheid de aanvaring te hebben veroorzaakt. De uitslag van het proces tegen de MARPESSA in Engeland is bekend en in vakbladen uitvoerig besproken. Wij laten het oordeel over die uitspraak aan onpartijdigen over.

De duur van de reizen was als volgt: gemiddelde uitreis: 36 dagen 6 uur stoomdagen en 41 dagen 21 uur reisdagen (tegen 36 dagen 8 uur stoomdagen en 42 dagen 11 uur reisdagen in 1889); kortste uitreis 33 dagen 15 uur stoomdagen en 39 dagen 17 uur reisdagen (tegen 32 dagen 16 uur stoomdagen en 38 dagen 19 uur reisdagen); gemiddelde thuisreis 38 dagen 12 uur stoom- en 40 dagen 7 uur reisdagen (tegen 37 dagen 22 uur stoom- en 40 dagen 90 uur reisdagen); en kortste thuisreis34 dagen 3 uur stoom- en 35 dagen 21 uur reisdagen (tegen 33 dagen 23 uur stoom- en 35 dagen 13 uur reisdagen). Op het mailtraject is op de uitreis van Genua naar Batavia de contractuele reisduur 30 dagen, terwijl besteed werd: gemiddelde uitreis 29 dagen 9 uur reisdagen, tegen 30 dagen in 1889; en kortste uitreis 27 dagen 11 uur reisdagen, tegen 28 dagen 1 uur in 1889.

Op de thuisreis van Batavia naar Genua bepaalt het contract 32 dagen. De gemiddelde thuisreis in 1890 was 30 dagen 10 uur reisdagen, tegen 30 dagen 2 uur in 1889, en de kortste thuisreis 27 dagen reisdagen, tegen 27 dagen 1 uur.

De veertiendaagse dienst via Genua, zegt het verslag verder, werd binnen de bepaalde tijd volbracht.

In mei 1890 werd met de Nederlandse regering een contract gesloten, waarbij een verkorte reisduur werd bepaald, terwijl voor verdere besparingen van tijd in de overvoer van de brieven een premie werd toegezegd. Het was voor het eerst sedert 1875, toen ons eerste postcontract werd gesloten, dat wij zulk een ernstige medewerking van de regering ondervonden om een postdienst met Nederlands-Indië te vestigen, die, rekening houdende met hetgeen thans te verkrijgen is, de gelegenheid gaf tot ontwikkeling. In verband met het gelijktijdig gesloten contract met de Rotterdamsche Lloyd, was het de definitieve invoering van de wekelijkse maildienst, en de voorbode van een postgemeenschap, die in alle opzichten met hoog gesubsidieerde mails had kunnen wedijveren. Door verschillende omstandigheden, niet in het minst door het overlijden van Zijne Majesteit de Koning, werd het wetsontwerp eerst op de 6e februari l.l. door de tweede kamer van de Staten Generaal behandeld. Tot veler verwondering, tot onze grievende teleurstelling, werd het met 40 tegen 38 stemmen verworpen. Hierdoor is nu weer een grote vertraging ontstaan in de pogingen tot verbetering van onze postgemeenschap met Indië, waarvoor wij sedert jaren werkzaam zijn. Wij zullen ons niet laten ontmoedigen, overtuigd als wij zijn, dat degenen, die zich niet door de buitenlandse naburen wensen te doen overvleugelen in het verkeer met de eigen koloniën, ten slotte de publieke opinie op hun hand zullen krijgen. In afwachting, naar wij vertrouwen, van een nieuwe regeling, die aan sommige geopperde bezwaren kan tegemoet komen, is het bestaande contract bestendigd.

De beide nieuwe stoomschepen PRINSES SOPHIE en PRINS HENDRIK werden door de firma Caird & Co te Greenock op tijd en in goede orde afgeleverd. Zij aanvaardden de eerste reis respectievelijk op 27 september en 8 november 1890. De afrekening daarvan behoort tot het thans lopende dienstjaar, doch reeds nu kan worden verklaard, dat deze mailschepen door snelle reizen, grote ladingcapaciteit en bijzonder gezochte passagiersinrichting, een grote aanwinst voor de vloot van de maatschappij zijn.

In 1880 werd betaald de totale schade van het stoomschip PRINS FREDERIK, waarop de risico van de maatschappij beliep NLG 240.000; voorts andere kleine schaden ad NLG 216, te samen NLG 240.216. Aan premie werd gemaakt NLG 204.552,81, zodat het nadelig saldo bedroeg NLG 35.663,19, dat door de assurantie-reserverekening werd gedragen.

In 1890 werden 204 obligaties van 1872 geruild tegen aandelen. Op ultimo december bedroeg het kapitaal NLG 5.189.000 (NLG 7 miljoen na aftrek van NLG 1.811.000 ongeplaatste aandelen). Van de 5 pcts. obligaties van 1872 staat nog uit NLG 518.000 en van de 4 pct. van 1881 nog NLG 1.584.000, totaal NLG 2.102.500.

Het reservefonds is van NLG 185.817,56 op 1 januari 1890, gestegen tot NLG 232.332,91. Het ondersteuningsfonds voor het personeel is vermeerderd met NLG 25.958,03; voor onderstand aan nagelaten betrekkingen van personeel; aan invaliden en werkvolk werd betaald NLG 7.005,46, zodat het fonds op ultimo december j.l. NLG 107.587,19 beliep.

De 13 stoomschepen van de maatschappij staan in de balans te boek voor NLG 6.053.014,75; de inventarissen voor NLG 202.598,67.

 

Provinciale Groninger Courant 23 april 1895114

Amsterdam, 20 april. Volgens rapport uit Genua, d.d. 17 april van kapitein Visman, had de reeds vermelde aanvaring van het stoomschip PRINSES AMALIA op de reis van Southampton naar Genua plaats nabij Ouessant op de 10e april des voormiddags ten ongeveer 9 uur. Het was flauwe koelte, westelijke deining met zware mistvlagen, soms dik. Sedert 5 uur ‘s morgens stoomde men met verminderde vaart en liet de stoomfluit horen. Ten 8 u. 45 min. hoorde men het geluid van een stoomfluit aan bakboordzijde. De machines werden gestopt, de fluit gaande gehouden. Daar het andere stoomschip, op het geluid te oordeelen, bleef naderen, werd met volle kracht achteruit gestoomd, zodat de PRINSES AMALIA op het ogenblik der aanvaring achteruit ging. Het andere stoomschip trof de PRINSES AMALIA aan bakboord nabij de fokkemast, terwijl het veel schade aanrichtte aan buitenromp en verschansing en een der sloepen nagenoeg verbrijzelde. Bij inspectie bleek, dat huidplaten waren ingedeukt en gescheurd, zodat er water naar binnen drong. De sloepen werden uitgezet, gestreken tot aan de reling; passagiers en opvarenden ontvingen order om gereed te zijn, ieder bij zijn sloep, te einde, zo nodig, het schip te verlaten. Kapt Visman zond een sloep naar het andere stoomschip, hetwelk bleek te zijn de ELMINA, bestemd naar Havre, welk schip in de nabijheid bleef, ten einde, zo nodig, assistentie te verlenen. Na het verwerken van de lading bij het lek gekomen, bevond men dat weliswaar water naar binnendrong, maar dat er geen gevaar bestond, daar de stoompomp het schip gemakkelijk lens kon houden. Het lek werd zo goed mogelijk gestopt en na gehouden scheepsraad werd besloten de reis te vervolgen en te Genua de schade te herstellen. Behalve de sloep, die verbrijzeld werd, ging nog een andere sloep verloren; dit is vermoedelijk de sloep, die door het stoomschip CORRIENTES op zee gepasseerd is. Er blijft nog voldoende sloepenruimte over voor al de opvarenden op de uitreis. Bij expertise te Genua werd bepaald, dat de schade voldoende kon worden gerepareerd, na lossing van een gedeelte der lading in lichters om het lek boven water te brengen. Het schip zal dan de lading weder innemen en de reis aanstaande maandag worden voortgezet.