Inloggen
Gezagvoerder

Tijdeman/Tydeman, Meynard Frederik

Naam: Tijdeman/Tydeman, Meynard Frederik
Schepen waarop deze gezagvoerder heeft gevaren

Aantal gevonden schepen: 2
Naam Bouwjaar Type Voortstuwing Ship id
FLORA 1851 Bark Sailing Vessel 7723 Bekijk schip
PICTURA 1839 Bark Sailing Vessel 9876 Bekijk schip

Overige informatie van deze gezagvoerder:

Familiegegevens en opleiding

Meynard Frederik Tijdeman werd geboren op 29 mei 1815 te Harlingen als zoon van de Dordtse predikant Berend Frederik Tydeman (overleden vóór 1830) en Laurina Frederika Theresia van de Pol (geb. 1791 te Boerbourg). In 1830 woonde hij samen met zijn moeder en broer Gerrit Jan Frederik (geb.1823 te Dordrecht) aan de Hellingen nr.E75 te Dordrecht.

Hij trouwde op 23 oktober 1839 met Johanna Maria Romswinkel, geboren in 1813 te Nieuwkerk als dochter van Ds. Adam Cornelis Romswinkel te Dordrecht en Margaretha P. van Hengel. In 1850 woonde hij in de Prinsenstraat 211 te Dordrecht, samen met zijn vrouw en zoontje Meynard Frederik (geb. 1848 te Dordrecht).

Hij overleed op 29 mei (maart?)1852 aan boord van zijn schip de clipper “Flora”.

De akte van overlijden dd 08 december 1852 vermeldt:

Meynard Frederik Tydeman 36 jaar scheepsgezagvoerder gehuwd met Johanna Maria Romswinkel wonend te Dordrecht zoon van Berend Frederik Tydeman en Laurina Frederika Theresia van de Pol is overleden op 19 maart 1852 ’s avonds om 8 uur op de Noord Atlantische Oceaan op 2o54’NBr en 25o LW Greenwich.(in de akte is geen schip genoemd)

Zijn vrouw Johanna Romswinkel vertrok na het overlijden van haar man in 1853 naar Oosterhout.

Hij werd in 1846 met nr 282 lid van de loge “La Flamboyane” te Dordrecht.064

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

M.F. Tydeman was met vlagnummer R206 in de periode 1846 t/m 1853 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.

 

M.F.Tijdeman/Tydeman was in de periode 30 januari 1846 t/m zijn overlijden op 19 maart 1852 lid van de het Dordtse zeemanscollege “Tot Nut van Handel en Zeevaart” met vlagnummer 55.111 en 64a.

 

Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)

In de Jaarverslagen 1855 en 1858 van de Maatschappij tot Nut der Zeevaart (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat de weduwe M.F.Tydeman in 1855 een jaarlijkse uitkering kreeg van f 205,60 voor onderstand van haarzelf en twee kinderen incl. schoolgeld. In 1859 was deze ondersteuning f 200,40058.

 

In de notulen van de Bestuursvergadering van het Dordtse zeemanscollege “Tot Nut van Handel en Zeevaart”dd 28 mei 1852 staat vermeld dat weduwe van M.F.Tydeman f 100,-.heeft ontvangen.064a..

In het kasboek van het Dordtse College dd 17 mei 1852 staat de de boeking van de uitkering aan de weduwe van kapitein M.F.Tijdeman van de regelementair toegestane f 100,-.064b

 

De schepen van de kapitein

In Ledenlijsten de Dortse zeemansalmanak (Stadsarchief Dordrecht, inv. 93, nrs 16-33) staat M.F.Tijdeman als gezagvoerder064a:

*   1846; 1850          bark “Pictura”                         boekhouder H.Brunner, Dordrecht

*   1852                      bark “Flora”                                                          boekhouder Sandberg & Co, Dordrecht

 

In de Jaarverslagen van de Maatschappij staat M.F.(M.T.) Tydeman met vlagnummer R206 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:

*   1849                      van de bark “Pictura”            317 last         varend voor H.Brunner te Dordrecht

*   1851                      van de bark “Flora”               206 last         varend voor Sandberg & Co te Dordrecht

 

Op 18 juli 1844 moest kapitein Nanna Harms Brouwer wegens ziekte het commando over de “Pictura” overdragen aan zijn 1e stuurman Mijnard Frederik Tijdeman, 29 jaar.064

 

Bouma025 vermeldt M.F.Tijdeman als gezagvoerder gedurende:

*   1845 t/m 1851 op de bark “Pictura”, gebouwd in 1838 te Dordrecht, 650 ton o.m., varend voor H.Brunner te Dordrecht. Het schip werd in 1851 verkocht naar Batavia;

*   1852 op de bark “Flora”, gebouwd in 1851 op de werf van Jan Schouten te Dordrecht op de werf van Jan Schouten, 327 ton o.m., varend voor Sandberg & Co te Dordrecht.

NRC 05 maart 1851

Dordrecht, 4 maart. Heden namiddag omstreeks 6 uren is van de werf van de scheepsbouwmeester Jan Schouten met het beste gevolg te water gelaten het nieuw gebouwd en kopervast barkschip FLORA, gevoerd zullende worden door kapt. M.F. Tydeman, gebouwd voor een rederij onder directie van de heren Sandberg & Co alhier en bestemd voor de grote vaart.

NRC 13 april 1851

Advertentie. Het nieuwe, gekoperde barkschip FLORA, kapt. Tydeman, uitmuntend ingericht voor passagiers, vertrekt uiterlijk 25 dezer van Dordrecht naar New York. Adres ten kantore van Sandberg & Co te Dordrecht.

De eerste reis maakte Kapitein Meynard Tijdeman op de clipper/bark “Flora” per 19 april 1851064.

 

Overige bijzonderheden

Ontleend aan van Blokland-Visser064:

MRD = monsterrol uit het Gemeentearchief van Dordrecht

Mijnard Tijdeman monsterde hij op 04 oktober 1828 (MRD 332) als leerling-stuurman (13 jaar, zonder gage) op het fregat “Louise Prinses der Nederlanden” onder gezag van Pieter Sipkes voor een reis met 38 man naar Batavia

Per 01 mei 1832 (MRD 565) monsterde hij als 4e stuurman aan op het fregat “De Dordtenaar” onder gezag van kapitein Frans van Ginkel. Hij was toen 16 jaar, afkomstig van Dordrecht en met een maandgage van f 22,-. Hij vertrok met 42 man naar Batavia. Tijdens deze reis overlijdt de kapitein op St.Helena en via een aantal opschuivingen werd Meynard Tydeman bevorderd tot 2e stuurman. De reis ging van St.Helena af naar Philadelphia en keerde terug in Nederland in september 1833 (zie ook bij van Ginkel)

Op 22 januari 1836 (MRD 761) is hij 2e stuurman met een maandgage van f 40,- op de brik “Dabkbaarheid” en vertrekt onder kapitein Pieter Marinus Vogelzang naar Batavia.

Op 24 oktober 1838 (MRD. 904) monsterde hij als 2e stuurman op het fregat “Admiraal Jan Evertsen” voor een reis naar Batavia onder kapitein Pieter Kraay met 41 man Na een week nam hij de plaats in van 2e stuurman H.H.Wessels, die werd ontslagen.

Op 08 februari 1841 was hij 1e stuurman op het fregat “Maria onder kapitein Gerbert de Jong.

Op 04 augustus 1841 (MRD 1067) monsterde hij als 1e stuurman met een maandgage van f 70,- op het fregat “Delta” voor een reis naar Batavia onder kapitein Govert Crans.

Op 11 juli 1844, (MRD 1212) monsterde hij als 1e stuurman aan op de bark “Pictura” onder kapitein Nanne Harms Brouwer voor een reis naar Batavia. Na een week nam hij het gezag van de kapitein over wegens ziekte en vertrekt op 23 juli 1844. Hij maakte 4 reizen op dit schip tot 06 februari 1850 toen het schip publiek werd verkocht.

In de Dordtsche Courant van 8 februari 1841 stond een bericht van de rechtbank te Amsterdam waarbij Gerbert de Jong kapitein van het fregat “Maria” reder Harmsen te Amsterdam werd veroordeeld voor het mishandelen van zijn opperstuurman M.F.Tijdeman en de kajuitwacht C.J. Huffnagel en waarbij hij 6 weken gevangenis en boete van f 25,- kreeg.

Op 19 april 1851 (MRD 1490) was M.F.Tijdeman, oud 36 jaar, wonend te Dordrecht, gezagvoerder van de bark “Flora”, varend voor Sandberg & Co te Dordrecht, voor een reis naar Java via New York Het schip voer via Rio de Janeiro naar Batavia. Het vertrok aldaar op 29 november 1851 en de kapitein overleed onderweg op 19 maart 1852 aan boord van dit schip op 02o54’NB/25o04’WL. De “Flora” was in mei 1852 weer terug in Nederland. 064

 

In de Dordtsche Courant van 08 februari 1841 staat het volgende bericht van de rechtbank te Amsterdam:

Gerbert de Jong kapitein van het fregat “Maria”, reder Hartsen te Amsterdam (vlag 55/96) veroordeeld voor het mishandelen van zijn opperstuurman M.F.Tijdeman en de kajuitwacht C.J.Huffnagel en krijgt 6 weken gevangenis en boete van f 25,-064