Inloggen

 

                                                                                                                   

 

 

Naar de 'Collegie te Vlissingen' is door Sikko Parma helaas geen separaat onderzoek uitgevoerd.

Uit de overzichten van Sweijs (zie bijlage) lijkt het erop dat er slechts '1' persoon lid was van de Collegie waarvan geen naam bekend is. 

Deze persoon was gezagvoerder Cornelis Reijnhout.  

In zijn biografie heeft Parma een verwijzing gemaakt naar onderstaand krantenaritkel uit de NRC van 15 januari 1880 waaruit blijkt dat Cornelis Reijnhout begin januari 1880 de eerste vlag met nummer 21 kreeg uitgereikt en dat een exemplaar van de vlag op het stadhuis is gedeponeerd.

Het 'Collegie te Vlissingen' betrof volgens dit krantenartikel 'De Commissie der zeemans- en vissersbeurs'. 

Het bijzondere is dat van deze commissie een archief van 2 meter aanwezig is in het archief van Middelburg en dat in maart 2020 de 'Zeemansbeurs' nog genoemd werd in de Provinciaalse Zeeuwse Courant: 'Nog zeven boeken en nu is de zeemansbeurs leeg'.

 

15 januari 1880 Krant: NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant

 

Vlissingen, 13 januari. Deze dagen is door de Commissie der zeemans- en vissersbeurs (opm: commissie der Z & VB) alhier, ingevolge art. 22 van het reglement dier stichting, de eerste vlag uitgereikt die door gezagvoerders van schepen, deelhebbers in het fonds, gevoerd moeten worden. Het is de gezagvoerder C. Reijnhout, voerende de Nederlandse schoener ADRIANA WILHELMINA, van de heer F. Wibaut alhier, die als deelhebber de eerste vlag van het fonds voeren zal.
De vlag vertoont een rood veld, lang 3½ en breed 2 meter, waarin aan de bovenhals het wapen van Vlissingen en in het midden de letters Z & VB voorkomen, beneden het nummer 21, zijnde het volgnummer van lidmaatschap.
Van deze vlag wordt een exemplaar gedeponeerd op het stadhuis, bij de vlaggen- en vaandeltrofee die zich aldaar bevindt sedert de viering van het feest onzer onafhankelijkheid.

Bron: Kronieken MARHISDATA

 

Van het Zeeuws Archief verkregen we de volgende aanvullende informatie:

In het oudste deel van het archief van het Fonds van de Zeemans- en Vissersbeurs te Vlissingen (toegang 7181) is het ‘Register van deelnemers’ opgenomen, in tweevoud (inventarisnummers 4450-4451). Daarin is inderdaad onder inschrijvingsnummer 21 Cornelis Reijnhout ingeschreven, waarvan in de opmerkingenkolom is toegevoegd ‘voert de vlag van het fonds’. Verder wordt deze opmerking bij geen van de andere 145 deelnemers vermeld, zodat geconcludeerd kan worden dat er geen andere vlaggen zijn uitgegeven. Dit is verklaarbaar, want volgens het in het krantenbericht genoemde artikel 22 van het reglement dienden alleen gezagvoerders een vlag te voeren, en de meeste deelnemers waren dat niet. Dit Vlissingse fonds was toch primair een sociale verzekering, trok bijvoorbeeld veel medewerkers van het Loodswezen, maar de vergelijking met de zeemanscolleges elders in het land lijkt toch vrij minimaal.

 

De in het krantenbericht bedoelde vlag zou na de schenking aan de gemeente terecht gekomen kunnen zijn in de verzamelingen van de toenmalige Stedelijke Oudheidskamer. In het jaarverslag over 1880 van het fonds, opgenomen in het gemeenteverslag, werd de schenking ook vermeld. In de catalogus van de oudheidkamer van Vlissingen te raadplegen in: C.P.I. Dommisse, De oudheidskamer in den Gevangentoren der voormalige Westpoort te Vlissingen (Vlissingen 1903) komt de vlag niet voor.

 

De Stedelijke Oudheidskamer is later omgevormd tot het Stedelijk Museum van Vlissingen en later het Zeeuws maritiem MuZEEum te Vlissingen.

 

 

uit Verslag den toestand der Gemeente Vlissingen over het jaar 1880, bron Zeeuws archief

 

 

Bijlage 1 Overzicht uit Sweijs met leden van het College uit Vlissingen periode 1880 - 1888