Inloggen
MARIA - ID 9794


In dienst
Onder Nederlandse Vlag tussen:1837-05-10 / 1856-09-27 | Reden uitgevlagd: Verongelukt of vermist (zie final fate)

Identification Data

Bouwjaar: 1837
Categorie: Cargo vessel
Voorstuwing: Sailing Vessel
Type: Kof
Masten: Two masts
Material Hull: Wood
Dekken: 1
Construction Data

Scheepsbouwer: Ferdinand Graauw - werf "de Kleine Boot", Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Date Laid Down: 1833-01-24
Launch Date: 1837-03-28
Delivery Date: 1837-05-01
Technical Data

Gross Tonnage: 70.00 lasts
Gross Tonnage 2: 133.00 tons (oude meting)
 
Zeebrieven en Turksche passen

Record type Zeebrief
Zeebrief jaar: 1837
Datum agenda: 1837-05-10
Register nr: 18370165
Scheepsnaam: MARIA
Type: Kof
Lasten: 70
Gebouwd in provincie: Noord Holland
Gebouwd in binnen- of buitenland: Binnenlands
Zeebrief / Turksche pas verzocht door: Craandijk Jz., P.
Plaats: Amsterdam
Kapitein op moment van verzoek: Bos, J.D.
Opmerkingen: Eerste zeebrief

Bekijk de overige zeebrieven / Turksche passen van dit schip
Ship History Data

Date/Name Ship 1837-05-01 MARIA
Manager: Pieter Craandijk Jr., Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Eigenaar: Pieter Craandijk Jr., Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Amsterdam / Netherlands

Date/Name Ship 1851-11-28 MARIA
Manager: Pieter Hendrik Craandijk, Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Eigenaar: Partenrederij onder boekhouderschap van genoemde manager, Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Amsterdam / Netherlands

Bezitters van parten (aandelen) in het schip

Bijlage bij eigendomsbewijs 36 van 1851, kof MARIA
eigenaren per ultimo november 1851:

Pieter Hendrik Craandijk, Amsterdam (boekhouder en 4/8e part)
Vrouwe Maria van Coppenaal, vroeger weduwe van Pieter Craandijk Jr., doch thans echtgenote van Wouter Cool, ’s-Gravenhage (3/8e part)
Mevr. Wed. Jacobus Medendorp, geboren Zijtsema, Amsterdam (1/8e part)
(opm: de drie bovengenoemde personen hebben het schip bij boedelscheiding toebedeeld, dan wel door deelneming in deze rederij gekregen)

Ship Events Data

1837-05-05: Bijzonderheden: B & W van Amsterdam verklaren op 5 mei 1837, dat het schip volgens de Stads Courant No. 76 op 31 maart 1837 is te water
gelopen.
1856-09-27: Final Fate:
Gezonken op de Noordzee, reis Amsterdam / Dantzig .Bemanning in Mandal aan land gekomen.
NRC 021056.

Gezagvoerders

Familiegegevens en opleiding

Jan Daniels Bos werd geboren te Midsland op 22 april 1806

Hij trouwde op 04 mei 1831 te Amsterdam met Johanna Reinierze, geboren te Amsterdam op 22 maart 1807 en gedoopt te Ouderkerk (aan de Amstel?). Zij overleed op 05 januari 1878.

Hij overleed op zee in december 1841.010-p.42/45.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

P.D.Bos(sic) werd met nr.380 effectief lid van Zeemanshoop per 06 mei 1834 op voorspraak van W.Blom. Zijn schip was de “Maria”002.

In de Algemene Ledenvergaderingen van 26 april/06 mei 1834 van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop werd voorgedragen/benoemd tot effectief lid Jan Daniel Bos, oud 30 jaar, voerend de kof Drie Gebroeders, wonend in de Nieuwe Brugsteeg 9 te Amsterdam, op voordracht van kapitein W.Blom. Zijn vlagnummer werd 380023.

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 29 juli 1841 staat een verzoek om onderstand door de wed. kapt. J.D.Bos, geb. Reinierse. In de vergadering dd 26 augustus 1841 wordt voor haar en haar 3 kinderen een uitkering toegestaan per 01 februari 1841, maar als blijkt dat haar man nog in leven is, dan zal een terugvordering volgen.042.

In de notulen van de Bestuursvergadering dd 26 oktober 1843 staat de volgende opmerking: “de heer Willers vermeent de vergadering te moeten mededeelen dat volgens bij hem vernomen geruchten kapitein Bos, wiens vermeende weduwe trekkende nog zoude in leven zijn.”042.

In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop van 07 september 1841 staat een aanvrage van de weduwe van kapitein J.D.Bos voor een uitkering, welke met ingang van 01 februari 1841 werd toegestaan.023

 

De schepen van de kapitein

lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer                   jaren                       type                  scheepsnaam                      naam reder/boekhouder

       380                        1834-1835                 kof                    De Drie Gebroeders           P.Craandijk Jr

       267                            1836                       kof                    De Drie Gebroeders           idem

                                      1837-1838                 kof                    Maria                                   idem

                                          1839                       brik                   Anna en Susanna               Gebr.Hendrichs en Co

                                          1840                       brik                   Anna en Susanna               P.Craandijk Jr

 

Bouma025 vermeldt J.D.Bos als gezagvoerder gedurende:

  • 1840 van de brik “Anna en Suzanna”, gebouwd in 1839, bouwlocatie niet vermeld, 180 ton o.m., varend voor de Gebr. Henrichs & Co te Amsterdam;
  • 1841 op hetzelfde schip maar nu varend voor P.Craandijk Jr te Amsterdam. Het schip is in 1841 verongelukt.

 

In het Archief van de Waterschout op het Stadsarchief van Amsterdam bevinden zich monsterrollen op naam van kapitein Jan Daniels Bos dd:

26 april 1834, op de kof “ De Drie Gebroeders”, bestemming Riga, boekhouder P.Craandijk, 9 bemanningsleden i.c. stuurman, kok, 5 matrozen, ligtmatroos en een jongen.

13 februari 1835 op “ De Drie Gebroeders”, op avontuur naar de Oostzee, boekhouder P.Craandijk, 7 bemanningsledden i.c. stuurman, kok, 3 matrozen, ligtmatroos en een jongen;

05 juni 1835 op “ De Drie Gebroeders”, op avontuur, boekhouder P.Kraandijk, 3 bemanningsleden i.c. kok, matroos en een ligtmatroos. Er is sprake van een mutatierol.

29 augustus 1835 op de kof “ De, Drie Gebroeders” bestemming Drammen, boekhouder P.Kraandijk, 2 bemanningsleden i.c. kok en een liogtmatroos. Er is sprake van een mutatierol.

16 april 1836 op de kof “ De Drie Gebroeders”, bestemming Riga, boekhouder P.Kraandijk. Allleen een kajuitwachter op de rol.

22 juni 1836 op de kof “De Drie Gebroeders”, bestemming Archangel, boekhouder P.Craandijk. 7 bemanningsleden i.c. stuurman, kok, 3 matrozen, ligtmatroos en een jongen.

Overige bijzonderheden

De volgende tekst is letterlijk overgenomen uit referentie 010-p.42-45:

Kapitein Bos voerde de volgende schepen:

1834-1837  Kof “Drie Gebroeders”, gebouwd 1834/’35. Rederij P.Craandijk Jr. te Amsterdam.

1837-1839  Schoenerkof “Maria”, gebouwd 1837, 140 ton (Veritas 130 ton). Rederij P.Craandijk Jr. te Amsterdam. Deze kof is in 1856 op reis van Amsterdam naar Dantzig op de Noordzee gezonken. (Kapitein H.Meyer).

1839-1841  Brik “Anna en Susanna”. Eerst rederij Gebrs.Hendrichs en Co te Amsterdam; in 1840 komt de “Anna en Susanna” ook aan reder P.Craandijk Jr. Op reis van Amsterdam naar Suriname in 1841 spoorloos op de Atlantische Oceaan verdwenen.

Als matroos op 19-jarige leeftijd overleeft Jan Daniëls Bos de verschrikkelijk ramp van het pinkschip “Willem de Eerste”, als deze walvis- en Straat Davisvaarder in de barre storm van 21 op 22 oktober 1825 op de Nederlandse kust ter hoogte van Huisduinen strandt en volkomen wordt verbrijzeld. (opm.S.P.: zie daartoe “Ondergang van een walvisvaarder in 1825”  Anonieme bijdrage in “Cornelis Douwes”, het Orgaan van de Vereniging van Oud-Leerlingen der Zeevaartschool Terschelling. Nr.20, 1967, pp.389-392. Ook acte dd 29 oktober 1825 bij notaris Sjoers Simonsz Wijma te Harlingen Zie voor nadere bijzonderheden bij Emke Jansz Ruygh.) Dan vaart hij als matroos op verschillende schepen en zien we hem van 1831-1834 als stuurman op het kofschip “Vriendschap” (101 ton), in 1831 gebouwd.

Op 13 februari 1834 wordt dit schip ter hoogte van Scheveningen overzeild. De bemanning wordt door een vissersboot gered en in Scheveningen aan land gezet. Als dank voor deze redding zien we in het Handelsblad een dankbetuiging geplaatst, bedoeld voor schipper Oosterhout. Deze dankbetuiging is ondertekend door stuurman J.D.Bos. In mei van dat jaar krijgt hij zijn eerste schip als kapitein. Het is de nieuwe schoenerkof “Drie Gebroeders”. Hij zal dit schip voeren tot het najaar van 1837. In die periode zien we verschillende Terschellingers op dit schip, o.a.:

Cornelis J.Doeksen, 16 jaar, als jongen. Deze latere gezagvoerder verongelukt in 1866 met de bark “Amsterdam”.(zie ook aldaar).

... een aantal personen uit lagere rangen ...

...als stuurman zien we de Terschellinger Sies Jans Rotgans, een latere gezagvoerder, die we elders in dit boek nog zullen tegenkomen. Sies Jans Rotgans is 31 jaar als hij als stuurman op de “Maria” vaart.

In 1839 overgeplaatst op het brikschip “Anna en Susanna”, vaart kapitein Bos op West-Indië. Met de regelmaat van de klok zien we zijn vaak snelle reizen naar Suriname. Zijn broer Daniël is dan eerste stuurman op dit schip. Als de “Anna en Susanna” in het najaar van 1841 weer naar Suriname vertrekt, zou dit voor kapitein Bos de laatste reis worden als bevelhebber op de “Anna en Susanna”. Een nieuw schip van zijn rederij zou gereed zijn bij zijn terugkeer en dit schip zou dan door hem gevoerd worden. Zo was dit beslist door zijn reder. Ook op deze reis was zijn broer Daniël weer eerste stuurman. Maar voor zijn vertrek bleek het, dat Daniël erg tegen de reis opzag en liever niet met het schip meewilde. Zijn moeder wist hem te overreden en haar argument dat bij terugkeer van deze reis, Jan het nieuwe schip zou krijgen en hij, Daniël’ dan zeker kapitein zou worden op de “Anna en Susanna”, deed Daniël uiteindelijk toch maar besluiten om de reis mee te maken. Zou Daniël een voorgevoel hebben gehad van deze ongeluksreis? Volgens een scheepstijding van januari 1842 werd de “Anna en Susanna” als vermist gemeld. Verondersteld werd, dat de brik in december 1841 op de Oceaan in een vliegende storm was gebleven. Het was de laatste reis geweest van de beide broers Jan en Daniël Bos.”

Het artikel bevat afbeeldingen van het brikschip “Anna en Susanna” en de kof “Drie Gebroeders”.  Wat betreft de aarzelingen van Daniël en de rol van de moeder wordt geen bronopgave verstrekt.

 

 

Datum vanaf: 1837
Kapitein: Bos, Jan Daniels
Overige informatie: 0

Familiegegevens en opleiding

Siebe Jans Rotgans werd geboren te Terschelling op 21 februari 1807 en overleed op 12 december 1850 aan boord van de "Maria". Hij was van oktober 1828 matroos op de "Marten en Jan" en vanaf oktober 1828 matroos op de "Noord-Holland". Hij was lid van het Amsterdamse zeemanscollge "Zeemanshoop" met vlagnummers 863 resp.477. Hij was gezagvoerder op de schoenerkof "Maria", (gebouwd in 1837) van 1839-1850.

Informatie van mevr. M.J.M.Weber, Hilversum. April 1999.

Siebe trouwde te Amsterdam op 11 maart 1840 met Neeltje Meinderts Ste(e)rel, 29 jaar, geboren op 16 oktober 1810 en overleden in november 1873 (info C.J.Stada te Kropsholt, januari 2003) en 118

 

Foto incl. levensbeschrijving (nr.126) beschikbaar van S.I.Rotgans. (niet duidelijk of dit Sies Jans of Siebe Jans is)047.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

S.J.Rotgans (adres bij H.Oudewortel) werd met vlagnummer 477 per 09 juli 1839 ingeschreven als effectief lid van Zeemanshoop op voordracht van S.J.Rotgans. Zijn schip was de "Maria". Toegevoegd is "overleden"002. Ten tijde van de inschrijving was Rotgans 32 jaar en ongehuwd. Het jaar daarna, toen hij 33 was, trouwde hij en zijn vrouw was toen 30 jaar. Uit dit huwelijk kwam een zoon in 1840002a.

In de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege “Zeemanshoop” van 02/09 juli 1839 werd als effectief lid voorgedragen/benoemd Siebe Jans Rotgans Jz, oud 32 jaar, voerend de kof “Maria”, wonend op Terschelling en met adres bij de heer H.Oudewortel te Amsterdam, op voordracht van kapitein S.J.Rotgans023.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 27 maart 1850 staat een verzoek om uitkering door S.J.Rotgans. Het Bestuur gaat accoord voor 12 maanden “mits overleggende bewijs van voortdurende omgesteldheid.”042.

In de notulen van de Bestuursvergaderingen van Zeemanshoop dd 03/30 januari 1851 wordt een uitkering toegekend aan de weduwe S.J.Rotgans geb. N.Sterel voor haar en 4 kinderen ingaande 01 februari 1851.042

 

In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 18 februari 1851 staat vermeld dat per 01 februari 1851 aan de weduwe van kapitein S.J.Rotgans een uitkering is toegekend voor haar en 4 kinderen.023.

 

De schepen van de kapitein

lid van het college Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer              j aren          type                 scheepsnaam                                       naam reder/boekhouder

      477                       1839-1850    kof                  Maria                                                    P.Craandijk Jr

 

Bouma025 vermeldt S.J.Rotgans Jz als gezagvoerder gedurende:

*   1843 t/m 1851 van de bark/galjoot “Maria”, gebouwd in 1837 te Amsterdam, 140 ton o.m., varend voor P.H.Kraandijk Jr te Amsterdam.

 

Overige bijzonderheden

S.J.Rotgans Jacz was in 1837 stuurman op de "Edams Welvaren" onder gezag van kapitein Jacob Meyer op een reis naar Suriname en de Nederlandse Antillen010-p.50.

 

In het Archief van de Waterschout in het RANh te Haarlem (391-19) van 1846 trof ik twee vermeldingen aan van het vertrek van de kof “Maria” onder kapitein Siebe Jans Rotgans per 24 maart resp. 10 november 1846.(andere jaargangen van het Register niet nagezocht.)

 

 

Datum vanaf: 1839
Kapitein: Rotgans, Siebe Jans

 

Familiegegevens en opleiding

Cornelis Cornelisz Ruige werd geboren te Terschelling op 21 juni 1821. Bij de deelname aan het Weldadig Zeemans Fonds per 20 juni 1854 was hij ongehuwd, maar hij trouwde later met Jetske Gerrits Mulder, geboren te Capelle aan de IJssel op 03 oktober 1832. Toegevoegd is: “den 11 April 1856 Voor de Voortde deelne bedankt”003.

 

Cornelis Cornelisz Ruige werd geboren op 27 juni 1821 te Terschelling als zoon van Cornelis Iemkes Ruige en Klaaske Cornelis Cupido.

Hij huwde voor de eerste maal op 30 december 1846 met Geertje Zorgdrager, geboren te Terschelling op 01 juli 1825 als dochter van Cornelis Cornelis Zorgdrager (landbouwer) en Antje Jacobs Wagenaar en overleden te Lies (Terschelling) op 27 december 1847.

Na haar overlijden huwde Cornelis Ruige voor de tweede maal op 11 april 1856 te Alblasserdam met Jetske Mulder, geboren op 03 oktober 1833 te Terschelling als dochter van Gerrit Jans Mulder (zeeman) en Trijntje Wigles Swart en aldaar overleden op 03 oktober 1914.

Cornelis overleed op 18 maart 1884 te Bridgetown op Barbados in een particulier ziekenhuisje en werd aldaar begraven op 19 maart 1884

 

Cornelis Cornelisz. Ruijg, koopvaardijkapitein, geboren te Terschelling rond 1822, wonende aldaar, zoon van Cornelis Jemkes Euijg en Klaaske Cornelis Cupido062.

 

                            

 

 

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

C.C.Ruige werd met vlagnummer 866 per 10 februari 1852 effectief lid van Zeemanshoop op voordracht van kapitein G.E.Swart. Zijn schip ten tijde van de inschrijving was de "Maria". Toegevoegd is "bedankt".002. Ten tijde van de inschrijving was Ruige 30 jaar002a.

In de notulen van de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop dd 03/10 februari 1852 werd als effectief lid voorgedragen/benoemd Cornelis Cornelis Ruige, oud 30 jaar, voerend de schonerkof “Maria”, wonend te Terschelling, op voordracht van kapitein kapitein G.E.Swart.023.

 

C.C.Ruige was effectief lid van Zeemanshoop in de periode 1852 t/m (minstens) 1871 (wellicht 1884) met de vlagnummers 866 (1852 t/m 1854) en 472 (1854 t/m minstens 1871)

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

Geen

 

De schepen van de kapitein

Vermelding in de Amsterdamsche Almanak voor Koophandel en Zeevaart001:

vlagnummer                 jaren         type                 scheepsnaam                                       naam reder/boekhouder

       866                     1852-1853    sch.kof           Maria                                                    geen opgave

       472                     1854-1856    bark                Stad Leyden                                        Craandijk & Dercksen

                                     1857-1866    fregat              Hollandia                                             idem

                                     1867-1871    geen vermelding van schip en boekhouder

 

Bouma025 vermeldt C.C.Ruige als gezagvoerder gedurende:

*  1852 t/m 1854 van de bark/galjoot “Maria”, gebouwd in 1837 te Amsterdam, 140 ton o.m., varend voor P.H.Kraandijk Jr te Amsterdam;

*  1855 t/m 1857 van het 3/mschip “Stad Leyden”, gebouwd in 1854 te Monnikendam door scheepsbouwmeester P.Kater, 436 ton o.m., varend voor Craandijk & Dercksen te Amsterdam;

*  1859 t/m 1867 van het fregat “Hollandia”, gebouwd in 1858 te Monnikendam, 567 ton o.m., varend voor Craandijk & Dercksen te Amsterdam;

*  1877 t/m 1880 van de bark “Vesta”, gebouwd in 1855 te Alblasserdam, 437 ton o.m., varend voor Craandijk & Derckesen te Amsterdam. Het schip werd in 1880 te Macassar afgekeurd en verkocht;

*  1881 t/m 1884 van de bark “Clara” ex Springbok, gebouwd in 1862 te Sunderland, 293 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Terschelling. Het schip voer in 1885 voor J.J.v/d Berg te ’s Gravenhage en was herdoopt in “Cornelis”.

 

Vermelding van vertrek en aankomst te Amsterdam093

Naam kapitein                             Naam schip                          vertrek                                              aankomst

C.Ruige                                         Hollandia                             29 juni 1860                                    12 mei 1862

                                                       Hollandia                             29 oktoberr 1862                            niet vermeld

                                                       Hollandia                             08 december 1864                          29 maart 1867

 

Cornelis Cornelisz Ruige was kapitein op de volgende schepen:

"1853-1854 op de schoenerkof "Maria" gebouwd in 1837, 140 ton, reders Craandijk & Dercksen te Amsterdam. Het bevel over dit kofschip nam hij in 1853 over van kaptein C.C.Rotgans, eveneens Terschellinger van geboorte. De "Maria" is in 1856 op reis van Amsterdam naar Dantzig op de Noordzee vergaan. Het volk werd gered (Kapitein was H.Meyer).

1854-1857       op de "Stad Leyden", een fregat, groot 230 last (436 ton), gebouwd in 1854 op de werf J.de Kater (of J.J. Kater Pz) te Monnikendam, reders Craandijk & Dercksen te Amsterdam. Kapitein Ruige haalde dit schip nieuw van de werf. ...

1858-1867       op de "Hollandia", een driemast clipperfregat van 459 ton, waarvan in 1857 de kiel werd gelegd op de werf van J.de Kater te Monnikendam. Ook dit schip was van de reders Craandijk & Dercksen te Amsterdam. In 1876 werd de "Hollandia" na averij aan de Kaap afgekeurd en verkocht.

1877-1880       Op de "Vesta", een bark, groot 231 last (437 ton), gebouwd in 1855 te Alblasserdam door de werf van C.Smit. In 1876 werd deze bark door de Amsterdamse reders Craandijk & Dercksen aangekocht van de reder T.Schol, eveneens te Amsterdam. De "Vesta" werd in 1880 te Maccassar afgekeurd ...(zie ook bij C.A.Bakker).

1881-1884       op de "Clara", ex "Springbok", een bark van 293 ton, gebouwd in 1862 en door kapitein Ruige in 1880 te Liverpool aangekocht. In 1885 ... verkocht aan de reder J.J.van der Berg en hernoemd "Cornelis". (Kapitein Poldervaart.) ..10-p.60/64

 

Overige bijzonderheden

Nadat kapitein Ruige in 1867 het bevel over de "Hollandia" aan zijn opvolger, kapitein G.G.J.Westerveld, had overgedragen, vestigde hij zich op zijn geboorte-eiland Terschelling. Voordien was hij tijdelijk woonachtig geweest in Alblasserdam. Deze verplaatsing naar het eiland was kennelijk als blijvend bedoeld, maar het lot zou anders beslissen. In de periode, dat hij op Terschelling woonde, bekleedde kapitein Ruige verschillende openbare functies, waarvan zijn lidmaatschap van de gemeenteraad de belangrijkste was. Als raadslid ijverde hij sterk voor verbetering van het zeevaartkundig onderwijs en daarmee in verband staande voor de bouw van een zeevaartschool. In de raadsvergadering van 19 november 1871 vraagt Ruige om, in navolging van het buureiland Vlieland, ook op Terschelling zo spoedig mogelijk te zorgen voor een dergelijk instituut. Reeds in 1872 wordt er een commissie gevormd, die tot taak heeft de mogelijkheden om tot de bouw van een zeevaartschool te komen, nader uit te werken. Klaarblijkelijk loopt alles vrij vlot, want op 1 januari 1875 wordt de school geopend, waaraan Ruige ook enige tijd leraar zal zijn. In dat jaar zien we de heer Ruige nog benoemd als lid van de schoolcommissie. een toeziend orgaan van het zeevaartkundig onderwijs. Van 1869-1876 was kapitein Ruige lid van de plaatselijke commissie van het reddingswezen. Als kapitein Ruige in deze periode, door lenen aan een onbetrouwbare vriend, veel van zijn spaarpenningen verliest, is hij genoodzaakt in 1877 weer bij zijn vroegere rederij, de reders Craandijk & Dercksen te Amsterdam, te monsteren. Hij krjgt dan het bevel over de bark "Vesta" en voert dit schip tot 1880. In dat jaar koopt hij in Liverpool de bark "Springbok" en noemt het schip "Clara", naar zijn oudste dochter. De "Clara" krijgt Terschelling als thuishaven. Als kapitein-reder maakt hij met de "Clara" reizen naar Spanje, Afrika, Zuid-Amerika en Ned.West-Indië. In het begin van het jaar 1884 vertrekt kapitein Ruige van Amsterdam voor een reis naar Suriname. Zijn veertienjarige dochter smeekt hem dan de reis te mogen meevaren, wetende dat haar vader ziek is. Haar moeder geeft haar geen toestemming. In de "West" verergert de ziekte van kapitein Ruige en hij is genoodzaakt op Barbados zijn schip te verlaten. In Bridgetown wordt hij in een particulier ziekenhuisje opgenomen en verpleegd. Het mag niet baten. Op 18 maart 1884 sterft kapitein Ruige en de daaropvolgende dag wordt hij te Bridgetown begraven. Zij schip, de "Clara", wordt in december 1885 door zijn eerste stuurman thuisgevaren en ... verkocht aan de reder J.J.van der Berg, die het schip herdoopt in "Cornelis". In 1893 wordt het schip ... te Monster gesloopt010-p.60/64.

Het artikel in “Terschelling buitengaats” van Dekker & Rogge, 1972, bevat een foto van Cornelis Cornelisz Ruige.

(zie ook: "Het zeevaartkundig onderwijs op Terschelling" door P.van Leunen in Cornelis Douwe nr.17 juni/juli 1966 pp.328-337.

     Van 1859-1871 had Terschelling één rederij nl. W.W.Rotgans en J.G.Rotgans. Van 1872-1881 was Terschelling "rederloos", maar van 1881-1884 zien we kapitein C.C.Ruige als reder met zijn schip, de bark "Clara", ex "Springbok", 293 ton, gebouwd in 1862, aangekocht in Liverpool010-p.14.

 

 

Datum vanaf: 1852
Kapitein: Ruige, Cornelis Cornelisz

Familiegegevens en opleiding

Geen

 

De schepen van de kapitein

Kapitein H.Meyer was gezagvoerder van de kof "Maria" die in 1856 op een reis van Amsterdam naar Dantzig op de Noordzee is gezonken. Hij volgde kapitein Cornelis Cornelisz Ruige op als gezagvoerder van de "Maria".010-p.42 en 010-p.60.Zie ook bij Jan Daniëls Bos.

 

Bouma025 vermeldt H.Meyer als gezagvoerder gedurende:

*    1855 t/m 1856 van de bark-galjoot “Maria”, gebouwd in 1837 te Amsterdam, 140 ton o.m., varend voor P.H.Kraandijk Jr te Amsterdam. Het schip is in september 1856 in de Noordzee gezonken. De bemanning kwam in Mandal aan land;

*    1858 t/m 1860 van de 2/msch. “Egmond” ex Raphael, gebouwd in 1839 te Bordeaux, 129 ton o.m., varend voor Craandijk & Dercksen te Amsterdam.

 

Overige bijzonderheden

Geen

 

 

Datum vanaf: 1855
Kapitein: Meyer/Meijer, H.

Monsterrollen

Opgemaakt Amsterdam
Datum: 1837-08-05
Scheepsnaam voorvoegsel:
Scheepsnaam: MARIA
Schipper: Bos, Jan Daniels
Scheepstype: kof
Grootte:

Bekijk alle monsterrollen Bekijk alle monsterrollen
Kroniekberichten

Toon kroniekberichten
Akten

GEMEENTEARCHIEF Amsterdam
archiefnummer 5074 – 1420 – 1837 – no. 16

BIJLBRIEF Maria

plaats en datum acte Amsterdam, 29 april 1837

type schip kofschip

kapitein

Bouwwerf Ferdinand Graauw, scheepsbouwmeester te Amsterdam,
werf de kleine Boot

Eigenaar P. Craandijk Jr, Amsterdam

te voeren door kapt. Jan Daniel Bos

grootte in tonnen 133 ton / 70 lasten

tuigage / aantal dekken

afmetingen

kiellegging 24 januari 1833

tewaterlating 28 maart 1837

plaats / nr van registratie Amsterdam, deel 33 folio 270 recto vak 3

datum registratie 1 mei 1837

notaris

prijs

bijzonderheden B & W van Amsterdam verklaren op 5 mei 1837, dat het schip
volgens de Stads Courant No. 76 op 31 maart 1837 is te water
gelopen


Naam MARIA
Archiefinstelling Stadsarchief Amsterdam
Jaar 1837
Toegang 5074
Inventaris 1420
Klik hier om de originele akte te bekijken

Stadsarchief Amsterdam Archiefnummer AMS 5074.1417.1837.16

deel VII, foto 1- 094, 095
CEDULE

Naam schip MARIA

plaats en datum acte eigendomsbewijs, Amsterdam, 29 april 1837

type schip kof

bouwwerf/verkoper niet vermeld

gevoerd door kapt.

eigenaar/koper Pieter Craandijk Jr., Amsterdam, enig eigenaar

te voeren door kapt. Jan Daniel Bos

grootte in tonnen 70 lasten of 133 zeetonnen

tuigage / aantal dekken twee masten, een dek

afmetingen

kiellegging

tewaterlating gebouwd te Amsterdam

plaats / datum registratie Amsterdam, 1 mei 1837

nummer registratie deel 33, folio 270, recto, vak 4

notaris Regtbank van Eerste Aanleg, Amsterdam

prijs

Bijzonderheden: getoond wordt de bijlbrief; het schip is gebouwd voor rekening van de bovengenoemde enig eigenaar en ligt thans te Amsterdam.
De datum van de acte is NIET de datum van de transactie. De juiste datum vindt men in Amsterdam AB 1819-1838.
De eed wordt afgelegd door Antonie Coenraad Strumphler, Amsterdam voor en namens de bovengenoemde eigenaar.


1837.05.10 Eerste zeebrief voor een kof MARIA, kapt. J.D. Bos


researcher/datum research: ML / 240416

Naam MARIA
Archiefinstelling Stadsarchief Amsterdam
Jaar 1837
Toegang 5074
Inventaris 1418
Klik hier om de originele akte te bekijken

Noord-Hollands Archief - Haarlem Archiefnummer Amst.198.3180-1851.36
DVD XI – 851
ACTE KOOP/VERKOOP

Naam schip MARIA

plaats en datum acte onderhandse verkoop/koop, ’s-Gravenhage, 2 oktober 1851

type schip kof

bouwwerf/verkoper scheiding van de nalatenschap van wijlen Pieter Craandijk Jr.

gevoerd door kapt.

eigenaar/aankoper het schip werd bij deze scheiding toebedeeld aan Pieter Hendrik Craandijk, reder te Amsterdam

te voeren door kapt.

grootte in tonnen

tuigage / aantal dekken

afmetingen

kiellegging

tewaterlating

plaats / datum registratie ’s-Gravenhage, 4 oktober 1851

nummer van registratie deel niet vermeld

notaris Johannes Jacobus Verwoert, notaris te ‘s Gravenhage

prijs NLG.

Bijzonderheden: de acte vermeldt geen enkele bijzonderheid over het schip.







researcher/datum research: ML / 110908

Naam MARIA
Archiefinstelling Noord-Hollands Archief, Haarlem
Jaar 1851
Toegang 198
Inventaris 3180

Noord-Hollands Archief, Haarlem Archiefnummer AMS.198.3171.1851.36
foto IMG 9224 - 9227

CEDULE

Naam schip MARIA

plaats en datum acte eigendomsbewijs, Amsterdam, 28 november 1851

type schip kof

gevoerd door kapt.

eigenaar/koper zie bijlage

te voeren door kapt. J.J. Rotgans

grootte in tonnen 69 lasten of 130 zeetonnen

tuigage / aantal dekken twee masten, een dek

afmetingen

kiellegging

tewaterlating gebouwd te Amsterdam

plaats / datum registratie Amsterdam, 28 november 1851

nummer registratie deel 62, folio 114, verso, vak 3

notaris Arrondissements Rechtbank, Amsterdam

prijs

Bijzonderheden: getoond wordt een resolutie; het schip is thans op reis van Suriname.
De datum van de acte is NIET de datum van de transactie. De juiste datum vindt men in Amsterdam AB 1838-1868.
De ware woorden worden gesproken door Pieter Hendrik Craandijk, voor zich en voor en namens zijn in de bijlage vermelde mede-eigenaren.
De MARIA had reeds een zeebrief, uitgereikt op 5 december 1848 onder no. 714, volgens resolutie van de minister van financiën van 28 juli 1851 no.44.



researcher/datum research: ML / 110217



Bijlage bij eigendomsbewijs 36 van 1851, kof MARIA
eigenaren per ultimo november 1851:

Pieter Hendrik Craandijk, Amsterdam (boekhouder en 4/8e part)
Vrouwe Maria van Coppenaal, vroeger weduwe van Pieter Craandijk Jr., doch thans echtgenote van Wouter Cool, ’s-Gravenhage (3/8e part)
Mevr. Wed. Jacobus Medendorp, geboren Zijtsema, Amsterdam (1/8e part)
(opm: de drie bovengenoemde personen hebben het schip bij boedelscheiding toebedeeld, dan wel door deelneming in deze rederij gekregen)

ML / 110217

Naam MARIA
Archiefinstelling Noord-Hollands Archief, Haarlem
Jaar 1851
Toegang 198
Inventaris 3171

Bronnen

Jaar: 0000
Bron: ARCHIEF Gemeente Amsterdam
Omschrijving: BIJLBRIEF: archiefnummer 5074 – 1420 – 1837 – no. 16