Familiegegevens en opleiding
Derk Hindriks Puister, schipper, werd geboren/gedoopt te Veendam op 12/15 augustus 1779.
Hij trouwde op 22 oktober 1809 te Veendam met Roelfje Geerts Kram, dochter van Geert Jans Kram en Hillegien Tiessens.
Derk overleed te Veendam op 20 juli 1861.
Uit: "Puister. Een Gronings Veenkoloniaal Geslacht" door H.Puister Az (†) en Drs.A.T.Puister. Wassenaar 1985. Typoscript, 130 pp. (CBG-G/Puis).
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt D.H.Puister als gezagvoerder gedurende:
* 1821 t/m 1833 van de smak “Goede Hoop”, bouwjaar niet vermeld, 92 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Veendam. Het schip werd in de periode 1821 t/m 1824 3 maal te Harlingen geregistreerd, komend van Noorwegen; in de periode 1826 t/m 1830 2 maal, komend van Londen en Danzig; in de periode 1831 t/m 1833 1 maal, komend van Danzig. Het schip ging in 1833 verloren;
* 1835 t/m 1838 van de kof “Roelina Jettina”, gebouwd in 1834, bouwplaats niet vermeld, 68 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Veendam.
In het Archief van de Waterschout op het Stadsarchief van Amsterdam bevinden zich monsterrollen op naam van kapitein Dirk H.Puister op de:
“Goede Hoop”, dd 25 april 1814 en 01 maart 1816.
Overige bijzonderheden
Leeuwarder Courant 02 april 1819114
Harlingen. Den 21 maart ….
Den 23 dito uitgezeild het smakschip GOEDE HOOP, kapt. Dirk H. Puister, met granen naar Londen, en de tjalkschepen de JONGE HENDRIK, kapt. Gerrit Teunis Nijland, en de VROUW JELTJE, kapt. Jan H. Zeeven, met ballast naar Noorwegen; het tjalkschip de GOEDE VERWACHTING, kapt. Hendrik A. Bleeker, met pannen, steen en cichorei naar Hamburg. …
Rotterdamsche Courant 04 januar 1821114
Rotterdam, 3 januari. Het smakschip de GOEDE HOOP, gevoerd bij kapt. D.W. Puister, komende uit Noorwegen, geladen met hout, in de laatste week van December 1820, met een storm uit het Oosten, voor de kust bij Scheveningen ten anker gelegen hebbende, is op den eersten dezer een vissersvaartuig van dat dorp, gevoerd bij Job den Dulk Cz, aan boord gevaren; het schip was overweldigd door het ijs, en de schepelingen hadden groot gebrek aan spijzen; men heeft hen van het nodige voorzien en twee visserslieden zijn als loodsen aan boord gebleven, om het schip in een der Hollandse havens binnen te brengen.
Leeuwarder Courant 03 april 1821114
Harlingen. ….Den 26 dito binnen gekomen het kofschip de VERWACHTING, kapt. Steeven de Vries, met looderts en zout van Liverpool. Uitgezeild het sloepschip UNION, kapt. A. Gallaway, met boter &c. naar Londen; de smakschepen de GOEDE HOOP, kapt. D.H. Puister, de DAGERAAD, kapt. Jan A. Smit, de VROUW MARGERETHA, kapt. E.A. Pot, alle drie met ballast op avontuur…..
Leeuwarder Courant 24 april 1821114
Harlingen….. Den 21 dito binnen gekomen de smakschepen de TWEE GEZUSTERS, kapt. D.D. Visser, met tarwe uit de Oostzee, de VROUW LUBBEGINA, kapt. J.E. Bart, de VROUW ETTINA, kapt. A.J. Seeman de GOEDE HOOP, kapt. D.H. Puister, de VROUW JANTJE, kapt. A.J. Jonkhoff, het schonerschip ELISET, kapt. C. Nielsen, alle met hout van Noorwegen, het smakschip de TWEE GEBROEDERS, kapt. Jacob Swiers, met zout van Liverpool.
Leeuwarder Courant 11 mei 1821114
Harlingen.
….Den 2 dito uitgezeild de kofschepen VRIESLANDS WELVAREN, kapt. Fokke D. van Veen, ALIDA CLASINA, kapt. L. Tiktak, de smakschepen de VROUW MARTHA, kapt. D.C. de Groot, LUBBEGINA, kapt. J.E. Bart, de TWEE GEBROEDERS, kapt. Jacob Sweerds, de VROUW RIKA, kapt. Rente E. Zoutman, de GOEDE HOOP, kapt. D.H. Puister en het brikschip de NOORDSCHE PLOEG, kapt. Soren Paulsen, alle met ballast op avontuur…..
Leeuwarder Courant 29 mei 1821114
Harlingen. Den 21 mei…..
…..Den 24 dito binnen gekomen het kofschip HOOP EN VREES, kapt. IJ.P. Piebes, het tjalkschip WILHELMINA, kapt. D.D. de Jong, de smakschepen de GOEDE HOOP, kapt. D.H. Puister, de DAGERAAD, kapt. J.A. Smit, de VROUW RIKA, kapt. R.F. Zoutman, DIANA, kapt. W.J. Stuit, ALLEGONDA HILEGINA, kapt. E.F. Kuilema, de VROUW CATHARINA, kapt. H. Sleehuis, de GOEDE VERWAGTING, kapt. J.H. Middel, alle met hout van Noorwegen…..
Leeuwarder Courant 10 juli 1821114
Harlingen.
…..Den 25 dito binnen gekomen de smakschepen de VROUW LUBBEGINA, kapt. Jan E. Bart, de VROUWE CHATARINA, kapt. H. Slehuis; het tjalkschip WILHELMINA, kapt. Dirk de Jong, alle drie met hout van Noorwegen, het sloepschip SWIFT, kapt. Enos Page, met ballast van Londen. Uitgezeild de smakschepen DIANA, kapt. W.J. Stuit, de TWEE VRIENDEN, kapt. R.J. Boeling, ELSINA, kapt. F.G. Pekelder, alle met ballast op avontuur, de GOEDE HOOP, kapt. D.H. Puister, de kofschepen de JONGE ENGBERDINA, kapt. J.H. Mulder, de JUFVROUW BIBIANA, kapt. Israel H. Uiling, alle drie met dakpannen op avontuur, de JONGE CORNELIA, kapt. Jelle Haijes van der Laan, met ballast op avontuur……
Familiegegevens en opleiding
Geert Derks Puister werd geboren op 28 november 1811 te Veendam als zoon van Dirk Hindriks Puister, schipper, en Roelfjen Geerts Kram.
Hij huwde te Veendam op 06 januari 1841 te Veendam met Rijka Jans Puister. Hij was van 1845-1859 kapitein/reder van de kof "Rieka" en van 1863-1866 van de schoener "Rieka".
Uit: "Puister. Een Gronings Veenkoloniaal Geslacht" door H.Puister Az (†) en Drs.A.T.Puister. Wassenaar 1985. Typoscript, 130 pp. (CBG-G/Puis).
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt G.D.Puister als gezagvoerder gedurende:
* 1839 t/m 1844 van de kof “Roelina Jettina”, gebouwd in 1834, bouwplaats niet vermeld, 68 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Veendam. Het schip is in 1844 gezonken in het ijs bij Kroonstad;
* 1845 t/m 1853 van de “Rieka”, gebouwd in 1841, bouwplaats en type niet vermeld, 103 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Veendam;
* 1854 t/m 1860 van de kof “Rieka”, gebouwd in 1845 te Veendam, 96 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Veendam; Het schip zonk in januari 1860 bij Kaap St.Vincent;
* 1863 t/m 1869 van de 2/msch “Rieka”, gebouwd in 1861 te Veendam, 167 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Veendam. Het schip is in 1869 gezonken.
Overige bijzonderheden
In een extract uit het Journaal van het kofschip “Rieka”, kapitein Geert Derks Puister, wordt het overlijden op 11 0ktober 1848 van een matroos gemeld op een reis van Koningsbergen naar Amsterdam, zeilende ter hoogte van 55030’NB/18o05’OL 115