Inloggen
ZEEUW (DE) - ID 9690


In dienst
Onder Nederlandse Vlag tussen:1837-03-20 / 1838-04-08 | Reden uitgevlagd: Verongelukt of vermist (zie final fate)

Identification Data

Bouwjaar: 1837
Categorie: Cargo vessel
Voorstuwing: Sailing Vessel
Type: Fregat
Masten: Three masts
Material Hull: Wood
Construction Data

Scheepsbouwer: Commercie Compagnie, Middelburg, Zeeland, Netherlands
Delivery Date: 1837-00-00
Technical Data

Gross Tonnage: 471.00 lasts
 
Zeebrieven en Turksche passen

Record type Zeebrief
Zeebrief jaar: 1837
Datum agenda: 1837-03-20
Register nr: 18370093
Scheepsnaam: ZEEUW
Type: Fregat
Lasten: 471
Gebouwd in provincie: Zeeland
Gebouwd in binnen- of buitenland: Binnenlands
Zeebrief / Turksche pas verzocht door: Broecke, Luteijn en Schouten, van den
Plaats: Middelburg
Kapitein op moment van verzoek: Hofsteede, J.J. ter
Opmerkingen: Eerste zeebrief

Ship History Data

Date/Name Ship 1837-03-20 DE ZEEUW
Manager: Firma Van den Broecke, Luteyn en Schouten, Middelburg, Zeeland, Netherlands
Eigenaar: Firma Van den Broecke, Luteyn en Schouten, Middelburg, Zeeland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Middelburg / Netherlands

Ship Events Data

1837-06-15: Damaged
Middelburg, 28 augustus. De 15e juni is het schip de ZEEUW, kapt. J.J. ter Hofsteede, van deze stad naar Batavia, met schade aan tuig te Bahia binnengelopen.
1838-04-08: Final Fate: Stranded

Zierikzee, 10 april. In de morgen van zondag den 8 dezer, is op de Banjaard, bij het eiland Schouwen, gestrand het fregatschip DE ZEEUW, kapt. O.F. Kamp (voor kapt. J.J. ter Hofsteede, welke gedurende de reis met nog zes manschappen, zo aan boord als in de hospitalen te Batavia en St. Salvador, zijn overleden), geladen met koffie, suiker, enz., op deszelfs reis van Batavia naar Middelburg.

Gezagvoerders

Familiegegevens en opleiding

Jannes Jansen ter Hofsteede werd geboren te Deventer op 06 november 1793.

Hij trouwde met Trijnke Buurman, geboren op Schiermonnikoog op 24 mei 1794. Zij overleed op 09 april 1874.118

Jannes overleed in 1838.003

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

J.J.ter Hofsteede werd met nr.329 effectief lid van Zeemanshoop per 15 juni 1830 op voorspraak van J.C.Topper. Een schip is niet vermeld002.

In de Algemene Vergaderingen van 08/15 juni 1830 van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop werd met vlagnummer 329 voorgedragen/benoemd kapitein Jannes Jansen te Hofsteede, oud 36 jaar, wonende te Middelburg en met als adres kapitein J.C.Töpper te Amsterdam, voerende het fregat dee Zeeuw onder directie van van den Broeke Luteijn & Schouten te Middelburg, op voordracht van kapitein J.C.Töpper023.

Jannes werd deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop per 17 juni 1830003

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 31 mei 1838 staat een verzoek van Broeke, Luteijn & Schouten uit Middelburg om onderstand toe te kennen aan de weduwe van kapitein J.J. ter Hofstede voor haar en 6 kinderen. Dit wordt gehonoreerd in de vergadering van 28 juni 1838 ingaande 01 februari 1838.118.

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 25 april 1861 verzoeken de weduwen A.Ritchie en J.J. ter Hofsteede “voor haren uitkeering te mogen assigneren”. Het verzoek is reeds beantwoord door de secretaris.042

 

In de notulen van de Algemene Vergadering van 14 augustus 1838 staat het verzoek van de weduwe van kapitein J.J.Hofsteede om een uitkering, die wordt toegestaan023.

 

De schepen van de kapitein

lidmaatschap College Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer001                jaren           type       scheepsnaam    naam reder/boekhouder

        329                       1830-1835     fregat    de Zeeuw           van den Broeke, Luteyn en Schouten te Middelburg

        218                            1836           geen vermelding van schip en boekhouder

                                            1837          fregat    de Zeeuw           van den Broeke, Luteyn en Schouten te Middelburg

 

Bouma025 vermeldt kapitein J.J.ter Hofstede als gezagvoerder gedurende:

*    1831 t/m 1835 op het 3/m schip de “Zeeuw” ex Robert en Emma, gebouwd in 1817 te Swinemünde, 470 ton o.m., varend voor van den Broecke, Luteyn & Schouten te Middelburg;

*    1836 t/m 1838 op het 3/m schip de “Zeeuw”, gebouwd in 1836 te Middelburg, 900 ton o.m., varend voor Van der Broecke, Luteyn & Schouten te Middelburg. Gestrand op de Banjaard en wrak;

*    Hij vermeldt twee schepen met de naam ”Paramaribo”, beide varend voor van den Broeke, Luteyn en Schouten te Middelburg:

      Het eerste was een fregat, vóór 1816 gebouwd te Swinemünde als “Robert en Emma”, 470 ton o.m.. Hij was kapitein van van 1831-1835.

             Van Sluijs013 vermeldt dat de “Zeeuw” ex Robert & Emma bewapend was met 14 kanonnen. Het schip mat 250 last/254 Roggelasten. Het werd gekocht in 1816 voor ƒ 45.000,- en werd, volgens het Handelsblad van 4 juni 1835, op op 25 juni 1835 te Middelburg geveild. In het NSM zou een aquarel zijn van J.H.Reijgers uit c. 1817 (A1751-1).

*          Het tweede was een fregat, te water gelaten op 24 december 1836 op de werf van Fred Haverkamp te Middelburg013, 900 ton o.m.. Hij was kapitein van 1836 tot aan het vergaan van het schip in 1838 (zie hiervoor de berichten in het Handelsblad).

 

Overige bijzonderheden

Handelsblad 12 april 1838 rubriek Scheepstijdingen

“Vlissingen 9 April. Op het oogenblik vernemen wij met zekerheid, dat het fraai gebouwde koopvaardijschip de Zeeuw, gevoerd door wijlen kapt. ter Hofstede, op de reis van Batavia herwaarts overleden, toebehoorende aan de Heeren Luteyn en Schouten, te Middelburg, hetwelk zijne reis zoverre gelukkig had volbragt, gisteren, op de zandbank de Banjert genaamd , bij Veere, is vastgeraakt, en heden morgen is omgeslagen; men rekent dit schoone schip, hetwelk in het begin van 1837 voor het eerst is uitgezeild genoegzaam verloren, wij hopen dat de equipagie en passagiers zijn gered, men kan echter tot op dit oogenblik niets met zekerheid melden, dan dat het schip op de zandbank is omgeslagen, en de golven over hetzelve heenslaan.

Nadere berichten zoo van Vlissingen, Zierikzee, als van Middelburg, bevestigen het op 9 April op de Banjaart verongelukken van het schip de Zeeuw, wijlen kapt.ter Hofstede van Batavia naar Middelburg; hetzelve was tusschen 8 en 9 uur reeds vol water en is, vervolgens omgeslagen, zoodat het schip totaal weg zal zijn. Equipage en passagiers zijn gered en te Schouwen aangebragt, behalve een jongen en een Engelsche matroos, die daarbij omgekomen zijn”.

 

Handelsblad 14 april 1838 rubriek Scheepstijdingen:

“Middelburg 11 April. Omtrent het treurige voorval, wegens het vergaan van het schip de Zeeuw, waarvan wij reeds melding hebben gemaakt, kunnen wij thans nog meededeelen dat ll Zondag voormiddags, tusschen 11 en 12 uur, na herhaalde malen sedert Donderdag voort gaats te zijn geweest, zonder loodsen aan te treffen, het schip te digt den wal genaderd zijnde, het roer is afgestoten, waarop is afgehouden en het schip in vlot water ten anker is gekomen; doch bij het vallen van den vloed begon hetzelve door de hooge zeeen, te stoten; en bevond zich weldra in zulk eenen gevaarvolle toestand, dat men alleen op levensbehoud moest bedacht zijn. Ten 4 ure in den namiddag besloot men het schip te verlaten; de barkas, met 19 personen, is ten 9 ure des avonds op Schouwen aangekomen; maar de sloep, waarin zich de passagiers bevonden, heeft den geheelen nacht in de branding omgedoold en groote gevaren doorstaan, tot dat de menschen (waaronder zich de equipage van het verbrande schip Diligence van Amsterdam, bevond) des morgens ten 6 ure door een vaartuig zijn opgenomen en naar Zierikzee vervoerd. De giek met de overige manschappen is te Burgsluis aangekomen, en bij deze laatste togt, die zeer gevaarlijk was, is de aan boord geweest zijnde Engelsche loods en een kleine jongen, door vermoeienis, bezweken.

De passagiers, mevrouw Schuurmans met haar drie kinderen en twee bedienden, en kapitein Bos, zijn nog in Zierikzee verbleven. De manschappen uit de barkas en sloep zijn reeds hier aangekomen.

De bodem en lading zijn geheel verloren - Dit schoone schip was in het jaar 1836 alhier nieuw gebouwd, en voer onder de administratie van de Heeren van den Broeke, Luteyn en Schouten, hetzelve vertrok van hier den 18den April 1837, en was den 29sten November van Batavia gezeild, bevracht voor de Nederlandsche Handel-Maatschappij”.

 

“De Vrienden" op de rede van Batavia057:

03 december 1834      "... heden morgen vertrok Capt ter Hofsteede naar Middelburg ...".

      De ledenlijst van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop vermeldt een kapitein J.J.ter Hofsteede, die heeft gevaren voor een Middelburgse reder. Ook van Sluijs013 vermeldt maar één persoon met de naam J.J.ter Hofsteede. Ik neem derhalve aan dat kapitein ter Hofsteede in december 1834 met het fregat “De Zeeuw” op de rede van Batavia lag.

 

J.J.ter Hofstede verzorgde per 15 mei 1829 vanuit Veere met de “Zeeuw” een troepentransport van 110 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 16 september 1829 na 124 dagen.

Per 18 april 1837 vertrok hij wederom vanuit Veere met de “Zeeuw” en een contingent van 8 officieren en 206 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 27 september 1837 na 162 dagen 065.

 

 

Datum vanaf: 1837
Kapitein: Hofste(e)de, Jannes Jansen ter
Overige informatie: 0

Algemene informatie

Zierikzee, 10 april. In de morgen van zondag den 8 dezer, is op de Banjaard, bij het eiland Schouwen, gestrand het fregatschip DE ZEEUW, kapt. O.F. Kamp (voor kapt. J.J. ter Hofsteede, welke gedurende de reis met nog zes manschappen, zo aan boord als in de hospitalen te Batavia en St. Salvador, zijn overleden), geladen met koffie, suiker, enz., op deszelfs reis van Batavia naar Middelburg. De equipage en passagiers, waaronder zich de equipage van het verbrande schip DILIGENCE (opm: fregat, kapt. H. Bos, zie o.a. RC 071237), van Amsterdam bevonden, zijn allen gered en gedeeltelijk hier aangebracht (opm: zie ZZC 150339 en 210539), uitgenomen de Engelse loods en een jongen, die door vermoeienis als anderszins overleden zijn.
Het schip, welke nog maar kortelings te Middelburg gebouwd en deszelfs eerste reis zou volbracht hebben, zal geheel verloren zijn, als ook de lading, waarvan nog weinig of niets geborgen kan worden. Hetzelve moet een geruime tijd voor de wal geweest en tevergeefs op loodsen gewacht hebbende, op gemelde ondiepte zijn geraakt, waarna de sloepen zijn uitgezet en met dezelve een gedeelte der equipage en passagiers, waaronder zich vrouwen en kinderen bevonden, ten getale van 35 personen, met behulp van andere vaartuigen, behouden aan de wal zijn gekomen, met achterlating van meest al hun goederen. Het overige gedeelte der equipage, zijnde de eerste, tweede en derde stuurman en enige matrozen, zijn naderhand mede gered.

Kroniekberichten

Toon kroniekberichten