Familiegegevens en opleiding
Albert Abrahams Hazewinkel werd geboren in 1787 te Veendam als zoon van Jan Abrahams
Hij trouwde op 13 februari 1810 te Windeweer met Etje Egges, geboren ca. 1885 te Kiel-Windeweer. Zij overleed op 27 november 1857 te Veendam, 72 jaar.
Albert overleed op 02 januari 1878 te Veendam, 90 jaar
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
A.Hazewinkel was effectief lid van het zeemanscollege “De Harmonie” te Wildervank met vlagnummer 4 in de periode 1844 t/m 1846.
De schepen van de kapitein
In het Handelsblad dd 07 maart 1832 rubriek Schepen in Lading staat vermeld de “Jonge Gerrit, onder kapitein Albert Hazewinkel.
Bouma025 vermeldt A. Hazewinkel als gezagvoerder gedurende:
* 1824 t/m 1837 op de smak “Jonge Gerrit, gebouwd in 1823, bouwplaats niet vermeld, 50 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Veendam.
* 1838 t/m 1844 van de kof “Jonge Cornelius”, gebouwd in 1837, bouwlocatie niet vermeld, 100 ton, varend vanuit Wildervank, eigenaar niet vermeld;
* 1845 t/m 1846 van hetzelfde schip maar nu varend als kapitein/eigenaar vanuit Veendam. Het schip was in 1846 te koop;
* 1844 van de kof “Jonge Cornelis”, gebouwd in 1837, bouwlocatie niet vermeld, 100 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Veendam.
ik denk dat dit schip dezelfde is als “Jonge Cornelius”.
Monsterrollen op site van het Noordelijk Scheepvaart Museum te Groningen vermelden Albert Hazewinkel op:
30 januari 1819, schip “Jonge Hendrik”, schipper Albert Hazewinkel. Voorts stuurman, kok en een matroos
24 februari 1820, schip “Jonge Hindrik”, schipper Albert Hazewinkel. Voorts stuurman, kok en een matroos.
22 februari 1821, schip “Jonge Hindrik”, schipper Alberrt Hazewinkel. Voorts stuurman, kok en een matroos.
13 februari 1822, schip “Jonge Hendrik”, schipper Alberrt Hazewinkel. Voorts stuurman, kok en een matroos.
20 februari 1823, schip “Jonge Hendrik”, schipper Albert Hazewinkel. Voorts stuurman, kok en een matroos.
10 maart 1824, schip “Jonge Gerrrit”, schipper Albert Hazewinkel. Voorts stuurman, kok en een matroos.
10 februari 1827, schip “Jonge Gerrrit”, schipper Albert Hazewinkel. Voorts stuurman, kok en een matroos.
30 januari 1828, schip “Jonge Gerrit”, schipper Albert Hazewinkel. Voorts stuurman, kok en een matroos.
03 maart 1830, schip “Jonge Gerrit”, schipper Albert Hazewinkel. Voorts stuurman, kok en een matroos.
21 februari 1831, schip “Jonge Gerrit”, schipper Albert Hazewinkel. Voorts stuurman, kok en een matroos.
04 februari 1832, schip “Jonge Gerrit”, schipper Albert Hazewinkel. Voorts stuurman, kok en een matroos.
12 februari 1834, schip “Jonge Gerrit”, schipper Albert Hazewinkel. Voorts stuurman, kok en een matroos.
28 april 1837, schip “Jonge Cornelius”, schipper Albert Hazewinkel. Voorts stuurman kok, matroos en een lichtmatroos.
05 maart 1838, kof “Jonge Cornelius”, schipper Alberrt Hazewinkel.. Voorts stuurman, kok en een matroos.
06 februari 1839, kof “Jonge Cornelius”, schipper Albert Hazewinkel. Voorts stuurman, kok, matroos en een lichtmatroos.
29 februari 1840, kof “Jonge Kornelius”, schipper Albert Hazewinkel. Voorts stuurman, kok en 2 matrozen.
10 februari 1844, kof “ Onderneeming”, schipper Tjakke Jans Hazewinkel. Voorts stuurman Albert Hazewinkel, kok en lichtmatroos.
In de 17 monsterrollen op het overzicht van het Noordelijk Scheepvaart Museum te Groningen wordt gesproken van Albert Hazewinkel.
Het overzicht luidt:
1819-1823 schipper op de “Jonge Hendrik”
1824-1834 schipper op de “Jonge Gerrit”
1837-1840 schipper op de “Jonge Cornelius”
1844 stuurman op de “Onderneeming” onder Tjakke Jans Hazewinkel
In de monsterrollen zijn geen leeftijden en woonplaatsen van Albert Hazewinkel vermeld.
Het Archief van de Amsterdamse Waterschout11a bevat monsterrollen op naam van Albert Hazewinkel van de:
“Jonge Hendrik”, dd 05 oktober 1814; 06 september 1816;
“Jonge Gerrit”, dd 23 juli 1825; 09 februari 1826; 02 oktober 1826; 14 mei 1828; 15 augustus 1836;
“Jonge Cornelis”, dd 12 mei 1838;
“Jonge Cornelia”, dd 10 april 1843.
Overige bijzonderheden
“Albert Abrahan Jans (1787) was kapitein op de kleine kustvaart. Op 14 november 1813 beklom hij de toren van de kerk van Veendam en stak daar de Nederlandse vlag uit ten teken van de bevrijding van het Franse juk. Bij de herdenking van dat feit in 1863 herhaald hij dit vlagvertoon
Uit: Tj.E.Swierstra. De veenkoloniale familie Hazewinkel: geschiedenis en stamboom.
Amsterdam 1997 (op het Centraal Bureau voor Genealogie te Den Haag)
Leeuwarder Courant 30 april 1819114
Harlingen. Den 26 april binnen gekomen de smakschepen VROUW MARTHA, kapt. Dirk Clasen de Groot, HELENA, kapt. B.A. Schuuring, VROUW CATHARINA, kapt. Arend Klaasen, TWEE GEBROEDERS, kapt. Steffen L. Pinksterboer, de WAAKZAAMHEID, kapt. E.M. de Jong, VROUW CATHARINA, kapt. Jacob B. Bondrager, JONGE HENDRIK, kapt. Albert Hasewinkel, en de kofschepen VROUW MARGARETHA, kapt. Harm. J. Mugge, MARIA MAGDALENA, kapt. Lourens Teunis Kerkstra, de JONGE BRINGER, kapt. J.J. Brouwer, alle met hout van Noorwegen. ….
Leeuwarder Courant 11 mei 1819114
Harlingen. Den 6 mei binnen gekomen
Den 8 dito binnen gekomen het kofschip NEPTHUNUS, kapt. H. Harmens, met ballast van Hull, en het smakschip VROUW CHRISTINA, kapt. D. Boetjer met hout van Dantzig (opm: Gdansk). Uitgezeild de kofschepen de VRIENDSCHAP, kapt. Coert W. Stuit, ANNA EN CATHARINA, kapt. Broer P. de Vries, en het smakschip de VROUW CHRISTINA, kapt. Jacob B. Bondrager, alle drie met ballast naar Noorwegen; de schoonerschepen LIVELY, kapt.William Baijes, HOPE, kapt. Enos Page, beide met boter naar Londen, en het tjalkschip de JONGE HENDRIK, kapt. Albert Hasewinkel met ballast naar Noorwegen.
Leeuwarder Courant 02 juli 1819114
Harlingen. Den 24 juni binnen gekomen
Uitgezeild het smakschip de JONGE HENDRIK, kapt. Albert Hasewinkel en de kofschepen de JONGE EPRUS, kapt. Harm de Weerd, JACOBA CATHARINA, kapt. Aaijke E. Nijhoff, alle drie met ballast op avontuur. ….
Familiegegevens en opleiding
Geen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
B.G.Smit (adres van Alphen & Ruijs) werd met vlagnummer 493 per 24 september 1839 ingeschreven als effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop op voordracht van kapitein C.H.Uil. Als zijn schip is vermeld de “Maria”. Toegevoegd is “bedankt” 002. Ten tijde van de inschrijving waren Smit en zijn vrouw 30 resp. 24 jaar. Ingeschreven staat 1 zoon uit 1841002a.
In de Algemene Vergaderingen van 17/24 september 1839 van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop werd als effectief lid voorgedragen/benoemd Bartelt Gerritsz Smit, oud 30 jaar, voerend de kof “Maria”, met als adres de Heeren Ulphen en Ruys, op voordracht van kapitein C.H.Uil023.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van “Zeemanshoop” dd 27 september 1860 vraagt kapitein B.G.Smit om inlichtingen omtrent zijn contributiebetaling nu hij aan de wal is bij de aanbouw van zijn nieuwe schip.042.
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
493 1839 kof Maria geen opgave
1840-1844 kof Maria J.A.& C.M.Simon Thomas
1845-1848 kof Amsterdam Th.le Fèvre
1849 geen vermelding van schip en boekhouder
1850-1853 sch.kof Garonne Simon Thomas & Willink
196 1854-1859 sch.kof Garonne idem
1860-1861 schoner Gebroeders Smit geen opgave
1862-1863 schoner Gebroeders Smit K.Bakker te Sappemeer
Vermelding van vertrek en aankomst in Amsterdam093
Naam kapitein Naam schip vertrek terugkomst
B.G.Smit Gebroeders Smit 20 mei 1861 20 februari 1862
Gebroeders Smit 14 maart 1862 19 september 1863
Gebroeders Smit 25 oktober 1863 1864 (geen datum vermeld)
Van Sluijs013 en Bouma025 vermelden kapitein B.G.Smit van
* 1846-1849 als gezagvoerder van de kof “Amsterdam”(ex Jonge Cornelis), gebouwd in 1837/38, te Hoogezand, 99 ton n.m., varend voor J.A.& C.M(A)?.Simon Thomas te Amsterdam. Van Sluijs vermeldt in 1847 als boekhouder Th.le Fevre.
Bouma025 vermeldt B.G.Smit als gezagvoerder gedurende:
- * 1840 t/m 1845 van de kof “Maria”, gebouwd in 1826, bouwlocatie niet vermeld, 109 ton o.m., varend voor J.A.C. & C.M Simon Thomas te Amsterdam;
- * 1846 t/m 1849 van de kof “Amsterdam” ex Jonge Cornelis, gebouwd in 1838 te Hoogezand, 99 ton o.m., varend voor Simon Thomas te Amsterdam;
- * 1851 t/m 1860 van de kof “Garonne”, gebouwd in 1850 te Hoogezand, 112 ton o.m., varend voor Simon Thomas & Willink te Amsterdam;
- * 1861 van de 2/msch “Gebroeders Smit”, gebouwd in 1861 te Sappemeer, 141 ton o.m., varend voor R.Meihuizen te Sappemmeer;
- * 1862 t/m 1869 van hetzelfde schip maar nu varend voor K.Bakker te Sappemeer (Bouma zegt dat de eigenaar is “K.Bakker (werf)”. Wat die toevoeging “werf” betekent weet ik niet). Het schip werd in 1870 herdoopt in “Vooruit”;
- * 1869 t/m 1871 van de kof “Margaretha”, ex Barend, ex Elsiena Jantina, gebouwd in 1856 te Pekela, 107 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Muntendam;
- * 1872 van hetzelfde schip maar nu varend voor N.Kranenborg te Oostwold.
Overige bijzonderheden
Een aquarel van de schoenerkof “Garonne” bevindt zich in de collectie van het Kapiteinshuis Pekela. Notaris Wortelboer uit Bedum (april 2003) gaf daarbij de volgende toelichting: “groot 59 lasten of 112 tonnen, in 1850 gebouwd te Hoogezand door Jan Ubels van der Werff; kapitein van 1850-1859: Bartholomeus Gerrits Smit (geb. 1809 te Sappemeer; gehuwd te Sappemeer 24 april 1840 met Margaritha Jans Wekenborg. B.G.Smit voer onder rederij van Simon Thomas & Willink te Amsterdam. B.G.Smit was lid van van het zeemanscollege “Zeemanshoop” te Amsterdam, vlagnummer 196. “
Familiegegevens en opleiding
Geen
De schepen van de kapitein
Kapitein Wortelboer voerde in 1854 het bevel over de kof "Margaretha". Op de eerste reis werd het schip op de Noordzee mastloos verlaten, maar enkele dagen later binnengesleept door de "Stad Amsterdam" onder kapitein Duinker. De bemanning was in Wijk aan Duin aan land gezet. Na reparatie krijgt kapitein Age Cornelis Schaap het bevel (zie aldaar). De "Margaretha" werd in 1837 te Hoogezand gebouwd als "Jonge Cornelis" (52 last). In 1854 werd het onder de naam "Margaretha" aangekocht door de Amsterdamse reder F.Machielsen.010-p.65.
Bouma025 vermeldt H.Wortelboer als gezagvoerder gedurende:
* 1850 t/m 1854 van de kof “Amsterdam” ex Jonge Cornelis, gebouwd in 1838 te Hoogezand, 99 ton o.m., varend voor Simon Thomas te Amsterdam. Het schip werd in 1854 mastloos te Texel binnengebracht. In 1845 voer het voor F.Machielsen te Amsterdam en was herdoopt in “Margaretha”.
Overige bijzonderheden
Handelsblad 14 februari 1854 in de rubriek Scheepstijdingen
“Texel 12 Febr. Het Kofschip Amsterdam, gevoerd geweest door kapt. Wortelboer, van Bordeaux laatst van Yarmouth n. Amst., is mastloos door het volk verlaten in de Noordzee gevonden, en alhier door de stoomboot de Stad Amsterdam, kapt. Duinker, binnengesleept; de equipage is te Wijk aan Duin aangekomen”.
Handelsblad 25 april 1854 advertentie
“Florus de Kinderen, Makelaar, zal op Maandag den 8sten Mei 1854, des Avonds ten 6 Ure, te Amsterdam, in de Nieuwe Stadsherberg, aan het Y, door de Deurwaarder B.D.Beets, verkoopen:
Een extra ordinair welbezeild Kofschip, genaamd Amsterdam, varende onder Nederlandsche Vlag en gevoerd door kapitein H.W.Wortelboer. Voormeld Schip is volgens Nederlandschen Meetbrief Lang 22 El 92 Duim, Wijd 4 El 12 Duim, Hol 2 El 35 Duim en alzoo gemeten op 99 Tonnen of 52 Lasten. Breeder bij Inventaris en berigt bij bovengem. Makelaar of bij de Kargadoors van Ulphenen en Co. (6233)”
Volgens van Sluijs013 is het schip op 08 mei 1854 te Amsterdam in veiling verkocht voor ƒ2550,-.
Bremer094 vermeldt de stranding op 12 februari 1854 op de Haaksgronden van de kof “Amsterdam, geladen met wijn, onder gezag van kapitein W.Wortelboer.
Familiegegevens en opleiding
Age Cornelis Schaap werd geboren te Terschelling op 26 september 1821.
Hij huwde op 12 maart 1846 met Teuntje Cornelis Sorgdrager, geboren 21 september 1820 te Terschelling en overleden te Midsland op 17 januari 1902.
Age Cornelis overleed te Midsland op 12 juli 1909.
In 1860 koopt kapitein Age C.Schaap blijkens de koopacte een pand in Midsland, waarin hij een bakkerij vestigt. Vermoedelijk is dit pand gelegen in de Westerburen en wel naast de Ned.Herv.pastorie. Deze bakker en ex-gezagvoerder overlijdt op 12 juli 1909 te Midsland.
Het typische verschijnsel van het beroep “zeeman-boer” dat bij zovele Terschellinger families voorkwam, zagen we ook bij de familie Schaap. de vader van deze kapitein, Cornelis Ages, was boer, hij zeeman; zijn zoon Cornelis Ages weer boer en kleinzoon Age Cornelis weer zeeman. In latere generaties wordt meestal met deze regelmaat gebroken”..
Het artikel bevat een foto van Age Cornelis Schaap. 010-p.65/66
De schepen van de kapitein
Age Cornelis Sorgdrager voerde de volgende schepen:
1853-1854 “Frederik”, kofschip, gebouwd in 1853, tonnenmaat onbekend, reder A.van Hoboken te Rotterdam. In 1854 is dit schip verkocht en hernoemd “Trekvogel”. Onder kapitein Nanninga op 17 november 1856 bij Egmond gestrand en totaal verbrijzeld. Bemanning gered.
1854-1857 “Margaretha”, kofschip, in 1837 te Hoogezand gebouwd als “Jonge Cornelis”, metende 52 last. In 1847 werd dit schip verkocht en herdoopt “Amsterdam”. Dan in 1854 onder de naam “Margaretha” aangekocht door de Amsterdamse reder F.Machielsen, die het schip plaatste onder bevel van Kapitein Wortelboer. Op de eerste reis werd de “Margaretha” op de Noordzee mastloos verlaten, maar enkele dagen later binnengesleept door de “Stad Amsterdam” (kapitein Duinker). De bemanning was te Wijk aan Duin aan land gezet. Na reparatie krijgt kapitein Schaap het bevel over dit schip tot 1857, in welk jaar het te Amsterdam in veiling wordt verkocht aan H.Rietveld, mogelijk voor de sloop bestemd.
1857-1860 “Goede Bedoeling”, kofschip, gebouwd in 1857-‘58 voor rederij F.Machielsen te Amsterdam. In 1869 verkocht aan reder v.d.Bey & Co te Amsterdam, herdoopt “Lucie”. In 1872 verongelukt onder Brummer. 010-p.65/66
Bouma025 vermeldt A.C.Schaap als gezagvoerder gedurende:
-
* 1854 van de kof “Frederik”, gebouwd in 1830 te Groningen, 123 ton o.m., varend voor F.Machielsen te Amsterdam. Het schip voer in 1855 voor J.C.P.B.Brak te Amsterdam en was herdoopt in “Trekvogel”;
-
* 1855 t/m 1856 van de kof “Margaretha” ex Amsterdam, ex Jonge Cornelis, gebouwd in 1838 te Hoogezand, 99 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Amsterdam;
-
* 1857 van hetzelfde schip maar nu varend voor F.Machielsen te Amsterdam.
Overige bijzonderheden
Geen
Familiegegevens en opleiding
Geen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
T.W.de Jong werd per 06 juli 1847 op voordracht van T.Visser Pz en met vlagnummer 753 ingeschreven als effectief lid van het Amsterdams zeemanscollege "Zeemanshoop". Bij de inschrijving was zijn schip de "Mina"002. Ten tijde van de inschrijving waren de Jong en zijn vrouw 50 resp. 46 jaar. Ingeschreven staan 3 zoons (1837, 1840 en 1842) en 1 dochter (1838)002a.
In de Algemene Vergaderingen van 29 juni/06 juli 1847 werd als effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop voorgedragen/benoemd Tjebbe Wijbrands de Jong, oud 50 jaar, voerend de kof “Mina”, wonend te Terschelling, adres bij Gemmering & Pennings te Amsterdam, op voordracht van kapitein Tijs Visser Pz.023.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 31 oktober 1861 reclameert T.W. de Jong tegen een afwijzend besluit (dat ik kennelijk heb gemist) maar het Bestuur blijft bij de afwijzing. Ook op 28 november 1861 reclameert hij tegen het besluit, maar zonder succes.042.
In de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 26 november 1862 vraagt T.W. de Jong om een ondersteuning. In de vergadering van 29 januari 1863 wordt hem f 25,- uit de bussen toegekend. In de vergadering wordt f 10,- uit de bussen toegekend op aanvraag van Do van der Meulen. Weer f 10,- per 28 november 1867. Idem per 27 oktober 1870. Idem per 26 oktober 1871.042.
In de notulen van de Algemene Vergadering dd 15 oktober 1861 wordt een verzoek tot ondersteuning door kapitein T.W. de Jong afgewezen. Herhaalde verzoeken in de vergaderingen van 05 november en 24 december 1861 worden wederom afgewezen. In de vergadering dd 06 mei 1862 staat een “Brief van Kapt. T.W. de Jong verzoekende vermeerdering van gratificatie welk verzoek is gewezen van de hand.”. In de notulen van 03 februari 1863 werd hem een gratificatie van f 25,- toegekend. Op 30 januari 1866 vraagt Ds K. van der Meulen om onderstand voor T.W. de Jong. Hij krijgt een gratificatie van f 10,-. Ds J.H. van der Veen doet voor T.W. de Jong een verzoek om ondersteuning in de notulen van 18 december 1866, maar deze wordt afgewezen. In de notulen dd 24 november 1868 staat de toekenning van een gratificatie ad f 10,- voor de wed. T.W. de Jong. Idem per 23 november 1869. Idem per 21 november 1871. 023.
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
753 1848-1853 kof Mina geen opgave
374 1854-1856 kof Mina geen opgave
1857-1858 kof Maria geen opgave
1859-1862 kof Margaretha F.Machielsen
1863-1872 geen opgave van schip en boekhouder
Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093:
T.W. de Jong Margaretha 04 april 1861 04 juni 1861
Margaretha 26 juni 1861 19 september 1861
Bouma025 vermeldt T.W. de Jong als gezagvoerder gedurende:
* 1848 t/m 1857 van de kof “Mina”, gebouwd in 1839 te Muiden, 84 ton o.m., varend voor J. van Leeuwen te Alkmaar;
* 1858 t/m 1862 van de kof “Margaretha” ex Amsterdam, ex Jonge Cornelis, gebouwd in 1838 te Hoogezand, 99 ton o.m., varend voor F.Machielsen te Amsterdam. Het schip voer in 1863 voor kapitein/eigenaar J.Ruige te Terschelling en was herdoopt in “Twee Vrienden”;
* 1859 t/m 1860 van de kof “Maria”, ex Margaretha Maria, gebouwd in 1848 te Sappemeer, 95 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Hindelopen.
Overlap in vaarperioden. Twee personen?
Overige bijzonderheden
Betalingen m.b.t. de "Margaretha" onder gezag van kapitein T.W.de Jong in het Stortingsregister van het college "Zeemanshoop" met vermelding van de betalingsperiode (is indicatie van reisperiode)044:
bron begin van de reis einde van de reis reisduur
GAA-491/317 fol.18 16 april 1859 23 juni 1859 02 maanden/09 dagen
Ook Ruijge
Familiegegevens en opleiding
“Iemke Cornelis Ruige, gezagvoerder, geboren op Terschelling op 25 november 1819, wonende te Midsland (Tersch.), overleden aldaar op 10 oktober 1875, begraven aldaar op 13 oktober 1875 in graf 9 regel 5, zuid, 55 jaar en 319 dagen oud, zoon van Cornelis Iemkes Ruige (matroos) en Klaaske Cornelis Cupido. …
In geboorteakte ondertekend de vader als Cornelis Imkes Ruijge
… Iemke is getrouwd op 9 februari 1843, op 23-jarige leeftijd met Teuntje Reltjes Stada (23 jaar oud), geboren te Midsland (Tersch.) op 22 juni 1819, overleden te Lies (Tersch.) op 24 oktober 1886, begraven te Midsland (Tersch.) op 27 oktober 1886 in graf 9, regel 5, zuid, 67 jaar en 124 dagen oud, dochter van Reltje Cornelis Stada (kapitein) en Trijntje Oenes Boon.”. Uit het huwelijke werden 7 kinderen geboren, waaronder de latere gezagvoerder Klaas Iemkes (zie aldaar). De zonen Cornelis Iemkes en Reltje Iemkes waren eveneens zeeman, maar brachten het niet tot gezagvoerder
Ontleend aan gegevensbestand van Kees Stada, Aak 16, 9606 PZ Kropswolde, kees.stada@consunet.nl en www.go.to.terschelling-familie
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
J.C.Ruige werd met vlagnummer 584 per 01 september 1854 effectief lid van Zeemanshoop op voordracht van T.Hagen. Zijn schip was de "Cameleon". Toegevoegd is "bedankt"002.
In de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop van 25 juli/01 augustus 1854 werden als effectief lid voorgedragen benoemd Iemke Cornelis Ruige, oud 34 jaar, voerend de bark “Cameleon”, voor rekening van Fraissinet & van Baak te Amsterdam, wonend op Terschelling, op voordracht van kapitein T.Hagen.023.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
lid van het college Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
584 1854-1857 bark Cameleon Fraissinet & van Baak
1858-1859 geen vermelding van schip en boekhouder
1860-1861 bark Anna Louisa Hagedoorn & Co
1862 brik Twee Vrienden geen opgave
1863-1864 kof Twee Vrienden idem
1865-1866 kof Twee Vrienden de kapitein
Vermelding van vertrek en aankomst te Amsterdam093
Naam kapitein Naam schip vertrek aankomst
I.C.Ruige Anna Louisa 25 juli 1860 21 augustus 1860
Anna Louisa 06 september 1860 22 mei 1862
Twee Vrienden 12 juni 1862 niet vermeld
Bouma025 vermeldt I.C.Ruige als gezagvoerder gedurende:
* 1855 t/m 1858 op de bark “Cameleon”, gebouwd in 1850 te Pillau (Baltijsk) aan de Oostzee, 461 ton o.m., varend voor Fraissinet & van Baak te Amsterdam. Het schip werd in 1859 verkocht aan Zeilmaker & Co te Harlingen en herdoopt in “Noordpool”. Het kwam in de vaart voor de robbenjacht vanuit Tønsberg met een Noorse bemanning. Het schip werd vervolgens in 1865 verkocht naar Noorwegen;
* 1861 t/m 1862 op de bark “Anna Louise”, ex Drie Vrienden, gebouwd in 1837 te Amsterdam, 303 ton o.m., varend voor A.H.Hagedoorn te Amsterdam;
* 1863 t/m 1869 op de kof “Twee Vrienden”, ex Margaretha, ex Amsterdam, ex Jonge Cornelis, gebouwd in 1837 te Hoogezand, 99 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Terschelling. In 1869 verongelukt.
Overige bijzonderheden
Iemke (of Emke) Cornelisz Ruige werd geboren op 26 november 1819 te Oost-Terschelling. Hij huwde op 09 februari 1843 met Teuntje Reltjes Stada, geboren 22 juni 1819 te Midsland en aldaar overleden op 24 oktober 1886. Iemke Ruige overleed op 10 oktober 1875 eveneens te Midsland.
Uit monsterrollen blijkt dat Iemke Cornelisz Ruige in 1838 als matroos voer op de galjoot "West-Indië" onder kapitein J.J.Boon. Op hetzelfde schip is hij enkele jaren onderstuurman.
Hij voer als kapitein de volgende schepen:
"1854-1858 Bark "Cameleon", 243 last, in 1850 te Pilau gebouwd voor rekening van de Amsterdamse rederij Fraissinet en van Baak. (Eerste kapitein tot 1854 J.D.J.van Wijhe). In 1858 ... verkocht aan de Harlinger reders Zeilmaker & Co, herdoopt in "Noordpool", nu getuigd als fregat. In 1859 naar Noorwegen verkocht.
1860-1862 Bark "Anna Louisa" (ex. "Drie Vrienden") afgebouwd in 1837 op de werf "De Reus" te Amsterdam. ... Het schip ... was voor rekening van reder A.H.Hagedoorn. Het schip mat 160 last (303 ton). ... in 1862 naar Londen verkocht ...
1863-1869 Brik "Twee Vrienden" (ex. "Margaretha", 52 last, in 1837 gebouwd als "Jonge Cornelis" op werf te Hoogezand. ... later als kof getuigd. In 1863 aangekocht door de Terschellinger reders W.W.Rotgans (was ook gezagvoerder,zie aldaar) en J.G.Swart. (vermoedelijk was kapitein Ruige in dit schip mede-eigenaar)."
"Uit bewaard gebleven brieven valt op te maken, dat Ruige bij zijn reders hoog stond aangeschreven en een kundig zeeman was. Hij was bij de maatschappij bekend als iemand die zijn mensen graag een beetje voor de mal hield. Daarnaast had deze kapitein uitgesproken artistieke gaven. Er is van hem een reisverslag bewaard gebleven in dichtvorm, dat het respectabele aantal van 263 coupletten bevat. Hij maakte dat verslag in de jaren 1855-'56 en '57 en beschreef daarin een reis naar Engeland en Havanna, terug op Triëst. Dit verslag doet de lezer pas beseffen met welke enorme moeilijkheden de zeelieden vroeger te kampen hadden. Zijn verhaal begint met de beschrijving van een aanzeiling in vliegende storm en bevat voorts een stranding bij Carrisfort in de Golf van Florida, waarbij vier opvarenden verdronken. Dan maakt hij melding van het uitbreken van een besmettelijke ziekte (gele koorts), waaraan een aantal van zijn mannen bezweek en om de maat van ellende vol te maken, de moeite die men zich moest getroosten om openvallende plaatsen van deserteurs in het buitenland weer aan te vullen. ... De aanzeiling ... geschiedde in het Engels Kanaal. Het betrof hier een aanzeiling van de "Cameleon" met het kofschip "Echo", dit laatste op weg van Liverpool naar Amsterdam. Dit schip werd gevoerd door een zekere kapitein Kuiper, mogelijk ook van Terschelling afkomstig, want Ruige vertelt in zijn gedicht, dat deze kapitein en de stuurman Drijver vrienden van hem waren. Blijkens de regels heeft hij de opvarenden van de "Echo" kunnen overnemen zij het dat sommigen gewond waren. Bij deze aanzeiling zonk de "Echo" en werd de "Cameleon" zwaar beschadigd. De reparatie van laatstgenoemd schip werd te Milford uitgevoerd.
Niet alleen gedichten zijn van kapitein Ruige bewaard gebleven, maar ook enkele tekeningen van schepen, uitgevoerd in pastel. (... enkele (exemplaren zijn) in het gemeentemuseum "Het Behouden Huys" te Terschelling). ... Bovenal is vermeldenswaard, dat deze kapitein de dichter is van het bekende lied "Terschelling is Hoog Verheven". Dit lied, bij iedere Terschellinger bekend, is waarschijnlijk na ons volkslied, de meest gezongen melodie op Terschellinger bruiloften en feesten. ..."010-p.57/59.
"... Trots spreekt ... uit het lied dat kapitein I.C.Ruige maakte en dat begint met de woorden: "Terschelling is hoog verheven".010-p.10.
I.C.Ruige was een schoonzoon van Reltje Cornelis Stada (zie aldaar). Hij werd begin 50-er jaren gezagvoerder van de "Cameleon" op voorspraak van zijn schoonvader. Die bedankt de reders Fraissinet en van Baak voor het "avancement" van zijn schoonzoon en voegt daaraan toe: "Hopende dat hij Ud. vertrouwen zal wekken evenals Bakker (zie bij Willem Jans Bakker). Ruige is een voortvarend zeeman, maar wild van aard, houdt van grappen en is altijd opgeruimd"010-p.27.
Hiervoor is sprake van een verhaal in dichtvorm van een reis van de bark “Cameleon”. Voormelde Kees Stada heeft dit gedicht, waarvan ik de eerste 23 coupletten heb gezien via de heer K.Suyk te Heiloo. Het is getiteld:
“Reis van het barkschip Cameleon. Kapitein I.C.Ruige van Amsterdam naar Liverpool en Havana en terug op Engeland. Gedaan aan boord van het bovengemeld schip, zeilende in de Atlantische Oceaan. Hier volgd een tweede reis van Engeland naar Havana, vandaar naar Triest en verder naar Amsterdam in de jaren 1855, 1856 en 1857”.
Het eerste couplet luidt a.h.v.:
“Als men begint een reis, begint die met God vreezen
En komt dan tegenspoed, moet men geduldig wezen.
Zeilt men dan voor de wind, vergeet hem niet te prijzen
Die soms de baren stilt en wederom doet reizen.”
ZIE OOK: “Genealogie als passie. De Terschellinger stamboom van Kees Stada” in Genealogie. Kwartaalblad van het Centraal Bureau voor Genealogie. 7 (3):72-75,Najaar 2001
Algemeen Handelsblad 15 december 1855038:
“Aangaande het schip CAMELEON, Kap Ruige, v. Adam n. Liverpool, met schade te Milford binnen, wordt volgens brief van den Kapt. dd. 9 Dec. 1855 gemeld, dat de kluiverboom met al wat daaraan vast was, de boeg en waterstagen, verschansing, potdeksel, het galjoen met eenige stutten en de boegspriet waren weggeslagen, terwijl de rondsteven dwars af en in het midden gespleten was, nog was het bakboordsanker met 45 vadem ketting verloren en eenige planken aan bakb. versch. gebroken. Het schip was volkomen dicht gebl. en was men alstoen bezig om 200 ton v/d lading suikerbrooden te lossen, ten einde te ligten en den steven te repareeren.”
De “Echo”, van Amsterdam naar Liverpool, geladen met suiker, onder gezag van kapitein Kuijper, is op 30 november in aanzeiling geweest met het schip Cameleon, kapitein Ruige en verongelukt.078
|