1831
Op 10 februari 1831 werd de eerste zeebrief verstrekt voor de VIER GEBROEDERS, aangevraagd door A.N. Bouvy, Dordrecht, voor kapt. B.G. (Berend Gerlofs) Harkema.
RC 120331
Den 9 dezer, des namiddags, zeilde van Hellevoetsluis de VIER GEBROEDERS, kapt. B.G. Harkema, naar Liverpool.
OHC 170531
(Geen datum)Te Antwerpen is gearriveerd L.J. Besseling, van Liverpool.
Op 21 mei 1831 werd nieuwe zeebrief verstrekt voor de VIER GEBROEDERS, aangevraagd door A.N. Bouvy voor kapt. L.J. Besseling, als vervanger van kapt. Harkema. Deze zeebrief werd op 24 januari 1833 door de consul te Kopenhagen naar Den Haag teruggezonden met als reden ‘schip te Kopenhagen verkocht’, waarna de zeebrief op 8 februari 1833 werd geroyeerd. Ongetwijfeld was hier sprake van (tijdelijk) uitvlaggen naar een onbekend gebleven staat (Denemarken?) als gevolg van de door Engeland en Frankrijk ingestelde blokkade om voor schepen onder Belgische vlag de vrije doorvaart op de Schelde af te dwingen. In totaal werden ruim 180 Nederlandse schepen voor korte of langere tijd onder buitenlandse vlag gebracht.
AH 191231
Hellevoetsluis, 16 december. Binnengekomen: Gisteren nog VIER GEBROEDERS, kapt. L.J. Besseling, van Riga;
AC 221231
Hellevoetsluis, 20 december. De kapiteins Besseling en Zwart zijn uit de quarantaine ontslagen.
1832
RC 020232
Rotterdam, 1 februari. Den 1 dezer, des morgens zeilden van Hellevoetsluis DE VIER GEBROEDERS, kapt. L.J. Besseling, naar St. Ubes (opm: Setubal).
RC 240332
Rotterdam, 23 maart. Den 22 dezer, des namiddags, arriveerden te Hellevoetsluis: DE VIER GEBROEDERS, kapt. L.J. Besseling, van St. Ubes, als bijlegger;
RC 251232
Rotterdam, 24 december. Het schip de VIER GEBROEDERS, kapt. L.J. Besseling, van Stockholm naar Holland, is den 13 dezer ter rede van Kopenhagen binnengelopen.
1833
Op 22 juli 1833 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de VIER GEBROEDERS, aangevraagd door A.N. Bouvy voor kapt. A.J. Bakker.
RC 300733
Rotterdam, 29 juli. De 28e dezer, des morgens, zeilden van Helvoetsluis DE VIER GEBROEDERS, kapt. A.J. Bakker en FENNEGINA, kapt. H.J. Puister, naar Vitseroe.
RC 120933
Rotterdam, 11 september. De 9e dezer, des namiddags, arriveerden te Helvoetsluis DE VERWACHTING, kapt. H.B. Lucht, van Hamburg; DE VIER GEBROEDERS, kapt. J. Bakker, van Inverkeithing;
DC 140933
Dordrecht, 13 september. Aan deze stad zijn gearriveerd: de schepen LAULAND LASS, kapt. D.S. Nicholsen, van Newcastle, en VIER GEBROEDERS, kapt. A.J. Bakker, van Inverkeithing, beiden met steenkolen.
RC 171033
Rotterdam, 16 oktober. De 15e dezer, des namiddags, zeilde van Helvoetsluis DE VIER GEBROEDERS, kapt. A.J. Bakker, naar Firth of Forth.
RC 121133
Rotterdam, 11 november. De 10e dezer, des namiddags, arriveerde te Helvoetsluis BROEDERS, kapt. J. Fijn, van Sunderland; VROUW CATHARINA, kapt. G.K. Wijkmeyer, van Clackmannan en VIER GEBROEDERS, kapt. A.J. Bakker, van Firth of Forth.
DC 141133
Dordrecht 13 november. Aan deze stad zijn gearriveerd: de schepen JOHANNA HILLEGONDA, kapt. Jan D. Flik, van St. Davids; de VIER GEBROEDERS, kapt. A.J. Bakker, van Alloa;
1834
RC 180134
Advertentie. Te Rotterdam liggen in lading: Naar Greenock en Port-Glasgow, het Nederlands kofschip VIER GEBROEDERS, kapt. A.J. Bakker, om spoedig te vertrekken. Adres ten kantore van Kuyper, Van Dam en Smeer.
DC 150234
Hellevoetsluis, 15 februari. Van de morgen zeilde naar zee VIER GEBROEDERS, kapt. A.J. Bakker, naar Glasgow;
DC 010534
Dordrecht, 30 april. Aan deze stad zijn gearriveerd: de schepen GEZINA, kapt. K.K. Wijkmeijer, met klipzout; de VIER GEBROEDERS, kapt. A.J. Bakker, met klipzout en verfhout, en de HOOP, kapt. J.H. Mugge, met klipzout en suiker, alle drie van Liverpool.
DC 120834
Hellevoetsluis, 10 augustus. Heden morgen zeilden naar zee: AGENORIA, kapt. W. van der Kolff, naar Suriname; VIER GEBROEDERS, kapt. A.J. Bakker, naar Firth of Forth,
DC 230934
Hellevoetsluis, 21 september. Gisteren namiddag arriveerde uit zee: VIER GEBROEDERS, kapt. A.J. Bakker, van St. Davids;
DC 250934
Dordrecht, 24 september. Aan deze stad zijn gearriveerd: de schepen the JOSEPH, kapt. Ed. Longlee, van Sunderland; de VIER GEBROEDERS, kapt. A.J. Bakker; de GOEDE VERWACHTING, kapt. J.J. Schuring, en JOH. AMALIA, kapt. Alex. Piket, alle drie van St. Davids, en alle vier met steenkolen.
DC 091034
Hellevoetsluis, 6 oktober. Gisteren namiddag zeilde naar zee: VIER GEBROEDERS, kapt. A.J. Bakker, naar Sunderland;
DC 251034
Hellevoetsluis, 22 oktober. Gisteren namiddag arriveerden uit zee: FORTUNA, kapt. H. van den Bos, van Lissabon; VIER GEBROEDERS, kapt. A.J. Bakker, en HARLINGER, kapt. W. Ord, allen van Sunderland;
RC 201234
Advertentie. Te Rotterdam ligt in lading naar Liverpool, het Nederlands kofschip VIER GEBROEDERS, kapt. A.J. Bakker. Adres ten kantore van Kuyper, Van Dam en Smeer.
1835
RC 010135
Advertentie. Te Rotterdam liggen in lading: Naar Liverpool, het Nederlands kofschip VIER GEBROEDERS, kapt. A.J. Bakker.
Adres ten kantore van Kuyper, Van Dam en Smeer.
RC 030335
Rotterdam, 2 maart. De 2e dezer, des morgens,, zeilde van Helvoetsluis VENILLIA, R.J. Kranenburg, naar Boston; PIETER EN ABRAHAM, kapt. L. Overgaauw, naar Plymouth, JACOB CORNELIUS, kapt. H.B. Schuring naar Bordeaux; DE VIER GEBROEDERS, kapt. A.J. Bakker, naar Liverpool;
RC 160635
Rotterdam, 15 juni. De 13e dezer, des morgens, zeilde van Helvoetsluis DE VIER GEBROEDERS, kapt. A.J. Bakker, naar Liverpool.
RC 221035
Rotterdam, 21 oktober. De 19e dezer, des namiddags, arriveerden te Helvoetsluis VIER GEBROEDERS, kapt. A.J. Bakker, van Liverpool.
RC 221035
Advertentie. Te Rotterdam ligt in lading naar New-York, mede voor passagiers, het Nederlands schooner-galjootschip (opm: kof) VIER GEBROEDERS, kapt. A.J. Bakker. Adres ten kantore van Kuyper, Van Dam en Smeer.
DC 221035
Dordrecht, 21 oktober. Aan deze stad zijn gearriveerd: de schepen de VIER GEBROEDERS, kapt. A.J. Bakker, van Liverpool, met stukgoederen, en de VROUW GEZINA, kapt. G.W. Zimmerman, van Cuxhaven, met kalk.
Op 17 november 1835 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de VIER GEBROEDERS, aangevraagd door A.N. Bouvy voor kapt. A.J. Bakker.
RC 281135
Advertentie. Te Rotterdam liggen in lading: Naar New-York, mede voor passagiers, het Nederlands schooner-galjootschip (opm: kof) VIER GEBROEDERS, kapt. A.J. Bakker; ligt gereed.
Adres ten kantore van Kuyper, Van Dam en Smeer.
RC 241235
Rotterdam, 23 december. De 21e dezer, des namiddags, zeilden van Helvoetsluis NEDERLAND, kapt. J.P. Carst, naar Baltimore; DE VIER GEBROEDERS, kapt. A.J. Bakker en MARIA EN ADRIANA, kapt. P. Janzen, naar New-York;
1837
RC 030137
Te Rotterdam in lading liggende schepen naar: New-York: (mede voor passagiers) het Schooner-Galjootschip (opm: kof) VIER GEBROEDERS, kapt. A.J. Bakker.
Adres ten Kantore van Kuyper, Van Dam en Smeer
RC 040337
Rotterdam, 3 maart. Den 1 dezer zeilde van Helvoetsluis VIER GEBROEDERS, A.J. Bakker, naar New-York,
RC 250737
Rotterdam, 24 juli. Den 23 arriveerden te Helvoetsluis VIER GEBROEDERS, A.J. Bakker, van New-York;
Op 10 augustus 1837 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de ZEEPAARD, aangevraagd door A.N. Bouvy voor kapt. A.J. Bakker.
1838
RC 270138
Te Rotterdam In lading liggende schepen naar: New-York: het Schooner-galjootschip (opm: kof, ex-VIER GEBROEDERS) HET ZEEPAARD, kapt. A.J. Bakker, mede voor passagiers.
Adres ten Kantore van Kuyper, Van Dam en Smeer, Hudig en Blokhuyzen, en bij de kapitein
1839
Op 19 september 1839 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de ZEEPAARD, aangevraagd door kapt. A.J. Bakker voor zichzelf; A.N. Bouvy was boekhouder.
DC 241239
Dordrecht, 23 december. Aan deze stad zijn gearriveerd de schepen GEZINA, kapt. R.J. Oostra, van Trembladen (opm: La Tremblade) met ruw zout, en het ZEEPAARD, kapt. A.J. Bakker, van Liverpool met ruw klipzout.
1841
PGC 120141
Gearriveerd: te Livorno de 24e december. HET ZEEPAARD, kapt. A.J. Bakker, van Hull;
PGC 100841
De schepen HET ZEEPAARD, kapt. Bakker, van Stettin en de JONGE MARGARETHA, kapt. Wijkmeijer, van St. Petersburg, beide naar Nantes, waren de 30e juli op de hoogte van Dungeness.
1842
Op 20 april 1842 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de ZEEPAARD, aangevraagd door A.N. Bouvy voor kapt. A.J. Bakker; deze werd in 1842 niet geretourneerd.
1843
Op 6 juli 1843 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de ZEEPAARD, aangevraagd door Visser & Van de Sande, Dordrecht, voor kapitein R.R. Huisman als kapitein.
1844
AC 200344
Ramsgate, 15 maart. Het schip het ZEEPAARD, kapt. R.R. Huijsman (opm: kof, bouwjaar 1831 kapt. Rente Rentes Huisman), van Dordrecht naar Gibraltar, is op 52º Br. 3º L. gezonken, doch het volk gered.
Op 26 maart 1844 bereikt Den Haag het bericht (de afzender is niet teruggevonden, maar vermoedelijk was dat de rederij) dat het schip ZEEPAARD onder kapt. R.R. Huisman is verongelukt. Op 22 oktober 1844 wordt door de Arrondissements directeur te Middelburg aan Den Haag een melding verzonden omtrent een afgegeven Turkse Pas, welk bericht op 24 oktober werd ontvangen. Inhoudelijk is hierover verder niets bekend, maar waarschijnlijk is het bericht verzonden op verzoek van de rederij die op die manier haar cautie voor de Pas vrijgegeven wilde zien omdat de scheepspapieren met de kof mee ten onder zullen zijn gegaan.
DC 130844
Dordrecht, 12 augustus. De Zuid-Hollandsche Maatschappij tot Redding van Schipbreukelingen, te Rotterdam gevestigd, steeds voortgaande in haar lofwaardig doel en menslievende strekking, om edele redders van in nood verkerende zeelieden te belonen, heeft opnieuw haar zilveren medaille uitgereikt aan J.T. Huges, voerende het Nederlands kofschip JOHAN GERARD, van Sapmeer, als een welverdiend bewijs van erkentelijkheid voor het, op 13 maart l.l., bij stormweder en hooglopende zee, op zijn reis van Rotterdam naar Belfast, redden der equipage van het in zinkende staat verkerend Nederlands schoenerschip ZEEPAARD, kapt. R.R. Huisman, thuis behorende te Dordrecht, welke met zeemans hartelijkheid verpleegd en te Ramsgate aan wal gezet is.