Familiegegevens en opleiding
Jeppe Pieters Carst werd geboren te Schiermonnikoog op 07 juli 1802 als zoon van Pieter Jeppes Carst en Martje Jacobs Meyer..
Hij huwde te Schiermonnikoog als kapitein op 02 oktober 1828 met Christina Christiaans Jaski, geboren te Schiermonnikoog op 21 september 1805 als dochter van Christiaan Jans Jaski en Geertruida Remts Coerkamp. Zij overleed de Haarlem op 29 oktober 1877.
Jeppe overleed op 10 januari 1861 te Batavia.060
Javabode 19 januari 1861
Op den 10den Januarij ll, is alhier na eene kortstondige doch hevige ziekte overleden, de Heer J.P.Carst, in leven gezagvoerder van het Nederl. Schip Argonaut.
R.JASKI CARST
Eenige en Algemeene kennisgeving
Jeppe Pieters Carst werd geboren te Schiermonnikoog op 07 juli 1802 als zoon van Pieter Jeppes Carst en Martje Jacobs Meyer. Hij huwde te Schiermonnikoog op 02 oktober 1828 met Christina Jaski, geb./ged. te Schiermonnikoog op 21-09/06-10 1805 als dochter van Christiaan Jansz Jaski (zie aldaar) en Geertruida Remts Courcamp. Jeppe was, net als zijn schoonvader koopvaardijkapitein, en overleed te Batavia op 10 januari 1861. Zijn vrouw Christina overleed te Haarlem op 29 oktober 1877046.
Op pagina 163 van: Louise Mellema - "Schiermonnikoog Lytje pole". Uitgave Fryske Akademy nr.438. 1973. 280pp. staat een portret van Jeppe Pieters Carst
“Die Kapt. J.P.Carst was de eeste kapitein van de “Argonaut” en stierf in Hongkong nadat het schip daar was aangevaren”. (schriftelijke mededeling T.F.J.Pronker - Vlieland, dd 18 juli 2002).
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
J.P.Carst werd met nr.373 effectief lid van Zeemanshoop per 14 januari 1834 op voorspraak van P.J.Carst. Zijn schip was de "Thetis"002.
In de Algemene Vergaderingen van 07/14 januari 1834 van het College Zeemanshoop werd voorgedragen/benoemd tot effectief lid Jeppe Pieters Carst, oud 31 jaar, wonende in de Groote Bikkerstraat te Amsterdam, voerende de schoenerkof Koophandel, op voordracht van kapitein Pieter J.Carst. Zijn vlagnummer werd 373023.
Jeppe Pieters Carst werd lid van het Weldadig Zeemanfonds per 09 maart 1841003.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 06 juni 1861 doet de wed. J.P.Carts-Jaski een verzoek om een uitkering welke haar in de vergadering van 25 juli 1861 is toegestaan met ingang van 01 februari 1861.042.
In de notulen van de Algemene Vergadering dd 06 augustus 1861 staat vermeldt dat per 01 februari 1861 een uitkering in de 1e klasse is toegekend aand de wed. J.P.Carst geb. Jaski voor haar en 1 kind “mits overleggende doodacte van haren man en moge blijken dat het kind geregtigd was.023.
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
373 1834 sch.kof de Koophandel Salm,Heemskerk en Co
1835 pink Nederland idem
260 1836 pink Nederland idem
1837-1839 sch.brik Thetis B.Kooij Jz
1840-1853 fregat Wilhelmina Lucia G.C.Bosch Reitz
75 1854-1858 fregat Wilhelmina Lucia idem
1859-1860 bark Argonaut de Coning en Co
Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093:
J.P.Carst Argonaut 29 maart 1858 01 mei 1861
Bouma025 vermeldt J.P.Carst als gezagvoerder gedurende:
* 1833 van de sch.kof “Jonge Reintje”, gebouwd in 1826 te Veendam, 104 ton o.m., varend voor de Vries & Co te Amsterdam;
* 1834 t/m 1836 van de schkof “Koophandel”, gebouwd in 1833, bouwlocatie niet vermeld, 200 ton o.m., varend voor Salm, Heemskerk & Co te Amsterdam;
* 1836 t/m 1837 van de pink “Nederland”, gebouwd in 1807, bouwgegevens niet vermeld, 363 ton o.m., varend voor de Groenland en Straat Davis Visserij te Harlingen;
* 1838 t/m 1840 van de schbrik “Thetis”, gebouwd in 1837 te Amsterdam, 130 ton o.m., varend voor B.Kooy Jz te Amsterdam;
* 1841 t/m 1852 van het 3/mschip “Wilhelmina Lucia”, gebouwd in 1838 te Middelburg, 755 ton o.m., varend voor G.C.Bosch Reitz te Amsterdam;
* 1853 t/m 1859 van hetzelfde schip maar nu getuigd als bark;
* 1860 van de bark “Argonaut”, gebouwd in 1858 op de weerf van F.F.Groen te Amsterdam 387 ton o.m., varend voor Brantjes & v/d Drift te Purmerend.
Overige bijzonderheden
Pieter Derk Hendrik Bernardus de Haan werd vanuit de Kweekschool voor de Zeevaart te Amsterdam als ligtmatroos geplaatst op de Wilhelmina Lucia onder kapitein Karst(sic) voor een reis van Amsterdam naar Batavia. Hij keerde terug op 28 februari 1846004(533/1962).
Op 13 april 1859 vertrok van de rede van Texel het nieuwe clipperschip ("op de eerste reis") "Argonaut" van Brandjes en van der Drift te Purmerend onder kapitein J.P.Carst025 en arriveerde te Batavia op 19 juli na een reis van 96 dagen026(38/049).
In een e-mail dd 02 juni 2005 van de heer R.R. van Staveren staat de mededeling, dat hij in de nalatenschap van J.Teensma (die de korte kapiteinsstukjes schreef in de Schiermonnikoger Dorpsbode061) een foto vond van de “Wilhelmina Lucia”, 1840, kapitein Carst “komende ter Rheede van Batavia.” Het schip draagt de nummervlag 373 van “Zeemanshoop”.
In een boekwerkje “Nederlandse Zeilschepen 1813 – 1880”, van L.Smit en H. Hacquebord, staat op blz. 43 o.m. het volgende:
“De “Argonaut” was in 1858 gebouwd op de werf van F.F. Groen te Amsterdam, voor rekening van rederij Brandjes en Van der Drift te Alkmaar. De tonnemaat was 387, de lengte 39,30 m, de breedte 5,60 m en de holte 3,94 m. De verhouding van lengte tot breedte duidt op de klippervorm en de illustratie (een foto van de Argonaut is eveneens afgebeeld in genoemd boekwerkje) laat ook voldoende zien hoe fijn de belijning van de bark was. Intussen was de dood van kapitein J.P. Karst onnodig gebleken, daar de “Argonaut” werd gelicht en naar Amsterdam teruggezeild (In 1860 werd het gloednieuwe schip in de haven van Hongkong aangevaren door het stoomschip “Manilla”, waardoor ze tot aan het dek zonk. Kapitein Karst was door dit ongeval zo geraakt, dat hij spoedig er na is overleden). In 1861 zeilt de bark in 78 dagen van Texel naar Batavia. In 1868 voer ze de haven van Yokohama uit om spoorloos te verdwijnen.”
In "Het Nederlandsche Zeewezen" 4e jaargang, 1925, p.181-184 staat een artikel onder de titel “Hoe kapitein Carst naar Japan ging en wat hij daar mee maakte” Het artikel geeft geen auteur. In dat artikel staan een reeks gegevens over andere kapiteins, o.a de vader van Jan de gezagvoerder Jeppe Pieters Carst, en die gegevens heb ik bij die persoon opgenomen.
“Een van de meest bekende en waarschijnlijk wel de meest populaire Nederlander in Yokohama is Kapitein Jan Carst. Door een onzer lezers hiertoe in staat gesteld, geven wij gaarne eenige bijzonderheden weer uit het leven van dezen zeeman en uit dat van zijn vader, beiden mannen, die niet weinig bijdroegen om in het Verre Oosten respect te verwekken voor het Nederlandsche gezag. ….
De vader van kapitein Carst had in 1859 met de Heeren de Coning en Lels de firma Carst, Coning en Lels opgericht. Hij was een van die ondernemende Hollanders, die niet voor een kleintje vervaard zijn. Om zich in die tijd blijvend in Japan te vestigen, was namelijk niet iets waartoe ieder gaarne over ging, omdat de toestand voor vreemdelingen er nog weinig behaaglijk was, hetgeen moge blijken uit het hieronder volgende stuke historie:
31 Maart 1854 sloot commodore Perry een tractaat van vrede en vriendschap tussen Amerika en Japan, en in 1858 sloot Lord Elgin, opperbevelhebber der Britsche zeemacht, een tractaat te Jedo (later Tokio genaamd) en daarna volgden de tractaten met Frankrijk, Rusland en Nederland. Gevolg hiervan was, dat in 1859 de haven van Kanaguwa voor de vreemdelingen geopend werd.
De openstelling van Japan voor de vreemdelingen was niet naar den zin van een groot deel der Japanners, vooral de Daimio’s landheeren zagen hun macht bedreigd, zij werden vreemdelingenhaters en zetten hun onderhoorigen op tegen de vreemdelingen. Door hen en ook door de Ronins, onslagen officieren van de landheeren , werden verscheidene moorden op vreemdelingen bedreven.
Beschrijving van een verscherping van de situatie en een verzoek van de Nederlandse consul om wapens te mogen dragen. Beschrijving van de moord op de Hollandse kapiteins Wessel de Vos en Jasper Nanning Dekker. Zie aldaar.
“Kapitein Jeppe Pieters Carst, gezagvoerder van de Argonaut sedert 5 Sept. 1854 te Yokohama, ontsnapte door een toeval, daar hij juist een paar minuten na het vertrek der heeren de Vos en Dekker, bij den scheepshandelaar kwam, om hem te halen. Even daarna kwam er een Japanner, die vertelde, dat er twee Russische matrozen vermoord waren. IJlings liep kapitein Carst, gevolgd door de heeren Gerlach en Schnell, naar de plaats van het ongeval en bij het licht der maan zagen zij tot hun groote ontsteltenis de lijken van de Vos en Dekker. De slachtoffers waren afgemaakt door sabelhouwen, de heer de Vos was het eerst aangevallen in den rug, had verder sabelhouwen in den nek, boven de dij, boven de knie en eenige houwen op het hoofd. De heer Dekker had de meeste houwen in het gezicht en hoofd en was zijn rechterhand afgeslagen. …”
Verdere beschrijving van de handelingen van de consulen de begrafenis van de twee Nederlandse kapiteins.
“Later werd de Heer J.P.Carst in de door hem opgerichte firma vervangen door een zoon, waarna genoemde firma mede door het uittreden van den Heer de Coning, Carts, Lels en Co werd herdoopt.
In 1864 kreeg Carst, Lels en Co. opdracht om voor Japansche rekening een schip te koopen. De opdracht werd doorgegeven naar Amsterdam, waar een 400 ton metende brik werd aangekocht, die onder de naam Nippon naar Yokohama moest worden gebracht.
Het bevel over dit schip werd aangeboden aan den jeugdigen kapitein Jan Carst, dien we op 27 October 1864 op het schip zien uitvaren. … ” (zie verder bij Jan Jeppeszoon Carst)
NRC 28 mei 1861114
Advertentie. J.J. van der Meulen en W. Bakker Bz, makelaars, presenteren op maandag de 10e juni 1861, des avonds ten 6 ure precies, in de Nieuwe Stads Herberg aan het IJ te Amsterdam, ten overstaan van de deurwaarder J. Dupont Noordbeek, te verkopen: een buitengewoon snelzeilend, gekoperd en kopervast, in het jaar 1858 nieuw gebouwd barkschip, varende onder Nederlandse vlag, genaamd ARGONAUT, laatst gevoerd door wijlen kapt. J.P. Carst; volgens Nederlandse meetbrief lang 39 ellen 50 duimen, wijd 5 ellen 60 duimen,hol 3 ellen 94 duimen en alzo gemeten op 387 tonnen of 205 lasten. En dat verder met al deszelfs rondhouten, opstaand en lopend want, ankers, touwen, zeilen, enz. als breder bij inventaris vermeld. Het schip ligt te Amsterdam in het Oosterdok aan de dijk.
Nader bericht bij bovengemelde makelaars of bij de cargadoors de Coningh & Co te Amsterdam.
Familiegegevens en opleiding
Eltje Eltjes Hoeksma werd geboren te Schiermonnikoog op 25 februari 1793 als zoon van Eltje Jans Hoeksma en Stijntje Cornelis. Hij huwde te Schiermonnikoog op 20 mei 1824 met Catharina Maria Jaski geb./ged. te Schiermonnikoog op 24 september/20 oktober 1798, dochter van de scheepsgezagvoerder Christiaan Jansz Jaski en Geertruida Remts Coercamp (zie aldaar). Eltje was scheepsgezagvoerder en overleed vóór 1850, plaats niet vermeld. Catharina Maria overleed te Nieuwendam op 12 september 1864046.
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt E.E.Hoeksema als gezagvoerder gedurende: (het blijft de vraag of het hier om Eltje Eltjes gaat!!)
* 1837 t/m 1844 van de schkof “Koophandel”, gebouwd in 1833, bouwlocatie niet vermeld, 200 ton o.m., varend voor Salm, Heemskerk & Co te Amsterdam.
Overige bijzonderheden
Geen
Familiegegevens en opleiding
C.E.Hoeksma werd geboren te Schiermonnikoog op 17 december 1811 als zoon van Jan E. Hoeksma en Riemert Foppes Mellema.
Hij trouwde op 23 augustus 1840 te Muiden als kapitein met Geertruida Pauw, geboren op 23 september 1818 te Muiden als dochter van Pieter Pauw, scheepstimmerman, en Susanna Fokkens. Zij overleed te Amsterdam op 29 oktober 1884 in een huis aan het Waterlooplein als weduwe van Cornelis Eltjes Hoeksma.
Getuige bij het huwelijk was o.a. Geert Hoeksma, 32 jaar, stuurman ter koopvaardij en broer van de bruidegom.
Cornelis overleed te Amsterdam op 11 augustus 1882 op de Houtgracht nr. 30. Als beroep is “winkelier” opgegeven.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
C.E.Hoeksma (adres Kranenborg & Zn) werd met nr.515 effectief lid van Zeemanshoop per 18 februari 1840 op voorspraak van H.D.Wijk. Zijn schip was de "Koophandel"002. Ten tijde van de inschrijving waren Hoeksma en zijn vrouw 27 resp. 22 jaar002a.
In de Algemene Vergaderingen van 11/18 februari 1840 van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop werd als effectief lid voorgedragen/benoemd Cornelis Eltjes Hoeksma, oud 26 jaar, voerend de schoenerkof “Koophandel”, wonend op Schiermonnikoog en met als adres de heren Kranenborg & Zn te Amsterdam, op voordracht van kapitein H.D.van Wijk. 023
Cornelis Hoeksma werd per 13 mei 1851 deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop.003.
Hij was met de vlagnummers 515 en 211 in de perioden 1840-1854 resp. 1854-1882 lid van het Amsterdamse zeemanscollege “Zeemanshoop”.
C.E.Hoeksma was met vlagnummer 43 in de periode 1860 t/m 1879 lid van het Schiermonnikoger zeemanscollege “De Herkenning”.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 20 oktober 1882 werd aan de wed. Hoeksma een uitkering toegezegd ingaand 01 november 1882.118
In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 07 april 1874 staat vermeld dat 1 maand gage is toegekend aan kapt. C.E.Hoeksma vanwege het vergaan van zijn schip de “Anna Margaretha”. 023
In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 21 november 1882 staat vermeld dat een uitkering in de 1e klasse is toegestaan aan de wed. C.E.Hoeksma geb. Pauw. Geen ingangsdatum genoemd.023.
De schepen van de kapitein
lidmaatschap College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
515 1840-1843 sch.kof De Koophandel Kranenburg & Zn
1844-1846 sch.kof De Koophandel geen opgave
1847-1852 sch.kof De Koophandel G.T.Schimmelpenninck & Co te Deventer
1853 bark Gouverneur-Generaal
Duymaer van Twist idem
211 1854-1863 bark Gouverneur-Generaal
Duymaer van Twist idem
1864 geen opgave van schip en boekhouder
1865-1873 galj. Anna Margaretha W.H.de Wolf
1874-1881 geen opgave van schip en boekhouder
Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093:
C.E.Hoeksma Gouverneur Generaal Duymaer van Twist 23 juli 1860 21 februari 1861
Gouverneur Generaal Duymaer van Twist 02 juli 1862 niet vermeld
Gouv.Genl Duymaer van Twist geen melding 27 februari 1864
Anna Margaretha 27 september 1866 22 maart 1867
Bouma025 vermeldt C.E.Hoeksma als gezagvoerder gedurende:
* 1841 t/m 1847 van de sch.kof “Koophandel”, gebouwd in 1835 te Pekela, 200 ton o.m., varend voor Kranenborg & Zn te Amsterdam;
* 1848 t/m 1853 van hetzelfde schip maar nu varend voor Schimmelpennink & Co te Deventer;
* 1853 t/m 1864 op de bark “Gouverneur-Generaal Duymar van Twist”, gebouwd in 1853 te Elshout, 435 ton o.m., varend voor G.Schimmelpenninck & Co te Deventer. Het schip werd in 1865 verkocht aan de Wed. J.S. v.d. Poll te Amsterdam en herdoopt in “Maria” onder kapitein T. de Jong;
Zeetijdingen 20 juni 1864: “Verkocht aan Wed. J.S.v.d Poll te Amsterdam en herdoopt in “Maria” (Sweys). De verkoopprijs op 20 juni 1864 is f 36.300,-.
* 1866 t/m 1874 van de galjoot “Anna Margaretha”, gebouwd in 1866 te Hoogezand, 160 ton o.m., varend voor W.H.de Wolf te Amsterdam. Het schip is in de Noordzee gezonken.
Zeetijdingen 15 januari 1874: “In de Noordzee gezonken” (Sweys).
Handelsblad 18 januari 1874: “Deal 14 januari 1874. Het Nederlandsche schip “ANNA MARGARETHA”, kapitein Hoeksma, van Hamburg naar Lissabon, 6 dezer door het volk verlaten, had te voren op het Leman en Owersand vast gezeten.” (Hoedemaker).
Overige bijzonderheden
Bij het uitzeilen van de “Kosmopoliet” onder kapitein Jacob Bouten op 18 april 1855: “Nog voor wij de buitenste ton voor Hellevoetsluis hadden bereikt hadden wij reeds … de “generaal-Gouverneur van Twist”(sic) die ruim een uur voor ons vertrokken was, ingehaald”.066.
De Dorpsbode 39(22):1985.Bijlage 29 vermeldt dat kapitein Hoeksma mede-eigenaar was van de “Anna Margaretha” en dat hij dus beschouwd kon worden als kapitein-reder.
NRC 31 juli 1869
Amsterdam, 30 juli. Volgens bericht van Elseneur (opm: Helsingör) d.d. 28 dezer is het Nederlandse schip ANNA MARGARETHA, kapt. Hoekema, van St. Petersburg naar Groningen, bij het uitzeilen op de Zweedse kust aan de grond geraakt, doch met assistentie van een stoomschip weder vlot geworden en op de rede geankerd. Het heeft geen schade bekomen.
Familiegegevens en opleiding
Jacobus Johannes van Gouwe werd geboren op 13 maart 1822 te Amsterdam als zoon van Johannes Daniel van der Gouwe en Sophia Dorothe Margarethe Albers.. Jacobus woonde in de Kleine Kattenburgerstraat te Amsterdam..098.
Jacobus Johannes trouwde op 29 mei 1845 te Amsterdam als zeeman met Maria Josepha Polman, geboren ca 1824 te Amsterdam als dochter van de tapper Johannes Gerardus Polman en Maria Geertruida Beumer
Geen overlijdengegevens gevonden van Jacobus en Maria.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
J.J.van der Gouwe werd met nr.758 lid van Zeemanshoop per 07 september 1847 op voorspraak van A.Rocquette. Zijn schip was de "Josina Henriëtte"002.
In de Algemene Vergaderingen van 31 augustus/07 september 1847 werd als effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop voorgedragen/benoemd Jacobus Johannes van der Gouwe, oud 25 jaar, voerend de kof “Josine Henriëtte”, op voordracht van kapitein A.Roquette.023.
J.J. van der Gouwe was effectief lid van het Veendammer zeemanscollege “Maatschappij tot Nut der Zeevaart” met vlagnummer V9 resp. 212 in de periode 1859 t/m 1865.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van College Zeemanshoop in Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
758 1847-1852 kof Josina Henriette A.Roquette
1853 sch.kof Anna Louisa A.H.Hagedoorn
377 1854 sch.kof Stad Stavoren van Heukelom & Vollenhoven
1855-1856 sch.brik Johanna Catharina A.Rocquette
1857-1863 kof Josina Henriette de kapitein
1864-1872 geen vermelding van schip en boekhouder
J.J. van der Gouwe was effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege “Zeemanshoop” met vlagnummer 758 in de periode 1847 t/m 1854 en met vlagnummer 377 in de periode 1854 t/m 1872.
Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093:
J.J. van der Gouwe Josina Henriëtte 22 oktober 1860 niet vermeld
Bouma025 vermeldt J.J.van der Gouwe als gezagvoerder gedurende:
* 1848 t/m 1853 van de “Josina Henriëtte”, geen type vermeld, gebouwd in 1847 te Sappemeer, 116 ton o.m., varend voor A.Roquette te Amsterdam. Het schip is op weg van Bayonne naar Drogheda, bij Wexford gestrand en wrak geraakt;
* 1859 t/m 1863 van de galjoot “Josina Henriëtte”, gebouwd in 1858 te Veendam, 151 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Amsterdam;
* 1854 van de schoenerkof “Anna Louise”, gebouwd in 1833 te Pekela, 183 ton o.m., varend voor A.H.Hagedoorn te Amsterdam;
* 1854 t/m 1855 van de schoenerkof “Stad Stavoren”, gebouwd in 1850 te Stavoren, 143 ton o.m., varend voor van Heukelom & van Vollenhoven te Amsterdam;
* 1856 t/m 1857 van de schoenerbrik “Johanna Catharina, gebouwd in 1848 te Nieuwendam, 297 ton o.m., varend voor A.Roquette te Amsterdam;
In de ledenlijst van het Veendammer zeemanscollege opgenomen in een almanak uit 1862 uitgegeven door de zeemanscolleges van Wildervank en Nieuwe Pekela wordt J.J. van der Gouwe vermeld als gezagvoerder van de “Josine Henrietta” met vlagnummer V9 resp. 212.
De collectie monsterrollen op het Noordelijk Scheepvaartmuseum te Groningen vermeldt:
21 mei 1847, hof “Josina Henriette”, schipper Jacobus Johannes van der Gouwe, 25 jaar uit Amsterdam.
Overige bijzonderheden
Geen
Familiegegevens en opleiding
Geen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
H.Brouwer werd met nr.950 effectief lid van Zeemanshoop per 13 december 1853 op voorspraak van I.J.Gorter. Zijn schip was de “Anna Louisa”002.
In de notulen van de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop van 06/13 december 1853 wordt als effectief lid voorgedragen/benoemd Hendrik Brouwer, oud 32 jaar, voerend de schoonerkof “Anna Louisa”, voor rekening van de heren Hagendoorn & Zn, op voordracht van kapitein J.J.Gorter. Hij kreeg vlagnummer 950 en per 01 mei 1854 nummer 556.023
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 27 september 1855 wordt kapitein H.Brouwer een maand gage toegekend vanwege schipbreuk.042.
In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 09 oktober 1855 staat de mededeling dat een uitkering van een maand gage wegens schipbreuk is toegekend aan kapitein H.Brouwer.023
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
950 1853 sch.kof Anna Louise(Louisa) B.Hagedoorn en Zn
556 1854-1855 sch.kof Anna Louise idem
1856-1862 sch.kof Bernardina idem
1863-1871 geen opgave van schip en boekhouder
De “Anna Louisa”, geladen met graan, onder gezag van kapitein Brouwer en op weg van Galatz naar Amsterdam, is op 24 juli (1855) bij Kaap Bon overzeild door het stoomschip Indiana078.
Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093:
H.Brouwer Bernardina 03 december 1858 12 december 1861
Bernhardina 20 maart 1862 06 januari 1863
Bouma025 vermeldt H.Brouwer als gezagvoerder gedurende:
- 1855 t/m 1856 op de brik (sic) “Anna Louise”, gebouwd in 1827 te Amsterdam, 219 ton o.m., varend voor A.H.Hagedoorn te Amsterdam;
- 1855 op de sch.kof “Anna Louise”, gebouwd in 1833 te Pekela, 183 ton o.m., varend voor A.H.Hagedoorn te Amsterdam. Bij Kaap Bon overvaren door het ss “Indiana”;
deze twee opgaven sporen niet met elkaar wat betreft de periode. Voorts wordt het eerste schip in deze opgave als een brik gekwalificeerd, terwijl bij Zeemanshoop er sprake is van een schoenerkof.
- 1857 t/m 1863 van de sch.brik “Bernardina’, gebouwd in 1856 te Nieuwendam, 206 ton o.m., varend voor Hagedoorn & Co te Amsterdam. Het schip voer in 1864 voor Heydeman & Houck te Amsterdam en werd herdoopt in “Antonia Hendrika Carolina”.
Overige bijzonderheden
De schoener “Bernardina” onder kapitein H.Brouwer werd gemeld op 08 januari 1859 te Texel en vervolgens op 10 juli te Valparaiso. Via Iquique en Pisagua werd op 28 februari 1860 Clyde bereikt, dus wederom na een ronding van Kaap Hoorn121
|