Inloggen
ZES GEZUSTERS - ID 9553


In dienst
Onder Nederlandse Vlag tussen:1871-03-11 / 1880-10-00 | Reden uitgevlagd: Verongelukt of vermist (zie final fate)

Identification Data

Bouwjaar: 1871
Categorie: Cargo vessel
Voorstuwing: Sailing Vessel
Type: Fregat
Masten: Three masts
Material Hull: Wood
Construction Data

Scheepsbouwer: Franz Harms von Lindern, Alblasserdam, Zuid-Holland, Netherlands
Launch Date: 1870-11-23
Technical Data

Gross Tonnage: 757.00 lasts
 
Zeebrieven en Turksche passen

Record type Zeebrief
Zeebrief jaar: 1871
Datum agenda: 1871-03-11
Register nr: 0
Scheepsnaam: ZES GEZUSTERS
Type: Fregat
Lasten: 757
Gebouwd in binnen- of buitenland: Binnenlands
Zeebrief / Turksche pas verzocht door: Lindern, F.H. van
Plaats: Alblasserdam
Kapitein op moment van verzoek: Rutgers, R.
Opmerkingen: 1876 - 131-datum besluit nieuwe zeebrief03-04-1876-30- schip ligt in :Dordrecht
Nr oude zeebrief : 1e zeebrief

Ship History Data

Date/Name Ship 1871-03-11 ZES GEZUSTERS
Manager: Frans Harms von Lindern, Alblasserdam, Zuid-Holland, Netherlands
Eigenaar: Frans Harms von Lindern, Alblasserdam, Zuid-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Alblasserdam / Netherlands
Additional info: Dit is de ZES GEZUSTERS II, onder kapt. R. Rutgers

Ship Events Data

1880-10-00: Final Fate: Burnt

JB 011180 Batavia, 1 november. Het Nederlandse schip ZES GEZUSTERS, dat te Anjer met brand in de lading aankwam en door de stoomboot BARON BENTINCK naar hier werd gesleept, heeft men op zee moeten laten zinken bij de St. Nicolaas Punt. De bemanning, de scheeps-instumenten en papieren zijn echter gered.

Gezagvoerders

Familiegegevens en opleiding

Geen

 

De schepen van de kapitein

Bouma025 vermeldt R.Rutgers als gezagvoerder gedurende:

*   1860 t/m 1870 van de bark “Zes Gezusters” ex Hanriëtte, gebouwd in 1856 te Alblasserdam, 606 ton o.m., varend voor F.H. von Lindern te Alblasserdam. Het schip werd in 1870 verkocht naar Noorwegen en kreeg de naam “Bella”;

*   1871 t/m 1874 van het 3/mschip “Zes Gezusters”, gebouwd in 1871 te Alblasserdam, 1455 ton o.m., varend voor F.H. von Lindern te Alblasserdam;

*   1876 t/m 1878 van het 3/mschip “Jan van Haaften”, gebouwd in 1875 te Alblasserdam, 1521 ton n.m., varend voor F.H. von Lindern te Alblasserdam.

 

Overige bijzonderheden

Geen

 

 

Datum vanaf: 1871
Kapitein: Rutgers, R.

Familiegegevens en opleiding

Hij werd geboren in 1824 te Puttershoek.064.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

Aart de Voogd van der Straten was met vlagnummer R263 in de periode 1859 t/m 1870 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

Geen

 

De schepen van de kapitein

In de Jaarverslagen van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat kapitein A. de Voogd van der Straten met vlagnummer R263 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:

*   1859                    van de bark “Batavier”                          332 last    varend voor D.Keus te Rotterdam

*   1862 t/m 1867              van het fregat “Johanes Anthonius” 390 last       varend voor G.W.Ledeboer te Rotterdam

 

Bouma025 vermeldt A. de Voogd v/d Straten als gezagvoerder gedurende:

*   1860 van de bark “Batavier”, gebouwd in 1841 te Alblasserdam, 628 ton o.m., varend voor D.Keus te Rotterdam;

*   1861 van het 3/mschip “Johannes Antonius”, gebouwd in 1856 te Capelle aan de IJssel, 720 ton o.m., varend voor D.Keus te Rotterdam;

*   1862 t/m 1870 van hetzelfde schip maar nu varend voor W.G.Ledeboer te Rotterdam. Het schip werd in 1870 verkocht naar Duitsland;

*   1875 t/m 1876 van het 3/mschip “Zes Gezusters”, gebouwd in 1871 te Alblasserdam, 1455 ton o.m., varend voor F.H. von Lindern te Alblasserdam.

 

Overige bijzonderheden

Foto (nr.93) beschikbaar van kapitein A.de Voogd van Straten047.

 

A.Voogd van der Straten vertrok op 17 april 1861 vanuit Brouwershaven met de “Johannes Antonius” en een detachement van 3 officieren en 150 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 31 juli 1861 na een reis van 105 dagen.

Op 01 december 1865 vertrok hij van Brouwershaven op de “Johannes Antonius” en 1 landmachtofficier. Hij arriveerde te Batavia op 17 maart 1866 na een reis van 106 dagen.

Op 07 maart 1867 vertrok hij van Brouwershaven met de “Johannes Antonius” 1 landmachtofficier. Hij arriveerde te Batavia op 28 juni 1867 na een reis van 113 dagen065.

 

Volgens monsterrol 970 dd 10 maart 1840 in het Gemeentearchief van Dordrecht was Aart van der Voogd van der Straten , wonend in Hazerswoude, 14 jaar, voor een maandgage van f 14,-, ligtmatroos op het fregat “Broedertrouw” onder kapitein W.R.Menkman en vertrok met 35 man naar Batavia. Hij keerde in Nederland terug op 24 februari 1841.

 

Volgens monsterrol nr. 1441 dd 14 april 1849 in het Gemeentearchief van Dordrecht was A. de Voogd van Straaten, wonend te Puttershoek, oud 25 jaar met een maandgage van f 40,-, 2e stuurman op het fregat `Bernhard Hertog van Saksen Weimar onder kapitein P. H. Hazewinkel en vertrok voor een reis naar Batavia.

 

 

Datum vanaf: 1875
Kapitein: Voogd van der Straten, Aart de

Familiegegevens en opleiding

Pieter van de Bos werd geboren in 1865 en overleed op 04 februari 1914 te Dordrecht. Hij was in 1897 lid van de Dordtse vrijmetselaarsloge La Flamboyante onder nr. 548.064. (het is de vraag of dit dezelfde persoon is, temeer omdat bij de ene opgave sprake is van VAN DER en bij de andere van VAN DE.

De schepen van de kapitein

Bouma025 vermeldt P. v/d Bos als gezagvoerder gedurende:

  • 1877 t/m 1880 van het 3/mschip “Zes Gezusters”, gebouwd in 1871 te Alblasserdam, 1455 ton o.m., varend voor F.H. von Lindern te Alblasserdam. Het schip is in 1880 uitgebrand;
  • 1882 t/m 1883 van het 3/mschip “Nieuwe Waterweg I”, gebouwd in 1864 te Alblasserdam, 1360 ton o.m., varend voor F.H. von Lindern Jr te Alblasserdam. Het schip werd in 1883 te Penang afgekeurd;
  • 1885 t/m 1886 van het 3/mschip “Voorlichter” kiel gelegd op 25 mei 1867, te water in 1869 op de werf van Jan Smit Fopzoonte Slikkerveer, 2034 ton o.m., varend voor J.Koning & van Delden te Rotterdam. Het schip werd te Batavia afgekeurd en verkocht voor de sloop;

Op 16 februari 1886 te Batavia geveild en verkocht voor f 8765,-. Later verkocht voor f 6100, - aan een arabier om gesloopt te worden.

  • 1887 t/m 1890 van de ijzeren bark “Melati”, gebouwd in 1885 bij Campbell Macintosh & Browstend te Newcastle upon Tyne, 1071 ton n.m., varend voor rederij Koning & van Delden te Rotterdam zie ook 052;
  • 1890 t/m 1895 van hetzelfde schip maar nu varend voor de reederij Zuid Holland, dir. J.Koning te Rotterdamzie ook 052;

 

Overige bijzonderheden

Op dit schip (Zes Gezusters) zeilende in de Atlantische Oceaan onder kapitein v.d.Bos overleed op 17 mei 1877 de kok Hendrik Jacobus van Zuijlekom aan waterzucht (zie Gens Nostra 54:p.134, mededeling J.H.Schaap).

D “Voorlicher” werd verkocht aan rederij J.Koning & van Delden te Rotterdam voor f 90.000,-. “Vier jaar heeft het schip voor de Rotterdamsche reeders gevaren, toen het door onbekende oorzaak te Cheribon wrak. In ieder geval heeft het een flinke kanauw gekregen, vermoedelijk door een stranding, want in een brief van kapitein P.v.d.Bos aan zijn reeders, welke brief bewaard is gebleven, schrijft deze:

Het schip kan ik niet indenken, dat die gerepareerd kan worden. De masten zijn meer dan een halve voet gezakt, onder de spil is alles gebarsten, een anker en ketting en tuianker zijn verloren gegaan. Van onder tot boven is het schip geramponeerd en daar het lek met het water gelijk ligt, kunnen wij van onderen en in de zijden van het schip niet zien, maar ik geloof dat door de lading het schip van binnen zeer veel geleden heeft.

Wel zijn er zeilen gescheurd, maar masten, stengen en kluiverboomen hebben geen aanmerkelijke schade bekomen. Het dek is geheel los, of de balken nog goed zijn, is voor mij een raadsel. Aan stuurboord zijn er nog een paar stutten staan gebleven, maar aan bakboord is alles weg en het schip laat kop en gat vreeselijk hangen, ik zou dus denken dat het schip geheel gebroken is. Ook heeft de kajuit geheel onder water gestaan en alles is daardoor vernield.”

Het schip werd inderdaad afgekeurd en te Batavia verkocht voor achtduizend gulden.

Uit: De Clippers” door Anno Teernstra, Uitg. Holdert & Co, Amsterdam, 1945, p. 184-185.

 

In “Sherlock Holmes in Lebak. Rouffaer en Multatuli”. Litterair tijdschrift De Parelduiker, Jg 15, nr. 4. 2010

  1. 41-42:

“Eind juli (1885) vertrok hij (Rouffaer) vanuit Rotterdam met het clipper-fregat De Voorlichter. …

Na een avontuurlijke reis kwam hij op 5 november 1885 aan in Tandjoeng Priok, de haven van Batavia. Op 10 november schreef hij aan zijn vriend Evert Ekker: “Enfin, ik ben lekker als kip. De zeereis wou zeker ook tot in alle bijzonderheden mij het zeeleven doen kennen; het had weinig gescheeld of de “Voorlichter” was met man en muis vergaan. Twee goddelooze stortzeeën veegden bij een hevige storm het heele achterschip schoon; en ’t was alleen aan het hechte schip te danken, dat niet het heele achterdeel open werd geslagen, en ’t zich bepaalde tot een paar gaten, en het lijfhout (dat wil zeggen het verband) gedeeltelijk weg. Eén dode, één met een gebrokek been, en wel vijf andere min of meer zwaar gekwetst. Enfin, we zijn er, en ik heb geen haar op mijn hoofd dat de zeereis berouwt.”

 

 

Datum vanaf: 1877
Kapitein: Bos, Pieter van der

Afbeeldingen


Omschrijving: De tewaterlating van het fregat ZES GEZUSTERS op 23 november 1870
Collectie: Belder, A., Alblasserdam
Vervaardiger: Unknown
Onderwerp: Tewaterlating
Kroniekberichten

Toon kroniekberichten