Inloggen
JAN VAN SCHAFFELAAR - ID 8776


In dienst
Onder Nederlandse Vlag tussen:1855-05-18 / 1886-00-00 | Reden uitgevlagd: Sloop, afgekeurd

Identification Data

Bouwjaar: 1855
Categorie: Passenger-/cargo vessel
Voorstuwing: Sailing Vessel
Type: Bark
Masten: Three masts
Material Hull: Wood, sheathed with copper
Dekken: 2
Construction Data

Scheepsbouwer: Pieter Bakhuizen & Zoon, Capelle aan den IJssel, Zuid-Holland, Netherlands
Launch Date: 1855-04-26
Delivery Date: 1855-05-18
Technical Data

Gross Tonnage: 350.00 lasts
Gross Tonnage 2: 662.00 tons (oude meting)
 
Length 1: 37.20 Meters Registered
Beam: 7.39 Meters Registered
Depth: 5.42 Meters Registered
Zeebrieven en Turksche passen

Record type Zeebrief
Zeebrief jaar: 1855
Datum agenda: 1855-06-15
Register nr: 18550554
Scheepsnaam: JAN VAN SCHAFFELAAR
Type: Bark
Lasten: 350
Gebouwd in binnen- of buitenland: Binnenlands
Zeebrief / Turksche pas verzocht door: Hartog, H.
Plaats: Rotterdam
Kapitein op moment van verzoek: Hees, F. van
Opmerkingen: een zeebrief

Bekijk de overige zeebrieven / Turksche passen van dit schip
Ship History Data

Date/Name Ship 1855-05-18 JAN VAN SCHAFFELAAR
Manager: H.Hartog, Rotterdam, Zuid-Holland, Netherlands
Eigenaar: partenrederij, Rotterdam, Zuid-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Rotterdam / Netherlands

Date/Name Ship 1862-05-06 JAN VAN SCHAFFELAAR
Manager: Jan van Delft, Overschie, Zuid-Holland, Netherlands
Eigenaar: Partenrederij onder boekhouderschap van genoemde manager, Overschie, Zuid-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Overschie / Netherlands

Date/Name Ship 1869-04-06 JONGE CORNELIS
Manager: B. Veth & Co, Delft, Zuid-Holland, Netherlands
Eigenaar: B. Veth & Co, Delft, Zuid-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Delft / Netherlands

Date/Name Ship 1877-05-00 ZEELEEUW
Manager: Firma Oolgaardt & Bruinier, Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Eigenaar: Firma Oolgaardt & Bruinier, Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Amsterdam / Netherlands

Bezitters van parten (aandelen) in het schip

Bijlage bij acte Rott.3.03.17.01.3675.517 bark JAN VAN SCHAFFELAAR

Lijst van verkopende eigenaren, op 6 mei 1862:

firma Hartog & Glazener, Rotterdam (boekhouders van het schip en 4/64e part)
P. Bakhuizen, Capelle aan den IJssel (5/64e part)
J. Voorhoeve H.Czn., Rotterdam (4/64e part)
Mw. Wed. J.C. Hartog, Rotterdam (4/64e part)
L.G. Verbeek, Rotterdam (3/64e part)
Firma J. & J.M. Voorhoeve, Rotterdam (2/64e part)
E.S. de Jonge, Rotterdam (2/64ep art)
Mw. Wed. H. van Wingerden, Rotterdam (2/64e part)
A.J. van Oordt, Rotterdam (2/64e part)
J. Dungelman, Rotterdam (2/64e part)
P. Post, Schiedam (2/64e part)
W. Ruys J.Dzn, Rotterdam (2/64e part)
Joh. van Limburgh (2/64e part)
N.J. Hoos, Rotterdam (2/64e part)
W. de Swalen, Rotterdam (2/64e part)
A. Zonneveld, Pijnacker (2/64e part)
L. Kaelsier (?), Zoetermeer (2/64e part)
H.G.J. Reijnvaan, Rotterdam (1/64e part)
H.J. Plant, Rotterdam (1/64e part)
C. Dirkzwager (1/64e part)
Jut van Breukelerwaard, Laagsoeren (1/64e part)
P.E. Arent, Rotterdam (1/64e part)
N. de Waal, Rotterdam (1/64e part)
Mw.Wed. A. Bouwens, Rotterdam (1/64e part)
P. Schamann, Rotterdam (1/64e part)
J.H.G. van Os, Rotterdam (1/64e part)
J.H. Keller, Rotterdam (1/64e part)
H. Koetsier, Zoetermeer (1/64e part)
Firma A. Gelissen & Zoon, Rotterdam (1/64e part)
Joh. Van Heet, Rotterdam (1/64e part)
Firma Gebr. Kröner, Rotterdam (1/64e part)
Mw.Wed. J van Empel, Rotterdam (1/64e part)
J. Bahnmuller, Rotterdam (1/64e part)
H. Hellebrekers, Rotterdam (1/64e part)
C. in ’t Hout, Vlaardingen (1/64e part)
A. de Bruijn, Geervliet (1/64e part)
en A. Stolk, Rotterdam (1/64e part)

Bijlage bij acte Rott.3.03.17.01.3675.662 barkschip JAN VAN SCHAFFELAAR

Verkopende eigenaren, per 6 april 1869:

Mevr. Wed. J. van Delft, Delft (2/20e part)
Firma Kuyper, Van Dam & Smeer, Rotterdam (2/20e part)
W. van der Kelden, Rotterdam (1/20e part)
J. Bulterman, Rotterdam (1/20e part)
C.M.J. Kolff, Rotterdam (1/20e part)
H. van der Schilden, Rotterdam (1/20e part)
J. Struik, Rotterdam (1/20e part)
J.H.A. Lippman, Rotterdam (1/20e part)
P.J. van den Abeelen, Rotterdam (1/20e part)
A. Kock, Rotterdam (1/20e part)
A. van Duyn, Rotterdam (1/20e part)
Mevr. Wed. J.M. Janvier, Rotterdam (1/20e part)
Mevr. Wed. F.A. Dijkgraaf, Delft (1/20e part)
B. Veth, Delft (1/20e part)
G. de Ronde, Delft (1/20e part)
J. van Walbeck, Abbenbroek (1/20e part)
Mevr. Wed. J. Parlevliet, Katwijk aan |Zee (1/20e part)
J.O. van Aalst, Berkel (1/40e part)
W.H. Koots (?) als voogd van Mej. M.E.J.W. Koots, Rotterdam (1/40e part)

Ship Events Data

1861-07-12: Damaged
Port Louis (Mauritius), 6 augustus. De bark JAN VAN SCHAFFELAAR, kapitein L.G. Verbeek, van Batavia naar Schiedam, is op 12 juli alhier binnengelopen, hebbende bij het Kaapse Rif zeer veel slecht weder en hoge zeeën gehad, waardoor de fokkesteng en het roer braken en het schip zwaar lek werd, zodat men 1000 balen koffie overboord moest werpen om het te lichten. Reeds is een gedeelte der beschadigde koffie verkocht, doch men denkt niet dat veel van de lading beschadigd zal zijn.
1862-05-06: Sold at auction
Advertentie. De makelaars F.N. Montauban van Swijndregt, W. van Dam, H.Hzn., W.H. Montauban van Swijndregt, B.C.D. Hanegraaff en H.N. Montauban van Swijndregt te Rotterdam zullen als lasthebbende van hunne meesters op dinsdag de 6e mei 1862, des middags ten 12 uren, in de Zaal aan de Scheepmakershaven, Wijk 1, Nº. 499, publiek verkopen: Het extra snelzeilend, gekoperd en kopervast Nederlands campagne barkschip
JAN VAN SCHAFFELAAR, laatst gevoerd door kapt. L. G. Verbeek, volgens meetbrief lang 37 el 20 duim, wijd 7 el 39 duim, hol 5 el 42 duim, en alzo groot 662 tonnen met al deszelfs rondhout, staand en lopend want, ankers, kettingen, touwen, zeilen en verdere scheepsgereedschappen, zoals hetzelve thans liggende in de Westerhaven binnen deze stad.
Nog zullen afzonderlijk worden verkocht: Een chronometer van Barraud, Nº. 2243, te bezichtigen bij de heer J. P. Dupont & Zoon, benevens enige kettingen en ankers.
1866-10-01: Sprang a leak
Mauritius, 18 oktober 1866. Het Nederlandse clipperbrikschip JAN VAN SCHAFFELAAR kapt. Van Duin, van Batavia naar Rotterdam, hetwelk alhier de 8e okt. is binnengelopen, had van de 28e september tot 1 okt. zware stormen en een hoge zee ondervonden en is aldaar lek gesprongen, makende 10 duim water per uur, waardoor het genoodzaakt was naar deze haven koers te zetten. Het zal hier een gedeelte van de lading lossen en op het water repareren.
1867-11-00: Damaged
Amsterdam, 19 november. Het Nederlandse schip JAN VAN SCHAFFELAAR, kapt. Van Duijn, van Batavia naar Rotterdam, aldaar lek binnengelopen, zou na een gedeelte van de lading, beschadigd, verkocht te hebben, zo spoedig mogelijk de reis voortzetten.
1872-02-04: Stranded
Hellevoetsluis, 5 februari. Het schip JONGE CORNELIS, heeft gisteren in het Ventjagersgat aan de grond gezeten, doch is met assistentie van de stoomboot ZUID-HOLLAND vlot gesleept en alhier aangekomen.
1875-01-15: Damaged
Lissabon, 15 januari. Het schip JONGE CORNELIS, kapt. Von Lindern, van Cardiff naar Batavia, hier binnen, heeft enige lichte schade aan het tuig.
1877-05-30: Sold at auction
Verkochte schepen. Het Nederlandse barkschip JONGE CORNELIS, groot 664 ton, gebouwd in 1855, is door de makelaar Ed. C.A. Koli uit de hand verkocht aan de heren Oolgaardt & Bruinier, wordt thans genaamd ZEELEEUW en gevoerd door kapt. Puister.
1881-10-19: Damaged
Amsterdam, 19 oktober 1881. Het Nederlandse schip ZEELEEUW, kapt. H.P.H. Puister, van Sundsvall te IJmuiden binnen, heeft zwaar stormweer doorgestaan en heeft lekkage en min of meer averij bekomen.

Gezagvoerders

Familiegegevens en opleiding

Leendert Gerrit Verbeek werd geboren te Delft op 02 juli 1807.

Hij was getrouwd met Sophia Florentine van der Moor, geboren te den Haag op 19 augustus 1814 en overleden in december 1889. 003 en 118

Leendert overleed in 1876 en bij zijn overlijden is Rotterdam als woonplaats opgegeven.118

 

Leendert Gerrit Verbeek werd geboren op 02 juli 1807 te Delft.Hij woonde te Rotterdam o.a. aan de Boomgaardslaan Wijk 15 nr. 452. Hij vertrok op 17 december 1863 naar Amsterdam.

Hij was gehuwd met Sophia Florentina van der Moor, geboren 29 augustus 1824(sic, moet zijn 1814!) te Den Haag, Nederlands Hervormd.

Hij overleed te Rotterdam aan de Schepstimmermanslaan op 14 februari 1876005.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

L.G.Verbeek werd met vlagnummer 672 per 26 maart 1844 effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop op voordracht van kapitein B.J.Martens. Als zijn schip werd genoemd “De Drie Maria’s” 002. Ten tijde van de inschrijving waren Verbeek en zijn vrouw 36 resp. 29 jaar. Ingeschreven staan 2 zoons nl Willem Thomas uit 1841 en Leendert Gerrit uit 1843002a.

In de Algemene Vergaderingen van 19/26 maart 1844 van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop werd als effectief lid voorgesteld/aangenomen Leendert Gerrit Verbeek, oud 36 jaar, voerend het fregat “De Drie Maria’s”, wonende te Rotterdam, op voordracht van kapitein B.J.Martens.023.

Hij werd deelnemer van het Weldaidig Zeemans Fonds Van Zeemanshoop per 05 september 1848. “van beroep veranderd”003

 

L.G. Verbeek was met vlagnummer R39 in de periode 1844 t/m 1876 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.

L.G.Verbeek was in 1851 en 1862 afwisselend commissaris en in 1863 secretaris van de Maatschappij058.

 

Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 26 maart 1863 reclameert kapitein L.G.Verbeek wegens zijn contributiebetaling. Het Bestuur wijst het protest af en verwijst naar het Regelement dat geen reductie van contributie voor rustende kapiteins toestaat.042.

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 25 juni 1863 komt kapitein Verbeek terug op het bestuursbesluit en verwijst naar artikel 35 van het Reglement.. (Dit artikel stelt dat voortdurende deelnemers die onderstand of uitkering genieten van contributiebetaling zijn vrijgesteld.). In de vergadering dd 30 juli 1863 wordt het verzoek om contributievrijstelling door het Bestuur toegestaan.042

In de notulen van de Bestuursvergadering dd 30 juli 1867 vraagt kapitein L.G. Verbeek om onderstand op grond van art. 92. Het Bestuur stelt dat kapitein Verbeek eerst zijn behoeftigheid moet aantonen. In de vergadering dd 31 oktober 1867 komt Verbeek terug op zijn verzoek, maar het Bestuur acht zijn behoeftigheid niet bewezen en wijst het verzoek af. In de vergadering dd 28 november 1867 reclameert hij weer, maar het Bestuur stelt dat uit de verslagen blijkt “dat hij niet in volslagen behoeftigheid verkeert” en blijft dus bij het besluit. Verbeek houdt vol en reclameert weer op 02 januari 1868. Het Bestuur geeft zeer uitvoerig uitleg over de interpretatie van het begrip behoeftigheid. Het betekent niet dat er sprake is van een teruggang in financiële omstandigheden en dus een inkrimpen van de levensomstandigheden, maar van een staat van armoede. Dus weer afwijzing. Ondanks dat weer een reclamatie van Verbeek op 30 juli 1868 met weer een afwijzing. Op 24 september 1868 reclameert hij weer en het Bestuur houdt zijn besluit aan. Op 29 oktober 1868 volgt de uitspraak waarbij aan hem een uitkering 1e klasse wordt toegekend ingaande 01 november 1868. Verbeek blijkt een volhouder want in de vergadering dd 26 november 1868 vraagt hij restitutie van contributie vanaf 29 oktober 1867 hetgeen wordt afgewezen. In de vergadering dd 07 januari 1869 vraagt hij weer om een herziening van dit besluit en bericht “zijn belangen in handen van een practizijn te hebben gegeven.” In de notulen dd 25 maart 1869 vraagt hij wederrom teruggave van contributie en een vervroegde aanvang van zijn onderstand. Wederom een afwijzing van het Bestuur. In de notulen dd 29 juli 1869 vraagt hij om arbitrage en wijst als zijn arbiter aan Mr. E.J.Asser. Het Bestuur op zijn beurt wijst Mr. E.J.N.Rahusen aan.042

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 31 maart 1876 vraagt de wed. L.G. Verbeek geb. S.F. van der Moor om de reglementaire uitkering welke haar in de vergadering dd 27 april 1876 wordt toegekend met ingang van 01 mei 1876.042.

 

In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd. 31 maart 1863 staat een verzoek van kapitein L.G.Verbeek om vermindering van contributie, hetgeen is afgewezen.023.

In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 19 november 1867 staat een verzoek door kapitein L.G. Verbeek om een ondersteuning, maar dit wordt afgewezen. Kapitein Verbeek reclameert tegen dit besluit in de notulen van 03 december 1867, van 18 februari 1868 en 04 augustus 1868 maar zonder resultaat.023.

In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 24 november 1868 staat vermeld dat per 01 november 1868 een uitkering in de 1e klasse is verstrekt aan kapitein L.G. Verbeek.023.

In de notulen dd 15 december 1868 van de Algemene Vergadering staat vermeld een: “Brief van kapt. L.G.Verbeek, verzoekende restitutie van betaalde Contributie sedert zijne aanvrage om onderstand van 29 October 1867, welk verzoek is gehouden buiten deliberatie als niet voor inwilliging vatbaar.”. In de notulen dd 13 april 1869 reclameert kapitein Verbeek, maar zonder resultaat. In de notulen dd 03 augustus 1869 staat een “Brief van L.G.Verbeek arbitrage verzoekende en benoemende den Heer Mr E.J.Asser, welk verzoek is toegestaan en van de zijde van het Collegie als arbiter uit te noodigen den Heer Mr E.N.Rahusen”.023

 

De schepen van de kapitein

lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer                 jaren          type                 scheepsnaam                   naam reder/boekhouder

     672                        1844-1850    fregat              De Drie Maria's              Sturenberg,Cankrien & Co te Rotterdam

                                        1851          geen vermelding van schip en boekhouder

                                     1852-1853    bark                Maria Anna                     J.R.Veder te Rotterdam

     309                           1854          bark                Maria Anna                     idem

                                     1855-1856    bark                Hendrika                          idem

                                     1857-1859    Jan van Schaffelaar                                 H.Hartog te Rotterdam

                                     1860-1861    bark                Jan van Schaffelaar        Hartog & Glazener te Rotterdam

                  1862-1875 geen vermelding van schip en boekhouder

 

     In de Jaarverslagen van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat kapitein L.G.Verbeek met vlagnummer R39 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:

*   1849                 van de bark “Drie Maria’s”             188 last  varend voor Sturenberg, Cankrien & Co te Rotterdam

*   1851                 van de bark “Maria Anna”              292 last  varend voor J.R.Veder te Rotterdam

*   1855                 van de bark “Henderika”                 350 last  varend voor J.R.Veder te Rotterdam

*   1858, 1859      van de bark “Jan van Schaffelaar” 350 last  varend voor Hartog & Glazener te Rotterdam

*   1862 t/m 1867, 1874                   geen schip vermeld

 

Vertrek en aankomst te Amsterdam093

Naam kapitein                                 Naam schip                                      vertrek                              terugkomst

L.G.Verbeek                                    Jan van Schaffelaar                        16 juli 1860                      14 januari 1862

 

Bouma025 vermeldt L.G.Verbeek als gezagvoerder gedurende:

*   1845 t/m 1851 van het 3/mschip “”Drie Maria’s”, gebouwd in 1830 te Rotterdam, 346 ton o.m., varend voor Sturenberg, Cankrien & Co te Rotterdam. Het schip werd in 1851 verkocht;

*   1852 t/m 1855 van de bark “Maria Anna”, gebouwd in 1851 te Krimpen aan de IJssel, 553 ton o.m., varend voor J.R.Veder te Rotterdam;

*   1856 t/m 1857 op de bark “Hendrika”, gebouwd in 1849 te Krimpen aan de IJssel, 667 ton o.m., varend voor J.R.Veder te Rotterdam;

*   1858 t/m 1862 van de bark “Jan van Schaffelaar”, gebouwd in 1855 te Capelle a/d IJssel, 662 ton o.m., varend voor Hartog & Glazener te Rotterdam.

 

Overige bijzonderheden

Genealogie. Kwartaalblad van het Centraal Bureau voor Genealogie Jaargang 9, nr. 3 2003 p. 79

In de rubriek “Familierubriek” staat een artikeltje van de heer F.Strik te Oldenzaal, handelend over een “Schrijfboekje” dat afkomstig was van een zijner overgrootvaders, Johannes Wilhelmus Nederpelt Lazarom, geboren op 15 april 1842 te Loosduinen. Hij en zijn nakomelingen beperkten hun naam tot Lazarom. Op 02 juli 1859 monsterde Johannes Wilhelmus (roepnaam Willem) als 17-jarige aan als lichtmatroos op de bark “Jan van Schaffelaar” onder kapitein L.G.Verbeek. “Het schip vertrok op 14 juli met een lading van onder andere Edammer kaas, jenever en lucifers naar Australië. Van een aantal gebeurtenissen tijdens de reis - vooral tijdens de heenreis - maakte Willem aantekeningen die hij, eenmaal thuisge komen, overnam in het bewuste “Scrijfboekje”.

Via de westkust van Afrika, Kaap de Goede Hoop en het eiland Saint-Paul in de Indische Oceaan voer het schip naar Sydney. Dit was kennelijk een druk bevaren route. In Willem’s verhaal lezen we zelfs hoe een ander schip ternauwernood een aanvaring met de “Jan van Schaffelaar” wist te voorkomen. Tijdens een donkere en mistige nacht - zo schrijft hij - werd haast ‘overzeilt een vol schip voor de boeg’ maar een ontstoken licht ‘brandde zoo wel dat het schip ons zag en stuurde loef op’. Hij noteerde allerlei dingen die voor hem nieuw waren, zoals vliegende vissen en een walvis, die ze zagen en twee Kaapse duifjes die ze langs de kust van zuidelijk Afrika vingen.

Precies vijf maanden later na het vertrek, op 14 december 1859, kwam het schip in Sydney aan. Terwijl ze in de haven van Sydney lagen stak er een hete storm op, zodat de schepen ‘met zo’n verschrikkelijke vaart’ op elkaar werden geblazen ‘dat de stukken eraf vlogen’. Zeer onder de indruk was hij van de (toen al!) spectaculaire jaarwisseling in Sydney, die gepaard ging met veel lawaai en ontstoken vuren.

De “Jan van Schaffelaar’ begon de terugreis op 5 maart 1860. De retourlading bestond onder andere uit zand, stenen en koeienhuiden. Deze reis begon met een ‘heele rouwe nacht’. Het was stikdonker en er ontlaadde zich een hevige onweersbui met zodanig harde wind dat behalve de bezaansmast (de achterste mast van de drie) ook een man overboord sloeg. Iedereen was bang om schipbreuk te lijden. De laatste aantekening is van 18 maart en vermeldt veel regen, onweer en hoge zeeën. Het schip kwam gelukkig behouden thuis. “

 

In de Harlinger Courant dd begin januari 1853 (geen datum op de fotokopie) staat onder de rubriek GEPRAAIDE SCHEPEN het volgende bericht096:

“Den 20 December, op 12oNBr.32’WL.Maria Anna, Verbeek, van Batavia naar Rotterdam.”

 

In monsterrol nr. 736 in het Gemeentearchief van Dordrecht dd. 11 mei 1835 is L.G.Verbeek, oud 27 jaar uit Delft met een maandgage van f 28,-, 3e stuurman op de “Jacob Cats” onder kapitein Jan Ingerman en vertrekt op 30 juni 1835 met een equipage van 40 man uit Hellevoetsluis voor een reis naar Batavia. Hij keerde terug in Nederland op 28 mei 1836.

 

 

Datum vanaf: 1857
Kapitein: Verbeek, Leendert Gerrit

Familiegegevens en opleiding

Arie Jacobsz. van Duijn werd geboren te Katwijk op 06 november 1830 als zoon van Jacob Willemsz van Duijn en Haasje Pietersd. Groen. Hij huwde in 1857 met Leuntje Jacobsd. Parlevliet en overleed ter plaatse op 15 juli 1914.

In de Burgerlijke Stand van Katwijk wordt hij vermeld als kapitein van de bark “Jan van Schaffelaar”. Voorts is bekend dat hij van 1859-1862 ingeschreven stond als gezagvoerder op de “Vice Admiraal Gobius” en van 1863-1869 als kapitein op de bark Jan van Schaffelaar.

De publicatie bevat een foto van Arie Jacobsz. van Duijn054-015.

 

Arie van Duyn werd geboren op 12 (sic) november 1830 te Katwijk. Hij woonde te Katwijk en behaalde op 28 mei 1859 het diploma 1e stuurman voor de grote vaart005.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

  1. van Duin/Duyn was met vlagnummer R288 in de periode 1859 t/m 1871 lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

Geen

 

De schepen van de kapitein

In de Jaarverslagen van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat kapitein A. van Duin met vlagnummer R288 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:

*    1859                    van de bark “Vice Admiraal Gobius”   315 last      voor J. van Delft Cz te Overschie

*    1862                    van de bark “Jan van Schaffelaar”        348 last      voor J. van Delft Cz te Overschie

*    1863 t/m 1865   van de bark “Jan van Schaffelaar”        348 last      voor J. van Delft Cz te Delft

*    1866, 1867         van de bark “Jan van Schaffelaar”        348 last      voor F.H. von Lindern te Alblasserdam

 

Bouma025 vermeldt A.van Duijn als gezagvoerder gedurende

*    1860 t/m 1861 op de bark “Vice Admiraal Gobius”, gebouwd in 1840 te Alblasserdam, 595 ton o.m., varend voor J.van Delft Cn te Overschie. Het schip werd in 1862 verkocht naar Noorwegen;

*    1863 t/m 1866 van de bark “Jan van Schaffelaar”, gebouwd in 1855 te Capelle aan de IJssel, 662 ton n.m., varend voor J.van Delft Cz te Overschie;

*    1867 t/m 1869 op hetzelfde schip, maar dan voor rederij F.H.von Lindern te Alblasserdam. Het schip voer in 1870 voor B.Veth & Co te Delft en was herdoopt in “Jonge Cornelis”.

 

Overige bijzonderheden

Op 27 oktober 1861 vertrok van Batavia de "Vice Admiraal Gobius" van rederij J.van Delft te Overschie onder kapitein A.van Duijn en arriveerde te Texel op 02 februari 1862 na een reis van 98 dagen026(38/329).

Op 20 mei 1867 vertrok van Brouwershaven de bark "Jan van Schaffelaar" onder kapitein A.van Duyn en arriveerde op 09 oktober 1867 te Melbourne na een reis van 141 dagen. Het journaal vermeldde veel stormen, schade aan schip en tuig026(39/068).

 

 

Datum vanaf: 1862
Kapitein: Duijn, Arie Jacobsz van

Familiegegevens en opleiding

Geen

 

De schepen van de kapitein

Bouma025 vermeldt G.J.Goekoop als gezagvoerder gedurende:

*    1870 t/m 1873 van de bark “Jonge Cornelis” ex Jan van Schaffelaar, gebouwd in 1855 te Capelle aan de IJssel, 664 ton o.m., varend voor B.Veth & Co te Delft;

*    1875 t/m 1877 van het fregat A.& W.C. (Arie & Willelmina Cornelia) , gebouwd in 1875 te Alblasserdam, 1440 ton o.m., varend voor B.Veth & de Ronde te Delft.

 

Overige bijzonderheden

Foto (nr.22) van kapitein G.J.Goekoop beschikbaar047.

 

In: Gestikt in een ruw vat in branderij De Hoop. Een onbekende en unieke bron op het Nationaal Archief ontsloten door

B.van Dooren en L.M. van der Hoeven

Gens Nostra 62, p.143, 2007

“Dirk Storin, oud 35 jaar, geboren in Vlaardingen en woonachtig te Rotterdam, kok op het Nederlandse barkschip “Neptunes”, overleed op 25 september 1866 aan “zenuw zinking rotkoorts”, op de rede van Batavia, zo verklaarden eerste stuurman Gerardus Jacobus Goekoop en tweede stuurman Hendrik Jan Bosscher.”

 

 

Datum vanaf: 1869
Kapitein: GOEKOOP, G(erardus)J(acobus)

Familiegegevens en opleiding

Carl Georg August von Lindern werd geboren in 1838 te Neuenberg/Varel als zoon van Hermann von Lindern en Catharina Margaretha Auguste Eiben.

Hij trouwde op 14 augustus 1865 te Alblasserdam met Woutrina de Haan, geboren 07 februari 1839 en in 1901 te Alblasserdam overleden. Zij was de dochter van Arie de Haan en Antje Jonker.

Carl.G.A.von Lindern overleed in 1891 te Alblasserdam.

Hij was in 1862 lid van de Societeit De Eendracht te Alblasserdam064.

 

NRC 26 juli 1891

Advertentie. Heden overleed, na een langdurig doch geduldig lijden, mijn hartelijk geliefde echtgenoot, de heer C.G.A. von Lindern, in leven gezagvoerder ter koopvaardij, in de ouderdom van 52 jaar en 8 maanden. Zij, die de overledene van nabij gekend hebben, zullen beseffen, wat ik en mijn drie kinderen in hem verliezen.

Alblasserdam, 25 juli 1891                              Wed. W. von Lindern, geb. de Haan

 

De schepen van de kapitein

Bouma025 vermeldt C.G.A.von Lindern als gezagvoerder gedurende:

*    van 1870 tm/ 1872 op de bark “Maria Diederika”, gebouwd in 1855 te Alblasserdam, 720 ton o.m., varend voor J.J Kam uit Delfshaven. Het schip werd in 1872 verkocht naar Duitsland;

*    1874 t/m 1876 van de bark “Jonge Cornelis” ex Jan van Schaffelaar, gebouwd in 1855 te Capelle aan de IJssel, 664 ton o.m., varend voor B.Veth & de Ronde te Delft;

*    1877 t/m 1890 van het 3/m schip “Deliane”, gebouwd in 1874 op de werf van F.H. von Linderrn te Alblasserdam, 1490 ton o.m., varend voor G.J.Veth te Amsterdam. Het schip werd in 1890 verkocht naar Noorwegen en herdoopt in “Czar”.

 

Overige bijzonderheden

C.G.A.von Lindern was de eerste kapitein van het fregat "Deliane", in 1875-'76 door van Lindern gebouwd voor reder J.Veth te Amsterdam. "In 1890 eerst verliet Kapt. von Lindern dit mooie schip toen het te Cardiff verkocht werd voor £4650,- (naar Noorwegen)"026(39/284).

 

      C.G.A.von Lindern was van 1874-1890 kapitein van de composiet bark “Deliane”, gebouwd in 1874 - 1875 door F.H.von Lindern te Alblasserdam, 1355/1315 ton, varend voor reder J.Veth te Amsterdam. Het schip werd in oktober 1890 voor £4350 (52.200 gulden) verkocht aan Sigval Bergesen, Stavanger. Noorwegen052.

 

Foto's (nrs.80 en 43) van kapitein C.G.A.von Lindern beschikbaar047.Ook in Pronker op p.94052.

 

“De “Deliane” was op 28 juni 1874 te water gelaten van de werf van F.H.von Lindern  in Alblasserdam, die tevens haar grootste aandeelhouder bleef, terwijl J.Veth te Amsterdam als reeder optrad. Het schip was genoemd naar de vrouw van F.H.Lindern, Deliaantje, een dochter van de Alblasserdamsche scheepsbouwer Cornelis Smit…. K(C)arl Georg August von Lindern, die het schip van 1874 tot 1890 voerde, was geen nabije familie van de bouwer”.

Begin januari 1878 kwam het schip (onder von Lindern) voor IJmuiden aan, maar kon vanwege de waterstand de sluis niet binnenkomen. Het moest een week lang op de Noordzee blijven, “waarbij zware overkomende zeeën, al het volk van dek dreigde weg te nemen”. Tenslotte liep het op 26 januari 1878 het Nieuwediep binnen om via de oude route door het NH-Kanaal naar Amsterdam te worden gesleept. In 1879-’80 maakte de “Deliane” een reis met kolen van Cardiff naar Batavia, waar zij op 09 januari 1880 aankwam. Zij bleef  5½ maand in de Indische wateren, vertrok op 21 juni 1880 uit Pangoel op de ZO-kust van Java naar Dordrecht en kwam op 01 november 1880 te Brouwershaven aan. In 1882 vervoerde de “Deliane” een lading steenkool naar Batavia “toen zij op 16 Mei de bemanning van het Engelsche barkschip “Celaneo” redde. Dat schip was, onderweg van Liverpool naar Rio de Janeiro ... c.130 mijl beN. Santo Antao ... in brand geraakt. De mensen waren in de booten gegaan en werden door de “Deliane” aan boord genomen en op Santo Antao in de Kaap Verdische Eilanden aan land gebracht…”. Op 21 juli 1883 ging kapitein von Linder van Amsterdam naar Batavia waar hij op 11 oktober arriveerde. Het schip ging terug op 03 maart 1884 en arriveerde op 09 juli te IJmuiden. Ook in 1885-1886 en 1886-1887 maakte het schip onder von Lindern een reis Amsterdam - Indië vv.

In 1887-1890 maakte Teunis Pronker als 2de stuurman op de “Deliane” onder kapitein von Lindern een wereldreis en vertelde daarover aan zijn kleinzoon. Pronker052 stelde de route en nadere bijzonderheden van deze reizen vast aan de hand van o.a. scheepstijdingen in dagbladen. Zijn eerste reis vertrok 22 november 1887 vanuit Rotterdam om in Cardiff kolen te laden. Zij kwamen op 12 april 1888 te Batavia aan. Na lossen ging het in ballast naar Madoera en vandaar met zout naar Padang. In Padang werd koffie en specerijen geladen en vertrok het schip op 05 oktober 1888. Het kwam aan op 17 februari 1889 te New York, loste de lading en laadde petroleum in blikken en kratten met bestemming Sydney. Aankomst aldaar op 03 augustus 1889. De lading werd gelost en men koerste vervolgens in ballast naar NewCastle NSW. Op 14 november 1889 vertrok men weer met een lading kolen voor San Diego alwaar men op 02 december 1889 aankwam. Men vertrok weer in ballast op 21 december 1889 met bestemming Port Blakely in Pudget Sound maar liep op 21 januari 1890 met stormschade San Francisco binnen  Eerst na ruim zes weken was het schip weer zeilklaar en vertrok op 06 maart 1890 naar Port Townsend alwaar het op 11 maart 1890 aankwam en Oregon pine laadde. 29 april 1890 vertrok men weer en voer rond Kaap Hoorn naar Cardiff waar men 11 september 1890 arriveerde. Hier werd de bemanning afgemonsterd omdat de eigenaren het schip aldaar verkochten052.

De originele beschrijving van deze wereldreis van Teun Pronker onder kapitein von Lindern is veel uitgebreider dan hier weergegeven en de moeite van het lezen waard.(p.93 e.v.)

 

De bark “Deliane” onder kapitein C.G.A. von Lindern vertrok in 1889 van NewCastle NSW en arriveerde op 02 december 1889 te SanDiego. Vertrek van daar op 21 december en registratie op 21 januari 1890 te San Francisco. Het verbleef aldaar in een droogdok en verliet de plaats op 06 maart 1890. Het was op 29 april 1890 te P,Townsend en op 11 september te Cardiff, alwaar het schip werd verkocht. Gedurende deze reis werd éénmaal Kaap Hoorn gerond.121

 

 

Datum vanaf: 1875
Kapitein: Lindern, Carl Georg August von

Familiegegevens en opleiding

Geen

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

Geen

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In de Bijlagen van de Bestuursvergadering dd 31 augustus 1882 (Stadsarchief Amsterdam 491-38) bevindt zich een brief dd 19 juli 1882 van de Filiaal-inrichting van het Koninklijk Nederlandsch Meteorologisch Instituut te Amsterdam waarin melding wordt gemaakt van getuigschriften  voor “gezagvoerders die een uitmuntend of wel een zeer goed Extract Journaal hebben gehouden en wel een uitmuntend getuigschrift voor …”  H. de Jonge, gezagvoerder van de “A&W.C.”042

 

In de notulen van de Algemene Vergadering van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop dd 12 september 1882 wordt vermeld de heer van Hasselt, directeur der filiaalinrichting van het Kon.Ned. Meteor. Inst. te Utrecht: “Als nu reikte hij uit aan de Heeren W.P.Harten, H.Hissink en H. de Jonge getuigschriften voor uitmuntende journalen; aan de Heeren R.J.Weber, C.Jaski, A.G. Mörser Bruijns, W.Adriani, R.Berckelbach v.d Sprenkel, J.F. Graad van Roggen, A..J.Herckenrath, J.H.Bart, H.C.Haacke, H.W.Prins en A.F. de Vrije voor zeer goede journalen.” 023

In de notulen van de Algemene Vergadering van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop dd 07 mei 1884 staat: “De Voorzitter … geeft het woord aan den Heer van Hasselt om de bekrooningen aan Scheepsgezagvoerders uittereiken aan kapitein W.P.Harten, H.C.Haacke en R.J.Weber een brief van den Minister van Waterstaat, Handel en Nijverheid, waarbij aan hen namens den Koning, de Zilveren Medaille wegens uitmuntende Scheepsjournalen wordt toegekend en Getuigschriften van het Kon.Ned.Metereol.Instituut te Utrecht aan de gezagvoerders W.P.Hansen, R.J.Weber, H.Hissink, G.R. van der Woude en H. de Jonge … 023. (ik heb geen zekerheid dat het hier om deze H.de Jonge gaat)

 

De schepen van de kapitein

Bouma025 vermeldt H. de Jonge als gezagvoerder gedurende:

*    1877 van de bark “Jonge Cornelis” ex Jan van Schaffelaar, gebouwd in 1855 te Capelle aan de IJssel, 664 ton o.m., varend voor B.Veth & de Ronde te Delft. Het schip voer in 1878 voor Oolgaardt & Bruinier te Amsterdam en was herdoopt in “Zeeleeuw”;

*    1878 t/m 1884 van het fregat A.& W.C. (Arie & Wilhelmina Cornelia), gebouwd in 1875 te Alblasserdam, 1440 ton o.m., varend voor B.Veth & de Ronde te Delft;

*    1885 t/m 1887 van het fregat “Wilhelmina Cornelia” ex A.& W.C., gebouwd in 1875 te Alblasserdam, 1440 ton o.m., varend voor G. de Ronde te Delft;

*    1888 van hetzelfde schip maar nu varend voor von Lindern & van Vessem te Rotterdam.

 

Overige bijzonderheden

Geen

 

 

Datum vanaf: 1877
Kapitein: Jonge, H. de

Familiegegevens en opleiding

Hindrik Pieters Hazewinkel (dit is de volledige vóónaam) Puister werd geboren op 06 november 1825 te Veendam als zoon van de schipper Pieter Hindriks Puister en Antje Hindriks Hazewinkel.

Hindrik Pieters Hazewinkel huwde op 19 januari 1854 te Veendam als schipper  met Annechien de Jonge, geboren 07 januari 1834 te Veendam als dochter van de schipper Reinder Roelfs de Jonge en Frouke Jakobs Mulder. Annechien overleed op 22 juli 1888 te Veendam, 54 jaar.

 

Hindrik zou zijn overleden te Veendam op 15 december 1905, maar ik heb geen overrlijdensakte kunnen vinden

Uit: "Puister. Een Gronings Veenkoloniaal Geslacht" door H.Puister Az (†) en Drs.A.T.Puister. Wassenaar 1985. Typoscript, 130 pp. (CBG-G/Puis).

Ook geen overlijdensakten te Amsterdam.

 

In Burgerlijke Stand akten uit de provincie Groningen wordt Hindrik Pieters Hazewinkel vermeld als schipper in 1854, 1856, 1859, 1861, 1862, 1864, 1867, 1870, 1871, 1872, 1878.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

H.P.H.Puister was effectief lid van het zeemanscollege “De Harmonie” te Wildervank met vlagnummer 107 in de periode 1876 t/m 1890.

 

H.P.Hazewinkel Puister was effectief lid van het Veendammer zeemanscollege “Maatschappij tot Nut der Zeevaart” met vlagnummer Z2 resp. 49 in de periode 1853 t/m 1888.

 

 

De schepen

H.P.Hazewinkel Puister was gezagvoerder gedurende:

*    1854 t/m 1877 van de kof “Industrie”, gebouwd in 1853 te Wildervank, 93 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Veendam. In 1877 is het schip in de Noordzee gezonken

*    1878 t/m 1881 van de brik “Gazelle” ex Accra, ex Adolf Stranzen, gebouwd in 1861 te Geestemünde, 224 ton o.m., varend voor Oolgaardt & Bruinier te Amsterdam;

*    1882 t/m 1886 van de bark “Zeeleeuw” ex Jonge Cornelis, ex Jan van Schaffelaar, gebouwd in 1855 te Capelle aan de IJssel, 664 ton o.m., varend voor Colgaardr & Bruinier te Amsterdam. Het schip werd in 1886 gesloopt.

 

In de ledenlijst van het Veendammer zeemanscollege opgenomen in een almanak uit 1862 uitgegeven door de zeemanscolleges van Wildervank en Nieuwe Pekela wordt H.P.Hazewinkel Puister vermeld als gezagvoerder van de “Industrie” met vlagnummer Z2 resp. 49.

In een Naamlijst van Leden van het Veendammer zeemanscollege in 1880 aanwezig in het Veenkoloniaal Museum te Veendam staat H.P.H.Puister als gezagvoerder van de “Gazelle” met vlagnummer 49

 

De collectie monsterrollen op het Noordelijk Scheepvaartmuseum te Groningen vermeldt:

12 mei 1853, schoenergaljoot “Industrie”, schipper Hendrik Pieters Hazewinkel Puister, 27 jaar uit Veendam. Voorts stuurman, kok, matroos en een lichtmatroos.

04 februari 1854, kof “Industrie”, schipper Hind/ Pieters Hazewinkel Puister. Voorts stuurman, kok, matroos en een lichtmatroos

16 februari 1857, kof “Industrie”, schipper Hind. Pieters Hazewinkel Puister, 31 jaar uit Wildervank. Voorts stuurman, kok en een lichtmatroos.

26 januari 1875, galjoot “Industrie”. schipper Hendrik Pieters Hazewinkel Puister, 49 jaar uit Veendam. Voorts stuurman, kok en 2 matrozen.

 

In 4 monsterrollen op het overzicht van het Noordelijk Scheepvaart Museum te Groningen wordt gesproken van  Hindrik Pieter Hazewinkel Puister.

Het overzicht luidt:

1853                   schipper op de schoenergaljoot “Industrie”                                                                27 jaar

1854-1857        schipper op de kof “Industrie”                                                                                      ?-31 jaar

1875                   scchipper op de galjoot “Industrie”                                                                             49 jaar

 

Overige bijzonderheden

Geen

 

 

Datum vanaf: 1877
Kapitein: Puister, Hindrik Pieters Hazewinkel

Familiegegevens en opleiding

Cornelis Colle werd geboren op 04 januari 1834 te Schiermonnikoog als zoon van Jan Pieters Colle en Anna Cornelis Vil.

Hij trouwde te Schiermonnikoog op 07 december 1865 als zeeman met Henderika Pieters Bakker, geboren op 29 augustus 1841 te Schiermonnikoog als dochter van Pieter Foppes Bakker en Grietje Meints Wouter. Zij overleed te Schiermonnikoog op 26 juli 1923. Het echtpaar bleef kinderloos.

Cornelis overleed te Amsterdam op 09 juni 1881 in de Buiten Bantammerstraat 6. Als beroep is “scheepsgezagvoerder” opgegeven.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

C.J.Colle was met vlagnummer 72 in de periode 1872 t/m 1881 lid van het Schiermonnikoger zeemanscollege “De Herkenning”.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

Geen

 

De schepen van de kapitein

K.J.Colle (in de registers meestal geschreven als Kolle) was gezagvoerder gedurende:

*          1865 van de schoenerkof “Johanna Petronella”, gebouwd in 1849 te Hoogezand, 123 ton, varend voor D.Bosman & Zn te Alkmaar;

*          1867 t/m 1875 van de schoenerbrik “Texel”, gebouwd in 1853 te Groningen, 202 ton, varend voor Oolgaardt & Bruinier te Amsterdam;

*          1877 van de brik “Gazelle” ex Accra, ex Adolf Stranzen, gebouwd in 1861 te Geestemünde, 224 ton, varend voor Oolgaardt & Bruinier te Amsterdam;

*          1878 t/m 1881 van de bark “Zeeleeuw” ex Jonge Cornelis, ex Jan van Schaffelaar, gebouwd in 1855 bij P.Bakhuizen & Zn te Capelle aan de IJssel, 664 ton, varend voor Oolgaardt & Bruinier te Amsterdam.

 

Overige bijzonderheden

Geen

 

 

Datum vanaf: 1878
Kapitein: Kolle/Colle, Kornelis/Cornelis Jans

Familiegegevens en opleiding

Hindrik Pieters Hazewinkel (dit is de volledige vóónaam) Puister werd geboren op 06 november 1825 te Veendam als zoon van de schipper Pieter Hindriks Puister en Antje Hindriks Hazewinkel.

Hindrik Pieters Hazewinkel huwde op 19 januari 1854 te Veendam als schipper  met Annechien de Jonge, geboren 07 januari 1834 te Veendam als dochter van de schipper Reinder Roelfs de Jonge en Frouke Jakobs Mulder. Annechien overleed op 22 juli 1888 te Veendam, 54 jaar.

 

Hindrik zou zijn overleden te Veendam op 15 december 1905, maar ik heb geen overrlijdensakte kunnen vinden

Uit: "Puister. Een Gronings Veenkoloniaal Geslacht" door H.Puister Az (†) en Drs.A.T.Puister. Wassenaar 1985. Typoscript, 130 pp. (CBG-G/Puis).

Ook geen overlijdensakten te Amsterdam.

 

In Burgerlijke Stand akten uit de provincie Groningen wordt Hindrik Pieters Hazewinkel vermeld als schipper in 1854, 1856, 1859, 1861, 1862, 1864, 1867, 1870, 1871, 1872, 1878.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

H.P.H.Puister was effectief lid van het zeemanscollege “De Harmonie” te Wildervank met vlagnummer 107 in de periode 1876 t/m 1890.

 

H.P.Hazewinkel Puister was effectief lid van het Veendammer zeemanscollege “Maatschappij tot Nut der Zeevaart” met vlagnummer Z2 resp. 49 in de periode 1853 t/m 1888.

 

 

De schepen

H.P.Hazewinkel Puister was gezagvoerder gedurende:

*    1854 t/m 1877 van de kof “Industrie”, gebouwd in 1853 te Wildervank, 93 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Veendam. In 1877 is het schip in de Noordzee gezonken

*    1878 t/m 1881 van de brik “Gazelle” ex Accra, ex Adolf Stranzen, gebouwd in 1861 te Geestemünde, 224 ton o.m., varend voor Oolgaardt & Bruinier te Amsterdam;

*    1882 t/m 1886 van de bark “Zeeleeuw” ex Jonge Cornelis, ex Jan van Schaffelaar, gebouwd in 1855 te Capelle aan de IJssel, 664 ton o.m., varend voor Colgaardr & Bruinier te Amsterdam. Het schip werd in 1886 gesloopt.

 

In de ledenlijst van het Veendammer zeemanscollege opgenomen in een almanak uit 1862 uitgegeven door de zeemanscolleges van Wildervank en Nieuwe Pekela wordt H.P.Hazewinkel Puister vermeld als gezagvoerder van de “Industrie” met vlagnummer Z2 resp. 49.

In een Naamlijst van Leden van het Veendammer zeemanscollege in 1880 aanwezig in het Veenkoloniaal Museum te Veendam staat H.P.H.Puister als gezagvoerder van de “Gazelle” met vlagnummer 49

 

De collectie monsterrollen op het Noordelijk Scheepvaartmuseum te Groningen vermeldt:

12 mei 1853, schoenergaljoot “Industrie”, schipper Hendrik Pieters Hazewinkel Puister, 27 jaar uit Veendam. Voorts stuurman, kok, matroos en een lichtmatroos.

04 februari 1854, kof “Industrie”, schipper Hind/ Pieters Hazewinkel Puister. Voorts stuurman, kok, matroos en een lichtmatroos

16 februari 1857, kof “Industrie”, schipper Hind. Pieters Hazewinkel Puister, 31 jaar uit Wildervank. Voorts stuurman, kok en een lichtmatroos.

26 januari 1875, galjoot “Industrie”. schipper Hendrik Pieters Hazewinkel Puister, 49 jaar uit Veendam. Voorts stuurman, kok en 2 matrozen.

 

In 4 monsterrollen op het overzicht van het Noordelijk Scheepvaart Museum te Groningen wordt gesproken van  Hindrik Pieter Hazewinkel Puister.

Het overzicht luidt:

1853                   schipper op de schoenergaljoot “Industrie”                                                                27 jaar

1854-1857        schipper op de kof “Industrie”                                                                                      ?-31 jaar

1875                   scchipper op de galjoot “Industrie”                                                                             49 jaar

 

Overige bijzonderheden

Geen

 

 

Datum vanaf: 1882
Kapitein: Puister, Hindrik Pieters Hazewinkel

Afbeeldingen


Omschrijving: JAN VAN SCHAFFELAAR, schilderij gemaakt op 20-06-1866, kapitein A. van Duyn
Collectie: Stichting Nederlandse Kaap Hoorn-vaarders
Vervaardiger: Onbekend
Onderwerp: Zeeopname
Kroniekberichten

Toon kroniekberichten
Akten

NA-Den Haag Archiefnummer Rott.3.03.17.01.3675.323
DVD VIII – 752, 753
BIJLBRIEF
Naam schip JAN VAN SCHAFFELAAR

plaats en datum acte Capelle aan den IJssel, 18 mei 1855

type schip bark

bouwwerf/verkoper Pieter Bakhuijsen & Zoon, scheepsbouwmeesters te
Capelle aan den IJssel

gevoerd door kapt.

eigenaar/aankoper rederij onder boekhouderschap van H. Hartog, Rotterdam

te voeren door kapt.

grootte in tonnen 662 tonnen (meetbrief Rotterdam, 10 mei 1855)

tuigage / aantal dekken 3 masten, 2 dekken

afmetingen lang 37,20 m., breed 7,39 m., hol 5,42 m.

kiellegging

tewaterlating 26 april 1855

plaats / datum registratie Rotterdam, 19 mei 1855

nummer van registratie deel 9, folio 43, verso, vak 3

notaris burgemeester en wethouders van Capelle aan den IJssel

prijs

bijzonderheden






researcher/datum research: ML / 220408

Naam JAN VAN SCHAFFELAAR
Archiefinstelling Nationaal Archief Den Haag
Jaar 1855
Toegang 3.03.17.01
Inventaris 3675

NA-Den Haag Archiefnummer Rott.3.03.17.01.3675.517
DVD VIII – 1556,1564
ACTE VAN KOOP/VERKOOP
Naam schip JAN VAN SCHAFFELAAR

plaats en datum acte openbare vrijwillige verkoping, Rotterdam, 6 mei 1862

type schip bark, gekoperd en kopervast

bouwwerf/verkoper zie bijlage

gevoerd door kapt. L.G. Verbeek

eigenaar/aankoper Jan van Delft, Overschie

te voeren door kapt.

grootte in tonnen 662 tonnen (meetbrief Rotterdam, 10 mei 1855)

tuigage / aantal dekken

afmetingen lang 37,20 m., breed 7,39 m., hol 5,42 m.
kiellegging

tewaterlating

plaats / datum registratie Rotterdam, 8 mei 1862

nummer van registratie deel 11, folio 110, verso, vak 2

notaris Willem Gerhard Herman van der Horst van Lil, griffier kantongerecht Rotterdam

prijs NLG 50.000,-

Bijzonderheden: de verkoping vond plaats in de zaal op hoek Scheepmakershaven en Bierstraat, door F.N. Montauban van Swijndregt, makelaar te Rotterdam. Het schip ligt in de Westerhaven te Rotterdam. De verkopers hadden het eigendom van het schip verkregen door aanbouw op de werf van P. Bakhuizen & Zoon te Capelle aan den IJssel volgens bijlbrief d.d. 18 mei 1855.
Het schip was ingeschreven ten kantore van de bewaarder der hypotheken te Rotterdam op 9 september 1856 onder nummer 599.






researcher/datum research: ML / 070109





Bijlage bij acte Rott.3.03.17.01.3675.517 bark JAN VAN SCHAFFELAAR

Lijst van verkopende eigenaren:

firma Hartog & Glazener, Rotterdam (boekhouders van het schip en 4/64e part)
P. Bakhuizen, Capelle aan den IJssel (5/64e part)
J. Voorhoeve H.Czn., Rotterdam (4/64e part)
Mw. Wed. J.C. Hartog, Rotterdam (4/64e part)
L.G. Verbeek, Rotterdam (3/64e part)
Firma J. & J.M. Voorhoeve, Rotterdam (2/64e part)
E.S. de Jonge, Rotterdam (2/64ep art)
Mw. Wed. H. van Wingerden, Rotterdam (2/64e part)
A.J. van Oordt, Rotterdam (2/64e part)
J. Dungelman, Rotterdam (2/64e part)
P. Post, Schiedam (2/64e part)
W. Ruys J.Dzn, Rotterdam (2/64e part)
Joh. van Limburgh (2/64e part)
N.J. Hoos, Rotterdam (2/64e part)
W. de Swalen, Rotterdam (2/64e part)
A. Zonneveld, Pijnacker (2/64e part)
L. Kaelsier (?), Zoetermeer (2/64e part)
H.G.J. Reijnvaan, Rotterdam (1/64e part)
H.J. Plant, Rotterdam (1/64e part)
C. Dirkzwager (1/64e part)
Jut van Breukelerwaard, Laagsoeren (1/64e part)
P.E. Arent, Rotterdam (1/64e part)
N. de Waal, Rotterdam (1/64e part)
Mw.Wed. A. Bouwens, Rotterdam (1/64e part)
P. Schamann, Rotterdam (1/64e part)
J.H.G. van Os, Rotterdam (1/64e part)
J.H. Keller, Rotterdam (1/64e part)
H. Koetsier, Zoetermeer (1/64e part)
Firma A. Gelissen & Zoon, Rotterdam (1/64e part)
Joh. Van Heet, Rotterdam (1/64e part)
Firma Gebr. Kröner, Rotterdam (1/64e part)
Mw.Wed. J van Empel, Rotterdam (1/64e part)
J. Bahnmuller, Rotterdam (1/64e part)
H. Hellebrekers, Rotterdam (1/64e part)
C. in ’t Hout, Vlaardingen (1/64e part)
A. de Bruijn, Geervliet (1/64e part)
en A. Stolk, Rotterdam (1/64e part)

ML / 070109

Naam JAN VAN SCHAFFELAAR
Archiefinstelling Nationaal Archief Den Haag
Jaar 1862
Toegang 3.03.17.01
Inventaris 3675

NA-Den Haag Archiefnummer Rott.3.03.17.01.3675.662
DVD VII – 2308, 2315
ACTE KOOP/VERKOOP
Naam schip JAN VAN SCHAFFELAAR

plaats en datum acte openbare vrijwillige verkoping, Rotterdam, 6 april 1869

type schip bark, gekoperd en kopervast

bouwwerf/verkoper Frans Harms von Lindern, scheepsreder te Alblasserdam, gemachtigd ` door de eigenaren (zie bijlage)

gevoerd door kapt. A. van Duyn

eigenaar/aankoper Bastiaan Veth, voor zijn firma B. Veth & Co., Delft

te voeren door kapt.

grootte in tonnen 664 tonnen of 351 lasten (meetbrief Dordrecht 12 juni 1862)

tuigage / aantal dekken

afmetingen lang 37,45 m., breed 7,39 m., hol 5,40 m.

kiellegging

tewaterlating

plaats / datum registratie Rotterdam, 9 april 1869

nummer van registratie deel 25, folio 89, verso, vak 7

notaris Mr. Johannes Leendert Melchers, griffier kantongerecht Rotterdam

prijs NLG. 18.800,-

Bijzonderheden: de verkoping vond plaats in de zaal op hoek van Scheepsmakershaven en Bierstraat, Rotterdam, door W. van Dam H.Hzn, c.s., makelaars te Rotterdam. Het schip ligt aan de werf van F.H. von Lindern te Alblasserdam.








researcher/datum research: ML / 150909





Bijlage bij acte Rott.3.03.17.01.3675.662 barkschip JAN VAN SCHAFFELAAR

Verkopende eigenaren:

Mevr. Wed. J. van Delft, Delft (2/20e part)
Firma Kuyper, Van Dam & Smeer, Rotterdam (2/20e part)
W. van der Kelden, Rotterdam (1/20e part)
J. Bulterman, Rotterdam (1/20e part)
C.M.J. Kolff, Rotterdam (1/20e part)
H. van der Schilden, Rotterdam (1/20e part)
J. Struik, Rotterdam (1/20e part)
J.H.A. Lippman, Rotterdam (1/20e part)
P.J. van den Abeelen, Rotterdam (1/20e part)
A. Kock, Rotterdam (1/20e part)
A. van Duyn, Rotterdam (1/20e part)
Mevr. Wed. J.M. Janvier, Rotterdam (1/20e part)
Mevr. Wed. F.A. Dijkgraaf, Delft (1/20e part)
B. Veth, Delft (1/20e part)
G. de Ronde, Delft (1/20e part)
J. van Walbeck, Abbenbroek (1/20e part)
Mevr. Wed. J. Parlevliet, Katwijk aan |Zee (1/20e part)
J.O. van Aalst, Berkel (1/40e part)
W.H. Koots (?) als voogd van Mej. M.E.J.W. Koots, Rotterdam (1/40e part)

ML / 150909

Naam JAN VAN SCHAFFELAAR
Archiefinstelling Nationaal Archief Den Haag
Jaar 1869
Toegang 3.03.17.01
Inventaris 3675

Bronnen

Jaar: 0000
Bron: NA-Den Haag
Omschrijving: Rott.3.03.17.01.3675-1855-323
Documentatie Stichting Nederlandse Kaap Hoorn-vaarders (SKHV), w.o. collectie Hoedemaker/Smit/Suyk
Documentatie Stichting Nederlandse Kaap Hoorn-vaarders (SKHV), w.o. collectie Hoedemaker/Smit/Suyk