Familiegegevens en opleiding
Willem Rudolph Menkman werd geboren op 01 januari 1808 te Amsterdam.
Hij was getrouwd met Isabella Christina Charlotta van Otterlo en overleden in maart 1860.118
Hij overleed in 1849. Ten tijde van zijn overlijden wordt als woonplaats opgegeven Hilversum.118
Hij werd op 01 december 1839 met nummer 223 lid van de Dordtse vrijmetselaarsloge “La Flamboyante”.064
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
W.R.Menkman Jr (adres W.R.Menkman, Kadijk) werd met vlagnummer 522 ingeschreven als effectief lid van Zeemanshoop per 10 maart 1840 op voorspraak van D.Grim. Zijn schip was de "Broedertrouw". Toegevoegd is "vermist"002. Ten tijde van de inschrijving waren Menkman en zijn vrouw 31 resp. 25 jaar. Ingeschreven staat 1 zoon uit 1838002a.
In de Algemene Vergaderingen van 03/10 maart 1840 van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop werd als effectief lid voorgedragen/benoemd Willem Rudolph Menkman Jr , 32 jaar, voerend het fregat “Broedertrouw”, afkomstig uit Dordrecht, en met als adres W.R.Menkman te Amsterdam, op voordracht van kapitein D.Grim.023
W.R.Menkman Jr werd op 17 januari 1840 met vlagnummers 3 lid van het Dordtse zeemanscollege “Tot Nut van Handel en Zeevaart” voerende het schip “Broedertrouw”. Hij was in de periode 1841 t/m 1849 lid met 12. De naam wordt in de ledenlijsten van de AAKZ ook gespeld als Minkman en Minkelman. 111 en 64a
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 31 mei 1849 vraagt de “vermoedelijke weduwe” van kapitein W.R.Menkman, geboren J.C.C. van Otterlo, om een uitkering. Deze wordt haar en haar 3 kinderen toegekend in de vergadering van 22 juni 1849 en wel met ingang van 01 november 1848, onder beding van teruggave als later blijkt dat haar man nog in leven is.042.
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 01 mei 1860 wordt het overlijden gemeld van de wed. W.R.Menkman. Het Bestuur gaat accoord met de continuering van de uitkering aan de dochter.042.
In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 14 augustus 1849 werd aan de “vermoedelijke weduwe W.R.Menkman” een uitkering toegestaan per 01 november 1848 voor haar en drie kinderen “onder verbintenis van teruggave indien later mogt blijken kapitein Menkman nog in leven te zijn.”023.
In de notulen van de Algemene Vergadering dd 25 oktober 1864 staat vermeld een “Brief van de Heer A. de Jong verzoekende om afgifte van de uitkeering ten behoeve zijner pupil C.C.J.Menkman welk verzoek is toegestaan. Een overeenkomstig bericht in de notulen van de Bestuursvergadering dd 06 oktober 1864. 023. (ik heb geen zekerheid of het hier om een zoon van kapitein Menkman gaat)
In een kasboek van het Dordtse zeemanscollege dd november 1839 staat geboekt een entreebedrag van f 15,- door kapitein Menkman.064b
In de notulen van de Bestuursvergadering dd 27 augustus 1841 van het Dordtse zeemanscollege “Tot Nut van Handel en Zeevaart” wordt aan kapitein Menkman op zijn verzoek een andere nummervlag toegekend.064a.
Op 29 mei 1849 krijgt de weduwe van kapitein W.R. Menkman (zij woont te Hilversum). f 100,- uitgekeerd van het zeemanscollege “Tot Nut van Handel en Zeevaart” te Dordrecht.064a In het kasboek van het college dd 29 mei 1849 is afgeboekt f 88,- “minus de kwitanties van 1845, 1846, 1847 en 1848”. Kennelijk was er een contributieachterstand van 4 jaar ad f 3,- per jaar, zijnde f 12,-.064b
De schepen van de kapitein
In Ledenlijsten de Dortse zeemansalmanak (Stadsarchief Dordrecht, inv. 93, nrs 16-33) staat W.R.Minkman als gezagvoerder064a:
* 1842 t.m 1844 bark “de Amstel” boekhouder Boissevain & Kooij te Amsterdam
* 1845 t.m 1846 geen vermelding van een schip
lidmaatschap College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
522 1840 fregat Broedertrouw E.Kist Ez c.s. te Dordrecht
1841-1843 bark Amstel Boissevain & Kooij
1844-1846 geen vermelding van schip en boekhouder
1848 schoner Matigheids-Genootschap geen opgave
W.R.Menkman was in 1841 gezagvoerder op het 3/mschip “Broedertrouw”, gebouwd in 1836 te Dordrecht, 848 ton n.m., varend voor rederij A.Kist Ez te Dordrecht025.
Bouma025 vermeldt W.R.Menkman als gezagvoerder gedurende:
* 1840 t/m 1842 op het 3/m schip “Broedertrouw”, gebouwd in 1836 te Dordrecht, 848 ton o.m., varend voor A.Kist Ez te Dordrecht;
* 1842 t/m 1844 op de bark “Amstel”, gebouwd in 1841 op de werf van C.Smit te Alblasserdam, 753 ton o.m., varend voor Boissevain & Kooy te Amsterdam;
* 1849 van de 2/m schooner “Matigheids Genootschap”, gebouwd in 1848 te Muiden, 186 ton o.m., varend voor Jacob Post & Co te Amsterdam.
Lloyd’s vermeldt: “23 Apr. 1849 MATIGHEIDSGENOOTSCHAP missing.”087
Overige bijzonderheden
Dordrecht heeft een rederij gehad die naar het schijnt uniek in ons land is geweest. Het was een rederij, waarvan aandeelhouders en bestuurders vrijmetselaars evenals de bouwer van de schepen en de kapiteins (markering door S.P. Om deze reden opgenomen in deze Lexicon). Het eerste schip van deze rederij was de Broedertrouw, een fregat van 810 ton dat gebouwd werd door Jan Schouten en in 1836 te water werd gelaten, tot het in 1857 werd verkocht. Na de Broedertrouw volgden de Delta en de Osiris, waarin uitsluitend leden van de Dordtse loge La Flamboyante participeerden. Het vierde schip van de maçonnieke rederij liep in 1853 van stapel en werd genoemd naar de in 1852 overleden scheepsbouwmeester Jan Schouten. Dan volgt als nummer vijf een schip dat voor rekening kwam van de gehele Nederlandse vrijmetselarij Ter ere van een maçonniek jubileum en ter gelegenheid van het feit dat prins Frederik, een zoon van Koning Willem I, zijn veertigjarig jubileum als grootmeester van de Nederlandse vrijmetselarij vierde, werd dit barkschip van 775 ton Grootmeester Nationaal genoemd049
Dordrecht, 5 mei 1843
Naar men verneemt moet dezer dagen een instructie begonnen zijn tegen zekere ...V, stuurman op het fregatschip Broedertrouw, bestemd naar Batavia, terzake dat deze zich in het laatst van 1841 op de uitreis herwaarts heeft schuldig gemaakt aan verregaande mishandelingen jegens de zich op denzelfden bodem bevindende lichtmatroos Hendrik van Veenendaal, ten gevolge waarvan deze laatste op de hoogte van de Kil overboord gesprongen en onmiddellijk verdronken is, zijnde alle door het scheepsvolk aangewende pogingen om hem te redden, vergeefsch is geweest.
Het fregat Broedertrouw, 848 ton, werd in 1836 gebouwd in Dordrecht voor de reder A. Kist Ezn te Dordrecht. Na verschillende eigenaren is de bark (1846) in 1863 verkocht naar Noorwegen
Bron, www.grotezeilvaart.nl
Ontleend aan van Blokland-Visser064:
Volgens monsterrol nr 921 in het Gemeentearchief van Dordrecht dd 31 maart 1839 monsterde hij als 1e stuurman op het fregat “Broedertrouw”, onder gezag van kapitein Jacob Hendriks Hazewinkel. Per 10 maart was hij gezagvoerder op de “Broedertrouw” en vertrok met een equipage van 36 man vanuit Dordrecht naar Batavia.
Volgens monsterrol 970 dd 10 maart 1840 is W.R.Menkman Jr, wonend in Amsterdam, 31 jaar, voor een maandgage van f 100,-, gezagvoerder van het fregat “Broedertrouw”en vertrekt met 35 man naar Batavia. Hij keert in Nederland terug op 24 februari 1841.064
Dat de gebeurtenissen aan boord wel eens uit de hand kunnen lopen ondervond kapitein Menkman net 32 jaar oud en zijn 1e reis als kapitein. Het begon al bij de monstering in maart 1840. Er was niet genoeg bemanning en op het laatst kwamen er nog de voorgeschreven 5 matrozen bij.
Wat hij niet had voorzien was dat hij 4 opgeschoten pubers, zoons van relaties, mee kreeg aan boord als scheepsjongens en 2 jonge leerling stuurman, dus 6 jongens aan boord waar hij niets aan had.
De scheepsjongens waren C.A.Suyk 15 jaar uit Kralingen, A.G.E. de Boer 14 jaar uit Rotterdam, Samuel van Gerlaar 15 jaar uit Delft en Adrianus Jacobus Cornelis Musquetier 14 jaar uit Leerdam. Met deze laatste scheepsjongen kreeg hij onderweg grote problemen. Aan de manier van schrijven van hun handtekening waren het studenten.
Het gebeurde in die tijd nog al eens dat de jongelui een tijdje mee werden gestuurd aan boord om wat dicipline te leren. Een bekend voorbeeld zijn de zoons van minister Thorbecke, die mee werden meegestuurd als scheepsjongens aan boord van de clipper ,,Kosmopoliet 1” in 1855 en daardoor onder de hoede kwamen van kapitein Jacob Bouten minister. Thorbecke was mede aandeelhouder van dit schip en bevriend met de reder Blusse uit Dordrecht.
Kapitein Menkman werd ontheven uit zijn functie als kapitein van de ,,BROEDERTROUW” vanwege een veroordeling voor mishandeling aan boord van de scheepsjongen Adrianus J.C. Musguetier. Hij kreeg 2 maanden gevangenisstraf, f 25,- boete en het betalen van de procedure.
Het volgende staat in de ,,Dordtsche Courant” van 14 april 1841:
“Zaak Adrianus Jacobus Cornelis Musquetier eischer tegen Willem Rudolf Menkman gezagvoerder op het fregatschip ,,BROEDERTROUW”
Kapitein heeft slagen en mishandeling gepleegd aan de scheepsjongen Musquetier op reis van Dordrecht naar Batavia en verwonding met een mes toegebracht waarvan de scheepsjongen 20 dagen ziek was.”
Het jaar erop in 1842 was hij alweer kapitein op de bark ,,DE AMSTEL” voor reder Boissevain en Kooy te Amsterdam.
Familiegegevens en opleiding
Christiaan Visman werd geboren te Texel op 13 november 1815 als zoon van de werkman Jonas Visman en Antje Kooger.
Hij trouwde op 08 juli 1840 te Texel als “buitenzeeman” met Trijntje van der Sterre, geboren te Texel op 15 juli 1818 als dochter van de schipper Klaas van der Sterre en Neeltje Tieder Christiaans.
Trijntje overleed op 16 augustus 1858.
Christiaan overleed op 22 september 1850 aan boord van de bark “Lucipara” gevoerd door Jacob Kloppenburg op een reis van Amsterdam naar New York toen liggende te New York, 34 jaar.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
Visman (met adres Boissevain & Kooij te Amsterdam) werd met vlagnummer 702 per 05 november 1844 ingeschreven als effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop op voordracht van kapitein P.Kraaij. Toegevoegd is “overleden” 002. Ten tijde van de inschrijving waren Visman en zijn vrouw 28 resp. 26 jaar. Ingeschreven staan 2 zonen: Klaas (1846) en Christiaan (1848), en 1 dochter: Antje (1842)002a.
In de Algemene Vergaderingen van 29 oktober/05 november 1844 van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop werd als effectief lid voorgesteld/aangenomen Christiaan Visman, oud 29 jaar, voerend de bark “Amstel, wonend te Oude Schild op Texel, adres bij Boissevain en Kooy te Amsterdam, op voordracht van kapitein P.Kraay.023.
Hij werd deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop per 16 september 1845.003
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 28 november 1850 staat een verzoek om een uitkering van F. van der Sterre, de weduwe van kapitein C.Visman voor haar en 3 kinderen welke haar in de vergadering dd 01 januari 1851 wordt toegekend ingaande 01 november 1850.042.
In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop wordt per 01 november 1850 een uitkering toegekend aan de weduwe van kapitein C.Visman en haar 3 kinderen.023.
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
702 1844 bark Amstel Boissevain & Kooy
1845 bark Java idem
1846-1849 bark Lucipara’s idem
Bouma025 vermeldt C.Visman als gezagvoerder gedurende:
* 1845 van de bark “Amstel”, gebouwd in 1841 te Alblasserdam, 752 ton o.m., varend voor Boissevain & Kooy te Amsterdam;
* 1846 van de bark “Java”, gebouwd in 1846 te Alblasserdam, 625 ton o.m., varend voor Boissevain & Kooy te Amsterdam;
* 1847 t/m 1850 van het 3/mschip “de Lucipara’s”, gebouwd in 1839 te Alblasserdam, 625 ton o.m., varend voor Boissevain & Kooij te Amsterdam.
Overige bijzonderheden
Algemeen Handelsblad 00 maart 1844114
Volgens brief van kapt. C. Visman, voerende het schip CATHARINA JOHANNA d.d. 13 maart, was hij in goede staat voor het gat van Texel, zijnde 20 november 1843 van Banjoewangi vertrokken. (Is dus 133 dagen reis. MH)
Java Courier 26 februari 1845114
Batavia, 24 februari. De 22e dezer is alhier aangekomen de Nederlandse bark JEANNETTE, kapt. S. Halfweg, met twee passagiers, de 5e november vertrokken van Rotterdam; heden zijn alhier aangekomen de dito dito DANIEL, kapt. F. Deune, de 9e februari vertrokken van Macao, de dito dito DE AMSTEL, kapt. C. Visman, met enige passagiers, vertrokken van Amsterdam de 22e november, en de dito dito JAN VAN HOORN, kapt. Bouten, met een passagier, vertrokken van dito de 22e dito.
Dordrechtsche Courant 30 april 1846114
Dordrecht, 29 april. Door de Nederlandsche Handel-Maatschappij zijn bevracht geworden de navolgende schepen, als:
Voor Amsterdam: LUCIPARA’S, kapt. C. Visman;
Java Courier 26 augustus 1846114
Batavia, 24 augustus. Gisteren zijn hier aangekomen het Nederlandse schip ANNA, kapt. P. Ebels, vertrokken van Rotterdam de 15e mei, en de idem bark LUCIPARAS, kapt. C. Visman, vertrokken van Amsterdam de 18e mei.
Heden is hier aangkomen het Nederlandse schip ZORGVLIET, kapt. G.F. Bus, met een passagier, vertrokken van Rotterdam de 4e mei.
Algemeen Handelsblad 11 oktober 1850114
Advertentie. Op 22 september 1850 is aan boord van zijn schip LUCIPARA’s te New York na een kortstondige ziekte in de ouderdom van 35 jaren overleden de heer Christiaan Visman.
Oude Schild, 10 oktober 1850, T. van der Sterre, wed. C. Visman.
Familiegegevens en opleiding
Geen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
- van Duijn was met vlagnummer R136 in de periode 1826 t/m 1873 lid van het Rotterdams zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart. De ledenlijsten van 1820 t/m 1825 ontbreken. Het is derhalve mogelijk dat hij in één van de jaren uit de genoemde periode tot het College is toegetreden058.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In het Jaarverslag 1859 van het College (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat hij in dat jaar een uitkering kreeg van f 150,- vanwege ouderdom en/of behoeftigheid058.
De schepen van de kapitein
In de Jaarverslagen van het College staat kapitein J. van Duyn/Duin met vlagnummer R136 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:
* 1849 van het fregat “De Amstel” 397 last varend voor Boissevain & Kooy te Amsterdam
* 1851, 1855, 1858, 1859, 1862 t/m 1867, geen vermelding van schip en reeder
Bouma025 vermeldt J.van Duin als gezagvoerder gedurende:
* 1840 van het 3/mschip “de Lucipara’s”, gebouwd in 1839 te Alblasserdam, 625 ton o.m., varend voor Boissevain & Co te Amsterdam;
* 1841 t/m 1846 van hetzelfde schip maar nu varend voor Boissevain & Kooij te Amsterdam;
* 1846 t/m 1852 van de bark “Amstel”, gebouwd in 1841 te Alblasserdam, 752 ton o.m., varend voor Boissevain & Kooy te Amsterdam.
Overige bijzonderheden
Geen
Familiegegevens en opleiding
Hije Harms Rademaker werd geboren te Emden op 23 maart 1805.
Hij huwde met Meike Gerrits Meeuw, geboren te Borkum op 25 september 1806.003
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
H.H.Rademaker werd per 24 oktober 1844 met vlagnummer 697 ingeschreven als effectief lid van Zeemanshoop op voordracht van B.Barends. Zijn schip was de "Nieuwland" Toegevoegd is "bedankt"002. Ten tijde van de inschrijving waren Rademaker en zijn vrouw 39 resp. 38 jaar. Ingeschreven waren 1 zoon nl Heye Harms (1841) en 1 dochter nl Maike (1843)002a.
In de Algemene Vergaderingen van 17/24 september 1844 van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop werd als effectief lid voorgesteld/aangenomen Heye Harms Rademaker, oud 39 jaar, voerend het schip de “Nieuwland”, wonend te Rotterdam en met als adres Canne & Balwé te Amsterdam, op voordracht van kapitein B.Barends.023
H.H.Rademaker was effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege “Zeemanshoop” met vlagnummer 697 van 1844 t/m 1854 en met vlagnummer 328 van 1854 t/m 1859
Hij werd deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop per 01 oktober 1844. Bedankt in 1861003.
H.H.Rademaker was met vlagnummer R188 in de periode 1842 t/m 1864 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In het Jaarverslag 1864 vande Maatschappij tot Nut der Zeevaart (Maritiem Museum, Rotterdam) wordt vermeld dat hij in 1864 is vermist of was overleden058.
De schepen van de kapitein
lid van het college Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer periode type naam van het schip boekhouder/reder
697 1844-1845 schoner Nieuwland Otter en Bruyn
1846-1851 bark Thetis Boissevain & Kooy
1852-1853 bark Amstel idem
328 1854-1859 bark Amstel idem
In de Jaarverslagen van het College staat kapitein H.H.Rademaker met vlagnummer R188 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:
* 1849, 1851 van de bark “Thetis” 240 last varend voor Boissevain & Co te Amsterdam
* 1855, 1858, 1859 van de bark “Amstel” 397 last varend voor Boissevain & Co te Amsterdam
* 1862, 1863 van de brik “Aurora” 100 last varend als kapitein/eigenaar vanuit Amsterdam
Bouma025 vermeldt H.H.Rademaker als gezagvoerder gedurende:
* 1844 van de hoeker “Nieuwland” ex Eensgezindheid, gebouwd in 1809, bouwplaats niet vermeld, 98 ton o.m., varend voor Th. v.d. Linden;
* 1845 t/m 1847 van de 2-mastschoener“Nieuwland”, gebouwd in 1842, bouwplaats niet vermeld, 114 ton o.m., varend voor Otter & Buyn te Amsterdam;
* 1847 t/m 1852 op de bark “Thetis”, gebouwd in 1844 te Alblasserdam, 319 ton o.m., varend voor Boissevain & Kooy te Amsterdam;
* 1853 t/m 1859 van de bark “Amstel”, gebouwd in 1841 te Alblasserdam, 752 ton o.m., varend voor Boissevain & Kooy te Amsterdam. Het schip werd in 1860 verkocht naar Engeland;
* 1862 t/m 1864 van de brik “Aurora” ex Marijtje Honig, ex Paulina, gebouwd in 1847 te Rotterdam, 189 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Amsterdam. Het schip werd in 1864 verlaten en als wrak binnengebracht.
Een eigendomsverklaring door Heije Harms Rademaker is gedateerd “Amsterdam 21 oktober 1861 en betreft de “Maritje Honig, door de nieuwe eigenaar herdoopt in “Aurora”114
Overige bijzonderheden
"Het fregat Amstel ... Kapt.H.H.Rademaker arriveerde 19 Mei (1858) te Sydney, na 122 dagen reis van Liverpool. Stormweer op 22 tot 27 januari en op 3 April had groote schade aan het schip veroorzaakt"026(38/106).
De bark “Thetis” onder kapitein H.H.Rademaker vertrok vanuit Amsterdam en bereikte via Kaap Hoorn op 14 augustus 1850 Valparaiso. Via dezelfde route kwam het terug aan in Queenstown op 31 maart 1851.121
Provinciale Groninger Courant 13 februari 1864 114
Kinsale, 9 feb. De brik AURORA, kapitein Rademaker, van Tabasco met mahoniehout naar Engeland is alhier verlaten binnen gebracht.
|