Familiegegevens en opleiding
Jan Teijgeler werd geboren op 10 maart 1804 te Rotterdam als zoon van de Nederlands Hervormde Jan Teijgeler en Neeltje van der Zouw. Hij woonde te Rotterdam o.a. aan de Marie Juliestraat. Hij trouwde op 21 mei 1828 te Rotterdam met Johanna Christina Haagberg, geboren op 03 december 1802 te Rotterdam als dochter van Carel Haagberg en Johanna van Hessel. Hij overleed op 25 maart 1864 te Rotterdam aan de Crispijnlaan Wijk 15 nr. 111005
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
J.Teygeler was met vlagnummer R92 in de periode 1840 t/m 1864 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.
J.Teijgeler was in 1851 “afwisselend commissaris” van de Maatschappij058.
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
In het Jaarverslag 1864 van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat hij in 1864 is overleden058
In de Jaarverslagen van de Maatschappij staat kapitein J.Teygeler met vlagnummer R92 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:
* 1849 van de bark “Marie Julie” 196 last varend voor E.Serruys te Rotterdam
* 1851, 1855, 1858, 1859 geen schip en reeder vermeld
* 1862 van de sch.brik “Leda” 94 last varend voor Ph. van Ommeren te Rotterdam
* 1863 geen schip en reeder vermeld
Bouma025 vermeldt J.Teygeler als kapitein gedurende:
* 1848 t/m 1851 van de bark “Marie Julie”, gebouwd in 1840 te Zierikzee, 374 ton o.m., varend voor E.Serruys te Rotterdam;
* 1853 t/m 1854 van de bark “Julia”, gebouwd in 1852 te Rotterdam, 366 ton o.m., varend voor E.Serruys te Rotterdam;
* 1861 t/m 1862 van de brik “Leda” ex Marianne, gebouwd in 1857 te Papenburg, 173 ton o.m., varend voor Ph. van Ommeren te Rotterdam.
Overige bijzonderheden
”Marie Julie
De bark Marie Julie was de tweede van dit scheepstype, die in Zierikzee werd gebouwd. Op 25 juli 1840 werd op de scheepswerf De Goede Intentie de kiel voor dit schip gelegd. Opdrachtgever was de reder S.Serruys uit Rotterdam. Het schip, bestemd voor de vaart op Oost-Indië was 235 Javalasten (486 ton) groot.
In zeer korte tijd werd de bouw van de romp voltooid: vier maanden, een Zierikzees rekord. Op 28 november 1840 liep het schip van stapel. Op de 20e februari 1841 was de Marie Julie voltooid en gereed voor de vaart.”074. De eerste kapiten was F.J.Marker. (zie aldaar)
“Op 20 november 1848 vertrok de Marie Julie uit Rotterdam wederom in de richting van Oost-Indië. De lading was ditmaal heel bijzonder. 37 last kogels, elk van 30 kilo, moest de bark naar Indië brengen. De munitie diende voor een militaire expeditie naar Bali.
Tijdens deze reis was J.Teygeler kapitein. Hij werd opgevolgd, in 1851, door L.C.Dijcke … “074.
De bark “Marie Julie” onder kapitein J.Teygeler vertrok op 21 december 1849 uit Hellevoetsluis en bereikte via Kaap Hoorn op 16 april 1850 Valparaiso. Wederom via Kaap Hoorn werd op 24 januari 1851 Cowes bereikt.121
Familiegegevens en opleiding
Geen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
- van der Kolff was met vlagnummer R296 in de periode 1851 t/m 1866 (c.1859?) effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.
Deze periode is gebaseerd op de ledenlijsten in de Amsterdamse Almanak voor Koophandel en Zeevaart001 en de Almanakken van Sweijs021. Maar in de beschikbare Jaarverslagen van de Maatschappij is vlagnummer R296 vanaf 1859 zonder vermelding van een kapitein058.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
geen
De schepen van de kapitein
In de Jaarverslagen van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat kapitein A. van der Kolff met vlagnummer R296 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:
* 1851 van de bark “Jacobus” 155 last varend voor E.Serruys te Rotterdam
* 1855, 1858 van de 3/m.sch. “Julia” 193 last varend voor Edmund Serruys te Rotterdam
Bouma025 vermeldt A. v/d Kolff als gezagvoerder van/in:
* 1852 t/m 1853 van de bark “Jacobus”, gebouwd in 1850 te Delfshaven, 294 ton o.m., varend voor E.Serruys te Rotterdam.
Een scheepsportret door Spin bevindt zich in het museum van Zierikzee.
* 1855 t/m 1860 van de bark “Julia”, gebouwd in 1852 te Rotterdam, 366 ton o.m., varend voor E.Serruys te Rotterdam;
* 1862 t/m 1867 van de bark “Edouard Marie”, gebouwd in 1851 te Rotterdam, 473 ton o.m., varend voor E.Serruys te Rotterdam;
Overige bijzonderheden
De 3-mastschoener “Julia” onder kapitein A. van der Kolff was te Hellevoetsluis op 06 mei 1856 en vervolgens via Kaap Hoorn op 04 augustus te Valparaiso. De volgende melding is van Caldera met bestemming Yarmouth waarbij wederom Kaap Hoorn werd gerond.
Familiegegevens en opleiding
Adriaan van der Tas werd geboren op 02 mei 1828 te Vlaardingen. Hij behaalde op 24 september 1859 het diploma 1e stuurman voor de grote vaart005.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
-
van der Tas was met vlagnummer R115 in de periode 1863 t/m 1873 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
In de Jaarverslagen van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat kapitein A. van der Tas met vlagnummer R115 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:
* 1863, 1864 van de 3/m sch. “Julia” 188 last varend voor E.Serruys te Rotterdam
* 1865 geen vermelding van schip en boekhouder
* 1866, 1867 van de bark “Jacobus” 156 last varend voor E.Serruys te Rotterdam
Bouma025 vermeldt A. v/d Tas als gezagvoerder gedurende:
* 1861 t/m 1865 van de bark “Julia”, gebouwd in 1852 te Rotterdam, 366 ton o.m., varend voor E.Serruys te Rotterdam;
* 1869 van de bark “Jacobus”, gebouwd in 1850 te Delfshaven, 294 ton o.m., varend voor E.Serruys te Rotterdam. Het schip voer in 1870 voor H.Muller & Co te Rotterdam en werd herdoopt in “Afrikaan”;
Een scheepsportret door Spin bevindt zich in het museum van Zierikzee.
* 1870 t/m 1871 van de brik “Leda” ex Marianne, gebouwd in 1857 te Papenburg, 173 ton o.m., varend voor Ph. van Ommeren te Rotterdam. Het schip werd in 1871 verkocht naar Duitsland.
Overige bijzonderheden
De 3-mastschoener “Julia” onder kapitein A. van der Tas was te Brouwershaven op 13 april 1863 en via Kaap Hoorn op 21 juli1 1863 te Valparaiso. De retourroute is onbekend.121
Zierikzeesche Courant 06 april 1864
Te Brouwershaven gearriveerd op 01 april 1864 de “Jacobus”, kapt. A. van der Tas, komend van Rotterdam en met bestemming Valparaiso
Datum vanaf: |
1861 |
Kapitein: |
Tas, Adriaan van der |
College: |
Maatschappij "Tot Nut der Zeevaart", Rotterdam |
Vlagnummer: |
115 |
Overige informatie: |
0 |
Familiegegevens en opleiding
Jacobus Johannes van Loon werd geboren te Oosterhout op 24 november 1826 als derde kind van het RK-echtpaar Adriaan van Loon, schipper, en Catharina Adriana Brouwers. Het echtpaar zou 5 kinderen krijgen, 4 jongens en 1 meisje.
Aanvankelijk woonde het gezin in Oosterhout, Wijk E nr. 434. Na februari 1834 vertrok het gezin naar Zeeland. Uiteindelijk kwamen ze in Zierikzee terecht, waar vader Adriaan winkelier werd.
Op 16 april 1864 trouwde Jacobus te Zierkzee met Adriana Maria Harinx, dochter van de Zierikzeese koopman David Harinx en Johanna Letzer. Het jonge paar vestigde zich in Delfshaven, waar Adriana beviel van een doodgeboren kind. Het echtpaar keerde op 19 mei 1865 terug naar Zierikzee, Oude Haven, Wijk A nr.331. Op dit adres werden drie dochters geboren. Jacobus heeft zijn kinderen niet volwassen zien worden, want hij overleed op 31 juli 1877 in zijn woning te Zierikzee. Hij liet een vermogen na van ong. ƒ7000,-, deels belegd in aandelen Russische Spoorwegen. Zijn vrouw bleef in Zierikzee wonen en overleed aldaar op 07 juni 1901.
Jacobus en een jongere broer (Johannes Franciscus?) werden scheepsgezagvoerder. Jacobus bereikte deze positie rond 1855 toen hij het bevel kreeg over de bark “Jacobus” van rederij E.Serruys & Co te Rotterdam. Dit schip was op 15 november 1850 van de werf “Maaszicht” te Delfshaven te water gelaten en Jacobus was de 4e kapitein. Hij maakte diverse reizen naar Oost-Indië, Australië en Zuid-Amerika, waarbij hij plaatsen als Buenos Aires, Rio de Janeiro, Melbourne en Probolingo aandeed. Hij was lid van de zeemanscolleges in Rotterdam en Dordrecht met de vlagnummers R107 resp. 33.
In de periode 1865-1871 voer Jacobus als kapitein op de driemastschoener “Julia” eveneens van de rederij E.Serruys & Co te Rotterdam. Zijn eerste reis maakte hij naar Chili. Hij vertrok in juni 1865 van Rotterdam naar Valparaiso, vandaar naar Mejilones, even ten N. van Antafagasta, voor een lading salpeter. In maart 1867 keerden ze terug naar Rotterdam met 3700 zakken salpeter. Daarna werden nog enkele reizen gemaakt o.a. naar Hong-Kong, Nagasaki en Boston.
In 1873 stapte Jacobus over naar het fregat “Oceanus” van de rederij Mees & Moens te Rotterdam, waarmee hij nog een reis naar Oost-Indië maakte. Dit was waarschijnlijk ook zijn laatste trip005.
ontleend aan Rimkus005, maar zie voor het volledige overzicht de originele scriptie, waaronder een overzicht van de reizen met de gevoerde lading.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
J.J.van Loon was met vlagnummer R107 van 1854 tot aan zijn dood in 1877 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.
J.J. van Loon wonend te Zierikzee was met vlagnummer 33 van 31 mei 1860 t/m zijn bedanken in 1869 lid van het Dordtse zeemanscollege “Tot Nut van Handel en Zeevaart”. Ten tijde van de inschrijving was hij gezagvoerder van de bark “Jacobus”, groot 155 last met als boekhouder E.Serruijs te Rotterdam.064a
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
In het Jaarverslag 1877 van de Maatschappij tot Nut der Zeevaart (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat hij in 1877 is overleden.058
De schepen van de kapitein
In Ledenlijsten de Dortse zeemansalmanak (Stadsarchief Dordrecht, inv. 93, nrs 16-33) staat J.J. van Loon als gezagvoerder064a:
* 1861 bark “Jacobus” boekhouder E.Serruijs te Rotterdam
In de Jaarverslagen van de Maatschappij staat kapitein J.J. van Loon met vlagnummer R107 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:
* 1855 met de bark “Jacobus” 155 last varend voor A.E.Serruys te Rotterdam
* 1858, 1859 met de bark “Jacobus” 156 last varend voor Edmund Serruys te Rotterdam
* 1862, 1863 met de bark “Jacobus” 156 last varend voor Eduard Serruys te Rotterdam
* 1864 geen vermelding van schip en boekhouder
* 1865 t/m 1867 van de 3m sch. “Julia” 188 last varend voor E.Serruys te Rotterdam
* 1874 geen vermelding van schip en boekhouder
Bouma025 vermeldt J.J.van Loon als gezagvoerder gedurende:
* 1856 t/m 1864 op de bark “Jacobus”, gebouwd in 1850 te Delfshaven, 294 ton o.m., varend voor E.Serruys te Rotterdam.
Een scheepsportret door Spin bevindt zich in het museum van Zierikzee.
* 1866 t/m 1871 op de bark “Julia”, gebouwd in 1852 te Rotterdam, 366 ton o.m., varend voor E.Serruijs te Rotterdam. Het schip werd in 1872 verkocht aan de gebr. Wittering in Amsterdam en herdoopt in “Henriëtte”;
* 1873 op het fregat “Oceanus” ex equal Rights, gebouwd in 1861 te Black Rock, 1158 ton o.m., varend voor Mees & Moens te Rotterdam;
* 1876 t/m 1877 van de bark “Nereus”, gebouwd in 1863 te Rotterdam, 665 ton o.m., varend voor Mees & Moens te Rotterdam.
Overige bijzonderheden
In “Reizen rond Kaap Hoorn onder Nederlandse vlag. Overzicht vanaf de ontdekking in 1616 tot het einde van de Nederlandse grote zeilvaart in 1911”. door H.Hazelhoff Roelfzema. Uitgave Stichting Nederlandse Kaap Hoorn-vaarder, 2010, 88 pp plus Bijlage met een Chronologisch Register van Reizen van 1616 tot 1911.121
P 67-68 Situatie midden jaren zestig 1864-1865. Vrede, Onrust, Julia, Java,
De driemastschoener “ Julia” onder kapitein J.J. van Loon vertrok op 14 juni 1865 van Rotterdam en ariveerde via Kaap Hoorn Valparaiso op 14 september 1865. Het schip vertrok weer op 01 november en arriveerde via Kaap Hoorn Vlissingen op 09 februari 1866.
Familiegegevens en opleiding
Wiggert Boelken Schill werd geboren te Nesmerziel op 14 april 1817.
Hij trouwde met Elisabet Post, geboren op 04 april 1830, plaats niet vermeld.003
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
W.B.Schill werd met vlagnummer 683 per 05 augustus 1856 ingeschreven als effectief lid van Zeemanshoop op voorspraak van kapitein K.M.Hillers. Zijn schip ten tijde van de inschrijving was de “Anna”002.
In de Algemene Vergaderingen van 29 juli/05 augustus 1856 van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop werd als effectief lid voorgesteld/aangenomen Wiggert Böel Schill, oud 39 jaar, voerend de bark “Anna”, voor rekening van de Gebr. Wittering, op voordracht van kapitein K.M.Hillers.023.
Hij werd deelnemerr in het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop per 03 februari 1857. Toegevoegd is “bedankt”003
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
683 1856-1857 bark Anna Gebr.Wittering
1857-1869 bark Maximiliaan idem
1870 geen vermelding van schip en boekhouder
1871-1876 sch. Henriëtta Gebr.Wittering
Vermelding van vertrek en aankomst in Amsterdam093
Naam kapitein Naam schip vertrek terugkomst
W.B.Schill Maximiliaan 22 december 1860 19 augustus 1861
Maximiliaan 14 oktober 1861 03 april 1862
Maximiliaan 24 januari 1863 geen vermelding
Maximiliaan 31 mei 1862 11 december 1862
Maximiliaan 14 februari 1864 06 augustus 1863
Maximiliaan 31 december 1863 10 juni 1864
Maximiliaan 04 oktober 1864 geen melding
Maximiliaan 10 mei 1865 06 juni 1866
Maximiliaan geen melding 13 april 1867
Maximiliaan 05 augustus 1867 20 april 1868
Maximiliaan 10 augustus 1868 29 januari 1869
Bouma025 vermeldt W.B.Schill als gezagvoerder gedurende:
-
* 1857 van de bark “Anna” ex Venezia, gebouwd in 1845 te Venise, 222 ton o.m., varend voor de Gebr. Wittering te Amsterdam. Het schip is in november verongelukt op Lonsand op weg naar Suriname;
-
* 1858 t/m 1870 van de bark “Maximiliaan” ex Bijenkorf, ex Javaan, gebouwd in 1834 te Amsterdam, 275 ton o.m., varend voor de Gebr. Wittering te Amsterdam;
-
* 1872 t/m 1875 van de 3/msch “Henriëtte” ex Julia, gebouwd in 1852 te Rotterdam, 356 ton o.m., varend voor de Gebr. Wittering te Amsterdam.
Overige bijzonderheden
Geen
Familiegegevens en opleiding
Geen
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt K.Wytsma als gezagvoerder gedurende:
* 1864 t/m 1867 van de galjoot “Cornelia & Suzanna” ex Meika Jacoba, gebouwd in 1856 te Veendam, 147 ton o.m., varend voor C.ten Horn te Veendam;
* 1868 t/m 1875 van de sch.brik “Julius” ex Economie, gebouwd in 1858 te Elshout, 209 ton o.m., varend voor Heijdeman & Houck te Amsterdam;
* 1876 t/m 1878 van de 3/msch “Henriëtte” ex Julia, gebouwd in 1852 te Rotterdam, 356 ton o.m., varend voor de Gebr. Wittering te Amsterdam;
* 1879 t/m 1883 van de bark “Anna & Bertha” ex Persia, gebouwd in 1862 te Brake, 440 ton o.m., varend voor de Gebr. Wittering te Amsterdam.
Overige bijzonderheden
Geen
|