1840
ZP 050940
Het schip JOHANNA MARIA, kapt. Lupcke, van Rotterdam naar Batavia, met schade te Falmouth binnengelopen, heeft de 31e augustus na geëindigde reparatie de reis weder voortgezet (opm: eerste reis van deze bark).
1842
RC 090642
Advertentie. Te Rotterdam ligt in lading naar Batavia, het Nederlands gekoperd barkschip JOHANNA MARIA, kapt. J.C.F. Lupcke, hebbende bijzonder goede inrichtingen voor passagiers; vertrekt in de loop dezer maand. Adres ten kantore van Smith & Co.
JC 221042
Batavia, 19 oktober. Heden zijn hier aangekomen de Nederlandse bark BOERHAVE, kapt. H.U. Visser, vertrokken van Rotterdam de 11e juli, de dito bark ANNA MARGARETHA, kapt. H. de Jong, met vijf passagiers, vertrokken van Rotterdam de 18e juli, de dito bark JOHANNA MARIA, kapt. J.C.F. Lupcke, vertrokken van Rotterdam de 15e juli, de dito bark BROUWERSHAVEN, kapt. P. Janzen, met vier passagiers en Zr.Ms. troepen, vertrokken van Rotterdam de 15e juli, de dito bark SARA ALIDA MARIA, kapt. C.P. Kuiper, vertrokken van Amsterdam de 7e juli, de dito bark CORNELIS WERNARD EDUARD, kapt. R.W. Mellema, vertrokken van Rotterdam de 25e juli, het dito schip VAN GALEN, kapt. M. Marcussen, vertrokken van Amsterdam de 18e dito, het dito schip MARY EN HILLEGONDA, kapt. J. Martens, met drie passagiers, vertrokken van Rotterdam de 15e juli, het dito schip EMANUEL, kapt. J.H., Zeeman, met een aantal passagiers, vertrokken van Rotterdam de 26e juli, en het dito schip WILLEM ERNST, kapt. H. Wittebol, vertrokken van Amsterdam de 29e mei.
1843
RC 170643
Advertentie. Te Rotterdam liggen in lading: Naar Batavia, het Nederlands gekoperd barkschip JOHANNA MARIA, kapt. J.C.F. Lupcke.
1844
AH 070544
Door de Nederlandsche Handel-Maatschappij zijn de volgende schepen, voor deze maand, bevracht geworden, als: voor Rotterdam MARY EN HILLEGONDA, JOHANNA MARIA en HUGO GROTIUS.JC 070944
Batavia, 5 september. Heden zijn hier aangekomen het Nederlandse schip JOHANNA MARIA, kapt. J.C.F. Lupcke, de 21e mei van Rotterdam vertrokken, en het dito schip BORNEO, kapt. C.C. Hansen, de 29e mei van Amsterdam vertrokken.
1845
DC 111145
Dordrecht, 10 november. Door de Nederlandsche Handelmaatschappij zijn zaterdag ll. bevracht de navolgende schepen, als:Voor Amsterdam: de KONINGIN DER NEDERLANDEN, kapt. E. Groeneveld Cadee, van Dordrecht; KOOPHANDEL, kapt. G.J. van der Mey en JOHANNA MARIA, kapt. J.C.F. Lupcke, van Rotterdam.
NRC 161245
Hellevoetsluis, 15 december. Het schip opm: bark) JOHANNA MARIA, kapt. J.C.F. Lupcke, is door de harde wind in drift geraakt tot tegen de Noordwal, hebbende vaartuigen bij zich tot adsistentie.
1846
JC 200546
Batavia, 15 mei. Heden is hier aangekomen de Nederlandse bark JOHANNA MARIA, kapt. J.C.F. Lupcke, van Rotterdam vertrokken de 13e januari.
DC 280746
De berichten uit Batavia, per overlandmail ontvangen, lopen tot de 26ste mei en melden onder andere het volgende: Na dat reeds in de vorige maande de schepen WATERLOO en HUGO GROTIUS ten dienste der expeditie naar Balie waren gehuurd, wilde de regering nog wachten op de FLEVO, EUROPA en MIDDELBURG; daar deze schepen echter niet arriveerden, besloot men in de vorige week, om de expeditie zonder deze bodems te doen doorgaan en daartoe te huren de schepen KOOPHANDEL, LOUISA, JOHANNA MARIA en de te Sourabaya liggende KONING WILLEM II.
De expeditie bestaat uit 2.000 man en een batterij; 1.400 man en de batterij, welke van hier gezonden worden, zijn gisteren ingescheept. De HUGO GROTIUS, JOHANNA MARIA en WATERLOO, nemen de troepen aan boord; de KOOPHANDEL zal tot proviandschip dienen, en de LOUISA zal de batterij overbrengen; de schepen vertrekken heden onder geleide van een schoener naar Soerabaya, waar de KONING WILLEM II, het fregat CERES, enige schoeners en een paar stoomboten zich aan dezelve zullen aansluiten. De gehele expeditie staat onder bevel van de luitenant kolonel Bakker. Men zegt ook, dat Z. Exc. de gouverneur generaal zich naar Sourabaya zal begeven, ten einde meer in de nabijheid te zijn.
1847
DC 111247
Dordrecht, 10 december. Door de Nederlandsche Handel-Maatschappij is voor Rotterdam bevracht het schip JOHANNA MARIA, kapt. J.C.F. Lupcke Jr.
1848
NRC 160348
Portsmouth, 13 maart. De JOHANNA MARIA, kapt. Lupcke, van Rotterdam naar Batavia, is alhier met verlies van zeilen en met onklare pompen binnen gelopen. Dezelve is in de haven gebracht om te repareren.
JC 020848
Batavia, 31 juli. De 28e juli zijn hier aangekomen het Nederlandse schip BATAVIA, kapt. C. Schoewert, met 22 passagiers, de 2e april vertrokken van Rotterdam, het dito schip CLARA HENRIETTA, kapt. P.H. Willers, de 20e april vertrokken van Amsterdam, de dito bark JOHANNA MARIA, kapt. J.C.F. Lupcke Jr., de 26e april vertrokken van Rotterdam, en de dito bark de MAAS, kapt. J. Timmerman, met een passagier, de 30e maart vertrokken van Rotterdam.
1849
NRC 270149
Amsterdam, 26 januari. Aangaande het schip JOHANNA MARIA, kapt. Lupcke, van Batavia op hier bestemd, met schade aan de Kaap de Goede Hoop binnengelopen, wordt volgens bericht van daar van de 30e november gemeld, dat het binnen enige dagen de reis zou voortzetten.
1850
DC 190350
Dordrecht, 18 maart. Door de Nederlandsche Handel-Maatschappij zijn bevracht geworden de volgende zeven schepen als: Voor Rotterdam: JEANNETTE, kapt. S. Halfweg; JOHANNA MARIA, kapt. J.C.F. Lupcke Jr.; HONG KONG, kapt. R.H. Ruhaak.
1852
RC 220752
Rotterdam, 21 juli. Door de Nederlandsche Handels Maatschappij zijn op heden bevracht geworden de navolgende 27 schepen, als:Voor Rotterdam: JAPARA, kapitein ……(opm: C.C. Kramers), JOHANNA MARIA, kapt. J. C.F. Lupcke Jr.; CERES, kapt. F. Mellema; ELIZABETH, kapt. P. Serlé; NIEUW LEKKERLAND, kapt. M.B. Hoffman; REIJERWAARD, kapt. P. Wierickx; EUGENIE, kapt. E.G. Bargman; KENAU HASSELAAR, kapt. O. Lindeman; HENDRIKA, kapt. H. Reiniersen; CATHARINA, kapt. W. Calander; ADMIRAAL ZOUTMAN, kapt. H.G. Hinrichs.
1853
NRC 171153
Portsmouth, 13 november. De Nederlandse bark JOHANNA MARIA, kapt. Lupcke, is hier binnengelopen om nog vier matrozen te engageren (opm: aan te nemen). De kapitein is hierin onmiddellijk geslaagd en denkt morgen vroeg de reis voort te zetten. (opm: waarschijnlijk bestond de lading uit in Hartlepool geladen kolen bestemd voor Adelaide)
1854
JB 120454
Batavia, 10 april. Heden zijn hier aangekomen de Nederlandse schepen AGNETA, kapt. Crab Hellingman, de 2e maart vertrokken van Port Adelaide, JOHANNA MARIA, kapt. J.C.F. Lupcke, de 14e november vertrokken van Hartlepool, IJSTROOM, kapt. N.D. Steenveld, de 20e november vertrokken van Liverpool, OTTO, kapt. P. Flens, met een passagier, de 22e februari vertrokken van Hobart Town, en SPHYNX, kapt. G. Wigman, de 2e maart vertrokken van Adelaide.
1855
NRC 310355
Door de Nederlandsche Handel-Maatschappij zijn bevracht de navolgende 32 schepen, als: Voor Rotterdam: LOUIS, kapt. P.A. Hövig; VAN OLDENBARNEVELD, kapt. A. Meyboom; GENERAAL VAN DEN BOSCH, kapt. F. Parlevliet; ABEL TASMAN, kapt. J. Hensing; CERES, kapt. T. Mammes; JOHANNA MARIA, kapt. M.A. Overgaauw; AMERICA, kapt. J.F. Meermans; EUGENIE, kapt. E.J. Bargman; RIDDERKERK, kapt. H. Pesant; PRESIDENT RAM, kapt. J.R. Ulrich; ALMONDE, kapt. H.G. Surie.
1856
NRC 170556
Rotterdam, 16 mei. Door de Nederlandsche Handel-Maatschappij zijn bevracht de navolgende 31 schepen, als: Voor Amsterdam. CORNELIS HOUTMAN, kapt. J.H. Rolman; NEHALENNIA, kapt. R. Grivel; ST. MICHAEL, kapt. L.D. Boswijk; JAN VAN BRAKEL, kapt. W.L. Esink; JOSEPHINE BERNHARDINA, kapt. W.N. van Lindonk; LUCIPARA’S, kapt. J. Kloppenburg; GOEDE VERWACHTING, kapt. J. Boijsen; NEDERLAND EN ORANJE, kapt. L. van der Plas; JOAN MELCHIOR KEMPER, kapt. P.C. Rosier; DILIGENCE, kapt. L. Smit; JOHANNA MARIA CHRISTINA, kapt. C.N. Gorter; OOST INDIA PACKET, kapt. P.J. Cleijndert; MARIA ADOLFINA, kapt. W.C. Brandligt; STAATSRAAD VAN EWIJCK, kapt. F. de Winter; AMALIA AUGUSTA, kapt. H.A. van Marle; SCHEVENINGEN, kapt. J.K. Annokkee; JOHANNA MARIA, kapt. M.A. Overgaauw; HENRIETTE, kapt. J.M. Veen, de drie laatste van Rotterdam.
JB 240956
Batavia, 21 september. Gisteren zijn hier aangekomen de Nederlandse brik ANNA, kapt. H. Harmsz, de 31e mei vertrokken van Schiedam, de dito bark JACOB CATS, kapt. Van der Windt, de 30e mei vertrokken van Amsterdam, de dito bark AMERIKA, kapt. Meermans, de 21e mei vertrokken van Boston, de dito bark TONIA, kapt. C.F. Leeman, de 9e juni vertrokken van Amsterdam, de dito bark JOHANNA MARIA, kapt. M.A. Overgaauw, de 5e juni vertrokken van Rotterdam, de dito bark BENGALEN, kapt. T. Keus, de 11e mei vertrokken van Rotterdam, de dito bark CATHARINA MARIA, kapt. J.A. Ballot, de 18e mei vertrokken van Zierikzee, en het dito schip BURGEMEESTER HOFMAN, kapt. Dickman, komende van Rotterdam.
1858
NRC 020158
Batavia, 11 november 1857. Vrachten. Wij hebben opnieuw het arrivement (opm: aankomst) van vele vrachtzoekende schepen te vermelden, ten gevolge waarvan de vrachten een kleine daling hebben ondergaan.
Door particulieren werden nog opgenomen: Nederlands schip JOHANNA MARIA à NLG 85 voor suiker te Soerabaja en S. VAN HEEL à NLG 82,50 voor suiker en NLG 78 voor rijst op de kust naar Amsterdam te laden.
1859
NRC 160459
Rotterdam, 15 april. Door de Nederlandsche Handel-Maatschappij zijn bevracht de navolgende 32 schepen:
Voor Rotterdam: REIJERWAARD, kapt. L.W. E. Bruigom; KAREL AUGUST, kapt. A. Huyzer; MAARTEN VAN ROSSEM, kapt. B.F. Rijken; HENDRIKA, kapt. U.H. Bonn; KAAP HOORN, kapt. L.J. Dik; JOHANNA MARIA, kapt. L.J. Wilhelmie; BENGALEN, kapt. H.F. Planter; NEERLANDS KONINGIN, kapt. G. Geerling.
JB 071259
Soerabaija, 28 november. Zaterdag namiddag (opm: 23 november) j.l. sloeg de bliksem in de voorbramsteng van het Nederlandse schip JOHANNA MARIA (opm: kapt. L.J. Wilhelmie), en nam er de top van weg zonder echter enige andere schade aan te richten. Op het zelfde ogenblik zag men twee ballen vuur uit de grote mast vallen, en hoewel beneden in het ruim een sterke zwavellucht verspreid was, heeft men bij onderzoek niets kunnen bespeuren.
1860
NRC 041160
Batavia, 14 december. Vrachten. De volgende schepen zijn nog disponibel: MARIA ELISA, AMAZONE, JOHANNA MARIA (opm: kapt. L.J. Wilhelmie), JACOB en ANNA.
1861
NRC 170361
Batavia, 2 februari. Vrachten bleven goed gesoutineerd (opm: prijshoudend) en werden zelfs enige partijen suiker tot NLG 87,50 per last afgescheept. Door de gelijktijdige aankomst van een zestal vrachtzoekende bodems is de vraag nu weer bedaard, terwijl ook afscheepbare producten beginnen op te ruimen. Sedert het laatste bericht van 15 passato werden de navolgende charters afgesloten: JOHANNA MARIA (Nederlands [opm: kapt. L.J. Wilhelmie]), 720 ton, bekomt NLG 85 voor suiker en NLG 72½ voor rijst van hier naar Rotterdam; GRAAF VAN HEIJDEN REINESTEIN (Nederlands), 702 ton, sloot charter af voor plm. 11.000 picols rijst van Soerabaja naar Amoy voor $ 6.500 in full.
NRC 141061
Brouwershaven, 13 oktober. Kapt. L.J. Wilhelmie, voerende het Nederlandse schip (opm: bark) JOHANNA MARIA, alhier binnen, rapporteert 21 augustus op 0º58’ N.B. en 20º58’ W.L. in zinkende staat te hebben zien drijven het Engelse schip HERO, waarvan hij de equipage heeft gered en alhier aangebracht.
1862
NRC 190262
Rotterdam, 18 februari. Door de Nederlandsche Handel-Maatschappij zijn bevracht de navolgende 21 schepen, als: Voor Dordrecht: J.C. SCHOTEL, kapt. J. de Groot; JOHANNES HENDRIKUS FERDINAND, kapt. G.H. Lodewijks; (opm: bark) CERES, kapt. D.H. Demmers, en JOHANNA MARIA, kapt. L.J. Wilhelmie.
1864
NRC 110164
Rotterdam, 10 januari Door de Nederlandsche Handel-Maatschappij is een lading steenkolen van Cardiff aangenomen naar Onrust per JOHANNA MARIA tot NLG 32,- per last; en naar Soerabaja per JOSEPH WILLEM, tot NLG 31,49 per last.
JB 060864
Bevrachtingen der Nederlandsche Handel-Maatschappij op de 15e juni 1864: Voor Rotterdam: JOHANNA MARIA, kapt. L.J. Wilhelmie, groot 351 gemeten lasten, laatst door de N.H.M. bevracht binnengekomen 23 februari 1863.
1865
NRC 180765
Mauritius, 17 juni. Het Nederlandse schip JOHANNA MARIA, kapt. L.J. Wilhelmie (opm: bark, bouwjaar 1840; kapt. Lodewijk JozephusWihelmie), van Java naar Rotterdam, is hier de 9e dezer lek, met gebroken grote mast en na een gedeelte van de lading over boord geworpen te hebben, binnengelopen. (opm: zie NRC 190765 en 090965)
NRC 190765
Mauritius, 17 juni. De 9e dezer is alhier in averij binnengelopen het Nederlandse schip JOHANNA MARIA, kapt. L.J. Wilhelmie, van Banjoewangie naar Rotterdam bestemd. Het schip ondervond 16 april op 22º ZB. 73º OL. een hevige orkaan, die verscheiden uren aanhield. De 9e mei sprong het lek en dit lek nam 13 en 14 mei zodanig toe, dat men genoodzaakt was een gedeelte van de lading overboord te werpen. De 18e mei werd het op 37º ZB. 27º OL. andermaal door zware stormen belopen, waarin de grote mast brak. (Gisteren kort gemeld [opm: zie ook NRC 080865 en 090965]).
NRC 080865
Amsterdam, 7 augustus. In een brief van Mauritius, d.d. 9 juli, wordt gemeld, dat het schip (opm: bark) JOHANNA MARIA, kapt. L.J. Wilhelmie, van Banjoewangie naar Rotterdam, aldaar met schade binnengelopen (als vroeger gemeld), den 10e juni hevige stormen had doorgestaan en een gedeelte van de lading over boord geworpen was. Na de verdere lading gelost te hebben, zijn, na gehouden inspectie, 500 balen koffie in publieke veiling verkocht.
Verscheidene vreemde schepen waren aldaar met averij binnengelopen, waaronder enkele geheel masteloos en twee Franse na expertise afgekeurd.
NRC 090965
Rotterdam, 8 september. Het Nederlandse schip JOHANNA MARIA, kapt. L.J. Wilhelmie, van Java naar Nederland, dat (als vroeger gemeld [opm: zie NRC 180765 en 190765]) 9 juni met schade te Mauritius binnenliep, is aldaar afgekeurd en voor 4.235,75 dollar verkocht.