Inloggen
AMSTERDAM - ID 8093


In dienst
Onder Nederlandse Vlag tussen:1880-02-04 / 1884-07-30 | Reden uitgevlagd: Verongelukt of vermist (zie final fate)

Identification Data

Bouwjaar: 1880
Categorie: Passenger-/cargo vessel
Voorstuwing: Steamship
Type: Vracht-/passagiersschip
Type Dek: Spar deck
Masten: Two masts
Material Hull: Iron
Dekken: 3
Construction Data

Scheepsbouwer: Archibald McMillan & Son, Dumbarton, Great Britain
Werfnummer: 221
Delivery Date: 1880-03-00
Technical Data

Engine Manufacturer: David Rowan & Co., Port Glasgow, Great Britain
Motor Type: Steam, Compound
Number of Cylinders: 2
Power: 2200
Power Unit: IHP (IPK)
Eng. additional info: (43 & 76 - 48)
Speed in knots: 10
Number of screws: 1
 
Gross Tonnage: 2777.00 Gross tonnage
Net Tonnage: 2170.00 Net tonnage
Deadweight: 3100.00 tons deadweight (1016 kg)
Bale: 182000 Cubic Feet
 
Length 1: 320.30 Feet (British) Registered
Beam: 39.10 Feet (British) Registered
Depth: 29.90 Feet (British) Registered
 
Passengers:
1st 2nd 3rd Steerage Deck Total
52 0 648 0 0 700
Zeebrieven en Turksche passen

Record type Zeebrief
Zeebrief jaar: 1880
Datum agenda: 1880-02-04
Register nr: 0
Scheepsnaam: AMSTERDAM
Type:
Lasten: 0
Zeebrief / Turksche pas verzocht door: Hoeven, W. v.d.
Plaats: Rotterdam
Kapitein op moment van verzoek: niet vermeld
Opmerkingen: ja, voorlopige
1880-02-07 gunstig beschikt142-1880-02-02

Bekijk de overige zeebrieven / Turksche passen van dit schip
Ship History Data

Date/Name Ship 1880-03-00 AMSTERDAM
Manager: N.V. Nederlandsch-Amerikaansche Stoomvaart Maatschappij 'Holland-Amerika Lijn', Rotterdam, Zuid-Holland, Netherlands
Eigenaar: N.V. Nederlandsch-Amerikaansche Stoomvaart Maatschappij 'Holland-Amerika Lijn', Rotterdam, Zuid-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Rotterdam / Netherlands
Callsign: NDCV
Additional info: 1880-1881 in aparte N.V.

Ship Events Data

1882-03-05: Collision
Hellevoetsluis, 5 maart 1882. Het naar New York bestemde stoomschip AMSTERDAM, kwam hedennacht de Kanaalhaven uitstomende, in aanvaring met het Nederlandse fregat BATAVIER, kapt. W. Maasdijk, welke de brasboom brak. De AMSTERDAM stoomde ter rede.
1883-06-07: Damaged
New York, 15 juni 1883. De gezagvoerder van het Nederlandse stoomschip AMSTERDAM, van Amsterdam alhier aangekomen, rapporteert dat 7 dezer op 41º29’ NB 58º WL de stoompijp van de hogedrukcilinder brak, waardoor men genoodzaakt was de machine op enkel werk te stellen en de volgende dag de reis onder werking van de lagedrukcilinder te vervolgen.
1884-07-30: Final Fate: Stranded

Onderweg van Rotterdam naar New York met 211 passagiers tijdens kalme zee in dichte mist op de buitenbanken van Sable Island gestrand en verloren. Twee passagiers en een bemanningslid kwamen door het omslaan van een sloep om het leven.

Gezagvoerders

Familiegegevens en opleiding

Jan Hendrik Willemsz. Taat werd geboren te Katwijk op 14 maart 1850 als zoon van Willem Taat en Jacoba Hus. Hij bleef ongehuwd en overleed in Het Kanaal op 20 november 1887 bij het vergaan van zijn schip, het s.s. “W.A.Scholten”.

In het Notarieel Archief van Katwijk uit 1886 wordt hij vermeld als kapitein op het s.s. Calam van den Amerikaanse Stoomvaart Maatschappij. Voorts is bekend dat hij van 1880-1881 gezagvoerder was op de Amsterdam, van 1882-1887 op de Edam en in 1887 op het d.d. W.A.Scholten. De publicatie bevat een portret van Jan H.W.Taat054-236.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

J.H.Taat was met vlagnummer R4 in de periode 1879 t/m 1887 lid voor de vlag van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart. Dat betekende dat hij wèl de Maatschappijvlag mocht voeren maar geen recht had op financiële tegemoetkomingen058.

 

Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)

In het Jaarverslag 1887 van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat hij in dat jaar als vlaglid heeft bedankt058.

 

In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 29 november 1887 staat de volgende opmerking: “De Heer H.Sluiter geeft het bestuur in overweging om eenigen onderstand te verleenen aan de nagelaten betrekkingen van de passagiers en de bemanning van het stoomschip W.A.Scholten.”023

 

De schepen van de kapitein

In de Jaarverslagen van de Maatschappij staat kapitein J.H.Taat met vlagnummer R4 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:

*   1880         van het ss. “Amsterdam”     2750 ton n.m. varend voor de Ned.Amerik.Stoomv.Mij te Rotterdam

*   1881 t/m 1883; 1885, 1886

                        het ss. “Edam”                      2946 ton n.m.   varend voor de Ned.Amerik.Stoomv.Mij te Rotterdam

 

J.H.Taat was in 1880-1881 kapitein van het ijzeren schroefschip, brikgetuigd, “Amsterdam”, gebouwd in 1880 door A.McMillan & Co te Dumbarton, River Clyde, Schotland, 2096 n.r.t., varend voor de Nederlandsch-Amerikaansche Stoomvaart Maatschappij, de latere Holland Amerika Lijn052

 

Bouma025 vermeldt J.H.Taat als gezagvoerder gedurende:

*   1879 op het schroefstoomschip “Maas”, gebouwd in 1872 te Renfrew, 2037 ton o.m., varend voor de Nederl.Amerik.Stoomv.Mij te Rotterdam;

*   1880 t/m 1881 op het schroefstoomschip “Amsterdam”, gebouwd in 1880 te Dumbarton op de werf van Mc Millan & Son, 2750 ton n.m., 500 pk, varend voor De Nederlandsch-Amerikaansche Stoomvaart Maatschappij te Rotterdam;

*   1882 op het schroefstoomschip “Edam”, gebouwd in 1881 te Dumbarton, 2946 ton n.m., 500 pk, varend voor de Nederlandsch-Amerikaansche Stoomvaart Maatschappij te Rotterdam. Het schip werd in 1882 overstoomd en zonk;

*   1883 t/m 1887 op het schroefstoomschip “Edam”, gebouwd in 1883, 3000 ton n.m., 500 pk, varend voor de Nederlandsch-Amerikaansche Stoomvaart Maatschappij te Rotterdam;

*   1887 op het schroefstoomschip “W.A.Scholten”, gebouwd in 1874 te Glasgow, 3070 ton o.m., 500 pk, varend voor de Nederlandsch-Amerikaansche Stoomvaart Maatschappij te Rotterdam. Het schip werd in 1887 bij Dover overstoomd en zonk.

 

Overige bijzonderheden

Op 21 september 1882 kwam, op weg van New York naar Amsterdam, het ss. “Edam” tijdens dikke mist in aanvaring met het ss LEPANTO en zonk bij Sandy Hook op 41o NB en 66o WL. twee bemanningsleden verloren het leven.

Het ss “Edam” werd gebouwd in 1881 bij A.Mac Millan & Sons te Dumbarton, mat 2957 Brt en voer voor de Holland Amerika Lijn te Rotterdam072.

 

Op 19 november 1887 kwam het ss “W.A.Scholten” om 21.30 uur tijdens dichte mist in aanvaring met het Britse ss ROSA MARY en zonk op 5 mijl ten ZO van Dover. Het schip was op weg van Rotterdam naar New York. 122 mensen, onder wie kapitein Taat en de 1e stuurman, verloren het leven. 91 mensen werden gered door het Britse ss EBRO.

     Het ss “W.A.Scholten” werd gebouwd in 1874 bij R.Napier & Sons te Glasgow, mat 2589 Brt en voer voor de Holland Amerika Lijn te Rotterdam072.

Zie voor deze ramp ook: G.J. de Boer, Nederlandse passagiersschepen, Van Maildienst tot cruisevaart, Alkmaar 1876.

 

In het tijdschrift “De Zee”, Jg. 9, 1887, pp304-307 (aanwezig op o.a. het Scheepvaartmuseum te Amsterdam) staat een artikel “Eenige mededeelingen uit de Metereologische Journalen”. Daarin het journaal van het stoomschip “Edam” onder kapitein J.H.Taat, van New York naar Amsterdam. Het schip raakte bezet in ijs op 16 februari op 45o27’N/47o52’W. Er volgen Journaalaantekeningen omtrent de vorming van ijsschollen, waardoor boegplaten stukraakten en goederen over boord moesten worden gezet: “vaten vet, olie, vleesch en kisten spek, die grotendeels op het ijs bleven liggen.”. Men probeerde nog wel via een open geul weg te komen, maar het schip werd snel weer door het ijs ingesloten. Er werden ook ijsbergen waargenomen. Het schip had zeer veel te lijden. Men probeerde langzaam vooruit te komen en na een dag kwam het schip vrij. Het artikel geeft als afsluiting een overzicht van het areaal drijfijs, dat goed aansluit bij de ervareningen van de “Edam”. “Het is … aan te bevelen op den weg van en naar Noord Amerika eene vrij Zuidelijke route te volgen.”

  1. 39.Vanuit Rotterdan werd (in 1880)een consorium gevormd dat bereid was een rederij voor een te bouwen schip op te richten. “Ook van Amsterdamse kant werd aandelen genomen. Dit was de reden om het nieuwe schip de naam AMSTERDAM te geven. De NASM (=Nederlandsch=Amerikaansche Stoomvaart Maatschappij) nam zelf voor f 2000.000 aandelen in deze rederij. Het schip, wat 2950 brt mat, kon reeds in 1881 in eigendom worden overgenomen.”

p.40. Wederom door middel van de oprichting van een rederij en daarna overname door de NASM kwam in de zomer van 1881 de EDAM in de vaart.

P.44. Vanwege de slechte toestand van de Nieuwe Waterweg, vooral het optreden van een ondiepte bij Pernis, konden grote schepen de haven van Rotterdam niet bereiken. Er werd daarom samenwerking met Amsterdam gezocht, waar de omstandigheden door het Noordzeeekanaal gunstiger waren. “Op 8 april vertrok de EDAM als eerste schip vanuit Amsterdam met 3200 ton lading en een diepgang van 66 decimeter, iets dat vanuit Rotterdam niet mogelijk zou zijn geweest.

p.45. Het decennium 1880-1890 was voor de NASM een zeer moeilijke periode vanwege verliezen van schepen.

“De reeks verliezen begon met de EDAM. In de avond van 21 september 1882 werd het schip tijdens mist bij Sandy Hook onder de Amerikaanse kust aangevaren door het Britse stoomschip LEPANTO. Dit schip ramde de EDAM in de midscheeps ter hoogte van de machinekamer, waardoor een groot gat ontstond dat tot beneden de waterlijn doorliep. Van het eerste moment af was het duidelijk dat de EDAM verloren was. De gezagvoerder gaf order “schip verlaten”. Bij de aanvaring waren enkele boten verbrijzeld maar in die welke intact waren gebleven, verlieten alle opvarenden in volmaakte orde het schip. Zij werden aan boord van de LEPANTO genomen. Twee machinisten, die op het ogenblijk van de aanvaring de wacht hadden, verloren helaas bij de ramp het leven. Weliswaar bestelden de deelhebbers in de, nog in rederij varende, EDAM onmiddellijk een gelijknamige, grotere betere vervanger – voor de eerste maal een stalen schip, wat de snelheid ten goede zou komen – maar intussen was men de beschikking over het kostbare schip toch maar kwijt.”

p.47.”… in het jaar 1887 voltrok zich een vijfde ramp, die tot een waar drama uitgroeide en tientallen mensenlevens kostte, zowel van passagiers als van bemanningsleden. Op 19 november van dat jaar vertrok de W.A.SCHOLTEN van Rotterdam met aan boord 160 passagiers en een bemanning van 55 koppen. Het was goed weer met een kalme zee, maar toen het later op de dag mistig werd, ging het schip bij Dover voor anker. Tegen 11 uur ’s avonds werd het zicht beter; er werd anker opgegaan en langzaam vooruit gestoomd. Plotseling dook uit de mist een schip op dat de W.A.SCHOLTEN recht in de zijde ramde. Er waren maar weinig passagiers aan dek, de meesten waren in de salon of in hun hutten. Het water stroomde door een gat van acht meter breedte het schip binnen, dat direct zwaar slagzij maakte, waardoor maar twee van de vijf sloepen – overvol – konden worden gestreken. Aan de passagiers werden snel zwemvesten uitgedeeld. Op de noodseinen met de stoomfluit en afgestoken viirpijlen kwam de in de buurt liggende EBRO hulp verlenen. Dit schip had een deklading hout en zette een deel ervan overboord, waaraan de schipbreukelingen zich konden vastklampen. Voor velen betekende dit helaas geen redding want zij stierven spoedig van uitputting en kou. Het schip zonk snel, de ramp had zich in een kwartier voltrokken. De EBRO bleef nog de gehele nacht naar overlevenden zoeken en liep de volgende morgen Dover binnen om de geredden en een groot aantal lijken aan de wal te brengen. In Dover liep ook in de loop van de nacht het s.s. ROSA MARY binnen. Het rapporteerde een ten anker ligend schip te hebben aangevaren. Waarom dit schip niet heeft deelgenomen aan de redding van de drenkelingen, is niet duidelijk. De ramp eiste 122 mensenlevens, onder wie kapitein Taat en vier officieren.”

Uit:” Brug over den oceaan. Een eeuw geschiedenis van de Holland Amerika Lijn”, door A.D.Wentholt, 1973 Nijgh & Van Ditmar, Rotterdam/’s Gravenhage

 

 

Datum vanaf: 1880
Kapitein: Taat, Jan Hendrik Willemsz
Overige informatie: 0

Familiegegevens en opleiding

Overleden on 1885

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

T.M.Lucas was met vlagnummer R26 in de periode 1878 t/m 1885 lid voor de vlag van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart. Hij was dus wèl gerechtigd om de Maatschappijvlag te voeren, maar kon geen financiële aanspraken doen gelden058.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In het Jaarverslag 1885 van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat hij in 1885 is overleden058.

 

De schepen van de kapitein

In de Jaarverslagen van de Maatschappij staat kapitein T.M.Lucas met vlagnummer R26 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:

*    1878, 1880                 van het ss. “Rotterdam’   1735 ton n.m.      varend voor Ned.Amer.Stoomv.Mij te R’dam

*    1881 t/m 1883           van het ss. “Amsterdam” 2777 ton              varend voor Ned.Amer.Stoomv.Mij te R’dam

 

Bouma025 vermeldt T.M.Lucas als gezagvoerder gedurende:

*    1879 t/m 1881van het schroefstoomschip “Rotterdam”, gebouwd in 1872 te Elshout, 2040 ton o.m., varend voor de Ned. Amerik. Stoomv. Maatschappij te Rotterdam;

*    1882 t/m 1884 van het schroefstoomschip “Amsterdam”, gebouwd in 1889 te Dumbarton, 2750 ton n.m., varend voor de Nederl.Amerik.Stoomvaart Mij. te Rotterdam. Het schip is bij Sable Eiland verongelukt;

*    1888 van het rader stoomschip “Willem Prins van Oranje”, gebouwd in 1883 te Glasgow, 1573 ton o.m., varend voor de Stoomvaart Maatschappij “Zeeland” te Vlissingen;

*    1889 t/m 1895 (?) van het ijzeren raderstoomschip “Prinses Marie”, gebouwd in 1878 te Glasgow, 900 too ton n.m., varend voor de Stoomvaart Maatschappij “Zeeland” te Vlissingen. Het schip is in 1898 verkocht naar Stettin, maar het is uit de opgave van Bouman duidelijk, dat Lucas toen geen gezagvoerder meer was;

*    1895 t/m (na) 1900 op het ijzeren raderstoomschip “Koningin Wilhelmina”, gebouwd in 1895 te Glasgow, 1943 ton n.m., varend voor de Stoomvaart Maatschappij “Zeeland” te Vlissingen.

 

Overige bijzonderheden

Het ss. “Amsterdam” strandde op 10 juli 1884 tijdens dikke mist op Sable Island en ging verloren. Het was op weg van Rotterdam naar New York. Drie man kwamen om.

Het ss. “Amsterdam” werd gebouwd in 1880 bij A.Mac Millan & Sons te Dumbarton, mat 2777 Brt en voer voor de Holland Amerika Lijn te Rotterdam072

 

p.45. Het decennium 1880-1890 was voor de Nederlandsch-Amerikaansche Stoomvaart Maatschappij te Rotterdam  een zeer moeilijke periode vanwege verliezen van schepen.

“Tijdens dik weer liep de AMSTERDAM op 30 juli 1884 op de buitenbanken van de zo gevaarlijke kust van Sabel Island. Het bleek al spedig dat het schip als verloren moest worden beschoud. De 264 opvarenden gingen in de sloepen en men wist de kust te bereiken. Helaas kosste ook deze ramp aan twee man het leven.”

Uit:” Brug over den oceaan. Een eeuw geschiedenis van de Holland Amerika Lijn”, door A.D.Wentholt, 1973 Nijgh & Van Ditmar, Rotterdam/’s Gravenhage

 

 

 

Datum vanaf: 1882
Kapitein: Lucas, T.M.
Overige informatie: 0

Externe informatie - Overig
Vereniging 'De Lijn' - Holland-Amerika Lijn: AMSTERDAM 1 (1880-1884)
Afbeeldingen


Omschrijving: Deze briefkaart van de AMSTERDAM van 1880 is in de 20e eeuw uitgegeven, waarschijnlijk naar een schilderij van het schip
Collectie: Nierop, J.G.
Vervaardiger: Unknown
Algemene informatie

 

NRC 200884. Aangaande het verongelukken van het stoomschip AMSTERDAM, op Sable Island, zijn nog de volgende bijzonderheden per mail uit Halifax ontvangen:
Op 19 juli vertrok gemeld stoomschip van Amsterdam naar New- York met 12 kajuits- en 212 tussendekpassagiers, benevens een lading stukgoed, bestaande uit haring, tabak, rijst, enz. Tengevolge van mistig weder was het onmogelijk om waarnemingen te kunnen doen, waardoor het schip vijf en dertig mijlen uit de gewone koers geraakte en op 30 juli des avonds, omstreeks tien uur, plotseling aan de grond liep; men meende toen op een ijsberg te hebben gestoten. De schok was niet hevig, maar had toch tengevolge, dat alle passagiers aan dek kwamen. Er woei slechts een lichte koelte, en ofschoon de zee over het schip heensloeg, werd voor geen onmiddellijk gevaar gevreesd. De gezagvoerder gaf aan de equipage bevel de lading te werpen, waarbij menig passagier de behulpzame hand bood.
De volgende dag werden pogingen in het werk gesteld om het schip vlot te krijgen, maar deze mochten niet baten, en in de namiddag van dezelfde dag werd een der boten uitgezet, waarin zich 35 der opvarenden begaven, onder bevel van een officier, koersende naar de kust. Andere boten werden onmiddellijk daarna te water gelaten, totdat de AMSTERDAM geheel was verlaten.
De eerste boot bereikte gelukkig de kust, na een moeilijke en gevaarvolle tocht van vijf uur, daar de zee zeer hol stond. De tweede boot, welke reeds dicht bij land was, trachtte een aanvaring te voorkomen met een in de nabijheid zijnde boot, maar kreeg een zware zee over, waardoor ze vol water liep en al de zich daarin bevindende personen te water geraakten. Aan sommigen gelukte het in een uitgeputte toestand de kust te bereiken, terwijl anderen door de in de nabijheid zijnde boot werden gered.

Kroniekberichten

Toon kroniekberichten