Familiegegevens en opleiding
Sipke werd geboren 29 April 1789 te Nes op Ameland.
Sipke Klaasz Sipkes overleed te Ameland op 04 februari 1828 op een leeftijd van 38 jaar. Hij was gehuwd. (Tresoar)
Sipke Klaaszoon Sipkes werd geboren te Ameland op 19 april 1789.
Hij was getrouwd met Antje Hans Schut, geboren te Texel op 23 september 1788. Het echtpaar kreeg een dochter (26 juli 1818) en een zoon (02 februari 1826). Lid van het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop per 16 november 1825. Sipke overleed in 1828003.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
S.K.Sipkes werd met vlagnummer 130 per 23 augustus 1825 ingeschreven als effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop op voordracht van kapitein J.Sipkes Fz. Toegevoegd is overleden” 002.
In de Algemene Ledenvergadering van Zeemanshoop van 16/23 augustus 1825 werd als effectief lid voorgedragen/benoemd Sipke Klaasz Sipkes, oud 37 jaar, afkomstig van Ameland en met adres J.Sipkes Feikesz te Amsterdam. Hij werd door J.Sipkes Feikesz voorgedragen en kreeg vlagnummer 130023.
De wed. S.K.Sipkes geb. Antje Schut, geboren 23 september 1788, wonende op Ameland, kreeg bij besluit van 27 maart 1828 met ingang van 01 mei 1828 een uitkering van Zeemanshoop. Zij overleed in januari 1867.118
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 31 januari 1828 staat een verzoek om onderstand wegens ziekte door S.K.Sipkes van Ameland. Daarover wordt in de vergadering van 12 februari 1828 verslag uitgebracht waarin wordt geconcludeerd dat kapitein Sipkes “… door ziekte niet in staat is om zijne broodwinning voort te zetten … en dat hij door die ziekte werkelijk zijn bestaand beroep (het bevel voor het Fregatschip Henriëtte Clasina) verloren heeft.” Een uitkering wordt toegekend voor een periode van 3 maanden ad f 32,- per maand. In dezelfde vergadering deelt de heer T.J.Kerkhoven mee dat genoemde kapitein inmiddels is overleden.042.
In de notulen van de Bestuursvergadering van 11 maart 1828 staat een verzoek om onderstand van de weduwe S.K.Sipkes van Ameland en in de notulen dd 27 maart 1828 wordt per 01 mei 1828 een uitkering ad f32,- voor haar en f 3,50 per kind, beide per maand, toegekend.042.
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 04 december 1834 staat vermeld een “brief van Klaas Sipkes voor de Wed. Sipke Kl. Sipkes verzoekende dat aan hare oudste dochter, welke eerdaags de Jaren bij het Reglement bepaalde zal bereiken uit hoofde van ligchaamsgebreken en krachtens art. 82 van het Reglement voorduring van uitkeering mag worden verleend. In de notulen dd 29 januari 1835 wordt een commissie verzocht nadere bewijzen te verzamelen “omtrent de verlamming van het meisje als omtrent haar ongeschiktheid tot eenig werk. In de notulen van de Bestuursvergadering dd 26 maart 1835 wordt “op grond van Art. 82 van het Reglement provisioneel voor den tijd van een Jaar onderstand toegestaan beginnende van den tijd dat zij 16 Jaren is geworden.”“042.
In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd ? (vergeten te noteren, maar zal januari 1835 zijn geweest) staat een “aanvrage voor de Dochter van wijlen Kapt. S.K.Sipkes om uit hoofde van ligchaamsgebrek voortduring van regt op Uitkeering”. Dit verzoek wordt toegestaan voor de periode van 1 jaar023.
De schepen van de kapitein
lidmaatschap College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
130 1825-1828 fregat Henriëtte Klazina Nederl.Scheepsreederij
In 1824 was J.Sipkes Kz gezagvoerder op het Amsterdamse fregat de “Ida Aleida” (260 lasten, gebouwd in de Oostzee. De boekhouders waren J.H.Bagman & Zn 012.
Het Archief van de Amsterdamse Waterschout op het Stadsarchief van Amsterdam bevat monsterrollen op naam van kapitein Sipke Klaas Sipkes op de:
“Johannes Gerhardus”, dd 24 april 1818; 01 april 1820 en 19 april 1821;
“Hoop & Fortuin”, dd 19 november 1822
Bouma025 vermeldt S.K.Sipkes als gezagvoerder gedurende:
-
* 1826 t/m 1827 van het fregat “Henriëtte Klazina”, gebouwd in 1827 te Amsterdam, 630 ton o.m., varend voor de Nederl. Scheeps-Reederij te Amsterdam;
Overige bijzonderheden
In de “Hoofdzakelijke Inhoud van het Verslag van Directeuren der Nederlandsche Scheeps-Reederij gevestigd te Amsterdam” dd 30 maart 1827 (Nederlandsche Hermes 2(4): 37-42, 1827) wordt melding gemaakt van een aantal schepen:
“Ten aanzien van het Fregatschip Henrietta Klasina, Kapit. S.K.Sipkes hebben wij te berigten, dat hetzelve nog op de helling staat”.
In een overeenkomstig verslag dd. 28 maart 1828 (Nederlandsche Hermes 3(5):51-57, 1828) staan de volgende alinea’s:
”… het Fregat-schip Henrietta Klasina, dat, tijdens ons laatste rapport, nog niet te water geloopen was: hetzelve is sedert geheel afgetimmerd, ligt reeds voor deze stad op stroom, en zal spoedig tot vertrekken gereed zijn, …”.
“Met leedwezen moeten wij Ul. te dezer plaatse kennis geven, dat de Heer S.K.Sipkes, welke als Opzigter over den bouw, en daarna als Kapitein op dit schip aangesteld was, voor eenige weken is overleden; in zijn plaats hebben wij Kapitein L.F.Heijde benoemd, van welke wij de meest voldoende informatie hebben ingewonnen”.
Klaas Sipkes, de vader van Sipke Klaasz., zorgde in Hollum voor de eerste reddingsloep. De huidige mannenroeiploeg is naar deze Amelander genoemd. (info P.J..Borsch dd 15 februari 2006)
Rotterdamsche Courant 26 januari 1819 114
Amsterdam, 24 januari. Volgens brieven van de Kaap de Goede Hoop, tot den 21 november, was het Hollands schip JOHANNA EN ELISABETH, kaptein P. Green, van daar naar Mauritius vertrokken; den 24 dito zou het galjasschip JOHANNIS GERRARDUS, kaptein S.K. Sipkes, met levendig vee van daar naar Demerarij zeilen; drie weken na het aan de Kaap gearriveerde schip ELISA, kaptein F. Hunt, zou van Batavia vertrekken het Hollands schip VROUW AGATHA, kaptein R. Witsen, zijnde destijds bezig te Samarang koffij en rijst in te nemen; het op den 17 november in de Tafelbaai aangekomen schip de DOLPHIJN, kaptein L. de Koning, van Batavia, had 54 dagen reis; was geladen met koffij, suiker en tamarinde (opm: dadels, dan wel het hout van de gelijknamige boom), en zou den 24 november de reis naar Rotterdam vervolgen; drie weken na hetzelve zou van Batavia zeilen het schip JOHANNA, kaptein C.J. Jonker, naar Amsterdam.
Rotterdamsche Courant 08 april 1819114
Amsterdam, 6 april. In het begin van april zou van Demerarij vertrekken het schip LA BELLE ALLIANCE, kaptein P. Heijde, naar Amsterdam.
Te Demerarij is gearriveerd S.K. Sipkes, van de Kaap de Goede Hoop. (opm: galjas JOHANNIS GERRARDUS, met een lading levendig vee,
Rotterdamsche Courant 03 juni 1819114
Amsterdam, 1 juni. Kapitein Leopold Heijde, voerende het schip La BELLE ALLIANCE, meldt van Demerarij, van den 25 maart, dat hij dacht niet voor den 24 april te zullen kunnen vertrekken; alsmede dat de schepen CHARLOTTA, kapitein H.H. Bleeker, en JOHANNES GERARDUS, kapitein K. Sipkes, derzelver reis zeer spoedig zouden aannemen.
Rotterdamsche Courant 10 juni 1820114
Londen, 6 juni. Het schip de JOHANNES GERARDUS (opm: galjas JOHANNES GERHARDUS), K. Sipkes, van Amsterdam naar Surinamen, is den 9 mei de Madera binnengelopen, doch den 13 dito weder vertrokken.
Rotterdamsche Courant 23 september 1820114
Londen, 19 september. Den 18 bevond zich op de hoogte van Portland het schip JOHANNES GERARDUS (opm: galjas JOHANNES GERHARDUS, kapt. K. Sipkes), van Surinamen naar Amsterdam.
Rotterdamsche Courant 12 mei 1821114
Rotterdam, 11 mei. Uittreksel uit de Lloyd’s List van den 3 mei 1821:
Het schip JOHANNES GERARDUS (opm: galjas JOHANNES GERHARDUS), Sipkes, van Amsterdam naar Madera, is den 5 dezer op de noordzijde van de Goodwin Sands vastgeraakt, doch door een boot van Deal er afgebracht, en heeft de reis voortgezet…..
Rotterdamsche Courant 25 december 1821114
Rotterdam, 24 december. Te Surinamen is gearriveerd het schip (opm: galjas) JOHANNES GERARDUS, S.K. Sipkes, van Amsterdam.
Rotterdamsche Courant 12 januari 1822114
Amsterdam, 10 januari. Het schip GERHARDUS JOHANNES (opm: galjas JOHANNES GERHARDUS), kapt. S.K. Sipkes, zou, volgens brief van Paramaribo, van den 29 oktober 1821, den 15 november van daar naar Amsterdam vertrekken.
Rotterdamsche Courant 23 maart 1822114
Advertentie. R. Hoijman, T. van Olivier, J.E. Lublink, F. der Kinderen, A. van der Sluijs, J. Boelen, H.J. en G.W. Sesink Clee, makelaars, zullen op maandag den 15 april 1822, des avonds te zes uren, te Amsterdam, in het voormalig Nieuwezijds Heeren-Logement, op de Haarlemmerdijk, verkopen: een extraordinair welbezeild Galjasschip, genaamd JOHANNES GERHARDUS, gevoerd door kapitein S.K. Sipkes, lang 22 ellen 6 palmen 4 duimen, wijd 6 ellen 5 palmen 1 duim, hol 4 ellen 4 palmen 5 duimen, (opm: 22,64 x 6,51 x 4,45 m.), alles Nederlandse maat (zijnde Amsterdamse maat, lang 80 voeten, wijd 23 voeten, hol 15 voeten 8 duimen); breder bij de inventaris en berigt bij de bovengenoemde makelaars, en bij de Weduwe P. Poolman Juriaansz en Zoon.
Rotterdamsche Courant 21 december 1822114
Rotterdam, 20 december. Van Vlissingen wordt den 17 gemeld:
Sedert onze vorige zijn van deze rede naar zee gezeild….
….Nog is alhier op de rede gekomen de HOOP EN FORTUIN, S.K. Sipkes, van Texel, gedestineerd naar deze stad. (opm: dit fregat werd in Vlissingen gedokt omdat het te diep stak om Antwerpen te bereiken; het schip werd uitgerust met meer en zwaarder geschut en in 1823 verkocht aan de marine van Gran Colombia, waarbij het tot 1826 als linieschip diende onder de naam ESPERANZA Y FORTUNA; zie ook DC 120723)….
Datum vanaf: |
1827 |
Kapitein: |
Sipkes, Sipke Klaasz |
College: |
Zeemanshoop, Amsterdam |
Vlagnummer: |
130 |
Overige informatie: |
opzichter tijdens de bouw en beoogd gezagvoerder.
Sipke Klaasz Sipkes werd geboren 29 April 1789 te Nes op Ameland. Hij overleed te Ameland op 4 februari 1828 op een leeftijd van 38 jaar. Hij was gehuwd. (Tresoar)
Hij was getrouwd met Antje Hans Schut, |
Familiegegevens en opleiding
Leopold Franciscus Heyde werd geboren te Ostende op 31 maart 1791.
Hij trouwde met Maria van der Haas, geboren te IJsselstein op 12 december 1791.003
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
L.F.Heyde werd met nr.16 effectief lid van Zeemanshoop. In het Inschrijfregister zijn geen verdere gegevens vermeld002.
L.F.Heijde was een van de oprichters en in 1822 en van 1824-1825 penningmeester van het College Zeemanshoop019. Hij wordt als lid genoemd in de eerste algemene ledenvergadering van het College op 24 mei 1822023.
Hij werd deelnemer van het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop per 26 juni 1827 en bedankte in 1832003.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 26 januari 1826 wordt gemeld dat ZM de Koning aan kapitein L.F.Heyde een blijk van erkenning heeft gegeven vanwege zijn hulp aan slachtoffers van de watersnoodramp in Noord-Holland in 1825. Dit in navolging van een overeenkomstig eerbetoon aan de kapiteins Kraijer, Sipkes, Zeylstra en Pakes.
In de Bestuursvergadering dd 14 februari 1826 wordt een brief vermeld van de Gouverneur van Noord-Holland dd 30 januari 1826 waarin een overeenkomstige mededeling.. Dit bericht is door het Bestuur doorgegevens aan de vrouw van de kapitein. Op 13 juni 1826 vraagt de echtgenote van kapitein L.F.Heyde geb. M. van der Haas uit IJsselstein, om de uitreiking van de medaille uit te stellen totdat haar man terug is.042
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 29 juni 1826 is vermeldt dat het Bestuur machtiging tot aanwinning van buitenlandse honoraire leden in de “koloniën Suriname, Demerarij, Curacao & Batavia” heeft verstrekt aan Th.Pietersz, J.J.Bart, P.S.Matzen en L.F.Heyde.042
In de notulen van de Bestuursvergadering dd 10 april 1827 staat een bericht van L.F.Heyde, dat hij “van de vaart op Oost Indiën overgegaan (is) tot het Commandement van het Stoomschip van hier naar London … “042.
In de notulen van de Bestuursvergadering dd 01 september 1831 staat een “Missive van kapit. L.F.Heijde van 9e Augustus kennisgevende van het door zijn Ed. verrigtene ten aanzien van de uitbreiding van het Collegie in de Oost-Indiën … “042.
In de notulen van de Bestuursvergadering dd 11 februari 1833 wordt vermeld een: “Brief van kapt. L.F.Heijde do 22 January wegens de armoedige toestand van kapt. J.Stoffers waarbij besloten wordt aan kapit. L.F.Heijde te schrijven dat J.Stoffers reeds gedurende langen tijd onderstand heeft genoten. “042
In de notulen van de Bestuursvergadering dd 30 januari 1834 wordt gemeld: “Een brief van Kapitein L.F.Heijde do Antwerpen 26 Jan. bedankende voor zijn Lidmaatschap gaande onder vreemde vlag varen. “042.
In de notulen van de Algemene Ledenvergadering van Zeemanshoop dd 01 september 1825 wordt gemeld: "Sanders in leven stuurman, nu jongst gevaren hebbende aan boord van het schip Palembang gevoerd door kapitein Leopold Heyde gekomen van Batavia en aldaar op reize voornoemd overleden"023.
In de Algemene Ledenvergadering van Zeemanshoop van 16 mei 1826 wordt melding gemaakt van een missive van B&W van Amsterdam "kennisgevende dat aan kaptn L.F.Heyde mede ene medaille is toegewezen namens Z.M. voor zijne bewezenen diensten, tijdens den watersnood van Februarij der vorigen Jaars ..."023.
In de notulen van de Algemene Ledenvergadering van Zeemanshoop van 13 juni 1826 wordt melding gemaakt van een brief van kapitein L.F.Heijde, voerende het schip "Palambang"(sic) teruggekomen van Batavia "bevattende het verhaal van eenige bijzonderheden zijn schip & Equipage op zijne nu pas geeindigde reize ... overkomen"023.
De schepen van de kapitein
lidmaatschap College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
16 1825-1826 fregat Palembang J.C.Spengler
1827-1830 fregat Henrietta Klasina Nederl.Scheepsreederij
1831-1833 geen opgave van schip en boekhouder
In 1824 was L.F.Heijde gezagvoerder op het Amsterdamse fregat "Palembang" (160 lasten, gebouwd in Amerika). De boekhouder was J.C.Spengler012.
Bouma025 vermeldt L.F.Heyde als gezagvoerder gedurende:
* 1822 t/m 1828 op het 3/m schip “Palembang”, gebouwd in 1800 te Amerika, 300 ton o.m., varend voor J.C.Spengler te Amsterdam;
* 1828 t/m 1831 op het 3/m schip “Henriette Klazina”, gebouwd in 1827 te Amsterdam, 630 ton o.m., varend voor de Nederlandsche Scheepsreederij te Amsterdam.
Het Archief van de Amsterdamse Waterschout11a bevat monsterrollen op naam van kapitein leopold Fredrik Heyde op de:
“Rosette” dd 20 oktober 1815; 13 november 1816 en 10 juli 1817;
“Maria”, dd 17 september 1818;
“Belle Alience”, dd 20 maart 1820;
“Palembang”, dd 11 juli 1822; 31 maart 1825’
“Beurs van Amsterdam”, dd 11 april 1827 (3x);
“Henrietta Klasina”, dd 14 maart 1828; 01 september 1829; 28 april 1831
Overige bijzonderheden
De lijst van monsterrollen te Amsterdam011 bevat een rol dd 17 september 1818 van het fregat Maria van Amsterdam naar Dordrecht en vandaar naar Demmerarij onder gezag van kapitein L.Heijde, met 14 man equipage en met als boekhouder J.C.Spengeler. Tot de bemanning behoorden de ligtmatrozen Hendrik van Soolingen en Bonifacius van der Tak, later ook optredend als koopvaardijkapitein. Van der Tak was voor deze reis aangemeld vanuit de Kweekschool voor de Zeevaart te Amsterdam.
In de “Hoofdzakelijke Inhoud van het Verslag van Directeuren der Nederlandsche Scheeps-Reederij gevestigd te Amsterdam” dd 30 maart 1827 (Nederlandsche Hermes 3(5):51-57, 1828) wordt melding gemaakt van een aantal schepen:
“Met leedwezen moeten wij Ul. te dezer plaatse kennis geven, dat de Heer S.K.Sipkes, welke als Opzigter over den bouw, en daarna als Kapitein op dit schip aangesteld was, voor eenige weken is overleden; in zijn plaats hebben wij Kapitein L.F.Heijde benoemd, van welke wij de meest voldoende informatie hebben ingewonnen”.
L.F.Heijde verzorgde per 24 oktober 1829 vanuit Texel met de “Henriette Klazina” een troepentransport van 3 officieren en 200 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 16 april 1830 na 174 dagen. Onderweg was 1 militair overleden065.
Bossenbroek065 vermeldt op p. 70
“Uit het inschepingsregister en de litteratuur zijn mij veertien meer of minder ernstige gevallen van muiterij of pogingen daartoe bekend, die zich in deze periode tijdens het vervoer van koloniale soldaten naar Indië hebben voorgedaan. Ze vonden plaats aan boord van de … Henriëtte Klazina …”065.
Rotterdamsche Courant 21 juni 1818114
Te Dordrecht ligt in lading: Naar Essequebo (opm: Essequibo) en Demerary (opm: Guyana), om op het laatst van augustus 1818 te vertrekken, het Nederlands nieuw gekoperd en ongemeen snelzeilend Fregatschip LA BELLE ALLIANCE, kaptein Leopold Heyde, waarvan de kajuit bijzonder geschikt en op de meest convenableste (opm: aangename) wijze met appartementen voor passagiers is ingerigt. Adres ten Kantore van de Heren Wed. Jan Pozoly en Weirather en Comp, te Middelburg, en te Dordrecht, daar het schip in lading ligt, bij de Heer Gerard Mauritz.
Rotterdamsche Courant 31 oktober 1818114
Amsterdam, 29 oktober. Den 16 oktober is voor Wight in goede staat gepraaid het schip LA BELLE ALLIANCE, kaptein L. Heijde, den 14 dito uit Helvoet gezeild.
Rotterdamsche Courant 08 april 1819114
Amsterdam, 6 april. In het begin van april zou van Demerarij vertrekken het schip LA BELLE ALLIANCE, kaptein P. Heijde, naar Amsterdam.
Te Demerarij is gearriveerd S.K. Sipkes, van de Kaap de Goede Hoop. (opm: galjas JOHANNIS GERRARDUS, met een lading levendig vee, zie RC 260119)
Rotterdamsche Courant 03 juni 1819114
Amsterdam, 1 juni. Kapitein Leopold Heijde, voerende het schip La BELLE ALLIANCE, meldt van Demerarij, van den 25 maart, dat hij dacht niet voor den 24 april te zullen kunnen vertrekken; alsmede dat de schepen CHARLOTTA, kapitein H.H. Bleeker, en JOHANNES GERARDUS, kapitein K. Sipkes, derzelver reis zeer spoedig zouden aannemen.
Rotterdamsche Courant 31 augustus 1822114
Rotterdam, 28 augustus. Uittreksel uit de Lloyd’s Lijst van den 27 augustus:
Het schip HERO (opm: HÉROS), Poppen, van Batavia naar Antwerpen, is den 9 juni aan de Kaap de Goede Hoop binnengelopen, om schade te herstellen.
Den 24 dezer was op de hoogte van Portsmouth het schip PALEMBANG, Heije (opm: L. Heijde), van Amsterdam naar Batavia.
Te Cowes is den 25 binnengelopen het schip INDUSTRIE, L. Spaanderman, van Rotterdam naar Dublin.
Rotterdamsche Courant 10 september 1822114
Amsterdam, 7 september. Volgens brief van kapt. L. Heijde, voerende het schip PALEMBANG, van Amsterdam naar Batavia, in dato 30 augstus, was hij toen met N.N.W. wind zeilende op de hoogte van Goudstaart (opm: Start Point).
Familiegegevens en opleiding
J.B.Fuchs werd geboren te Amsterdam op 01 februari 1775.
Hij trouwde met Anna Elisabeth Haantjes, geboren te Wijk bij Duurstede op 03 maart 1776.
J.B.Fuchs overleed in 1837.003
Johannes Balthasar Fuchs uit Amsterdam werd op 21 februari 1787 ingeschreven als leerling van de Kweekschool voor de Scheepvaart te Amsterdam004-529/150. Volgens doopcedul nr.142 werd hij op 07 februari 1775 gedoopt als zoon van Johannes Daniel Fuchs uit Wezel en Helena Heyerman uit Amsterdam, beiden luthers. In de rapportage omtrent de vorderingen staat o.a.:
"leest slegt schrijft reedelijk verlof naar de Haag van 11 tot 15 may 1787 id 28 apl tot 3 may 1788 24 tot 27 septr 1788 met een prijs begiftigd 16 septr Geplaatst ... op 'sLands schip van oorlog Alarm captn Abm van Braam aan boord 25 may 1789 Naar 'sHage v. 5 tot 9 may 1789 terug 11 october 1791 Maakt het wel bij Mr Bangma ... Als sous Luit op 't O.J.compt schip Regt door Zee Capt L.Runke Aan boord 10 may 1792 19 september honorabele mentie(?) bij 't uitdeelen der prijzen 18 nov 1795 uyt Engeland terug ... 4 febr - Luitenant geworden & gepl. op de Waakzaamheid Cap L.van Nierop 9 apr. na boord 1798 14 maart verzoekt en bekomt zijn ontslag met goede attestatie".
Opm.: 1. Volgens J.van Sluijs - Nederlandse bevelhebbers 17e-18e eeuw (NSM-G54c) was in februari 1789 de bevelhebber van de "Alarm" Aegidius van Braam. Als (geboorte-sterf?)data wordt opgegeven 30 juli 1758 en 17 mei 1822.
In "Nieuwe Nederlandsche Jaarboeken deel 24 p.272, 1789 (NSM B/I/121) komt volgende citaat voor: "Met voorkennis van Zijne Doorl. Hoogheid den Heer Prins Erfstadhouder, is bij het Ed.Mog.Collegie ter Admiraliteit alhier, in dienst gesteld de volgende Fregatten ... Alarm van 20 stukken, kapt Aegidius van Braam".
-
In de van Sluijslijsten (NSM) omtrent bevelhebbers en gezagvoerders uit de periode 1700-1800 komt geen van Nierop voor.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
J.B.Fuchs was lid van het Amsterdamse zeemanscollege "De Blaauwe Vlag" van 1827 t/m 1830 met vlagnummer 8 en met nummer 6 van 1832 t/m 1836008.
J.B.Fuchs werd met nr. 44 lid van Amsterdams zeemanscollege Zeemanshoop. Alleen vermeld dat zijn schip de "Henrietta Clasina" was002. In de Algemene Ledenvergadering van het college van 03 maart 1824 werd J.B.Fuchs als effectief lid aangenomen op voordracht van kapitein Wegener023.
Hij werd deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop per 15 augustus 1825.003
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 25 mei 1837 staat een lijst van kapiteins die zijn overleden of die hebben bedankt voor het lidmaatschap. Jaartallen van overlijden of bedanken zijn niet vermeld. Overleden is J.B.Fuchs042.
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van het College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
44 1825-1830 fregat Clara Henriette Nederl.Scheepsreederij
1831-1835 fregat Henriette Clasina idem
23 1836 fregat Henriette Clasina idem
Van Blokland-Visser noermt J.B.Fuchs in 1819 als gezagvoerder van de schoener “Constance”.
In het Amsterdamse Stadsarchief is in inventaris 5181/7150-1815-29 een akte van verkoop bij gerechtelijke executie dd Amsterdam 10, 17 en 24 april van de brik “Prudentie”, door de koper genaamd “Henriëtte Louisa” met als kapitein/verkoper de schipper Johan Gemberg. Het schip werd voor f 2.200,- aangekocht door Izaac Juda Levie Kanteman, koopman te Amsterdam en de kapirein werd Johannes Bathazar Fuchs te Amsterdam. De akte passeerde voor Mr. J.J.Hoffman, rechter bij de rechtbank van 1e aanleg te Amsterdam.
De executoriale verkoop bij vonnis van 16 februari 1815 op verzoek van Lemuel Goddard, victualie-koopman te Wapping bij Londen, wegens aan Johan Gemberg in augustus, september en oktober 1814 geleverde goederen ter waarde van GBP. 119/7.-, zijnde bij een koers van NLG. 10,25 per GBP = NLG. 1223,30, vermeerderd met 6% op jaarbasis. (bodemarij?)
Het schip lag onder beslag bij de werf Het Wapen van Amsterdam in de Groote Wittenburgerstraat over de Oosterkerk, van scheepsbouwmeester Philip Kerstingen.
Bijgevoegd rederij-ceduul Amsterdam, 29 meI 1815, voor zeebrief HENRIETTE LOUISA, ex-PRUDENTIE, eigenaren Isaac Juda Levie Kanteman en Dk. Haantjes.
In het Archief van de Waterschout op het Stadsarchief van Amsterdam bevinden zich monsterrollen op naam van kapitein Johannes Balthasar Fuchs op de:
“Vrouwe Agatha”, dd 25 april 1804;
“Henrietta Louisa”, dd 30 mei 1815;
“Jonge Henrietta”, dd 06 augustus 1816; 21 november 1817;
“Constantia”, dd 23 november 1818; “29 november 1820
“Clara Henriette”, dd 28 januari 1828; 07 mei 1829; 08 juli 1830; 25 november 1831;
“Henrietta Klasina”, dd 25 april 1834; 22 mei 1835; 18 augustus 1836.
Het Archief van de Waterschout011a bevat de volgende monsterrollen:
38-96 30 mei 1815, brik “Henriëtta & Louisa”, kapitein Johannes Balthazar Fuchs, bestemming St. Domingo, correspondent J.J.Hantema, 9 bemanningsleden i.c. stuurman, kok/jongen, bootsman, 4 matrozen en 2 jongens.
Bouma025 vermeldt J.B.Fuchs als kapitein gedurende:
* 1826 t/m 1831 op de brik “Clara Henriette” gebouwd in 1826 te Amsterdam, 292 ton o.m., varend voor de Nederlandsche Scheepsreederij te Amsterdam;
* 1832 t/m 1837 op het 3/m schip “Henriette Klazina”, gebouwd in 1827 te Amsterdam, 630 ton o.m., varend voor de Nederlandsche Scheepsreederij te Amsterdam.
Overige bijzonderheden
Hendrikus Visser werd per 25 november 1831 vanuit de Amsterdamse Kweekschool voor de Zeevaart als ligtmatroos geplaatst op de “Klasina Henriette”onder kapitein J.L.Fuchs voor een reis van Amsterdam naar Batavia. Hij keerde op de school terug op 11 juli 1833004-532/1629. volgens een monsterrol dd 25 november 1831011 betreft het hier de “Henriette Clasina” onder kapitein J.B.Fuchs.
Cornelis de Lanoy werd vanuit de Kweekschool voor de Zeevaart uit Amsterdam als ligtmatroos op 25 april 1834 geplaatst op de Henriette Clasina onder kapitein J.B.Fuchs voor een reis naar Batavia. Hij keerde terug op 14 april 1835004-53/1684).
In de “Hoofdzakelijke Inhoud van het Verslag van Directeuren der Nederlandsche Scheeps-Reederij gevestigd te Amsterdam” dd 30 maart 1827 (Nederlandsche Hermes 2(4): 37-42, 1827) wordt melding gemaakt van een aantal schepen:
“ … Wat de drie schepen betreft, welke werkelijk reeds naar zee zijn, deze zijn het Fregatschip De Handelmaatschappij, Kapit. P.H.Willers, het Brikschip Clara Henriette, Kapit J.B.Fuchs, en het kofschip Nederland, Kapit. T.K.Kleijn. … Alle deze schepen, behalve het kofschip Nederland, zijn door de Directie der Nederlandsche Handelmaatschappij, welke wij daar voor hiermede openlijk onzen welmeenenden dank betuigen, bevracht geworden; dezelve brengen gezamenlijk circa 700 man troepen naar onze Oost-Indische bezittingen over”.
J.B.Fuchs verzorgde per 05 januari 1827 vanuit Texel met de “Clara Henriette” een troepentransport van 5 officieren en 106 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 25 mei 1827, na een reis van 140 dagen.
Wederom met de “Clara Henriette” en ook weer van Texel vertrok hij op 25 oktober 1828 met 1 officier en 150 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 16 februari 1829 na 114 dagen , waarbij onderweg 1 militair was overleden.
Met hetzelfde schip en weer van Texel voer hij uit op 11 juni 1829 met 1 officier en 115 manschappen. Hij kwam te Batavia aan op 09 oktober 1829 na 120 dagen. Onderweg waren 4 militairen overleden.
En weer met de “Clara Henriette” vanuit Texel vertrok hij op 04 september 1830 met 3 officieren en 100 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 31 december 1830 na 118 dagen.
Hij vertrok op 06 januari 1831 vanuit Texel nu met de “Henriette Klazina” en een contingent van 1 officier en 12 manschappen. In St.George d’Elmina werden 19 Afrikaanse recruten ingenomen. Hij arriveerde te Batavia op 01 juni 1832 na een reis van 147 dagen065.
Holland speelde in de 18e en het begin van de 19e eeuw een rol bij het transport van slaven uit Afrika. Het transport had voornamelijk plaats vanuit de (huidige Ghanese) stad St.George d’Elmina. Slavernij werd in andere Europese landen in het begin van de 19e eeuw afgeschaft maar Holland volgde pas veel later. Bij transport liep de reder de kans, dat zijn schip werd geconfiskeerd door bv. Engeland en Frankrijk en Holland bedacht iets nieuws, nl het ronselen van negers als recruten voor het Indische leger. “In de eerste maanden van 1831 besloot Willem de proef op de som te nemen en Elmina een nieuwe dimensie te geven: aan- en afvoerplaats voor negerrecruten.”. Het eerste schip wat negerrecruten transporteerde was de “Rotterdams Welvaren” onder kapitein Noordbeek, varend voor van Hoboken te Rotterdam. “Het tweede ‘recruteringsschip’ dat Nederland verliet was – op 1 januari 1832 – de Henriëtte Klazina van de Nederlandsche Scheepsreederij te Amsterdam. De meegereisde officier van dit schip berichtte uit Elmina dat de werving ‘veel zwarigheden’ ontmoette.”069 – p.208.
Nr. 6 30-7-1819 Schoenerschip ,,CONSTANCE,, 72 last
Transport griffier te Amsterdam 20-7-1819: van Dhr. Arnoldus v/d Berg / consul v/d Koning der Nederlanden te Portsmouth Aan: Gebr Castendijk 2/3 deel / Mattheus W. Rees te Dordrecht 1/3 deel voor f 3.000, -
Kapitein: J.B. Fuchs/Fichs / vlag Amsterdam nr. 6 / 23 / 44
1e reis Monsterrol te Dordrecht nr.30, 1-11-1819 met 17 man naar Port au Prince.
Niet door mij geverifieerde gegevens van Frank van Peperstraten te Lelystad.
Rotterdamsche Courant 28 september 1819114
In lading liggend te Rotterdam naar:
Port-au-Prince: het schip CONFIANTIA, kapt. J.B. Fuchs. ….
Rotterdamsche Courant 06 april 1820114
Amsterdam, 4 april. Te Port-au-Prince is gearriveerd J.B. Fuchs, van Rotterdam.
Rotterdamsche Courant 23 mei 1820114
Amsterdam, 21 mei. Kapitein Johannes Balthazar Fuchs, voerende het schip (opm: brik) CONSTANTIA, dacht, volgens brief van Port-à-Prince, in dato 23 maart, in het laatst van april de reis van daar naar Amsterdam aan te nemen.
Rotterdamsche Courant 31 december 1822114
Rotterdam, 30 december. Uittreksel uit de Lloyd’s Lijsten van den 20 en 24 december:
Den 3 oktober is te Fayal (opm: Azoren) zeer lek binnengelopen het schip CONSTANTIA, Fuchs (opm: mogelijk het tot brik vertimmerd fregat la MADONNA DE FRUGLIANO, thuishaven Amsterdam), van Bahia naar Amsterdam; de lading is gelost en het schip is afgekeurd en verkocht….
Datum vanaf: |
1831 |
Kapitein: |
Fuchs, Johannes Balthasar |
College: |
Blaauwe Vlag, Amsterdam |
Vlagnummer: |
8 |
Overige informatie: |
Geboren/gedoopt te Amsterdam op 01/07 februari 1775 en overleden (waar) in 1837.
Johannes Balthasar Fuchs uit Amsterdam werd op 21 februari 1787 ingeschreven als leerling van de Kweekschool voor de Scheepvaart te Amsterdam. Op 14 maart 1798 ontslag “met |
Familiegegevens en opleiding
Harmen Blokziel werd geboren te Amsterdam op 14 november 1790.
Hij huwde met Maarte Zussen, geboren te Den Helder op 07 oktober 1798. Zij kregen een zoon op 17 augustus 1825; een zoon op 24 mei 1829 en een zoon op 05 mei 1831. Zij overleed op 21 juli 1875. 003 en 118.
Harm overleed op 28 januari 1863. Bij zijn overlijden is als woonplaats Den Helder vermeld.118.
In het boekje “Bijzondere mensen, bijzondere zerken” van J.T.Bremer & L.R.Deugd Helderse Historische Reeks, nr. 20, 2006 staat de vermelding van graf G.R.25 op de Algemene Begraafplaats te Den Helder met de volgende tekst:
“Hier rust / het stoffelijk overschot van / Harmen Blokziel / in leven oud koopvaardij / kapitein overleden 28 Januarij 1863 in den / ouderdom van 72 jaren “
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
H.Blokziel werd met nr.363 effectief lid van Zeemanshoop per 25 juni 1833 op voorspraak van W.Blom. Zijn schip was de “Stad Amsterdam”002.
In de Algemene Vergaderingen van het College Zeemanshoop van 18/25 juni 1833 werd voorgedragen/benoemd tot effectief lid Harmen Blokziel, oud 43 jaar, wonende te Amsterdam, voerende de brik Clara Henriette, op voordracht van kapitein W.Blom. Zijn vlagnummer werd 363023.
Hij werd deelnemer van het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop per 30 mei 1831 als “stuurman 2de klasse”. Blijkens de betalingsgegevens werd hij in 1832 gezagvoerder.003
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van ‘Zeemanshoop dd 27 januari 1853 staat het verzoek van kapitein H.Blokziel om een uitkering “wegens ouderdom”, welk hem in de vergadering van 24 februari 1853 wordt toegekend voor 12 maanden ingaande 01 februari 1852. Verlenging voor weer 12 maanden per 10 januari 1854. Idem per 25 oktober 1855, mits overleggende een bewijs van zijn ziekte. Verzoek om verlenging per 04 september 1856 en voor 12 maanden toegestaan per 25 september 1856. Idem per 30 juli 1857, mits overleggende bewijs van gedurige ongesteldheid. Idem per 03 juni 1858. In de vergadering dd 30 december 1858 vraagt zij wederom om onderstand, maar het Bestuur heeft de uitspraak aangehouden. In de vergadering dd 31 maart 1858 wordt een continuering toegestaan tot 01 juni 1859, maar wel onder de conditie dat een bewijs van zijn voortdurende ongesteldheid wordt overgelegd. Weer verlenging van 12 maanden per 30 juni 1859. Idem per 26 juli 1860. Idem per 27 juni 1861. Idem per 05 juni 1862.042.
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 26 maart 1863 vraagt de wed. H.Blokziel geb. M.Zuijlen om de regelementaire uitkering welke haar in de vergadering van 28 mei 1863 met ingang van 01 februari 1863 wordt toegekend.042
In de notulen van de Algemene Vergadering dd 22 maart 1853 staat de mededeling dat het Bestuur een uitkering heeft toegekend aan kapitein H.Blokziel, ingaande 01 februari 1853 en voorlopig voor 12 maanden. De uitkering voor 12 maanden werd gecontinueerd in de notulen van 17 januari 1854, 30 oktober 1855, 04 november 1856, 25 augustus 1857, 29 juni 1858. In de notulen van 15 februari 1859 van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop is wederom een verzoek tot continuering maar “het verzoek is van de hand gewezen als zijnde de vroeger toegestane uitkeering nog niet geeindigd.” In de notulen dd 26 april 1859 wordt de uitkering verlengd tot juni 1859. Op 02 augustus 1859 volgt een continuering voor 12 maanden. idem op 14 augustus 1860. Idem per 23 juli 1861. Idem per 17 juni 1862023.
In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd. 16 juni 1863 staat vermeld dat per 01 februari 1863 een uitkering in de 1e klasse is toegekend aan de wed. H.Blokziel, geb. Zussen.023.
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
363 1833-1835 brik Clara Henriette Nederl.Scheepsreederij
250 1836 brik Clara Henriette idem
1837 fregat Henrietta Clasina idem
1838-1846 fregat De Stad Amsterdam idem
1848-1851 fregat De Stad Amsterdam Soc. van Scheepsbouw
1852-1862 geen opgave van schip en boekhouder
1862 “overleden”
Bouma025 vermeldt H.Blokziel als gezagvoerder gedurende:
* 1834 t/m 1837 van de brik “Clara Henriëtte”, gebouwd in 1826 te Amsterdam, 292 ton o.m., varend voor de Nederl. Scheeps-Reederij te Amsterdam;
* 1838 van het fregat “Henriëtte Klazina”, gebouwd in 1827 te Amsterdam, 630 ton o.m., varend voor de Nederl. Scheeps-Reederij te Amsterdam;
* 1839 t/m 1847 van het fregat “Stad Amsterdam”, gebouwd in 1835 te Amsterdam, 726 ton o.m., varend voor de Nederl. Scheeps-Reederij te Amsterdam;
* 1848 t/m 1852 van hetzelfde schip maar nu varend voor P.Scheffer & Zn (Soc. v. Ned.Scheepsbouw & Scheepvaart) te Amsterdam.
In het Archief van de Waterschout op het Stadsarchief van Amsterdam bevinden zich monsterrollen op naam van kapitein Harmen Blokzijl als gezagvoerder van de “Clara Henrietta” dd 29 november 1833; 24 juni 1835 en 21 juli 1836. De “Henrietta & Klazina dd 09 oktober 1837. de “Stad Amsterdaam” dd 15 september 1838.
Overige bijzonderheden
“De Vrienden” op de rede van Batavia057:
28 november 1834 “... hedenmorgen Vertrok van Capt Blokzeil naar Amsterdam ...”.
De brik “Clara Henriëtta” onder gezag van Harmen Blokijl en met 17 manschappen dateerde de monsterrol op 29 november 1833 met bestemming Batavia via St.George Delmina. Boekhouder de Nederlandsche Scheepsreederij011.
Datum vanaf: |
1837 |
Kapitein: |
Blokziel, Harmen |
College: |
Zeemanshoop, Amsterdam |
Vlagnummer: |
250 |
Overige informatie: |
Geboren op 14 november 1790 te Amsterdam. Overleden te Den Helder op28 januari 1863.
Per 25 juni 1833 werd hij benoemd tot effectief lid van Zeemanshoop voerende de brik Clara Henriette, op voordracht van kapitein W.Blom. Zijn vlagnummer werd 363 en na |
Familiegegevens en opleiding
Franciscus Jacobus Hoffman werd geboren te Amsterdam op 17 maart 1801.
Hij huwde met Maria Geelmuyden, geboren te Amsterdam op 03 november 1803. 003.
In het Bevolkingsregister 1851 van Amsterdam wordt vermeld de koopvaardijkapitein Franciscus Jacobus Hoffman, geboren 17 maart 1801 te Amsterdam, Rooms Katholiek, wonend op de Recht Boomsloot 35 Amsterdam
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
F.J.Hoffman werd met nr.384 effectief lid van Zeemanshoop per 15 augustus 1837 op voorspraak van G.A.Sandman. Zijn schip was de "Henriëtte Clazina". Hij heeft als lid bedankt002.
In de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop van 08/15 augustus 1837 werd voorgedragen/benoemd F.J.Hoffman, oud 36 jaar, voerend de bark “Susanna”, op voordracht van kapitein G.A.Sandman.023 geen adres en alleen initialen vermeld.
Hij werd deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds per 12 oktober 1838 en bedankte per 1868.003
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 30 juni 1868 vraagt kapitein F.J.Hoffman om onderstand. Op 30 juli 1868 wordt dit verzoek afgewezen. Op 27 augustus 1868 reclameert hij tegen dit besluit maar het Bestuur persisteert.042.
In de Bestuursvergadering dd 24 september 1868 bedankt kapitein Hoffman voor het Weldadig Zeemans Fonds en vraagt op welke wijze hij lid kan blijven. Het Bestuur antwoordt dat hij zijn effectieve lidmaatschap kan continueren of het kan omzetten in een honorair lidmaatschap.042.
In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 04 augustus 1868 staat vermeld een verzoek om onderstand door kapitein F.J.Hoffman, welke werd afgewezen. In de notulen dd 01 september 1868 werd het verzoek herhaald, maar wederom afgewezen023.
In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 06 oktober 1868 staat vermeld een brief van kapitein F.J.Hoffman bedankende als voortdurend deelnemer “en vragende op welke voet hij lid kan blijven.” Het Bestuur heeft hem “te kennen gegeven dat hij Effectief lid kan blijven of verzoeken om van Effectief lid tot Honorair lid te worden overgeschreven.” Men wacht zijn reactie af.023.
In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 01 juni 1869 staat vermeld dat de Commissie ter Bevordering der Wetenschappelijke Zeevaart heeft gemeld dat “berigt is ontvangen dat door de Association Scientifique de France onder anderen met de Gouden Medaille is bekroond geworden kaptn F.J.Hoffman gevoerd hebbende het schip Margaretha Simonettha.” 023.
In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 02 november 1869 staat vermeld: “Tenslotte wordt door den Voorzitter overgegaan tot de uitreiking der Gouden Medaille aan kapitein F.J.Hoffman door de Association Scientifique de France toegekend.” Medaille en diploma worden uitgereikt en de voorzitter : “uit de wensch dat de reeds bejaarde bekroonde nog lang gespaard moge blijven en zich in de herinnering aan deze onderscheiding verheugen.”023
De schepen van de kapitein
lidmaatschap College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
384 1837 bark Susanna Nederlandsche Scheeps-Reederij
1838-1845 fregat Henrietta Klazina idem
1846-1853 fregat Margaretha Simonetta(Simonettha) Fraissinet & van Baak &
Gebr.Broekman te Amsterdam
136 1854-1866 fregat Margaretha Simonneta idem
1867-1870 geen opgave van schip en boekhouder
Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093:
F.J.Hoffman Margaretha Simonetha 12 december 1859 04 december 1860
Margaretha Simontheta 22 mei 1861 30 september 1862
Margaretha Simonnetta 16 maart 1863 17 januari 1864
Margaretha Simonettha 27 juni 1864 29 mei 1865
Margaretha Simonettha 10 maart 1866 08 februari 1868
Bouma025 vermeldt F.J.Hoffman als gezagvoerder gedurende:
* 1838 op het 3/m schip “Suzanna”, gebouwd in 1826 te Amsterdam, 300 ton o.m., varend voor de Nederlandsche Scheepsreederij te Amsterdam;
* 1839 t/m 1847 op het 3/m schip “Henriëtte Klazina”, gebouwd in 1827 te Amsterdam op de werf De Zwarte Rave te Amsterdam van J.Knol, 630 ton o.m., varend voor de Nederl. Scheepsreederij te Amsterdam;
* 1847 t/m 1868 van het 3/mschip “Margaretha Simonetta”, gebouwd in 1841 te Amsterdam, 619 ton o.m., varend voor de gebr. Broekman te Amsterdam. Het schip werd in 1868 gesloopt.
Overige bijzonderheden
NRC 17.04 januari 1846
Advertentie. Publieke verkoop te Amsterdam in de Nieuwe Stadsherberg op het IJ, op 27 april van: het gekoperd barkschip HENRIËTTE CLASINA, gevoerd door kapt. F.J. Hoffman, volgens Nederlandse meetbrief lang 38,35 el, wijd 6,42 el en hol 5,75 el, alzo gemeten op 629 ton of 332 last.
NRC 29 april 1846
Verkoping van schepen, gehouden op 27 april te Amsterdam:
HENRIËTTE CLASINA: NLG 55000, doch opgehouden.
AH 29. april 1846
Het barkschip HENRIËTTE CLASINA is sedert voor dien prijs (opm: dus NLG 55000) uit de hand verkocht.
Op 27 april 1846 werd de bark – zonder wijziging van naam – verkocht aan
Fraissinet & Van Baak te Amsterdam. Deze overeenkomst kwam vermoedelijk tot stand onmiddellijk na de veiling, die mogelijk slechts was benut om een onafhankelijke waarde vast te stellen. 114
Datum vanaf: |
1838 |
Kapitein: |
Hoffman, Franciscus Jacobus |
College: |
Zeemanshoop, Amsterdam |
Vlagnummer: |
136 |
Overige informatie: |
Franciscus Jacobus Hoffman werd geboren te Amsterdam op 17 maart 1801.
Per 15 augustus 1837 benoemd tot effectief lid van Zeemanshoop F.J.Hoffman, oud 36 jaar, voerend de bark “Susanna”, op voordracht van kapitein G.A.Sandman. Zijn vlagnummer was 384 en |
Zie ook bij Oosterloo
Familiegegevens en opleiding
Arend Friederich Osterloh werd door de Kweekschool voor de Zeevaart te Amsterdam op 10 mei 1829 als leerling “ingenomen”004(532/1670). Hij was toen 154 duim en “heeft de kinderziekte gehad”. Hij werd geboren te Amsterdam op 17 maart 1816. Zijn ouders waren Arend Friederich Osterloh, schipper ter koopvaardij en Johanna Elisabeth Kok.
Van zijn vorderingen werd in de periode 1830-1833 een drie/maandelijkse rapportage bijgehouden in de vakken zeevaartkunde, schoolonderwijs (nederlands, frans en engels) en scheepswerk. Hierin zijn geen bijzondere opmerkingen gemaakt. Voorts is gemeld:
“ 27 April 1832 geplaatst als Ligtmatroos op het schip Susanna Maria Capt.J.F.Spiegelberg naar Suriname voor Amsterdam. Gagie ¦15,-
15 september 1832 terug van de reis met goede attestatie
20 Maart 1833 aangenomen als Lidmaat der Herstelde Ev.Lutherse Gemeente door Do Nokerman(?)
29 Junij 1833 geplaatst als 3de Stuurman op het schip IJstroom Capt.A.F.Osterloh naar Batavia voor Amsterdam. Gagie ¦28,-
29 Mei 1834 terug van de reis met goede attestatie
4 Junij 1834 eervol ontslagen”.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
A.F.Osterloh Jr (adres: Heerenmarkt) werd met vlagnummer 640 effectief lid van Zeemanshoop per 06 september 1842 op voorspraak van J.F.Spiegelberg. Zijn schip was de “Margaretha en Simonetta”. Toegevoegd is “bedankt”002. Ten tijde van de inschrijving was Osterloh Jr ongehuwd en 26 jaar002a.
In de Algemene Vergaderingen van 30 augustus/06 september 1842 van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop is als effectief lid voorgesteld/ingeschreven Arend Fredrik Osterloh Jr., oud 26 jaar, voerend het fregat “Margaretha Simonetta”, voor rekening van Fraissinet, van Baak en Gebr Broekman, op voordracht van kapitein J.F.Spiegelberg.023.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 28 juni 1849 staat de mededeling dat kapitein Osterloh Jr, vlagnummer 640, voor het lidmaatschap heeft bedankt.042.
De schepen van de kapitein
lid van het zeemanscollege “Zeemanshoop” te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
640 1842-1845 fregat Margaretha Simonetta Fraissinet & van Baak & Gebr.Broekman
1846-1848 bark Henrietta Klazina idem
Bouma025 vermeldt A.F.Oosterloo als gezagvoerder gedurende:
* 1843 t/m 1846 van het 3/mschip “Margaretha Simonetta”, gebouwd in 1841 te Amsterdam, 619 ton o.m., varend voor Fraissinet & van Baak te Amsterdam;
* 1847 t/m 1849 van het fregat “Henriëtte Klazina”, gebouwd in 1827 te Amsterdam, 630 ton o.m., varend voor Fraissinet & van Baak te Amsterdam. Het schip was als bark getuigd.
Overige bijzonderheden
Henry Steffens, vanuit de Kweekschool voor de Zeevaart te Amsterdam, aangesteld bij de koopvaardij in Nederlands Oost-Indië, vertrok op 24 augustus 1844 met de “Margaretha Simonetta” onder kapitein A.F.Osterloh Jr van Amsterdam naar Batavia004(533/1980).
Datum vanaf: |
1846 |
Kapitein: |
Osterloh Jr, Arent Friedrich |
College: |
Zeemanshoop, Amsterdam |
Vlagnummer: |
640 |
Overige informatie: |
Arend Friederich Osterloh werd door de Kweekschool voor de Zeevaart te Amsterdam op 10 mei 1829 als leerling "ingenomen". Hij werd geboren te Amsterdam op 17 maart 1816. Zijn ouders waren Arend Friederich Osterloh, schipper ter koopvaardij en Johanna Elis |
Familiegegevens en opleiding
Theunis Hagen werd geboren te Amsterdam op 10 april 1812 als zoon van Jan Hagen en Margaretha Mukde.
Hij yrouwde op 16 augustus 1845 in Stormpolder, thans Krimpen aan de Ijssel met Lijsbeth Karreman, geboren te Stormpolder/Krimpen aan de IJssel op 08 april 1820 als dochter van Arie Karreman en Lijsbeth Herreschild. Zij overleed op 27 mei 1870.118
Theunis overleed in 1865. Het echtpaar ligt in Krimpen begraven003 en gegevens via Ger Mulder, Capelle aan de IJssel
Teunis Hagen, gereformeerd, 1 el-41½ duim, gevaccineerd, werd als leerling ingeschreven aan de Kweekschool voor de Zeevaart te Amsterdam op 27 oktober 1823 op de leeftijd van 11½ jaar. Volgens doopceel nr. 1535 werd hij gedoopt op 10 april 1812 te Amsterdam als zoon van Jan Hagen, Amsterdam, gereformeerd, en Margaretha Mulder, Amsterdam, gereformeerd. Ten tijde van de inschrijving in 1812 waren beide ouders nog in leven en woonden in de Haarlemer Houttuinen te Amsterdam; de vader was schuitenvoerder. Van de vorderingen van Teunis werden vanaf 01 januari 1826 3-maandelijkse rapporten bijgehouden waarin eveneens de volgende bijzonderheden:
20 december 1826 "als ledemaat aangenomen bij Do Wunder".
05 maart 1827 "geplt als ligtmatroos op het schip Nederland Command J.J.Adriaan naar Groenland voor Harlingen à ¦14,-". (volgens Bouma025 was de reder van dit schip de Groenland en Straat Davis Visscherij te Harlingen)
06 augustus 1827 "terug van de reis met goede attestatie".
02 oktober 1827 "geplaatst als ligtmatroos op het schip Anna & Louisa, Capt. K.de Jong naar Demmerary(sic) à ¦13,-".
31 maart 1828 "terug van de reis met goede attestatie".
02 april 1828 "op zijn verzoek ontslagen met goede attstatie en certificaat Vrijstelling voor de Nation. Militie"004(532/1535).
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
T.Hagen ((adres Haarlemerdijk bij de Buiten Oranjestraat) werd met nr.716 effectief lid van Zeemanshoop per01 juli 1845 op voorspraak van D.Grim. Zijn schip was de "Maria"002. Ten tijde van de inschrijving was Hagen 33 en ongehuwd. Hij is later (wanneer?) getrouwd met een vrouw van 26 jaar002a.
In de Algemene Vergaderingen van 24 juni/01 juli 1845 van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop werd als effectief lid voorgedragen/benoemd Theunis Hagen, oud 33 jaar, voerend de bark “Maria”, wonend op de Haarlemmerstraat bij de Buiten Oranjestraat 118 te Amsterdam, op voordracht van Daniël Grim.023.
Hij werd deelnemer van het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop per 09 januari 1849. Is per 01 mei 1859 "van beroep veranderd"003.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 31 augustus 1865 vraagt de wed. T.Hagen-Karreman om de reglementaire uitkering welke haar in de vergadering van 27 september 1865 wordt toegekend ingaande 01 november 1865 voor haar en 1 kind.042.
In de vergadering dd 29 maart 1866 vraagt de wed. T.Hagen om een uitkering voor een kind, hetgeen wordt toegestaan.042 (is er inmiddels een tweede kind geboren?)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 29 september 1870 staat een brief van Jacob Meijer, voogd van de kinderen van wijlen de wed. T.Hagen geb. Karreman, waarin hij om de uitkeringen vraagt die aan de kinderen toekomen.042.
In de Bestuursvergadering vraagt Jb Meijer als voogd om de reglementaire uitzet-uitkering voor Anna Maria Hagen.042
In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 10 oktober 1865 staat de mededeling dat per 01 november 1865 een uitkering in de 1e klasse is toegekend aan de wed. T.Hagen geb. Karreman voor haar en 1 kind. In de notulen van 10 april 1866 staat haar verzoek om een uitkering voor één van haar kinderen, hetgeen is toegestaan.023;
De schepen van de kapitein
lidmaatschap College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
716 1845-1848 bark Maria Gebr.Hendrichs & Co
1849-1853 bark Henriëtte Klasina Fraissinet & van Baak & Gebr.Broekman
343 1854 bark Henriëtte Klasina idem
1855 geen vermelding van schip en boekhouder
1856-1858 bark Petronella Catharina Fraissinet & van Baak
1859-1864 geen vermelding van schip en boekhouder
Betalingen m.b.t. de "Petronella Catharina" onder gezag van kapitein T.Hagen in het Stortingsregister van het college "Zeemanshoop" met vermelding van de betalingsperiode (is indicatie van reisperiode)044:
bron begin van de reis einde van de reis reisduur
GAA-491/317 fol 08 03 april 1858 17 maart 1859 11 maanden/14 dagen
(op deze reis was ene C.Pronker matroos)
Bouma025 vermeldt T.Hagen als gezagvoerder gedurende:
* 1846 t/m 1849 op de bark “Maria”, gebouwd in 1826 te Amsterdam, 360 ton o.m., varend voor de gebr. Hendrichs & Co te Amsterdam. Het schip voer in 1850 voor Vlierboom te Rotterdam en was herdoopt in “Juno”;
* 1850 t/m 1855 van het fregat “Henriëtte Klazina”, gebouwd in 1827 te Amsterdam, 630 ton o.m., varend voor Fraissinet & van Baak te Amsterdam. Het schip was als bark getuigd. Het werd in 1855 verkocht.
Lloyd’s vermeldt087: “23 Nov. 1850 HENRIETTA CLASINA been in contact, one mast cut away.”
* 1857 t/m 1859 van de bark “Petronella Catharina”, gebouwd in 1856 te Zwolle, 442 ton o.m., varend voor Fraissinet & van Baak te Amsterdam.
Overige bijzonderheden
NRC 21 februari 1850
Batavia, 31 december. De scheepsvrachten zijn door de geringe voorraad van vrachtgoederen en de aankomst van verscheidene avontuur-schepen, weder lager gelopen. Voor de JOHANNES MARINUS, gedeeltelijk voor eigen rekening ladende, kon men al niet hoger dan NLG 80 à 85 per last zonder meer bedingen, terwijl later voor de GOEDE VERWACHTING tot NLG 73 rijst is aangenomen. De PRINS FREDERIK DER NEDERLANDEN zal circa 7000 pikols suiker te Tagal gaan laden, tot welke vracht is echter onbekend. Overigens zijn nog de WASSENAAR en de GENERAAL VAN DEN BOSCH alhier in lading voor Nederland en de HENRIETTA CLASINA voor China. Van vreemde bodems werd gecharterd een Engels schip voor suiker tot GBP 3.12/6 naar Londen of GBP 3.17/6 naar het continent, en het Hannovers schip AMICITIA tot GBP 3.10/- voor een lading naar Hamburg.
NRC 21 oktober 1850
Batavia 26 augustus. Van de scheepsvrachten valt het volgende te melden: De HENRIETTE CLASINA is te Batavia opgevuld à NLG 75 voor rijst en NLG 85 voor lichte goederen.
NRC 22 november 1850
Amsterdam, 21 november. Volgens brief van kapt. Hagen, voerende het schip HENRIETTA CLASINA, in dato St. Helena 9 oktober, was hij, na de 17e augustus van Batavia herwaarts vertrokken te zijn en op de hoogte van Kaap de Goede Hoop veel storm en slecht weder doorgestaan te hebben, genoodzaakt geweest St. Helena aan te doen. Bij het ankeren aldaar door een hevige bui overvallen, was hij voor de boeg van een Engels schip gedreven en tot behoud van het schip en om meerdere schade te voorkomen, genoodzaakt geweest de bezaansmast te kappen. Het schip had de bakboords relings en stutten gebroken en meer andere schade bekomen, doch hoopte de kapitein een en ander spoedig te herstellen, ten einde de reis te kunnen voortzetten.
NRC 17 juli 1851
Verkoping van scheeps-aandelen, in de Nieuwe Stads Herberg aan het IJ, op maandag 14 juli:
- 1/32 part in de bark HENRIETTA CLASINA, NLG 650, NLG 200, J.H. Rietveld,
- 1/32 part in dito, NLG 670, NLG 120, J.H. Rietveld,
NRC 11 augustus 1851
Rotterdam, 10 augustus. Het Nederlandse schip HENRIETTE CLASINA, kapt. Hagen, van Amsterdam naar Batavia bestemd, is de 6e dezer lek te Falmouth binnengelopen.
NRC 14 augustus 1851
Rotterdam, 13 augustus. Het te Falmouth lek binnengelopen fregatschip HENRIETTE CLASINA, kapt. Hagen – zie ons nommer van 11 dezer – is de 10e aldaar nagezien en is begonnen met de lading te lossen.
NRC 30 augustus 1851
Falmouth, 25 augustus. Het op de 6e dezer alhier lek binnengelopen schip HENRIETTE CLASINA, kapt. Hagen – zie ons nommer van 11 augustus – is heden, na ontlossing der lading op de Patentslip gehaald om te repareren.
NRC 17 juli 1852
Batavia, 23 mei. Scheepsvrachten. Ter bevrachting zijn aangeboden het Bremer schip METTA en het Zweedse schip VANADIS. De Nederlandse schepen LOOPUIJT, VAN DER PALM en SOOLO laden rijst à NLG 60, suiker à NLG 70, en arak à NLG 95, wordende echter alle drie vermoedelijk ten dele voor rederijrekening beladen. De CAMELEON en JONGE JAN zijn bevracht naar Rotterdam met gedwongen adres rijst NLG 63, suiker NLG 73 en arak NLG 98. Te Sourabaya laden de WILLEM BARENDZ en de ALDEBARAN, gedeeltelijk rijst voor rederijrekening, en laden voorts bij arak à NLG 90, rijst à NLG 60 en tabak à 66 per 1600 Amsterdamse ponden, is NLG 53,62½ per maatschappij last. De GOEDE VERWACHTING heeft een charter bij de maand naar China, de HENRIËTTE CLASINA laadt suiker à NLG 70 en tabak à NLG 60 maatschappij tarief en zal vermoedelijk voor rederijrekening opvullen met rijst.
NRC 14 januari 1854
Batavia, 25 november 1853. Vrachten zijn aanmerkelijk hoger; er is aan disponibele scheepsruimte groot gebrek, zodat zeer zeker wel 10 à 12 schepen van middelmatige grootte tot onze hoogste notering nemers zouden vinden. De volgende vrachten zijn alhier afgesloten: ROWALLEN (Engels) GBP 4.5 rijst en GBP 4.10 suiker, alhier te laden naar Londen. CECILIA (Zweeds) GBP 5.5 suiker, alhier te laden naar Rotterdam. DERWENT (Engels, 2e klasse bij Lloyd) GBP 5 voor rijst en koffij, GBP 5.5 suiker, alhier en te Samarang te laden naar Rotterdam. JULIE (Belgisch) GBP 5 voor koffij en rijst, GBP 5.5 voor suiker, alhier te laden naar Antwerpen. JEANNETTE (Nederlands) rijst NLG 105, suiker NLG 115, arak (opm: rijstbrandewijn) NLG 140, alhier te laden naar Rotterdam. HENRIETTE CLASINA (Nederlands) koffij NLG 105, suiker NLG 115 alhier te laden naar Amsterdam, met NLG 5 verbetering voor de te Samarang in te nemen gedeeltelijke lading. (opm: bekort)
NRC 04 augustus 1854
Advertentie. H.J. Rietveld en D.F. Stieven, makelaars, zullen op maandag de 21e augustus 1854, des namiddags ten 6 ure, in de Nieuwe Stadsherberg aan het IJ te Amsterdam, ten overstaan van een daartoe bevoegd beambte, verkopen een extra ordinair welbezeild kopervast barkschip, voorzien van een metalen huid, varende onder Nederlandse vlag, genaamd HENRIETTE CLASINA, gevoerd door kapt. T. Hagen, volgens Nederlandse meetbrief lang 38 el 40 duim wijd 6 el 38 duim, hol 5 el 81 duim (opm: afmetingen 38,40 x 6,38 x 5,81 m.), en alzo gemeten op 633 tonnen of 334 lasten. En dat met al deszelfs rondhouten, opstaand en lopend want, ankers, zeilen, touwen, en andere scheepsbehoeften als breder bij de inventaris is vermeld. Nader onderricht bij bovengenoemde makelaars. (opm: in veiling opgehouden, opnieuw geveild, zie NRC 160954)
NRC 14 januari 1854
Batavia, 25 november 1853. Vrachten zijn aanmerkelijk hoger; er is aan disponibele scheepsruimte groot gebrek, zodat zeer zeker wel 10 à 12 schepen van middelmatige grootte tot onze hoogste notering nemers zouden vinden. De volgende vrachten zijn alhier afgesloten: ROWALLEN (Engels) GBP 4.5 rijst en GBP 4.10 suiker, alhier te laden naar Londen. CECILIA (Zweeds) GBP 5.5 suiker, alhier te laden naar Rotterdam. DERWENT (Engels, 2e klasse bij Lloyd) GBP 5 voor rijst en koffij, GBP 5.5 suiker, alhier en te Samarang te laden naar Rotterdam. JULIE (Belgisch) GBP 5 voor koffij en rijst, GBP 5.5 voor suiker, alhier te laden naar Antwerpen. JEANNETTE (Nederlands) rijst NLG 105, suiker NLG 115, arak (opm: rijstbrandewijn) NLG 140, alhier te laden naar Rotterdam. HENRIETTE CLASINA (Nederlands) koffij NLG 105, suiker NLG 115 alhier te laden naar Amsterdam, met NLG 5 verbetering voor de te Samarang in te nemen gedeeltelijke lading.
NRC 04 augustus 1854
Advertentie. H.J. Rietveld en D.F. Stieven, makelaars, zullen op maandag de 21e augustus 1854, des namiddags ten 6 ure, in de Nieuwe Stadsherberg aan het IJ te Amsterdam, ten overstaan van een daartoe bevoegd beambte, verkopen een extra ordinair welbezeild kopervast barkschip, voorzien van een metalen huid, varende onder Nederlandse vlag, genaamd HENRIETTE CLASINA, gevoerd door kapt. T. Hagen, volgens Nederlandse meetbrief lang 38 el 40 duim wijd 6 el 38 duim, hol 5 el 81 duim (opm: afmetingen 38,40 x 6,38 x 5,81 m.), en alzo gemeten op 633 tonnen of 334 lasten. En dat met al deszelfs rondhouten, opstaand en lopend want, ankers, zeilen, touwen, en andere scheepsbehoeften als breder bij de inventaris is vermeld. Nader onderricht bij bovengenoemde makelaars. (opm: in veiling opgehouden, opnieuw geveild, zie NRC 160954)
NRC 16 september 1854
Advertentie. H.J. Rietveld en D.F. Stieven, makelaars, zullen op maandag de 9e oktober 1854, des avonds ten zes ure, ten huize van J. Meijerink, kastelein in de Nieuwe Stadsherberg aan het IJ te Amsterdam, ten overstaan van een daartoe bevoegd beambte, aan de meestbiedenden verkopen het kopervast barkschips-hol genaamd HENRIETTE CLASINA, voorzien van een metalen huid, liggende in het Oosterdok aldaar; benevens een aanzienlijke partij scheeps-gereedschappen, masten, zeilen, touwen en rondhout. Breder bij notitiën te vermelden en bericht bij bovengemelde makelaars. (opm: om het hol, bouwjaar 1828, voor de sloop te verkopen)
AH 10 oktober 1854
Verkoping van schepen te Amsterdam op 9 oktober 1854: het kopervast barkschipshol met metalen huid HENRIETTE CLASINA: NLG 12000, in slag NLG 1400. Koper: Anthony Roos.
(opm: sloper)
Datum vanaf: |
1849 |
Kapitein: |
Hagen, Theunis |
College: |
Zeemanshoop, Amsterdam |
Vlagnummer: |
716 |
Overige informatie: |
Geboren te Amsterdam op 10 april 1812 en overleden (waar?) in 1865
Teunis Hagen werd als leerling ingeschreven aan de Kweekschool voor de Zeevaart te Amsterdam op 27 oktober 1823 .
02 april 1828 "op zijn verzoek ontslagen met goede attestatie en cert |
|