Familiegegevens en opleiding
Kornelis Junius van Hemert, Nederlands Hervormd, werd op 03 september 1836 ingeschreven als leerling aan de Kweekschool voor de Zeevaart te Amsterdam. Hij werd geboren te Grave op 20 september 1823. Zij ouders waren Cornelis Carel van Hemert, in 1836 rentenier op de Prinsegracht nr.138 bij de Spiegelstraat te Amsterdam, en Suzanna Elisabeth van Lidt de Jeude. De vorderingen van Kornelis werden vanaf januari 1837 in 3-maandelijkse rapporten bijgehouden voor de vakken zeevaartkunde, schoolonderwijs (hollands, frans en engels), scheepswerk en tekenen. Voorts zijn de volgende aantekeningen gemaakt:
03 augustus "bekomt den Prijs in de Artillerie en handgeweer zijnde de Jonge Leven van J.& C.Evertsen".
02 september 1838 "zich bij zijn familie gebleven".
23 maart 1839 "aangenomen als lidmaat der Ned.Herv.Gemeente door Do Weyland".
10 juli 1838 "geplaatst als ligtmatroos op 't schip Abel Tasman Capt. H.H.Zeylstra naar Batavia voor Amst. Gagie ¦12,-".
02 juni 1840 "terug van de reis met goed attest".
27 februari 1841 "geplaatst als ligtm. op het schip Amphitrite Capt. K.J.de Jong naar Batavia voor Amst. Gagie ¦14,-".
30 januari 1842 "terug van de reis met goed attest".
02 februari 1842 "eervol ontslagen"004(532/1813).
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
K.J.van Hemert werd met nr.890 effectief lid van Zeemanshoop per 02 juli 1852 op voorspraak van K.Poel. Zijn schip was de "Corneliszoon"002. Ten tijde van de inschrijving was van Hemert 29 jaar002a.
In de notulen van de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop dd 13/20 juli 1852 is als effectief lid voorgedragen/benoemd Kornelis Junius van Hemert, oud 29 jaar, voerend de schoner “Corneliszoon”, op voordracht van kapitein K.Poel.023
K.J.van Hemert was van 1874-1883 bestuurslid van het College Zeemanshoop019.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 28 mei 1867 staat vermeld een kritische opmerking van de Hr. van Hemert inzake een voorgestelde reglementswijziging en over de handelwijze van het Bestuur inzake een toegezegd onderzoek door de Wetenschappelijke Commissie.023.
In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 02 oktober 1883 staat de melding van “het overlijden van den Heer K.Junius van Hemert, die gedurende 12 Jaren als Lid van het Bestuur de belangen van Zeemanshoop met de grootste ijver heeft behartigd en in wien Zeemanshoop een groote steun verliest.023.
De schepen van de kapitein
lidmaatschap College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
890 1852-1853 schoner Corneliszoon C.Dyserinck & Zn te Haarlem
496 1854-1855 schoner Corneliszoon idem
1856-1857 bark De Zwaan H.G.Croockewit
1858-1861 bark De Zwaan H.J.C.Bienfait & D.W.Croockewit
1862-1863 bark De Zwaan L.Bienfait & Zn
1864-1882 geen vermelding van schip en boekhouder
Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093:
K.J. van Hemert de Zwaan 20 februari 1860 04 maart 1861
de Zwaan 21 mei 1861 01 april 1862
de Zwaan geen melding 22 januari 1864
Bouma025 vermeldt K.J.van Hemert als gezagvoerder gedurende:
* 1853 t/m 1856 van de 2/msch “Corneliszoon”, gebouwd in 1851 te Nieuwendam, 135 ton o.m., varend voor C.Dijserink & Zn te Haarlem;
* 1857 t/m 1860 van de bark “Zwaan”, gebouwd in 1854 te Alblasserdam, 494 ton o.m., varend voor H.G.Croockewit te Amsterdam;
* 1861 t/m 1864 van hetzelfde schip maar nu varend voor L.Bienfait & Zn te Amsterdam.
Overige bijzonderheden
K.Junius van Hemert was lid van de (herziene) Raad van Tucht voor de Koopvaardij, ingesteld in 1880 en opvolger van een overeenkomstig Raad uit 1856. 104.
Familiegegevens en opleiding
Febo moet geboren zijn ca 1823 volgens de opgave bij Zeemanshoop (zie hierna)
Febo te Cate werd geboren 16 februari 1823 te Hoogezand als zoon van de schipper Evert Fiebes ten Cate en Hindrikje Romkes van der Baan.
Geen huwelijks en overlijdensgegevens te Amsterdam van 1843 t/m 1902.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
F.ten Cate werd met nr.663 effectief lid van Zeemanshoop per 19 februari 1856 op voorspraak van K.J.van Hemert. Zijn schip was de "Corneliszoon"002.
In de Algemene Vergaderingen van 12/19 februari 1856 van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop werd als effectief lid voorgesteld/aangenomen Febo ten Cate, oud 33 jaar, voerend de schoner “Cornelisz.”, voor rekening van C.Dijserinck & Zn te Haarlem op voordracht van kapitein K.J. van Hemert.023.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van het College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
663 1856 schoner Corneliszoon C.Dyserinck en Zn te Haarlem
1857-1872 geen opgave van schip en boekhouder
Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093:
-
ten Cate Corneliszoon 28 februari 1856 06 augustus 1856
Corneliszoon 29 augustus 1857 27 oktober 1857
Bouma025 vermeldt F. ten Cate als gezagvoerder gedurende:
* 1857 t/m 1858 van de 2/msch “Corneliszoon”, gebouwd in 1851 te Nieuwendam, 135 ton o.m., varend voor C.Dijserink & Zn te Haarlem.
Overige bijzonderheden
Geen
Datum vanaf: |
1857 |
Kapitein: |
Cate, Febo Ten |
College: |
Zeemanshoop, Amsterdam |
Vlagnummer: |
663 |
Familiegegevens en opleiding
Geen
De schepen van de kapitein
Vertrek en terugkomst in Amsterdam093
Kapitein Naam van het schip Aankomst Vertrek
C.W.Timmer Corneliszoon 02 juli 1860 21 februari 1861
Bouma025 vermeldt C.W. Timmer als gezagvoerder gedurende:
* 1859 t/m 1863 van de 2/msch “Corneliszoon”, gebouwd in 1851 te Nieuwendam, 135 ton o.m., varend voor C.Dijserink & Zn te Haarlem;
* 1863 t/m 1865 van de 2/msch “Senior”, ex Grijpskerk, gebouwd in 1856 te Foxhol, 173 ton o.m., varend voor J.R.Bos Janszen te Amsterdam. Het schip voer in 1866 voor v/d Bey & Co te Amsterdam en was herdoopt in “Economie”;
* 1866 t/m 1868 van de sch.brik “Cornelia Maria” ex Suriname Packet, ex Mina, gebouwd in 1849 te Nieuwendam, 205 ton o.m., varend voor P.v/d Stijlen te Haarlem.
Overige bijzonderheden
“Op 24 september 1866 werd aan de Raad voor Tucht verzocht onderzoek te doen naar de door rijksbinnenloods H.Mink ingediende klacht. Loods Mink was pleitbezorger voor zijn minderjarige zoon die als lichtmatroos op het Nederlandse schip ‘Cornelia Maria’ had dienst gedaan. De aangeklaagde was kapitein C.W.Timmer, die met zijn schip een reis had gemaakt naar Zuid-Amerika. Het schip voer onder de directie van de heer P. van Stijlen te Haarlem.
De klacht van loods Mink aan het adres van kapitein Timmer, hield in dat ‘(…) zijnen minderjarige zoon H.Mink door voortdurende mishandelingen en kwellingen, hem door de schipper aangedaan, geen keuze is overgelaten dan om of het schip te verlaten, dan wel zich aan de mogelijke treurige gevolgen van onophoudelijke mishandelingen te onderwerpen en hij dientengevolge gekozeen schijnt te hebben zich van zijn schip te verwijderen, om die op den duur onuitstaanbare mishandelingen te ontwijken.”
Lichtmatroos Mink was op 23 september 1865 aangemonsterd en deserteerde op 4 mei 1866 in Brazilië. De Raad onderzocht de zaak en kwam tot de conclusie dat de weergave van de feiten door de lichtmatroos niet strookte met de volledige werkelijkheid “Zoonlief was aan boord een weinig meegaande persoonlijkheid gebleken, die bovendien zijn opgedragen taken niet goed vervulde en voorts geen eerbied en gehoorzaamheid jegens zijn kapitein kende.” In de conflicten met de kapitein was sprake van een pak slaag door de kapitein, een gagestraf en een tuchtiging met de bullepees.
“Uit de getuigenverklaringen bleek dat kapitein Timmer wel eens meer onbillijk optrad ‘jegens zijn schepelingen’ en dat hij de opgelegde straffen wel in het journaal maar niet overeenkmostig het voorschrift van de Tuchtwet in het strafregister had genoteerd. De Raad oordeelde dat Timmer op meer waardige wijze en niet met de bullepees diende te straffen. Wel werd er aan toegevoegd dat Mink had moeten begrijpen dat als hij zich beter had gedragen, de kapitein geen reden had gehad hem te straffen en daarom was ook zijn desertie in Brazilië niet goed te praten. Niettemin ontnam de Raad kapitein Timmer één maand de bevoegdheid om als kapitein op een Nederlands zeilschip dienst te doen.” 104.
Familiegegevens en opleiding
Geen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
G.J.Middelbergh was met vlagnummer R58 in de periode 1881 t/m 1885 lid voor de vlag van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart. Dat betekende dat hij wèl de Maatschappijvlag mocht voeren, maar geen recht had op financiële tegemoetkomingen058.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
Sweijs021 vermeldt G.J.Middelbergh als gezagvoerder van de bark “Marie” ex Lynx in 1886 varend voor P.Landberg & Zn & B.C. de Jong te Batavia.
In de Jaarverslagen 1881 t/m 1883 (Maritiem Museum, Rotterdam) staat kapitein G.J.Middelbergh met vlagnummer R58 in de ledenlijsten als gezagvoerder van de bark “Castalie”, 1217 ton resp. 804 ton, varend voor P.Landberg & Zn & B.C. de Jong te Batavia058.
Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093:
Kapitein Schip Vertrek Aankomst
G.J.Middelbergh Suriname 13 augustus 1864 19 februari 1865
Bouma025 vermeldt G.J.Middelbergh als gezagvoerder gedurende:
* 1864 van de 2/msch “Corneliszoon”, gebouwd in 1851 te Nieuwendam, 135 ton o.m., varend voor C.Dijserink & Zn te Haarlem. Het schip voer in 1865 voor Eltzbacher & Co te Amsterdam en was herdoopt in “Proef”;
* 1869 t/m 1871 van de brik “Boutrij” ex Louise Roeloffine, gebouwd in 1852 te Amsterdam, 250 ton o.m., varend voor Bouman & van Rijckevorsel te Amsterdam. Het schip werd afgekeurd in averij.
Overige bijzonderheden
Geen
Familiegegevens en opleiding
In een verklaring voor de Nederlandse Consul te Buenos Ayres dd 06 mei 1867 ondertekende kapitein Tijs Visser als gezagvoerder van de schoener “Roef” (sic) een overlijdensverklaring van Bouke Foppes Bakker.
De schepen van de kapitein
Vertrek en aankomst te Amsterdam093
Naam kapitein Naam schip vertrek terugkomst
T.Visser de Proef 08 september 1865 geen melding
Bouma025 vermeldt T.Visser als gezagvoerder gedurende:
* 1865 t/m 1869 van het 2/mschip “Proef” ex Corneliszoon, gebouwd in 1852 te Nieuwendam, 135 ton o.m., varend voor Eltzbacher & Co te Amsterdam. Het schip voer in 1870 voor kapitein/eigenaar K.Visser te Amsterdam en was herdoopt in “Cornelia”; (het jaar van omdopen is onduidelijk – 1869 of 1870)
* 1869 van de 2/msch “Cornelia”, ex Proef, ex Corneliszoon, gebouwd in 1852 te Nieuwendam, 135 ton o.m., eigenaar en thuishaven niet vermeld;
* 1872 t/m 1875 op hetzelfde schip en wederom geen eigenaar en thuishaven vermeld. Het schip voer in 1876 voor Straver & Zn te Delfshaven en was herdoopt in “Oostzee”.
Overige bijzonderheden
Geen
Familiegegevens en opleiding
Geen
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt K.Visser als gezagvoerder gedurende:
* 1870 t/m 1871 van de 2/msch “Cornelia”, ex Proef, ex Corneliszoon, gebouwd in 1852 te Nieuwendam, 135 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Amsterdam.
Overige bijzonderheden
Geen
Familiegegevens en opleiding
In een verklaring voor de Nederlandse Consul te Buenos Ayres dd 06 mei 1867 ondertekende kapitein Tijs Visser als gezagvoerder van de schoener “Roef” (sic) een overlijdensverklaring van Bouke Foppes Bakker.
De schepen van de kapitein
Vertrek en aankomst te Amsterdam093
Naam kapitein Naam schip vertrek terugkomst
T.Visser de Proef 08 september 1865 geen melding
Bouma025 vermeldt T.Visser als gezagvoerder gedurende:
* 1865 t/m 1869 van het 2/mschip “Proef” ex Corneliszoon, gebouwd in 1852 te Nieuwendam, 135 ton o.m., varend voor Eltzbacher & Co te Amsterdam. Het schip voer in 1870 voor kapitein/eigenaar K.Visser te Amsterdam en was herdoopt in “Cornelia”; (het jaar van omdopen is onduidelijk – 1869 of 1870)
* 1869 van de 2/msch “Cornelia”, ex Proef, ex Corneliszoon, gebouwd in 1852 te Nieuwendam, 135 ton o.m., eigenaar en thuishaven niet vermeld;
* 1872 t/m 1875 op hetzelfde schip en wederom geen eigenaar en thuishaven vermeld. Het schip voer in 1876 voor Straver & Zn te Delfshaven en was herdoopt in “Oostzee”.
Overige bijzonderheden
Geen
Familiegegevens en opleiding
Geen
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt J. van Dijk als gezagvoerder gedurende:
* 1876 van de 2/msch “Oostzee”, ex Cornelia, ex Proef, ex Corneliszoon, gebouwd in 1852 te Nieuwendam, 135 ton o.m., varend voor Straver & Zn te Delfshaven. Het schip is in 1876 nabij Tromsø verbrand.
Overige bijzonderheden
Op 07.08.1876 binnen te Andernaes voor reparatie.
Op 26.08.1876, onderweg van Archangel naar Delfshaven met een lading gerst, teer en vlees, nabij Tromsö verbrand.
|