1953-01-09: |
De Telegraaf 13-01-1953: „Prinses Margriet” vlot. Kopenhagen. 12 Jan. — Drie Deense sleepboten hebben het .Nederlandse motorschio „Prinses Margriet", dat zoals bekend Vrijdag bij Jutland is gestrand, vlotgetrokken.
Uitspraak Raad voor de Scheepvaart naar aanleiding van het aan de grond lopen van de Prinses Margriet bij Stavnshover. Het schip was op weg van Gent naar Hobro-Randers en beladen met 590 ton kunstmest in zakken. Op 9 januari 1953 werd om 14.30 uur Kattegat Z.W. vuurschip gepasseerd. Het was buiig weer met natte sneeuw en het zicht was afwisselend, de wind was w.z.w. 4. Om 19.15 uur zag men aan bakboord voorlijker dan dwars branding. De kapitein liet terstond volle kracht achteruit slaan en hard s.b.-roer geven. Het schip draaide eerst stuurboord uit, maar stootte dan met b.b. zijde aan de grond. Het lukte niet met roer- en schroefmanoeuvres vlot te komen. Op 10 januari om 09.00 uur kwam er een sleepboot in de buurt maar het lukte niet het schip vlot te krijgen. Op 11 januari kwamen er twee lichters langszij waarin ruim 80 ton lading werd over geslagen. Op 12 januari kwam het schip met behulp van de sleepboot vlot. Na onderzoek bleek het schip behoorlijke schade te hebben, o.a. schroefraam verbogen en gescheurd, enkele nagels lekten en er was forse bodemschade. Oordeel van de Raad is dat de Prinses Margriet op 9 januari bij Stavnshover aan de grond is gelopen doordat de kapitein aldaar niet de zorg aan de navigatie heeft besteed, die vooral op een dergelijk punt van een kapitein moet worden verwacht. Hij had kunnen nagaan, dat, indien hij niet ging uitsturen, zijn schip alle kans had, dat men aan de grond zou lopen, te meer daar hij van de stuurman niet nauwkeurig de afstand had opgekregen, waarop boei no.35 was gepasseerd. Het is bovendien zeer twijfelachtig of er steeds voldoende controle op de roerganger is uitgeoefend. De Raad straft kapitein Herman H. Engels, geboren 15 april 1907, wonende te Zoutkamp, door hem de bevoegdheid om als kapitein te varen op zeeschepen te ontnemen voor de tijd van één week. Gepubliceerd in de Nederlandse Staatscourant op 11 augustus 1953. |